NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 1
INHOUD 0. INLEIDING ......................................................................................................................3 0.1 ALGEMENE SITUERING..............................................................................................4 0.1.1 Ruimtelijke situering en bestaande ruimtelijke structuur..................................4 0.1.2 Verkeerswegen en bestaande verkeersstructuur................................................8 0.1.3 Openbaar vervoer ............................................................................................10 0.1.4 Fietsinfrastructuur............................................................................................14 0.1.5 Waterwegen.....................................................................................................18 0.1.6 Bevolking ........................................................................................................18 0.1.7 Gebruik en vervoerswijzen..............................................................................19 0.1.8 Andere verkeersgenererende activiteiten ........................................................24 0.1.9 Autobezit .........................................................................................................25 0.1.10 Verkeersonveiligheid.....................................................................................25 0.1.11 Parkeren.........................................................................................................27 0.2 STUUR- EN ADVIESGROEP ......................................................................................29 0.3 PROCEDURE ................................................................................................................30
1. INVENTARIS VAN BESTAANDE PLANNEN EN STUDIES.................................31 1.1 RUIMTELIJKE PLANNEN ..........................................................................................31 1.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) ..................................................31 1.1.2 Bemerkingen van de gemeente op het RSV ....................................................35 1.1.3 Gewestplan ......................................................................................................36 1.1.4 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant...................................39 1.1.5 Gemeentelijke Plannen....................................................................................40 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan........................................................40 APA en BPA’s..............................................................................................40 1.2 VERKEERSPLANNEN EN VERKEERSTUDIES ......................................................42 1.2.1 Categorisering van het wegennet.....................................................................42 1.2.2 Multimodaal model Vlaanderen ......................................................................42 1.2.3 Ongevallenlocatie (Veiligheidsgis) .................................................................42 1.2.4 Provinciaal Multimodaal Model Vlaams-Brabant...........................................42 1.2.5 Provinciaal Mobiliteitsplan .............................................................................42 1.2.6 Verkeersleefbaarheidsplan en bereikbaarheidsplan Hageland maart 1994 .....42 1.2.7 Gemeentelijke Verkeersplannen en studies.....................................................43 1.3 ANDERE RELEVANTE PLANNEN EN STUDIES....................................................43 1.3.1 Gemeentelijk NatuurOntwikelingsPlan (GNOP) en GHS ..............................43 1.3.2 Sociaal economische plannen; strategische plannen .......................................45 1.3.3 Toeristische plannen........................................................................................45 1.4 PROJECTEN IN VOORBEREIDING...........................................................................46 1.4.1 Bovenregionale projecten mbt de hoofdstructuur administratie .....................46 Wegen en Verkeer
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 2
1.4.2 Bovengemeentelijke projecten De Lijn ...........................................................46 1.4.3 Lokale verkeersprojecten in voorbereiding .....................................................46
2. INZICHT IN DE VISIES VAN DE VERSCHILLENDE ACTOREN......................47 2.1 BELEIDSACTOREN.....................................................................................................47 2.1.1 De gemeente ....................................................................................................47 2.1.2 Vlaams Gewest................................................................................................49 1. AWV ..........................................................................................................49 2. AROHM......................................................................................................49 2.1.3 De Lijn.............................................................................................................49 2.2 BELANGENACTOREN ...............................................................................................51 2.2.1 Visie H.E.S.O.C. Streekplatform Hageland ....................................................51 2.2.2 Visie van de bewoners.....................................................................................52 2.2.3 Visie van de gepensioneerden .........................................................................54 2.2.4 Visie van ziekenzorg Waanrode......................................................................55 2.2.5. Visie van de jeugddienst.................................................................................55 2.2.6. Visie van de basisschool Waanrode ...............................................................56 2.2.7. Visie van het oudercomité vrije basisschool Kortenaken...............................57 2.2.8. Visie van de culturele dorpsraad Waanrode...................................................57 2.2.9. Visie politiediensten (rijkswacht en gemeentepolitie) ...................................58 2.3 CONFRONTATIE VAN DE VERSCHILLENDE VISIES ..........................................58
3. PROBLEEMSTELLING...............................................................................................60
4. DEFINIËRING VAN HET VERDER ONDERZOEK...............................................64 4.1. BESTAAND ONDERZOEK ........................................................................................64 4.2. NIEUW ONDERZOEK ................................................................................................65
5. SCENARIO’S .................................................................................................................70
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 3
0. INLEIDING Mobiliteit wordt steeds belangrijker en belangrijker. De problemen die hieruit voortvloeien zijn groot. Om deze reden heeft het Vlaamse Gewest het initiatief genomen een mobiliteitsconvenant af te sluiten met de gemeentes. In de convenant maken de gemeentes, De Lijn en de Administratie Wegen en Verkeer samen afspraken. De basisovereenkomst bevat de algemene afspraken tussen de partijen. Hierin wordt gesteld dat de gemeentes binnen een bepaalde termijn een mobiliteitsplan dienen op te stellen. Naast de basisovereenkomst kunnen er bij-akten ondertekend worden waarin de partijen zich wederzijds engageren over de aanleg van fietspaden, aanbod openbaar vervoer, e.a. Het opstellen van een mobiliteitsfase gebeurt in drie fasen: 1. de oriëntatiefase; 2. de opbouw van het plan; 3. het opmaken van een beleidsplan. 1. oriëntatiefase
1.1. inventaris bestaande plannen en studies 1.2. inzicht in de visies van verschillende actoren 1.3. omschrijving van de problemen 1.4. definiëring van het verder onderzoek 1.5. oriëntatienota
2. opbouw van het plan
2.1. onderzoek 2.2. trendscenario 2.3. scenario ‘s “duurzame mobiliteit” 2.4. synthesenota
3. beleidsplan
3.1. beleidsplan 3.2. prioritaire acties 3.3. opmaak methode van evaluatie
Deze nota, de oriëntatiefase bestaat uit een viertal stappen: 1. 2. 3. 4.
inventaris van bestaande plannen en studies; inzicht in de visies van de verschillende actoren; probleemomschrijving; definiëring van het verder onderzoek.
De problemen van Kortenaken zijn ruwweg terug te brengen tot deze van andere landelijke gemeentes: − veel pendelaars: veel woon-werkverkeer met de auto. − onduidelijke wegenstructuur met als gevolg verkeer met een te hoge snelheid in de omgeving van de dorpskernen (bebouwde kom) en schoolomgevingen, gevaarlijke kruispunten, geen duidelijke fiets-en voetpaden, er wordt door auto’s en vrachtwagens “geparkeerd” op de verkeersstraat. − het aanbod van het openbaar vervoer is onvoldoende mede omdat de afstanden te groot zijn met als gevolg dat ouders hun kinderen met de auto naar school brengen (geen schoolbusvervoer). Onvoldoende basismobiliteit.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 4
0.1 ALGEMENE SITUERING
0.1.1 Ruimtelijke situering en bestaande ruimtelijke structuur
De gemeente Kortenaken behoort tot de provincie Vlaams-Brabant, arrondissement Leuven en is gelegen tussen Tienen, St. Truiden en Diest in. Kortenaken is een vrij uitgestrekte gemeente met zeven deelkernen te weten Waanrode, Kersbeek-Miskom (bestaande uit twee deelkernen), Hoeleden, Stok, Ransberg en Kortenaken centrum. Kortenaken grenst aan de gemeentes Geetbets en Zoutleeuw in het oosten, Bekkevoort en Halen in het noorden, Linter in het zuiden en Glabbeek Zuurbemde in het westen. Ze heeft een totale oppervlakte van 4.906 ha. en een bevolking van 7.497 inwoners in 1997. Dit betekent een bevolkingsdichtheid van 151 inwoners per km.² tegenover een gemiddeld van 369 inw./km² in het arrondissement. Kortenaken is gelegen in het Hageland tussen de grotere steden Diest, St.-Truiden en Tienen in. Voor tewerkstelling is men voornamelijk aangewezen op de tewerkstellingspolen Leuven en Brussel. Kortenaken kende geen uitgesproken industrialisatie, geen sterke bevolkingsaangroei en slechts een beperkte suburbanisatie (vooral langs de linten). Ruim 90% van het grondgebied van Kortenaken is open ruimte. Het Hagelands deel waarin de gemeente Kortenaken is gelegen, wordt ruimtelijk bepaald door het reliëf en de waterlopen. De deelgemeenten Hoeleden, Kortenaken, Kersbeek-Miskom, Ransberg situeren zich allemaal rond de waterloop ‘de Velp’. Op het hoogste punt (80 meter) in Ransberg rijst de O.L.Vr. Rozenkranskerk hoog boven het heuvelachtig landschap uit. Landschappelijk is de omgeving zeer groen en open , vooral door de grote akkerbouw en fruitteelt.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 5
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 6
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 7
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 8
0.1.2 Verkeerswegen en bestaande verkeersstructuur Kortenaken ligt tussen de snelwegen A2 en E40 in. Kortenaken is het dichtst bij de A2 gelegen. Anderzijds is Kortenaken gelegen in een ruit van gewestwegen: de N2 in het noorden (Hasselt-Diest), de N29 ( Diest (verbinding A2 ter hoogte van Bekkevoort)-Tienen) en de N3 (St.-Truiden- Tienen-Leuven). Parallel hieraan ligt de noord-zuid georiënteerde N716 (Herkde-Stad - Sint-Truiden) ten oosten van Kortenaken. De belangrijkste wegen die Kortenaken doorkruisen zijn de N29 in het westen van de gemeente en de intergemeentelijke verbindingen:de verbinding Dries-en Neerlinter met Ransberg en Waanrode via de Dorpsstraat-Baaistraat-Hollestraat-Hemelrijkstraat, de verbinding Kortenaken-Waanrode via de Krawatenstraat, de verbinding Kortenaken Hoeleden via de Tiensestraat-Hoeledensebaan, parallel hieraan ten noorden van de Velpvallei de verbinding met Kersbeek-Miskom via de Heerbaan, Neerlinter-Hoeleden via de Neerlintersesteenweg, Waanrode-Halen via de Halensebaan. De nabijgelegen steden Tienen, Diest, Halen en Sint-Truiden zijn via deze wegen goed te bereiken. De voornaamste verbindingswegen worden weergegeven op bijgevoegde figuur.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 9
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 10
Aantal kilometer wegen : • • • • • • •
autosnelweg: 0 km. gewestwegen: 0 km. provinciewegen: 2 km. gemeentewegen : groot verkeer: 41 km. buurtwegen: 136 km. andere: 29 km.
