1
homeopathisch bekeken nummer 68 april-mei-juni 2005
INHOUD
EDITORIAAL
3
ONDER DE LOEP De Miasmen Psychische aandoeningen en homeopathie
4 8
GENEESMIDDEL Agnus castus
10
12
COLUMN Zeeweek
20
LEVENSKUNDE Angsten en fobieën
14
LEZERSRUBRIEK Psoriasis
22
DAGBOEK Vrolijke paasdagen
16
BOEKBESPREKING Dromen
23
DIERGENEESKUNDE Zomerperikelen
Medewerkers aan dit nummer: Geert Adriaenssens, Fred Botterman, Herlinde Bral, Kris Genbrugge, Sigrid Jespers, Frans Kusse, Pulsatilla, Guido Van Puyenbroeck, Suzanne Van rampelbergh
ABONNEMENT (voor 4 nummers) Benelux: 20 euro Andere landen van de Europese Unie: 30 euro LOS NUMMER Benelux: 6 euro Andere landen van de Europese Unie: 8,50 euro Overschrijvingen kunt u richten aan: BNIH, Paddeschootdreef 141, B-9100 Sint-Niklaas Voor België: KBC: 401-2539141-87 Voor Nederland: Giro: 5872626 Andere betalingsmodaliteiten: zie verder in dit nummer Het secretariaat is maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag bereikbaar tussen 14.30u. en 16.30u. vanuit België: tel. 059 502997/ fax. 059 502987 vanuit Nederland: 0032.59 502997 (tel) 0032.59 502987 (fax) E-mail:
[email protected] Website: http://vsu.homeobel.com
2
HOMEOPATHISCH BEKEKEN DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT april-mei-juni 2005 ABONNEMENTENADMINISTRATIE Paddeschootdreef 141 B-9100 Sint-Niklaas SECRETARIAAT & REDACTIE Christinastraat 129 B-8400 Oostende
* U heeft interesse voor de homeopathie. * U wenst er meer over te weten. *U bent van plan een homeopathische behandeling te volgen of u bent al een tijdje in behandeling bij een homeopaat. *U heeft eerdere nummers van ons tijdschrift gemist, of u bent niet geabonneerd van in het begin. *U wenst meer te weten over bepaalde geneesmiddelen, over zelfmedicatie, over toepassing van de homeopathie in de tandheelkunde en diergeneeskunde, over het voor of tegen van vaccinaties enz...
HOOFDREDACTEUR Dr. Kris Genbrugge EINDREDACTEUR Guido Van Puyenbroeck KERNREDACTIE Dr. Kris Genbrugge, Frans Kusse-arts
Dan is dit het geknipte boek voor u!
TEKSTVERWERKING EN D.T.P. Isabelle Leenaert DRUK Drukkerij Jan Van Daele ADVERTENTIEWERVING Isabelle Leenaert VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Leo Gyselinck
Alle rechten voorbehouden in binnen-en buitenland. Niets uit deze uitgave, zelfs gedeeltelijk, mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever. Lezersbrieven vallen onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van de schrijver.
HB is een uitgave van het Belgisch-Nederlands Informatiecentrum voor Homeopathie ISSN 0776-2151
homeopathisch bekeken nummer 68
EDITORIAAL
3
Zomer! Iedereen gaat er zowat van uit dat je vandaag of morgen naar een unieke exotische bestemming vertrekt. “ Staan je koffers al klaar ?” Met die vraag zagen ze je de oren af. Het is immers tijd om te “onthaasten”. Een irritant modewoord is dat geworden en bovendien geven velen het een heel eenzijdige betekenis. Ze denken meestal aan enkele weken dolce far niente, niet beseffend dat zalig nietsdoen vlug verveelt. En verveling werkt negatief op onze kostbare gemoedsrust die meer dan ons lief is verstoord wordt. Het is altijd leuk om te zien hoe de vraagsteller de wenkbrauwen fronst en optrekt als je antwoordt: nee, er staat niets klaar. En het hek is helemaal van de dam als je er een beetje verontschuldigend aan toevoegt dat je een paar weken de nabije omgeving wilt verkennen en je ook dringend nood hebt aan de lectuur van een paar goede boeken. Ach zo, klinkt het dan wat onbehaaglijk en wees niet verontrust als je een meewarige glimlach ziet verschijnen. Lectuur! Nu het ietwat gedevalueerde en vaak misbruikte woord toch is gevallen, wil ik daar toch een en ander aan toevoegen. Ik heb het niet over het gedachteloos doorbladeren van rijkelijk geïllustreerde magazines met meestal astmatisch leesvoer en misleidende slogans, ik bedoel wel degelijk het lezen van een meesterlijke roman, een scherpzinnig essay of een verrassende dichtbundel. Het is een “activiteit” die je innerlijk verrijkt, een bezigheid die leidt tot goede gevoelens en je gelukkig maakt. Omdat je tijdens het lezen geconfronteerd wordt met je eigen manier van zijn, verruimt het je geest, ook je kijk op het reilen en zeilen van het mensenpark. Lezen stimuleert ook de creativiteit van je mentale activiteit. En laten we vooral niet vergeten dat “kwalitatief” lezen een uitstekende vorm van therapie is. Wie nood heeft aan verdieping, aan zelfkennis en gezond evenwicht vindt hierin de levensnoodzakelijke ingrediënten. Lectuur is een natuurlijk geestverruimend middel! Geregeld wordt me gevraagd: Wat is het beste boek dat je de laatste tijd hebt gelezen of welke titel zou je me voor deze vakantie aanbevelen ? Een uiterst pijnlijke vraag is dat omdat de ontgoocheling achteraf groot kan zijn en bovendien heb ik een grondige hekel aan superlatieven. Ze doen me denken aan die lachwekkende en totaal onzinnige vraagjes van het genre “ wie is de slimste mens ?”, “ wie heeft de mooiste kont ?”, “ wie is de grootste Belg ?”. Maar voor de lezers van Homeopathisch Bekeken wil ik graag enkele pareltjes aanbevelen: Magda Szabó, De deur (roman) - José Saramago, De stad der blinden (roman) - Philippe Claudel, Grijze zielen (roman) - Stefan Klein, De geluksformule (essay) - Joep Dohmen [red], Over levenskunst (essays). Maar ik wens alle abonnees en medewerkers in eerste instantie veel leesvreugde met de gevarieerde inhoud van dit nummer en natuurlijk ook een prettige vakantie met veel stilte en een zalige gemoedsrust.
Guido Van Puyenbroeck
april-mei-juni 2005
4
ONDER DE LOEP DE MIASMEN Reactiepatronen in de homeopathie
Dr. Kris Genbrugge Hahnemann was apetrots op de homeopathie, de nieuwe geneeswijze die hij ontdekt had en die hij als een geschenk van God aan de mensheid beschouwde. Hij spaarde dan ook de banbliksems niet die hij uitstuurde naar de verdedigers van de “oude” geneeskunde, de allopathie. En toch, na een periode van euforie, volgde de ontnuchtering: zijn patiënten, die aanvankelijk goed reageerden op zijn remedies, werden opnieuw ziek. En opnieuw. En opnieuw. Met lede ogen moest hij hun verdere aftakeling aanzien. Toch wist hij dat zijn geneeswijze werkte en hij begon te zoeken naar een verklaring voor het falen. Het viel hem op dat vele patiënten ziek werden met andere symptomen en dat hij als het ware telkens een nieuwe ziekte behandelde. Stilaan groeide het concept van de chronische ziekten. Een ziektebeeld werd niet meer gezien als een geïsoleerd gebeuren, maar als een onderdeel van een dynamisch proces van verstoringen dat tijdens het leven verschillende vormen kan aannemen. Ziekte werd een duizendkoppig monster. Als één hoofd werd afgehakt, kwam een ander, nog gruwelijker, te voorschijn. In 1828 verscheen zijn referentiewerk : “De Chronische Ziekten”. Kort daarop vermeldt hij, in de vierde editie van het Organon, het onderscheid tussen acute en chronische ziekten. (§ 72): “De menselijke ziekten zijn te verdelen in twee groepen: a. snel verlopende aandoeningen van het uit zijn evenwicht gebrachte “ontstemde” levensbeginsel. Ze verlopen in een variërend, maar steeds beperkt tijdsbestek. Men noemt ze “acute ziekten”. b. die ziekten die, vaak ongemerkt, beginnen het levend organisme, ieder op haar eigen wijze, dynamisch te ontregelen. Geleidelijk aan verwijdert het organisme zich daardoor steeds meer van de gezonde toestand, zodat de automatische, onbewuste, vitale energie, de zogenaamde levenskracht, die de gezondheid in stand behoort te houden, aan die ziekten van het begin af en in hun heel verloop slechts onvoldoende, ondoelmatige en nutteloze weerstand biedt. Ze kan ze op eigen kracht niet uitdoven, maar is, machteloos,
genoodzaakt ze te laten voortwoekeren. Het organisme moet zich steeds meer laten ontregelen tot uiteindelijke totale vernietiging. Dat noemt men “chronische ziekten”. Deze ontstaan door een dynamische infectie van een chronisch miasma.” Daar is het woord gevallen. Het heeft een wat alchemistische bijklank en zij die de homeopathie niet genegen zijn, verwijzen maar al te graag naar de “roots” van het woord om aan te tonen hoe hopeloos beschimmeld het homeopathisch gedachtegoed wel is. De term “miasm” gaat terug tot Hippocrates (alweer eens). Hiermee werd besmette lucht of water bedoeld die de dragers van infectieuze kiemen waren. Tot laat in de achttiende eeuw had deze idee nog veel aanhang. Hahnemann dacht dat infecties door micro-organismen werden verspreid. Hij had zelf al vastgesteld dat de toen wijdverspreide geslachtsziekte syfilis onder verschillende vormen kon doorgaan en zich onder andere ziektebeelden kon manifesteren. Voor Hahnemann was een miasme een kwaal zo oud als de mensheid, die duizenden generaties verziekt heeft en een overerfbaar spoor achterlaat dat de vatbaarheid voor ziektes nog versterkt. De gevoeligheid om op een bepaalde manier te reageren op een uitwendige factor, zoals een virus, een bacil of een parasiet, wordt bepaald door het miasme. Gedurende zijn eeuwenoude geschiedenis kan het miasme tal van vormen aannemen. Hij meende, uitgaande van zijn bevindingen, die uiteraard gekoppeld waren aan zijn tijdsbeeld, drie grote miasmen te onderscheiden. Twee ervan kenmerkten zich als geslachtsziekten: het syfilitische miasme en het gonorrheische miasme, Sycosis genoemd. Maar veruit de grootste ziekteverspreider was de “Psora”, die verantwoordelijk is voor de overgrote meerderheid van de chronische ziektebeelden, zoals (§ 80) zenuwzwakte, hysterie, hypochondrie, skeletaandoeningen, maag- en darmklachten, verlammingen, migraine, enz.... Later voegde hij er ook nog de pseudo-psora of het tuberculinisch miasme aan toe.
