Kantoor Den Haag Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie
Meldingsplichtige en dodelijke arbeidsongevallen Cijfers over het jaar 2002
NOVEMBER 2003
H. Leertouwer H. F.H. Lommers
INHOUDSOPGAVE
BLZ.
1
INLEIDING
2
MELDINGSPLICHTIGE EN ANDERE ARBEIDSONGEVALLEN 2
3
BEHANDELING VAN GEMELDE ONGEVALLEN
4
BASISMATERIAAL ONDERZOEK
4
5
DODELIJKE ONGEVALLEN
5
6
CIJFERS ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN
9
6.1 6.2 6.3
9 13 17
7
1
3
Kenmerken slachtoffers Bedrijfskenmerken Achtergrondgegevens
CONCLUSIES / AANBEVELINGEN
BIJLAGE: Slachtoffers naar sector; gedetailleerde verdeling
22
Arbeidsongevallen in 2002
1
INLEIDING
In deze rapportage wordt verslag gedaan van onderzoeken verricht door de Arbeids-inspectie (AI) naar ernstige arbeidsongevallen in het jaar 2002. De gepresenteerde cijfers hebben betrekking op de ongevallen die in het jaar 2002 zijn gemeld, in behandeling genomen en ook afgesloten1. Voor zover bij een arbeidsongeval sprake is van meerdere slachtoffers met ernstig letsel zijn deze elk als afzonderlijk ongeval in beschouwing genomen. De bron voor dit onderzoek zijn de meldingen van ernstige arbeidsongevallen door of namens werkgevers bij de Arbeidsinspectie. Deze zogeheten meldingsplichtige arbeidsongevallen vormen slechts een klein deel van het totale aantal arbeidsongevallen in Nederland, dat kan worden geschat op circa 170.000 (Enquête Beroepsbevolking, CBS). Deze rapportage heeft uitsluitend betrekking op ernstige, in het kader van de Arbowet meldingsplichtige, ongevallen.
1
Zie ook de volgende rapporten: P.J.M. Martens, Arbeidsongevallen met dodelijke afloop; Cijfers over de jaren 1997-1998-1999-2000, Den Haag, september 2001. P.J.M. Martens, H. Leertouwer en H.F.H. Lommers, Meldingsplichtige en dodelijke arbeidsongevallen; Cijfers over het jaar 2001, Den Haag, december 2002.
1
Arbeidsongevallen in 2002
2
MELDINGSPLICHTIGE EN ANDERE ARBEIDSONGEVALLEN
Werkgevers zijn verplicht op grond van artikel 9 van de Arbowet 1998 bepaalde ern- stige arbeidsongevallen te melden bij de Arbeidsinspectie. Volgens genoemde wet is een arbeidsongeval een aan een werknemer in verband met het verrichten van arbeid overkomen ongewilde, plotselinge gebeurtenis, die schade aan de gezondheid tot vrijwel onmiddellijk gevolg heeft gehad en heeft geleid tot ziekteverzuim, of de dood tot vrijwel onmiddellijk gevolg heeft gehad (Arbowet, artikel 1, lid 3 onder i). Volgens dezelfde wet zijn meldingsplichtig die arbeidsongevallen die ernstig lichamelijk of geestelijk letsel of de dood ten gevolge hebben. Onder ernstig geestelijk of lichamelijk letsel wordt verstaan: schade aan de gezondheid, die binnen 24 uur na het tijdstip van de gebeurtenis leidt tot opname in een ziekenhuis ter observatie of behandeling, dan wel naar redelijk oordeel blijvend zal zijn (Arbowet, artikel 9, lid 1). In de Memorie van toelichting op artikel 9 van de Arbowet wordt een uitzondering gemaakt voor ongevallen die plaatsvinden tijdens het woon-werkverkeer en die daarom niet behoren tot het toezichtgebied van de Arbeidsinspectie. Verkeersongevallen op de openbare weg vormen een aparte categorie. Als daar mensen bij betrokken zijn die aan het werk waren (vertegenwoordigers; beroepschauffeurs) is er in principe sprake van een arbeidsongeval. In de praktijk worden deze ongevallen op basis van de Wegenverkeerswet door de politie onderzocht. In de hier gepresenteerde cijfers zijn verkeersslachtoffers dan ook niet begrepen. Opgemerkt zij tot slot nog, dat ernstige arbeidsongevallen niet in alle gevallen bij de Arbeidsinspectie worden gemeld. Er is sprake van een zekere onderrapportage, hetgeen onder meer valt af te leiden uit de regelmatige navraag die bij de Arbeidsinspectie wordt gedaan door advocatenbureaus en verzekeringsbedrijven naar de toedracht van een (niet gemeld) ernstig ongeval. De omvang van de totale onderrapportage is moeilijk te schatten.
