Een Een uitgave uitgave van van de de GrootoudersGrootouders- en en Seniorenactie Seniorenactie van van de de Gezinsbond Gezinsbond 19 maart 2010 nummer 4 22 oktober 2010 - nummer 3
INHOUD 3
grootoudersontmoeting
interview dirk bracke
kinderrechten
4-5
& grootouders
opa leo
’Omarm het bos’ is het thema van de wandkalender 2011. Op bijgaande foto zijn de grootouders met de kleinkinderen alvast op ontdekking. Want een bos is zoveel meer en dat wil de Gezinsbond in het Internationaal Jaar van het Bos extra onder de aandacht brengen. Je kunt deze handige kalender per post ontvangen door 4 euro over te schrijven op rekeningnummer IBAN BE77 4350 3052 2142 van de Gezinsbond vzw met vermelding van ’wandkalender 2011’ en je naam en adres.
Bijtanken voor grootouders: groeten uit Brustem! Voor een (huiskamer)gesprek over grootouderschap met vrienden of bekenden moet je bij de Gezinsbond zijn. We stuurden Kaat Vrancken naar het Limburgse Brustem om de sfeer te gaan proeven op een avondje “Bijtanken”. We kregen zoete groeten terug van veertien fijne grootouders.
”Wat zijn jullie allemaal jonge grootouders.” Met deze hartelijke begroeting verwelkomt mevrouw Gerarde Lamens de veertien deelnemers van het groepsgesprek. Inderdaad, alle grootouders stralen jeugdigheid uit. En levenslust. Misschien zitten de kleinkinderen er voor iets tussen? Wat ook de reden is, deze mensen voelen zich op en top grootouders. Ze zijn nauw betrokken bij hun kleinkinderen en vastbesloten om de relatie optimaal te houden. Ik bevind me in een gezellig ingerichte ruimte van Taverne De Pipel in Brustem. Rond de tafel zitten veertien
grootouders (waarvan twee grootouders in spe). Het lijkt één grote familiereünie: bekenden zitten gezellig te keuvelen en drinken een glas. Ik voel mij meteen opgenomen in de groep, ook al ben ik voor hen een onbekende verslaggeefster. Even later wordt de sfeer serieuzer: dit is géén familiefeest. In plaats van te tafelen zal er gepraat worden. Over een thema dat alle deelnemers nauw aan het hart ligt: de kleinkinderen en het grootouderschap. Gerarde begeleidt het gesprek op een speelse wijze, reikt thema’s aan en zorgt ervoor dat iedereen aan het woord komt.
Zij is zelf oma van drie kleinkinderen. Het grootouderschap is voor haar een aangename uitlaatklep, maar ze geeft ook toe dat het een hele kunst is om een goede grootouder te zijn. Tijd nu om de deelnemers aan het woord te laten. Gerarde vraagt of ze zich even willen voorstellen. ”Geef ook nog even een antwoord op volgende vragen”, zegt ze. ”Hoeveel kleinkinderen heb je? Wat vind je moeilijk aan het grootouderschap en welk plezier heb je eraan?” Lees verder op pag. 2
Werkten mee aan dit nummer: Bruno Vanobbergen, Kaat Vrancken, Geert Van Hecke, Ronny De Schuyter, Paul en Barbara Verstraete Coördinatie: Ronny De Schuyter Eindredactie: Jef Bergmans Lay-out: Anneke Joris ’Aktief’ is een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond en verschijnt vier keer per jaar als bijlage bij de Bond. Troonstraat 125, 1050 Brussel, tel. 02507.89.45,
[email protected]
6
7
22 oktober 2010
2
Aktief
Vervolg van pag. 1
Veel leven in huis Laurent en Annelies zijn de grootouders van Stef (3) en Roos (1). Zij vangen de kleinkinderen tweemaal per week op, soms vaker als Stef of Roos ziek is. Het grootouderschap betekent voor hen vooral ’heel veel leven in huis’. Magda heeft twee kleinkinderen van vier en twee. Zij heeft het voordeel dat ze naast haar kleinkinderen woont. ”Ik zie ze doodgraag”, zegt ze. ”En zij zien mij heel graag, dat voel ik.” Eén dag per week vangt ze de kleinkinderen op en dat doet ze met veel plezier. In maart wordt haar derde kleinkind geboren. Gerda is sinds drie jaar weduwe. Dankzij de geboorte van haar kleindochter, twee jaar geleden, heeft Gerda haar levenslust teruggevonden. Eén keer per week zorgt ze voor de opvang. ”Ik kijk er telkens naar uit en regel mijn hele leven naar mijn kleindochter.” Lucien en Christiane zijn de grootouders van Laurien. Zij werken allebei halftime en zorgen elke dinsdag voor hun kleindochter. ”Wij zijn die dag samen met Laurien bezig”, benadrukt Christiane. Jaak en Monique hebben twee kleinkinderen, een derde is op komst. Monique voelt zich een stuk jonger dankzij haar kleinkinderen. Zij vangt elke vrijdag de kleinkinderen op. “Ik zie ze heel graag komen maar ook weer graag vertrekken”, zegt ze lachend. ”Maud en Jens zijn onze twee kleinkinderen”, zegt Greta. Om de veertien dagen zorgt opa Valère de hele dag voor Maud. Valère knikt. ”Van mij mogen de kleinkinderen elke dag komen, daar heb ik geen enkel probleem mee. Hoe meer, hoe liever.” De kleindochters van Herman en Nadia wonen in Italië. Gevolg: zij zien hun kleinkinderen van drie en vijf niet zo
dikwijls. ”Ik voel me niet echt oma”, zegt Nadia geëmotioneerd. ”Want ik zie mijn kleinkinderen gemiddeld één keer om de twee maanden. We praten wel dikwijls via de computer maar ik kan hen dan niet knuffelen.” Herman vult zijn echtgenote aan: ”Soms verloopt de communicatie wat moeilijker vanwege de taal. De kleinkinderen gaan naar een Italiaanse school en onze dochter spreekt niet altijd Nederlands met hen. Maar als we een tijdje met de kleinkinderen samen zijn, lukt het wel.” Danny en Maria hebben drie kleinkinderen, het vierde is op komst. “Elke maandagochtend rijd ik naar Brussegem waar ik een hele dag de volledige zorg van onze twee kleinkinderen op mij neem. Ons derde kleinkind vangen we elke woensdag thuis op, ook tijdens de vakanties.” Danny zegt lachend over zijn echtgenote: ”Ze mogen oma haar oppasdag niet afnemen.” Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met de kinderen en de andere grootouders. Die samenwerking verloopt uitstekend. ”Als er een kleinkind ziek is, ben ik bezorgd”, zegt Maria. ”Maar dat is heel normaal.” Georges en Frieda zijn in blijde verwachting van hun eerste kleinkind. Frieda: ”Ik
Mens erger je niet Hoe heet het weer, je kent het wel, het is een fout gezelschapsspel voor wie niet goed verliezen kan. Als kind had ik er heel erg van, maar als geen ander wist ons moe om ongemerkt, ik weet niet hoe, nog voor mijn ergernis begon, te zorgen dat ik telkens won.