homeopathisch bekeken nummer 68
5
De theorie van de miasmen ( ten tijde van Hahnemann lang niet door iedere homeopaat begrepen of aanvaard) en het herkennen van de chronische ziekten brengt een nieuwe dynamiek in het begrijpen van het ziektebeeld van de patiënt en het zoeken naar een passende remedie. Het verhaal van de ziekte breidt zich uit naar de levensgeschiedenis en het ziekteverloop onder al zijn vroegere vormen. Er wordt nu gezocht naar een totaalbeeld dat meer behelst dan de huidige symptomen. En ook naar het ziektebeeld dat mede door het miasme wordt verwekt. Op het fysieke vlak onderscheiden miasmen zich duidelijk van elkaar. Psora wordt gekenmerkt door sterke reacties op omgevingsfactoren, zoals licht, geluid, geuren. Er zijn tal van functionele klachten, zoals astma, hoofdpijn, maagproblemen enz.. De huid wordt geplaagd door eczeem en allerlei irritaties. Er is veel jeuk. Pseudo-psora of het tuberculinisch miasme heeft een eerder fragiel voorkomen, met een smalle thorax en een mager uiterlijk.De huid gaat etteren en vertoont bindweefselvorming. Er is een neiging tot overdreven reactie van het organisme op een ziekteverwekkende factor. Sycosis heeft een huid met aanhangsels en wratten en gaat vocht ophouden. Syfilis wordt gekenmerkt door moeilijke en trage genezing van wondjes. Er zijn verzweringen, ulceraties. In het algemeen vertoont syfilis de neiging tot destructie. Hahnemann had nu wel een uitleg voor het falen van zijn behandelingen voor chronische ziekten, maar hij besefte tegelijkertijd dat het integreren van deze visie in een therapeutisch kader niet simpel zou zijn. Vooreerst was er het innovatieve aspect van zijn ideeën. Zelfs voor zijn homeopathische discipelen die toch al wat gewoon waren, bleef het enthousiasme uit. Kent, de grote Amerikaanse homeopaat, wees echter geregeld op het belang van het begrip van de miasmen en het integreren ervan in de evaluatie van het ziektebeeld van de patiënt. Hahnemann zelf ging ervan uit dat het actieve miasme de kern is rond welke het ziekteproces zich ontwikkelt. De remedie die de totaliteit van die symptomen dekt, zal moeten passen in het onderliggende miasmatische beeld. In de “Chronische Ziekten” stelt Hahnemann dat in ernstige gevallen het nodig is een opeenvolging van antimiasmatische remedies te gebruiken om een genezing te bereiken ( wordt ook de schiltheorie genoemd). Dit is nodig omdat men aanneemt dat verschillende miasma’s opeenvolgende soorten verstoringen hebben teweeggebracht die niet door
één middel kunnen worden gedekt maar door een opeenvolging van remedies. De remedie wordt bepaald aan de hand van de symptomen die na het vorige middel te voorschijn treden of overblijven. Het belang van de miasmen enerzijds, de moeilijkheid om ermee om te gaan anderzijds, heeft vele homeopaten bezig gehouden. Geleidelijk aan ontstonden didactisch hanteerbare modellen om ermee te werken. De oppervlakkige kenmerken van de miasmen, zoals eerder uitgelegd, vormden de basis voor verdere en diepere observaties en het doortrekken van de logica van de miasmen naar structurele mentale en emotionele lagen. Zo ontstonden stilaan miasmatische “beelden”. Iemand met een overwegend psorisch miasme zal trachten zich aan te passen aan elke situatie, echter niet zonder moeite. Hij zal daarvoor zijn intellectuele bagage moeten aanspreken en zal naar anderen toe wat verward en gecompliceerd overkomen. De sycotische persoon zal in al de fasen van zijn leven trachten de situatie naar zijn hand te zetten. Hij kan daarvoor zijn tijd nemen en als een slapende krokodil zijn moment afwachten om over lijken te stappen. Hij zal zijn eigen onvermogen naar anderen toe handig maskeren. Bepaalde beroepen zoals dat van politicus zijn slechts houdbaar voor sycotische personen. Wie psorisch of syfilitisch is, heeft het in zulke situaties na een tijdje wel bekeken als hij verstandig is. Een syfilitische persoon zal in wezen moeilijke situaties niet aankunnen en slaat stilaan de weg van de eigen vernietiging in die eindigt op neurose, waanzin of zelfmoord. Samenvattend kunnen we dus zeggen dat we allen van bij onze geboorte belast zijn met één of meerdere miasmen die ons vergezellen in de loop van ons leven en zeer destructief kunnen zijn. Ze zijn als het ware onze “erfzonde”. Ze gaan al zo lang mee als de mensheid, laten blauwdrukken na in onze genen en kunnen tal van vormen aannemen die echter wel duidelijke kenmerken hebben. Alleen een geneeswijze die de “levenskracht” ondersteunt, is een valabele tegenstander door de ontwikkeling van het miasme tot rust te brengen. Andere, op symptoom gerichte geneeswijzen, slagen er niet in een miasme te kortwieken. Alleen de vorm waarin het zich voordoet, kan gewijzigd worden. De meest recente aanwinst in de theorie van de miasmen komt weer eens van Rajan Sankaran. ( zie mijn bespreking over de logica van de “Rijken” in het vorig nummer. Voor Sankaran is ziekte - de manifestatie van de
april-mei-juni 2005
6
verstoring van de vitale energie - het gevolg van een verkeerde interpretatie van de werkelijkheid. De oorzaak van die verkeerde perceptie vindt zijn oorsprong in een situatie van het eigen leven van de patiënt of in dat van één van zijn voorouders ( die valse perceptie wordt dan overgeërfd). Die verkeerde perceptie ontstaat in de hersenen en vindt als verstoring verder haar weg op het mentale, emotionele en fysieke vlak, gezien de sterke verwevenheid van die systemen. Ik geef een voorbeeld: iemand heeft een panische angst voor katten. Totaal onredelijk en onbegrijpelijk voor iemand die daarmee niet opgezadeld zit. Deze angst is het gevolg van een verkeerde perceptie waarbij de kat eigenlijk in het onderbewustzijn met een gevaar (bv. een tijger) wordt geassocieerd. De persoon in kwestie is zich wel bewust van het onredelijke van die angst, maar kan er zelf niets aan doen. De verkeerde perceptie is zeer individueel en hangt af van het vigerende miasme. De waan reflecteert zich in alle aspecten van zijn persoon.Van daaruit legt Sankaran de nadruk op het erkennen van het miasme van de patiënt alvorens zijn remedie te zoeken. En dan komt hij pas goed op gang. Hij vindt zelf, naast de bestaande vier miasmen, nog vijf andere miasmen, die zich tussen de andere plaatsen en een verfijnder beeld geven. Eén van die “nieuwe” miasmen is het “acute miasme”. Ik zal mij beperken tot het belichten van het acute miasme (naast een korte beschrijving van drie klassieke miasmen), de andere bespreken zou ons binnen het kader van dit artikel te ver leiden. Misschien kunnen we er later op terugkomen.
In de remedies die bij het acute miasme passen, is er het gevoel van erge dreiging van de buitenwereld. Het gevoel dat de wilde dieren al hadden terwijl de tsunami voor mensen nog niet waarneembaar was en hun blijkbaar het leven heeft gered. Bij het acute miasme is dus nood aan een onmiddellijke reactie. Zonder denken. Vluchten. Een persoon die beantwoordt aan dit miasme reageert instinctief, snel en kordaat. Deze mensen zijn hyperactief en snel geëxciteerd. Ze zijn waakzaam. Ook hun dromen zitten vol bedreigende situaties. In een rustfase ( het normale leven dus) gaan ze zich dikwijls voorhouden de situaties die ze vrezen goed aan te kunnen en zullen ze zelfs, met een ei in hun broek, waaghalzerij uithalen en een manisch gedrag vertonen. “In general they live at a very high voltage”. Op TV komt u ze regelmatig tegen.
hebben het gevoel dat als ze niet alles onder controle hebben, ze belangrijke dingen kunnen verliezen of kansen zullen mislopen. Het is dus opletten geblazen. Het beeld van schurft, het meest voorkomende letsel van de Psora ten tijde van Hahnemann, past hierbij. Er is een constante jeuk, een gevecht tegen iets dat zeer lastig is, maar dat niet levensbedreigend is. De psorische persoon is doorgaans actief en expressief. Als de zaken goed gaan, ziet hij het wel zitten. Hij is “goed bezig” en wil het ook zo laten overkomen. Zit het echter tegen, dan is het paniek. Een donker wratje lijkt een reusachtig kankergezwel in zijn ogen, even in ‘t rood staan op de rekening (in de eventualiteit dat het zou gebeuren) en hij beeldt zich in bankroet te zijn en tot de bedelstaf gedoemd. Goed nieuws tovert weer een smile op zijn gezicht. Hoe dan ook, er is ongerustheid over de toekomst, maar toch ook wat hoop. Sycotische remedies zijn gekenmerkt door het gevoel van: “Ik kan dat hier niet aan, maar ik zorg er verdomd wel voor dat niemand het te weten komt”. Omdat hij zoveel te verbergen heeft, leeft hij onder constante stress. De moeite die hij dagelijks moet doen om anderen te doen geloven dat hij de situatie meester is, put hem uit. Door de band is hij minder actief dan de psorische patiënt. Ook minder open, uit vrees zijn mond voorbij te praten. Hij vertoont niet dezelfde verscheidenheid aan klachten als de psorische patiënt omdat hij beter met zijn lichamelijke kwetsbaarheden kan omgaan dan met stressfactoren van buitenaf. De sycotische patiënt ontwikkelt op een zeer trage manier specifieke orgaanklachten zoals astma, cardiale klachten, prostaatklachten. De waan van syfilitische remedies is dat ze geconfronteerd worden met een uitzichtloze en desperate situatie. Het is dus erop of eronder in een laatste poging de “vijand” uit de weg te ruimen. Als het niet lukt, is zelfmoord een uitweg. Syfilitische mensen zijn zwaar negatief geladen en stralen dat ook uit op hun omgeving. Alles en iedereen is tegen hen en niets kan dat veranderen. Een agressieve onderlaag is dikwijls aanwezig en er is niet veel nodig (kritiek of een spottend lachje) om de lont aan het vuur te steken. De syfilitische persoon is rigide in zijn opvattingen en is moeilijk in gunstige zin te beïnvloeden. De ziekte syfilis zelf, die model stond voor het miasme, vertoont dezelfde destructieve kenmerken. Vruchteloos probeert het lichaam weerstand te bieden door zichzelf geleidelijk aan te vernietigen met ulceraties, gangreen enz.
