De wijk en wij
2
DE WIJK EN WIJ
Inhoud
Buurtcommissie Peetstraat: “Gezellige commissie, probleemloze buurt” Pagina 14 en 15
Ite Smit, manager Wijkservice: “Focus nu ook op woonomgeving” Pagina 4 en 5
Opbouwwerkster Tukkie Tuk: “Samen elkaar versterken” Pagina 16 en 17
Mirjam Sap, wijkconsulent: “Complimenten beter dan boze brief” Pagina 6 en 7
Mirjam Tijssens over Goudriaanbuurt: “Blijven investeren is noodzaak” Pagina 18 en 19
Op pad met een duizendpoot “Bewoners waarderen buurtbeheerder” Pagina 8 en 9
Wijkconsulent Jolande Schijff: “Netwerken bepalen succes” Pagina 20 en 21
Gemeente Huizen positief “Wijkconsulent biedt extra oren en ogen” Pagina 10 en 11
Website “Platform voor bewoners en partners” Pagina 22
Wijkconsulent Yvonne Koning: “Kwaliteit is tevens bedreiging” Pagina 12 en 13
Wijkatlas Onmisbaar instrument Pagina 23
‘De wijk en wij’ is een uitgave van de Alliantie Gooi en Vechtstreek November 2008 De Alliantie Gooi en vechtstreek Postbus 705 1200 AS Hilversum T (035) 625 26 27 I www.de-alliantie.nl
Realisatie BLADEN&CO, Utrecht Fotografie Johan Nebbeling (BLADEN&CO), de Alliantie, Versa Welzijn Druk Atlas, Soest
Voorkomen is beter… Er is de afgelopen twee jaar veel te doen geweest over ‘de wijken’. In de media ging het vooral over de zogenaamde ‘Vogelaarwijken’. Los van de discussie over welke partij wat moest doen (en vooral betalen) was iedereen het erover eens dat wijken de aandacht verdienen en dat woningcorporaties een grote rol hebben in de wijk. Voor de Alliantie was dat geen nieuw idee. Wij brengen die gedachte al jaren in praktijk en zijn altijd prominent aanwezig in onze wijken. Ook in nietVogelaarwijken zijn we sinds jaar en dag gewend om in te grijpen, bijvoorbeeld met fysieke investeringen. Wij weten: met goed en intensief beheer kunnen problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en voorkomen. Voorkomen is beter dan genezen – dat is
de gedachtegang die de Alliantie Gooi en Vechtstreek twee jaar geleden in praktijk bracht met het vormen van een afdeling Wijkservice. De aanpak van deze afdeling bestaat uit: aanwezig zijn, mensen aanspreken, preventief zaken oppakken, netwerken en bewoners ondersteunen bij acties die ze zelf willen ondernemen om hun buurt prettiger en leefbaarder te maken. Goed beheer, kortom. De Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) noemt ‘goed beheer’ van de woonomgeving de kern van de wijkaanpak en ‘het halve werk’. Zoals u in deze uitgave kunt lezen doen onze mensen in de wijk dit ‘halve werk’ met volle overgave! Veel leesplezier. Anne Wilbers, directeur de Alliantie Gooi en Vechtstreek
4
DE WIJK EN WIJ
Fijn wonen vraagt meer dan alleen een goede en betaalbare woning, weet Ite Smit, manager Wijkservice van de Alliantie Gooi en Vechtstreek. “De kwaliteit en de leefbaarheid van de buurt zijn minstens zo bepalend voor het woongenot. Daarom bemoeien we ons daar nadrukkelijk mee.”