Paul en Barbara Verstraete (illustratie)
heb mijn dochter gevraagd of ik ons toekomstige kleinkind om de veertien dagen drie dagen mag opvangen. Ik hoop dat zij mijn voorstel zal aanvaarden.” De andere grootouders willen liever elke dag zelf voor het kindje zorgen, maar Frieda heeft ook haar rechten als grootmoeder. ”Er moeten nog duidelijke afspraken gemaakt worden”, zegt Frieda. Foto’s kiezen Gerarde deelt foto’s uit. ”Kies de foto die je het meest aanspreekt”, zegt ze. Een keuze uit de afbeeldingen: een opa leest zijn twee kleinkinderen voor, een jonge vader met zijn zoontje in de badkamer, een oma knuffelt haar kleindochter… De deelnemers hebben snel hun keuze gemaakt en geven om de beurt commentaar. ”Op deze foto leest een opa voor. Aandacht schenken aan je kleinkinderen kost niets. Ouders hebben weinig tijd, maar wij kunnen wel tijd vrijmaken om met onze kleinkinderen bezig te zijn. En dat doen we dan ook heel graag.” Valère ziet een foto waarop een opa zijn neus plat tegen het vensterglas drukt. “Ik herken mij in deze opa. Ik doe ook graag zotte dingen met de kleinkinderen, we maken veel plezier.” Nadia toont ons een foto waarop een oma haar kleinkind knuffelt. ”Dit beeld doet mij denken aan het moment waarop ik mijn kleinkinderen terugzie in de luchthaven. Mijn oudste kleindochter roept dan omààà en springt in mijn armen.” Jaak en Monique geven hun foto de titel ’De kunst om er te zijn’. Monique geeft uitleg: ”Wij moeten er zijn voor onze kinderen en kleinkinderen. Als ze ons nodig hebben, staan we klaar. Voor de rest moeten we hen met rust laten.” Monique glimlacht: ”Enfin, dat probeer ik toch. Wegens een echtscheiding hebben we een van onze kleinkinderen gedurende een jaar niet meer gezien. Dat was heel zwaar. Gelukkig is het contact weer hersteld. Het aantal echtscheidingen stijgt. Gevolg: sommige grootouders zien hun kleinkinderen minder dan vroeger of zelfs helemaal niet meer. Dat is verschrikkelijk.” Volgens Valère moeten grootouders een voorbeeld zijn voor de kleinkinderen. Zijn echtgenote koos een afbeelding met de ondertitel ’Kinderen hebben meer aan voorbeelden dan aan kritiek’. ”Kritiek is een vies woord”, zegt Valère. ”Dat past niet bij kinderen. Ik geef mijn kleinkind geen kritiek, ik geef gewoon het goede voorbeeld.”
Magda: ”Uit de foto die ik gekozen heb, straalt heel veel warmte. De moeder op de foto heeft een liefdevolle band met haar dochter, dat zie je. Het doet mij denken aan de band die ik had met mijn eigen moeder. Zij gaf ook heel veel warmte aan haar kinderen en kleinkinderen. Bij mijn eigen grootmoeder was dat anders. Zij was afstandelijker, koeler. Vroeger toonden grootouders hun gevoelens minder, ze knuffelden de kleinkinderen weinig of zelfs niet. Wij zijn veel meer betrokken bij onze kleinkinderen, wij hebben lessen getrokken uit het verleden.” Tenslotte geeft Laurent commentaar bij de afbeeling die hij gekozen heeft. ”Kleinkinderen hebben, wil ook zeggen dat je even stilstaat bij het leven. Je behoort immers tot de laatste generatie. Misschien ben ik zelf te weinig bezig geweest met mijn kinderen, daarom wil ik bewust meer tijd steken in mijn kleinkinderen.” Akkoord of niet? Gerarde stelt groepjes samen en legt een stelling voor waarop de grootouders commentaar mogen leveren. ”Ben je akkoord of niet?” Kleinkinderen zijn de beste manier om jong te blijven. ”Dat klopt”, zegt Monique. ”Ik speel winkeltje, hinkel, dans op K3…” De anderen lachen instemmend. ”Je voelt je jonger maar je wordt er niet jonger op,” zegt een opa. Een andere oma: ”Ik ben ’s avonds doodop als ik de kleinkinderen heb opgevangen. Misschien is dat wel het bewijs dat ik ouder word.” Grootouders vormen een rustpunt in het leven van hun kleinkinderen. Met deze stelling gaat iedereen akkoord. ”Kleinkinderen nemen ons makkelijker in vertrouwen. Ze vertrouwen ons al eens iets toe dat de ouders niet weten. Dat komt ook omdat er bij ons meer rust is en minder stress.” Grootouders mogen hun kleinkinderen verwennen. ”Ja en nee”, zegt Valère. ”Want wat versta je onder verwennen?” Een andere deelnemer: ”Ik verwen de kleinkinderen met tijd en geduld, dat is verwennen.” Gerarde knikt. ”Verwennen betekent zeker niet cadeautjes kopen of alles toelaten.” Als de ouders aanwezig zijn, moet je als grootouder zwijgen. Monique: ”Ik probeer altijd eerlijk te
Aktief
22 oktober 2010
3
Grootoudersontmoeting vrijdag 3 december 2010 De Grootoudersontmoeting is dé jaarlijkse trefdag van de Grootoudersen Seniorenactie. Ook de editie 2010 heeft heel wat te bieden.