2
Arbeidsongevallen in 2002
3
BEHANDELING VAN GEMELDE ONGEVALLEN
Naar alle bij de Arbeidsinspectie gemelde meldingsplichtige arbeidsongevallen wordt een onderzoek ingesteld. Bij dat onderzoek worden gegevens verzameld die gerubriceerd kunnen worden in een viertal categorieën: kenmerken van het bedrijf waar het ongeval plaatsvond en eventueel- van het bedrijf waar het slachtoffer in loondienst was (o.a. bedrijfsgrootte, aard van het bedrijf); persoonsgegevens van het slachtoffer (leeftijd, geslacht, aard dienstverband e.d.); de toedracht van het ongeval (oorzaak, plaats van het ongeval e.d.) en het effect van het ongeval (zoals aard en ernst van het letsel). Tijdens het onderzoek hoort de inspecteur het slachtoffer, de werkgever, eventuele getuigen, en als dat naar zijn oordeel nodig is andere betrokkenen. Ook wordt bij ieder ongeval nagegaan of er sprake is van overtredingen van de Arbowet. Als dat het geval is maakt de inspecteur een boeterapport op of -in uitzonderingsgevallen- een proces-verbaal. Dat laatste gebeurt alleen als de werkgever naar het oordeel van de inspecteur zodanig heeft gehandeld dat dit kan worden aangemerkt als een misdrijf. Soms blijkt bij de intake dat een ongeval niet meldingsplichtig is volgens de bepalingen van de Arbowet. In zo’n geval wordt de melding wel geregistreerd, maar niet als meldingsplichtig ongeval. In de regel vindt dan geen bedrijfsbezoek plaats. Regelmatig wordt pas bij het bedrijfsbezoek duidelijk dat een ongeval niet meldingsplichtig is. Ook dan wordt het betreffende ongeval geregistreerd als niet-meldingsplichtig arbeidsongeval; er vindt in principe geen onderzoek plaats. De werkgever en het slachtoffer worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Na afloop van het bedrijfsbezoek worden de betrokken partijen, de verantwoordelijke werkgever, getroffene(n) en eventuele werknemersvertegenwoordigers schriftelijk in kennis gesteld van de onderzoeksafhandeling. Het ongevalsrapport c.q. het ongevallenboeterapport wordt daarbij standaard aan partijen toegezonden.
3
Arbeidsongevallen in 2002
4
BASISMATERIAAL ONDERZOEK
In het jaar 2002 zijn in totaal 3349 arbeidsongevallen bij de Arbeidsinspectie gemeld (inclusief de ernstige ongevallen met dodelijke afloop, in totaal 110). Dit aantal komt uit boven hetgeen in de afgelopen jaren door of namens werkgevers aan arbeidsongevallen is gemeld (globaal tussen 2500 en 3000). Het gaat hierbij echter om een bruto aantal ongevallen omdat niet alle meldingen van ongevallen voldoen aan de criteria voor de meldingsplicht. Een deel van de meldingen heeft betrekking op niet meldingsplichtige ongevallen (geen ziekenhuisopname, geen blijvend letsel) en op verkeersongevallen. Deze laatste blijven buiten beschouwing, evenals ongevallen waarbij een ZZPer (Zelfstandige Zonder Personeel) slachtoffer is. Ook zijn in dit onderzoeksrapport niet meegenomen de op 31 dec. 2002 nog niet afgehandelde / niet afgesloten ongevallen. Voorts valt een aantal meldingen af vanwege onvoldoende beschikbare informatie2. Waar sprake is van een ongeval waarbij twee of meer slachtoffers ernstig letsel hebben opgelopen wordt het aantal ongevallen daarmee verhoogd. Door deze correcties ontstaat een aantal ‘meldingsplichtige’ ongevallen waarvoor de benodigde informatie volledig beschikbaar is zodat nadere analyses naar achtergronden, oorzaken en dergelijke konden plaatsvinden. Rekening houdend met de hierboven genoemde correcties komt dit “geschoonde” aantal ernstige arbeidsongevallen voor het jaar 2002, zoals uit onderstaande tabel blijkt, uit op 1654. Op dat aantal zijn de in dit rapport gepresenteerde analyseresultaten gebaseerd.
Tabel 4.1
Overzicht aantal ongevallen
GEMELD: (exclusief dodelijke slachtoffers)
3239
AF:
1369 21 78 57 26 49
Niet meldingsplichtig Verkeersslachtoffers Niet afgehandeld / afgesloten Geen bedrijfsongeval Onvoldoende informatie e.d. ZZPers
BIJ: Meer slachtoffers BASISAANTAL VOOR ANALYSE
15 1654
De categorie ‘onvoldoende informatie’ bestaat voor een deel uit (vermoedelijk) illegale tewerkgestelden die na het ongeval verdwijnen naar elders en niet meer traceerbaar zijn. Opvallend is het grote aantal niet meldingsplichtige ongevallen dat toch gemeld is. Wellicht een aanwijzing dat men “zekerheidshalve” de Arbeidsinspectie inschakelt. 2
4
Dit hangt onder andere samen met het tijdstip waarop de informatiebestanden uit GISAI (Geïntegreerd Systeem Arbeidsinspectie) zijn gegenereerd.