Een totaal van 208 km of een dichtheid van de wegen van 4.2 km/km².Voor het ganse Vlaamse gewest is deze dichtheid 4,2 km/km².
0.1.3 Openbaar vervoer
N.M.B.S. Kortenaken heeft geen halte noch spoor op haar grondgebied. De dichtstbijzijnde haltes zijn Diest, Tienen, Landen en St.Truiden. Vier stations liggen in de ruime omgeving van Kortenaken: • • • •
Landen: op ± 20 km. met IC-verbindingen richting Luik-Maastricht en Hasselt-Genk. Tienen: op ±15 km. met IC- verbindingen richting Leuven-Brussel-Gent-BruggeOoostende/Blankenberge en met L-treinen naar Leuven-Aarschot en de Demervallei. Diest: ±12 km. met IR treinen naar Aarschot-Heist op den Berg-Lier-Antwerpen en naar Hasselt-Tongeren en met L-treinen naar Leuven-Aarschot en de Demervallei. Sint-Truiden: ±20 km. met IC treinen naar Hasselt-Genk en naar Landen
De Lijn Buslijnen : 1. Lijn nr. 22A Tienen- Budingen-Diest - uurdienst tijdens de daluren - In de spits: ½ uur dienst - Tijdens het weekend: geen dienst op het grondgebied van Kortenaken Aansluiting op de treinen vanuit Tienen naar Leuven-Brussel en Landen-Luik. Aansluiting op de treinen vanuit St.- Truiden naar Hasselt-Genk en Landen. Aansluiting op de treinen vanuit Diest naar Aarschot-Leuven en naar Hasselt. 2. Lijn nr. 24 Kortenaken-Ransberg-Tienen Slechts 6 ritten vanuit Tienen vanaf 12.00 uur Tijdens de avondspits: een ½ uurdienst Vanuit Kortenaken dorp naar Tienen station 4 ritten vanaf 5.49 uur als uurdienst met vertrek laatste bus vanuit Kortenaken dorp om 7.44 uur. Aansluiting op de treinen vanuit Tienen naar Leuven-Brussel en Landen-Luik
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 11
3. Er rijdt een schoolbus Neerlinter-Kortenaken-Loksbergen-Zelk-Diest en Herk-de-stad. Tweede schoolbusdienst naar Diest die vanuit Tielt-Winge over de deelgemeente Waanrode loopt. In de openbare vervoersrelatie zijn grote hiaten vooral de noord-westhoek van Kortenaken heeft geen enkel openbaar vervoersvoorziening (de kernen Kersbeek-Miskom en Waanrode). De netstructuur van de Lijn is tot op heden ingewikkeld. Dit is het gevolg van de eigenheid van de streek: dunbevolkt, verspreide bebouwing en een bevolking die genoodzaakt is tot pendel naar de tewerkstellingspolen. Vanaf 24 mei 1998 zullen er twee landelijke bussen geïnstalleerd worden met de landelijke bus 1: Budingen-Ransberg-Neerlinter-Hoeleden-Kortenaken-Budingen en landelijke bus 2: Overhespen-Wommersom-Melkwezer-Zoutleeuw-Budingen. Op bijgevoegde kaart zijn de openbaarvervoerslijnen aangeduid.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 12
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 13
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 14
0.1.4 Fietsinfrastructuur Aantal km fietspaden (vrijliggend): 77 km. Allen tussen de 1.10 m. en 1.20 m. breed. Ransberg: − Dorpsstraat (klinkers-nieuwe staat-tweezijdig) − Baaistraat (klinkers-nieuwe staat-tweezijdig) Hoeleden: − Neerlintersesteenweg (klinkers nieuwe staat-tweezijdig ) − Deel Hoeledensebaan (beton-goede toestand- tweezijdig/ een deel is in slechte toestand plannen voor vernieuwing zijn klaar mogelijke vernieuwing 1998) − Zuurbemdsesteenweg (beton-goede staat-tweezijdig) Kersbeek-Miskom: − Heerbaan (klinkers-nieuwe staat-tweezijdig) − Hollestraat (beton-nieuwe staat-tweezijdig) Kortenaken: − Tiensestraat (klinkers-nieuwe staat-éénzijdig) − Diestsestraat (klinkers-nieuwe staat-éénzijdig: mogelijke verbreding naar tweezijdig 1998 ) − Krawatenstraat (klinkers-slechte staat- tweezijdig) − Schansstraat (klinkers-slechte staat-tweezijdig) − Bauwelsstraat (klinkers-nieuwe staat- tweezijdig) Stok: − Helstraat (beton-goede staat-tweezijdig) − Stokstraat (klinkers en beton-goede staat-tweezijdig) Waanrode: − Halensebaan (gedeeltelijk klinkers-nieuwe staat- tweezijdig) − Klipgaardestraat (verhoogde verharde berm-slechte staat-tweezijdig. Status onduidelijk fietspad of voetpad.) − Oude Diestsestraat (verhoogde verharde berm in klinkers-goede staat-tweezijdig. Status onduidelijk fietspad of voetpad.) − Grote Vruente (verhoogde verharde berm in beton-goede staat-tweezijdig. Status onduidelijk fietspad of voetpad.) − Blijstraat − N29 (slechte staat-tweezijdig)
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 15
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
Toeristische wandel- en fietsroutes Bewegwijzerde wandelroutes: 5.5 km. Niet-bewegwijzerde wandelroutes en - paden: geen Bewegwijzerde fietsroutes: 6 km. Tweegetenroute- 33 km, Boomgaardroute- 44 km Niet-bewegwijzerde fietsroutes en -paden: geen In het fietspadennet zijn zeer grote leemten en tekorten. Op bijgevoegde kaart is een overzicht gegeven van de fietspaden.