zijn, ik zal op een voorzichtige, discrete manier toch duidelijk maken dat ik een andere mening heb. Maar nooit in het bijzijn van de kleinkinderen! We mogen ons nergens mee bemoeien maar wel onze bezorgdheid laten blijken. Ik geef toe, dat kan verkeerd aankomen.” Monique glimlacht: ”Maar ach, ik ben wie ik ben.” Een andere grootouder: ”Als de kinderen bij hun ouders zijn, zijn zij de baas. Als de kleinkinderen bij ons zijn, zonder de ouders, zijn wij de baas. Wij praten wel altijd alles uit met onze kinderen. Communicatie is heel belangrijk.” Grootouders moeten hun eigen leven leiden. ”Ik wil mijn kleinkinderen heel graag opvangen”, zegt een oma. ”Maar wel onder bepaalde voorwaarden. Ik verwacht dat mijn kinderen ermee rekening houden dat ik ook een leven heb: een job, hobby’s, een sociaal leven…” Maria: ”Wij komen heel goed overeen met de andere grootouders. Dat is heel belangrijk. Jammer genoeg is dat in andere families niet altijd het geval.” Grootouderschap biedt kansen ”De tijd vliegt”, zegt Gerarde. ”Omdat julie de avond zo boeiend maken.” De begeleidster blijft in elk gesprek discreet op de achtergrond maar zorgt ervoor dat iedereen aan het woord komt. Voor elke reactie van de deelnemers is ze dankbaar. Enthousiast gebruikt ze iedere ervaring om een gesprek op gang te brengen. ”Mag ik jullie nog een laatste opdracht geven? Ik leg jullie een probleem voor en elk groepje laat ons weten hoe dat probleem kan opgelost worden.” Interessante vragen komen aan bod: wat als je ziet dat je kleinkinderen zeer materieel gericht opgroeien en dat de andere grootouders dit ook nog aanmoedigen? Wat als je de kinderen van je zoon opvangt en – tien jaar later – niet die van je dochter, omdat je intussen veel ouder bent? Trouwens, kan je voor elk kind hetzelfde doen? Wat als je schoonzoon of schoondochter jou op een subtiele manier op afstand houdt? Wat als je vanwege een echtscheiding plotseling je kleinkind niet meer ziet? Pasklare oplossingen zijn er niet voor dit soort problemen, maar de deelnemers geven aan dat grootouders altijd bereid moeten zijn om te communiceren. Meestal schuilt er achter elk probleem een gebrek aan communicatie. ”Laat voe-
len dat je er altijd bent, zowel voor de kinderen als voor de kleinkinderen.” We hebben veel geluk De avond wordt afgesloten met enkele bedenkingen van de deelnemers. Monique: ”Ik besef dat wij heel veel geluk hebben in de relatie met onze kinderen en kleinkinderen. Ik hoop dat we die goede band in stand kunnen houden.” De andere deelnemers knikken. ”Is er iets dat jullie vanavond geleerd hebben?” vraagt Gerarde. ”Het belang van het maken van duidelijke afspraken qua opvang”, zegt een van de grootouders. ”En wat er ook gebeurt, we moeten blijven communiceren met onze kinderen en kleinkinderen.” Een andere grootouder: ”Een goede relatie met onze kinderen betekent een goede relatie met onze kleinkinderen.” Als laatste uitspraak citeer ik graag Nadia: ”Nu besef ik dat ik een héél gelukkige oma ben, ondanks het feit dat ik mijn kleinkinderen zo weinig zie omdat ze in Italië wonen.” Geen betere afsluiter voor deze leerrijke en warme gespreksavond. Een absolute aanrader voor elke grootouder!
Kaat Vrancken
Je kan luisteren naar een voordracht van Trees Dehaene over ‘ouder worden’. Deze psychologe en oma van twee kleinkinderen prikkelt haar toehoorders met scherpzinnige gedachten over loslaten en nieuwe stappen zetten, oude en nieuwe relaties en een ‘nieuwe’ rol opnemen. Jan Vranken is bekend als (mede)auteur van het Jaarboek Armoede. In dit Europees Jaar voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting vraagt de professor-emeritus bijzondere aandacht voor de sociale aspecten van ’arm zijn’. Hilde Masui praat met Johan Verminnen over het leven, de ’prinses van het Pajottenland’ en zijn engagement. We ronden af met een miniconcert en nodigen iedereen uit voor de heerlijke broodmaaltijd. Een gelegenheid om met elkaar van gedachten te wisselen en collega-bestuursleden te begroeten. Praktisch De Grootoudersontmoeting van vrijdag 3 december 2010 vindt plaats in het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (De Factorij) – Huart Hamoirlaan 136 – 1030 Brussel. Om 10 uur is er onthaal met koffie(koek). Het broodbuffet is voorzien om 13 uur. Deelname in de kosten 15 euro (inclusief maaltijd). Voor inschrijvingen kan je terecht bij
[email protected] of telefonisch via 02–507.89.44. De inschrijving is definitief van zodra wij je betaling ontvangen hebben op rekeningnummer BE 94435-0306551-14 Bic: KREDBEBB
foto: Gerald Dauphin
Praktisch Aarzel niet om zo’n babbel over grootouder-zijn en de relatie met je kleinkind(eren) ook bij jou thuis te organiseren. Wij zoeken voor jou een gespreksleider die de gespreksbijeenkomst gratis in goeie banen leidt. Heb je interesse? Neem dan snel contact op:
[email protected] of tel. 02-507.88.93. Klik ook eens door naar www.gezinsbond.be/bijtanken
Armoede treft 1 op 5 ouderen De Ouderenweek is een jaarlijks terugkerende campagne waarin de Vlaamse Ouderenraad samen met de ouderenorganisaties (waaronder de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond) informeert en sensibiliseert over een bepaald thema. In 2010 en 2011 staat de week in het teken van het thema ’Armoede bij ouderen’. De Ouderenweek van 2010 gaat door van 15 tot en met 21 november. Ouderen, die in armoede leven, zijn nauwelijks ’zichtbaar’ in onze samenleving. Omwille van hun trots en waardigheid verbergen ze hun kwetsbaarheid en praten ze er niet of weinig over. Daarom spreekt men wel eens over ’stille’ armoede. Met de campagne ’Armoede treft 1 op 5 ouderen’ wil de Vlaamse Ouderenraad armoede bij ouderen onder de aandacht brengen. Want in concrete cijfers hebben we het over meer dan 210 000 vijfenzestigplussers die moeten rondkomen met een inkomen dat onder de armoededrempel ligt (899 euro voor een alleenstaande). Via een folder en de Ouderenweekbrochure wil de Vlaamse Ouderenraad een ruim publiek bereiken. Lokale ouderenadviesraden worden opgeroepen om in hun gemeente armoede bij ouderen in beeld te brengen. Meer info via www.ouderenweek.be of tel. 02-209 34 51.
22 oktober 2010
4
Aktief
”Sinds we kleinkinderen hebben, zijn er altijd kinderboekjes in huis” Jeugdauteur Dirk Bracke
Dirk Bracke (°1953) kennen we als een populair jeugdauteur die de vaak ruwe en rauwe levensverhalen van tieners aan de zelfkant van de samenleving zeer doorleefd beschrijft. ’Het engelenhuis’ over jongeren in een gesloten instelling, dat in 2003 verscheen, vormde zelfs de inspiratiestof voor de recente film ’Bo’. Maar deze schrijver is ook opa en – hoeft het ons te verwonderen – in zijn contacten met de kleinkinderen nemen boeken eveneens een belangrijke plaats in.
