activiteitenverslag 2007
Inhoud 1. Interne werking.................................................................................... 7
6. Studie en onderzoek.......................................................................... 59 6.1 Technische documentatie...................................................................... 60 6.2 Coördinatie en informatie-uitwisseling betreffende inleners met veiligheidsproblemen....................................................... 61 6.3 Onderzoek en campagnes i.s.m. andere preventieorganisaties.......... 61
2. Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007......................................... 11
6.4 Een veiligheidscertificaat voor de uitzendbureaus (VCU)..................... 62
2.1 Nationale cijfers 2007............................................................................. 12
6.5 Evaluatie van de wetgeving over welzijn op het werk voor uitzendkrachten.............................................................................. 62
2.2 De ongevallencijfers van de verschillende uitzendbureaus................. 19 2.3 Arbeidsongevallen 2006-2007 van de uitzendkrachten verdeeld volgens het gewest.................................................................. 19 2.4 Uitzendkracht versus gemiddelde werknemer..................................... 20 2.5 Typologie van het ongeval...................................................................... 23 2.6 Dodelijke arbeidsongevallen.................................................................. 32 2.7 Samenvatting en besluiten..................................................................... 32 2.8 Actie naar de toekomst.......................................................................... 34
6.6 Deelname studie-, informatie- en vormingsactiviteiten....................... 63
7. Vorming.............................................................................................. 65 7.1 Subsidiëring van veiligheidsopleidingen................................................ 66 7.2 E-learning............................................................................................... 66 7.3 Vergaderingen met de verbindingspersonen........................................ 67 7.4 Basisopleiding preventie en bescherming voor de verbindingspersonen.............................................................................. 68
3. Ongevallen jobstudenten - uitzendkrachten 2007............................ 37
7.5 Cursus sociaal recht voor uitzendconsulenten..................................... 68
3.1 De evolutie sinds 1999............................................................................ 38
8. Actieplan 2008.................................................................................... 71
3.2 Cijfergegevens per leeftijdscategorie.................................................... 40 3.3 Plaats van het letsel............................................................................... 42
9. Bijlage : Leden Preventie en Interim................................................. 79
3.4 Samenvatting.......................................................................................... 43
4. Sensibilisatiecampagnes................................................................... 47 4.1 Agenda 2007............................................................................................ 48 4.2 Voorbereiding van de agenda 2008........................................................ 48 4.3 Preventiecampagne bij de jobstudenten............................................... 49
5. Adviesverlening.................................................................................. 53 5.1 Opvolging van de vragen......................................................................... 54 5.2 Website http://www.p-i.be...................................................................... 54 5.3 PI News................................................................................................... 56 5.4 Groen nummer 0800-23999................................................................... 57
-
Voorwoord
de inspanningen te versterken werd meer samenwerking gezocht met de andere actoren op het preventieterrein en met de overheid.
De uitzendsector kende in 2007 opnieuw een belangrijke groei van de gepresteerde uren. De ongevallencijfers van de uitzendkrachten hebben dus een steeds belangrijkere impact op de algemene ongevallencijfers. In persberichten over veiligheid en gezondheid op het werk wordt dan ook meestal gewezen op de hoge ongevallenfrequentie bij uitzendkrachten en met een beschuldigende vinger naar de sector en de inlenende bedrijven gewezen, die te weinig inspanningen zouden leveren om deze werknemers te beschermen. Men vergeet daarbij dan meestal te vermelden dat uitzendkrachten omwille van hun leeftijd, het gebrek aan ervaring en hun onbekendheid met het arbeidsmilieu een kwetsbare groep vormen die meer ongevalsvatbaar is.
Het sectoraal akkoord heeft nieuwe mogelijkheden en een budget voorzien voor veiligheidsopleidingen. De uitzendbureaus en de werkgeversorganisaties hebben gezamenlijk duidelijke voorstellen geformuleerd om te komen tot een efficiënter onthaal bij de gebruiker via een vernieuwde werkpostfiche en een efficiëntere organisatie van het gezondheidstoezicht. In 2008, het jaar dat Preventie en Interim 10 jaar wordt, moeten deze voorstellen nu concreet in wetgeving omgezet worden en kan PI geschikte hulpmiddelen uitwerken om de uitzendbureaus en de inlenende bedrijven te helpen voor de uitzendkrachten een veilige en gezonde arbeidsomgeving te garanderen.
In 2007 blijven de ongevallencijfers op eenzelfde niveau als in 2006. Sinds Preventie en Interim de ongevallencijfers verwerkt, werd eerst in 2000, samen met een sterke stijging van de tewerkstelling binnen de sector, een stijging van het ongevallencijfer vastgesteld, maar daarna daalden zowel het aantal als de gevolgen van de arbeidsongevallen van de uitzendkrachten met meer dan 30%. 2007 bevestigt dit bereikte niveau, maar betekent toch een onderbreking in de daling.
Marie-Claire Clabots Voorzitter
Hendrik De Lange Directeur
De werknemers van vandaag worden geconfronteerd met een snel veranderende omgeving. Flexibiliteit, onmiddellijke inzetbaarheid zijn factoren waarop de uitzendbureaus dadelijk inspelen. Maar de eisen i.v.m. kennis, ervaring en opleiding zijn moeilijk bij te houden. Er wordt niet alleen gewerkt met nieuwe en moderne technieken, onbekende stoffen, het werk moet uitgevoerd worden binnen steeds kortere termijnen, voor of na de verkeersdrukte, ‘s nachts of buiten de kantooruren. Niet alleen de nieuwe Europese lidstaten, maar ook de krapte op de Belgische arbeidsmarkt zorgen ervoor dat de uitzendsector intensief een beroep doet op buitenlandse werknemers, die onze taal, omgeving of gewoontes niet kennen. De uitzendsector staat in de voorlinie om de problemen aan te pakken. De hoge ongevallencijfers mogen niet gezien worden als een verwijt maar als een uitdaging en commitment om bijkomende inspanningen te doen voor een betere en veiligere inzetbaarheid van de tijdelijke werknemers. In 2007 heeft Preventie en Interim verdergebouwd op zijn sensibilisatieacties via de veiligheidsagenda en de actie jobstudenten en volop ingezet op opleidingsprogramma’s via e-learning en de verdere ontwikkeling van de website. Om de impact van
Voorwoord -
Interne werking
1.
activiteitenverslag 2007
1.1 Beheer
1.3 Verbindingspersonen
Preventie en Interim telt 146 leden (lijst zie bijlage). De Raad van Beheer bestaat op 31/12/2007 uit volgende leden:
126 verbindingspersonen vormen samen met de Centrale Cel de gemeenschappelijke preventiedienst. Daarvan hebben:
Marc BUVE
T-SERVICE INTERIM BRUSSEL
Ann CATTELAIN
FEDERGON
Virginie CAVERNEELS
De Algemene Centrale, ABVV
Marie-Claire CLABOTS (présidente)
PEOPLE INTERIM
Greta DEBAENE
Start People
Dirk DE CLERCQ
RANDSTAD BELGIUM
Linda HENDRICKX
MANPOWER BELGIUM
Marie-José JANSSEN
IDEAL INTERIM
Frédéric LAMBEAU
DAOUST INTÉRIM
André LEURS
ACV
Imed KERKENI
TRACE
Herwig MUYLDERMANS
FEDERGON
Pascal POCHET
UNIQUE INTERIM
Johan ROELANDT
ACLVB
Bergie VAN DEN BOSSCHE
ACV
Anne-Marie VERSCHETSE-VERVAEKE
KONVERT INTERIM
Walter VERWIMP
T-GROEP
Pascale WIRKEN
De Algemene Centrale, ABVV
• • • • •
10 verbindingspersonen een bijkomende opleiding niveau 1 15 verbindingspersonen een bijkomende opleiding niveau 2 55 verbindingspersonen een basisopleiding (niveau 3) 4 verbindingspersonen zijn in opleiding niveau 2 en 1 in opleiding niveau 1 37 verbindingspersonen hebben tot nog toe geen bewijs van een bijkomende opleiding geleverd. Dit betreft de buitenlandse bedrijven (16) zonder agentschap in België en verbindingspersonen die minder dan 6 maanden geleden de functie opgenomen hebben
1.4 Vergaderingen met de verbindingspersonen De verbindingspersonen en de Centrale Cel vergaderden in plenaire vergadering op: • 23 mei 2007: thema “afvalverwerking” • 23 november 2007: thema “brand blussen en evacuatie” De werkgroep “communicatie” kwam samen op 14 september 2007.
De Raad van Beheer heeft in 2007 driemaal vergaderd: 18 april, 13 juni en 14 november 2007.
1.2 Centrale Cel De Centrale Cel is als volgt samengesteld:
Hendrik DE LANGE
Directeur Preventie en Interim
Martine DHUYVETTER
Preventieadviseur
Sophie GODEFROID
Preventieadviseur
Kristien DE RO
Adviseur Vormingen
Anne GODIN
Adviseur Communicatie
Jerry VAN OUDENHOVE
Secretariaat
Interne werking -
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007
2.
activiteitenverslag 2007
2.1 Nationale cijfers 2007
Globale ernstgraad (Geg) houdt ook rekening met de dodelijke arbeidsongevallen en een blijvende arbeidsongeschiktheid. Dit wordt voor elk arbeidsongeval afzonderlijk vastgelegd, daarbij worden volgende richtwaarden gehanteerd:
De gegevens werden verzameld via de rapporten van de verschillende uitzendbureaus en verwerkt door Preventie en Interim (PI).
• • • •
2.1.1 Tewerkstelling 2007
Opmerking: als men het hier heeft over blijvende ongeschiktheid, dan dient men voor ogen te houden dat het gaat om de prognose van de verzekeraar aan het eind van het jaar en niet om een definitief erkende blijvende ongeschiktheid.
186 miljoen uren werden gepresteerd door uitzendkrachten (jobstudenten inbegrepen) waarbij 65% van de uren door arbeiders en 35% door bedienden. Gemiddeld waren 95.850 uitzendkrachten elke dag aan het werk. Uit de cijfers van het Sociaal Fonds voor Uitzendkrachten blijkt dat 363.437 uitzendkrachten één of meerdere opdrachten hebben volbracht. Daar moeten dan nog de 129.878 jobstudenten-uitzendkrachten worden aan toegevoegd. In totaal geeft dat een cijfer van 493.315 tewerkgestelde uitzendkrachten.
Elke werkgever is verplicht deze coëfficiënten te berekenen voor de ongevallen binnen zijn bedrijf. Zowel de FOD WASO (Tewerkstelling) als het Fonds voor Arbeidsongevallen berekenen deze cijfers voor de verschillende activiteitssectoren. Op basis daarvan heeft men een idee van de ongevallenrisico’s binnen een bepaalde sector (chemie, bouw, transport…). Deze cijfers zijn terug te vinden via de website van FAO (www.faofat.fgov.be).
2.1.2 Arbeidsongevallen 2007 12.683 arbeidsongevallen (op de werkplaats) met minimum één dag arbeidsongeschiktheid waarvan:
2.1.3 Evolutie 2000 – 2007
• 3 dodelijke ongevallen • 897 ongevallen met blijvende ongeschiktheid • 235.203 dagen arbeidsongeschiktheid
Evolutie van het aantal uren blootstelling
Één op de 40 uitzendkrachten had een arbeidsongeval met minimum één dag werkverlet en één op de 530 uitzendkrachten had een blijvende arbeidsongeschiktheid tengevolge van een ongeval op de werkplaats.
200
Frequentiegraad: Fg = 100 komt overeen met: • ofwel: één op 6 fulltime tewerkgestelde werknemers heeft elk jaar een arbeidsongeval • ofwel: een werknemer heeft 7 arbeidsongevallen tijdens een volledige beroepsloopbaan van 40 jaar Werkelijke ernstgraad: Weg = 1 komt overeen met 1,5 dagen werkonbekwaam tijdens één jaar voor elke fulltime tewerkgestelde werknemer
171,98
160 140
137,50
146,23 130,60
129,14
128,93
2001
2002
2003
151,08
120 Uren (miljoen)
Frequentiegraad: 67,85 Werkelijke ernstgraad: 1,26 Globale ernstgraad: 3,27
186,93
180
Aangezien uitzendkrachten meestal geen volledig jaar tewerkgesteld zijn als uitzendkracht (dit kan variëren van één week tot een volledig jaar), ligt deze verhouding natuurlijk lager dan het gemiddelde van de werkende bevolking, waar één op de 25 werknemers elk jaar een ongeval heeft met minstens één dag arbeidsongeschiktheid. Om deze reden worden ongevallencijfers omgerekend tot coëfficiënten die rekening houden met het aantal uren dat de betrokken werknemers tewerkgesteld zijn per jaar: de frequentie- en de ernstgraad.
7500 dagen voor een dodelijk arbeidsongeval 4450 dagen voor het verlies van een hand 2800 dagen voor het verlies van een oog 825 dagen voor het verlies van een vinger
100 80 60 40 20 0
2000
2004
2005
2006
2007
Frequentiegraad (Fg)
12
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 13
activiteitenverslag 2007
De frequentiegraad is een maat voor het aantal ongevallen en wordt berekend door het aantal arbeidsongevallen (met minimum 1 dag werkongeschiktheid) te vermenigvuldigen met 1.000.000 en te delen door het totaal aantal uren dat door alle uitzendkrachten gewerkt werd in het betreffende kalenderjaar.
De werkelijke ernstgraad is een maat voor de menselijke schade tengevolge van alle ongevallen en wordt berekend door het totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid (van alle uitzendkrachten samen) te vermenigvuldigen met 1000 en te delen door het totaal aantal uren dat door alle uitzendkrachten gewerkt werd in het betreffende kalenderjaar.