pagina 16
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 17
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 18
0.1.5 Waterwegen Bevaarbare waterwegen: Geen. Onbevaarbare waterwegen: De Velp.
0.1.6 Bevolking
Het aantal inwoners bedroeg : • • • • •
in 1993:7.416 in 1994: 7.369 in 1995 :7.438 in 1996 :7.480 in 1997:7.479
De verdeling van de inwoners over de deelgemeenten. Bijna 29 % van de bevolking woont in Kortenaken. Ruim 24 % in Waanrode, 16 % in Kersbeek-Miskom, 16 % in Hoeleden en een kleine 9% in Ransberg. De bevolkingsdichtheid voor de gemeente bedraagt 152 inwoners/km², tegenover 430 inwoners/km² voor het Vlaams Gewest. Voor tewerkstelling is men voornamelijk gericht op Leuven en Brussel. Kortenaken en Kersbeek-Miskom hebben elk een industriezone of K.M.O. zone op het gewestplan. Er is een bedrijf met meer dan 20 werknemers (50 werknemers bouw- en wegenmaterialen). De oppervlakte aan cultuurgrond bedraagt 3023 ha 72a met 242 bedrijven in de land- en tuinbouw.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 19
0.1.7 Gebruik en vervoerswijzen
Actieve bevolking Uit de figuur met de vervoerswijze van de actieve bevolking1 blijkt dat 63 % van deze bevolkingsgroep zich met de auto verplaatst, hetzij als autobestuurder (54% ), hetzij als passagier (9 %). 7 % van de actieve bevolking neemt de trein als vervoersmiddel. 3 % van deze groep verplaatst zich per fiets of bromfiets, 3 % van de actieve bevolking neemt de bus, terwijl slechts 0.1 % zich verplaatst per moto. Bedrijfsvervoer zorgt voor de verplaatsing van 7 % van de actieven, 1 % van deze groep gaat te voet werken. Opmerkelijk is dus dat een groot deel van de actieve bevolking van Kortenaken de wagen neemt om zich naar zijn arbeidsplaats te begeven. Voor 16 % van de actieve bevolking is de vervoerswijze onbekend. trein
191
bedrijfstransport
197
autopassagier
246
autobestuur
1.586
bus-tram
82
moto
4
fiets-bromfiets
84
te voet
33
onbekend
470
TOTAAL Bron: NIS 1991
2.893
Figuur 1 : vervoerswijze actieve bevolking
1
Bron Volkstelling 1991
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 20
Schoolbevolking en schoolverkeer trein
35
schooltransport
248
autopassagier
289
autobestuur
30
bus-tram
293
moto
0
fiets-bromfiets
111
te voet
62
onbekend
19
TOTAAL bron: NIS 1991
1.087
De schoolbevolking bedraagt 1087 personen (volkstelling 1991) of bijna 15 % van de bevolking. Van 19 leerlingen is de vervoerswijze onbekend. Het busgebruik is de voornaamste vervoerswijze met 293 leerlingen (27%), op de voet gevolgd door het autogebruik met 26 % en het schooltransport met 23 %. Het fiets/ bromfiets is relatief klein met 10 %. Het gebruik van het gemotoriseerd verkeer (openbaar vervoer, de auto en het gemotoriseerd schooltransport voor het vervoer van leerlingen) schept vaak verkeersproblemen bij het afzetten en het ophalen van de leerlingen. Figuur 2 : vervoerswijze schoolbevolking
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 21
NV GEDAS B.I.
pagina 22
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
Leerlingenaantallen2 Naam Gemeentelijk onderwijs: Gemeenteschool
Katholiek onderwijs: kleuterschool
Lagere- en kleuterschool
Lagere- en kleuterschool
Lagere - en kleuterschool
Lokalisatie van de scholen : zie kaart.
2
Gemeente Kortenaken 1996
Adres
Aantal leerlingen
Kersbeek-dorp 17 Kersbeek-Miskom
22
Rectorijstraat 2 Ransberg
27
Schoolstraat 1 Kortenaken
210
Oude Diestsestraat 4 Waanrode
161
Kerkplein 9 Hoeleden
117
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 23
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 24
0.1.8 Andere verkeersgenerende activiteiten •
Toerisme: nihil; • Dagrecreatie, enkele kasteeldomeinen, historische hoeven zijn vooral interessant voor de fietsende toerist: museum Jacobinahof..; Er is geen verblijfsrecreatie, er is slechts één hoeve in gebruik voor hoevetoerisme in Waanrode; • Grootwinkelbedrijven: geen; • Manifestaties: de kermissen van Kortenaken (2x jaar) en Waanrode (1x jaar). Waanrode bloemenfeesten (folklorefeesten) in augustus en Boerenrock (centrum Kortenaken) geven tijdelijk hogere verkeersdruk. Overige manifestaties zijn er zoals wielerkoersen, optochten,..; • Andere: betoncentrale Kortenaken (zwaar verkeer) en containerpark (uitrit langs Zandrodestraat).
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 25
0.1.9 Autobezit
Tabel: Motorvoertuigbezit in de gemeente Kortenaken jaar
personenwagens
1996
3.489
landbouwtractoren 624
vrachtwagens en trekkers 393
moto’s 167
andere motorvoertuigen (o.a. autocars) 72
totaal 4.745
Inwonersaantal: 7.480 (1996) Dit betekent dat er één motorvoertuig ter beschikking is per 1.5 inwoners of 0.6 motorvoertuigen per inwoner. Per inwoner betekent dit 0.4 personenwagens.
0.1.10. Verkeersonveiligheid
Tabel : Evolutie van het aantal ongevallen met lichamelijk letsel. 1994 Doden
1995
1996
1
0
1
Zwaar gewonden
14
4
7
Licht gewonden
24
28
39
Totaal slachtoffers
39
32
47
Totaal ongevallen
26
23
31
bron:NIS
3
lichamelijk letsel stoffelijke schade Totaal bron: politie Kortenaken.
1996 23 32 54
1997 21 23 44 -10%
Tabel : Aantal ongevallen volgens het soort weg Jaar 1996
gewestwegen
gemeentewegen 7
24
bron: NIS
Mogelijke oorzaken van ongevallen zoals zichthinder, te hoge snelheid, ontbreken van voorzieningen (vooral fietsvoorzieningen) doen zich voornamelijk voor in de kernen en zijn ruimere omgeving en op de gevaarlijke wegen ip het gehele grondgebied. Zie kaart locatie ongevallen.
3
De cijfers van het NIS zijn niet geheel correct. Zie correctie politie Kortenaken voor de jaren 1996-1997.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 26
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 27
Als voornaamste oorzaken zijn er: - niet aangepaste snelheid - niet naleven van de voorrang (bv. in de bebouwde kom geldt voorrang van rechts, maar dit is wellicht te weinig gesignaliseerd). De politie meldt terecht dat de “voorrang van rechts”regel inherent is aan bebouwde kommen en niet expliciet gesignaleerd moet worden. - uitvoeren van maneuvers Op basis van de ongevalgegevens van de laatste twee jaren zijn de volgende lokaties van ongevallen bekend: in de deelkern Waanrode: • - kruispunt Klipgaardestraat-N29=zwart punt • - vooral de Klipgaardestraat en de Hemelrijkstraat zijn onveilige straten, waarbij deze laatste straat tijdelijk onveilig was (wegeniswerken). • - de N29 wordt door het zware verkeer gebruikt als verkorte route tussen de twee snelwegen A2 en E40. • • •
in de deelkern Kortenaken: - kruispunt aan het Dorpsplein - de wegen Schansstraat, Krawatenstraat, Tiensestraat zijn onveilige straten (hoge snelheid en voorrang van rechts in bebouwde kom).
in de deelkern Kersbeek-Miskom en de deelkern Hoeleden: • - Nieuwstraat (tijdelijk onveilig wegens wegeniswerken in referentieperiode). in de deelkern Ransberg: • - Baaistraat
0.1.11 Parkeren De kernen van Kortenaken kunnen min of meer gecatalogeerd worden als grotere en minder grote dorpen zonder parkeerproblemen. Tijdens de begin- en einduren van de scholen is er melding van parkeerproblemen. De kinderen worden met de auto naar school gebracht en voor de deur afgezet: kortom teveel verkeer - te weinig parkeerplaatsen- op één bepaald tijdstip. Dit gebeurt ook tijdens begrafenissen (aan de feestzalen is er dan een gebrek aan parkeervoorzieningen).