U woont in het Waasland. Bent u hier ook opgegroeid? ”Ik ben afkomstig van De Klinge, een dorpje aan de grens met Nederland. Mijn moeder was een huisvrouw en mijn vader werkte als kasseilegger. Ik heb een onbezorgde jeugd gekend, met veel op straat spelen zonder dat onze ouders daarover ongerust waren. Ook lezen deed ik vaak als kind. Dat hoorde er in ons gezin gewoon bij. Op zondagmiddag zat iedereen met een boek in de zetel, ook mijn vader. Zijn lievelingsschrijver was Gerard Walschap. Ik denk dat hij zich vooral herkende in de beschrijvingen over foto’s: Kristof Ghyselinck
het leven van vroeger, al betwijfel ik of een extreme figuur als Houtekiet nu echt een voorbeeld voor hem was…” Historische verhalen Wat was uw favoriete lectuur? ”Ik heb behoorlijk wat strips van ’De Rode Ridder’ gelezen, dat weet ik nog. Maar ik was vooral geboeid door historische verhalen. Zo herinner ik mij een boek over de Duitse archeoloog Heinrich Schliemann die de legendarische stad Troje ontdekt heeft. Dat verhaal was zo goed geschreven dat ik er helemaal weg van was. ’Hugo, de koppige Sakser’ is een van de vele andere titels die zijn blijven hangen. Deze jeugdroman speelde zich af ten tijde van Karel de Grote en ging over een jongen die in opstand kwam tegen de keizer. Ik vond dat een fantastisch boek en ik heb veel spijt dat ik dat later nooit meer tegengekomen ben. Maar ja, als kind let je zo niet op de naam van een auteur of waar een boek uitgegeven is.”
U was blijkbaar al van kindsbeen af in de ban van geschiedenis? ”Mijn interesse ging in de eerste plaats uit naar de prehistorie en Mesopotamië. De oudste geschiedenis, zeg maar, al heb ik ook in pieken bijvoorbeeld veel gelezen over belangrijke historische figuren als Karel De Grote en Napoleon. Ik heb zeker iets met geschiedenis, want raar genoeg herinner ik mij mijn eerste les geschiedenis in het derde leerjaar nog zeer goed. We kregen toen een stempel in ons schriftje dat we moesten inkleuren. Daar stonden twee holbewoners op afgebeeld bij het vuur voor een grot, dat beeld zie ik nog zo voor mij. Ik ben er altijd nieuwsgierig naar geweest hoe de mensen vroeger leefden, en hoe we van ’een klein beestje’ miljoenen jaar geleden geëvolueerd zijn tot de mens van vandaag. Mijn eerste verhalen, die ik schreef voor de reeks Vlaamse Filmpjes, zijn vanuit diezelfde historische belangstelling ontstaan. En ook mijn debuutroman ’Steen’ (later opnieuw uitgegeven als ’Vuurmeisje’, nvdr.) gaat over de prehistorie.”
Pietje Puk Hebben uw kinderen de liefde voor het boek van hun vader meegekregen? ”Reinhart, onze oudste zoon, las in zijn jeugd meer dan zijn broer Roeland. Je kan daar als ouder blij over zijn, maar uiteindelijk heb je dat zelf niet in de hand. In die tijd was het aanbod aan kinder- en jeugdboeken ook veel beperkter dan vandaag. Reinhart was een echte Pietje Puk-fan. Rond zijn tiende verslond hij die hele reeks. Hij heeft mij zelfs eens verteld dat hij veel later – hij was toen al volwassen – uit puur jeugdsentiment tijdens de Boekenbeurs in Antwerpen op zoek ging naar de herdruk van die boeken.”
Intussen hebt u ook al vier kleinkinderen. Ziet u ze vaak? ”Van bij de geboorte van Linde hadden we de afspraak met de ouders dat we gerust één dag in de week voor hun kinderen wilden oppassen. Het viel zo te regelen dat Linde (3) en Siem (2,5) op vrijdag naar hier kwamen. Op die manier leerden ze elkaar ook beter kennen als nichtje en neefje. Voor ons was het een kans om van kleins af een goede band met onze kleinkinderen te hebben.
Aktief
Dirk Bracke en zijn vrouw Marja met hun vier kleinkinderen Linde, Siem, Antje en Mats
Linde en haar neefje Siem gaan sinds dit schooljaar naar de kleuterklas. In de week zien we die twee dus niet zo veel meer. Bij Antje (bijna 1 jaar) en Mats (3 maanden) ligt dat anders, want zij zijn nog jonger.”
tekening kan blijven kijken. Soms denk ik dat ik te vlug door een boek blader, maar dan zijn er weer andere boekjes waarvan hij hele bladzijden overslaat… Op de duur ken je ook wel een beetje hun smaak en ga je bewust op zoek naar de boeken die ze graag bekijken.
Verse boekjes Wat voor een opa bent u voor uw kleinkinderen? ”Ik moet eerlijk bekennen dat het vooral mijn vrouw is die voor de opvang van de kleinkinderen zorgt. Tussen het schrijven door neem ik wel af en toe de tijd om met hen bezig te zijn. Ik ben blij dat ze vaak komen en we ze niet alleen tijdens een familiebezoek zien. Sinds we kleinkinderen hebben, zijn er altijd kinderboekjes in huis. Elke week halen we een lading verse boeken van de bibliotheek. We besteden nu evenveel tijd aan het kiezen van prentenboeken voor de kinderen als aan onze eigen lectuur. Op die peuterleeftijd is het natuurlijk vooral een kwestie van samen in een boekje kijken. Siem kan daar enorm van genieten. Hij komt dan met een prentenboek aandraven en gaat gezellig bij je op schoot zitten. Het is fascinerend om te zien hoe geconcentreerd zo’n kind naar een
Naast nobele onbekenden – veel vertaalde kijk- en zoekboeken – kom je ook bekende namen tegen als Liesbet Slegers, Kristien Aertssen of Thé Tjong-Khing. Het eerste prentenboek dat Khing niet alleen illustreerde, maar waarvan hij het verhaal ook zelf schreef, heet ’Waar is de taart?’. Dat is een van Siems lievelingsboeken. Terwijl Siem een boekenfreak is, lijkt Linde veel meer een muziekkind te zijn. Zij zal al sneller eens vragen een cd’tje met kinderliedjes te beluisteren. Vreemd genoeg komt ze altijd aan mij vragen om een cd’tje op te leggen. Blijkbaar beschouwt ze dat als opa’s taak.” Over boeken kun je met Dirk Bracke urenlang doorpraten. Vanzelfsprekend kwam in bovenstaand gesprek ook zijn eigen werk ter sprake (zie kaderstuk), en wat er binnenkort zoal op stapel staat. ”Dit is een fragment van Catwalk”, legt hij uit terwijl hij een reeks handgeschreven vellen papier toont. “Het is een verhaal over foto-
modellen. Al mijn boeken zijn eerst met de hand geschreven. Je kan proberen om mijn handschrift te ontcijferen, maar ik wens je er veel plezier mee. Door zo’n manuscript kun je wel zien hoe zo’n boek tot stand komt.” Net als ik wil vertrekken – Dirk wil die avond nog met zijn zoon naar het concert van U2 – komt zijn vrouw Marja thuis. Er blijft weinig tijd over om ook haar iets te vragen over ’oma zijn’, maar dit geeft ze me toch nog mee: ”We zijn jong getrouwd, hadden op jonge leeftijd kinderen en zijn nu ook jonge grootouders. Maar we hebben niet het gevoel ’oud’ te zijn sinds we oma en opa geworden zijn. Wat wél veranderd is: sinds de kleinkinderen er zijn, verlies je een beetje het contact met je eigen kinderen. Als je elkaar ziet, is het om praktische afspraken te maken en allerlei regelingen te treffen over opvang enzovoort. Het is nu zo’n periode waarin alle aandacht uitgaat naar de nog jonge kleinkinderen, wat uiteindelijk niet meer dan logisch is.”