Arbeidsongevallen in 2002
5
DODELIJKE ONGEVALLEN
In het jaar 2002 zijn er bij de Arbeidsinspectie 110 ongevallen gemeld, waarbij 112 dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Nadat dit aantal is verminderd met niet-meldingsplichtige ongevallen, verkeersongevallen, meldingen waarbij sprake bleek van natuurlijke doodsoorzaak etcetera, resteert een aantal van 68 ongevallen waarbij 70 dodelijke slachtoffers zijn gevallen. In de onderstaande tabellen is weergegeven in welke sectoren en welke grootteklassen van bedrijven deze ongevallen voorkwamen. Verder is een indeling gemaakt naar leeftijd en arbeidsverband van de slachtoffers en is er een aantal achtergrondkenmerken geïnventariseerd, zoals oorzaak letsel, plaats van het ongeval en basisoorzaak van het ongeval. Bij de verdeling van de slachtoffers naar sector, grootteklasse en leeftijd is een zogeheten ‘risicofactor’ opgenomen. Die geeft aan waar relatief gezien meer of minder slachtoffers zijn gevallen. Als de factor gelijk is aan 1, dan is het aantal in overeenstemming met de relatieve verdeling van werknemers naar sector, grootteklasse of leeftijd. Is de factor minder dan 1 dan zijn er relatief weinig slachtoffers, is het getal groter dan 1, dan zijn er relatief meer slachtoffers. Opgemerkt zij dat deze cijfers alleen voor 2002 gelden. Omdat het aantal dodelijke slachtoffers ten opzichte van het totale aantal werknemers gering is, hebben de cijfers geen voorspellende waarde. Volgend jaar kunnen de verhoudingen geheel anders liggen.
Tabel 5.1
Dodelijke slachtoffers naar sector
Sector Landbouw Industrie Bouwnijverheid Handel en horeca Vervoer Dienstverlening; overig Totaal
Aantal
%
% verdeling banen*
Risicofactor
1 17 18 13 8 13 70
1 24 26 19 11 19 100
1 14 6 21 7 51 100
1 1.7 4.3 0.9 1.6 0.4 1
* Verdeling banen bron: CBS. Risicofactor: kolom %-verdeling gedeeld door kolom %-verdeling banen; naarmate de factor hoger is, is de kans op een (dodelijk) ongeval groter.
In de bijlage is een gedetailleerde indeling van de slachtoffers naar sector opgenomen.
5
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 5.2
Dodelijke ongevallen naar grootteklasse
Grootteklasse (werknemers)
Aantal
%
% verdeling banen*
Risicofactor
16 33 19 2 70
23 47 27 3 100
17 26 58
1.4 1.8 0.5
100
1
1-9 10-99 100 en meer Onbekend Totaal * Percentage verdeling banen, bron: CBS.
Tabel 5.3
Dodelijke slachtoffers naar leeftijd
Leeftijdscategorie Jonger dan 25 25-34 35-44 45-54 55 en ouder Onbekend Totaal
Aantal
%
% verdeling banen*
Risicofactor
11 12 17 14 13 3 70
16 17 24 20 19 4 100
17 26 27 22 8
0.9 0.7 0.9 0.9 2.4
100
1
* Percentage werknemers, bron: CBS.
Tabel 5.4
Dodelijke slachtoffers naar arbeidsverband
Arbeidsverband Werknemer Stagiaire Uitzendkracht Overig Onbekend Totaal
6
Aantal
%
58 2 7 2 1 70
83 3 10 3 1 100
Arbeidsongevallen in 2002
5.5
Vrouwelijke slachtoffers
Opvallend is dat het aantal vrouwen onder de dodelijke slachtoffers altijd relatief klein is. Dat geldt ook weer voor 2002. Er viel dat jaar 1 vrouwelijk slachtoffer in de sector handel en horeca.
Tabel 5.6
Dodelijke ongevallen; oorzaak ongeval
Werken zonder bevoegdheid Niet borgen, veilig stellen Veiligheden buiten werking stellen Niet/niet juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) Onjuist beladen/plaatsen Werk op/aan bewegende machines Overig onjuist gebruik materiaal Ontoereikende afscherming Onjuiste, onvoldoende pbm ter beschikking gesteld Defecte gereedschap/materieel ter beschik gesteld Te hoge/lage temperatuur Overige directe oorzaak Onbekend Totaal
Tabel 5.7
Aantal
%
1 19 3 6 5 3 3 10 2 4 2 11 1 70
1 27 4 9 7 4 4 14 3 6 3 16 1 100
Dodelijke ongevallen; plaats ongeval (werkomgeving)
Binnen (niet openbaar toegankelijke ruimte) Binnen (openbaar toegankelijke ruimte) Buiten (op begane grond) Buiten (boven begane grond) Onder, in, of op water Niet in de delen of onbekend TOTAAL
Aantal
%
43 3 9
61 4 13
12 3 70
17 4 100
7
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 5.8
Dodelijke ongevallen; ontstaan letsel
Gestoten tegen (tegenaan lopen/raken) Geraakt door (getroffen door) Ongelijkvloerse val Beklemd/bekneld Contact met (elektriciteit, hitte, koude, straling, bijtende stoffen, giftige stoffen, lawaai) Onbekend TOTAAL
Aantal
%
3 13 29 15
4 19 41 21
9 1 70
13 1 100
Hier blijkt duidelijk dat vallen de belangrijkste oorzaak is van dodelijke ongevallen (41%).