Evolutie Fg: arbeiders
160
3
160 136,0
Evolutie Weg: arbeiders 3 2,67
2,49
134,7
2,41 2,15
124,6
120
110,3 91,9
95,4
80
40
80
1,77
1,77
2
1,80
1
1
40 15,8
0
1,94
Weg
95,4
Fg
Fg
99,9
2
Weg
120
2000
2001
2002
Evolutie Weg: bedienden
Evolutie Fg: bedienden
2003
2004
2005
2006
0
2007
13,5
2000
2001
15,0
2002
16,7
2003
13,8
2004
15,4
2005
16,3
2006
17,4
0
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
0
2007
0,25
0,22
0,25
0,27
2000
2001
2002
2003
0,20
0,25
0,26
0,28
2004
2005
2006
2007
2007
Evolutie Weg: arbeiders + bedienden 3
Evolutie Fg: arbeiders + bedienden 160
120
Tf
99,6
94,3
87,8
80
1,85 1,68
71,4
65,9
68,5
2001
2002
1,38
1,25
1,26
1,26
2005
2006
2007
67,8
0
2000
1,54
1 79,6
40
0
1,81
Weg
2
2003
2004
2005
2006
2000
2001
2002
2003
2004
2007
Werkelijke ernstgraad (Weg)
14
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 15
activiteitenverslag 2007
Globale ernstgraad (Geg) De globale ernstgraad is een maat voor de totale menselijke schade tengevolge van alle arbeidsongevallen en wordt berekend door het totaal aantal kalenderdagen arbeidsongeschiktheid te vermeerderen met een forfaitair aantal dagen (dat rekening houdt met de blijvende ongeschiktheid en de dodelijke arbeidsongevallen), te vermenigvuldigen met 1000 en te delen door het aantal uren dat door alle uitzendkrachten gewerkt werd in het betreffende kalenderjaar.
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2006/2007
2000/2007
Fg
99,60
94,29
87,76
79,58
71,40
65,96
68,42
67,85
- 0,8%
- 32%
Weg
1,81
1,85
1,68
1,54
1,38
1,25
1,26
1,26
/
- 30%
Geg
4,19
4,70
4,53
3,86
3,56
3,74
3,61
3,27
- 9%
- 22%
99,85
91,92
95,47
95,48
/
- 30%
Alle uitzendkrachten
Arbeiders Fg
Evolutie Geg: arbeiders
8 6,48
5,77
6
5,45
5,25
5,12
4,72
Geg
Geg
4,94
4
Weg
2,49
2,67
2,41
2,15
1,94
1,77
1,77
1,80
+ 2%
- 28%
Geg
5,77
6,78
6,48
5,45
4,94
5,31
5,16
4,72
- 9%
- 18%
Fg
15,77
13,50
15,03
16,73
13,77
15,39
16,29
17,44
+ 7%
+ 10%
Weg
0,25
0,22
0,25
0,27
0,20
0,25
0,26
0,28
+ 8%
+ 12%
Geg
0,57
0,55
0,67
0,61
0,66
0,69
0,62
0,64
+ 3%
+ 12%
Bedienden
8 6,78
6
Evolutie Geg: bedienden
135,79 134,70 124,56 110,26
4
Samengevat: 2
0
2
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
0
2007
0,57
0,55
0,67
0,61
0,66
0,69
0,61
0,64
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Evolutie Geg: arbeiders + bedienden
De globale ernstgraad (Geg) is met 9% verminderd bij de arbeiders (3 dodelijke arbeidsongevallen in 2007 tegenover 4 in 2006) en met 3% toegenomen bij de bedienden. Dit resulteert in een vermindering van 9% voor alle uitzendkrachten samen.
6
Geg
4,70 4,19
4,53 3,86
3,56
3,70
3,59
2004
2005
2006
3,27
2
0
16
Voor de frequentiegraad (Fg) stellen we bij de arbeiders een status quo vast, wat betekent dat het aantal arbeidsongevallen in een zelfde verhouding toeneemt als de tewerkstelling van de arbeiders. Bij de bedienden daarentegen stijgt de frequentiegraad met 7%. Voor de gehele sector (arbeiders en bedienden samen) geeft dit toch een lichte daling van 0,8%. Voor de werkelijke ernstgraad (Weg) stellen we bij de arbeidser een lichte stijging van 2% vast en een stijging van 8% bij de bedienden. Voor alle uitzendkrachten samen komt dit neer op een status quo.
8
4
In vergelijking met 2006 is het aantal blootstellingsuren toegenomen met 8,5%: bij de arbeiders met 6% en bij de bedienden met 12%.
2000
2001
2002
2003
2007
De evolutie van de arbeidsongevallencijfers voor alle uitzendkrachten samen lijkt op het eerste zicht onverklaarbaar gezien de stijging van zowel ernst als frequentie bij de bedienden. Dit is echter het gevolg van de sterkere toename van de tewerkstelling bij de bedienden in vergelijking met de arbeiders. De bedienden hebben veel minder ongevallen dan de arbeiders, zodat een relatieve toename van de bedienden in de totale uitzendpopulatie een daling van de gezamenlijke ongevallencijfers ten opzichte van 2006 tot gevolg heeft. De toename van de ernst en de frequentie bij de bedienden wordt mede verklaard door de algemene tendens dat bepaalde functies van arbeiders- naar bediendenstatuut overstappen en deze functies toch een hoger risico op ongevallen inhouden dan de klassieke administratieve bediendenfuncties.
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 17
activiteitenverslag 2007
2.1.4 Overzicht van de gegevens over arbeidsongevallen bij uitzendkrachten 2000 – 2006 - 2007 2000
2006
2007
Arbeiders + bedienden aantal uren blootstelling aantal ongevallen
137.520.266
171.988.070
186.931.908
13.697
11.767
12.683
10.830
11.783
933
897
aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid
12.943
aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid
751
aantal dodelijke arbeidsongevallen
3
4
3
aantal dagen arbeidsongeschiktheid
249.077
215.972
235.203
aantal forfaitaire dagen
327.598
404.430
354.429
frequentiegraad
99,6
68,42
67,85
werkelijke ernstgraad
1,81
1,26
1,26
globale ernstgraad
4,19
3,61
3,27
2.2 De ongevallencijfers van de verschillende uitzendbureaus Voor elk uitzendbureau zijn, afzonderlijk voor de arbeiders en de bedienden, de ernst- en de frequentiegraad berekend. Naar gelang van de onderneming situeert de frequentiegraad van de arbeiders zich tussen 50 en 170, de werkelijke ernstgraad tussen 1 en 4 en de globale ernstgraad tussen 1,5 en 10. De ongevallencijfers (Fg, Weg en Geg) van de bedienden wijken veel minder af van het gemiddelde van de sector.
2.3 Arbeidsongevallen 2006-2007 van de uitzendkrachten verdeeld volgens het gewest Bron: de gegevens verzameld door PI via de rapporten van de verschillende uitzendondernemingen.
Arbeiders 70
66
65
95.913.964
113.233.675
120.749.892
aantal ongevallen
13.041
10.810
11.529
aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid
12.323
9.933
10.702
aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid
715
873
824
aantal dodelijke arbeidsongevallen
3
4
3
aantal dagen arbeidsongeschiktheid
238.580
200.752
216.792
aantal forfaitaire dagen
314.473
383.505
330.354
frequentiegraad
135,97
95,47
95,48
2,49
1,77
procentueel aandeel blootstelling aantal uren blootstelling
werkelijke ernstgraad globale ernstgraad
5,77
5,16
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Nationaal
66,9 %
24,2 %
8,9 %
100 %
Tewerkstelling 2007 2006
2007
2006
2007
2006
2007
2006
2007
Fg
87,49
89,55
123.23
116,85
66,90
75,47
95,47
95,48
Weg
1,51
1,55
2,59
2,49
1,56
1,63
1,77
1,80
Geg
3,97
3,81
7,97
7,25
5,29
4,24
5,16
4,72
Fg
15,69
16,33
23,09
26,14
9,30
10,62
16,29
17,44
1,80
Weg
0,23
0,23
0,40
0,47
0,14
0,21
0,26
0,28
4,72
Geg
0,55
0,42
0,97
1,21
0,38
0,71
0,62
0,64
Fg
65,13
65,74
91,40
88,68
32,79
28,62
68,42
67,85
Weg
1,11
1,12
1,89
1,87
0,72
0,60
1,26
1,26
Geg
2,91
2,71
5,74
5,37
2,39
1,69
3,61
3,27
ARBEIDERS
BEDIENDEN
ALLE Bedienden procentueel aandeel blootstelling aantal uren blootstelling aantal ongevallen aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid
18
30
34
35
41.606.302
58.754.395
66.182.016
656
957
1.154
897
1.081
620
aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid
36
60
73
aantal dodelijke arbeidsongevallen
0
0
0
aantal dagen arbeidsongeschiktheid
10.497
15.220
18.411
aantal forfaitaire dagen
13.125
20.925
24.075
frequentiegraad
15,77
16,29
17,44
werkelijke ernstgraad
0,25
0,26
0,28
globale ernstgraad
0,57
0,69
0,64
Er is een opvallend verschil tussen de ongevallencijfers in de drie regio’s. De cijfers evolueren verschillend in Vlaanderen en Wallonië, maar de verschillen blijven zeer groot. Dit fenomeen wordt niet alleen bij uitzendkrachten maar ook bij de totale werknemerspopulatie vastgesteld. Het zeer hoge cijfer voor de ernst wordt ondermeer verklaard doordat in Vlaanderen 1 en in Wallonië 2 dodelijke arbeidsongevallen plaatsvonden.
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 19
activiteitenverslag 2007
2.4 Uitzendkracht versus gemiddelde werknemer 2.4.1 Vaststelling Uit het “Verslag van de arbeidsongevallen in de sector van de uitzendarbeid 2005” en het globaal verslag over de arbeidsongevallen 2005 en 2006 ”Arbeidsongevallen, private sector, statistische tabellen”, beiden opgesteld door het Fonds voor Arbeidsongevallen, kan men afleiden dat 9,6% van de arbeidsongevallenaangiftes betrekking hebben op uitzendkrachten. Dit heeft weliswaar betrekking op bijna 500.000 werknemers (of 16% van de werknemers, de jobstudenten meegerekend), maar zij vertegenwoordigen in arbeidsvolume nog geen 3% van de tewerkstelling. Arbeiders
Uitzendsector 2007
Alle werknemers*
Frequentie
95,48
49,94
Werkelijke ernstgraad
1,80
1,19
Globale ernstgraad
4,72
4,34
Frequentie
17,44
6,25
Werkelijke ernstgraad
0,28
0,13
Globale ernstgraad
0,64
0,53
Bedienden
* Schatting op basis van de gegevens van het FAO voor 2006
De samenstelling van beide werknemerspopulaties is echter niet gelijklopend omdat zowel de leeftijd, de blootstelling aan het risico, als de ervaring en de vertrouwdheid met het arbeidsmilieu van de betrokken werknemers sterk verschillen.
2.4.2 Frequentie van de ongevallen voor de uitzendkrachten 2.4.2.1 Invloed van de leeftijd Jongeren hebben 1 tot 2 maal zoveel ongevallen als hun collega’s van meer dan 30 jaar. Tabel: Verdeling van de ongevallen van de uitzendkrachten (2006) en van hun tewerkstelling (2004 ) – verhouding ongevallen en tewerkstelling, volgens de leeftijd van de uitzendkracht
Leeftijd
Ongevallen uitzendkrachten 2006
Volume uren gepresteerd door uitzendkrachten 2004
15 - 19 jaar
11,1%
8,7%
20 - 29 jaar
48,8%
44,2%
30 - 39 jaar
23,3%
24,5%
40 - 49 jaar
13,1%
15,9%
50 - 59 jaar
3,3%
6,1%
60 jaar en +
0,3%
6,4%
Tabel: Verdeling van de arbeidsongevallen (2006), van de tewerkstelling (2005) en van de verhouding ongevallen/tewerkstelling van alle werknemers volgens de leeftijd van de werknemers
Leeftijd
Arbeidsongevallen in de privé-sector 2006
Arbeidsvolume privé-sector 2005
Verhouding ongevallen / tewerkstelling
15 - 19 jaar
3,9%
1,6%
197
20 - 29 jaar
30,8%
24,6%
101
30 - 39 jaar
28,6%
31,1%
74
40 - 49 jaar
24,6%
27,6%
72
50 - 59 jaar
11,1%
14,0%
64
60 jaar en +
0,9%
1,2%
60
Binnen de uitzendpopulatie is 53% jonger dan 30 jaar, binnen de globale werknemerspopulatie is dit slechts 26%.
2.4.2.2 Beroep van het slachtoffer Manuele arbeid leidt natuurlijk tot meer ongevallen dan administratieve arbeid. Een job in de transportsector is gevaarlijker dan een functie bij een bank of verzekeringsmaatschappij. Uitzendkrachten zijn niet gelijk verdeeld over alle sectoren. Metaal, transport en sectoren met hogere risico’s nemen veel uitzendkrachten af. Volgens de statistische analyse van het Fonds voor Arbeidsongevallen hebben arbeiders vijfmaal meer ongevallen dan bedienden. 64% van de uitzendkrachten oefent een arbeidersjob uit, terwijl dit slechts ongeveer 45% is voor de algemene populatie. Tabel: Verdeling van de ongevallen naargelang het beroep van het slachtoffer Bron: FAO 2005 Beroep van het slachtoffer
aantal
bouwvakkers
10395
handlangers transport, laden, lossen
8965
handlangers verwerkende nijverheid
8124
assemblagearbeiders
6421
mecanciens, herstellers apparatuur
6107
arbeiders voedingsnijverheid
5941
bestuurders motorvoertuigen
5518
verplegend en verzorgend personeel
5363
lassers, plaatwerkers, monteurs
5106
gezinshelpers, schoonmaaksters
4416
verkopers
2039
restauratiediensten
1559
metaalbewerking
1288
In bovenstaande lijst zijn de beroepen opgenomen met de meeste arbeidsongevallen. De uitzendkrachten zijn zeer ruim vertegenwoordigd in deze lijst (bouwvakkers uitgezonderd).
20
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 21
activiteitenverslag 2007
2.5 Typologie van het ongeval
2.4.2.3 Ervaring en integratie in het arbeidsmilieu Uit ongevallenanalyses op bedrijfsniveau blijkt dat vooral de lichtere ongevallen gebeuren tijdens de eerste dagen en weken van de tewerkstelling. Er zijn geen gegevens ter beschikking om de invloed van ervaring en bekendheid met het arbeidsmilieu te meten en te binden aan het ongevalsgebeuren.
