INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 1.
Beknopte handleiding Inleiding Installatie Activeren van de repeat-functie Probleemoplossingen Beperkingen van het RF-systeem (draadloos) Controle en onderhoud van het rookmeldersysteem Servicebepalingen Garantietermijn Technische specificaties RF-accessoires Beknopte handleiding
Alleen geschikt voor Ei types Ei141, 144, 146, 161, 161R, 164, 166 & 166R, dus voor de Ei 230V~ gevoede rook- en hittemelders met batterij back-up. De Ei 168 sokkelvoet kan het beste door een erkende installateur geïnstalleerd worden. 1.1 Monteer elke RF-sokkelvoet in het midden van het plafond en verbindt het met het 230V~ aansluitpunt (zie punt 3). Wanneer ook een lamp is gemonteerd dan moet tenminste 30 cm afstand gehouden worden (e.e.a. volgens de rook-/hittemelder instructies). 1.2 Schuif voorzichtig de rook- of hittemelder op de Ei 168 sokkelvoet. Dit activeert automatisch de oplaadbare lithium back-up cellen in de sokkelvoet. Herhaal deze procedure voor alle melders die in het systeem aangesloten moeten worden (zie punt 5). 1.3 Huiscode instellen: druk met een smalle schroevendraaier de programmeerknop (door de inkeping aan zijkant van de RF-sokkelvoet) van elke unit in. Voer deze handeling binnen 15 minuten uit om de huiscode te activeren en om de onderlinge verbinding veilig te stellen (zie punt 6). Wij raden u sterk aan de RF-sokkelvoet te voorzien van een huiscode per woonunit. 1.4 Test elke melder door op de testknop te drukken om er zeker van te zijn dat alle melders goed communiceren (alle melders gaan in alarm). 2.
Introductie
De RF-sokkelvoet Ei 168 zendt, wanneer de erop gemonteerde rook- of hittemelder rook- of hitte detecteert, een Radio Frequent (RF) signaal uit om de melders met dezelfde huiscode in alarm te zetten. Wanneer het een RF-alarmsignaal van een andere Ei 168 sokkelvoet ontvangt, zal de erop gemonteerde rook- of hittemelder in alarm gaan. Het monteren van (lange) koppeldraden tussen alle rook- en/of hittemelders op verschillende verdiepingen en in verschillende ruimtes is dus overbodig! De RF-sokkelvoet Ei 168 is geschikt voor rook- of hittemelders met het EASI-FIT®-systeem De RF-sokkelvoet zelf is ook 230V~ gevoed en heeft oplaadbare lithium cellen als back-up in geval van stroomuitval. De RF-sokkelvoet zal normaal gesproken aangesloten zijn op het dichtstbijzijnde 230V~ aansluitpunt in het plafond. De rook- of hittemelder kan dan op de RF-sokkelvoet geschoven worden. Maximaal 12 melders kunnen op deze manier gekoppeld worden. Wij raden u sterk aan om een huiscode in stellen om er zeker van te zijn dat de melders in de woonunit draadloos met elkaar verbonden zijn en dat er geen verstoring door andere draadloze apparatuur optreedt. Een uitleg hiervan vindt u in hoofdstuk 3. (Ook als er geen huiscode ingesteld is, zullen alle melders met elkaar communiceren, mits zij binnen het maximale bereik vallen). Optioneel is de Ei410: een handzame afstandbediening om melders te testen en om te bepalen welke van de melders het vuur (rook of hitte) detecteert. 3.
Installatie van de RF rook- of hittemelders
Waarschuwing: 230V~ gevoede producten moeten conform de geldende elektrotechnische installatievoorschriften worden geïnstalleerd. Als de melder niet op een correcte manier wordt aangesloten, kan het gebeuren dat de gebruiker een elektrische schok krijgt of blootgesteld wordt aan brandgevaar. De RF-unit is niet waterdicht; laat daarom de melder niet in aanraking komen met vocht of opspattend water. Maximaal 12 melders kunnen met het RF-signaal gekoppeld worden. 3.1 Kies een plaats uit die voldoet zoals genoemd in de installatievoorschriften van de rook- of hittemelder.