8
Arbeidsongevallen in 2002
6
CIJFERS ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN
6.1
Kenmerken slachtoffer
Veruit de meeste slachtoffers met ernstig letsel zijn mannen. Mannelijke slachtoffers worden vooral in de sectoren industrie, bouwnijverheid en in de dienstverlening/overig aangetroffen. Vrouwelijke slachtoffers komen vooral voor in de sectoren industrie, handel/ horeca en dienstverlening/ overig.
Tabel 6.1
Slachtoffers met ernstig letsel naar geslacht aantal ongevallen
%
arbeidsvolume M/V
Mannen Vrouwen
1532 122
93 7
65% 35%
Totaal
1654
100
100%
Het Arbeidsvolume geeft de verhouding aan tussen mannen en vrouwen in het arbeidsproces, gecorrigeerd voor deeltijdwerk (bron: CBS, Statistisch Jaarboek 2001). Deze cijfers kunnen worden geïnterpreteerd als de kans op een ongeval bij gelijk ongevals-risico. Duidelijk is dat vrouwen veel minder vaak bij ongevallen zijn betrokken dan mannen. Reden hiervoor kan zijn het feit dat vrouwen minder vaak in risicovolle beroepen werkzaam zijn. Als we kijken naar de risicofactor bij de onderverdeling naar sectoren dan blijkt dat in de bouwnijverheid (3,7) en in de landbouw (3,0) de kans op ongevallen groter is dan in de overige sectoren.
9
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 6.2
Slachtoffers met ernstig letsel naar sectoren; mannen en vrouwen
Sector
Landbouw Industrie Bouwnijverheid Handel / horeca Vervoer Dienstverlening Onbekend Totaal
% verdeling banen *)
aantal ongeval len man
aantal ongeval len vrouw
1 14 6 21 7 51 0 100
51 576 360 183 113 239 10 1532
4 30 3 22 7 55 1 122
aantal ongeval len totaal
55 606 363 205 120 294 11 1654
% ongeval len totaal
3 37 22 12 7 18 1 100
risico factor (zie opm.)
3.0 2.6 3.7 0.6 1.0 0.4 -
*) bron CBS: (Baan is werkkring; een werknemer kan meerdere banen hebben). Opm.: Risicofactor = kolom 5 gedeeld door kolom 1; naarmate de factor hoger is, is de kans op een ernstig ongeval groter.
Tabel 6.3
Slachtoffers met ernstig letsel naar leeftijdscategorie
Leeftijdscategorie
Jonger dan 24 24-36 36-45 45 en ouder Onbekend Totaal
% werk nemers *)
16 30 27 27 0 100
aantal ongeval len
308 427 381 525 13 1654
% ongeval len
19 26 23 32 100
risico factor
1.2 0.9 0.9 1.2
*) Percentage werknemers, bron: CBS.
Zoals blijkt uit de tabel komt de procentuele verdeling van het aantal ongevallen met ernstig letsel vrijwel overeen met de landelijke verdeling van werknemers over de diverse leeftijdscategorieën. De risicofactor is voor vrijwel alle leeftijdsklassen dus nagenoeg gelijk. Voor de groep jongeren tot 24 jaar en ouderen vanaf 45 jaar lijkt op basis van deze cijfers de risicofactor iets groter in vergelijking met de overige leeftijdscategorieën, maar het verschil is te klein om hier conclusies aan te verbinden.
10
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 6.4
Slachtoffers met ernstig letsel naar arbeidsverband
Arbeidsverband
aantal ongevallen (absoluut)
aantal ongevallen %
Werknemer Stagiaire Uitzendkracht Leerling / student / overig Derde
1363 20 211 44 16
82 1 13 3 1
Totaal
1654
100
Het aantal uitzendkrachten onder de slachtoffers is relatief hoog te noemen. Circa 13 % van de ernstige ongevallen valt in deze categorie. In Nederland zijn er circa 7 miljoen banen waarvan ongeveer 205.000 uitzendkrachten (ofwel circa 3%)3. De kans op een ernstig ongeval is voor de uitzendkrachten dus kennelijk groter dan voor de andere werknemerscategorieën.
Tabel 6.5
Slachtoffers met ernstig letsel naar aantal dienstjaren
Aantal jaren werkzaam in bedrijf
t/m 2 jaar 3 t/m 4 jaar 5 t/m 10 jaar 11 t/m 20 jaar 21 en meer Onbekend Totaal
Aantal ongevallen (absoluut)
%
500 166 159 179 144
30 10 10 11 9
506 1654
30 100
In bovenstaande tabel is een indeling gemaakt naar aantal dienstjaren in het bedrijf. De vooronderstelling dat naarmate de werkervaring toeneemt het aantal ongevallen afneemt wordt in de tabel bevestigd. De pas in dienst getredenen worden het meest getroffen door ongevallen. De score van 30% spreekt voor zich. Nadere analyse wijst uit dat deze groep niet alleen uit jeugdigen bestaat. Ouderen maken er een substantieel deel van uit. In de volgende tabel is nog een nadere detaillering naar geslacht gegeven.