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
Kaart : ligging parkeerplaatsen Kortenaken ± 20 pp. per parking
pagina 28
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 29
0.2 STUUR- EN ADVIESGROEP
De mobiliteitsstudie wordt opgemaakt door GEDAS B & I en wordt begeleid door een Stuurgroep (technische groep) en een Adviesgroep. De Stuurgroep bestaat uit de volgende leden: • • • • • • • • • • • • •
Burgemeester, de heer Debacker J. Schepen van verkeer, openbare werken de heer Vanoverstijns L. Rijkswacht Kortenaken de heer Eyletten politie Kortenaken gemeentesecretaris, de heer L Happaerts (na zijn op-pensioenstelling Schepers Monique) Mevr. Oliviers, Technische Dienst Kortenaken AWV Vlaams-Brabant, de heer Venstermans Frans De Lijn Vlaams Brabant, de heer Geert Heylen Provincie Vlaams Brabant : aangeschreven-geen vertegenwoordiger4 het studiebureau GEDAS, de heren R. Poté, F. Leys en L.Gijsenbergs Interleuven, geen vertegenwoordiging Monumenten en Landschappen, geen vertegenwoordiging GOM geen vertegenwoordiging
De Adviesgroep bestaat uit volgende leden : • College Burgemeester en Schepenen en secretaris • Technische Dienst van de gemeente Mevr. Oliviers • 1 vertegenwoordiger van de politieke fracties vertegenwoordigd in gemeenteraad. ( Dhr.Genoe Hugo afg. C.V.P., Dhr. Broos Danny afg. S.P., Dhr. Franssen Paul afg. gemeentebelangen) • 2 vertegenwoordigers van de milieuadviesraad • 2 vertegenwoordigers van de seniorenraad • 2 vertegenwoordigers van de jeugdraad • 2 vertegenwoordigers van de landbouwcommissie • 2 vertegenwoordigers van de middenstandorganisatie • vertegenwoordiger cultuurraad Fets Johnny • Onderwijs (1 vertegenwoordiger van de vrije en 1 van de gemeentelijke scholen: Dhr. Vanherk Christ en Dhr. Eyletten A.zijn beide vertegenwoordigers van gesubsidieerd vrije en lagere scholen) • het studiebureau GEDAS B & I • overige bewoners: Dhr. Aron Jos, Dhr.Vander Velpen Michel, Mevr.Stiers Marijke, Dhr. Mees Daniël, Dhr. Ruiters Ben, Dhr.Govaerts Jan, Dhr.Dewinter Rob)
4
de provincie Vlaams -Brabant is wel geïnteresseerd maar sluit aan bij de stuurgroep van zodra het bovenregionale aspect aan bod zal komen.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 30
0.3 PROCEDURE
Ondertekening moederconvenant, op 15.07.1997. In deze eerste fase, de oriëntatiefase, worden de bestaande studies en rapporten bekeken en moeten de visies van de verschillende beleidsactoren ( de stad, het Vlaams Gewest, de Provincie, Monumenten en Landschappen, De Lijn, N.M.B.S.) en de belangenactoren ( o.a. scholen, landbouwverenigingen, handelaarsverenigingen, milieugroepen e.d. verwerkt worden Een eerste stuurgroepvergadering werd gehouden op 10.02.1998. Deze visies worden naast elkaar gezet en op onderlinge verschillen in visies geanalyseerd. Hieruit worden dan de problemen geïdentificeerd en zal het onderzoek gedefinieerd worden. Dit alles wordt samengebracht in de oriëntatienota die een eerste maal aan de stuurgroep voorgelegd zal worden op 9 maart 1998. Pre audit wordt vastgesteld in maart en de audit in mei 1998.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 31
1. INVENTARISATIE VAN BESTAANDE PLANNEN EN STUDIES 1.1 RUIMTELIJKE PLANNEN
1.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
Via het decreet van 24/07/96 houdende de ruimtelijke planning werd door de Vlaamse Raad een belangrijke modernisering van het planningsinstrumentarium verwezenlijkt. De nog steeds bestaande stedenbouwwet van 1962 voorzag slechts in weinig dynamische aanlegplannen (gewestplan, BPA’s,...) ; via het nieuwe planningsdecreet worden hieraan het structuurplan op Vlaams , provinciaal en gemeentelijk niveau toegevoegd. “Onder Ruimtelijk Structuurplan wordt verstaan een beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het geeft een langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het betrokken gebied. Het is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelangen.” (Art.3 Planningsdecreet). De basisdoelstelling van elk structuurplan wordt in het planningsdecreet als volgt geformuleerd: “Een ruimtelijk structuurplan is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie zonder de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen , wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen op lange termijn voor het leefmilieu , de sociale,economische en culturele consequenties.” (Art. 4 Planningsdecreet). Deze duurzame ruimtelijke ontwikkeling wordt op Vlaams niveau verwoord in de metafoor ’Vlaanderen open en stedelijk’. De visie werd verder vertaald naar 4 basisdoelstellingen: • • • •
selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden; behoud en versterking van het buitengebied; selectieve concentratie van economische activiteiten; optimalisering van de bestaande verkeers-en vervoersinfrastructuur.
In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is Kortenaken gelegen in het buitengebied van het Hageland. Dit buitengebied wordt afgebakend door: door de Vlaamse Ruit in het westen; door het economisch netwerk van het Albertkanaal in het noorden en het oosten ; door Wallonië in het zuiden.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 32
Binnen het buitengebied zijn er 4 structuurondersteunende stedelijke gebieden gesitueerd: Aarschot, Diest, St.-Truiden en Tienen. De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door de natuurlijke en de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de infrastructuur. De doelstellingen van het RSV ten aanzien van het buitengebied zijn : • vrijwaren van de essentiële functies : landbouw, natuur, bos, wonen en werken op het niveau van het buitengebied; • tegengaan van de versnippering door bebouwing en infrastructuren; • bundeling van het wonen en de verzorgende activiteiten in de kernen Waanrode, Kortenaken, KersbeekMiskom, Ransberg, Hoeleden , Stok; • inbedden van de functies landbouw, bos en natuur in een goed gestructureerd geheel; • streven naar gebiedsgerichte kwaliteit door te werken met ruimtelijke kwaliteits-objectieven m.b.t. het fysisch systeem, de rivier- en beekvalleien, het landbouw-economisch systeem en de nederzettingstructuur; • buffering van de natuurfunctie ten opzichte van de eraan grenzende functies.
NV GEDAS B.I.
Kaart : RSV
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 33
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 34
Wegeninfrastructuur •
Hoofdwegen met een verbindingsfunctie op internationaal niveau: Geen.
•
Primaire wegen categorie I en II met een verbindings- en verzamelfunctie op Vlaams niveau Categorie I: Geen Categorie II: Geen
•
Secundaire wegen met een verbindings- of verzamelfunctie op lokaal of boven-lokaal niveau. Moeten nog geselecteerd worden door de Provincie ( Omzendbrief RO/96/06, 7 januari 1997, in verband met de inhoudelijke taakstellingen voor het provinciaal ruimtelijk structuurplan). Secundaire wegen zijn wegen voor een gemengde verkeersafwikkeling die in de bebouwde kom ingericht worden volgens het doortochtconcept met een ontwerpsnelheid van 50 km/u of minder. Buiten de bebouwde kommen gaat de inrichting in principe uit van een gescheiden verkeersafwikkeling.
•
Lokale wegen met toegang. geven als voornaamste functie Bij de (her)inrichting van de lokale wegen wordt voorrang gegeven aan de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid boven de afwikkelingssnelheid. Fiets- en voetgangerszones worden aangeduid en geselecteerd in de provinciale en gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. In Kortenaken zijn alle overige wegen lokaal.
Spoorwegen Geen
Collectief openbaar vervoer Door de bundeling van de ontwikkelingen in de hoofddorpen en woonkernen wordt het ruimtelijk draagvlak vergroot voor de uitbouw van een systeem van stamlijnen door De Lijn. De stamlijnen worden aangevuld met aanvoersystemen zoals buurtbus, belbus, lijntaxi, beltaxi. De Lijn heeft in het kader van de mobiliteitsconvenant Hageland, een project ontwikkeld voor de regio Tienen-St.-Truiden-Diest. Nieuw hierin is het opstarten van een bediening met twee landelijke bussen.
Ruilverkavelingswegen geen.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 35
1.1.2 Bemerkingen van de gemeente op het RSV Zie 2 inzicht in de visie van de verschillende actoren onder 2.1.1. beleidsactoren de gemeente. De gemeente is van mening dat het RSV de bevolking een rad voor de ogen wil draaien. Enerzijds stelt het RSV dat niets tot rechten en plichten leidt maar anderzijds stelt het RSV bindende bepalingen op die wel tot rechten en plichten leiden. Het dossier is te ingewikkeld voor niet-ingewijden. Opmerkingen aangaande III.1. Stedelijke gebieden: − de situatie van Landen dient herzien te worden; − in landelijke gemeentes is voornamelijk lintbebouwing aanwezig. Dit wil het RSV afbouwen. Hoe kan men deze beide visies verzoenen? De afbakening van woongebieden en woonuitbreidingsgebieden dient volgens de gemeente te gebeuren binnen de gemeentelijke plannen . De voorgestelde woningdichtheid van 15 wo./ha. is te hoog. In Kortenaken kan de woningdichtheid volgens de gemeente niet meer bedragen dan 8 à 10 woningen per hectare. Opmerkingen aangaande III.2. Buitengebieden: − volgens de gemeente moet men kunnen blijven voldoen aan de woonbehoefte en de exploitatie-en uitbreidingsmogelijkheden van de gevestigde werkgevers. − als inwijking in de kernen van het buitengebied niet meer gestimuleerd mag worden dreigen de kernen te ontvolken. Men vraagt zich af waar er dan nog gebouwd mag worden in het buitengebied. − wat zijn de gevolgen voor de landbouw en de bedrijven gelegen in grote eenheden natuur en grote eenheden natuur in onwikkeling? − de verdeling van woongebieden in Vlaams -Brabant 50%-50%. De gemeente stelt voor 70%-30%. − de afbakening van de bedrijventerreinen is volgens de gemeente enkel maar de bevoegdheid van de gemeenteraad. − de gemeente is van mening dat het opvullen van de linten mogelijk moet blijven. Het zijn immers uitgeruste wegen. − volgens het RSV worden paden en routes met elkaar verbonden als een samenhangend toeristisch-recreatief product. De gemeente vindt dat er voorwaarden aan gekoppeld dienen te worden zoals: er moet rekening worden gehouden de perceelgrootte, de onkosten moeten gedragen worden door provincie of Vlaams gewest, een vergoeding voor de eigenaar. Opmerkingen aangaande III.3. Economische activiteiten: − de selectie van de economische knooppunten is onvoldoende gerelateerd naar de bestaande ruimtelijke situatie (bv. Landen) Opmerkingen aangaande III.4. Lijninfrastructuur: − de gemeente krijgt geen enkele garantie dat de N.M.B.S. de weerhouden spoortrajecten daadwerkelijk uitvoert. Hetzelfde geldt voor de versterking van de alternatieven voor het autoverkeer. Dit vergt heel wat meer dan het reserveren van trajecten. Er moet ingespeeld worden op het verhogen van de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer: prijzen abonnementen en
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 36
tickets, aansluitingsmogelijkheden werktijden, ontsluiten industrieterreinen, landelijke gebieden en gemeenten in het buitengbied, het stimuleren van bedrijfsvervoerplannen,... − gewestelijk expressnet voor Brussel. Binnen de aanleg van een voorstedelijk vervoersnet dient de aanleg van en interstedelijk metro-net voorzien te worden.