2.4.3 Ernst van de ongevallen Het FAO heeft een vergelijking gemaakt tussen uitzendkrachten (arbeiders – bedienden) en de totale populatie arbeiders en bedienden (zie tabel- bron FAO 2005) Beroepscategorie
Arbeiders
Uitzendarbeiders
Bedienden
Het onderzoek van de arbeidsongevallen uitgevoerd door het Fonds voor Arbeidsongevallen heeft betrekking op de ongevallen in 2006 (15.583 ongevallen waarvan 9.835 ongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid en 959 ongevallen met blijvende ongeschiktheid).
2.5.1 Het werk op het ogenblik van het ongeval
Uitzendbedienden
gevolg
N
%
N
%
N
%
N
%
Z.G
46.943
39,2%
4.238
29,7%
16.450
59,7%
545
42,2%
T.A.O.
62.512
52,2%
9.144
64,0%
9.337
33,9%
691
53,4%
B.A.O.
10.308
8,6%
902
6,3%
1.777
6,4%
57
4,4%
D.O
79
0,1%
6
0,0%
13
0,0%
0
0%
TOTAAL
119.842
100%
14.290
100%
27.577
100%
1293
100%
Z.G. = zonder gevolg T.A.O. = tijdelijke arbeidsongeschiktheid D.O. = dodelijke arbeidsongevallen
Bron: FAO (Fonds voor Arbeidsongevallen)
B.A.O. = blijvende arbeidsongeschiktheid
Bij uitzendkrachten is het aandeel van de ongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid belangrijker dan bij de totale populatie (dit ten nadele van de ongevallen zonder gevolg, dit zijn ongevallen met enkel medische verzorging en/of geen arbeidsongeschiktheid). Opmerkelijk is echter dat het aandeel van de ongevallen met blijvende ongeschiktheid veel lager is dan bij de totale populatie. Dit leidt dan ook tot een lagere globale ernstgraad bij de uitzendkrachten in vergelijking met de totale populatie. Dit kan ondermeer verklaard worden door de leeftijd van het slachtoffer zoals hoger reeds aangegeven. Jongeren hebben meer ongevallen, maar met minder arbeidsongeschiktheid per ongeval.
2.4.4 Besluit Voor de invloed van de leeftijd kan men op basis van de cijfers de invloed op het ongevallencijfer inschatten. Het grote verschil in de frequentiegraad tussen uitzendkrachten en andere werknemers kan daardoor grotendeels verklaard worden. Ook de kleinere globale ernstgraad van de ongevallen van uitzendkrachten t.o.v. van de andere arbeiders heeft met de leeftijd te maken. Het beroep van het slachtoffer bepaalt aan welke risico’s de werknemer is blootgesteld en is tevens een indicatie voor de verschillen in ongevallencijfers tussen uitzendkrachten en de gemiddelde werknemer. Voor de invloed van ervaring en de graad van integratie van de uitzendkracht binnen zijn arbeidsmilieu kan geen schatting gemaakt worden, maar de impact ervan is onbetwistbaar.
2.5.1.1 Vaststelling Tabel: verdeling van het aantal ongevallen van de uitzendkrachten naargelang de activiteit op het ogenblik van het ongeval (Bron FAO 2006) Privé-sector in 2006
Totaal
Soort werk N
%
%
11 Productie, verwerking, bewerking - ongeacht de aard
4.996
32,1%
18,1%
10 Productie, verwerking, bewerking, opslag - ongeacht de aard
2.697
17,3%
7,9%
51 Plaatsing, voorbereiding, installatie, montage, losmaken
1.404
9,0%
8,3%
12 Opslag - ongeacht de aard
1.377
8,8%
5,5%
53 Schoonmaken van ruimte, machines
721
4,6%
4,0%
52 Onderhoud, reparatie, regeling, afstelling
438
2,8%
4,5%
24 Renovatie, reparatie, aanbouw, onderhoud
417
2,7%
3,6%
61 Verkeer, ook in vervoermiddelen
412
2,6%
4,7%
41 Dienstverlening, verzorging, bijstand, aan personen
382
2,5%
8,5%
43 Commerciële werkzaamheden - inkoop, verkoop, bijbehoren
381
2,4%
3,6%
54 Afvalbeheer, verwijdering, behandeling van afval ongeacht
254
1,6%
0,7%
20 Grondverzet, bouw, onderhoud, sloop - niet gespecificeerd
219
1,4%
1,3%
42 Hoofdarbeid - onderwijs, opleiding, informatieverwerking
213
1,4%
2,5%
22 Nieuwbouw - gebouw
196
1,3%
3,3%
23 Nieuwbouw - kunstwerken, infrastructuur wegen, bruggen
41
0,3%
0,5%
32 Werk in de landbouw - met gewassen, tuinbouw
35
0,2%
0,5%
21 Grondverzet
24
0,2%
0,3%
30 Werk in de landbouw, bosbouw, tuinbouw, visteelt
18
0,1%
0,2%
25 Sloop - ongeacht het soort bouwwerk
15
0,1%
0,2%
60 Verkeer, sportbeoefening, kunst - niet gespecificeerd
13
0,1%
0,2%
15.583
100%
100%
Totaal
De belangrijkste conclusie uit deze overwegingen is dat de uitzendkrachten omwille van de vermelde invloeden (leeftijd, risicovolle sector, beroep en integratie in het arbeidsmilieu) meer ongevalsvatbaar zijn. Door preventieve acties die inwerken op deze factoren kan een doeltreffend beleid gevoerd worden om deze arbeidsongevallen te verminderen.
22
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 23
activiteitenverslag 2007
2.5.1.2 Besluit Veel voorkomende werkzaamheden zijn: • • • • •
Productie, verwerking, bewerking Opslag Plaatsing, voorbereiding, installatie, montage, losmaken, demontage Schoonmaken van ruimten, machines - industrieel of handmatig Onderhoud, reparatie, regeling, afstelling
Uit deze cijfers komt duidelijk naar voren dat de activiteiten van de uitzendkrachten vooral gericht zijn op verwerking en bewerking van producten en opslag van goederen.
2.5.2 Afwijkende gebeurtenis 2.5.2.1 Vaststelling Tabel: Verdeling van de ongevallen van uitzendkrachten naargelang de afwijkende gebeurtenis (bron FAO 2006). Afwijkende gebeurtenis
24
Privé-sector in 2006
Totaal
35 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - op gelijke hoogte gelegen
344
2,2%
2,2%
75 Zwaarbeladen lopen, misstap of uitglijden zonder vallen
338
2,2%
3,3%
22 In vloeibare toestand - lekken, sijpelen, leeglopen, spatten, sproeien
328
2,1%
1,7%
41 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een machine (inclusief onbedoeld starten) en over het met de machine bewerkte materiaal
313
2,0%
2,4%
60 Bewegen van het lichaam zonder fysieke belasting (doorgaans leidend tot uitwendig letsel)
311
2,0%
1,0%
70 Bewegen van het lichaam met of zonder fysieke belasting (doorgaans leidend tot inwendig letsel)
294
1,9%
1,3%
72 Duwen, trekken
286
1,8%
1,8%
40 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) over een machine, vervoerof transportmiddel, handgereedschap, voorwerp, dier
236
1,5%
1,1%
74 Buigen, draaien, zich omdraaien
118
0,8%
1,2%
73 Neerzetten, bukken
113
0,7%
0,8%
34 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - lager gelegen (het slachtoffer meeslepend)
83
0,5%
0,9%
31 Breken van materiaal, op de voegen of verbindingen
72
0,5%
0,5%
20 Afwijkende gebeurtenis door overlopen, kantelen, lekken, leeglopen, verdampen, vrijkomen - niet gespecificeerd
49
0,3%
0,3%
23 In gasvormige toestand - verdampen, aërosolvorming, gasvorming
45
0,3%
0,3%
N
%
%
64 Ongecoördineerde, onbeheerste of verkeerde bewegingen
1.823
11,7%
9,4%
33 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - hoger gelegen (op het slachtoffer vallend)
1.261
8,1%
5,6%
44
0,3%
1,2%
44 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een voorwerp (dat wordt gedragen, verplaatst, gehanteerd enz.)
83 Geweldpleging, agressie, bedreiging door buitenstaanders jegens de slachtoffers in het kader van hun beroepsuitoefening (bankoverval, buschauffeurs enz.)
1.151
7,4%
8,9%
84 Aangevallen, omvergelopen worden - door een dier
38
0,2%
0,4%
52 Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen - op ± dezelfde hoogte
1.122
7,2%
9,1%
61 Op een snijdend voorwerp stappen
33
0,2%
0,2%
12 Elektrische storing - met direct contact als gevolg
31
0,2%
0,2%
63 Door een voorwerp of de vaart daarvan gegrepen of meegesleept worden
1.060
6,8%
3,8%
62 Knielen, gaan zitten, tegen iets leunen
30
0,2%
0,2%
43 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een handgereedschap (al dan niet gemotoriseerd) en over het met het gereedschap bewerkte materiaal
1.038
6,7%
7,1%
82 Geweldpleging, agressie, bedreiging tussen personeelsleden van de werkgever
21
0,1%
0,1%
71 Optillen, dragen, opstaan
669
4,3%
4,8%
21 In vaste toestand - overlopen, kantelen
19
0,1%
0,2%
50 Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen - niet gespecificeerd
574
3,7%
2,4%
11 Electrische storing met indirect contact tot gevolg
17
0,1%
0,1%
13 Explosie
12
0,1%
0,1%
32 Breken, barsten, waarbij scherven/spanen ontstaan (hout, glas, metaal, steen, kunststof, overige)
554
3,6%
2,3%
14 Brand, vuurzee
11
0,1%
0,1%
30 Breken, barsten, glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - niet gespecificeerd
11
0,1%
0,1%
540
3,5%
1,4%
10 Afwijkende gebeurtenis als gevolg van een elektrische storing, explosie, brand 80 Verrassing, schrik, geweldpleging, agressie, bedreiging, aanwezig zijn
9
0,1%
0,2%
24 In poedervorm - rookontwikkeling, stof, deeltjes
459
2,9%
3,0%
81 Verrassing, schrik
9
0,1%
0,2%
51 Vallen van personen - van hoogte
406
2,6%
4,3%
15.583
100%
100%
42 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een vervoer- of transportmiddel (al dan niet gemotoriseerd)
402
2,6%
3,0%
Totaal
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 25
activiteitenverslag 2007
2.5.2.2 Besluit Belangrijke afwijkende gebeurtenissen: • • • • • •
03.00 Gebouwen, constructies, oppervlakken - ondergronds (binnen of buiten)
43
0,3%
0,9%
05.00 Motoren, systemen voor transmissie en opslag van energie
32
0,2%
0,3%
16.00 Veiligheidsystemen en veiligheidsuitrusting
Ongecoördineerde, onbeheerste of verkeerde bewegingen Glijden, vallen, instorten van het hoger gelegen voorwerp Verlies van controle over een voorwerp dat wordt gedragen, verplaatst, Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen - op ± dezelfde hoogte Verlies van controle over een handgereedschap en materiaal Door een voorwerp of de vaart daarvan gegrepen of meegesleept worden
Totaal
20
0,1%
0,2%
15.583
100%
100%
2.5.3.2 Besluit • Het hoogste percentage voor de ongevallen (33,6%) vindt men onder rubriek «14. Materialen en producten» • Uitzendkrachten zijn in vergelijking met andere werknemers meer betrokken bij ongevallen met materialen (behandeling, transport van goederen), met systemen voor intern transport en opslag (heftrucks), vast opgestelde machines en met de hand bediend gereedschap
2.5.3 Betrokken voorwerp 2.5.3.1 Vaststelling Tabel: Verdeling van de ongevallen van uitzendkrachten naargelang het betrokken voorwerp dat verband houdt met de afwijkende gebeurtenis die geleid heeft tot het ongeval (bron FAO 2006).
Betrokken voorwerp
26
Privé-sector in 2006
Totaal N
%
%
14.00 Materialen, objecten, producten, onderdelen van machines
5.240
33,6%
23,8%
11.00 Systemen voor intern en continutransport en opslag
2.290
14,7%
8,8%
06.00 Handgereedschap - niet gemotoriseerd
1.303
8,4%
8,6%
01.00 Gebouwen, constructies, oppervlakken - gelijkvloers (binnen of buiten, vast of verplaatsbaar, tijdelijk)
1.280
8,2%
12,1%
02.00 Gebouwen, constructies, oppervlakken - bovengronds (binnen of buiten)
817
5,2%
6,8%
10.00 Machines en uitrusting - vast gemonteerd
798
5,1%
07.00 Met de hand bediend gereedschap - mechanisch
683
00.00 Geen betrokken voorwerp of geen informatie 99.00 Overige betrokken voorwerpen, niet in deze lijst vermeld
2.5.4 Wijze van verwonding 2.5.4.1 Vaststelling Tabel: Verdeling van het aantal ongevallen van uitzendkrachten naargelang de wijze van verwonding (bron FAO 2006). Privé-sector in 2006