Geert Van Hecke
22 oktober 2010
5
”Kijken door de ogen van andere jongeren” ”Als ik nog nooit over kinderprostitutie gehoord heb, zullen wellicht ook veel jongeren niet weten dat dit bestaat.” Die gedachte kwam bij Dirk Bracke op toen hij destijds in het weekblad ’Knack’ een artikelenreeks van journalist Chris De Stoop las over de schrijnende realiteit van kindhoertjes in Azië. Vier jaar later verscheen ’Blauw is bitter’, Brackes eerste boek waarin hij allerlei maatschappelijke thema’s als drugs, seksueel misbruik en kinderprostitutie voor de voeten van zijn jeugdig lezerspubliek gooide. Tot op vandaag is Dirk Bracke in zijn werk datzelfde maatschappelijke spoor blijven bewandelen. En in zijn beschrijvingen van seks, geweld, misbruik enzovoort hanteert hij bewust een onverbloemde stijl, die weliswaar sommige lezers kan choqueren en afschrikken. Niettemin, zoek je een boek voor een kind of kleinkind (+12 of +14) over thema’s als kinderprostitutie, straatkinderen, straatbendes, kindsoldaten, aids, autisme, gehandicapt zijn of tienerzwangerschap, dan ben je bij hem aan het juiste adres. ”Ik wil boeken schrijven”, zo legt Dirk Bracke het zelf uit, ”waarbij de jongeren die ze lezen, door de ogen van leeftijdsgenoten kunnen kijken die op een heel andere manier leven, die met heel andere dingen bezig zijn. Want als ze het zelf niet meemaken, kunnen ze toch niet weten dat er in Brazilië kinderen op straat leven, om nog maar alleen dat voorbeeld te geven?” Misschien leiden Brackes boeken of soortgelijke jeugdromans niet altijd tot een echt gesprek met je (klein)kinderen. Maar het is een feit – en vele (groot)ouders zullen dat beamen – dat zulke boeken in een gezin een ideale inrijpoort zijn om vaak moeilijke en delicate onderwerpen uit de taboesfeer te halen en zó toch ’ter sprake’ te brengen. En zoiets kan je (klein)kind, als het er voldoende rijp voor is, alleen maar vooruithelpen om weerbaarder in het leven te staan.
G.V.H. Op de Boekenbeurs in Antwerpen brengt het Davidsfonds ’Bracke for girls’ uit, een omnibus met daarin een voorsmaakje van Catwalk, zijn nieuwste boek dat in het voorjaar van 2011 verschijnt. De Boekenbeurs loopt van 31 oktober tot en met 11 november (10 tot 18 uur) in het Bouwcentrum (Jan van Rijswijcklaan 191). Alle info op www.boekenbeurs.be of op tel. 03-230.89.23.
22 oktober 2010
6
Aktief
Ik ga op reis en neem mee Het kinderrechtenverdrag werd op 20 november 1989 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. ”Recht doen aan elk kind is dag in dag uit een opdracht”, weet Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen.
”Ik ga op reis en ik neem mee…” is een kringspelletje dat het als ijsbreker sinds jaar en dag doet in de jeugdbeweging. Meespelen mag zolang je alle eerder vermelde voorwerpen kan opsommen. Deze rubriek graaft ook in het geheugen. Wat willen we onze (klein)kinderen meegeven uit het verleden? Wat doet er toe? Wat uit de vorige eeuw zit in onze reiskoffer? Belangrijke momenten, fait divers met grote gevolgen, plekken en pleinen met een geschiedenis… Kortom, een proeve van canon in ’t klein. Een kringspelletje over de generaties heen.
Kinderrechten: recht doen aan elk kind ”Wat wil je worden, vroeg de juf, ’t was in de derde klas, Ik keek haar aan en wist het niet, ‘k dacht dat ik al iets was” Toon Hermans slaagt erin om in dit korte gedichtje heel mooi weer te geven wat kinderrechten betekenen. Heel lang hebben we enkel naar kinderen gekeken als wat ze nog moesten worden, wat ze ’nog niet waren’. ”Kinderen zijn de toekomst”, zeiden we dan, terwijl we vergaten te kijken en te luisteren naar wat ’vandaag’ voor elk kind betekent. Kinderen zijn mensen in wording. Maar kinderen zijn ook mensen. Met hun gevoelens, gedachten en ervaringen. Aandacht voor kinderrechten betekent niet dat kinderen voortaan ’baas’ zouden zijn. Aandacht voor kinderrechten betekent evenmin dat kinderen bevrijd moeten worden uit de handen van de volwassenen. Aandacht voor kinderrechten betekent wel dat we kinderen – alle kinderen – vanaf het prilste begin erkennen als mens, met recht op een menswaardig bestaan. Aandacht voor kinderrechten betekent dus oog hebben voor het belang van het kind. Als het kind bijzondere hulp nodig heeft, als het langdurig ziek is, of als het gepest wordt op school.