1.1.3 Gewestplan
De gemeente Kortenaken behoort met zijn kernen Ransberg, Hoeleden, Kortenaken,Stok en Kersbeek-Miskom tot het gewestplan Tienen-Landen K.B. 24/03/1978. De overige kern Waanrode behoort tot het gewestplan Aarschot-Diest. Via het gewestplan werd, zoals steeds, in eerste instantie een juridisch kader gegeven aan de actuele bestemmingen. Het gewestplan voorziet voor Kortenaken landelijke woongebieden in alle kernen, woonuitbreidingsgebieden in de kernen Kortenaken, Waanrode en Hoeleden, natuurgebieden (de vallei- en bosgebieden), parkgebieden (Begijnenbos in Waanrode), agrarische gebieden en landschappelijk waardevolle gebieden en ontginningszone ten zuiden van Kortenaken (zandgroeve) en kleine K.M.O.-zones ten zuiden van Kortenaken en in Kersbeek-Miskom (bouwonderneming) en dagrecreatie (voetbalvelden Kersbeek-Miskom). De natuurkerngebieden volgens de groene hoofdstructuur liggen grotendeels in natuurgebied, de natuurontwikkelingsgebieden liggen in agrarisch gebied met landschappelijke waarde.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 37
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 38
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 39
1.1.4 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant Door de Bestendige Deputatie werd in 1994 de beslissing genomen tot het opstellen van een Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant. De eerste startnota opgesteld door de plangroep structuurplan Vlaams-Brabant werd afgerond in januari 1995. Waar de startnota de visie van de plangroep weergaf is het de bedoeling in de tweede fase een ruimtelijke beleidsnota op te stellen. Hierin worden de problemen5 aangegeven waar de politiek verantwoordelijken een antwoord op willen geven vanuit welke ruimtelijke visie deze problemen aangepakt worden. Een eerste versie beleidsnota werd in maart 1996 afgerond . In december 1997 is de startnota goedgekeurd door de Bestendige Deputatie. Nu wordt de eerste beleidsnota van dit provinciaal plan voorgelegd aan de provincieraad. De goedkeuring door de raad is nog geen feit. Hierin worden de krijtlijnen voor de verdere aanpak van het provinciaal ruimtelijk structuurplan in vermeld. De Provincie zal het deelaspect mobiliteit als apart deelplan uitwerken. De eerste resultaten van dit deelplan worden verwacht voor het einde van 1998. Van belang voor Kortenaken zijn de volgende krachtlijnen uit de eerste beleidsnota structuurplan Vlaams-Brabant: •
structuurondersteunend kleinstedelijk gebied: Tienen, Diest , Sint Truiden. Landen is geen kleinstedelijk gebied; Tienen is ontwikkelingspool en scharnierpunt tussen Haspengouw en Hageland. Landen zal als grotere kern in het buitengebied een aantal functies vastgesteld voor het buitengebied moeten opvangen (o.m. mogelijke lokalisatie van lokaal bedrijventerrein voor omliggende kernen); ruimtelijke ondersteuning van de werking van regionale landschappen waaronder het Hageland ; versterking van de in hoofdzaak zuidwest-noordoost gerichte natuurlijke structuur (voor Kortenaken is dit de Velpvallei ) en de versterking van de agrarische structuur. Er moet in deze gebieden niet naar een sluitende arbeidsbalans gestreefd worden. Pendel moet onderkend worden, en die moet via mobiliteitsmaatregelen gestructureerd opgevangen worden en sociaal worden gehouden (betaalbaar, beschikbaar, in tijd); beheerslandbouw in de valleigebieden; kernengericht beleid in de open ruimte; optimaal gebruik van de bestaande infrastructuren.
•
• •
• • •
Andere relevante documenten, zoals de afbakeningen van de stedelijke gebieden, zijn nog niet beschikbaar. Wel heeft de provincie Vlaams Brabant een interessante subsidieregeling uitgewerkt: de Provincie subsidieert de aanleg van fietspaden (1/3 van de uitvoeringssom). Om in aanmerking te komen voor subsidie dient te worden voldaan aan functionele eisen en aan toeristische eisen. De toeristische eis is dat het fietspad onderdeel moet zijn van een fietsroutenetwerk.
5
de problemen in het Hageland zijn: aantasting van de open ruimte, toenemende milieuproblematiek, groeiende mobiliteitsbehoeften (pendelverkeer), slecht openbaar vervoer tussen de verschillende deelgebieden, conflicten tussen de gebruikers van het platteland, afnemende tewerkstelling in de landbouw, sociaal-economische achteruitstelling met een geringe tewerkstellingsgraad en een beperkt uitrustingsniveau.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 40
De functionele eisen zijn: • tenminste 1.50 m. breed enkelrichting; • tenminste 2.20 m. breed dubbelrichting; • 70 cm. verwijderd van de rijweg.
1.1.5 Gemeentelijke Plannen
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Geen gemeentelijk structuurplan Algemeen en Bijzondere Plannen van Aanleg zie kaart ligging A.P.A. en B.P.A.’s A.P.A.(wordt omgezet naar structuurplan) Document
Datum Status Context
Invloed op mobiliteit
A.P.A. opdrachtgever: gemeente opdrachthouder: Interleuven gestart in 1997 in onderzoeksfase datgene wat al in kader van het A.P.A. opgesteld was zal gewijzigd worden naar de nieuwe eisen voor de opmaak van een gemeentelijk structuurplan. Dit betekent dat er voorlopig gestart is met de inventarisatie. De andere fases volgen later. omdat het structuurplan/A.P.A. zich in de inventarisatiefase bevindt kan er nog geen uitspraak gedaan worden over de invloed op de mobiliteit van het plan.
B.P.A nr. 1 Waanrode. Document
Datum Status Context
Invloed op mobiliteit
B.P.A.1 Zone tussen Halensebaan-Oude DiestsestraatBoterbergstraat-Tolkamerstraat-Klipgaardenweg opdrachtgever: gemeente opdrachthouder: oktober 1980 goedgekeurd 17 maart 1987 verfijnen van het gewestplan met specificatie open ,gesloten en ½ open bebouwing, openbaar nutszone (turnzaal, school en parkeerruimte) de lintbebouwing langs rechte wegen wordt gestimuleerd. Dit betekent hoge snelheden langs lange, rechte linten in woongebieden en dus verhoging verkeersonveiligheid.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 41
B.P.A Heerstraat-Tiensestraat Document
Datum Status
Context
Invloed op mobiliteit
Zone tussen Zandrodestraat-Heerstraat opdrachtgever: gemeente opdrachthouder: G.O.M. goedkeuring gemeenteraad voor opstarting B.P.A. 28.04.1998 nieuwe procedure van B.P.A. Kortenaken ambachtelijke zone Zandstraat-Tiensestraat-Heerstraat. De Provinciale commissie. voor R.O. (advies 20.10.1997 op 1ste versie B.P.A.) dwong de gemeente tot intrekking vorig B.P.A. Gemeente start nieuw B.P.A. op onder de naam B.P.A. Heerstraat-Tiensestraat. Het aantal zonevreemde bedrijven (zelfstandigen) is vrij hoog in Kortenaken. Er is dus een dringende behoefte aan vestigingsplaatsen voor ambachtelijke bedrijven in Kortenaken. Afhankelijk van de inventarisatie van de zonevreemde bedrijven zal de gemeente weten hoeveel bedrijven er zijn en hoe groot de behoefte is aan bijkomend bedrijventerrein. Vermits de inventarisatiefase nog niet afgesloten is, is het moeilijk te stellen dat het bedrijventerrein tussen Zandrodestraat-Heerstraat daadwerkelijk vergroot zal worden. Kan moeilijk ingeschat worden omdat de inventarisatiefase van de zonevreemde bedrijven en andere knelpunten nog niet is afgerond. De uitbreiding van het bedrijventerrein van de ZandrodestraatHeerstraat is hiervan afhankelijk. Indien de uitbreiding toch gebeurt op de voorgenoemde situatie zal de verkeersdruk hoger worden in de dorpskom, omdat de kortste route naar de E314 en A2 doorheen de kern van Kortenaken loopt.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 42