Totaal
Wijze van verwonding N
%
%
51 Contact met een snijdend voorwerp (mes enz.)
1.684
10,8%
7,9%
42 Stoot door voorwerp - vallend
1.668
10,7%
7,0%
31 Verticale beweging, verplettering op/tegen (gevolg van een val)
1.646
10,6%
12,4%
3,7%
53 Contact met een hard of ruw voorwerp
1.404
9,0%
8,4%
4,4%
3,1%
63 Beknelling, verplettering - tussen
1.373
8,8%
5,8%
576
3,7%
5,7%
71 Fysieke belasting - van het bewegingsapparaat
1.060
6,8%
10,2%
432
2,8%
5,7%
16 Contact met gevaarlijke stoffen - op of via de huid of de ogen
719
4,6%
3,3%
41 Stoot door voorwerp - weggeslingerd
545
3,5%
2,9%
62 Beknelling, verplettering - onder
404
2,6%
1,3%
70 Fysieke belasting van het lichaam, psychische belasting
396
2,5%
2,4%
52 Contact met een puntig voorwerp (spijker, puntig gereedschap)
392
2,5%
3,3%
50 Contact met een snijdend, puntig, hard of ruw voorwerp
358
2,3%
2,1%
32 Horizontale beweging, verplettering op/tegen
350
2,2%
2,5%
286
1,8%
1,4%
12.00 Voertuigen voor transport over land
423
2,7%
5,0%
17.00 Kantooruitrusting en persoonlijke uitrusting, sportuitrusting, wapens
378
2,4%
3,9%
15.00 Chemische stoffen, explosieven, radioactieve stoffen, biologische stoffen
345
2,2%
2,0%
08.00 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving
221
1,4%
2,0%
18.00 Levende organismen en mensen
198
1,3%
3,7%
09.00 Machines en uitrusting - draagbaar of verplaatsbaar
153
1,0%
1,3%
44 Stoot door voorwerp, voertuigen daaronder begrepen - draaiend, bewegend, zich verplaatsend
19.00 Bulkafval
115
0,7%
0,4%
40 Stoot door een bewegend voorwerp, botsing
285
1,8%
1,4%
20.00 Fysische verschijnselen en natuurlijke elementen
92
0,6%
0,6%
04.00 Distributie -en toevoersystemen voor materialen, leidingen
89
0,6%
0,9%
13 Contact met open vlam of met voorwerp of omgeving - heet of brandend
219
1,4%
1,2%
13.00 Overige transportvoertuigen
55
0,4%
0,5%
30 Verplettering door verticale of horizontale beweging op of tegen een onbeweeglijk voorwerp (het slachtoffer beweegt)
202
1,3%
1,4%
43 Stoot door voorwerp - zwaaiend
189
1,2%
1,1%
45 Botsing met een bewegend voorwerp, voertuigen daaronder begrepen - botsing met een persoon (het slachtoffer beweegt ook)
143
0,9%
1,2%
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 27
activiteitenverslag 2007
61 Beknelling, verplettering - in
129
0,8%
0,4%
60 Beknelling, verplettering enz.
59
0,4%
0,3%
83 Klap, trap, kopstoot, wurging
48
0,3%
0,8%
14 Contact met voorwerp of omgeving - koud of bevroren
44
0,3%
0,7%
15 Contact met gevaarlijke stoffen - via de neus, mond, ademhaling
41
0,3%
0,3%
72 Fysieke belasting - door straling, lawaai, licht, druk
33
0,2%
0,2%
23 Insluiting of omgeving door gassen of zwevende deeltjes
31
0,2%
0,2%
11 Indirect contact met vlamboog, bliksem (passief)
30
0,2%
0,1%
10 Contact met elektrische stroom, temperatuur, gevaarlijke stof
28
0,2%
0,2%
12 Direct contact met elektriciteit, een elektrische ontlading op het lichaam krijgen
27
0,2%
0,2%
81 Beet van
20
0,1%
0,2%
73 Psychische belasting, psychische shock
18
0,1%
0,4%
80 Beet, trap enz. (van dier of mens)
14
0,1%
0,2%
82 Steek van een insect, vis
11
0,1%
0,1%
17 Contact met gevaarlijke stoffen - via de spijsvertering door inslikken, opeten
10
0,1%
64 Afrukken, afsnijden van een lichaamsdeel, een hand, een vinger
6
20 Verdrinking, begraving, insluiting 22 Begraving door een vaste stof Totaal
2.5.5.1 Vaststelling Tabel: Verdeling van het aantal ongevallen van uitzendkrachten naargelang de aard van de verwonding 2006 (bron FAO). Privé-sector in 2006
Totaal
Aard verwonding N
%
%
010 Wonden en oppervlakkige letsels
3.163
20,3%
14,0%
011 Oppervlakkige letsels
3.161
20,3%
17,6%
032 Verstuikingen en verrekkingen
2.406
15,4%
13,0%
012 Open wonden
1.797
11,5%
9,7%
050 Schuddingen en inwendige letsels
735
4,7%
5,0%
020 Botbreuken
658
4,2%
4,1%
0,1%
999 Letsels niet elders geklasseerd
648
4,2%
5,7%
0,0%
0,1%
030 Ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen
636
4,1%
7,1%
3
0,0%
0,0%
110 Shocks
413
2,7%
3,8%
2
0,0%
0,0%
039 Andere soorten ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen
325
2,1%
2,3%
15.583
100%
100%
019 Andere soorten wonden en oppervlakkige letsels
188
1,2%
1,7%
060 Verbrandingen, brandplekken (door kokende vloeistof) en bevriezing
183
1,2%
1,1%
031 Ontwrichtingen
115
0,7%
1,2%
061 Brandplekken (thermische - door kokende vloeistof) en verbrandingen
110
0,7%
0,7%
052 Inwendige letsels
104
0,7%
2,5%
120 Multiple letsels
97
0,6%
0,8%
021 Gesloten botbreuken
91
0,6%
1,4%
013 Vleeswonden met verlies van weefsel
62
0,4%
0,6%
051 Schuddingen Omvat de intracraniale letsels
56
0,4%
0,5%
069 Andere soorten verbrandingen, brandplekken door kokende vloeistof en bevriezing
56
0,4%
0,2%
062 Chemische verbrandingen (corrosie)
55
0,4%
0,4%
029 Andere soorten botbreuken
48
0,3%
0,4%
022 Open botbreuken
47
0,3%
0,2%
040 Traumatische amputaties (verlies van ledematen)
32
0,2%
0,2%
041 Afzettingen
24
0,2%
0,3%
102 Effecten van straling (niet-thermische)
22
0,1%
0,1%
070 Vergiftigingen en infecties
20
0,1%
0,3%
059 Andere soorten schuddingen en inwendige letsels
14
0,1%
0,4%
071 Acute vergiftigingen
12
0,1%
0,1%
119 Andere soorten shocks
9
0,1%
0,1%
2.5.4.2 Besluit • De wijze waarop het letsel ontstaat is gebonden aan de soort activiteit die uitzendkrachten het meest uitvoeren. Opvallend is het aantal ongevallen veroorzaakt door een snijdend werktuig. Ook de ongevallen door zich te stoten aan een vast of vallend voorwerp is beduidend hoger dan bij de gemiddelde werknemerspopulatie. Bij de behandeling van goederen komen zij in contact met vaste voorwerpen, of ze worden gegrepen door bewegende delen van transportsystemen of machines • Het contact met gevaarlijke stoffen (code 16) en kwetsuren tengevolge van fysieke belasting (code 71 bv. tillen) is belangrijk alhoewel dit laatste lager ligt dan bij de gemiddelde populatie (waarschijnlijk gebonden met de leeftijd)
28
2.5.5 Aard van het letsel
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 29
activiteitenverslag 2007
079 Andere soorten vergiftigingen en infecties
9
0,1%
0,1%
51 Schouder en schoudergewrichten
404
2,6%
5,0%
111 Shocks na agressie en bedreigingen
8
0,1%
0,3%
30 Rug, inclusief ruggengraat en rugwervels
372
2,4%
2,8%
112 Traumatische shocks
8
0,1%
0,2%
31 Rug, inclusief ruggengraat en rugwervels
371
2,4%
0,9%
109 Andere effecten van extreme temperaturen, licht en straling
7
0,0%
0,0%
11 Hoofd (caput), hersenen en hersenzenuwen en –bloedvaten
341
2,2%
1,8%
054 Schadelijke effecten van elektriciteit
7
0,0%
0,1%
99 Andere hierboven niet genoemde delen van het lichaam verwond
303
1,9%
1,4%
100 Effecten van extreme temperaturen, licht en straling
5
0,0%
0,0%
10 Hoofd, niet nader gespecificeerd
258
1,7%
1,9%
072 Acute infecties
5
0,0%
0,1%
41 Borstkas, ribben met gewrichten en schouderbladen
252
1,6%
0,2%
092 Effecten van druk
4
0,0%
0,0%
65 Teen/tenen
229
1,5%
0,2%
099 Andere effecten van lawaai, trillingen en druk
4
0,0%
0,2%
12 Aangezicht
225
1,4%
8,1%
053 Schuddingen en inwendige letsels die in afwezigheid van behandeling levensbedreigend kunnen zijn
2
0,0%
0,0%
78 Diverse plaatsen van het lichaam gewond
202
1,3%
3,4%
089 Andere soorten verdrinking en verstikking
2
0,0%
0,0%
39 Rug, andere hierboven niet genoemde delen
119
0,8%
0,1%
090 Effecten van lawaai, trillingen en druk
1
0,0%
0,0%
15 Tanden
79
0,5%
0,5%
091 Acuut gehoorverlies
1
0,0%
0,0%
61 Heup en heupgewricht
76
0,5%
8,6%
233
1,5%
3,5%
70 Gehele lichaam en diverse plaatsen, niet nader gespecificeerd
75
0,5%
0,2%
15.583
100%
100%
20 Hals, inclusief ruggengraat en halswervels
71
0,5%
0,6%
19 Hoofd, andere hierboven niet genoemde delen
51
0,3%
0,6%
21 Hals, inclusief ruggengraat en halswervels
48
0,3%
0,2%
18 Hoofd, diverse plaatsen gewond
45
0,3%
0,6%
43 Bekken en buik met organen
40
0,3%
0,1%
69 Onderste ledematen, andere hierboven niet genoemde delen
38
0,2%
0,3%
60 Onderste ledematen, niet nader gespecificeerd
37
0,2%
0,6%
29 Hals, andere hierboven niet genoemde delen
34
0,2%
3,2%
58 Bovenste ledematen, diverse plaatsen gewond
32
0,2%
0,2%
68 Andere letsels op verschillende plaatsen
27
0,2%
0,3%
42 Borststreek met organen
20
0,1%
0,4%
48 Romp, diverse plaatsen gewond
18
0,1%
0,1%
50 Bovenste ledematen, niet nader gespecificeerd
16
0,1%
2,9%
59 Bovenste ledematen, andere hierboven niet genoemde delen
16
0,1%
0,4%
14 Oor/oren
15
0,1%
0,7%
40 Romp en organen, niet nader gespecificeerd
11
0,1%
2,2%
71 bloedsomloop in het algemeen
8
0,1%
2,7%
49 Romp, andere hierboven niet genoemde delen
6
0,0%
0,1%
Onbekend
41
0,3%
1,7%
15.583
100%
100%
Onbekend Totaal
2.5.5.2 Besluit • Wonden en oppervlakkkige letsels komen bij uitzendkrachten relatief meer voor, en hebben meestal een korte arbeidsongeschiktheid tot gevolg. De aard van het letsel is vrijwel gelijklopend voor uitzendkrachten en andere werknemers • Fracturen, verstuikingen en kneuzingen geven het leeuwenaandeel van de arbeidsongeschiktheid
2.5.6 Plaats van het letsel 2.5.6.1 Vaststelling Tabel: Verdeling van het aantal ongevallen van uitzendkrachten naargelang de plaats van het letsel 2006 (bron FAO). Totaal
Plaats verwonding
30
Privé-sector in 2006
N
%
%
54 Vinger(s)
3.950
25,3%
4,7%
13 Oog/ogen
1.463
9,4%
0,2%
62 Been, inclusief knie
1.346
8,6%
5,7%
64 Voet
1.131
7,3%
1,5%
55 Pols
1.083
6,9%
0,3%
53 Hand
1.033
6,6%
21,3%
52 Arm, inclusief elleboog
897
5,8%
7,0%
63 Enkel
800
5,1%
6,3%
Totaal
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 31
activiteitenverslag 2007
2.5.6.2 Besluit • Meer nog dan voor de andere werknemers zijn de vingers, de handen en de enkels van de uitzendkrachten het kwetsbaarst. Dit houdt zeker verband met de overwegend manuele arbeid die aan heel wat uitzendkrachten toevertrouwd wordt en het ontbreken of niet dragen van doeltreffende persoonlijke beschermingsmiddelen • De aantallen opgetekend voor de gehele populatie zijn echter nog onvoldoende betrouwbaar omdat vanaf 2006 een nieuwe codering ingevoerd werd (zie codes 13, 53, 54, 62,…). De waarden in de tabel zijn daarom nog onvoldoende betrouwbaar om conclusies te trekken
2.6 Dodelijke arbeidsongevallen In 2007 waren er 3 dodelijke ongevallen op de werkplaats met uitzendkrachten: • Verkeersongeval van vrachtwagenchauffeur bij aanrijding van een brug • Student-werknemer is in een silo gevallen, zijn opdracht had enkel betrekking op reinigingswerken in de buurt van de silo • Slachtoffer gekneld tussen automatisch bediende afsluitdeur van een laadbak van een afvalcontainer op een vrachtwagen
Bij uitzendkrachten is het aandeel van de ongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid belangrijker dan bij de totale populatie. Het aandeel van de ongevallen met blijvende ongeschiktheid is er veel lager dan bij de totale populatie. Dit leidt dan ook tot een lagere globale ernstgraad bij de uitzendkrachten in vergelijking met de totale populatie. Bij een diepgaandere analyse naar de oorzaken, de omstandigheden en de gevolgen van de ongevallen, komen volgende factoren naar voren: • De wijze waarop het letsel ontstaat, is gebonden aan de soort activiteit die uitzendkrachten het meest uitvoeren: een snijdend werktuig, zich te stoten aan een vast of vallend voorwerp, de behandeling van goederen, gegrepen worden door bewegende delen van transportsystemen of machines, contact met gevaarlijke stoffen en kwetsuren tengevolge van fysieke belasting • Manuele behandeling en bewerking van goederen en producten geven aanleiding tot de meeste ongevallen, meestal met lichte kwetsuren • Glijden, vallen van voorwerpen, controle verliezen over gereedschap of materiaal dat behandeld wordt, zijn de meest voorkomende afwijkende gebeurtenissen die aan de oorsprong liggen van een ongeval • De ledematen, in het bijzonder de vingers, zijn de meest kwetsbare lichaamsdelen • Ongevallen met voertuigen (op de weg en bij intern transport) en bewerkingsmachines veroorzaken de meest ernstige ongevallen
2.7 Samenvatting en besluiten In 2007 vertaalt de groei van de uitzendactiviteit zich in een toename van de gepresteerde uren van ongeveer 8% t.o.v. 2006 (12% bij de bedienden en 6% bij de arbeiders). In tegenstelling tot 2006, waar een lichte toename van de ongevallenfrequentie en de ernstgraad te noteren viel t.o.v. 2005, geeft 2007 een lichte daling van de frequentie, een status quo voor de werkelijke ernst en een gevoelige daling van de globale ernstgraad met 9,4%. Dit laatse is ondermeer het gevolg van de vermindering van het aantal dodelijke arbeidsongevallen (3 i.p.v. 4 in 2006). De ongevallencijfers bij de bedienden zijn echter in stijgende lijn, dit in tegenstelling tot die bij de arbeiders. Alhoewel het risico en de ongevallen bij de bedienden natuurlijk veel lager is bij de arbeiders vraagt ook de ongevallenvoorkoming bij bedienden meer en meer aandacht. Het belangrijke verschil in ongevallencijfers tussen de regio’s blijft, net zoals voor de gehele werknemerspopulatie, bestaan. De leeftijd van het slachtoffer is één van de belangrijkste factoren die het grote verschil in ongevallenfrequentie tussen de uitzendkracht en andere werknemers verklaren. De activiteit, de taken en het beroep van de uitzendkrachten bepalen mede in grote mate het aantal ongevallen, wat ook bevestigd wordt door de meer diepgaande analyse op basis van de gegevens afkomstig van het Fonds voor de Arbeidsongevallen.