3.2 Schakel de 230V~ voedingsspanning af. 3.3 Monteer voorzichtig de RF-sokkelvoet en schroef het vast (zie afb. 1). Tip: e gebruik in 1 instantie maar 1 schroef zodat de sokkelvoet in een later stadium eventueel nog gedraaid kan worden. Vergeet niet om, nadat u het systeem e gecontroleerd heeft, de sokkelvoet met de 2 schroef stevig vast te monteren. 3.4.Verwijder de afdekkap van het 230V~ aansluitblok (zie afb. 2). 3.5 Sluit de juiste stroomdraden op het 230V~ aansluitblok aan (zie afb. 3). Blauw voor de nulleiding (N), bruin voor de faseleiding (L) en oranje voor de eventuele met een draad te koppelen Ei rook- of hittemelder (IC). Controleer of de foamlaag achterop de sokkelvoet goed op het plafond aansluit. Dit om te voorkomen dat door tocht de rook-/hittemelder in alarm gaat. Bij zij-invoer van de stroomdraden met buis of goot, kan de uitbreekpoort in de sokkelvoet bij het 230V~ aansluitblok gebruikt worden (let op: bovenrand intact houden). 3.6 De melder hoeft niet geaard te worden. Opmerking: de bedrading van melders moet niet ‘opgebonden’ maar netjes weggewerkt worden. Dit vermindert de invloed op radiofrequenties. 3.7 Herplaats de afdekkap. 3.8 Verwijder van de rook-/hittemelder de bodemplaat. Schuif voorzichtig de rook-/hittemelder op de Ei 168 sokkelvoet tot deze vastklikt (zie afb. 4). 3.9 Schakel de 230V~ voedingsspanning weer in (nadat alle melders gemonteerd zijn). Check of de groene LED brandt. Als de oranje LED elke 10 seconden knippert, verwijder dan de melder Schuif (zie afb. 5), druk handmatig de knop van de oplaadbare lithium cellen op “on” (zie afbeelding 7) en schuif de op melder weer voorzichtig op de sokkelvoet. Als het probleem aanhoudt, zouden de lithiumcellen leeg kunnen zijn: sluit in dat geval de RF-sokkelvoet zo’n 2 uur op het lichtnet aan om de lithiumcel bij te laden. Daarna weer de rook- of hittemelder op de RF-sokkelvoet schuiven en nogmaals testen. Installeer op dezelfde manier alle andere rook-/hittemelders met RF-sokkelvoet. 3.10 Druk met een smalle schroevendraaier de programmeerknop (door de inkeping aan zijkant Schuif af van de RF-sokkelvoet) in totdat het verklikkerlichtje snel begint te knipperen (zie afb. 6). Dit houdt in dat de RF-code is geprogrammeerd. Het verklikkerlichtje knippert nu elke 5 seconden. Herhaal deze actie bij alle andere RFsokkelvoeten in de woonunit binnen 15 minuten (voordat de programmeerperiode is verstreken). Als de afstandbediening type Ei410 gebruikt wordt, moet deze in de huiscode geïnstalleerd worden, zie de instructies voor de Ei410 voor detailinformatie. 3.11 Controleer of alle melders in de woonunit dezelfde huiscode hebben. Elke 5 seconden dat het verklikkerlichtje knippert, knippert deze een aantal keer; dit is het aantal melders met dezelfde huiscode. Procedure: druk de programmeerknop (aan zijkant op de RF-sokkelvoet) van de volgende sokkelvoet met een smalle schroevendraaier in totdat het verklikkerlichtje snel begint te knipperen. Dan zal, na ca. 30 seconden, om de 5 seconden het verklikkerlichtje twee keer knipperen wat aangeeft dat twee melders nu dezelfde huiscode hebben. Druk op de volgende sokkelvoet de programmeerknop in totdat het verklikkerlichtje snel begint te knipperen. Dan zal, na ca. 30 seconden, om de 5 seconden het verklikkerlichtje drie keer knipperen wat aangeeft dat drie melders nu dezelfde huiscode hebben. En zo kan deze procedure, tot het maximum van 12 RF te koppelen rook- en/of hittemelders, steeds weer herhaald worden (bij eventuele problemen zie punt 5). Tip: voor montage alle RF-sokkelvoeten (in nog ongemonteerde situatie) snel even programmeren zodat ze dezelfde huiscode hebben; daarna RF-sokkelvoeten monteren; daarna de rook- en/of hittemelder plaatsen en de testprocedure op elke melder uitvoeren 3.12 Om de draadloze RF koppeling te testen druk ca. 20 seconden de test&hush (pauze)knop op een rook- of hittemelder in; het alarm gaat af en het verklikkerlichtje op de RF-sokkel zal zo’n 3,5 seconden aan blijven en geeft daarmee aan dat het RF-signaal wordt verstuurd. De rook- of hittemelder waarvan de knop is ingedrukt zal uit alarm gaan en u zult de andere melders in de woonunit ook in alarm horen gaan. Herhaal deze testprocedure bij elke melder om ervan zeker te zijn dat het hele circuit goed functioneert (dus dat alle melders goed zijn aangesloten en dat overal het RF-signaal functioneert). Als de melders niet in alarm gaan: zie punt 5.