De waan van Psora is dubbel: er komt druk van buitenaf en tegelijkertijd reuzetwijfel over de eigen mogelijkheden met moeilijke situaties om te gaan. Ze
homeopathisch bekeken nummer 68
7
Men kan niet naast het genie van Hahnemann kijken in het licht van zijn theorie over chronische ziekten en miasmen. Zelfs nu heeft de moderne geneeskunde geen halt kunnen roepen aan de vernietigende kracht van de miasmen. Precies omdat, zoals Hahnemann voorspeld had, dit niet mogelijk is. Ongetwijfeld komt er een tijd dat de visionaire ideeën van deze man door veel meer mensen dan door een handvol homeopaten worden erkend. Ondertussen kan deze informatie over de miasmen ons de kans bieden even te reflecteren over onze tijd, onze maatschappij en niet in het minst over onszelf. Wij leven in een overwegend sycotisch tijdperk. Immers, wij blijven fundamentele problemen zoals honger, milieu, racisme, minimaliseren en ontkennen. Wij zijn hard voor elkaar en we leven in wantrouwen, gedreven door hebzucht en machtswellust. Stilaan evolueren wij naar een syfilitische en destructieve fase. Onverdraagzaamheid, religieus fanatisme, terrorisme, milieuverloedering, tal van nieuwe ziekten,
zijn de huidige signalen. Ik weet ook niet of er nog verandering mogelijk is, of het lot van de mensheid al bezegeld is zodat we binnen enkele generaties plaats maken voor onze opvolgers. Het kan geen kwaad ons even af te vragen welk ons eigen overwegend miasme is. Het is slechts mogelijk er beter mee om te kunnen als we het herkennen. Daarvoor moeten we gewoon een twintigtal opeenvolgende gedachten of zinnen noteren en ze ontleden op hun inhoud, hun achtergrond en de boodschap die we willen meegeven. De logica die erin ligt, brengt ons naar ons miasme. En dan kunnen we middelen zoeken, mogelijks met de hulp van een homeopaat en van een homeopathisch middel om beter met dit miasme om te kunnen. Het miasme blijft wel bij ons. Eén ding staat echter vast, als we niet verbeteren ten opzichte van ons miasme, verslechteren we. Er is geen middenweg.
april-mei-juni 2005
8
PSYCHISCHE AANDOENINGEN EN HOMEOPATHIE
Frans Kusse, homeopathisch arts Bij veel psychische aandoeningen kan homeopathie verlichting brengen. Enkele jaren geleden werd dit zelfs in vergelijkbare bewoordingen verklaard door het reguliere Amerikaanse tijdschrift ‘Psychiatry’.
HOE WERKT HOMEOPATHIE? Homeopathie werkt volgens de zogenaamde ‘Similiawet’. Dat betekent dat stoffen - mineralen, planten of stoffen van dierlijke oorsprong - die bepaalde klachten kunnen veroorzaken, in kleine dosering dezelfde soort klachten kunnen genezen. Homeopathische geneesmiddelen worden door middel van schudden en verdunnen zodanig bewerkt - we noemen dat potentiëren - dat er geen chemische werking meer vanuit gaat, terwijl de genezende prikkel juist sterker wordt. De laatste twintig jaar is de homeopathie enorm in ontwikkeling. Er worden steeds meer geneesmiddelen gevonden met een hele specifieke werking bij psychische problemen. Dit is voor ons belangrijk omdat in onze visie ook veel lichamelijke klachten voortkomen uit psychische problemen.
DE AANPAK Er zijn verschillende manieren mogelijk waarop de arts een passend homeopathisch geneesmiddel kan vinden. Het ligt aan de oorzaak, de draagkracht van de patiënt en de ernst van de klachten voor welke aanpak wordt gekozen. Acute psychische ziekten worden meestal anders benaderd dan chronische aandoeningen.
AANDOENINGEN MET EEN DUIDELIJKE OORZAAK Als de psychische klachten zijn ontstaan door een duidelijke oorzaak, een onverwerkt verdriet, een onderdrukte woede of een ander recent trauma en
de draagkracht en het inzicht zijn groot genoeg, dan zal het geneesmiddel erop gericht zijn het verdriet, de woede etc. te helpen verwerken. Er bestaan in de homeopathie vaak hele specifieke geneesmiddelen voor de verschillende emoties. Ignatia bijvoorbeeld is vaak een goed middel bij acuut verdriet, vooral als het gaat om een recent verlies. Maar ook voor acuut ontstane angsten, woede of andere emoties zijn geneesmiddelen bekend.
LANGER BESTAANDE KLACHTEN Als de psychische klachten langer bestaan of als het trauma te groot is om nu te verwerken, zal de homeopaat in eerste instantie kiezen voor het vergroten van de draagkracht. Homeopathische geneesmiddelen worden gezocht om de algehele balans beter te maken, zodat de kracht toeneemt om het probleem onder ogen te zien en zo mogelijk te verwerken.
CHRONISCHE AANDOENINGEN Bij chronische psychische aandoeningen kijken we naar de constitutie, het totale gestel van de patiënt. De soort aandoening kan ons wegwijs maken. Er zijn bijvoorbeeld geneesmiddelen bekend die werkzaam zijn bij bepaalde vormen van autisme, bij ADHD, bipolaire stoornissen etc. De kans op genezing is uiteraard groter als de ernst van de ziekte minder is, maar bij de meeste aandoeningen is het de moeite waard om te zoeken naar homeopathische ondersteuning.
homeopathisch bekeken nummer 68
9
CONTRA-INDICATIES
SAMENGAAN MET REGULIERE MEDICATIE
Voor een homeopathische behandeling is een zeker inzicht, een bepaalde draagkracht of voldoende steun in de directe omgeving en uiteraard medewerking noodzakelijk. Een psychose of een ander toestandsbeeld waarbij de patiënt niet aanspreekbaar is, maakt een homeopathische behandeling buiten de kliniek moeilijk. In psychiatrische instellingen of verpleeghuizen ligt dat anders. Er zijn in Nederland een aantal psychiaters en verpleeghuisartsen die ook deze moeilijkere gevallen homeopathisch behandelen.
SAMENWERKING MET ANDERE HULPVERLENERS Bij psychische aandoeningen is er vaak ook andere hulp nodig, in de vorm van psychotherapie of psychiatrie. Steeds meer psychotherapeuten onderkennen de waarde van homeopathie en werken samen met homeopathische behandelaars.
In het algemeen gaat homeopathie goed samen met reguliere medicatie. Het is wel van belang dat die door dezelfde arts wordt voorgeschreven of dat er nauw wordt samengewerkt met de voorschrijvende dokter. Afbouw van reguliere medicatie gebeurt alleen in overleg met de voorschrijver. Homeopathische behandelaars In Nederland zijn er zo’n vierhonderd artsen die na de studie geneeskunde ook homeopathie hebben gestudeerd. Een aantal van hen zijn tevens psychiater of psycholoog. Zij zijn lid van de Artsenvereniging voor homeopathie (VHAN). Daarnaast zijn er zo’n vijfhonderd klassiek homeopaten, therapeuten die homeopathie hebben gestudeerd aan een instelling op niet-universitair niveau. Zij zijn lid van de Nederlandse Vereniging voor Klassieke Homeopathie (NVKH). Adressen Artsen die lid zijn van de VHAN kunt u vinden op www.vhan.nl of www.homeopathie.nl U kunt ook bellen met het secretariaat: 0317-426908 De contactmogelijkheden in België vindt u op bladzijde 1 van dit nummer.
april-mei-juni 2005
GENEESMIDDEL
10
AGNUS CASTUS kuisboom, monnikspeper IJzerhardfamilie (Verbenaceae)
TE VEEL OF TE WEINIG SEKS
Frans Kusse, homeopathisch arts
HERKOMST Deze heester is nauw verwant aan Verbena hastata, ijzerhard, en hoort tot dezelfde familie. Hij komt voor in Zuid-Europa langs de kust van de Middellandse Zee, op zandgronden en aan de voet van bergen. Letterlijk betekent Agnus castus ‘maagdelijk of kuis lam’. In het oude Griekenland werd de plant al gebruikt om seksuele lusten te onderdrukken bij vrouwen van wie de mannen afwezig waren. In onze middeleeuwen werd van deze onderdrukkende eigenschap gebruik gemaakt door monniken (monnikspeper) en door nonnen. De Romeinse arts Dioscorides vermeldt een stimulerende of juist ontspannende werking op de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. Dus ook in een niet-verdunde vorm, als kruidenmiddel, heeft Agnus castus een dubbele werking, zoals de meeste geneesmiddelen. Het middel kan van toepassing zijn bij een te veel aan seks of juist bij een gemis. Daarnaast kan het waarschijnlijk ook de gevolgen van seksueel misbruik helpen helen.