“Focus nu ook op Twee jaar geleden brak het inzicht door bij de Alliantie: prettig wonen behelst meer dan alleen beschikken over een mooie, betaalbare woning, vertelt Ite. “Vanouds voelden wij ons voornamelijk verantwoordelijk voor de woning. Maar een veilige en prettige buurt draagt natuurlijk net zo goed bij aan het wooncomfort van onze huurders.” Onder de noemer ‘De wijk nemen’ verbreedde de Alliantie zijn focus: voortaan was ook de leefbaarheid in wijken speerpunt. De Alliantie Gooi en Vechtstreek gaf handen en voeten aan het thema met de oprichting van een afdeling Wijkservice, een club bevlogen medewerkers die volgens Ite ‘het gezicht van de Alliantie’ in de buurten vormen en zich alleen richten op leefbaarheid. Ite: “Kennen en gekend worden, daar
draait het om. We willen het DNA van een wijk door en door kennen. Want we kwamen er al snel achter dat we maar weinig wisten van de mensen in onze buurten. We kenden alleen de probleemgevallen en hadden nauwelijks aandacht voor de goede en mooie dingen die er ook en vooral in onze wijken gebeuren. We willen schatgraven naar die aspecten. ” Voor elke wijk wordt een wijkvisie opgesteld. Ite: “Dat is onze leidraad. Moeten we nieuwe huurdersgroepen aantrekken of juist bestaande huurders trachten te behouden? Kunnen we toekomstige ongewenste ontwikkelingen voorkomen en zo ja, wat moeten we daarvoor nu dan doen? Daarbij nemen we desgewenst het voortouw, de regie. Maar we zoeken altijd de samenwerking met andere partijen.” Twee buurtbeheerders zorgen ervoor dat
de leefomgeving” de buurt schoon, heel en veilig is en blijft. “Dat zijn heel basale dingen die gewoon in orde moeten zijn”, zegt Ite. “Bewoners ergeren zich namelijk terecht geel en groen aan verwaarloosde tuinen, slechte achterpaden en vieze portieken. Vaak hebben ze daar al jaren over geklaagd, zonder dat er veel veranderde. Nu komen we meteen in actie. Omdat we over een eigen budget beschikken, kunnen we ook snel zijn. Dat is belangrijk om de bewoners te tonen dat we echt anders werken en klachten nu oplossen. Pas als de basis op orde is, kan aandacht gevraagd worden voor andere dingen die in de wijk spelen.
Problemen aanpakken Echte probleemwijken kent de Alliantie Gooi en Vechtstreek niet. Wel wijken waar beperkte problemen spelen of dreigen te ontstaan. “We willen problemen aanpakken voor ze echt uit de hand lopen. Daar betrekken we de bewoners bij. Wij vinden dat zij ook verantwoordelijk zijn voor hun woning en hun woonomgeving. Wij kunnen mensen ondersteunen en begeleiden, maar ze moeten er zelf ook iets voor doen. Er moet wel een voedingsbodem zijn voor onze aanpak. We gaan niet trekken aan een dood paard.”
6
DE WIJK EN WIJ
Problemen signaleren voor ze ontstaan of aanpakken voor ze uit de hand lopen. Luisteren, praten, overleggen en soms aanspreken. Het werk van Mirjam Sap, wijkconsulente
“Compliment beter
van de Alliantie Gooi en Vechtstreek , draait om persoonlijk contact.
Mirjam Sap maakt elke week wel een rondje door ‘haar’ wijken. Dan geeft ze haar ogen en oren goed de kost. Soms belt ze zomaar ergens aan om even met de bewoner te babbelen. Wat speelt er in de wijk? Hoe bevalt het wonen? Vaak, vertelt Mirjam, zijn mensen in eerste instantie argwanend: wat moet u van mij en waar bemoeit u zich mee? “Ze zijn niet gewend dat er iemand van de woningbouw bij hen op de stoep staat voor een praatje. Maar de meesten draaien snel bij. Die vinden het alleen maar prachtig als ze tegen mij hun zegje kunnen doen. Persoonlijk contact werkt zo goed!” Ruim 22 jaar werkt Mirjam al in de volkshuisvesting. Het contact met de huurders maakt het werk boeiend, vertelt ze. “Je kunt in dit vak echt iets betekenen. Plezierig wonen, je ergens thuis voelen: dat zijn basisvoorwaarden voor een goed en plezierig leven.”
Brief Toch, zegt Mirjam openhartig, weet ze pas sinds de start van de afdeling Wijkservice dat ze haar werk al die jaren eigenlijk niet goed heeft gedaan. “Vroeger dachten we: we sturen een brief naar de bewoners, zodat ze geïnformeerd zijn. Dan komt het vanzelf goed. Maar ik weet nu dat het zo helemaal niet werkt. Brieven verdwijnen ongelezen bij het oud papier of mensen trekken zich er niets van aan. Brieven roepen ook weerstand op: waar bemoeit de corporatie zich mee?! Het enige wat wel werkt, is luisteren naar en praten met de huurders zelf.” Samen met de buurtbeheerder, die vooral verantwoordelijk is voor ‘schoon, heel en veilig’, is Mirjam het gezicht van de woningcorporatie in de wijk. Meestal is dat een vriendelijk en begripvol gezicht. “Een compliment werkt nu eenmaal beter dan een vermaning.”
dan boze brief”
Streng Maar ze kan ook streng zijn. “Als huurders hun tuin niet onderhouden doet dat afbreuk aan de leefbaarheid in de
buurt. Dus zie ik ergens een verwaarloosde tuin, dan spreek ik mensen daar op aan. Meestal gaan ze dan, soms na wat gemopper, wel aan de slag. Als ze dat niet doen, kom ik er bij ze op terug. Dan leg ik uit dat we het ook langs de juridische weg kunnen regelen, hoewel we dat natuurlijk liever niet doen.” Mirjam probeert bewoners zelf te activeren. “Bewoners hebben ook een eigen verantwoordelijkheid voor hun leefomgeving. Ik probeer ze daar enthousiast voor te maken. Meestal lukt dat. We kunnen als corporatie hulp en ondersteuning bieden en veel betekenen. Maar als mensen echt geen zin hebben om zich met hun woonomgeving bezig te houden, houdt het voor ons ook op.”