3.13 De units zullen na 15 minuten automatisch stoppen met het programmeren van de huiscode. Tip: wij raden aan om handmatig de huiscode programmering te stoppen door nogmaals op de huiscode programmeerknop te drukken totdat de LED gaat branden. Dit vermindert de kans op storing van de melder met andere draadloze apparatuur in de omgeving. Laat tenslotte de sticker en handleidingen, die met de melder meegeleverd worden, voor de bewoner achter in de woonunit. 4.
Activeren van de repeat-functie
In normale, gangbare woonunits is het signaalbereik voldoende om de melders in alarm te laten gaan. Toch kan het gebeuren dat een Ei 168 RF-sokkelvoet niet het RF-signaal ontvangt. In dat geval is het noodzakelijk om één unit als een repeater (“met herhaalfunctie”) in te stellen. De repeat-unit ontvangt signalen en geeft ze door. Op deze manier wordt het signaal krachtig versterkt door de hele installatie heen. Voor de grootste betrouwbaarheid raden we aan om een repeatunit te programmeren bij een alarmsysteem met 3 of meer rook- en/of hittemelders. Programmeren van de repeat-functie: 4.1 Kies een RF-sokkelvoet die op een centrale plek in de woonunit geplaatst is. 4.2 Druk de test/hush knop in totdat het alarm afgaat en de oranje LED aan gaat. Daarna direct (terwijl de LED blijft branden) de huiscode programmeerknop aan de zijkant van de sokkelvoet indrukken en deze met een kleine schroevendraaier ingedrukt houden totdat de oranje LED langzaam knippert. Laat de programmeerknop los. De oranje LED zal langzaam gaan knipperen om aan te geven dat de RF-sokkelvoet in de repeat-functie ingesteld staat. Hoewel elke Ei 168 RF-sokkelvoet geprogrammeerd kan worden als een repeat-unit, moet slechts 1 unit in een huisinstallatie ingesteld worden als repeat-unit. Meer dan 1 repeat-unit kan storing (interferentie) opleveren en zou kunnen resulteren in het niet-communiceren van de melders. 5.
Probleemoplossingen
Wanneer er bij het controleren van de RF-koppeling enkele melders na het indrukken van de test/hush (pauze)knop niet in alarm gaan, kunt u het volgende doen: 5.1 Wees er zeker van dat u de test/hush (pauze)knop ingedrukt hebt gehouden totdat de oranje LED gedurende 3,5 sec. continu knippert (dit kan ca. 20 seconden duren). 5.2 Zet één RF-sokkelvoet die op een centrale plek in het huis geïnstalleerd is, om naar een repeat-unit (zie punt 4).
5.3 Herplaats/draai de units. Er zijn een aantal redenen waarom het RF-signaal niet alle rookmelders in het systeem bereikt (zie punt 6 ‘beperkingen aan radiofrequente signalen”). Probeer de units meer in de richting van het midden van de woonunit te draaien en/of in de richting van de dichtstbijzijnde rook- en/of hittemelder (in ieder geval niet dicht bij metalen oppervlakken of bedrading). Dit kan de zend- en ontvangsthoek van de RF-sokkelvoet verbeteren. Het draaien of herplaatsen van de units kan tot gevolg hebben dat de melders buiten het bereik van bestaande units raken, ook al zijn zij d.m.v. een huiscode correct in het systeem geïnstalleerd. Daarom is het belangrijk om te controleren of alle RF-sokkelvoeten in hun uiteindelijke geïnstalleerde positie communiceren. Als units gedraaid of herplaatst zijn, raden we aan om alle units terug te zetten in de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (druk de huiscode programmeerknop in en houdt het ongeveer 6 seconden vast totdat de oranje LED langzaam knippert). Stel dan opnieuw voor alle units de huiscode in (zie punt 3 installatie, paragraaf 3.10 – 3.13). Controleer daarna nogmaals de RF-verbinding. 6.