1.2 VERKEERSPLANNEN EN VERKEERSTUDIES
1.2.1 Categorisering van het wegennet Zie ook Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
1.2.2 Multimodaal model Vlaanderen Nog geen gegevens beschikbaar.
1.2.3 Ongevallenlocatie (Veiligheidsgis) Nog geen gegevens beschikbaar.
1.2.4 Provinciaal Multimodaal Model Vlaams-Brabant In opmaak, geen gegevens bekend.
1.2.5 Provinciaal Mobiliteitsplan Onbestaande.
1.2.6. Verkeersleefbaarheidsplan en bereikbaarheidsplan Hageland maart 1994
Studie opgesteld door Langzaam Verkeer en VZW Opbouwwerk Interleuven. Probleem: 1. de verkeershinder is blijvend (files); 2. subjectieve en objectieve vormen van verkeersonveiligheid en leefbaarheid op lokaal niveau voor diverse groepen; 3. toenemende verkeersdruk op de centra en de toegangswegen: probleem als gevolg van de groei automobiliteit en het ruimtelijk beleid; 4. congestiedreiging Zuid Brabant . Rol weggelegd voor de N.M.B.S. en de Lijn in de mobiliteitsontwikkeling van het Hageland; 5. vervoersarmoede van de toenemende auto-onafhankelijkheid; 6. gewenst toeristisch mobiliteitsprofiel voor het Hageland.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 43
Visie: Het verbeteren van de verkeersveiligheid en het verbeteren van de verkeersleefbaarheid in de gemeente: - het verminderen van het aantal verkeersongevallen en het verbeteren van de afloop van de verkeersongevallen; - het verhogen van het gevoel van veiligheid in het verkeer voor alle verkeersdeelnemers; - het verminderen van de verkeershinder voor omwonenden; - het verminderen van ongewenst verkeer in woonstraten en op landbouwwegen; - het aangenaam en leefbaar maken van straten en pleinen; - het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit van het openbaar domein.
1.2.7 Gemeentelijke Verkeersplannen en studies Studie bewegwijzering Alga Hasselt 1994. Doel is op efficiënte wijze de weggebruikers via de nodige wegwijzers te brengen op hun plaats van bestemming. Het nastreven van eenvormigheid en een globale aanpak om alle mogelijke verwarringen te vermijden, alle complexiteit weg te nemen en de uniformiteit te waarborgen. In de studie wordt een voorstel geformuleerd waar welke bewegwijzering moet komen en welke er dient te verdwijnen.
1.3
ANDERE RELEVANTE PLANNEN EN STUDIES
1.3.1 Gemeentelijk NatuurOntwikkelingsPlan (GNOP) en GHS Na deel 1 GNOP met de hoofdstukken situering, planologische kenmerken, abiotisch kenmerken, landschappelijke situatie, biotische aspecten van het landschap, landschapseenheden is er deel 2: de beleidskeuzen: − het realiseren van een ecologische basiskwaliteit door te voldoen aan de wetten, normen en voorwaarden inzake milieu en natuur; − behoud, bescherming en ontwikkeling van de aanwezige ecologisch en landschappelijke waardevolle gebieden; − versterken van de natuurwaarden in de andere gebieden o.a. via de uitbouw van een ecologisch infrastructuur; − het zelf nemen of ondersteunen van concrete natuurontwikkelingsinitiatieven; − het voeren van een ruimtelijk ordeningsbeleid waarbij de klemtoon ligt op het duurzaam in stand houden van de open ruimte en haar kwaliteiten; − sensibilisering. − van belang voor het mobiliteitsplan is de aandacht voor de holle wegen (liefst niet verharden) en het creëren van een voetwegennetwerk (wandelen) in de gemeente via onderzoek (inventariseren en beheren van openbare wegen, voetwegen en kerkwegen). De Groene Hoofdstructuur (GHS) laat zien op de kaart dat meer dan de helft van het grondgebied Kortenaken ofwel gelegen is in natuurkerngebied (de huidige GEN gebieden) en natuurontwikkelings- en natuurverbindingsgebieden ( de huidige GENO gebieden).
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 44
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
1.3.2. Sociaal economische plannen; strategische plannen Onbestaande.
1.3.3. Toeristische plannen Onbestaande.
pagina 45
NV GEDAS B.I.
1.4
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 46
PROJECTEN IN VOORBEREIDING
1.4.1 Bovenregionale projecten m.b.t. de hoofdstructuur administratie Wegen en Verkeer Op het grondgebied Kortenaken lopen er geen gewestwegen. Het Vlaamse Gewest heeft dus geen investeringen gepland ter aanleg of onderhoud van het wegennet.
1.4.2 Bovengemeentelijke projecten De Lijn •
Installeren twee landelijke bussen in het Hageland (zie ook 2.1.3. visie De Lijn).
1.4.3 Lokale verkeersprojecten in voorbereiding Wegen en publieke ruimte − − − − − − − −
herinrichting Dorpsplein Kortenaken; fietspaden en riolering Hoeledensebaan-Donkelstraat; kruispunt Klipgaardestraat-Halensebaan Waanrode; betondallen Ruekebosstraat-Braamstraat; slijtlaag buurtwegen; slijtlaag Dorpsstraat; onderhoud wegverharding en grondwerken verschillende buurtwegen; aanleg parking zaal Miskom (OCMW).
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 47
2. INZICHT IN DE VISIE VAN DE VERSCHILLENDE ACTOREN
2.1 BELEIDSACTOREN
2.1.1 De gemeente Ruimtelijke ordening De gemeente Kortenaken is gelegen in het buitengebied van het Hageland. Binnen het buitengebied zijn er 4 structurerende stedelijke gebieden gesitueerd: Aarschot, Diest, St. Truiden en Tienen. Kortenaken bevindt zich in het spanningsveld van de 3 structuurondersteunende stedelijke gebieden Tienen, St. Truiden en Diest. De gemeente wil zich dan ook profileren als een buitengebiedgemeente waarbij de kwaliteiten zoals de groengebieden, open gebieden ondersteund worden, ook naar toerisme toe (wandel-en fietstoerisme). De gemeente wenst optimaal de bestaande kernen te versterken, alvorens de woonuitbreidingsgebieden verder aan te snijden. Woonuitbreidingsgebieden aansnijden is op korte termijn niet voorzien. In de gemeente is een beperkte ambachtelijke zone, die de gemeente zou willen uitbreiden. Een nieuwe ontsluiting is niet nodig. De bestaande groengebieden zullen behouden blijven. Openbaar vervoer Het openbaar vervoer moet beter uitgebouwd worden waarbij beter comfort, hogere frequentie en korte verbindingen naar de 3 steden Tienen Diest en St. Truiden gewenst zijn. Vraag van de gemeente om de O.C.M.W’s bereikbaar te houden via de landelijke bussen. Als bv. de bibliotheek naar Waanrode gaat dan is deze niet meer bereikbaar met het o.v.. Idem voor de polyvalente culturele zaal in Waanrode (toneel, sport,…) Fiets-en voetgangers Voor voetgangers en fietsers zijn een aantal probleemzones te onderscheiden. Vaak gaat het hier om het ontbreken van voet-of fietspaden, veilige oversteekplaatsen,...De gemeente wil deze problemen systematisch oplossen en aanpakken. Daarnaast zijn ook bepaalde omgevingen , zoals deze van de scholen en feestzalen, onderhevig aan bepaalde verkeersproblemen (chaotische toestanden, sluipverkeer,...). Deze moeten prioritair ingericht worden in functie van de zwakke weggebruikers. Verkeerswegen De knelpunten die in het mobiliteitsplan naar voren komen zullen systematisch opgelost worden. Sluipverkeer Sluipverkeer wordt niet gesignaleerd. Zwaar verkeer Er dienen reisroutes voor zwaar verkeer aangeduid te worden omwille van de knelpunten voor grote en lange voertuigen in woonstraten van Kortenaken en zijn deelkernen.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 48
De routes doorheen de bebouwde kom dienen met het concept leefbare doortocht heringericht (max. 50 km./uur en minder). Bemerkingen van de gemeente op het RSV: De gemeente is van mening dat het RSV de bevolking een rad voor de ogen wil draaien. Enerzijds stelt het RSV dat niets tot rechten en plichten leidt maar anderzijds stelt het RSV bindende bepalingen op die wel tot rechten en plichten leiden. Het dossier is te ingewikkeld voor niet-ingewijden. Opmerkingen aangaande III.1. Stedelijke gebieden: − de situatie van Landen dient herzien te worden; − In landelijke gemeentes is voornamelijk lintbebouwing aanwezig. Dit wil het RSV afbouwen. Hoe kan men deze beide visies verzoenen? De afbakening van woongebieden en woonuitbreidingsgebieden dient volgens de gemeente te gebeuren binnen de gemeentelijke plannen . De voorgestelde woningdichtheid van 15 wo./ha. is te hoog. In Kortenaken kan de woningdichtheid volgens de gemeente niet meer bedragen dan 8 à 10 woningen per hectare. Opmerkingen aangaande III.2. Buitengebieden: − volgens de gemeente moet men kunnen blijven voldoen aan de woonbehoefte en de exploitatie-en uitbreidingsmogelijkheden van de gevestigde werkgevers. − als inwijking in de kernen van het buitengebied niet meer gestimuleerd mag worden dreigen de kernen te ontvolken. Men vraagt zich af waar er dan nog gebouwd mag worden in het buitengebied. − wat zijn de gevolgen voor de landbouw en de bedrijven gelegen in grote eenheden natuur en grote eenheden natuur in onwikkeling? − de verdeling van woongebieden in Vlaams -Brabant 50%-50%. De gemeente stelt voor 70%-30%. − de afbakening van de bedrijventerreinen is volgens de gemeente enkel maar de bevoegdheid van de gemeenteraad. − de gemeente is van mening dat het opvullen van de linten mogelijk moet blijven. Het zijn immers uitgeruste wegen. − Volgens het RSV worden paden en routes met elkaar verbonden als een samenhangend toeristisch-recreatief product. De gemeente vindt dat er voorwaarden aan gekoppeld dienen te worden zoals: er moet rekening worden gehouden de perceelgrootte, de onkosten moeten gedragen worden door provincie of Vlaams gewest, een vergoeding voor de eigenaar. Opmerkingen aangaande III.3. Economische activiteiten: − de selectie van de economische knooppunten is onvoldoende gerelateerd naar de bestaande ruimtelijke situatie (bv. Landen) Opmerkingen aangaande III.4. Lijninfrastructuur: − de gemeente krijgt geen enkele garantie dat de N.M.B.S. de weerhouden spoortrajecten daadwerkelijk uitvoert. Hetzelfde geldt voor de versterking van de alternatieven voor het autoverkeer. Dit vergt heel wat meer dan het reserveren van trajecten. Er moet ingespeeld worden op het verhogen van de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer: prijzen abonnementen en tickets, aansluitingsmogelijkheden werktijden, ontsluiten industrieterreinen, landelijke
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 49
gebieden en gemeenten in het buitengbied, het stimuleren van bedrijfsvervoerplannen,... − Gewestelijk expressnet voor Brussel. Binnen de aanleg van een voorstedelijk vervoersnet dient de aanleg van en interstedelijk metro-net voorzien te worden.