3
CBS: Sociaal-economische maandstatistiek 2003/4.
11
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 6.6
Slachtoffers met ernstig letsel naar dienstjaren; mannen en vrouwen
Aantal jaren werkzaam in bedrijf
t/m 2 jaar 3 t/m 4 jaar 5 t/m 10 jaar 11 t/m 20 jaar 21 en meer Onbekend Totaal
12
Aantal ongevallen (absoluut)
Waarvan mannen
Waarvan vrouwen
500 166 159 179 144
455 148 149 167 141
45 18 10 12 3
506 1654
472 1532
34 122
Arbeidsongevallen in 2002
6.2
Bedrijfskenmerken
Tabel 6.7
Ernstige ongevallen naar sectoren
Sector
verdeling banen * ernstige (%) ongevallen (absoluut)
Landbouw Industrie Bouwnijverheid Handel en horeca Vervoer Dienstverl / overig Onbekend Totaal
1 14 6 21 7 51 0 100
55 606 363 205 120 294 11 1654
ernstige ongevallen %
risicofactor
3 37 22 12 7 18 1 100
3.0 2.6 3.7 0.6 1.0 0.4 -
zie opm.
Opmerking: risicofactor; in deze kolom staat de verhouding tussen de procentuele verdeling van het aantal ernstige ongevallen en de procentuele verdeling van het aantal banen in een sector. Hoe hoger dit cijfer, hoe hoger het ongevalrisico. *)
bron CBS: (Baan is werkkring; een werknemer kan meerdere banen hebben).
In bovenstaand overzicht is het aantal door de Arbeidsinspectie in 2002 afgehandelde ernstige arbeidsongevallen per sector weergegeven en gerelateerd aan de procentuele verdeling van het aantal banen in deze sectoren. In de tabel is het aantal ongevallen gerelateerd aan het aantal werknemers in een bedrijfssector, en niet aan het aantal bedrijven, omdat het aantal werknemers per bedrijf nogal sterk kan variëren en het risico van een ongeval zich afspeelt op het niveau van de individuele werknemer. De procentuele verdeling van de banen over de sectoren is bedoeld om als achtergrondinformatie enige schaal te geven aan de aantallen ernstige arbeidsongevallen. Het aantal ongevallen kan aldus worden vergeleken met de relatieve grootte van een sector. Van de sector bouwnijverheid is bekend dat het ongevalsrisico er hoger is dan in veel andere sectoren. Dat blijkt ook nu weer. De bouw omvat 6% van het aantal banen, terwijl in deze sector 22% van het aantal onderzochte ernstige ongevallen voorkomt. Voor de bouw geldt een risicofactor van 3,7 en voor de landbouw en industrie, twee andere uitschieter, respectievelijk van 3,0 en 2,6. De overige sectoren ontlopen elkaar niet in belangrijke mate. Absoluut gezien evenwel, zijn de aantallen zo klein dat grote voorzichtigheid in de interpretatie hier geboden is.
13
Arbeidsongevallen in 2002
Voor wat betreft sectoren met een hoger risico op ongevallen, zoals de bouw en de in-dustrie, geldt dat deze observaties in overeenstemming zijn met de resultaten van de Enquête Beroeps Bevolking (EBB) die het CBS jaarlijks uitvoert4. Tabel 6.8
Ernstige ongevallen naar grootteklasse
Grootteklasse (werknemers)
1-10 10-20 20-50 50-100 100-500 Meer dan 500 Onbekend Totaal
% banen *)
17 8 10 8 19 39 0 100
aantal ongevallen (absoluut)
284 195 333 262 406 124 50 1654
aantal ongevallen %
17 12 20 16 25 8 3 100
risico-factor
1.0 1.5 2.0 2.0 1.3 0.2 -
*) Percentage verdeling banen, bron: CBS.
Het merendeel van de ernstige ongevallen, uitgezet naar bedrijfsgrootte, vindt plaats in de kleine tot middelgrote bedrijven. In de grootteklassen tot 100 werknemers komen in totaal 1074 ernstige ongevallen voor ofwel een kleine 65% van alle ongevallen, terwijl voor deze grootteklassen geldt dat 43% (zie kolom 1) van de werknemers daarin werkzaam is. Voor deze grootteklassen komt de risicofactor uit op gemiddeld 1,6. Wordt de risicofactor per grootteklasse afzonderlijk bezien dan valt op dat bij het toe-nemen van de bedrijfsomvang de risicofactor toeneemt en piekt tot ca. (2.0) bij de bedrijfsgrootte 50 tot 100 werknemers om daarna weer af te nemen. De kans op een ernstig ongeval is bij bedrijven tot 100 werknemers duidelijk groter dan bij bedrijven waar 100 of meer mensen werken.
5
14
De cijfers van de EBB zijn niet helemaal vergelijkbaar, omdat ze zijn gebaseerd op interviews met werknemers buiten de werksituatie om, terwijl de cijfers van de Arbeidsinspectie zijn gebaseerd op inspecties en onderzoek bij bedrijven. Zie voor de resultaten de publicatie: SZW/CBS; Arbeidsomstandigheden 2001. Monitoring via personen. Met name de tabel op pagina 67.