8
DE WIJK EN WIJ
Zorgen voor een schone, hele en veilige leefomgeving. Dat is het werk van de twee buurtbeheerders van de Alliantie, John Verschoof en Jan van ’t Hof. Op pad met een duizendpoot.
“Bewoners waarderen Voor John Verschoof zijn alle wooncomplexen gelijk, maar hebben sommige complexen nu eenmaal meer aandacht nodig dan andere. “Dit complex bijvoorbeeld”, zegt John als hij zijn auto parkeert voor een laag flatgebouw aan de Erfgooiersstraat in Hilversum. Op de gevel zijn kleurige borden geplaatst – een kunstproject – maar het gebouw oogt verwaarloosd. “We plegen minimaal onderhoud, want het wordt binnenkort gesloopt”, verklaart de buurtbeheerder, terwijl hij aan zijn sigaartje trekt. “De woningen worden tijdelijk verhuurd en er wonen nu vooral jongelui. Die hebben de neiging er een rommeltje van te maken. Dat vinden de buurtbewoners natuurlijk niet leuk. Bovendien kan het onveilige situaties opleveren. Daarom kom ik hier minstens een keer per week. Ik kijk of er geen troep ligt
in de trappenhuizen en spreek bewoners aan als ze er een rommeltje van maken.” Complexen als die aan de Erfgooiersstraat kosten John en zijn collega onevenredig veel tijd en energie. “Je moet er voortdurend bovenop zitten, anders verslonst de boel. Daar staat tegenover dat er andere buurten zijn waar ik nauwelijks kom, omdat alles er bijna op rolletjes loopt.” Misschien nog meer dan de wijkconsulenten zijn de buurtbeheerders het gezicht van de Alliantie in de wijk. Ze rijden in een auto met de tekst ‘de Alliantie in de wijk’ en dragen herkenbare jassen. Een groot deel van hun werkweek brengen ze door in de buurten, waar ze luisteren naar klachten en wensen van bewoners en proberen daarop in te spelen. Vaak kan John ergernissen of problemen oplossen met een kleine ingreep. Zoals
buurtbeheerder” bij het complex seniorenwoningen aan de Hilversumse Wirixstraat. “Daar liggen terrasjes die in de loop er jaren zijn overwoekerd met onkruid. De bestrating ligt schots en scheef. We zijn de boel nu aan het opknappen, zodat de bewoners ’s zomers weer lekker op die terrasjes kunnen zitten. Dat vinden ze geweldig.” Streng Maar niet alle bewonerswensen kunnen altijd worden vervuld. Soms moet – en kan – de buurtbeheerder streng zijn. Bewoners die de boel laten versloffen of overlast veroorzaken, spreekt hij aan op hun gedrag. “Ik probeer altijd eerst te achterhalen wat er aan de hand is. Soms
hebben mensen een goeie reden waarom ze iets niet willen of kunnen doen. Daar probeer ik dan een oplossing voor te vinden, soms met hulp van andere instanties, zoals de Sociale Dienst. Maar als er echt niet te praten valt, treden we op.” Het is mooi werk en bevredigend werk, zegt de buurtbeheerder. “Ik kan echt iets voor bewoners betekenen. En anders dan vroeger heb ik nu tijd om met mensen te praten en naar ze te luisteren. Al zijn we nog lang niet waar we naartoe willen, we merken dat onze nieuwe werkwijze vruchten begint af te werpen. Bewoners waarderen wat we doen. Ze komen naar me toe om me te complimenteren of te bedanken. Dat gebeurde vroeger nooit.”
10
DE WIJK EN WIJ
‘Bijna dagelijks’ heeft Jacco Groeneveld van de gemeente Huizen contact met de wijkconsulenten van de Alliantie. En dat contact betekent meestal: extra werk voor Groeneveld en zijn collega’s. Vervelend? Integendeel: “Dankzij de wijkconsulenten weten we beter wat er speelt. Dat komt de leefbaarheid in de wijken ten goede.”