EEN MODERN MIDDEL? Volgens de Griekse homeopaat Vithoulkas zal aan dit geneesmiddel in de moderne samenleving meer behoefte zijn dan vroeger. Agnus castus past namelijk goed bij mensen die te veel hebben genoten van seksuele uitspattingen en op den duur last hebben van verminderde (seksuele) energie, uitputting, nervositeit en angsten. Mensen die Agnus castus
nodig hebben, zitten soms met het idee dat zij niet lang meer zullen leven en reddeloos verloren zijn. Ze kunnen het gevoel hebben dat alles is verspild en dat ze nu niets meer te geven hebben. Zolang de (seksuele) energie er nog is, kunnen ze een gewichtige indruk maken, alsof ze heel bijzonder zijn en over veel geld beschikken terwijl zij zich in de
homeopathisch bekeken nummer 68
11
periode daarna waardeloos kunnen voelen, zichzelf verachten en zelfs het idee koesteren “dat zij niemand zijn”. Soms twijfelen ze eraan of alles wel heeft bestaan! Deze periodes van veel en weinig energie kunnen afwisselen, evenals de bijkomende opwinding of juist neerslachtigheid. Het beeld kan lijken op een manisch-depressieve toestand. Overigens werd dit beeld al in de tijd van Hahnemann beschreven, zo’n tweehonderd jaar geleden! En in de middeleeuwen waren de seksuele zeden in onze streken nog veel losser dan nu. De seksueel overdraagbare ziekte syfilis werd daardoor in zeer korte tijd over heel Europa verspreid.
OUDEREN Het beeld van vermoeidheid en verminderde seksualiteit komt natuurlijk ook voor bij oudere mensen, zowel bij mannen als vrouwen. De lust is er nog wel, maar de energie schiet tekort. Door seksuele fantasieën kan een opwinding ontstaan die niet leidt tot een echte gemeenschap maar wel tot allerlei sensaties aan de geslachtsorganen. Mannen kunnen last hebben van spontane zaadlozingen, al bij het zien of aanraken van een vrouw, terwijl vrouwen wel eens klagen over een vaginaal vochtverlies. In homeopathische dosering kan dit middel ook bij oudere mensen de balans in het seksuele leven helpen herstellen voor zover dat mogelijk is.
LICHAMELIJK Naast de genoemde seksuele verschijnselen - die het middel het meest kenmerken - komen er ook andere klachten voor aan de geslachtsorganen. Verharding of juist verslapping, afscheiding, kouwelijkheid en problemen met de borsten. De vermoeidheid kan enorm zijn, een totale uitputting waarbij men zelfs geen stap meer kan zetten, net zoals bij Muriaticum acidum. Van het gezicht is deze vermoeidheid af te lezen. Ook de geestelijke energie kan volledig verdwijnen zodat het geheugen bemoeilijkt wordt en men een afwezige indruk maakt. Hartkloppingen, nervositeit en overal tegenopzien gaan daarmee gepaard. Meestal is de patiënt kouwelijk ( beeft zelfs van de kou ) ook al voelt het lichaam van buiten warm aan. De ogen zijn gevoelig voor licht, de maag is snel van streek en de buik voelt zwak. De algehele zwakte treft ook de pezen en gewrichten. Mensen die Castus nodig hebben, zijn vaak stijf en missen flexibiliteit waardoor zij gemakkelijk verstuikingen oplopen. Een beurs gevoel over het hele lichaam met een verergering door beweging en een verbetering door rust, zoals wij dat kennen van Bryonia, komt ook bij Agnus castus voor. Het is dan ook een van de middelen voor de gevolgen van een chronische verstuiking.
SEKSUEEL MISBRUIK EN INCEST Door ervaringen met patiënten die goed reageerden op dit homeopathische geneesmiddel is het duidelijk geworden dat Agnus castus kan helpen bij een bepaalde groep mensen die seksueel misbruikt zijn. Zij hebben door het seksuele misbruik het gevoel gekregen geen persoon meer te zijn maar een object te zijn geworden, een lustobject. De eigen identiteit is als het ware verdwenen en daarmee uiteraard ook het zelfvertrouwen en het vertrouwen in het eigen bestaansrecht. In het dagelijkse leven kan deze onzekerheid sterk naar voren komen. Wie ben ik? Waar ben ik gebleven? Door het bijkomende geweld kan een enorme angst voor de dood ontstaan. Als het middel goed past, kan het meehelpen - naast intensieve therapeutische begeleiding - de wonden zo goed mogelijk te helen.
april-mei-juni 2005
DIERGENEESKUNDE
12
ZOMERPERIKELEN
Eindelijk, daar is ie dan…..de zon. Warmte, licht, vrijheid, vakantie. Meer tijd om in de tuin te luieren of te werken, meer zin om in de natuur te wandelen… met de hond. Misschien vertrek je wel samen met je huisdier op vakantie. Zou je vierpoter ook al zitten uitkijken naar die periode? Wie weet?
Of een dier goed kan omgaan met de zomer en zijn kenmerken is, net als bij de mens, sterk afhankelijk van zijn constitutie. Die wordt bepaald door het ras, de genen en de levensomstandigheden waarin het dier is geboren, opgegroeid en momenteel leeft. Zo zal bijna elke Berner Sennenhond zich beter voelen in de winter. Een obese(te vette) kat of hond zal meer last hebben van de zomerhitte. Anderzijds geeft de zonne-energie ook aan een gezond dier meer vitaliteit. Maar de zomer zorgt voor een aantal specifieke problemen waarmee je steeds rekening moet houden. Zoals :
best proberen de pijn te verzachten met “Belladonna 30K”. Bij erge pijn mag je enkele keren om het uur herhalen.
Zonnesteek
Het meest opvallende is zeker en vast het overvloedig hijgen. Zowel de hond als de kat hebben enkel zweetklieren op de voetzolen en zij kunnen dan ook nauwelijks warmte kwijt geraken via zweten. Alleen de vochtige voetsporen in huis verraden dat zij zweten. Voor hen is hijgen het alternatief om die warmte kwijt te geraken. De kat zullen we zelden zien hijgen van opwinding of vermoeidheid. Wanneer een kat hijgt, is het steeds alarmerend. Ofwel heeft zij een hitteslag, ofwel is zij in shock, ofwel is er een long- of hartprobleem. De hond daarentegen hijgt snel, soms al bij een beetje opwinding. Zelfs hevig
Bij honden zien we soms wel eens een verbrande huid. Die is dan tussen de haren rood verkleurd en ook gevoeliger. Dit is enkel op die plaatsen waar de haren wit en vrij kort zijn. De reden is altijd dat de hond te lang aan felle zonnestralen is blootgesteld. Aangezien katten bijna nooit meegenomen worden voor een lange wandeling en dus zelf meer kunnen bepalen wat ze doen, hebben zij zelden dit probleem. De beste aanpak is uiteraard de honden uit de zon houden en de aangetaste huid inwrijven met een soort olie. Als de hond pijn heeft van de verbrande huid, kun je het
Hitteslag
Wanneer honden, of soms ook wel eens katten, te lang in hevige zonnewarmte hebben doorgebracht, kunnen ze een hitteslag oplopen. Dit gebeurt wanneer een dier achtergelaten wordt in een oververhitte wagen, of opgesloten in een schaduwloze ruimte, of na een lange wandeling bij heet weer. We zien dan een sterk verhoogde temperatuur, hijgen en, indien ook de hersenen aangetast zijn, sloomheid tot zenuwsymptomen.