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 6.9
Ernstige ongevallen naar plaats ongeval (werkomgeving) aantal ongevallen (absoluut)
Fabriek/ werkplaats Garage Laboratorium Magazijn Kantoor Lift/ liftschacht Trap/ roltrap Horeca Winkel Openbare weg Bouwterrein Spoorweg Berm/ talud Agrarisch terrein Recreatieterrein Sloopterrein Dak Tunnel Riool In/ onder water Schip Overige werkruimten Totaal
aantal ongevallen %
707 22 5 107 25 6 7 21 13 50 233 7 18 51 16 10 62 1 1 2 32 258
43 1 0 7 2 0 0 1 1 3 14 0 1 3 1 1 4 0 0 0 2 16
1654
100
Het grootste deel van de ongevallen vond plaats in fabriek, productieruimte of werkplaats. 43% van de ernstige ongevallen speelde zich hier af. Verder is met name de bouwnijverheid sterk vertegenwoordigd. De post “overige werkruimten” is in deze tabel op te vatten als restpost.
15
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 6.10
Ernstige ongevallen en overtredingen Arbowet
Aantal opgemaakte boeterapporten / PV’s n.a.v. ongeval Sector
Landbouw Industrie Bouwnijverheid Handel en horeca Vervoer Dienstverlening / overig Onbekend Totaal
ernstige ongevallen (aantallen absoluut)
55 606 363 205 120 294 11 1654
aantal opgemaakte PV’s / boete rapporten
30 394 196 122 50 144 7 943
Percentage per sector
55 65 54 60 42 49 64
Indien bij het onderzoek van de inspecteur blijkt dat de Arbowet is overtreden en er een causaal verband is met het ongeval, wordt een boeterapport of, in een enkel geval, een PV (proces-verbaal) opgemaakt. Het blijkt dat de percentages in de sectoren landbouw en dienstverlening/ overig relatief het laagst scoren. In de overige sectoren liggen de percentages rond het gemiddelde van 57%. De aantallen zijn echter te gering om hier conclusies aan te verbinden.
16
Arbeidsongevallen in 2002
6.3
Achtergrondgegevens
Tijdens de ongevalonderzoeken noteren de inspecteurs een aantal achtergrondgegevens die te maken hebben met de aard van het letsel, de plaats van het letsel en onderscheiden van de oorzaak van het letsel - de (directe) oorzaak van het ongeval zelf. In de onderstaande tabellen wordt een overzicht van deze gegevens gepresenteerd. Tabel 6.11
Ernstige ongevallen naar aard van het belangrijkste letsel
Aard van het letsel
Kneuzing Open wond Brandwond Amputatie Botbreuk Verstikking Verdrinking Ontwrichting/ verstuiking Inwendig letsel Meerdere letsels van verschillende aard Niet nader omschreven of onvoldoende duidelijk TOTAAL
aantal ongevallen (absoluut)
aantal ongevallen %
92 201 58 308 547 9 18 95 231 95 1654
6 12 4 19 33 1 1 6 14 6 100
Uit de tabel blijkt dat in de meeste gevallen het letsel bestaat uit botbreuk (33%). Amputatie van een (deel ) van de ledematen volgt als tweede. Het gaat daarbij vooral om vinger- en handletsel. Zie tabel 6.2.
Tabel 6.12
Ernstige ongevallen naar plaats van het belangrijkste letsel
Plaats van het letsel
Hoofd/ nek Romp/ organen Arm/ schouder Hand/ pols Been Voet/ enkel Meerdere plaatsen Niet omschreven of onvoldoende duidelijk Onbekend
aantal ongevallen (absoluut)
216 263 125 510 239 122 154 23 2
aantal ongevallen %
13 16 8 31 14 7 9 1 0
17
Arbeidsongevallen in 2002
TOTAAL
Tabel 6.13
1654
100
Ernstige ongevallen naar soort ontstaan van het letsel
Wijze waarop letsel is ontstaan
Gestoten tegen; tegenaan lopen/ raken Geraakt door; getroffen door Ongelijkvloerse val Gelijkvloerse val; struikelen; uitglijden Beklemd; bekneld Gegrepen door; gehaakt; gehangen Contact met elektriciteit; hitte; kou; straling; bijtende stoffen; giftige stoffen, zuurstofgebrek; lawaai Overbelast; overbeladen Onbekend Totaal
aantal ongevallen (abs)
aantal ongevallen %
84 391 469 84 498 23 97
5 24 28 5 30 1 6
6 2 1654
0 0 100
Vallen en bekneld raken Wordt het aantal ongevallen als gevolg van een gelijkvloerse- en ongelijkvloerse val tezamen genomen (553 ongevallen) dan blijkt opnieuw hoe dominant deze ongevalsoorzaak is. In procenten uitgedrukt gaat het om 33% van alle ernstige ongevallen. Ook bekneld raken komt vaak voor. Het aantal ongevallen als gevolg van beknelling en beklemming scoort eveneens zeer hoog. Het gaat om 498 ongevallen ofwel 30% van alle ernstige ongevallen. Vallen en bekneld raken is dus bij 63% van het aantal ongevallen de oorzaak van het opgelopen letsel. Ter bevestiging van de indruk dat vallen vooral in de bouw en bekneld raken met name in de industrie vaak voorkomt, is gekeken naar de mate waarin deze letseloorzaken zich in genoemde sectoren manifesteren.