32
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 33
activiteitenverslag 2007
2.8 Actie naar de toekomst De belangrijke inspanningen en de aandacht van de uitzendsector voor de vermindering van het aantal arbeidsongevallen hebben geleid tot een belangrijke vermindering van het aantal en de ernst van de ongevallen. De daling stagneert de laatste jaren, zodat meer gerichte acties naar probleemgebieden noodzakelijk zijn. Naast blijvende aandacht voor veiligheid en gezondheid op het werk is ook een betere toepassing van de procedures voor selecteren, informeren en onthaal van uitzendkrachten noodzakelijk. De acties naar jobstudenten en de grotere aandacht van onderwijsinstellingen zullen zeker naar de toekomst hun vruchten afwerpen. Samenwerking tussen alle preventie-actoren kunnen de doeltreffendheid van de inspanningen nog veel verbeteren. De aanpassing van de wetgeving in 2007 i.v.m. het verzwaard risico is een belangrijk signaal voor de gebruikers van uitzendkrachten. Daardoor wordt bij de berekening van het verzwaard risico van een onderneming rekening gehouden met de ongevallen van de uitzendkrachten die in zijn onderneming werkzaam waren. Wanneer dit aantal abnormaal hoog is riskeert het bedrijf een boete die door de verzekeraar moet besteed worden aan preventie. Het effect daarvan zal pas vanaf 2010 voelbaar zijn maar benadrukt de belangrijke verantwoordelijkheid van de inlener-gebruiker. In 2008 zal de aanpassing van het KB betreffende de veiligheid van uitzendkrachten door de Minister ondertekend worden, waardoor de werkpostfiche het noodzakelijke instrument wordt voor het onthaal van de uitzendkracht door de inlener-gebruiker. Het KB voorziet eveneens een praktische regeling voor het medisch onderzoek en de oprichting van een gegevensbank van uitzendkrachten waardoor de medische opvolging efficiënter kan doorgevoerd worden. Om de preventieve acties van de sector beter te kunnen focussen op de knelpunten is het belangrijk dat PI de ongevallenrapporten ontvangt en verwerkt. De acties in 2008 zijn gericht op: • De verbetering van de inhoud van de werkpostfiche waarin voldoende informatie ter beschikking moet gesteld worden over risico’s en preventiemaatregelen • Het aangepast onthaal bij de inlener • Het openstellen van veiligheidsopleidingen voor uitzendkrachten • Het stimuleren van een veiligheidsattitude en het gebruik van de PBM’s Dit zijn de essentiële schakels om te komen tot een verdere vermindering van het aantal arbeidsongevallen.
34
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007 - 35
Ongevallen jobstudenten uitzendkrachten 2007
3.
activiteitenverslag 2007
3.1 De evolutie sinds 1999
12 10
80
9,43 8,35
8,11
2000
2001
8
71,7 70
10,04 8,70
8,30
7,95
7,64
6 60,9
60
4
53,2 50
46,7
45,9
45,3
2
41,9
40
40,9 37,1
0
30
1999
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Figuur 3: Aantal dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval van 1999 tot en met 2007
20
Onderstaande tabel vergelijkt de arbeidsongevallencijfers van de jobstudenten-uitzendkrachten voor de periode 1999 tot en met 2007. Deze basisgegevens stellen quasi de totale uitzendmarkt voor.
10 0
9,91
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Figuur 1: Frequentiegraad van 1999 tot en met 2007
In de voorlaatste kolom wordt het procentuele verschil vermeld tussen 2006 en 2007. Er wordt vastgesteld dat de frequentiegraad steeg met 10,1% en dat de ernstgraad daalde met 13,5%. Het aantal dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval daalt met 20,8%. In de laatste kolom wordt het procentuele verschil vermeld tussen 1999 en 2007.
0,7
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2007 /2006
2007 /1999
Frequentiegraad
71,7
60,9
53,2
46,7
45,9
45,3
41,9
37,1
40,86
+ 10,1
- 43,0
Ernstgraad
0,62
0,51
0,43
0,44
0,40
0,38
0,32
0,37
0,32
- 13,5
- 48,4
Dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval
9,91
8,35
8,11
9,43
8,70
8,30
7,64
10,04
7,95
- 20,8
- 19,8
0,62 0,6 0,51
0,5
0,43
0,44 0,40
0,4
0,38
0,37 0,32
0,32 0,3
Tabel 1: Vergelijking 1999/2007 arbeidsongevallen jobstudenten-uitzendkrachten
0,2 0,1 0
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Figuur 2: Ernstgraad van 1999 tot en met 2007
38
Ongevallen jobstudenten - uitzendkrachten 2007 - 39
activiteitenverslag 2007
3.2 Cijfergegevens per leeftijdscategorie
140 1999
120
3.2.1 Algemeen Bij de groep “18-20 jaar” daalt het aantal gepresteerde uren met 15,9% tegenover 2006, maar deze categorie staat nog altijd bovenaan, met 40% van het totale aantal gepresteerde uren. De categorie “minder dan 18 jaar” presteerde daarentegen 21% uren meer dan in 2006. De stijging van het aantal gepresteerde uren kan worden verklaard door de tendens waarbij jongeren steeds vroeger aan de slag willen om zelf geld te verdienen. Ook in de categorie “21 jaar en meer” stijgt het aantal gepresteerde uren tegenover 2006, namelijk met 10,5%. Die stijging is te wijten aan de voorkeur van de inlenende bedrijven om met oudere jobstudenten te werken.
80%
33,3%
36,8%
80
2003
2002 2004 2005
60
2006 40
2007
20
< 18
18 - 20
> = 21
Figuur 5: Evolutie van de frequentiegraad van 1999 tot en met 2007
18 - 20 47,7%
40,1%
< 21 1,0
20% 0
2001
> = 21
60% 40%
100
0
100%
2000
19,1%
23,1%
0,8
2006
2007
0,6
Figuur 4: Verdeling van de jobstudenten volgens leeftijd
1999 2000 2001 2002 2003 2004
0,4
2005
3.2.2 Frequentie- en ernstgraad volgens leeftijd
2006
0,2
2007 Onderstaande figuren (fig. 5 en 6) geven de evolutie weer van de frequentie en de ernstgraad van de ongevallen voor de periode 1999 – 2007 volgens leeftijd. De algemene tendens die wordt waargenomen sinds 1999 is de sterke daling van de frequentiegraad. In 2007 stijgt de frequentie van de ongevallen algemeen in de categorie “16 tot 20 jaar”. Bij de categorie “jonger dan 18” is er een lichte stijging (+6%) van de frequentiegraad. In de categorie “18-20 jaar” neemt dit cijfer daarentegen veel sterker toe (+36%). Enkel voor de groep “21 jaar en ouder” is er een daling van 5%.
0
< 18
18 - 20
> = 21
Figuur 6: Evolutie van de ernstgraad van 1999 tot en met 2007
De ernstgraad kent een globale daling, met -2% voor de categorie “minder dan 18 jaar” en maar liefst -42% voor “21 jaar en meer”, MAAR stijgt wel met 10% bij de groep “18-20 jaar”.
40
Ongevallen jobstudenten - uitzendkrachten 2007 - 41
activiteitenverslag 2007
3.3 Plaats van het letsel
Vingers! In aantal maken letsels aan de vingers een beetje minder dan de helft van alle arbeidsongevallen uit (40,3%). Bij dit cijfer moeten we de 9% ongevallen optellen met letsels aan de handen en 7% ongevallen met een letsel aan de pols. Vrij veel van deze arbeidsongevallen komen voor bij het gebruik van snijmachines (snijwonden) of bij het verhandelen van voorwerpen en pallets (gekneld geraken, verbrijzeling).
3,6% 2,6%
Voeten! In aantal zorgen ze voor 17,5% (letsels aan enkels inbegrepen) van alle ongevallen. Deze categorie ongevallen wordt vooral veroorzaakt door het gebruik van een gemotoriseerd transportvoertuig (voet raakt gekneld) of door een val op de begane grond.
5,3%
56%
3.4 Samenvatting
9,6% Na analyse van de enquêteresultaten kunnen we de volgende vaststellingen naar voren schuiven:
17,5% Figuur 7: plaats van het letsel en duur van de ongeschiktheid in procent
Plaats van het letsel
Aantal ongevallen
%
10. Hoofd, niet nader gespecificeerd
1
0,9
12. Aangezicht
2
1,8
13. Oog/ogen
1
0,9
30. Rug, inclusief ruggengraat en rugwervels
1
0,9
39. Rug, andere hierboven niet genoemde delen
1
0,9
41. Borstkas, ribben met gewrichten en schouderbladen
2
1,8
51. Schouder en schoudergewrichten
3
2,6
52. Arm, inclusief elleboog
6
5,3
53. Hand
10
8,7
54. Vinger(s)
46
40,3
55. Pols
8
7,0
62. Been, inclusief knie
11
9,6
63. Enkel
9
7,9
64. Voet
7
6,1
65. Teen (tenen)
4
3,5
68. Onderste ledematen, diverse plaatsen gewond
1
0,9
78. Diverse plaatsen van het lichaam gewond
1
0,9
114
100
TOTAAL
• 1 student op 125 raakt gewond op het werk en 1 student op 458 is in 2007 meer dan 5 dagen arbeidsongeschikt. • Ten opzichte van 2006 stijgt de frequentiegraad met 10% en daalt de ernstgraad met 13,5%. • Ten opzichte van 1999 daalt de frequentiegraad met bijna 40%, de ernstgraad daalt met 50%. • De leeftijdscategorie “18-20 jaar” presteerde het grootste aantal uren (40,1%). • De frequentie van de ongevallen stijgt bij de jongeren van 16 tot 20 jaar. Enkel bij de leeftijdscategorie “21 jaar en ouder” daalt de frequentie lichtjes (-5%). De ernstgraad daalt bij alle categorieën, behalve bij de groep “18-20 jaar” (toename van 10%). • De ongevallen met 10 dagen arbeidsongeschiktheid komen vooral voor bij het contact met voorwerpen of onderdelen van machines, alsook bij het gebruik van snijmachines, met als letsel snijwonden aan de vingers. • Heel wat ongevallen worden veroorzaakt door het foutief verhandelen en verplaatsen van voorwerpen en materialen (controleverlies of bewegingen van het lichaam zonder fysieke belasting). • De categorie “18-20 jaar” heeft relatief gezien het meeste ongevallen met meer dan 10 dagen arbeidsongeschiktheid (52,9%). • De 2 sectoren die het meest met arbeidsongevallen worden geconfronteerd zijn de groothandel (25,8%) en de kleinhandel (20,2%). • De vaakst getroffen lichaamsdelen zijn de vingers (40%) en de voeten (17,5%). De resultaten 2007 vragen onze bijzondere aandacht, vooral omdat enkel de jongste studenten meer ongevallen hadden. Het dodelijk ongeval van een 18 jarige student vraagt zeker onze aandacht: hij viel in een silo terwijl hij zonder begeleiding aan het schoonmaken was. Een dodelijk arbeidsongeval van een student laat zware sporen na bij alle betrokkenen, ook al heeft het bedrijf of het uitzendbureau geen aanwijsbare fout begaan. Opnieuw stellen we vast dat het zeer belangrijk is dat een student steeds onder toezicht staat van een ervaren werknemer. Zelfs al zijn de uit te voeren taken niet gevaarlijk, toch blijft het bedrijf of de werklocatie een plaats met onbekende of onverwachte risico’s.
Tabel 2: Verdeling van het aantal ernstige ongevallen volgens de plaats van het letsel
42
Ongevallen jobstudenten - uitzendkrachten 2007 - 43
activiteitenverslag 2007
Uit deze conclusies kunnen volgende lessen voor de toekomst getrokken worden: • In 2007 is de ernst van de arbeidsongevallen gedaald maar het aantal ongevallen is gestegen! Het is dus belangrijk ten aanzien van jonge werknemers blijven werk te maken van sensibiliseringsacties rond de risico’s op de werkvloer. • Jongeren tussen 16 en 20 jaar worden het vaakst het slachtoffer van een arbeidsongeval. Daarom moeten inleners en uitzendbureaus nog meer gesensibiliseerd worden om deze jongste groep zo weinig mogelijk in te schakelen voor risicovolle taken of taken die op zich weinig risico inhouden maar die worden uitgevoerd in een gevaarlijke werkomgeving! Dat geldt zeker voor alle werknemers jonger dan 18, een categorie waarvan het aantal gepresteerde uren dit jaar heel sterk is toegenomen (+20%). Er mag niet vergeten worden dat het hier gaat om studenten die soms té jong zijn of die nog niet over voldoende maturiteit beschikken. Daarom is het beter voor risicohoudende taken een beroep te doen op jongeren vanaf 21 jaar, gezien deze statistisch gezien minder arbeidsongevallen hebben. Het is veel veiliger een jobstudent-uitzendkracht van 21 jaar of ouder aan het werk te zetten, want die heeft 2,5 maal minder ongevallen dan iemand die jonger is dan 21, en heeft hij toch een ongeval, dan is het 3 maal minder ernstig. Het is ook van het grootste belang nooit een jobstudent zonder toezicht te laten werken, ongeacht de uit te voeren taak, en hem gedurende de hele opdracht te laten begeleiden door een ervaren werknemer. • Al jaren werd aangetoond dat het gebruik van snijmachines gevaarlijk is. Er blijven veel ongevallen gebeuren met dit soort machines, ondanks de acties die PI heeft ondernomen in de campagne voor jobstudenten in 2007 (e-learningopleiding rond het veilig gebruik van een snijmachine, informatie in jobstudentenpaspoort). Daarom is het aangewezen en noodzakelijk dat de inlener en/of het uitzendbureau eist van de kandidaat-jobstudent die met een snijmachine zal moeten werken, dat hij/zij de e-learningopleiding heeft gevolgd en met succes de bijhorende test aflegde. Op die manier kan de jonge werknemer bewust worden gemaakt van de instructies en de specifieke veiligheidsvoorschriften voor snijmachines. Bovendien is het raadzaam een “peter” te voorzien, die de jobstudent gedurende de hele opdracht begeleidt (zeker ook bij het reinigen van de machine, aangezien bij die taak de meeste ongevallen voorvallen) om hem /haar een veilige manier van werken aan te leren. • Om ongevallen te vermijden bij het verkeerd verhandelen en vastnemen van goederen en voorwerpen is het aan te raden jobstudenten-uitzendkrachten bewust te maken van een juiste houding om bij het uitvoeren van deze taken ongevallen te vermijden. Met deze vaststellingen voor ogen zal PI zijn actie verzetten ten behoeve van studenten-uitzendkrachten, met specifieke aandacht voor de verschillende taken die hen worden toevertrouwd.