Heb je zelf een vraag over kinderrechten of wil je een probleemsituatie aankaarten waar je geen uitweg voor vindt, dan kan je ons op verschillende manieren contacteren. Kinderrechtencommissariaat Leuvenseweg 86, 1000 Brussel tel. 02 - 552.98.00, www.kinderrechtencommissariaat.be
[email protected]
De meeste mensen vinden kinderrechten belangrijk. Doorgaans denkt men daarbij aan de situatie van kinderen in ontwikkelingslanden. Het gaat dan over kindsoldaten, kinderarbeid, kinderslavernij of om een tekort aan water en voedsel. Deze aandacht is ontzettend belangrijk, laat dat duidelijk zijn. Maar kinderrechten hebben ook in ons land een heel gewichtige betekenis. Het is niet omdat wij geen kindsoldaten hebben of omdat kinderarbeid grotendeels tot ons verleden behoort dat kinderrechten hier een luxeproduct vormen. Zo leeft één op zes van de kinderen en jongeren in België vandaag onder
de armoedegrens. Dit cijfer lokt verontwaardiging uit, want armoede is een zware schending van de mensenrechten. Kinderen in armoede hebben nauwelijks toegang tot onderwijs, goede gezondheidszorg, sport en spel. Kortom, in onze samenleving leven heel wat kwetsbare groepen kinderen. Kinderen van asielzoekers vormen nog zo’n voorbeeld. De problemen rond opvang en begeleiding van deze kinderen zijn immens. Vaak slagen we er niet in om voor deze groep te voldoen aan basisbehoeften als deftig voedsel en een dak boven hun hoofd. Op de ombudsdienst van het Kinderrechtencommissariaat krijgen wij dagelijks vragen en klachten over kinderrechten. Op één jaar tijd zijn er dat zo’n 1200. Kinderen en jongeren nemen contact op met ons, maar ook ouders, leerkrachten en opvoeders. Ook grootouders mailen ons of bellen ons. Zij maken zich zorgen over het welzijn van hun kleinkinderen. Als twee volwassen partners uit elkaar gaan, zijn die vaak zo sterk met zichzelf bezig dat kinderen in het verdomhoekje dreigen te geraken. Ook het contact met de grootouders loopt dan soms gevaar. Of oma en opa – vandaag vaak ’chauffeur van dienst’ – hebben vragen bij de soms brutale manier waarop de sporttrainer met kinderen omgaat. Of ze zien dat hun kleinkinderen grote moeilijkheden hebben op school en vragen zich af of er geen extra hulp noodzakelijk is. Op het Kinderrechtencommissariaat wordt elke vraag serieus genomen. Dit betekent niet dat wij op elke vraag zelf een antwoord hebben. Vaak bezorgen wij extra informatie zodat de vraagsteller weet waar hij heen kan. Als de klacht gegrond is, voeren wij een klachtenonderzoek uit. Heel wat van die klachten gaan over echtscheiding. Omdat scheiding zich vaak afspeelt binnen een gerechtelijke procedure en het ook gaat om relaties tussen mensen in een gezin, is onze
bevoegdheid hier beperkt. Wij kunnen bijvoorbeeld niets doen als kinderen vragen om de omgangsregeling te veranderen. Dat betekent niet dat we blijven stilzitten. De voorbije jaren hebben we al tal van beleidsadviezen geformuleerd die de stem van kinderen in gerechtelijke procedures een steviger plek moet geven. Zo moeten kinderen van 12 jaar of ouder verplicht door de rechter gehoord worden bij beslissingen die hun leven direct aanbelangen. We onderzoeken niet alleen klachten in verband met echtscheiding of een tekort aan zorg voor kinderen. Wij besteden bijvoorbeeld ook aandacht aan de toenemende intolerantie van buurtbewoners tegenover spelende kinderen. Spelende kinderen worden geregeld als overlast beschouwd. Plaatsen voor kinderopvang worden steeds meer uit woonwijken geweerd. Als Kinderrechtencommissariaat vinden we dit een verontrustende evolutie. Recht doen aan elk kind vraagt dag in dag uit grote inspanningen. In de eerste plaats van de ouders omdat zij de belangrijkste verantwoordelijkheid voor hun kinderen hebben. Maar ook de overheid speelt een cruciale rol. Zij hoort ouders in hun verantwoordelijkheid te ondersteunen, en is verplicht om tal van faciliteiten te creëren zoals kinderopvang, scholen en bibliotheken. Het zijn deze voorzieningen die de groei en ontwikkeling van elk kind mogelijk maken. Recht doen aan elk kind is tenslotte de verantwoordelijkheid van elke volwassene. Of, om het nogmaals met Toon Hermans te zeggen: ”Een kind is zoveel meer dan een aanstaande dame of een aanstaande heer Wie niet in een kind het wonder ziet die snapt het hele liedje niet.”
Bruno Vanobbergen
Aktief
22 oktober 2010
7
”Ik wil altijd weer die warme kleine handjes in mijn hand voelen” nerden mij aan zoveel momenten van geluk, van intens familieleven, van er steeds voor hen zijn en het beste voor hen mogelijk maken. Kleine meisjes werden groot en verlieten op enkele jaren tijd ons huis om zelf een warm nest uit te bouwen. We vulden de groeiende leegte snel weer op: mijn vrouw werd onthaalmoeder. Vijfentwintig jaar lang bood zij aan tientallen kinderen de warmte en de liefde die ze haar eigen dochters had gegeven. De kinderen – en ook hun ouders – vonden het zo leuk bij haar. En ik genoot ervan, elke dag opnieuw, ’s morgens bij het onthaal, die vrolijke peuters en kleuters, en ‘s middags bij mijn thuiskomst. Mijn ’entree’ als opa: gekke bekken trekken, knuffelen, verhaaltjes vertellen, helpen bij het eten, kinderen verrassen met een trucje, lepeltje voor mama, lepeltje voor papa…! Als een soort nep-opa kon ik het vak van een echte opa beetje bij beetje leren. foto: Kristof Ghyselinck
Opa Leo
vertelt hoe het ’lege nest’ een
warm nest voor de kleinkinderen werd.
Je staat er jaren niet bij stil, de tijd doet gewoon zijn werk, dag na dag, bijna onmerkbaar. In die foto van toen zie je nog wel de man die je nu bent, maar uiterlijk ben je toch behoorlijk veranderd, en innerlijk zoveel herinneringen rijker. Af en toe, bij bijzondere mijlpalen, dwingt het leven je tot een moment van reflectie, van zelfevaluatie en zingeving. Onlangs overschreed ik de leeftijd die mijn eigen vader ooit heeft bereikt. Ik was toen een jongen van net achttien. Hij was een speelse vader en ook al opa, gezond en jong van geest. Jammer genoeg werd hij op korte tijd geveld door een snel evoluerende ziekte. Hij was iets meer dan tweeënzestig jaar en ik beschouwde hem toen eigenlijk als ’een oude heer’. Nu pas begrijp ik wat ’jong van hart zijn’ betekent; dat je inderdaad zo oud bent als je je voelt… En ik ontdek bij mezelf dat ik me eigenlijk wel heel jong voel. Het zal ook ergens in de genen zitten – we zagen er thuis allemaal vrij jong uit – maar het heeft wellicht veel meer te maken met het feit dat ik altijd omringd werd door kinderen. Het klinkt als een cliché, maar het klopt: ”Kinderen houden je jong!” Vijf mooie meisjes Vijf mooie meisjes sierden mijn leven als man en als vader: mijn lieve vrouw en mijn vier schatten van dochters. Onze kinderen kwamen vrij snel na elkaar en ze vulden ons hart en onze handen. Onlangs kreeg ik van hen een toestelletje cadeau om dia’s te digitaliseren; honderden dia’s deden mij, een na een, het verleden intens herleven. Ze herin-