18
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 6.14
Vallen en bekneld raken in de sectoren bouwnijverheid en industrie
BOUW Totaal aantal ongevallen in de bouw
363
Hiervan met als letseloorzaak vallen Hiervan met als letseloorzaak bekneld raken
191 (53%) 65 (18%)
INDUSTRIE Totaal aantal ongevallen industrie
606
Hiervan met als letseloorzaak vallen Hiervan met als letseloorzaak bekneld raken
121 (20%) 248 (41%)
Het blijkt inderdaad dat in de bouw 53% van alle ongevallen te maken heeft met val- gevaar. In de industrie is bekneld raken met 41% een belangrijke letseloorzaak.
Tabel 6.15 Ernstige ongevallen en “tools” ongeval Bij het onderzoek naar de oorzaken van ongevallen wordt door de inspecteurs onder meer gekeken met welke materialen, voorwerpen, stoffen, hulpmiddelen, gereedschappen, installaties, machines enzovoorts, het ongeval heeft plaatsgevonden. Deze hulpmiddelen, gebruikte gereedschappen en dergelijke worden in het algemeen (ook internationaal) aangeduid met de term ‘tools ongeval’.
19
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 6.15
‘tools’ ongeval
Tool ongeval Houtbewerkingsmachine Metaalbewerkingsmachine Kunststofbewerkingsmachine Bakkerijmachine Drukkerijmachine Bosbouwmachine Land-/ tuinbouwmachine Textielmachine Vleesverwerkingsmachine Handgereedschap Heftruck/ pallettruck Transportband Hijs- of hefwerktuig Overige transportmiddelen Ladder/ trap Steiger/ bordes Overige arbeidsmiddelen voor werken op hoogte Overige arbeidsmiddelen niet eerder genoemd Bijtende stof Brandbare stof Explosieve stof Giftige stof Bestrijdingsmiddel Overige gevaarlijke stof niet eerder genoemd Biologische agentia Overig, niet eerder genoemd Totaal
aantal ongevallen (abs)
aantal ongevallen (%)
82 105 27 14 15 13 24 4 27 114 121 33 141 149 174 98 21 306 12 11 7 5 13 138
5 6 2 1 1 1 2 0 2 7 7 2 9 9 11 6 1 19 1 1 0 0 1 8
1654
100
Het blijkt dat de hoogste score (306) valt in de categorie “overige arbeidsmiddelen niet eerder genoemd”. In totaal 19% van alle ernstige ongevallen is hieraan toe te schrijven. Dit relatief hoge cijfer hangt samen met de keuze die is gemaakt om minder te detailleren dan in eerdere rapportages is gedaan. Het gaat hier dus om een restpost. Verder blijkt dat op de tweede plaats de categorie ”ladder/ trap” staat waar 174 ongevallen hebben plaatsgevonden. Ook valt de hoge score op in de categorie “hijs- of hefwerktuigen” en “overige transportmiddelen” samen goed voor 18% van alle ongevallen.
20
Arbeidsongevallen in 2002
Tabel 6.16
Ernstige ongevallen naar directe oorzaken
Wijze waarop letsel is ontstaan
Werken zonder bevoegdheid Niet borgen, veiligstellen Veiligheden buiten werking stellen Niet/ niet juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Onjuist beladen/ plaatsen Werk op/ aan bewegende machines Overig onjuist gebruik materieel Ontoereikende afscherming Onjuiste, onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld Defecte gereedschappen/ materieel ter beschikking gesteld Niet toereikende alarmsystemen Gebrek aan orde en netheid Te hoge/ lage temperatuur Teveel/ weinig verlichting Overige directe oorzaak Totaal
aantal ongevallen (abs)
aantal ongevallen %
40 438 45 58
2 27 3 4
136 157 121 230 23
8 10 7 14 1
82
5
6 25 3 4 286 1654
0 2 0 0 17 100
Verreweg de belangrijkste directe oorzaak van een ernstig ongeval is het ”niet borgen, veiligstellen”. Meer dan een kwart van de ongevallen is daaraan toe te schrijven. Op de tweede plaats gevolgd door (de restpost) “overige directe oorzaak” met een score van 286. Evenals bij tabel 6.15 al is opgemerkt geldt ook hier dat, in vergelijking met eerdere rapportages, in deze tabel een beperkte detaillering is aangebracht in de directe oorzaken. De restpost “overige directe oorzaak” is dan betrekkelijk groot. “Ontoereikende afscherming” staat op de derde plaats met een score van 230, ofwel 14% van de ernstige ongevallen.