Beperkingen aan het RF-systeem
Ei Electronics RF-melders zijn volstrekt betrouwbaar en zijn bovendien volgens de laatste normeringen getest. Toch zijn er door het geringe zendvermogen en een beperkt bereik (vereist door de overheid) enkele beperkingen waar rekening mee gehouden moet worden: •
Radio-ontvangstapparatuur, zoals bijv. de Ei 168 RF-sokkelvoet, moet regelmatig (wekelijks) getest worden. Er zouden misschien oorzaken voor een storing kunnen zijn die een goede communicatie in de weg staan. De
radiofrequentie kan verstoord zijn door verplaatst meubilair of doordat een verbouwing heeft plaatsgevonden. Wanneer de sokkelvoet regelmatig getest wordt kan ongewenste uitval zoveel mogelijk voorkomen worden. •
Ontvangstapparatuur kan gestoord worden door andere radiosignalen, ook als er bij de Ei RF rook- of hittemelders een huiscode ingesteld is.
De Ei RF-sokkelvoet type Ei 168 is getest conform EN 300 220-1 V1.3.1(2000-09) overeenkomstig norm EN 300 220 V1.1.1 (2000-09). Deze normen zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in installaties. De Ei sokkelvoet produceert, gebruikt en straalt RF-stralen uit. Wanneer de RF-sokkelvoet niet correct geïnstalleerd en gebruikt wordt, zou dit hinderlijke storingen bij de ontvangst van radio- and televisiesignalen kunnen veroorzaken. Toch kan Ei niet garanderen dat er geen storing in een particuliere installatie zal plaatsvinden. Als een apparaat storing veroorzaakt kunt u dit controleren door het apparaat ‘aan’ en ‘uit’ te zetten (haal de spanning eraf en verwijder eventuele batterijen). De gebruiker kan de storing verhelpen door één van de volgende maatregelen te nemen: 1. 2. 3. 4.
Heroriënteer of herplaats de unit. Vergroot de afstand tussen de Ei 168 en het apparaat waarop storing ontstaat. Sluit het “gestoorde” apparaat en de Ei sokkelvoet aan op verschillende elektra groepen. Raadpleeg uw installateur of schakel een erkende radio/TV-technicus in.
7.
Controle en onderhoud van het RF-systeem
7.1
Inspectie- en testprocedure
Wij raden u aan om elke week, of in ieder geval na een periode van afwezigheid (bijv. vakantie) uw rookmeldersysteem te controleren. Dit gaat als volgt: 1. Controleer of de groene 230V~ LED brandt (als de groene LED niet brandt, controleer dan de zekeringen, bedrading, etc.). Controleer of de rode LED op de rook- of hittemelder elke 40 seconden knippert. 2. Druk ca. 20 seconden de test/hush knop in; het alarm gaat af en het verklikkerlichtje op de RF-sokkel zal zo’n 3,5 seconden knipperen. Hiermee wordt de rookkamer/hittemelder, de electronica en de geluidshoorn getest. De rode LED op de melder zal knipperen terwijl het alarm afgaat. De rook- of hittemelder waarvan de knop is ingedrukt zal in alarm gaan en u zult de andere (draadloos) gekoppelde melders in de woonunit ook in alarm horen gaan (als een van de melders niet in alarm gaat, zie punt 5). Het indrukken van de testknop bootst het effect van rook of hitte van een echte brand na en is de beste manier om er zeker van te zijn dat de melder correct functioneert. Waarschuwing: test niet met vuur! Hierdoor kan de melder in alarm gaan en ontstaat er brandgevaar. Ga niet testen met rook of hitte; de uitkomsten kunnen misleidend zijn tenzij speciale apparatuur wordt gebruikt. Controleer of de melder vervuild is door bijv. spinnenrag of stof. Wanneer nodig, maak de melder schoon zoals beschreven in de handleiding. 7.2
Controleren van de batterij back-up in de RF-sokkelvoet
Het is belangrijk om te controleren dat de oplaadbare cellen in de Ei 168 RF-sokkelvoet ingeschakeld en bijgeladen zijn en in staat zijn om het systeem van stroom te voorzien ingeval van stroomuitval. 1. Controleer of de oranje LED aan de zijkant van de RF-sokkelvoet elke 10 seconden knippert. Als dat zo is, zijn de oplaadbare cellen in de RF-sokkelvoet niet goed verbonden of leeg. Schakel de voedingspanning uit, verwijder de rook- of hittemelder van de RF-sokkelvoet en druk op de ‘on’-schakelaar battery (zie afbeeldingen 5 en 7). Installeer de rook- of hittemelder opnieuw en schakel de spanning weer in. Als de oranje LED nog steeds elke 10 seconden knippert, laadt de batterij dan 2 uur op en controleer opnieuw (zie ook 3.9). 2. Schakel de voedingsspanning af. De groene LED op de rook- of hittemelder zal uitgaan. Controleer de RF-koppeling zoals beschreven in hoofdstuk 7.1. Controleer de batterij back-up zoals hierboven bij item 1 beschreven. 3. Als alles naar tevredenheid verloopt, schakel de voedingsspanning weer in. Als de koppeling niet goed functioneert of wanneer de oranje LED elke 10 seconden blijft knipperen zelfs nadat u de maatregelen zoals genoemd bij punt 1 genomen heeft, dan is de melder waarschijnlijk defect en zal vervangen moeten worden. (zie hoofdstuk 8 servicebepalingen).