Cocktail van gevoelens Toen kwam the real thing. Ik had net het boek ’Ruimte voor het onverwachte’ van Trees Dehaene gelezen, toen onze tweede oudste dochter mij verraste met het fantastische nieuws: ”Of ik blij was dat ik binnenkort opa zou worden?” Natuurlijk was ik blij! Maar ik was nog net geen vijftig, zag mezelf nog volop als vader en minder als grootvader, en de twee jongste meisjes waren het huis nog niet uit… Het kwam dus wel een beetje plots op me af. Een nieuwe opa was geboren en werd meegevoerd op de golven van wat allicht elke kersverse grootvader beleeft. Zoveel gevoelens mengden zich in een cocktail van vreugde, vertedering, trots en ook bezorgdheid. Vandaag worden vaders in de prenatale zorg behoorlijk voorbereid op hun vaderschap. Dat is een positieve ontwikkeling die grootouders, destijds ook als ouder, niet hebben meegemaakt: je werd gewoon vader of moeder en later ook grootouder, vaak zonder er bewust bij stil te staan. Het moederschap en vaderschap worden nu een beetje ’geprofessionaliseerd’, maar voor het grootouderschap is er nog geen leerschool, tenzij het leven zelf, de wijsheid van jaren, je eigen ervaring als ouder en je geleidelijk opgebouwde ervaring als grootouder. Het werd een schat van een kleinkind. Haar mama ging nog verder studeren en dus was ons eerste kleinkind vaak bij ons thuis. Ik kan niet beschrijven wat een vreugde ze ons als baby, peuter en kleuter heeft bezorgd. Ze hing aan mijn lippen bij het aanhoren van het zoveelste verhaaltje; we bezochten samen zoveel keren alle speelpleintjes in de buurt; ze kwam graag logeren en glipte ’s morgens steevast tussen oma en opa in bed om te genieten van de rust en de warmte; we waren betrokken bij alle belangrijke heuglijke en soms ook tragische gebeur-
tenissen in haar jonge leventje, thuis en op school. Ik bracht haar tientallen keren naar school. Iedere keer was dat de aanleiding tot een verhaaltje of een gesprekje over de meest diverse onderwerpen, meevallers en tegenslagen. Zo groeide ze uit tot een prachtmeid van nu twaalf jaar oud, helemaal klaar voor het secundair onderwijs. Het mooiste clichébeeld Ik ben dit kind en ook mijn dochter dankbaar. Ze gaven mij de kans om volop opa te zijn, bijna zoals het in het mooiste clichébeeld wordt voorgesteld. En het stopt niet, want ons eerste kleinkind blijft elke maandagavond bij ons logeren en op dinsdagmorgen breng ik haar nog altijd even graag naar school. Het is boeiend om haar te zien evolueren van kind tot puber, zo leuk om te beluisteren hoe zij over een aantal dingen denkt en om haar – discreet – te begeleiden, advies te geven en een beetje te sturen bij de vragen die ze stelt. Op een van de vele familiefeestjes, ons eerste kleinkind was toen al zeven jaar, bezorgde een andere dochter aan iedereen, zonder verdere commentaar, een piepklein pakje met daarin een rijstkorrel en een minuscuul kaartje. Daarop stond: ’Zo groot ben ik al.’ Algemene stilte, gevolgd door een explosie van verwondering, vreugde, gelach, kussen en gelukwensen. Een tweede dochter in verwachting, een tweede kleinkind kwam eraan! En bij ons, als grootouders, weer dat warme gevoel van ’we mogen het nog eens meemaken’; nog een kans om te genieten van die mollige baby, straks peuter en kleuter. Misschien een jongen? Neen, het werd een schattig meisje, een wolk van een kind, gevoelig en teerhartig, met grote bruine ogen en een enorme expressie van geluk, van blijheid en tevredenheid. Die schat is nu vijf jaar en geniet volop van elk moment dat ze bij ons thuis kan zijn. Twee handen op één buik Beide dochters, als kind al twee handen op één buik, hadden zich voorgesteld dat het toch heerlijk zou zijn om samen zwanger te worden. Hun wens werd ingewilligd, drie maanden later praatte de vriend van een van hen zijn mond voorbij: ze was opnieuw zwanger! Nu misschien een kleinzoon? Neen, opnieuw een lieve kleindochter. Ook zij is nu vijf jaar en, hoe kan het anders, beste vriendjes met haar nichtje. Voor ons is het dubbel geluk: twee kleinkinderen van ongeveer dezelfde leeftijd, zo verschillend, maar toch passen ze wonderwel bij elkaar en ontdekken ze samen, elk op hun eigen wijze, het leven. En wij genieten van hun samenspel, van hun fantasiewereld, van hun levenslust. Een goed jaar later werden we opnieuw verrast: bij het bekijken van enkele zonnige vakantiefoto’s van mijn derde doch-
ter, haar man en hun kindje, zei ze met een knipoog: ”Hier waren we al met z’n vieren!” Een tweede baby was in aantocht. Weer dat intense gevoel van geluk en vertedering. En ook toch weer een beetje die stille verwachting, misschien nu een kleinzoon? Maar de traditie werd voortgezet: een wolk van een meisje met gitzwart haar en grote bruine ogen voegde zich als vierde in de rij van kleindochters. Mijn plan om onze verzameling poppen en prinsessenkleren ooit aan te vullen met een flitsend autoracecircuit en een indrukwekkende radiogestuurde kraan verdween opnieuw in de koelkast. Enkele maanden terug schonk onze derde dochter het leven aan een flinke kleinzoon. Eindelijk werd de schijnbare ’banvloek’ doorbroken! Dat het een jongen was, wist ze al een hele tijd, maar ze hield het met een onwrikbaar pokerface voor ons geheim. De pret kon niet op: het werd niet alleen een eerste prachtige en gezonde kleinzoon, bovendien kreeg hij ook mijn voornaam! Ik zie de racebaan en de kraan al voor me. Straks, rond de jaarwisseling, wordt nummer zes verwacht, zoontje of dochtertje van onze jongste dochter. Eeuwig jong? Wie weet wat de toekomst brengt? Wat mij betreft mag de rij kleinkinderen nog langer worden. Want ik wil verhaaltjes vertellen in lengte van dagen; ik wil die warme kleine handjes in mijn hand voelen als we samen de kippen gaan voeren; ik wil het wonderlijke proces van hun taalontwikkeling meemaken, kinderstemmetjes horen, met hen praten en mij telkens weer verwonderen over hun schranderheid; ik wil ervaren hoe ze zich als persoon ontwikkelen en hen discreet de weg wijzen naar wat goed is in het leven; ik wil lachen, lopen, springen, dansen, hen verbazen met een goocheltrucje, verstoppertje spelen, kind blijven door en voor hen. Eeuwig jong blijven. Een illusie natuurlijk, maar kleinkinderen dragen daar wel behoorlijk toe bij. Binnenkort zet ik een punt achter mijn professionele loopbaan als pedagoog en directeur in een wereld van kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking. Ook mijn vrouw stopt weldra met de zorg voor onthaalkindjes. Het zal wat stiller worden in ons leven: minder drukte, ook minder sociale contacten, wellicht minder kansen tot sociale waardering. Onze kleinkinderen zullen dat ruimschoots compenseren: geen grotere voldoening voor een opa en een oma dan dat hun kleinkinderen hen op handen dragen. Dank je wel, lieve schatten!