Dr. Geert Adriaenssens
hijgen is niet verontrustend, zolang hij/zij verder normaal reageert. Erg hijgen is eigenlijk een vorm van hyperventilatie. Er is een snelle oppervlakkige ademhaling waardoor meer CO2 wordt uitgestoten dan normaal. Hierdoor daalt de CO2 ook in het bloed. Een lage CO2 veroorzaakt nog meer hyperventilatie en verstoort de doorbloeding naar de hersenen. Dat is de reden om bij erg hijgen met algemene ontregeling zo snel mogelijk een dierenarts te raadplegen. Wanneer je vreest dat het hijgen problematisch zou kunnen worden, kan je zelf al eerst het homeopathisch middel Carbo Vegetabilis 30K(Carbo-v) geven, opgelost in wat water. De gekende truc ( bij de mens ) waarbij ingeademd wordt in een plastic zak, is veel te beangstigend voor een dier. Gewoon rustig houden en eventueel afkoelen, is veel beter. Wanneer een dier erg heet aanvoelt bij een hitteslag, kan je best Belladonna 30K geven, eventueel naast de Carbo-v 30K. Als een dier sloomheid vertoont, kan je beter Aconitum 30K geven en als het echt versuft is, ga je best zo snel mogelijk naar de
homeopathisch bekeken nummer 68
13
dierenarts want dan is er meestal een baxter nodig. Teken
De o-zo-gevreesde beestjes die, als ik de media mag geloven, de mensheid bedreigen ! U voelt het al aan : er wordt alweer meer schrik aangejaagd dan echt nodig is. Het is een feit dat de laatste jaren het aantal teken in onze bossen en weilanden sterk is toegenomen. In onze streken zijn dat vooral de Ixodes-teken(harde teken). Die kunnen drager zijn van de bacterie Borrelia burgdorferi in hun speeksel, die de ziekte van Lyme kan uitlokken. Bij mensen is het al duidelijk aangetoond dat die bacterie wel degelijk die ziekte kan veroorzaken. Zij gaat gepaard met griepachtige symptomen. Bij langdurige klachten van spierpijnen en andere griepsymptomen moet er zeker onderzocht worden op de ziekte van Lyme. Bij dieren is ook al aangetoond dat de bacterie Borrelia terug te vinden is in het bloed, maar er is nog geen duidelijk bewijs in welke mate dat effectief klachten geeft. De symptomen zijn ook bij dieren spierstijfheid, koorts of gewrichtsontsteking. De behandeling bestaat normaal uit een kuur met antibiotica. Maar de resultaten vallen nogal eens tegen omdat de symptomen dikwijls een hele tijd na de tekenbeet verschijnen. Op dat moment is een homeopathische behandeling meer op zijn plaats. Aangezien de kans op besmetting bestaat, is het ook aangewezen om dagelijks na de wandeling je dier te controleren op teken. Voorkomen is de beste behandeling! Wanneer die parasiet op de huid vastzit, wordt hij best direct verwijderd. Dit kan gebeuren met een tekenpincet of met de nagels van duim en
middenvinger. De teek heeft een groot lichaam met een erg klein kopje erop dat gedeeltelijk in de huid is vastgehecht. Je moet de teek achter het kopje en dus voor het lichaam vastnemen, dan kort en krachtig trekken en draaien tegen de klok in. Je mag vooraf in geen geval ether gebruiken om de teken te verdoven, want dan geven zij speeksel af en juist dat moet vermeden worden. Wanneer het kopje nog aan het lichaam zit, dan is de teek goed verwijderd. Is dat niet het geval, dan kun je overwegen om het kopje uit de huid te snijden, maar zelf vind ik dit nogal omslachtig voor iets wat vrij ongevaarlijk is. De controle gebeurt best dagelijks want het is al aangetoond dat de teken hun speeksel pas beginnen af te geven 12 tot 24 uur na vasthechting. Enkel als een dier frequent veel teken op zich draagt, kan eventueel preventief een werkzaam insecticide worden toegediend. Dit middel zal evenwel de teken niet volledig weghouden, maar zal hen doden kort na de vasthechting. Er bestaat geen homeopathisch of ander natuurlijk middel om de teken weg te houden. Vlooien
Het ander gevreesde ongedierte ! Zij zijn eigenlijk minder gevaarlijk voor de hond, maar veeleer storend voor de eigenaar want als uw hond of kat besmet raakt met vlooien, dan brengt hij of zij die mee naar binnen en daar ontstaan de vlooiennestjes Vanuit die nestjes worden de dieren telkens opnieuw besmet. Ook de mensen kunnen dan last krijgen van vlooienbeten. Veel dieren dragen zonder enig probleem vlooien op zich. Men kan zelfs stellen dat veel gezonde dieren zelf de vlooienbesmetting onder controle houden. Problemen ontstaan alleen maar als er veel vlooien op het lichaam
april-mei-juni 2005
zitten of bij dieren die aanleg hebben voor allergie. Zij kunnen allergisch reageren op het vlooienspeeksel. In een vorig artikel is al aangehaald wat de aanleg voor allergie versterkt. De last van vlooien bestaat vooral uit jeuk. Een besmetting van vlooien merk je aan de uitwerpselen van de vlooien in de vacht. Vlooien laten kleine zwarte(van het verteerd bloed) korreltjes achter ter grootte van een zandkorrel. Vooral bij witte dieren zijn die goed te zien. Bij donkere dieren gebruik je best een fijne kam of vlooienkam. Soms kan je bij inspectie een vlo zelf zien die meestal snel wegkruipt voor het licht. De kans op vlooienbesmetting beperk je met een eenvoudig natuurlijk middeltje. Je laat een kapotgesneden bol look in een halve liter olijfolie weken gedurende enkele weken. Van die olie geef je dagelijks een beetje onder het eten. De look geeft blijkbaar een geur af die ook vlooien niet bevalt, want zij zullen nu liever een ander lastig vallen. Ook hier geldt dat insecticiden slechts te overwegen zijn als de besmettingskans te groot is. Vooral bij katten is dat moeilijker onder controle te houden. Maar ik raad aan om zeker eerst het natuurlijke middel uit te proberen. Ondanks deze ietwat hinderlijke seizoensperikelen voor mens en dier, wens ik jullie een prachtige zomer met veel zon en geen ongemakken. Een verwittigd man is er twee waard! Een verwittigde vrouw ook.
LEVENSKUNDE
14
ANGSTEN EN FOBIEEN… MEER DAN KOMMER EN KWEL
Angst, depressie en fobische klachten zijn de meest frequente problemen waarvoor mensen hun arts raadplegen. Angst is een belangrijke emotie met een even belangrijke functie: angst beschermt ons, maakt ons klaarwakker en brengt ons ook in gereedheid wanneer er gevaar dreigt (vb: hard kunnen weglopen bij gevaar).
Een lange geschiedenis Angst is dikwijls een zinvolle reactie op een oorspronkelijke pijnlijke ervaring. Die ervaring is vervaagd of verdrongen maar toch blijft men hetzelfde gedrag vertonen. Als kind waren de levensomstandigheden bijvoorbeeld onveilig dus blijft men ook als volwassene constant alles controleren. Angst is bij de mens aangeboren. Bij het kleine kind overheerst heel duidelijk de lichamelijke angst, de angst om gescheiden te worden. Het oudere kind leert zelf greep te krijgen op zijn angsten: “ Ik durf al alleen boodschappen doen”. We kunnen ook zeggen dat we leven in de eeuw van de angst: de angst voor geweld, voor carjacking, de angst voor het onbekende, voor de vernietiging van leefgebieden, voor de toekomst van onszelf en van onze kinderen. Het is dan ook belangrijk dat je mensen niet te vlug gaat sussen maar ze integendeel gaat aanmoedigen om het beangstigende in hun leven onder ogen te zien.
Enkele begrippen De paniekstoornis: een plotse hevige schrik die gepaard gaat met angstaanjagende lichamelijke
verschijnselen zoals hartkloppingen, duizeligheid, transpireren (koud zweet), versneld en hijgend ademen (hyperventilatie). De hyperventilatie: het totaal van lichamelijke klachten die optreden wanneer iemand te snel en te diep ademt zonder dat er sprake is van zware lichamelijke inspanning. De fobie: een duidelijke en aanhoudende vrees voor iets uit de buitenwereld, voor een voorwerp of situatie waarvoor je eigenlijk niet bang hoeft te zijn (angst voor spinnen). vb: vliegangst, agorafobie (pleinvrees), sociale fobie (de angst een gek figuur te slaan in gezelschap), claustrofobie, (bang in enge ruimten), vrees voor opsluiting, hoogtevrees... Vaak hebben mensen met een fobie een panische afkeer van plaatsen waar veel mensen samenkomen zoals stations, bioscopen, treinen... De specifieke fobieën vb: smetvrees (en het dwangmatig gaan poetsen), hypochondrie (het ziekelijk bezig zijn met de gezondheid)… De posttraumatische stressstoornis: het gaat om een steeds terugkerende angst bij slachtoffers van geweld en van rampen. Nu
Herlinde Bral Rouwbegeleidervormingswerker
probeert men zo vlug mogelijk na de ramp of het geweld mensen telkens opnieuw te laten vertellen wat hen overkomen is. De veralgemeende angst: een niet reële bezorgdheid over de normale aspecten van het leven bij mensen die van kindsbeen af angstig waren en voortdurend moeten worden gerustgesteld.
Hoe angst leren hanteren? Wie met kinderen te maken heeft, gebruikt vaak de woorden “Je hoeft niet bang te zijn”. Wanneer we de situatie kennen en overzien kunnen we dit met zekerheid zeggen. Twee dingen worden duidelijk: we zijn bang als wij tegenover iets onbekends staan of als wij de gevolgen van een situatie juist al te goed kennen. Verminderen of wegnemen van de angst betekent dus enerzijds de boodschap die in de angst vervat ligt tot leven laten komen “waarvoor ben ik zo bang” en anderzijds een betere manier vinden om ermee om te gaan. Als iemand veel heeft meegemaakt, gaat het angstgevoel nooit meer helemaal weg en zal de angst van tijd tot tijd terugkomen in de vorm van nachtmerries en paniek. En
homeopathisch bekeken nummer 68
15
toch kan de persoon steviger worden zodat hij de herinneringen beter kan verdragen en de angst minder kwellend wordt. Het is zeer belangrijk een onderscheid te maken tussen “mijzelf” en “de angst”. In de therapie leert de cliënt de angst “op een veilige afstand te plaatsen”. Zo is de persoon in kwestie niet meer overgoten met angst en kan hij door de afstand vrijer ademen. Het masker Angstgevoelens voelen onplezierig aan. Mensen ontwikkelen vluchtgedrag: uitvluchten zoeken, compenseren door uit te blinken in iets anders, wegdrinken of wegslikken van de angst. Meestal is angst verpakt of verborgen onder het masker van lichamelijke klachten: hartkloppingen, hyperventilatie, ademnood, hoofdpijn, duizeligheid, maagpijn, diarree, soms een frequente aandrang om te plassen. Dikwijls worden eerst een hele rij onderzoeken gedaan om een ernstige medische aandoening uit te sluiten (vb: hartinfarct). Kies een “goede” helper Zelfhulp: je eigen eerlijke en overtuigde inzet: “Ik ben de eerste deskundige inzake mijzelf”. Een zelfonderzoek doen en als een nieuwsgierige ontdekkingsreiziger op tocht gaan. Welke levenservaringen maken dat ik zo angstig ben? Ook een goed boek i.v.m.het leren hanteren van angsten, kan helpen. Een dagboek bijhouden omtrent je angstaanvallen zodat je het hoe, waar en wanneer helderder kunt zien. Soms zijn lotgenoten (vb in een zelfhulpgroep) goede hulpbronnen. Professionele hulp Niet elke angst en fobie kan je op eigen houtje te boven komen, hoe hard je dit ook zou willen.