Verdere instructies kunt u vinden in de handleiding die bij de rook- of hittemelder geleverd is (bij het hoofdstuk ‘onderhoud en controle van de back-up functie’). 7.3
Einde levensduur
Na 10 jaar (kijk voor de datum op de zijkant van de RF-sokkelvoet) moet de Ei 168 RF-sokkelvoet vervangen worden. Voor de gemonteerde Ei rook- of hittemelders: zie bepaling in de handleiding van deze melders. 8.
Servicebepalingen
Als uw RF-sokkelvoet nog steeds niet goed functioneert, ook nadat u grondig alle instructies doorgenomen heeft en nadat u gecontroleerd heeft dat de unit correct geïnstalleerd is en onder spanning staat (de groene LED brandt), neem dan contact op met uw installateur of de verkoopafdeling van Hemmink B.V. Het adres vindt u onderaan deze handleiding. Wanneer de RF-sokkelvoet naar de fabriek teruggestuurd moet worden ter reparatie of ter vervanging, schakel eerst de voedingsspanning uit, demonteer de melder; schakel daarna de oplaadbare batterijen uit (druk op “off battery” op de RFsokkelvoet) en demonteer de RF- sokkelvoet. Verpak de rook- of hittemelder en de RF-sokkelvoet in een stevige doos en stuur de unit naar het adres dat hieronder genoemd wordt. Monteer de rook-/hittemelder niet op de RF-sokkelvoet, dit kan overlast verzorgen tijdens de verzending (piepen of in alarm gaan). Geef duidelijk aan wat de oorzaak van het defect is, waar u de melder en de RF-sokkelvoet gekocht heeft en vermeldt ook de datum van aankoop/installatie. 9.
Garantietermijn van 5 jaar
Ei Electronics geeft een productgarantie van 5 jaar vanaf de aankoopdatum op deze RF-sokkelvoet tegen defecten die het gevolg zijn van gebrekkig materiaal of gebrek aan vakmanschap. Deze garantie geldt alleen bij gebruik onder normale omstandigheden. Schade veroorzaakt door een ongeluk, nalatigheid, verkeerd gebruik, niet-toegestane bedekking en gebruik na de aangegeven levensduur, hoe dan ook veroorzaakt, worden van deze garantie uitgesloten. Ook incidentele en daaruit volgende schade zijn hierbij niet inbegrepen. Deze garantie dekt niet de kosten die gepaard gaan met het herplaatsen van units. Mocht de RF-sokkelvoet binnen de garantieperiode defect gaan, stuur deze dan zorgvuldig verpakt, met vermelding van het probleem en inclusief het aankoopbewijs, retour naar uw installateur of Hemmink BV (zie hoofdstuk 8 ‘servicebepalingen’). Na beoordeling zullen wij de unit repareren of vervangen. Ga niet zelf proberen de RF-sokkelvoet te repareren, dit maakt de garantie ongeldig. Nog belangrijker: het kan de gebruiker een elektrische schock geven of brandgevaar opleveren. Deze garantie is een aanvulling op uw wettelijke rechten als consument. 10.