“Wijkconsulent biedt Groeneveld is de coördinator wijk- en buurtbeheer van de gemeente Huizen en voorzitter van de vier wijkplatforms – overlegorganen van bewonerscommissies, welzijnswerk, politie, gemeente en de Alliantie. In de overlegplatforms wisselen de gesprekspartners informatie uit over wat er leeft in de wijken en bespreken ze eventuele problemen. “Contact met de Alliantie was er natuurlijk altijd al. Maar het verschil is dat de corporatie zich nu bemoeit met wat er buiten zijn woningen gebeurt, de wijk. De woonconsulentes van de Alliantie spelen daarin een sleutelrol. Zij hebben veel contacten in de buurten en horen en zien veel. Naast onze eigen wijkteams hebben
we dus extra ogen en oren in de buurt. Daardoor weten wij beter wat er leeft en kunnen we, al dan niet samen met andere partijen, beter en sneller op zaken op inspelen.” Sneller Bewoners weten die werkwijze te waarderen, denkt Groeneveld. “Het is niet meetbaar, maar ik heb wel sterk het gevoel dat het de goede kant opgaat. Ik merk tijdens de bijeenkomsten van de wijkplatforms dat bewoners zien dat allerlei zaken tegenwoordig sneller worden opgepakt.” Overigens worden problemen in buurten ook nogal eens veroorzaakt doordat complexen destijds ondoordacht zijn
extra ogen en oren”
ontworpen, ziet Groeneveld. “Er is dan bij de bouw bijvoorbeeld onvoldoende rekening gehouden met de afvoer van huishoudelijk afval, waardoor je daar later
allerlei problemen mee krijgt. Daar moet dan weer een noodoplossing voor worden gevonden, die altijd geld kost en meestal ook niet volledig voldoet.” Om dit soort problemen te voorkomen overlegt de Alliantie nu tijdig met de gemeente over de randvoorwaarden van nieuwbouwplannen. Hoeveel parkeerplaatsen moeten er komen, hoe gaan we de afvoer van huishoudelijk afval regelen en wat doen we met de fietsenstallingen? “Wij hebben veel kennis op dat gebied en daar maakt de Alliantie gebruik van.”
12
DE WIJK EN WIJ
“Kwaliteit is Prachtige wijk, Kerkelanden in Hilversum. Groen, ruim, rustig, veilig. Houden zo, zou je zeggen. Maar dan wonen er straks alleen nog vereenzaamde bejaarden in te grote woningen. Aan wijkconsulente Yvonne Koning de taak om dat te voorkomen. “Lastig, want een oplossing ligt niet voorhanden.” Zoveel staat vast: het is prettig wonen in Kerkelanden. Bewoners zijn, zo blijkt uit een enquête en twee buurtpanels, erg tevreden over hun ruime, betaalbare en goed onderhouden eengezinswoningen, de ruimtelijke opzet van de wijk, de rust, de goede voorzieningen en het vele groen. Een paradijsje op aarde, lijkt het, waar zelfs niet wordt geklaagd over Hollands’ ergernis nummer 1: hondenpoep. De klachten van bewoners over de buurt beperken zich tot het onderhoud van de ‘te saaie’ groenvoorzieningen en de teloorgang van de sociale samenhang. Huurwoningen Niks aan de hand dus. Maar juist het feit dat Kerkelanden zo’n prettige buurt is, kan op langere termijn een bedreiging kan zijn voor de kwaliteiten van de wijk, zegt Yvonne. “Het buurtprofiel van Kerkelanden laat zien dat de wijk sterk aan het vergrijzen
is. De buurt is in de jaren zestig gebouwd en de grote, betaalbare huurwoningen (65 procent van het woningbestand) trokken destijds vooral grote gezinnen met kinderen. Die kinderen zijn inmiddels al lang de deur uit, maar veel van hun ouders wonen er nog.” Oudere echtparen en alleenstaanden houden nu woningen bezet die eigenlijk juist bestemd zijn voor jonge gezinnen met kinderen. Dat vinden ze vaak zelf ook geen fijne gedachte, maar ze willen absoluut niet weg uit de buurt, zo blijkt steeds weer. Een andere, kleinere woning? Prima. Maar dan wel in de wijk en met minstens twee slaapkamers, zodat de kleinkinderen kunnen komen logeren. Zulke woningen zijn er echter niet in Kerkelanden. En er is in de wijk ook geen ruimte om ze te bouwen. Een dilemma, erkent Yvonne. “We kunnen alleen ruimte scheppen door het groen
tevens bedreiging”
vol te bouwen of eengezinswoningen te slopen. Maar het groen bepaalt juist mede de kwaliteit van de wijk en de eengezinswoningen zijn ideaal voor jonge gezinnen. Bovendien verkeren ze in veel te goede staat.” Mogelijk komt er wat ruimte voor de bouw van appartementen voor ouderen op het zogeheten Circusterrein, dat pal naast de wijk ligt. Voor veel ouderen zou dat een acceptabel alternatief zijn, weet Yvonne: “De mening van de bewoners telt zwaar voor ons. We willen niet voor hen denken, maar mét hen. Zo hebben we op verzoek van de bewoners bij een appartementengebouw voor senioren een kinderspeelplaats gemaakt. Speciaal voor de kleinkinderen van de oppasopa’s en -oma’s.”