44
Ongevallen jobstudenten - uitzendkrachten 2007 - 45
Sensibilatiecampagnes
4.
activiteitenverslag 2007
4.1 Agenda 2007
4.3 Preventiecampagne bij de jobstudenten In samenwerking met FOD Arbeid (WASO) en Prevent heeft PI verschillende sensibilisatiemiddelen uitgewerkt en ter beschikking gesteld in 2007: • Verdeling van veiligheidspaspoorten: 230 000 ex. en 5000 affiches via de uitzendbureaus en de FOD WASO Het veiligheidspaspoort bestaat uit 10 kaarten, verbonden met metalen punt, met de boodschap dat een vakantiejob leerrijk en nuttig is, maar dat er met de gezondheid niet gespeeld wordt
Verdeling van 125.000 exemplaren in november 2006. Op basis van de bemerkingen over de agenda 2006 werden enkele nieuwe elementen ingebracht. Met duidelijke kleuren werden de verschillende onderdelen aangegeven: opdracht PI, veiligheid, rechten en plichten, veiligheidssignalisatie en agenda.
4.2 Voorbereiding van de agenda 2008
• De wedstrijd “de pientere jobstudent” met twee ludieke, maar leerzame spelletjes op onze website www.p-i.be en op www.safestart.be, waarmee daarenboven mooie prijzen konden gewonnen worden
De versie 2008 werd volgens de wensen van de werkgroep “communicatie” aangepast: horizontaal, spiraalbinding, en meer “corporate”. De agenda bevat 5 delen: • Informatie met betrekking tot de diensten van PI: waarvoor kan je terecht bij PI, informatie zoeken op de website enz… • Het luik veiligheid met de werkpostfiche, werkzaamheden op hoogte, PBM’s, en wat te doen bij een arbeidsongeval • De rechten van de uitzendkracht: eindejaarspremie, vakantiegeld, student-werknemer • De veiligheidssignalisatie: gebodsborden, verbodsborden, waarschuwing, brand, nooduitgangen en etikettering gevaarlijke producten • De agenda • Kaart met belangrijkste noodnummers
48
Sensibilatiecampagnes - 49
activiteitenverslag 2007
• De volledige informatie over studentenwerk werd via de website en de cd-rom “Jobstudenten 2007” ter beschikking gesteld van scholen en jeugdorganisaties die interesse toonden
via hun website bekendmaakten en de samenwerking met de FOD WASO, Prevent: • 10 000 jongeren hebben hun veiligheidkennis kunnen testen en aanscherpen • 300 jongeren hebben bioscooptickets gewonnen, 24 hebben één van de hoofdprijzen gewonnen: GSM, MP3-speler of een digitaal fototoestel • De databank jobstudenten op de website werd veel geraadpleegd • De ongevallencijfers: aantal en ernst bleven stabiel na de sterke daling van de vorige jaren
• Analyse van de ongevallenstatistieken met conclusies voor verdere acties (zie punt 3)
E v a l u a t i e v a n d e w e dstrijd Meer dan 10 000 deelnemers, dit is 2 x meer dan in 2006, wat overeenkomt met +/- 10% van de jobstudenten-uitzendkrachten! Evolutie van het aantal deelnemers aan de wedstrijd sinds 2005: 10.963
12.000 10.000 8.000 6.288 6.000 4.000 2.257 2.000 0
2005
2006
2007
Het succes is vooral te danken aan de goede medewerking van de uitzendbureaus, die de wedstrijd
50
Sensibilatiecampagnes - 51
Adviesverlening
5.
activiteitenverslag 2007
5.1 Opvolging van de vragen
Aantal geraadpleegde pagina’s per maand:
De preventieadviseurs van de centrale cel verzekeren een permanentie om te antwoorden op vragen gesteld door de uitzendkantoren en de inleners. Deze vragen worden zowel telefonisch als via fax, e-mail, website en het groen nummer gesteld. De belangrijkste onderwerpen blijven de toepassing van de welzijnswetgeving op uitzendkrachten, VCA-VCU, arbeidsongevallen, gezondheidstoezicht, inspectie en veiligheidsopleidingen. Sommige onderwerpen zoals roken op het werk of onthaal nieuwe werknemers zijn meer aan de actualiteit gebonden. Het aantal vragen via web en e-mail blijft toenemen en vormt een belangrijk deel van de het werk van de preventieadviseurs van PI. De verdere ontwikkkleing van de website is het belangrijkste middel om meer informatie rechtstreeks over te brengen.
50.000
5.2 Website http://www.p-i.be Jan.
Feb.
Mart
April
Mei
Juni
Jul.
Aug.
Sept.
Okt.
Nov.
Dec.
Duur van de raadpleging:
De website van Preventie en Interim is het belangrijkste informatiekanaal geworden om informatie en de beschikbare hulpmiddelen ter beschikking te stellen van bedrijven. Naast nieuws over nieuwe wetgeving en basistoelichting over de wetgeving, bevat de website informatie, die is opgesteld onder de vorm van onmiddellijk bruikbare producten (werkpostfiches, instructiekaarten, wedstrijd, e-learning modules) en antwoorden op vaak gestelde vragen. De site is voor de uitzendconsulenten een onontbeerlijke bron van informatie, maar daarenboven ook een gegevensbank voor de inlenende bedrijven. Eind december 20007 raadpleegden gemiddeld 500 personen per dag de site, met pieken in januarijuni-oktober-november.
54
< 5 s.
126.751
61,6%
5 s. - 15 s.
10.798
5,2%
15 s. - 1 min.
22.127
10,7%
1 - 2 min.
8.108
3,9%
2 - 5 min.
13.974
6,8%
5 - 10 min.
12.991
6,3%
10 - 15 min.
3.423
1,7%
15 - 30 min.
6.371
3,1%
> 30 min.
1.333
0,6%
Deze tabel geeft aan dat 18% van de bezoekers gedurende 2 à 30 minuten informatie opzoeken en dat 60% van de bezoekers slechts passeren. Dit betekent dat ongeveer 200 personen elke werkdag effectief informatie opzoeken.
EV OLUTie sind s 2004 : Sinds 4 jaar is er een permanente stijging van het aantal raadplegingen: + 31% ten op zichte van 2006 en + 260% t.o.v. 2004! Pageviews per jaar 2004
197962
2005
266651
2006
391686
2007
513448
Totaal
1369747
Adviesverlening - 55
activiteitenverslag 2007
5.4 Groen nummer 0800-23999
Enkele vaststellingen: • • • •
Maandag, dinsdag, woensdag en donderdag zijn de drukste dagen op de website Van 9 tot 10 en van 14 tot 15 uur wordt meest gesurfd Google met 97% van de links is veruit de belangrijkste opzoekmachine voor de PI website De opzoektermen zoals rookverbod, arbeidsinspectie, code Nace, eindejaarspremie en student scoorden het hoogst bij de doorverwijzing naar PI
Sinds januari 2003 wordt er, elke werkdag van 9 tot 16 uur en op woensdag tot 18 uur, door PI een telefonische permanentie verzekerd voor alle personen die informatie vragen over veiligheid in de uitzendsector. Deze dienstverlening is gratis. In 2007 waren er een 1500-tal oproepen.
5.3 PI News PI News van maart
PI News van december
De meeste vragen van de uitzendkrachten betreffen algemene informatie over uitzendarbeid, bv. het verkrijgen van de eindejaarspremie uitzendkrachten, de voorwaarden bij uitzendarbeid, welke taken jobstudenten mogen uitvoeren ... Niet-veiligheidsvragen worden doorverwezen naar de bevoegde diensten, o.a. het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten, de ombudsman van de sector, de federale overheidsdiensten … De overige vragen betreffen de veiligheid en de gezondheid op het werk. Klachten in verband met veiligheid in een inlenend bedrijf worden, met het akkoord van betrokkene, eerst doorgegeven aan het uitzendbureau, dat de klacht opvolgt.
De PI News is bestemd voor de uitzendkantoren, de preventiespecialisten, de arbeidsongevallenverzekeraars, de overheidsadministratie, de externe diensten voor Preventie en Bescherming op het werk en de 200 grootste ondernemingen in België (2500 exemplaren). Het is een bevoorrecht middel om belangrijke informatie door te geven aan de actoren in het preventiebeleid op de werkvloer. Via dit kanaal informeert PI de uitzendkantoren over zijn acties en belangrijk nieuws voor de sector met een onmiddellijke verwijzing naar de website van PI voor aanvullende of bijkomende informatie of andere … De PI News bevat bij elke editie een praktisch “veiligheidspunt”, interessant voor de uitzendkantoren. In december kreeg PI News een nieuw formaat en uitzicht. De tweekleurendruk toont meer respect voor ons milieu, en het grotere formaat laat toe nieuwe rubrieken toe te voegen.
56
Adviesverlening - 57
Studie en onderzoek
6.
activiteitenverslag 2007
6.1 Technische documentatie In aanvulling op de technische documentatie, opgesteld voor uitzendconsulenten werden 2 nieuwe technische fiches uitgebracht: vrachtwagenbestuurder en huishoudelijke hulp. De technische documentatie is bedoeld voor uitzendconsulenten en wordt verspreid onder de vorm van steekkaarten die geklasseerd worden in een map, en een DVD met bijkomende informatie. De cd-rom “Update…” wordt vervangen door een DVD waarvan de lay-out en de menustructuur werden herwerkt (via boomstructuur of op onderwerp: werkpostfiches, instructiekaart, PPT-presentaties, fotobank). Gelijklopend met de twee nieuwe thema’s werden affiches rond veiligheid uitgewerkt. Deze kunnen worden opgehangen in het uitzendkantoor, maar ook aan de inlener worden gegeven.
6.2 Coördinatie en informatie-uitwisseling betreffende inleners met veiligheidsproblemen In uitvoering van de afspraken tussen de sociale partners van de uitzendsector, opgenomen in het sectoraal akkoord 2007-2008 neemt Preventie en Interim de coördinatie op zich met betrekking tot de uitwisseling van informatie over inleners met hoog ongevallenrisico. Hoewel de meerderheid van de ongevallen aan meerdere oorzaken te wijten is (zoals attitude, kennis en ervaring van de werknemer), komt toch nog dikwijs een gebrek aan toezicht, onvoldoende informatie, gebruik van niet-afgeschermde machines en negeren van basisvoorzieningen naar voren. Het is belangrijk dat ingegrepen wordt bij de zogenaamde “cowboys” en dat uitzendkrachten niet blootgesteld worden aan te vermijden risico’s. Indien er informatie over deze bedrijven en de vastgestelde inbreuken ter beschikking gesteld wordt van alle uitzendbureaus, kan er rekening mee gehouden worden bij de eventuele plaatsing van uitzendkrachten. Preventie en Interim heeft een procedure en de criteria uitgewerkt om deze uitwisseling van gegevens te organiseren. De werkwijze werd door Federgon en de Raad van Bestuur van PI goedgekeurd en treedt in werking vanaf 2008.
6.3 Onderzoek en campagnes i.s.m. andere preventieorganisaties 6.3.1 Uitzendarbeid in de metaalsector (i.s.m. AXA)
In totaal werden ongeveer 1300 pakketten (800 in het Nederlands en 500 in het Frans), door de verbindingspersonen bezorgd aan hun uitzendkantoren. De 2 volgende thema’s, rolbrugbestuurder en logistiek bediende, werden pas begin 2008 gepubliceerd en verspreid naar de uitzendkantoren. De volledige inhoud is eveneens beschikbaar op de website.
AXA, arbeidsongevallenverzekeraar, ontwikkelt sinds enkele jaren een specifiek informatiedossier over tewerkstelling van uitzendkrachten in een bepaalde sector. Preventie en Interim begeleidt mee de ontwikkleing en stelt het ter beschikking van alle uitzendbureaus. Na de logistieke sector, de verzorging werd in 2007 de metaalsector behandeld. Op basis van een bevraging bij enkele belangrijke metaalverwerkende bedrijven die een beroep doen op uitzendkrachten en de analyse van de meest frequente ongevallen werd een lijst opgesteld van de meest voorkomende functies. Verschillende hulpmiddelen werden uitgewerkt om zowel het uitzendkantoor als het bedrijf te helpen een efficiënt onthaal te organiseren nl. onthaalbrochure, themafiches, instructiekaarten, werkpostfiches, opleidingsmodule en kennistest. Het concrete preventiemateriaal werd samengebracht in een dossier (papier, cd-rom en de website van PI) en wordt ter beschikking gesteld van uitzendkantoren en bedrijven.