Technische specificaties RF-sokkelvoet type Ei 168
Voeding Battery back-up Goedgekeurd Vochtigheidsgraad Radiofrequentie RF power Bereik RF ontvangst Ontvangst alarmsignaal Tijdsduur voor het instellen van de huiscode
: 230V~ / 50Hz : ingebouwde oplaadbare lithiumcellen : voldoet aan de EMC bepalingen, elektronische veiligheid en radiovoorschriften, incl. voorschriften van de RTTE Directive Compatibility 1999/5/EC (RF prestatie volgens EN300 220-3, EMC volgens EMC 301489-3), onafhankelijk getest : 15 - 95% RH (niet-condenserend). : 868,499 MHz (Regulated 1% duty cycle band). : +5 dBm. : 150 meter in de vrije ruimte. In de praktijk (in gebouwen) zijn afstanden tot zo’n 60 meter bereikt. : alarmsignaal gaat af zonder dat de rode LED gedurende 60 seconden knippert, tenzij het binnen die periode een annulering van het alarmsignaal ontvangt. : 15 minuten
RF visuele indicator (oranje LED) Bij de transmissie : wanneer het bericht wordt doorgeven, brandt de oranje LED 1,5 - 3.5 seconden continu. De oranje LED knippert ook als een alarmsignaal geannuleerd wordt. Batterij bijna-leeg : de oranje LED knippert elke 10 seconden. Aantal te koppelen units : maximaal 12 units kunnen gekoppeld worden (hoewel het bereik in veel gevallen waarschijnlijk de begrenzende factor is)
Communicatie
: alle units communiceren met elkaar zoals ingesteld door de fabriek. Nadat een unit voorzien is van een huiscode, zal het alleen communiceren met andere Ei melders die tegelijkertijd geprogrammeerd zijn van dezelfde huiscode. Een huiscode is essentieel om vals alarm door bijv. draadloze apparatuur bij de buren te voorkomen. Instellen van de huiscode: de huiscode programmeerknop indrukken en vasthouden totdat de oranje LED gaat branden; zie verder punt 3.10. Huiscode : de RF-sokkelvoet geeft door en ontvangt specifieke codes. De oranje LED knippert elke 5 seconden 1x voor elke unit waarmee het verbonden is (inclusief de rook- of hittemelder zelf). Verwijderen huiscode : het geheugen van de huiscode kan verwijderd worden door op de huiscode programmeerknop te drukken en deze ca. 6 seconden vast te houden. De oranje LED gaat branden en langzaam knipperen om aan te geven dat de rookmelder naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen teruggezet is (op deze manier verwijder je ook de repeat-functie). Repeat-functie : de RF-sokkelvoet ontvangt en geeft de verschillende RF signalen door, op deze manier wordt het bereik krachtig versterkt. Activeren repeat-functie : druk op de test/hush knop totdat het alarm afgaat en de oranje LED begint te branden. Dan meteen, terwijl de LED brandt, op de huiscode programmeerknop drukken en vasthouden totdat de oranje LED langzaam gaat knipperen. De oranje LED gaat 15x knipperen om aan te geven dat de RF-sokkelvoet nu als een repeat-functie ingesteld is. Uitschakelen repeat-functie: druk op de test/hush knop en houd deze vast totdat het alarm afgaat en de oranje LED gaat branden. Dan gelijk de huiscode programmeerknop indrukken en vasthouden totdat de oranje LED langzaam gaat knipperen. De oranje LED zal slechts 3x knipperen om aan te geven dat de RF-sokkelvoet niet langer als repeat-functie ingesteld staat. 11.
RF-accessoires
• Ei 410 - RF afstandbediening Met de afstandbediening Ei410 kunt u op afstand testen, het voorkomt luid alarm (alleen bij types Ei161R en Ei166R ) en geeft tegelijk de locatie van de RF-melder aan die in alarm gaat. • Ei 152 - remote test en pauzeschakelaar voor remote rookmelders Met deze wandschakelaar kunt u RF-gekoppelde rook-of hittemelders testen. • Ei 159 - locator schakelaar voor remote rookmelders Met deze wandschakelaar kunt u bij RF-gekoppelde melders lokaliseren welke melder in alarm gaat. • MCP 400 - RF handglasmelder Dit aan de wand gemonteerde callpoint zal alle gekoppelde RF rook-/hittemelders in alarm laten gaan. Opmerking: bovenstaande accessoires kunnen een gekoppelde Ei 161R of een Ei 166R rookmelder vereisen.
Importeur voor Nederland: Hemmink B.V. Ampèrestraat 24-28 8013 PV ZWOLLE Postbus 40013 8004 DA ZWOLLE tel.: 038-4698200 E-mail:
[email protected] Internet: www.hemmink.nl Fabrikant: Ei Electronics Shannon Industrial Estate, Shannon, Co. Clare, Ireland. Telephone: +353 61 471277 www.eielectronics.com