Welke kant het op moet met Kerkelanden? Yvonne heeft geen pasklaar antwoord: “We willen in ieder geval de huidige kwaliteiten behouden en verdere vergrijzing voorkomen. Voor de eerstkomende jaren is het voldoende dat we de vinger aan de pols houden en zorgen voor prima woningen in een goed onderhouden en zo prettig mogelijke woonomgeving.”
14
DE WIJK EN WIJ
Iets van de leefstijl van de erfgooiers – middeleeuwse boeren die samen een stuk land beheerden – is nog voelbaar in de Hilversumse buurt die naar hen is vernoemd. De Erfgooiersbuurt is groen, dorps en ruim opgezet. En de bewoners leven in harmonie. “Problemen hebben we eigenlijk niet.”
“Gezellige commissie, Bewonerscommissies ontstaan vaak uit ergernis, weet Inge Postma. Maar bij de oprichting van de bewonerscommissie van de Jacob Peetstraat en omgeving – een rustige woonbuurt met vooral huurwoningen uit de jaren twintig – was daarvan geen sprake, bezweert zij. De andere commissieleden – Hans Luijer, Piet Aukes, Renko de Beere en Hans Schimmel – zijn het luidruchtig met haar eens. “Wij vonden het tijd worden om iets gezellig te doen in en met de buurt”, vertelt Inge. “Dus organiseerden we, met steun van de Alliantie, een straatfeest. Het werd een enorm succes, waar tientallen buurtbewoners op afkwamen. Mensen die elkaar voorheen alleen groetten, raakten nu met elkaar in gesprek. Dat goede gevoel wilden we vasthouden. Zo is deze commissie ontstaan.” Een echte bewonerscommissie willen
ze zich trouwens niet eens noemen. De commissie kent bijvoorbeeld geen echt bestuur. Iedereen doet wat nodig is of waar hij goed in is. Zo is Hans Luijer webmaster van de buurtsite www.jacobpeetstraat.tk en fungeert Piet Aukes als onofficieel buurtconciërge. Omdat Inge haar mondje goed weet te roeren, treedt zij meestal op als woordvoerster. “We zijn gewoon een groepje bewoners die het gezellige karakter van deze buurt willen behouden en versterken”, vertelt Inge. “In allerlei officiële overleggen hebben we geen zin. Het moet wel leuk blijven.” Wat niet wegneemt dat de bewonerscommissie de weg naar de gemeente en de woningcorporatie weet te vinden, als dat nodig is. Zo bereikten de bewoners dat, nog vóór het buurtfeest, een brandgang werd voorzien van de broodnodige verlichting. Een andere brandgang even verderop krijgt binnenkort ook lampen.
probleemloze buurt” Veilig “De buurt moet veilig zijn”, vindt Piet Aukes. En met veilig bedoelt hij: niet je nek breken over losliggende tegels of rare paaltjes. Want sociale onveiligheid of criminaliteit kent de buurt eigenlijk niet. Renko de Beere: “Ben je gek, de meeste Hilversummers weten deze buurt niet eens te vinden. En de sociale controle is groot.” Hans Schimmel: “We letten allemaal een beetje op elkaar. En als het nodig is, springen we bij.” De meeste bewoners wonen al lang in de wijk, één bewoner als nazaat van de originele erfgooiers zelfs al 82 jaar. Maar de oudjes vertrekken of overlijden en jonge gezinnen nemen hun plaats in. Niet altijd kennen die meteen de buurtmores.
Zoals: je zorgt dat je grote tuin – een van de voordelen van het wonen in deze buurt – er netjes bijligt. Renko de Beere: “Als iemand niets aan zijn tuin doet, zeggen we daar wat van. Maar op een leuke manier, zodat mensen zich niet aangevallen voelen. Dat helpt.” Problemen kent de buurt eigenlijk niet. Alhoewel: nu er steeds meer kinderen in de buurt komen wonen, vraagt het vaak hard rijdende doorgaande verkeer aandacht. Piet: “We willen maatregelen, maar geen drempels.” Inge: “We gaan het bespreken met de wijkconsulente. Kijken wat zij kan doen.” En dan is het tijd voor de tweede ronde koffie, koek en kletsen: het moet namelijk wél leuk blijven, zo’n bewonerspanel.