6.3.2 Werken met een vleesnijmachine (i.s.m. Fortis) Met de steun van de arbeidsongevallenverzekeraar Fortis heeft PI voor de actie “jobstudenten 2007” een e-learning module “werken met vleessnijmachine” ontwikkeld. De opleiding neemt ongeveer 15 minuten in beslag en wordt afgesloten met een kennistest. Via de website, de cd-rom “jobstudenten 2007” en de cd-rom e-learning is de opleiding ter beschikking van uitzendkantoren en ondernemingen.
60
Studie en onderzoek - 61
activiteitenverslag 2007
6.3.3 Huishoudelijke taken Alhoewel de tewerkstelling van uitzendkrachten in huishoudelijke taken beperkt is heeft deze activiteit een enorme groei gekend via de dienstencheques. Op vraag en in samenwerking met de ongevallenverzekering en enkele uitzendbureaus heeft PI een volledig dossier uitgewerkt over de risico’s en de preventiemaatregelen bij huishoudelijke taken. In de technische documentatie werden de belangrijkste elementen verwerkt voor de uitzendconsulenten. De uitgebreide documentatie werd opgenomen op een afzonderlijke cd-rom.
6.4 Een veiligheidscertificaat voor de uitzendbureaus (VCU) De vraag vanuit de VCA- (Veiligheidschecklist aannemers) gecertificeerde ondernemingen naar VCU(Veiligheidschecklist uitzendbureaus) gecertificeerde uitzendkantoren neemt verder toe. Vooral de verplichting dat de VCA**-gecertificeerde bedrijven vanaf 2008 enkel nog kunnen een beroep doen op VCU-gecertificeerde uitzendkantoren heeft het belang van de VCU-certificatie doen toenemen. Eind 2007 bezitten 31 uitzendbureaus een VCU-certificaat, behaald voor ongeveer 250 uitzendkantoren. Ongeveer 450 uitzendconsulenten hebben in 2007 hun VIL-opleidingsattest behaald. De VCU-Checklist 2007/04, waaraan PI heeft meegewerkt is goedgekeurd en is medio 2007 in voege getreden. Zij sluit meer aan bij de praktische procedures binnen een uitzendkantoor. PI volgt de commissies die VCU beheren van nabij op: het Centraal college van deskundigen, de vzw BeSaCC-VCA, het register risicovolle taken. PI neemt het voorzitterschap waar van de Technische Commissie Kwalificaties die instaat voor de erkenning en de opvolging van alle opleidingen binnen het VCA-kader. Samen met Nederland werd een grondige analyse van de eind- en de toetstermen gemaakt, dit als voorbereiding van nieuwe examens voor de VCA-basis, VOL en VIL. Het e-learning programma “Safestart” dat PI samen met 12 Europese partners ontwikkelt (20052007) is volledig gebaseerd op de VCA-eindtermen (zie punt 7.1.2.).
Preventie en Interim werkt actief mee aan de voorbereiding van deze wettelijke initiatieven opdat de maatregelen zo nauw mogelijk zouden aansluiten bij de dagelijkse werking in de uitzendkantoren, o.a. de werkpostfiche op het terrein kwalitatief verbeteren en het onthaal van de uitzendkracht versterken.
6.6 Deelname studie-, informatie- en vormingsactiviteiten PI verleende zijn medewerking aan studiedagen en opleidingen in de specifieke domeinen van de veiligheid bij uitzendarbeid • • • • • • •
Erkende opleidingen niveau I en II voor preventieadviseurs Vereniging preventieadviseurs (PREBES, ARCOP) Na-vorming Provinciaal Veiligheidsinstituut Antwerpen Provinciale comités voor de bevordering van de arbeid Vlaamse Wetenschappelijke vereniging voor arbeidsgeneeskunde Jobbeurzen en veiligheidsmanifestaties Veiligheidsdagen ingericht door uitzendbureaus
6.5 Evaluatie van de wetgeving over welzijn op het werk voor uitzendkrachten Sinds de Ronde Tafel Uitzendarbeid (1993) is er op heel wat punten vooruitgang geboekt en zijn er nog initiatieven lopende. Zowel de Hoge Raad Preventie en Bescherming op het Werk als het Paritair Comité voor de sector van de uitzendarbeid hebben een unaniem advies uitgebracht voor de aanpassing van de wetgeving op verschillende punten. De wisseling van de Ministers van Arbeid heeft voor vertraging gezorgd, maar een beslissing over volgende dossiers wordt verwacht in 2008: • aanpassing werkpostfiche tot referentiedocument voor onthaal van uitzendkracht bij uitzendkantoor en inlener • medisch onderzoek van uitzendkrachten, kan ook bij inlener • financiering medisch onderzoek via bijdrage aan het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten • centraal administratief dossier van uitzendkrachten voor opvolging van het gezondheidstoezicht • co-responsabilsering van de inlener voor de ernstige arbeidsongevallen: in het programma werd opgenomen dat voor de berekening van het verzwaard risico de ongevallen van de uitzendkrachten worden opgenomen in de statistieken van de gebruiker-inlener
62
Studie en onderzoek - 63
Vorming
7.
activiteitenverslag 2007
7.1 Subsidiëring van veiligheidsopleidingen Het sectoraal akkoord PC322 (uitzendarbeid) 2007-2008 voorziet onder punt 4 “Vorming in veiligheid” een bijzondere inspanning waardoor de uitzendbureaus een individueel trekkingsrecht krijgen voor het financieren van veiligheidsopleidingen (budget 500.000 euro in 2007 en 1.000.000 euro in 2008). Een voorstel voor aanpak werd door PI besproken met de verbindingspersonen en goedgekeurd door de sociale partners in het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten. Twee types opleiding werden weerhouden voor de subsidiëring: • Type 1: Het verwerven van de basiskennis veiligheid om de opdracht op een veilige en efficiënte manier te kunnen uitvoeren in een omgeving die risico’s inhoudt. Dit is zowel de basisveiligheidkennnis die elke werknemer moet hebben als de meer specifieke opleiding gebonden aan een bepaalde job zoals heftruckbestuurder, elektricien, rigger ... Een attest is in vele gevallen een voorwaarde om de job te mogen aanvangen. De uitzendkracht die daarover beschikt heeft dus een blijvende meerwaarde voor zijn verdere tewerkstelling. • Type 2: Het verwerven van werkpost- en bedrijfsgebonden kennis en ervaring, essentieel om arbeidsongevallen te voorkomen. Voldoende informatie voor de beginnende werknemer over de bedrijfspecifieke risico’s kan enkel op de arbeidspost gegeven worden en daarvoor moet voldoende tijd vrijgemaakt worden.
7.2.2 Safestart – Europees Leonardo-project Het Leonardo-project “Basisopleiding veiligheid voor werkzoekenden en uitzendkrachten” kadert in het Europees programma voor beroepsopleiding. De beoogde opleiding werd in de vorm van een e-learningprogramma gegoten. Partners uit volgende landen verleenden hun medewerking: België (PI, Epyc, NAVB, Manpower, Dienst Beroepsopleiding van de Vlaamse Gemeenschap, BeSaCC-VCA, KTA Zavelenberg Sint-Agatha-Berchem, TA Victor Horta), Frankrijk (SCREG), G-H-Luxemburg (ULEDI), Nederland (DINS), Polen (Start People) en Malta (OHSA). Het project ging van start op 1 oktober 2005 en werd afgesloten op 31 oktober 2007.
PI zal de kwalitatieve opvolging uitvoeren en het Sociaal Fonds zal de administratieve en financiële aspecten beoordelen van de dossiers die tot maart 2009 kunnen ingediend worden.
In 2007 werden de laatste vertalingen geïmplementeerd, de testfase uitgevoerd bij vnl. uitzendkrachten en leerlingen van beroepsscholen (meer dan 1300 personen hebben het programma uitgetest), de evaluatiefase uitgevoerd en gezorgd voor verspreidingscampagnes in alle betrokken landen (beurzen, informatiesessies, verspreiding via leerplatformen, etc…). De cursus bestaat in 8 versies omwille van taal- en reglementeringsverschillen: een Belgische versie in het Nederlands, Frans, Duits, Engels en Pools; een Nederlandse versie, een Franse versie en een Maltese versie in het Engels. Het resultaat is online beschikbaar via safestart.eu en op DVD. Informatiesessies worden in 2008 georganiseerd voor de verdere promotie van het programma bij de uitzendbureaus. De vzw BeSaCC heeft met PI een overeenkomst afgesloten om het programma verder up te daten en ter beschikking te stellen van opleidingsinstellingen. Forem heeft het programma overgenomen en zal dit gebruiken voor opleiding van werkzoekenden. In 2008 wordt een e-learning versie van de VOL en VIL-opleiding voorzien.
7.2 E-learning
7.3 Vergaderingen met de verbindingspersonen
7.2.1 E-learningmodule “Veilig werken met een snijmachine” Jaarlijks zijn heel wat jobstudenten het slachtoffer van een arbeidsongeval wanneer zij tijdens de schoolvakanties werken op de afdeling fijne vleeswaren en kaas. PI een heeft een nieuwe e-learningmodule ontwikkeld waarmee uitzendconsulenten hun uitzendkrachten kunnen VORMEN en TESTEN alvorens ze uit te zenden. Aanpak: • een doorlopende presentatie met heel wat beeldmateriaal, een stem die uitleg verschaft, de mogelijkheid om de auditieve tekst ook visueel te bekijken • een test die at random 10 vragen selecteert uit een vragenbatterij • de mogelijkheid om een attest af te drukken
Tijdens de plenaire vergaderingen van de verbindingspersonen wordt steeds een vormingsonderdeel aangeboden. Dit jaar kwamen volgende onderwerpen aan bod: • Thema: “Afvalverwerking”. De vergadering werd gehouden in de gebouwen van Shanks Vlaanderen nv, Divisie Roeselare voor de Nederlandstaligen en bij Van Gansewinckel te Wandre (Liège) voor de Franstaligen. In beide gevallen werden de respectievelijke bedrijven voorgesteld en werd een rondleiding gegeven. Het dossier rond de tewerkstelling van uitzendkrachten in de afvalverwerking, dat AXA in samenwerking met PI heeft samengesteld, werd voorgesteld. • Thema: “Opleiding kleine blusmiddelen en evacuatietechnieken“. De opleiding werd gegeven door MD Group te Dilbeek. Aansluitend werd een gezamenlijke lunch aangeboden.
Inhoud: instructies voor het gebruik en het onderhoud, hygiëne in de voedingssector … Gebruik: het programma is gratis beschikbaar op www.p-i.be en kan individueel door elke uitzendkracht doorlopen worden (duur: 10 minuten). Dit programma is ook beschikbaar op cd-rom samen met de andere opleidingmodules (brand, veiligheidssignalisatie, gebruik van cutters en werken op hoogte).
66
Vorming - 67
activiteitenverslag 2007
7.4 Basisopleiding preventie en bescherming voor de verbindingspersonen In het najaar van 2007 werd er een specifieke basisopleiding veiligheid georganiseerd voor de verbindingspersonen in het Nederlands. 14 Nederlandstalige verbindingspersonen behaalden het getuigschrift.
7.5 Cursus sociaal recht voor uitzendconsulenten De Federgon-cursus voor uitzendconsulenten bevat een onderdeel “Preventiebeleid en uitzendarbeid” en wordt door PI verzorgd. In 2007 waren er 20 cursussen, goed voor 1119 cursisten in het totaal (798 Nederlandstalige en 321 Franstalige). In elke taal werden er 11 examensessies georganiseerd met een luik “Preventiebeleid en uitzendarbeid”: 1535 kandidaten namen eraan deel.
68
Vorming - 69
Actieplan 2008
8.
activiteitenverslag 2007
A) Verder bouwen op de acties van 2007
Nieuw: • blog bestemd voor de jonge uitzendkrachten, interactief, met wekelijks nieuwe artikels … • een 3D-personage dat de verschillende PI-acties zal aankondigen
1. Veiligheidsagenda 2008: verdeling november 2007 (120.000 exemplaren) Door de uitzendkantoren rechtstreeks verdeeld aan de uitzendkrachten. Hij is praktisch, aantrekkelijk en met rechtstreekse verwijzing naar veiligheid. Het aantal toegekende exemplaren zal bepaald worden door het marktaandeel van de uitzendbureaus. Voorbereiding en verspreiding van de Agenda 2009: verdeling in november 2008.
3. PI-News: driemaandelijkse nieuwsbrief Verschijnt in maart – juni – september – december 2008 Nieuwe lay-out: in krantformaat, tweekleurendruk en op gerecycleerd papier
2. Actie jobstudenten: juni–september 2008 PI zal de samenwerkingen met de bestaande partners (FOD WASO (Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg), Prevent, ziekenfondsen, radio’s) en anderen verder ontwikkelen in 2008 teneinde het werkveld te verruimen en aldus de sensibilisatieacties nog meer bekend te maken • verdelen van 60.000 “veiligheidspaspoorten” via de uitzendbureaus en 20.000 via de partners. Hierbij zal het accent nog meer gelegd worden op de samenwerking met de FOD, Prevent, jeugdcentra, ziekenfondsen • aanpassen van de veiligheidswedstrijd voor jobstudenten op de website van PI • aanpassen van de informatie op de cd-rom Jobstudenten 2007 en hem ter beschikking stellen via de website • analyse van de arbeidsongevallenstatistieken van jobstudenten en de gepaste maatregelen treffen
72
Actieplan 2008 - 73
activiteitenverslag 2007
4. Technische documentatie: De DVD wordt, via de verbindingspersonen, naar alle uitzendkantoren verstuurd en de papieren versie enkel op vraag (via bestelbon). De voorgestelde onderwerpen zijn: aanslaan van lasten (rigger), voorbereiden betonijzer, call center, industriële schoonmaak, gieterij, agressie op het werk, verhandelen van zware stukken. PI zal in 2008 4 onderwerpen ontwikkelen.
8. PI Mail: systematisch versturen van de informatie bestemd voor de verbindingspersonen op donderdag 9. Interventies bij externen: • • • • •
beroepsfederaties, externe diensten, onderwijsinstellingen werknemersorganisaties opleidingen voor preventieadviseurs niveau I, II en III studiedagen, manifestaties … FOD WASO (Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
10. Opleiding basisveiligheid voor werkzoekenden en uitzendkrachten (Europees Leonardo-project) – VCA/VCU: Promotie van de e-learningvorming VCA in 5 talen met 11 partners (VCA, NAVB, Epyc, beroepsonderwijs, uitzendbureaus). Verspreiding van 5000 DVD’s via de partners en volgens de samenwerkingen. 5 infosessies voor uitzendconsulenten in samenwerking met BeSaCC en met de FOD WASO voor inleners.