2.1.2 Vlaams Gewest
1. AWV Er loopt een tamelijk belangrijke verbindingsweg over een gedeelte van het grondgebied nl. de N29 Tienen-Bekkevoort. Bij het opstellen van het provinciaal ruimtelijk structuurplan zal er in het kader van de wegencategorisering dienen rekening gehouden te worden met dit feit. Het ware wellicht aangewezen dat deze weg in het secundaire wegennet6 opgenomen wordt. 2. AROHM De principes uit het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen worden overgenomen (zie hoger).
2.1.3 De Lijn Kortenaken is onderdeel van de beleidsvisie van het Hageland. Doel is een vereenvoudigde netstructuur met een klokvaste basisfrequentie op de hoofdassen, aangevuld met functioneel vervoer in de spitsuren voor scholieren en werknemers. Het Hageland wordt nu bediend door de lijn 22a: Tienen-Diest/St.-Truiden. De huidige structuur bestaat uit een stamlijn Tienen-Budingen-Diest, de stamlijn Budingen-St-Truiden en de stamlijn Neerlinter-Halen. Deze twee stamlijnen hebben een klokvaste uurfrequentie en staan onderling met elkaar in aansluiting. In de spitsuren worden deze stamlijnen aangevuld met functioneel vervoer voor scholieren en werknemers. Omdat de N.M.B.S. vanaf 24 mei haar nieuwe IC-IR plan in voege stelt, zal De Lijn zijn dienstregeling hieraan aanpassen. In Tienen wordt aansluiting voorzien met de treinen van en naar Leuven en Brussel. In Diest is er aansluiting op de treinen van en naar Brussel, Hasselt en Antwerpen. De frequentie van de ritten wordt tijdens de spitsuren opgedreven met meer rechtstreekse ritten naar Tienen. Trajecten in dalperiode waar De Lijn geringe belangstelling vaststelt worden afgeschaft. Vanaf 24 mei zal het Hageland bediend worden door de stamlijn Tienen-Budingen-Diest (lijn 22) en de stamlijn Budingen -St.-Truiden (lijn 23). Deze twee stamlijnen staan onderling met 6
secundaire weg RSV: de inrichting wordt bepaald door de verbindingsfunctie op bovenlokaal en lokaal niveau en de eisen vanuit het gebruik als toegangsverlenende weg voor aanpalende bestemmingen en de deze vanuit de leefbaarheid en de ruimtelijke inpassing. De uitvoering is in het algemeen die van een weg met gemengde verkeersafwikkeling met doortochtenconcept in de bebouwde kom en ontwerp-snelheid 50 km./uur of minder. Buiten de bebouwde kom inrichtingsprincipe van een gescheiden verkeersafwikkeling. De selectie als secundaire weg betekent geen vrijgeleide om een weg te veranderen in een straat met lintbebouwing,waar dit nog niet zou zijn. pg.194 RSV
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 50
elkaar in aansluiting te Budingen en rijden met klokvaste uurfrequentie. Tijdens de spitsuren worden de frequentie van deze twee stamlijnen opgedreven tot een halfuurfrequentie. Verder worden deze stamlijnen tijdens de spits aangevuld met functioneel vervoer voor scholieren en werknemers. Zo zal de lijn 24 de mensen rechtstreeks vanuit Kortenaken via Ransberg en Neerlinter naar Tienen vervoeren en zal de lijn 25 rechtstreeks vanuit Zoutleeuw via HelenBos , Melkwezer, Wommersom en Oplinter naar Tienen rijden. Op dinsdag, marktdag Tienen zullen er rechtstreekse ritten zijn naar Tienen vanuit Kortenaken en Zoutleeuw. Extra is het voorzien van vervoer voor de werknemers van het industriegebied van Tienen. In de dalperiode is er geen bediening meer van Ransberg, Heide, Wommersom, Melkwezer en Helen-Bos. In kader van de bijakte 9 zullen er twee landelijke bussen komen. De woonkernen die in de dalperiode niet door de stamlijnen bediend worden, worden door de landelijke bussen bediend. De eerste landelijke bus rijdt tussen Budingen, Ransberg, Hoeleden en Kortenaken en zal in Budingen aansluiting geven met de stamlijn 22 van en naar Tienen. De tweede landelijke bus rijdt tussen Overhespen, Wommersom, Melkwezer, Zoutleeuw en Budingen en zal in Overhespen aansluiting geven met de lijn 13 (Tienen-St.-Truiden) naar Tienen en St.-Truiden. Tevens zullen deze twee landelijke bussen met elkaar in aansluiting staan te Budingen zodat er een uitgebreide lokale verplaatsing mogelijk is. Tijdens de spitsuren zullen er rechtstreeks bussen zijn van en naar St.-Truiden en Tienen en mits overstap naar Diest met een halfuurfrequentie. In de daluren zullen er rechtstreekse bussen zijn naar St.-Truiden mits overstap naar Tienen en Diest met een uurfrequentie. Op vlak van doorstroming stellen er zich momenteel geen specifieke problemen op het grondgebied van Kortenaken. Er dient speciale aandacht besteed te worden aan de halte-accommodatie om de reizigers op een veilige en comfortabele manier hun vertrek te laten afwachten. De uitbouw van de halte-infrastructuur kadert in de bijakte 15 van de mobiliteitsconvenant.
NV GEDAS B.I.
2.2
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 51
BELANGENACTOREN
2.2.1 Visie H.E.S.O.C. Streekplatform Hageland De visie van het streekplatform is een regionale visie van belang voor de gemeente Kortenaken als deel van het Hageland. Het HESOC Streekplatform heeft in kader van het streekbeleid Hageland themawerkgroepen rond “openbaar vervoer” en rond wegeninfrastructuur en ontsluiting van de regio “nagegaan welke mobiliteitsopties, rechtstreeks of onrechtstreeks een economisch implicatoreffect kunnen hebben voor de verdere ontwikkeling van de regio. Zwakke punten: • •
•
• • • • •
de slechte externe verbindingsmogelijkheden richting Mechelen-Antwerpen en richting Antwerpse Kempen (Geel/Turnhout); de gebrekkige interne noord-zuidverbinding (de ontsluitingsaders E314 (A2) en E40) moeten goed bereikbaar zijn. Vanuit de kerngemeenten van het Hageland betekent dit noord-zuid verplaatsingen die gebeuren via secundaire wegen (toenemende verkeersdruk en verkeershinder in dorpskernen) bepaalde dwarsverbindingen zijn aan verbetering toe o.m. Landen-Zoutleeuw-Geetbets-Diest en Aarschot-Betekom-Werchter-Haacht; het aanbod openbaar vervoer dat vooral in de daluren niet beantwoordt aan de vraag naar een basismobiliteit voor alle doelgroepen, vnl. in de kerngemeenten (in de daluren is vooral voor de centraal en oostelijk gelegen gemeenten van het Hageland, die deel uitmaken van de ruit Diest-Tienen-Landen-St. Truiden de bereikbaarheid onvoldoende verzekerd; zwakke tewerkstellingsbasis dwingt tot pendelen (ruim 14 % van de Hagelandse pendelaars wonen op meer dan 50 km. van het werkplaats); verkeersontsluiting van de bedrijventerreinen: industriezone Roosveld te Landen, de ambachtelijk zones van Kortenaken, Tremelo, Diest-Molenstede zij problematisch waardoor de centra als gevolg van het transportverkeer zwaar belast worden; er moet gezocht worden naar de doortrekking van de E314 vanuit Rotselaar richting Weerde (ook te onderzoeken verbeteringen inzake o.v. bv. spoorverbinding); spoorontsluiting: reizigers die vanuit de regio Aarschot-Diest de richting Brussel willen pendelen hebben een treinstop in Leuven met tijdverlies; de gewestwegen zijn niet aangepast om voldoende verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid op lokaal niveau te kunnen garanderen voor diverse groepen van weggebruikers (onvoldoende voorzieningen voor voetgangers en fietsers/ onveiligheid van doortochten / het transportverkeer, de pendelaars en openbaar vervoer krijgen geen garantie voor efficiënt gebruik van de gewestwegen.