21
Arbeidsongevallen in 2002
7
BELANGRIJKSTE CONCLUSIES EN ENKELE AANBEVELINGEN
Opvallend is dat in 2002 het aantal meldingen van bedrijfsongevallen is toegenomen met enkele honderden. Weliswaar gaat het daarbij veelal om niet meldingsplichtige ongevallen die terzijde worden gelegd maar het is niet uit te sluiten dat de meldingsdiscipline beter is geworden. Dat in de bouw, landbouw en in de industrie relatief de meeste ongevallen voorkomen is op zich geen groot nieuws. De hier gepresenteerde cijfers onderstrepen deze feiten slechts. Ook het gegeven dat vallen in de bouw, en bekneld raken in de industrie de grootste risico’s vormen was niet onbekend. De mate waarin deze letseloorzaken voorkomen blijkt voor dit jaar uit deze cijfers: letsel door vallen is in de bouw aan de orde bij 53% van alle ongevallen en bekneld raken tijdens het werk bij een industriële onderneming is de oorzaak van letsel in 41% van alle ongevallen in die sector. In vergelijking met het jaar 2001 betekenen deze cijfers dat er sprake is van een lichte toeneming van de valongevallen en een geringe daling van het aantal knelongevallen. Belangrijk voor inspecties zijn de resultaten met betrekking tot de oorzaken van een ongeval. Bij directe oorzaken scoren ‘niet borgen of veiligstellen’ en ‘ontoereikende afscherming’ hoog, factoren die vaak terug te voeren zijn op gebrekkige kennis en onvoldoende toezicht. Hoogst waarschijnlijk is het ook om deze redenen dat uitzendkrachten relatief vaker het slachtoffer zijn van een ongeval dan reguliere werknemers. Uitzendkrachten zijn immers meestal veel minder goed op de hoogte van werkprocessen binnen een onderneming dan de vaste werknemers. Uit tabel 6.4 blijkt dat 13% van de slachtoffers uitzendkrachten zijn, terwijl deze groep werknemers maar 3% van de banen in Nederland bezet. Op grond van het voorgaande zouden de onderwerpen ‘toezicht’ en ‘opleiding/-instructie’ wat vaker dan nu gebruikelijk onderdeel van inspecties moeten zijn.
22
Arbeidsongevallen in 2002
BIJLAGE
Arbeidsongevallen in 2002
Slachtoffers naar sector; gedetailleerde verdeling Sector 01 Landbouw en dienstverlening landbouw 05 Visserij, kweken van vis en schaaldieren 15 Vervaardiging voedingsmiddelen en dranken 17 Vervaardiging van textiel 19 Vervaardiging leer en lederwaren 20 Houtindustrie 21 Papier en kartonindustrie 22 Uitgeverijen, drukkerijen reproductie media 23 Aardolie en steenkoolverwerkende industrie 24 Vervaardiging chemische producten 25 Rubber en kunststof 26 Vervaardiging glas, aardewerk, gipsproducten etc 27 Basismetaalindustrie 28 Metaalproductenindustrie 29 Vervaardiging machines en apparaten 30 Vervaardiging kantoormachines en computers 31 Vervaardiging overig elektrische machines 32 Vervaardiging audio, video en telecomapp. 33 Medische apparatuur en instrumenten 34 Auto industrie 35 Transportmiddelenindustrie 36 Meubelindustrie enz. 37 Voorbereiding tot recycling 40 Nutsbedrijven 45 Bouwnijverheid 50 Handel en reparatie auto’s, etc, 51 Groothandel en handelsbemiddeling 52 Detailhandel en reparatie 55 Horeca 60 Vervoer over land 61 Vervoer over water 62 Vervoer door de lucht 63 Dienstverlening t.b.v. vervoer 64 Post en telecommunicatie 65 Financiële instellingen 67 Financiële beurzen, tussenpersonen, etc.
aantal ongevallen (abs.)
53 2 122 8 1 17 25 10 5 26 31 39 34 96 51 3 12 3 5 8 37 49 11 12 364 16 152 19 18 65 4 1 46 4 7 1
aantal ongevallen %
3.3 0.1 7.3 0.5 0.1 1.1 1.5 0.6 0.3 1.6 1.9 2.4 2.0 5.8 2.9 0.2 0.8 0.2 0.2 0.5 2.2 3.0 0.7 0.7 22.1 1.0 9.2 1.2 1.1 3.9 0.2 0.1 2.8 0.2 0.4 0.1
Arbeidsongevallen in 2002
Sector 70 Verhuur en handel in onroerend goed 71 Verhuur transportmiddelen 72 Computerservice en informaticabureau’s 73 Speur en ontwikkelingswerk 74 Overige zakelijke dienstverlening 75 Openbaar bestuur 80 Onderwijs 85 Gezondheids- en welzijnszorg 90 Milieudienstverlening 91 Werkgevers- en werknemersorganisaties 92 Cultuur, sport, recreatie 93 Overige dienstverlening Onbekend TOTAAL
aantal ongevallen (abs.)
aantal ongevallen %
16 12 2 3 74 56 35 33 33 6 15 1 11 1654
1.0 0.7 0.2 0.2 4.5 3.4 2.2 2.0 2.0 0.4 1.0 0.1 0.7 100