Een trotse opa Leo
22 oktober 2010
8
Aktief
Klein(kind)verhaal om te koesteren “Vertel in het kort een verhaal van je kleinkind”, vroegen we een tijdje terug via dit blad en onze oproep viel niet in dovemansoren. Deze keer is Kristina Koyen aan het woord over haar kleindochter van drie. Ze ontvangt eerstdaags de originele tekening bij deze korte getuigenis. Heb je zelf zo’n klein(kind)verhaal? Schrijf maar naar GezinsbondGOSA, Troonstraat 125, 1050 Brussel of mail naar
[email protected] Half zeven ’s morgens, een deur gaat open, snelle voetstappen op de trap en dan een fris bundeltje dat in mijn armen gelegd wordt, Laura is aangekomen. Mama verdwijnt en je ligt stil tegen me aan, Noukie en tutje in je handjes. Je oogjes open in het halfduister, lach je me toe als ik je een kusje geef. Dan draai je je op je zij en voor ik het besef slaap je. Wanneer de dag het stilaan wint van de nacht gaat mijn gsm af, het is kwart na zeven. Ik glip het bed uit en ga me vlug wassen en aankleden. Rond half acht probeer ik je wakker te maken maar je bent nog ver in dromenland. Ik vind het zo erg om je te wekken maar het moet: de juf wacht. Als je eindelijk je oogjes open hebt,
spreken met vader Vader, wij hebben u begraven en de grond erkend zacht om te slapen, zacht om te vergeten: zand dat vervloeit en water, ongeweten, herinnering en droefheid voormaals onbekend. Gij zult niet eenzaam zijn, maar slapen slapen met sterren ’s avonds een onblusbaar vuur en, rond uw eiland, het traagstromend water. De bomen wuiven tijdeloos en ieder uur. Gij zult niet eenzaam zijn. De bloemen en de kruiden werden maar even in hun bloei gestuit en elke lente loopt de wingerd uit wanneer de jonge wind keert van het zuiden. Gij zult niet eenzaam zijn: de nachtegaal zal fluiten. Anton van Wilderode
In 1943 debuteerde de dichter Anton van Wilderode (1918-1998) met ’De moerbeitoppen ruischten’. Dankzij de noeste arbeid van tekstwetenschapper Edward Vanhoutte en de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde weten we nu flink wat meer over de ontstaansgeschiedenis van die eerste – fel bejubelde – bundel. Maar wat natuurlijk telt: wat blijft er na zoveel jaren over van die vroege dichtregels? Onmiskenbaar een klassieker als ’spreken met vader’ met de melancholische slotzin ‘Gij zult niet eenzaam zijn: de nachtegaal zal fluiten’. Meer info over de uitgave via www.kantl.be of telefonisch 09-265 93 40.
klinkt het wat klagerig: ”Laula moe”, maar je laat je toch gewillig naar beneden dragen. Je komt aan tafel en wil een ‘wam boke’ met een kaasje. Ik geef je dat boke maar daar blijft het bij. Drinken, eten, het is allemaal je zorg nu niet. Je bent je aan het vermaken met alles wat maar op tafel ligt. Ik geef aan dat als de wijzer boven staat we toch moeten wassen en aankleden, dat we anders niet op tijd komen in de klas. Je laat het van je afglijden, die wijzer gaat niet vlug, wat zou je je druk maken. Ik haal heel mijn trukendoos boven maar niets helpt. Drie hapjes krijg ik erin en twee slokken drank. Dan is het al lang acht uur geweest en ga ik je aankleden. Dat gaat gelukkig vlot. Dan haartjes kammen en in een staart doen. Om kwart over acht doe ik mijn schoenen aan en dan vertrekken we naar de garage voor de fiets. Je klaagt dat het zo koud is, ik kan je alleen maar gelijk geven. Het is berekoud vandaag. Gelukkig is het in het schooltje warm en na een dikke knuffel zwaai je me na op de arm van je juf: daaag moeke, tot volgende week maandag om half zeven in het warme bed!
Kristina uit Ekeren
Almanak kroostrijke gezinnen in de vitrine Nog tot eind dit jaar kan je in Antwerpen in het Letterenhuis naar ’Dicht bij Elsschot’. Nooit konden we dichter komen bij het originele handschrift van ’Het huwelijk’ (met de vaak geciteerde regel ”tussen droom en daad, staan wetten in de weg en praktische bezwaren”) of hadden we het gevoel dankzij een tentoonstelling zo diep te kunnen graven in het leven van een schrijver. Alfons De Ridder, de werkelijke naam van Willem Elsschot, was naast auteur op de eerste plaats een handige zelfstandige reclameman. Hij bedacht in de jaren dertig van vorige eeuw de Almanak der Kroostrijke Gezinnen. Een gratis kalender voor de Bondsleden met huishoudtips, nieuws van de organisatie én advertenties die voor de handelaar zaad in het bakje brachten. Zo blijkt althans uit het kasboek dat in een van die lieflijk ouderwetse vitrinekasten ligt uitgestald. Ontdek bovenal in deze intieme tentoonstelling aan de hand van verschillende manuscripten welke fijnslijper Elsschot wel was. Zo gaat bijvoorbeeld aan de schijnbaar achteloos neergeschreven openingszin uit ’Het Dwaallicht’ (”Een ellendige novemberavond, met een motregen die de dappersten van de straat veegt.”) nogal wat schrap- en sleutelwerk vooraf. Zopas verscheen een heruitgave van ’Het Dwaallicht’ met daarin een interessante stadswandeling op basis van de novelle door Eric Rinckhout. Zo kan je op een originele manier snuffelen in het verleden van de Scheldestad. Met de uitleg en een plattegrond zit verdwalen er niet in… en laat vooral de regen je niet tegenhouden.
R.D.S.
’Dicht bij Elsschot’ tot 31 december 2010 in het Letterenhuis, Minderbroedersstraat 22 te Antwerpen. Alle dagen te bekijken tussen 10 en 17 uur, behalve op maandag. Toegangsprijzen: 5 euro/ 3 euro (onder meer 65-plussers en treinreizigers op vertoon van hun treinticket)/ 1 euro voor jongeren van 19 tot 26 jaar. Zie ook: www.destadvanelsschot.be Het boek bij ’Dicht bij Elsschot’ door Wieneke ’t Hoen is uitgegeven bij Athenaeum-Polak & Van Gennep (14,95 euro).
Win! We mogen vijf exemplaren weggeven van ’Het Dwaallicht’ (Athenaeum-Polak & Van Gennep, 9,95 euro). Vertel ons wat de openingsregel is van het bekende gedicht ‘Het huwelijk’ en maak kans op een boek. Schrijf of mail naar GezinsbondGOSA, Troonstraat 125, 1050 Brussel of via
[email protected] met vermelding ‘Elsschot’.