Schaamte, het verbergen en vermijden van situaties die angst oproepen, de verwachting dat het vanzelf zal overgaan, zorgen ervoor dat mensen lang wachten voor ze deskundige hulp zoeken. De oplossing is niet eenduidig en eenvoudig. Het is meestal een lange weg. Zo worden soms vroegere pijnlijke ervaringen die om bestaansrecht vragen voorzichtig blootgelegd. Bij de behandeling van fobische verschijnselen wordt vaak gebruik gemaakt van de gedragstherapie. Onder de begeleiding van een “betrouwbare gids”, ( huisarts, psychiater, therapeut...) probeert men geleidelijk iemand nieuw gedrag aan te leren. Zo kan men iemand met “agorafobie” begeleiden om elke dag een klein stukje verder te wandelen en hierin zelfvertrouwen op te bouwen. De ervaring van een steunende aanwezigheid vermindert de angst en geeft energie. Het stap voor stap datgene doen waar men zo bang voor is i.p.v. constant erdoor overspoeld te worden... Medicatie en homeopathie Mensen met angststoornissen gebruiken meestal veel geneesmiddelen. Angstremmende middelen bieden een beetje comfort maar werken bij langdurig gebruik verslavend. Medicatie kan je vergelijken met “het gebruik van krukken”. De bedoeling is dat je op lange termijn weer zonder krukken kunt lopen.”Gooi al je pillen weg” is even onwerkelijk als “neem alleen maar een pilletje”. Mensen met erge angstklachten kunnen ook baat vinden bij fysiotherapie; op een andere manier leren ademen en zichzelf leren ontspannen. Bachbloesemtherapie, en homeopathie zijn goede hulpbronnen en leren de basiswaan -zoals Sankaran het formuleert- helder maken. Leren
april-mei-juni 2005
begrijpen wat iemand overkomen is en een nieuw antwoord zoeken op het oude trauma is een eerste stap naar het leren hanteren van angst. Het lot in eigen handen nemen In zijn humorvolle boek “Recepten om in de puree te geraken” zegt B.P. De Roeck “Als ik alle ingrediënten kenom in angstzweet uit te breken dan weet ik eigenlijk ook alles wat ik zou moeten laten”. Mensen met angst en fobieklachten raden we aan om een soort “fobiedagboek” bij te houden: zo krijgen ze meer zicht op het wat en hoe, worden ze zelf deskundig en dus minder machteloos overgeleverd aan de angst. Men kan in de stoel van de onderzoeker gaan zitten en concreet alle gegevens verzamelen die vertellen hoe je het moet doen om in zo’n toestand terecht te komen. Het werkt verhelderend en maakt dat je minder blindelings slachtoffer bent van angstaanvallen. Recepten maken kan een vorm van zelfhulp zijn. Ook moeten we onder ogen zien dat we voor een stukje die angsten zelf creëren. En dit stukje (hoe klein ook) moeten we voor onze eigen rekening nemen en er iets aan doen. Dit stukje helder maken geeft ons kracht en vrijheid midden alle machteloosheid van angst en paniekaanvallen. Die kleine witte stip die licht geeft in de donkerste dagen…
16
DAGBOEK VROLIJKE PAASDAGEN !
Pasen 2005 Mijn ouders geven een paasbrunch voor het hele gezin maar ik ben ook van streekwacht. Ik vind het wel jammer dat die twee zaken samenvallen want ik ben nogal een familiedier en mis zulke gelegenheden niet graag. Veel tijd om er te blijven bij stilstaan heb ik echter niet want er zijn vrij frequent oproepen via de wacht en voor ik het besef is het al namiddag. Het familiefeest is aan mijn neus voorbijgegaan. Pech ! ’s Middags word ik gevraagd bij een jong gezin, mensen van ongeveer mijn leeftijd. Ik merk meteen als ik binnenkom dat ze het waarschijnlijk niet erg breed hebben en op het einde van mijn bezoek vraagt de vrouw of ik het erg zou vinden als ze mij later betalen. Ze zullen pas dinsdag opnieuw geld hebben als haar werkloosheidsuitkering gestort wordt. Ik spreek af dat ze mij later zullen komen betalen, maar terwijl ik de voorschriften aan het schrijven ben, vraag ik mij plots af of ze dan wel geld hebben om naar de apotheker te gaan. “Nog net tien euro”, zeggen ze. En aan hun ouders kunnen ze niet vragen of die hen wat willen voorschieten, want met hen hebben ze ruzie. Ik begin te tellen en kom tot de conclusie dat € 10 net genoeg moet zijn om de medicatie te gaan halen, gelukkig maar want de vrouw heeft die echt wel nodig op dit moment. Ze blijven wel in mijn hoofd hangen, deze jonge mensen met hun peuter die tijdens mijn bezoek onbezorgd de zetel in en uit klauterde. En ik besef (niet voor de eerste keer) hoeveel geluk ik zelf heb. Ik heb dan wel het paasfeest gemist, maar ik weet dat ik altijd op familie en vrienden kan rekenen en ik ben dan wel niet rijk maar ik hoef niet af te wegen of ik mijn laatste euro zal gebruiken om medicatie te halen of om eten te kopen… De rest van mijn wacht is merkelijk rustiger en daar profiteer ik van om in de praktijk zelf wat orde op zaken te stellen. Druk op de ketel Geen wachtdienst. Een dag rust en daarna sta ik er alleen voor want mijn collega heeft vrijaf genomen in de paasvakantie. Ik zie wat op tegen dinsdag omdat de eerste uren na een lang weekend meestal erg druk zijn en ik vind het niet altijd evident om rustig te blijven als de ene telefoon na de andere binnenkomt. Meestal is het
Pulsatilla
dan zo’n overrompeling, dat ik het gevoel heb niet vooruit te raken met de consultatie en als ik alleen ben krijg ik vaak op een bepaald moment even het gevoel dat de dag te weinig uren zal tellen om alle aanvragen rond te krijgen. Die dinsdag begint meteen goed, ik ben nog maar net aan de consultatie begonnen of een oude man belt dat zijn vrouw naast haar bed gevallen is en dat ze een wonde heeft aan haar achterhoofd die gehecht moet worden. Net niet wat mijn zenuwen nodig hadden, want dit betekent dat ik tijd moet vinden om dit tussendoor te gaan doen. Direct genoeg druk op de ketel, al weet ik dat rustig blijven de enige oplossing is. Ik kan maar één patiënt per keer zien en ze hebben allemaal recht op aandacht voor hun probleem. Bovendien weet ik uit ervaring dat ik niet sneller vooruit raak als ik mij opjaag, dus verander ik een paar afspraken zodat het toch lukt om naar die dame te gaan. Eerst het bloed uit haar nog weelderige haardos wassen om de wonde te vinden en dan hechten. Gelukkig is het niet de eerste keer dat ik deze patiënte zie, zodat ik toch wat beter kan inschatten of ze na de val even goed reageert als anders of niet. Scheelt toch wel wat want soms zijn mensen in hun gewone doen al “verontrustend”. Wanneer ik terug aankom op de praktijk, merk ik dat ik in mijn haast de fles Iso-Betadine blijkbaar niet goed afgesloten heb want op het kussen van mijn zetel ligt ze te druppen en ik houd dus aan dit huisbezoek een blijvende herinnering over… Daarna een patiënte met goed nieuws: ze is voor de eerste keer zwanger, dolgelukkig en komt voor een bloedafname en wat informatie. Vind ik altijd leuk, niet alleen omdat ik zwangerschappen toch nog altijd een beetje een wonder van de natuur vind maar ook omdat het voor wat afwisseling zorgt. Het hoeven niet altijd zieke mensen te zijn. Begrijp mij niet verkeerd, ik doe dat graag, maar als je heel de dag met ziekte en gezondheid bezig bent, is het niet altijd makkelijk om je daar niet té veel door te laten opslorpen. Vandaar dat af en toe een consultatie met goed nieuws een
homeopathisch bekeken nummer 68
17
aangenaam breekpunt is. Enkele raadplegingen later volgt een patiënte die al meteen zegt dat ik niet tevreden zal zijn met wat ze gedaan heeft. Ze had keelpijn in het weekend en omdat ze nog een paar pilletjes van een antibioticum had liggen, was ze die beginnen slikken. Ze zegt dat ze wel weet dat ik niet wil dat mensen op eigen houtje met antibiotica starten, maar ze vertrekt volgende week op skivakantie en dan mag ze echt wel niet ziek zijn. Maar ze had niet genoeg pilletjes in voorraad en dus…
Ja, die antibiotica… Daar ben ik inderdaad niet gelukkig mee want het probleem van de antibioticaresistentie ligt mij nauw aan het hart. Sommige mensen hebben nog te veel de indruk dat gewone zaken niet kunnen genezen zonder antibiotica. Het vraagt soms erg veel tijd en energie om uit te leggen waarom ik het vaak niet nodig vind om ermee te starten en duidelijk te maken waarom het belangrijk is antibiotica zo zorgvuldig en behoedzaam mogelijk te gebruiken. Ik heb al gedacht dat het makkelijker is om gewoon toe te geven, niet te discussiëren wanneer mensen toch aandringen voor antibiotica bij een gewone verkoudheid. Je bent sneller klaar met gewoon het voorschrift te maken én je vermijdt soms vervelende gesprekken. En toch wil ik niet plooien ! De oprukkende cijfers van de resistentie liegen er niet om. Daarom vind ik dat ik als arts mee verantwoordelijk ben om te werken aan een aantal factoren die dit mee in de hand werken en waar we een rol kunnen in spelen. Het is bewezen dat het gebruiken van antibiotica in situaties waar dit niet nodig is ( en ook niet helpt, zoals bij virale infecties) de resistentie bevordert. En als er dan toch moeten gegeven worden, stoppen bepaalde patiënten te vlug met de kuur zodat de bacteriën niet volledig uitgeschakeld zijn en resistentie ontwikkelen. Als mensen mij zeggen dat ze nog pillen liggen hadden “van de vorige keer”, weet ik meteen dat ze die kuur niet correct hebben gevolgd. Daarnaast is het ook belangrijk dat antibiotica in de juiste dosis genomen worden. Van sommige antibiotica is op de tijd dat ik werk ( en dat is echt nog niet zo lang) de dosis al twee maal moeten verhoogd worden o.w.v. het probleem van de resistentie. Dit zegt veel… Ik hoop binnen twintig jaar nog huisarts te zijn en ook dat er dan nog werkzame antibiotica bestaan voor die situaties waarin ze wél nodig zijn en soms ook levensreddend. Er zijn niet veel nieuwe antibiotica in ontwikkeling,