11. Advisering en lobbying door PI bij de bevoegde instanties 5. Globale arbeidsongevallenstatistieken in samenwerking met het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO): editie mei 2008 PI zal zoals elk jaar een globale analyse maken van de arbeidsongevallen in de uitzendsector, op basis van de gegevens verzameld via de jaarrapporten van de verschillende uitzendbureaus. Het FAO zal de oorzaken en de risico-sectoren analyseren teneinde de toekomstige acties te oriënteren.
6. De groene telefoon: het gehele jaar door 0800/23.999 Dit groen nummer, gelanceerd in 2003, blijft gratis beschikbaar voor eenieder die interesse toont voor veiligheid en welzijn in de uitzendsector, dit van maandag tot vrijdag van 9 tot 16 uur en op woensdag tot 18 uur. Gezien het toenemend succes van dit nummer zowel bij de uitzendbureaus, de uitzendkrachten als de inleners, is het wenselijk het te behouden.
7. De website: beschikbare informatiebron heel het jaar door De website van PI zal een grondige herstructurering ondergaan teneinde hem gebruiksvriendelijker en toegankelijker te maken voor zijn doelpubliek: de consulenten, de preventieadviseurs, de gespecialiseerde pers, de uitzendkrachten, de verbindingspersonen … De documenten zullen sneller kunnen worden teruggevonden aan de hand van specifieke rubrieken.
74
• ontwikkeling wetgeving: o.a. de toepassing van de co-responsabilisering inzake de arbeidsongevallenverzekering, de introductie van het centraal dossier, de praktische toepassing van de voorstellen voor een betere organisatie van het gezondheidstoezicht en gebruik van de werkpostfiche • samenwerking met de externe diensten: codificatie resultaat gezondheidstoezicht en opstellen werkpostfiches in de KMO’s • veiligheidsopleidingen: het toegankelijk maken voor uitzendkrachten van opleidingen voor risicovolle taken • bouwinterim: evaluatie opleiding en arbeidsongevallen • VCA/VCU: opvolging kwaliteit
12. Uitgeven en promoten van de handleiding en de audit voor een veilige tewerkstelling van uitzendkrachten Verspreiding en promotie van de audit en de afzonderlijke checklist voor de inlener. De informatica-versie zal op de website ter beschikking worden gesteld: http://www.audit-interim.be
Actieplan 2008 - 75
activiteitenverslag 2007
B) Nieuwe acties 1. Uitwerken van vormingspakketten bestemd voor: a) Inleners: • hoe de werkpostfiche opstellen + internetversie op http://www.werkpostfiche.be • onthaal, first mission • gebruik van e-learning producten
Nog te bevestigen projecten 1. Centraal dossier uitzendkrachten: (project in het kader van de aanpassing van de wetgeving i.v.m. veiligheid en gezondheid van uitzendkrachten) = opbouwen van een centrale databank van alle uitzendkrachten met gegevens over het resultaat van hun gezondheidsevaluatie en hun specifieke veiligheidsopleiding 2. Gemeenschappelijke organisatie en planning van het gezondheidstoezicht van uitzendkrachten Het centraal, door PI, reserveren en opvolgen van het gezondheidstoezicht van uitzendkrachten voor uitzendbureaus van bepaalde regio’s
b) Uitzendbureaus: • • • •
technische documentatie uitleggen: DVD en papieren versie informatie terugvinden op de website e-learning vormingen onze producten
2. PI bestaat 10 jaar: organisatie van een evenement voor de verbindingspersonen en PR • de consulenten en de uitzendkantoren: wedstrijd op internet • de verbindingspersonen: ééndagsactiviteit • PR: academische zitting voor breed publiek en overheid
3. Ontwikkelen van andere e-learning modules • o.a. elektriciteit, gevaarlijke producten, besloten ruimte, VIL …
4. Coördinatie en informatie-uitwisseling betreffende inleners met veiligheidsproblemen • Ontwikkelen van een intranet-uitwisselingsplatform voor verbindingspersonen
76
Actieplan 2008 - 77
Bijlage: leden Preventie en Interim
9.
activiteitenverslag 2007
Lijst van de leden op 01/01/2008
80
ACCENT CONSTRUCT nv
8800
ROESELARE
ACCENT JOBS FOR PEOPLE nv
8800
ROESELARE
ACTA INTERIM sa
4800
VERVIERS
ACTIEF CONSTRUCT nv
3500
HASSELT
ACTIEF INTERIM nv
3500
HASSELT
ADECCO CONSTRUCT nv
1702
GROOT-BIJGAARDEN
ADECCO FINANCE & LEGAL nv
1702
GROOT-BIJGAARDEN
ADECCO PS nv
1702
GROOT-BIJGAARDEN
ADIA sas
F – 69100
VILLEURBANNE
ADMB INTERIM nv
8000
BRUGGE
ADRO INTERIM
3550
HEUSDEN-ZOLDER
ADS INTERIM sa
4000
LIEGE
AGO CONSTRUCT bvba
8500
KORTRIJK
AGO INTERIM BELGIE bvba
8500
KORTRIJK
AGRO-SERVICES cvba
3000
LEUVEN
ALFA INTERIM nv
2000
ANTWERPEN
ALLO INTERIM sa
1060
BRUXELLES
APPRO bvba
2830
WILLEBROEK
ARIS INTERIM
1000
BRUXELLES
ARTEC INTERIM bv
N- 4382 AC
VLISSINGEN
ARTEMIS NETWORK sa
1050
BRUXELLES
ASAP.BE nv
3600
GENK
ATOLL INTERIM nv
1070
BRUSSEL
AVANCE HASSELT bvba
3500
HASSELT
AXIS nv
2000
ANTWERPEN
BAKKER & PARTNERS nv.
2600
BERCHEM
BELGIUM TECHNICAL SUPPORT nv
2070
ZWIJNDRECHT
BIK INTERIM nv
3530
HOUTHALEN
BOSTONAIR Ltd.
UK-HU143PF
EAST YORKSHIRE
BUTLER SERVICE GROUP U.K. Ltd
Redhill
RHI 1 NE SURREY
CAMO - INTERIM sa
F-57500
SAINT AVOLD
CLICK INTERIM nv
8500
KORTRIJK
CONNECT INTERIM bvba
9100
SINT NIKLAAS
CONSTRUCT INTERIM nv
8000
BRUGGE
CONTRACTAIR Ltd
RG21 6YT
BASINGSTOKE
DAOUST INTERIM sa
1050
BRUXELLES
DYNAMIC CONSTRUCT nv
2000
ANTWERPEN
E + nv
2018
ANTWERPEN
EQUIP’INTERIM sa
4500
HUY
ERGOFLEX nv
1000
BRUSSEL
ETAPE INTERIM nv
8500
KORTRIJK
EURISTT FRANCE sa
F-75782
PARIS
EUROP INTERIM sa
1060
BRUXELLES
EUROSTAR 25 BELGIUM bvba
2321
MEER
EXACT INTERIM nv
2300
TURNHOUT
EXCEL INTERIM sa
1050
BRUXELLES
EXPECTRA RECRUITMENT nv
2600
BERCHEM
EXPRESS MEDICAL INTERIM sa
1420
BRAINE L’ALLEUD
FLEXABEL nv
9140
TEMSE
FLEXPOINT bvba
3500
HASSELT
FLEXTRA INTERIM nv
8400
OOSTENDE
FOCUS nv
2850
BOOM
FORUM INTERIM nv
8500
KORTRIJK
FRIDAY EUROTECH CONSTRUCT nv
2970
SCHILDE
GIL-INTERIM sa
6800
ATH
GO TEMP bvba
8500
KORTRIJK
GREEN INTERIM bvba
6040
JUMET
GREENPOL INTERIM bvba
2990
WUUSTWEZEL
HANDS TO WORK CONSTRUCT nv
3500
HASSELT
HANDS TO WORK PERSONEELSDIENSTEN bvba
3500
HASSELT
HAYS nv
8500
KORTRIJK
HEALTH CARE INTERIM nv
2800
MECHELEN
H & L PEOPLE nv
2018
ANTWERPEN
IDEAL INTERIM sa
4700
EUPEN
IMPACT INTERIM NV
3500
HASSELT
INDUSTRIE INTÉRIM SERVICES sa
F 75013
PARIS
INFORMATIC BENELUX sa
1180
BRUXELLES
INGELBEEN & CHRISTIAENS
8800
ROESELARE
INTAGENT bvba
9000
GENT
INTELECT bvba
2600
BERCHEM (ANTWERPEN)
INTERGOM nv
2060
ANTWERPEN
INTERIM PARTNER sprl
1050
BRUXELLES
INTEROCEAN PERSONNEL SERVICES nv
3630
MAASMECHELEN
INTERPASS nv
9450
HAALTERT
INTERTIME nv
2490
BALEN O
IPS INTERIM nv
3630
MAASMECHELEN
J & D INVEST nv
8540
DEERLIJK
JOBCONCEPT
8790
WAREGEM
JOBCONNECTION nv
3052
OUD-HEVERLEE
JOBS CONSTRUCT
3600
GENK
KELLY SERVICES INTERIM nv
1000
BRUXELLES
KEYWORKS bvba
3300
TIENEN
Bijlage: leden Preventie en Interim - 81
activiteitenverslag 2007
KIS Bouw Interim nv
3940
HECHTEL-EKSEL
SAMENWERKING TECHNIEK ORGANISATIE BELGIË bvba
8670
KOKSIJDE
KONVERT INTERIM nv
8500
KORTRIJK
SECRETARY PLUS MANAGEMENT SUPPORT nv
1050
BRUSSEL
KONVERT INTÉRIM WALLONIE sa
8500
KORTRIJK
SEGERS SELECT bvba
3520
ZONHOVEN
KONVERT KONSTRUKT nv
8500
KORTRIJK
SELECT 4U nv
2018
ANTWERPEN
LAB SUPPORT nv
2000
ANTWERPEN
SELECT human resources nv
2018
ANTWERPEN
LEADER INTERIM sa
F-95604
EAUBONNE
START PEOPLE ABROAD
1000
BRUXELLES
LEM INTERIM sa
4020
LIEGE
START PEOPLE CONSTRUCT nv
2000
ANTWERPEN
LIB (Liberty Inter Business) NV
8500
KORTRIJK
START PEOPLE nv
2000
ANTWERPEN
LINK2EUROPE nv
2870
PUURS
SUIVI TECHNIQUE ORGANISATION sarl
F 59380
QUAEDYPRE
LUSO BASTO SERVICES
p-4860-176
CABECEIRAS DE BASTO
SYNERGIE BELGIUM nv
2600
BERCHEM
M INTERIM sa
1000
BRUXELLES
TAKE air
4041
HERSTAL
MAILPROFS BELGIUM sa
1332
GENVAL
TEAM-ONE sprl
4041
HERSTAL
MAINTEC BELGIË nv
9140
TEMSE
TECHNO-ASSIST sa
4040
HERSTAL
MANPOWER SA
1050
BRUXELLES
TENCE ! INTERIM nv
3220
HOLSBEEK
MERIDIAN BUSINESS SUPPORT LTD
Wa 17 pt
ALTRINCHAM CHESHIRE
T-Groep, divisie T-Interim nv
2800
MECHELEN
MERVEILLE PLUS INTERIM sa
7950
CHIEVRES (LADEUZE)
THG-INTERIM AG
4780
SANKT VITH
MICHAEL PAGE INTERNATIONAL nv
1050
BRUSSEL
TOBASCO nv
3500
HASSELT
MISE EN PLACE BELGIË nv
3000 BS
LEUVEN
TOP INTERIM nv
1050
BRUSSEL
MORGAN TRAVAIL TEMPORAIRE sas
F-75008
PARIS
TRACE ! sa
6000
CHARLEROI
MUNDO INTERIM bvba
3620
LANAKEN
TRACE CONSTRUCTION sa
6000
CHARLEROI
OK PEOPLE
4040
HERSTAL
T-SERVICE INTERIM BRUXELLES sa
1000
BRUXELLES
ORANJEBUILD nv
NL-3011
XZ ROTTERDAM
UNIQUE INTERIM nv
1800
VILVOORDE
ORION ENGINEERING SERVICES Ltd
IV2-6AA
INVERNESS (SCOTLAND)
USG FINANCIAL FORCES nv
8800
ROESELARE
PACK INTERIM sprl
1130
BRUXELLES
VEDIOR INTERIM nv
1070
BRUXELLES
PAGE INTERIM nv
1050
BRUSSEL
VERA INTERIM nv
1000
BRUSSEL
Santry DUBLIN 9 IRELAND
VERA INTERIM PLUS nv
3000
LEUVEN
PARC INTERIM Ltd
82
PAYROLL SERVICES BELGIUM nv
1930
ZAVENTEM
VIVALDI’S INTERIM nv
2000
ANTWERPEN
PEOPLE INTERIM sa
1000
BRUXELLES
WALTERS INTERIM nv
1050
BRUSSEL
PEPS INTERIM sa
7000
MONS
WELTEN GROUP BELUX bvba
2600
BERCHEM (ANTWERPEN)
PLUS UITZENDKRACHTEN nv
2018
ANTWERPEN
PROCAREER SOLUTIONS sa
1040
BRUXELLES
PROJECT INTERIM nv
3970
LEOPOLDSBURG
QUALITAIR ENGINEERING SEERVICES Ltd
CB85TE
CAMBRIDGE
RANDSTAD BELGIUM nv
1020
BRUSSEL
RANDSTAD CONSTRUCT nv
1020
BRUSSEL
REFLEX INTERIM sa
1180
BRUXELLES
RITMO INTERIM nv
2000
ANTWERPEN
ROBERT HALF nv
1702
GROOT-BIJGAARDEN
ROEVIN MANAGEMENT SERVICES Ltd
NL-6166
CW GELEEN
RUNTIME SERVICES nv
2220
HEIST O/D BERG
SAFETEC INTERIM bvba
NL-4383 AT
VLISSINGEN
Bijlage: leden Preventie en Interim - 83