16
DE WIJK EN WIJ
Met de Alliantie valt steeds beter zaken te doen, merkt opbouwwerkster Tukkie Tuk. “Net als wij wil de Alliantie in contact treden met bewoners en hen activeren. Waar mogelijk
“Samen elkaar
werken we samen en versterken we elkaar.”
Tukkie Tuk is een van de vier opbouwwerkers van Versa Welzijn in Hilversum. Haar werkterrein is Hilversum-Oost, haar ‘kantoor’ haar fiets. “Een belangrijk deel van mijn werk is de buurt in trekken, mensen aanspreken en signalen oppikken. Wat leeft er? Wat willen bewoners? Zo kun je problemen voorkomen voor ze uit de hand lopen.” Niet dat Tukkie eigenhandig bewonerswensen in vervulling laat gaan. Nee, ze probeert vooral mensen zelf tot actie aan te zetten. “Empowerment is mijn devies. Mensen kunnen vaak veel meer dan ze zelf denken. Ik zie het als mijn taak om die verborgen talenten aan te boren.” Contacten De opbouwwerkster vindt daarbij steeds vaker de Alliantie aan haar zijde. “Ik merk duidelijk dat ze hebben gekozen voor de
wijk. Net als ik hebben de wijkconsulenten en wijkbeheerders veel contacten met bewoners. We hebben regelmatig overleg en waar mogelijk werken we samen. Dat loopt steeds beter.” Zo werken de twee organisaties nauw samen bij het opzetten en ondersteunen van huurderscommissies en bewonerspanels. En willen buurtbewoners met hulp van Tukkie een straatfeest organiseren? Dan is de woningcorporatie nooit te beroerd om een en ander mogelijk te maken met een financiële bijdrage. Als Tukkie en haar collega’s met de Versa-bakfiets de buurt in trekken om bewoners te informeren over en warm te maken voor activiteiten, is de Alliantie tegenwoordig meestal ook van de partij met de MIC, de Mobiele Informatie Car. Tukkie roemt de samenwerking. “Ik vind het goed dat ze het doen en fijn dat ze er
versterken” zijn. Die betrokkenheid bij de wijk maakt mijn werk makkelijker en de bewoners hebben er alleen maar baat bij. Van competitie of concurrentie is geen sprake. We hebben allebei ons eigen werkterrein en dat blijft zo.” Belangen Want hoe goed de samenwerking ook verloopt, opbouwwerk en woningcorporatie hebben soms net iets andere belangen. Tukkie: “Het grote verschil is dat ik onafhankelijk ben. Ik ben er alleen voor de bewoners. Vaak gaan hun belangen goed samen met die van de corporatie. Iedereen wil een schone, hele en veilige wijk. Maar de Alliantie heeft ook een eigen agenda en die hoeft niet altijd te sporen met die van de bewoners.” Zo vindt Tukkie dat de Alliantie niet altijd even goed inspeelt op bewonerswensen.
“In het kader van een tv-programma was in een straat een deel van een muurtje opgeknapt. De bewoners wilden graag dat de Alliantie het andere deel zou opknappen, want ze vonden zo’n half opgeknapte muur geen gezicht. De corporatie wilde er niet aan. Het paste niet in het onderhoudsschema of zo. Tja, op zulke momenten denk ik wel eens: jullie moeten nog wel leren om wat flexibeler te zijn.”