dus als we dit probleem nu verwaarlozen riskeren we terug te gaan naar de tijd vóór de antibiotica met een veel hoger sterftecijfer door zware infecties. Ik heb nog niet zo lang geleden van heel nabij meegemaakt hoe agressief sommige bacteriën zijn, hoe fulminant sommige infecties verlopen. Een jonge vrouw uit onze praktijk is overleden aan een longontsteking, de microbe was enorm sterk en bood weerstand aan alle mogelijke antibiotica . Dit samen met een onderliggend gezondheidsprobleem, werd voor haar fataal en dat heeft mij enorm geraakt. Want een goede vrouw is erg vroeg gestorven en er blijft een familie achter met verdriet dat nooit helemaal slijt. Dit komt gelukkig niet vaak voor, maar het is wel verschrikkelijk als het toch gebeurt en zoveel leed veroorzaakt. Ik ben mij te veel bewust van het feit dat, hoe vlug de medische wetenschap ook evolueert, de natuur ons altijd een stap voor blijft en overwint. En daarom communiceer ik dag in dag uit hierover met de patiënten. Hulplijn In de loop van de avond belt een jonge vrouw, die morgen met haar partner voor een aantal maanden naar de Himalaya vertrekt. Of een pil risico’s inhoudt op grote hoogte en of ze een aantal strips na mekaar mag doorslikken. Een vraag waar ik niet zo direct met zekerheid een antwoord op kan geven. Ik vraag haar om de volgende ochtend terug te bellen voor ze vertrekt omdat ik het even moet opzoeken. Gelukkig ken ik een collega uit de buurt die erg veel weet van verre reizen en hij zegt me waar ik hierover informatie kan vinden. Je wordt als huisarts soms met erg uiteenlopende vragen geconfronteerd en het is moeilijk om van alles even goed op de hoogte te zijn. Daarom is het ook fijn om contacten te hebben met anderen en van elkaar te leren. Ikzelf steek nog heel wat op van mijn collega en als zij er niet is, zoals nu, kan ik gelukkig ook de “hulplijn” inroepen van een andere confrater. Paniek bij ‘den bond’ De dag erop begint minder hectisch dan de vorige. Minder telefoons en geen stresserende zaken en het lijkt erop dat ik de dag zonder veel gedraaf door zal komen. De voormiddag verloopt alvast vlot. In de namiddag moet ik een paar huisbezoeken doen en daarmee zal ik normaal klaar zijn vóór het begin van de volgende consultatie. Ik heb zelfs nog even tijd om te eten voor ik vertrek. Ik zit echter nog niet neer aan tafel of de telefoon rinkelt. Een paniekerige oproep van een patiënt, de verbinding is erg slecht maar ik meen te verstaan dat bij “den bond” een andere patiënt van ons in zwijm is gevallen en niet meer bijkomt. Een huisarts wordt verondersteld thuis te zijn
april-mei-juni 2005
18
in zijn streek, dat “den bond” de vereniging van de gepensioneerden is, weet ik wel, maar hij gaat er blijkbaar vanuit dat ik ook weet waar die samenkomt. Niet dus, ik ben nog wat te jong om mij daar te vertonen. Na wat onverstaanbare klanken met af en toe een woord dat te begrijpen is, vermoed ik toch waar ik moet zijn. Ik laat het eten voor wat het is en spring in mijn auto. Onderweg probeer ik mij zijn voorgeschiedenis zo goed mogelijk te herinneren daar het een patiënt is die meestal door mijn collega wordt gevolgd. Hij is 90 jaar en heeft één van de dikste dossiers uit onze praktijk, dus er kan van alles en nog wat aan de basis liggen van zijn bewustzijnsverlies. Wanneer ik aankom blijkt Marcel gelukkig opnieuw bij bewustzijn te zijn. Hij ziet nog bleek en ligt op de grond temidden van een hele schare toeschouwers. Het stelt me gerust dat hij me herkent. Terwijl ik tracht te achterhalen wat er gebeurd is, hengelen een paar van de omstaanders naar mijn aandacht: “ik ben al eens bij hen geweest via de wachtdienst, en of ik hen niet meer ken…” Ik concentreer mij nu liever op de échte patiënt, al lijken die anderen niet goed te begrijpen dat zij nu even bijkomstig zijn voor mij. Als ik de puzzelstukjes bij mekaar leg, kom ik tot het besluit dat de drukte van het paasfeest , het zware eten en de warmte in de zaal hem waarschijnlijk te veel zijn geworden en een malaise hebben veroorzaakt, waarvan hij gelukkig snel recupereert. Nadat ze mij gebeld hadden, bleken ze ook de ziekenwagen en een MUG te hebben gealarmeerd omdat het er toen toch erger leek uit zien dan het uiteindelijk blijkt. Wanneer de MUG arriveert, is hij al weer helemaal de oude maar gezien het team ter plaatse is, wordt er toch besloten om hem even te laten controleren in het ziekenhuis. Marcel raakt vlugger weg van het feest dan ik want ik word nog aangeklampt door de voorzitter van den bond, die zegt dat ik hem niet ken maar dat hij mijn grootvader altijd goed gekend heeft, waarop een verhaal volgt van zijn eigen leven… dat ik na een tijdje toch vriendelijk probeer te onderbreken, denkende aan al het werk dat mij nog wacht en ook omdat ik beloofd heb eerst nog even in de zaal informatie te gaan geven aan de vrouw van Marcel die in een rolstoel zit en intussen erg ongerust geworden is. Ik ga naar binnen. Meteen staan 100 paar ogen op mij gericht, ik voel dat heel mijn doen en laten achteraf nog grondig zal becommentarieerd worden… Niet direct iets waar ik op zit te wachten, ik sta niet graag in de “belangstelling”, maar de aandacht wordt nog meer op mij gevestigd doordat de vrouw van Marcel naast mijn eigen grootmoeder zit en die
begint natuurlijk uit te leggen dat ik haar kleindochter ben, haar “meterke”. Lief van haar, maar zo raak ik helemaal niet meer onopgemerkt en snel weg…een doktersbezoek op zo’n feest gaat blijkbaar niet in stilte voorbij. Daarna dus in een hogere versnelling naar de volgende patiënt en vandaar weer naar een andere. De rest van de dag verloopt zonder onverwachte wendingen. En zo ben ik weer wat meer vertrouwd met de wereld van de ouderen en ga ik de rest van de vervanging in, uitkijkend naar de terugkeer van mijn collega want ik vind het een beetje jammer dat ik de gebeurtenissen van de dag niet even bij haar kan ventileren…
Pulsatilla is een jonge vrouwelijke arts die tijdens haar opleiding de homeopathie leerde kennen en erdoor geboeid raakte. Na haar studie associeerde zij zich met een oudere collega. Ze is werkzaam in een kleine Vlaamse stad. Omdat ze graag vertelt over dagelijkse gebeurtenissen heb ik haar gevraagd geregeld levensechte ‘dagboeknotities’ voor ons tijdschrift te schrijven.
homeopathisch bekeken nummer 68
19
april-mei-juni 2005
COLUMN
20
ZEEWEEK Het zal je maar overkomen
Fred Botterman
we blijkbaar de enige gasten, warm water moet dus van heel diep beneden komen. Ik probeer mijn vrouw tot enig geduld te manen, maar dit soort logica is haar te simpel. En bovendien ingegeven door mijn aangeboren denkluiheid inzake technische aspecten van het samenleven, lees ik uit haar onverholen blik in mijn richting.
Zeven hoog met zicht op zee: ons jaarlijks verwenweekje om de winter heelhuids door te komen.Voor zo’n verheven opdracht houden onze beste vrienden met graagte hun appartement ter beschikking. In drie beurten brengt het spokkerig liftje van de Rapallo al onze bagage naar boven. Traditiegetrouw bevat die alleen
het levensnoodzakelijke: overdreven veel proviand, overdreven veel warme kleren, overdreven veel leesvoer. Zeulen is een werkwoord dat bij ons graag vervoegd wordt. Een vleugje paniek bij aankomst wanneer de verwarming het vertikt. Buiten is het ijskoud en binnen verwaarloosbaar minder. In heel het appartementsblok zijn
Na een tweede integrale ontluchtingsbeurt belt zij Piet, vriend-eigenaar, die met stijgende vertwijfeling in de stem allerlei adviezen uitprobeert. Zonder gunstige wending. Het is intussen laatavond. Bibberend beginnen we alternatieven te verzinnen voor ons zo gekoesterd zeeweekje. Morgen naar een Agence op de dijk? Bij Westvlaamse familie gaan aankloppen? Rondje abdijen met logies proberen? Eén ding is zeker: niet terug naar huis. Moe maar onvoldaan gaan we slapen onder alle dekens en dekbedden die we vinden. Net op dat moment horen we getingel van water vlakbij, een soort vrolijk gekabbel. ‘Het wordt warm’, roept mijn vrouw als ze haar hand tegen de radiator houdt, ‘eindelijk’. ‘Ik had het toch voorspeld’, repliceer ik, ‘verwarmingen doen uiteindelijk toch waarvoor ze uitgevonden zijn.
homeopathisch bekeken nummer 68
21
Alleen, soms bepalen ze zelf hun tempo.’ De volgende morgen ligt een ongerepte witte mantel over dijk en strand tot aan de hoogwaterlijn. Een feeëriek gezicht waar een rust van uitgaat die ons inpalmt. We kiezen voor een traag overgangsdagje ter plaatse, nog geen lange sneeuwwandeling vandaag. Wel de gewone ingrediënten: zalig ontbijt met boterkoeken, het verdwijnen in een boek, een korte verkenning van de omgeving. Tussendoor amuseer ik mij met de verrekijker: de sierlijke scheervlucht van een geklofte klad meeuwen, warm ingeduffelde wandelaars tegen de wind in, kwispelende honden, ik kijk ze binnen handbereik. Maar het liefst nog bespied ik het drukke verkeer aan de einder, waar tientallen zeeschepen op weg zijn naar Rotterdam, Antwerpen of misschien wel Argentinië, waarover ik net aan het lezen ben. ’s Anderendaags is het menens. Tegen de middag staan we klaar voor een lange strandwandeling bij eb. Waarheen bepaalt de toss: we gooien wat zand op, en dus naar Nieuwpoort, wind heerlijk in de rug. Allebei zijn we heimelijk blij met de richting, maar ook een beetje in spanning: zou hij er zijn? Dit is genieten, daarvoor zijn we hier. Hier, hand in hand lopend langs de kabbellijn van de zee, voelen we ons opgenomen in het weidse uitzicht van lucht en water. De zee maakt mild, geeft rust, maakt zorgen kleiner en verwachtingen hoopvoller. De zee doet uitspreken waar we anders te moe of te gehaast voor zijn. Van golfbreker tot golfbreker komen de kinderen langs, familie en vrienden, met Jan voorop die vandaag een zware operatie ondergaat. Wij smeden plannen, verre en zeer dichtbije. Maar deze laatste hebben we zelf niet in de
hand, alles hangt van hem af: zou hij er zijn met dit weer? Hij is er niet, aan de andere kant van de vaargeul hangt de rode vlag. Op een bord staat het in potige letters, nauwelijks leesbaar ‘Rode Vlag = Geen Overzet’. Weg Nieuwpoort-Bad, weg warme appeltaart met ijs en slagroom in Taverne ‘Casino’, doel van onze reis. Een beetje tobberig en ontgoocheld staan wij te treuzelen bij de aanlegsteiger. Er zal niks anders op zitten dan terug… En dan ineens gaat de deur van zijn wachthuisje open en komt de veerman buiten, hij doet teken dat hij ons gezien heeft. Is hij bezweken voor het wuifhandje van mijn vrouw? Heeft hij nog niks verdiend vandaag? Verveelt hij zich? Hoe ook, nooit smaakte warme appeltaart zo lekker. Ons zeeweekje is nu al geslaagd.