18
DE WIJK EN WIJ
“Blijven investeren Met de Goudriaanbuurt gaat het een stuk beter. De Hilversumse buurt kreeg een opknap- en schilderbeurt, speelplekken voor kinderen, een ontmoetingsplek en fleurige kunstwerken. Bewoners en woningcorporatie zijn tevreden met het resultaat, het eerste concrete project van Wijkservice. De Goudriaanbuurt is nooit een echte probleembuurt geweest, benadrukt wijkconsulent Mirjam Tijssens, die de aanzet gaf tot de metamorfose van de buurt. “Maar het had wel een probleembuurt kunnen worden als we niet hadden ingegrepen. We kregen steeds meer signalen dat het er niet goed ging.” De buurt trok hangjongeren en had te kampen met vandalisme. Onderling contact tussen de bewoners was er nauwelijks en het ontbrak de buurt aan sociale controle. Veel huurders bleven er niet langer wonen dan strikt noodzakelijk. Ideeën “Een neerwaartse spiraal dreigde”, vertelt Mirjam. “Om die te voorkomen hebben we besloten de buurt aan te pakken en daarbij nauw samen te werken met de bewoners. We gingen alle
deuren langs en vroegen de bewoners om hun mening en ideeën. Dat was arbeidsintensief, maar het loonde de moeite. De meeste bewoners reageerden blij en verrast. Ze bleken tevreden over de woningen zelf, maar klaagden wel over de leefomgeving. Ze hadden vaak goede ideeën voor verbetering daarvan.” Een van de zaken die naar voren kwam, was dat de bewoners de wijk erg grauw vonden. Daarop zocht de Alliantie contact met een aantal Hilversumse kunstenaars. Zij stelden voor de wijk kleur te geven door het aanbrengen van kunstwerken. Goed plan, vonden de bewoners, die uit een aantal voorstellen konden kiezen. Het werden kleurige bloemen, die op grote panelen aan de gevels zijn bevestigd. ‘s Avonds worden de afbeeldingen uitgelicht. Bewoners vroegen ook om speelvoorzieningen voor kinderen, zoals klimrekken en een voetbalveldje.
is noodzaak”
bewoners te stimuleren werd een grote, verwaarloosde plantenbak op het middenterrein omgetoverd tot een ontmoetingsplaats.
Kunstmuur Een hoogtepunt was de creatie van een ‘kunstmuur’ bij een wat rommelig achterterrein. In overleg met de kinderen in de wijk hadden de kunstenaar hiervoor het thema ‘onder water’ bedacht. Onder leiding van de kunstenaars gaven de kinderen uit de buurt op een fraaie zaterdag met verf en kwast invulling aan dat thema. Het resultaat: een prachtige, kleurrijke wandschildering. Om de sociale contacten tussen de
Energie De Goudriaanbuurt beschikt nu over een bewonerscommissie, waar Mirjam geregeld mee overlegt. “Het zijn mensen die zich echt betrokken voelen bij hun buurtje en er ook tijd en energie in willen steken.” Maar ook Mirjam en haar collega’s moeten energie blijven steken in de wijk, heeft ze gemerkt. “Het was de eerste keer dat we de leefbaarheid op deze manier hebben trachten te verbeteren. Dat is gelukt, maar we moeten de vinger aan de pols blijven houden. De kunst is om de buurt, samen met de bewoners, mooi, schoon en gezellig te houden.”
20
DE WIJK EN WIJ
“Netwerken De wijkconsulenten van de Alliantie steken veel tijd en energie in het opbouwen en onderhouden van netwerken. Dat begint vruchten af te werpen: “Wat vroeger vaak een jaar kostte, kan nu binnen een dag geregeld zijn”, zegt wijkconsulente Jolande Schijff. Jolande ziet zichzelf als een spin in een uitgebreid web van met elkaar verknoopte netwerken. Netwerken helpen haar de belangen van de bewoners én de corporatie optimaal te behartigen. “We kunnen het namelijk niet alleen, maar hebben elkaar nodig. De gemeente, de corporatie, de bewoners en al die andere partijen die betrokken zijn bij de leefomgeving.” Vooral de gemeente is een belangrijke partner. Toen Jolande twee jaar geleden in Huizen begon als wijkconsulente, heeft ze meteen contact gelegd met de gemeente. “Die contacten waren er natuurlijk altijd al, maar we werken nu veel nauwer samen. Wij kennen de mensen bij de gemeente en zij kennen ons. Ik weet precies wie ik moet hebben als ergens in de wijk
een probleem speelt. Daardoor kan nu binnen een dag geregeld zijn, wat vroeger soms een jaar duurde.” Containers Inmiddels is ze ook in andere gemeenten bezig met het opbouwen van netwerken. Daardoor kon ze bijvoorbeeld een probleem met ondergrondse containers in een complex in Bussum snel de wereld uit helpen. “We hebben een keer een overleg gehad met alle partijen, concrete afspraken gemaakt over wie wat doet en die vervolgens uitgevoerd. Probleem de wereld uit.” Het is precies zoals ze het graag ziet: geen geklets, maar actie. “Voor je het weet ben je een praatclub, voortdurend aan het
bepalen succes”
overleggen over convenanten. Daar beginnen we niet aan. Wij vergaderen niet, we dóen.” Ook bewoners maken deel uit van het omvangrijke netwerk van Jolande. “Vroeger lieten we ons weinig gelegen liggen aan de bewoners. Maar we realiseren ons nu: wij werken in dienst van de bewoners. Nu gaan we naar de mensen toe. Als ik een melding van een bewoner krijg, ga ik altijd persoonlijk langs om te horen wat er aan de hand is. Daar moeten de bewoners wel aan wennen. Soms schrikken ze gewoon als we voor de deur staan: ‘jeetje, bent u er nu al’.” Cohesie Net als bij haar collega’s bepalen haar
persoonlijke inzet en betrokkenheid het succes van Wijkservice. Activiteiten die de sociale cohesie in een wooncomplex of buurt ten goede komen, kunnen rekenen op haar bijzondere belangstelling. “Soms weten mensen niet eens wie hun naaste buren zijn. Dat is toch te gek voor woorden? Als ik daar, bijvoorbeeld door een buurtfeest te helpen organiseren, iets aan kan veranderen, zal ik het niet laten. Het is een mooi begin als bewoners elkaar daarna groeten.” Met bestaande bewonerscommissies verstevigt ze de banden. “De uitdaging is om ze ook te laten kijken naar de woonomgeving. Daar probeer ik mensen enthousiast voor te maken. Langzaam begint dat te werken.”
22
DE WIJK EN WIJ
Een wijkgerichte organisatie heeft ook een wijkgerichte website. Op de buurtwebsite van de Alliantie Gooi en Vechtstreek kunnen bewoners snel informatie vinden over hun eigen buurt.
“Platform voor bewoners en partners” “Internet wordt, naast mondelinge en schriftelijke communicatiemiddelen, een steeds belangrijker medium om bewoners te informeren over ontwikkelingen in hun wijk. Op internet maken we zichtbaar wat we doen in de wijk. Daarnaast is de website een platform voor bewoners onderling en voor onze partners in de wijk”, zegt Ite Smit, manager van de afdeling Wijkservice. Bewoners komen binnen op een pagina met de foto’s en contactgegevens van de betreffende wijkconsulent en buurtbeheerder van de Alliantie. Ze vinden er ook de gegevens van de medewerkers van partnerorganisaties, zoals de politie, de reinigingsdienst, de gemeente en het sociaal-cultureel werk. “Ook handig voor onze eigen mensen en onze partnerorganisaties”, zegt Ite. “Iedereen weet meteen wie hij moet hebben als er ergens iets speelt.”
Daarnaast kunnen, behalve de Alliantie, ook de bewoners foto’s, filmpjes en stukjes plaatsen. Dat gebeurt nog maar mondjesmaat. “Het idee is dat mensen hun verhaal kwijt kunnen, waar anderen dan weer op kunnen reageren. En mensen zullen elkaar herkennen van de foto’s en filmpjes. Dat maakt het makkelijker om contact te maken: hé, ik zag je op de website. En dat kan de sociale cohesie van een buurt versterken.”
23 DE WIJK EN WIJ
Wijkatlas onmisbaar instrument Alle beschikbare en relevante gegevens over een wijk overzichtelijk gerangschikt op kaarten. Dat is de Wijkatlas, een onmisbaar instrument voor de afdeling Wijkservice. De Wijkatlas geeft precies aan hoe een wijk ervoor staat. De gegevens in de Wijkatlas zijn afkomstig uit de databanken van het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting en tal van andere bronnen. Van elke wijk waarin de Alliantie Gooien Vechtstreek woningen bezit, is een kaart opgenomen met feiten en cijfers. Zo krijgt de gebruiker in een oogopslag de kenmerken van de betreffende wijk voorgeschoteld: de bevolkingssamenstelling, de sociaal-economisch positie van de bewoners, het aantal woningen en het oordeel van bewoners over de leefbaarheid in de wijk. Leefbaarheid Per wijk staat vermeld hoe de bewoners hun woonomgeving ervaren. Wat vinden ze van de kwaliteit van de woningen, de groenvoorzieningen, de parkeermoge-
lijkheden en de voorzieningen? En wat zouden ze graag beter of anders zien? De waarderingscijfers zijn afgezet tegen het Nederlandse gemiddelde. De Wijkatlas is voor de Alliantie een instrument om te signaleren hoe het met de wijken is gesteld of er moet worden ingegrepen in een buurt en vervolgens om te beoordelen of de ingrepen effect hebben gehad. Meldingen De afdeling Wijkservice werkt ook aan een systeem op basis van informatie uit de dagelijkse activiteiten van de corporatie: verhuren en beheren van woningen. Hierin kan bijvoorbeeld worden opgenomen het aantal keer dat huurders uit een buurt vertrekken vanwege de woonomgeving en het aantal meldingen van overlast in een buurt.