terug, maar halfweg stopt ze aan een tramhalte, noodgedwongen. Geen mosselfeestje, geen gezellig avondje uit naar de ‘Normandie’ waar we al gereserveerd hadden. Wel 38, 2 graden koorts, wel kersenpitje en warmwaterkruik, wel te rusten om kwart voor acht. Als twee dagen later ook bij mij de eerste griepsymptomen hun intrede doen, slaat het golfje paniek weer toe waarmee ons zeeweekje begon: morgen terug naar Limburg, en eerst moet alles nog gepoetst worden. Even zien we het niet zitten. Maar als de nood het hoogst is, is er nog Thomas. Onze zoon is bereid met de trein naar zee te komen, en ons daarna heelhuids met de wagen thuis als een breekbaar pakketje af te zetten. Samen met Kathelijne, zijn vriendin, maakt hij er een mooi snipperdagje van.
Ook de volgende dagen verlopen in dezelfde warmende sfeer van ‘niets moet, alles kan’. We doen alleen dingen waar we allebei zin in hebben. Een dagje Brugge bijvoorbeeld, een stad die je blijft verrassen, deze keer door de jagende sneeuw die mij alle kerken, en mijn vrouw alle boekenwinkels doet binnenvluchten. Tegen het weekend hebben we dochter Jole en haar vriend Christophe uitgenodigd. Begin deze zomer trouwen ze, en sinds enkele maanden zijn ze gestaag bezig aan verbouwingen in het huis waar ze een maand geleden ingetrokken zijn. Ook zij mogen wel eens verwend worden met twee dagen dolce far niente. Alvast niet letterlijk, want een lange strandwandeling kan ook hen bekoren, richting Oostende nu. Maar de wind is guur en de sneeuwregen kruipt in alle kieren. Zelfs een hete koffie krijgt mijn vrouw niet opgewarmd. Tegen beter weten in wil ook zij te voet
Zo eindigt onze beklijvende week aan zee. Uitziekend breien we er thuis nog een verlengstukje aan. Mijn vrouw krijgt van de huisarts calcarea carbonicum voorgeschreven, een constitutiemiddel. Ikzelf heb meer geluk, ik mag belladonna tot mij nemen. Bella Donna, de naam alleen al. Wonder toch dat zo’n huisarts aan de koorts in de ogen kan lezen wat zijn patiënt het hardste nodig heeft.
april-mei-juni 2005
22
LEZERSRUBRIEK PSORIASIS Is het een besmettelijke ziekte ? Zijn de oorzaken bekend ? Dr. Sigrid Jespers
Psoriasis is een huidziekte. De naam is afgeleid van het Griekse woord psora, wat eigenlijk schurft betekent. Het is een chronische ziekte met rode, schilferende plekken op de huid.
omdat de letsels zo duidelijk zichtbaar zijn. Dit brengt veel onnodig psychisch leed mee voor de patiënten. De eigenlijke oorzaak is onbekend. Genetische factoren spelen een rol. Dat wil zeggen dat de ziekte toch vrij vaak familiaal voorkomt. Concreet betekent dit dat de kans om psoriasis te krijgen groter is als er familieleden zijn met deze aandoening. Het is duidelijk dat omgevingsfactoren ook een grote rol spelen. Voor de meeste psoriasis-patiënten heeft zonlicht een duidelijk gunstige invloed. De mogelijk uitlokkende factoren zijn talrijk: verwondingen aan de huid, streptokokkeninfecties (de typische psoriasisopstoot na een flinke keelontsteking), medicijnen, hormonale storingen, psychische stress…
Soms gaat dat gepaard met gewrichts- en/ of nagelafwijkingen. Psoriasis komt vrij vaak voor, naar schatting zijn er in België tussen de 200 000 en de 300 000 psoriasispatiënten. Onze huid vernieuwt zich gewoonlijk in ongeveer 26 dagen. Bij een psoriasispatiënt is dit om de 6 à 7 dagen. Vandaar de zilverachtige schilfers op een rode huid natuurlijk. Het kan op elke leeftijd voorkomen en heeft bij iedereen een eigen verloop. Zoals bij vele ziektes zijn de meeste verschijnselen dikwijls aanwezig in de lente en de herfst. Het is heel belangrijk om te weten dat psoriasis niet besmettelijk is. De omgeving reageert dikwijls in eerste instantie geschrokken
Wat de behandeling van psoriasis betreft, dat ligt niet zo gemakkelijk. Omdat de eigenlijke oorzaak nog altijd niet gekend is, bestaat er geen echte oplossing. Men kan alleen proberen de symptomen zo goed mogelijk onder controle te houden, wat in de meeste gevallen vrij goed lukt. Wel is het zo dat veel van die behandelingen toch wel stevige neveneffecten hebben. Homeopathisch werken is energetisch werken. De arts gaat proberen om de verstoorde energie in orde te brengen zodat de ziekte zo weinig mogelijk kans krijgt om de kop op te steken. Als je de uitlokkende factoren bekijkt, is het logisch dat homeopathie hier op zijn plaats is. Via een homeopathisch middel proberen we de energie van iemand zo hoog mogelijk te houden zodat de storende invloeden van buitenaf weinig kans maken om toe te slaan. Dit middel moet passen bij de patiënt en niet bij zijn ziekte.
homeopathisch bekeken nummer 68
23
DROMEN VANUIT HOMEOPATHISCH PERSPECTIEF Dr. Filip Degroote beschrijft hoe de dromen van een patiënt de homeopaat kunnen helpen het similimum te vinden.
Dromen vanuit homeopathisch perspectief is niet de eerste publicatie van dokter F. Degroote. In 1992 verscheen zijn eerste boek ‘Physical Examinations and Observations in Homoeopathy’ (752 blz.) waarin hij baanbrekend werk heeft verricht om via een energetisch onderzoek het aangewezen homeopathisch middel met vrijwel 100% zekerheid te confirmeren vooraleer het wordt toegediend.
Dr. Suzanne Van Rampelbergh
In 1992 verscheen zijn tweede boek ‘Notes on Miasms and Heredity’ (162 blz.) dat handelt over het belang van de specifieke behandeling van de erfelijke energie van de patiënt via de toediening van nosoden. Zijn derde uitgave handelt over dromen, een thema dat hij al vijftien jaar full-time aanwendt in zijn praktijk. Dokter Filip Degroote uit Brugge heeft er, als unitair homeopaat, een levenswerk van gemaakt om vanuit de complexe dromen van zijn patiënten op een efficiënte manier het similimum te vinden. Dit leidde tot het uitgeven van dit verhelderende werk en een begeleidend elektronisch droomrepertorium dat meer dan 100.000 gegevens rijk is.
april-mei-juni 2005
24
In deel I ‘METHODOLOGIE’ (blz. 1 – 70), vertelt Dr. Degroote op een aantrekkelijke manier over zijn werk als energetisch geschoolde klassieke homeopaat (zie zijn eerste boek ‘Physical Examination and Observations in Homoeopathy’) en bovendien legt hij op een deskundige manier uit hoe hij de juistheid van het similimum kan verifiëren. Vervolgens leert hij ons omgaan met de symbooltaal in de dromen, de eventuele sprookjes, mythen of legenden die we erin herkennen, de thema’s die aan bod komen in de dromen en de signatuursymptomen. Hij wil ook enkele misvattingen in de homeopathie de wereld uit helpen, zoals: 1. Met een similimum blijft de patiënt jaren goed. 2. Verkeerde homeopathische behandeling veroorzaakt geen schade. 3. Meestal kan je dromen homeopathisch niet gebruiken.
Voor de geïnteresseerde homeopaat is er nog het elektronisch droomrepertorium dat binnenkort zal verkrijgbaar zijn. Het is een goudmijn aan droomkennis die voor de homeopaat de slaagkansen om het juiste similimum te vinden verveelvoudigen.
Dromen vanuit homeopathisch perspectief 920 bladzijden – kostprijs: 75 € ISBN 908 088 16 19 Uitgegeven door de auteur in eigen beheer Te bestellen:
[email protected]
Slaapopbouw, soorten dromen, nosoden, psychotherapie, gezondheidsdefinitie, stressremedies, leren letten op je dromen: dat zijn allemaal thema’s die aangekaart, verklaard en verhelderd worden.
Deel II ‘CASUÏSTIEK’ (blz. 71 – 900) omvat het overgrote deel van het boek en bevat een rijkdom aan droomillustraties bij de ongeveer 250 alfabetisch geklasseerde, homeopathische remedies. Ook vele vrij onbekende remedies zijn hierbij goed vertegenwoordigd. Elk middel wordt eerst met zorg gesitueerd: biologisch, botanisch, chemisch, qua herkomst. Na de casus(sen) volgt telkens bij elke remedie een verhelderende bespreking inclusief informatie over het energetisch onderzoek. Een voorbeeldje: bij DICTAMNUS ALBUS (de vuurwerkplant) noteerde de auteur achttien verschillende dromen bij vijf verschillende patiënten. We leren ze via analogie en signatuurleer analyseren. De bespreking schuift twee thema’s naar voren: precisiewerk en agressieve gevoelens tegenover zichzelf, familie en nageslacht. Achteraan het boek is nog een zeer handige index van thema’s te vinden. Voor elke patiënt en voor iedereen die interesse heeft in homeopathie is dit boek een aanrader daar het een verrassende sluier optilt in verband met de homeopathische benadering van de patiënt.
homeopathisch bekeken nummer 68