Doelstellingen: •
•
het verbeteren van de mobiliteitsmogelijkheden en het optimaliseren van de ontsluiting en de toegankelijkheid van het Hageland door een doelgerichte en selectieve uitbouw van de diverse vervoersmodi, waarbij max. wordt rekening gehouden met de behoeften van de zwakke weggebruikers, zijn voor de streekontwikkeling van prioritair belang; het mobiliteitsbeleid moet erop gericht zijn de bereikbaarheid van de verschillende economische tewerkstellingspolen en handelscentra gelegen zowel in als buiten de regio
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 52
optimaal te garanderen; basismobiliteit voor alle doelgroepen; verbetering van de ontsluiting van bepaalde bedrijventerreinen; aandacht voor de uitbouw van de Hagelandse IC/IR –stations; de verbetering van de externe ontsluiting noordwaarts.
• • • •
In het mobiliteitscharter worden een 7-tal strategische aandachtspunten-hefboomacties rond mobiliteitsknelpunten voor het Hageland naar voren geschoven: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
streekconvenant aanvullend openbaar streekbusvervoer (zie ook De Lijn); verfraaiing en uitbouw van de stationsomgeving te Landen; realisatie spoorbocht L35/L36 te Leuven; omleidingsweg stad Landen; afwerking Oostelijke Ring rond Aarschot (R25); verbetering ontsluiting industriezone Diest-Molenstede; verbetering verbinding Leuven-Mechelen (N26).
2.2.2. Visie bewoners • Ruimtelijke ordening: − nieuwe woonwijken Dorpsplein-Diestsestraat en langs de Molenberg serviceflats. − langs gemeentehuis parking aanbrengen met groen en zitgelegenheid en fiets-en voetgangersrelatie Schoolstraat gemeentehuis realiseren. − speelterrein aanleggen langs Hoekstraat en Kleinveld. • Verkeer: − verkeer dat van Molenberg komt (begraafplaats) enkel laten uitrijden langs de richting huis Dellebron. Spiegel en bewegwijzering plaatsen. • Hoge snelheid: − Dorpsstraat Ransberg: zwaar verkeer en auto te hoge snelheid. Aanleggen verkeersdrempels en 2 snelheidscontroles per maand. − Baaistraat. Door het installeren van een bebouwde kom rond Ransberg door de plaatsing van verkeersborden F1 en F3 (begin en einde bebouwde kom). Indien dit niet kan de verkeersborden C43 plaatsen (vermelding maximumsnelheid 50 km./uur) Dorpsstraat-voorbij het kruispunt van de Bredestraat gezien vanuit de richting Linter Kapelstraat Gelbergenstraat Strostraat Rectorijstraat Welvaartstraat Plugestraat Oudestraat Panisbornestraat Baaistraat- even voorbij het kruispunt met de Heerstraat
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 53
• Fietspaden: − fiets-en voetpaden zijn onrein. − voetpad op de juiste plaats aanbrengen zodat men meer zichtbaarheid heeft. • Openbaar vervoer: − openbaar vervoer tijdens schooluren rechtstreeks naar Zoutleeuw. • Kruispunten: − Diestsestraat-Heidestraat veiliger maken; − kruispunt Dorpsstraat-richting Budingen. • Verlichting: − Kortenaken richting Loksbergen verlichting aanbrengen 300 m. brug over de Velp. • Parkeren: − Tiensestraat: beurtelings parkeren, weg versmallen aan de school met bloembakken i.p.v. verhoogd wegdek; − er mogen geen vrachtwagens staan op parkeerplaatsen auto’s. Aan het kerkhof Molenberg is er ruimte voor vrachtwagens. • Schoolomgeving: − schoolpoort veiliger maken door plaatsing afsluiting; − Schoolstraat naast de weg (niet meer op de weg) parkeerstrook maken voor leerkrachten en andersvaliden en mensen met kleine kinderen; − laden en lossen verbieden in schoolomgeving; − fout parkeren van de auto’s school Ransberg. • Sensibilisering: − waarschuwingsborden plaatsen met als tekst “Snelheidscontrole” of “te snel is betalen”.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 54
2.2.3. Visie van de gepensioneerden • Hoge snelheid: − Tienen-Diest: opvoeren snelheidscontrole, signalisatie aanbrengen; − wielertoeristen moeten verkeersreglement naleven. • Fietspaden: − onduidelijkheid wat is fietspad en wat is voetpad? − auto’s en moto’s parkeren op de voetpaden. Verbod opleggen; − slechte toestand van de fietspaden. Reinigen , herstellen, signalisatie, hagen naast fietspaden inkorten. • Voetpaden: − voetpad tussen Dorpsplein: tussen de kerk en de Hoekstraat is onbegaanbaar; − noodzakelijk toezicht op de herstelling van voet-en fietspaden na werken door PBE of Belgacom (bv. ter hoogte van elektriciteitskastje); − vanaf kruispunt tot aan de Schoolstraat, kant gemeentehuis is er geen fiets-of voetpad omdat de auto’s op de fiets-en voetpaden staan. • Parkeren: − conflict parkeren voetgangers en fietsers in de Tiensestraat ( concentratie winkels drie banken, apotheek, ziekenfonds en er is geen parkeermogelijkheid binnen een straal van 50 m.). Hetzelfde geldt voor frituur “FRIET-UURTJE” Dorpsplein. • Fietspaden: − de nieuwe fietspaden in de Tiense-en Diestsestraat dienende nodige borden “verplicht gebruik van het fietspad” te krijgen want nu rijden de meeste fietsers op de rijbaan (vooral wielertoeristen). • Schoolomgeving: − overdreven snelheid: drempels voorzien; − parkeerproblemen Schoolstraat Kortenaken (ook met zwaar verkeer) en school in Waanrode: parkeergelegenheid voorzien. In Kortenaken is er ruim perceel eigendom van de gemeente dat gelegen is tussen de Schoolstraat en het gemeentehuis om in te richten als parking. De ouders moeten verplicht worden hun kinderen daar af te halen en te brengen. • Openbaar vervoer: − bestemming en aantal bussen is ontoereikend. Vraag naar betere verbinding tussen de verschillende deelgemeenten. Ook publieke gebouwen (gemeentehuis, post, bib,...) moeten bereikbaar zijn met het o.v.; − meer opstapplaatsen en bushokjes. • Verkeerswegen: − Klipgaardestraat, Vruente, Blijstraat in slechte staat en zonder fietspaden en voetpaden; − reinheid en onderhoud van de wegen is o.k.; − slechte zichtbaarheid en overdreven snelheid kruispunt Halensebaan-Klipgaardestraat;
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 55
− kruispunt Dorp: planten in bakken belemmeren zicht. Vervangen door laaggroeiende planten. • Overige: − infoborden gemeente niet voor iedereen bereikbaar; − herinrichting Dorpsplein is dringend (aanleg vier verkeersdrempels op de invalswegen, verwijdering van de kerkhofmuur).
2.2.4 Visie van ziekenzorg Waanrode • Voetpaden en fietspaden: − aanleg van tweede fietspad langs de Halensebaan tot aan het kruispunt met de Klipgaardestraat; − onveiligheidsgevoel is groot op die wegen waar er geen fiets-of voetpaden zijn. • Schoolomgeving: − aanleggen van drempels. • Openbaar vervoer: − betere aansluiting met het treinverkeer. Voor Waanrode meerdere bussen en op andere uren. • Verkeer: − gevaarlijk kruispunt Klipgaardestraat Halensebaan.
2.2.5 Visie van de jeugddienst • Fietspaden: − er is behoefte aan meer fietspaden. • Veiligheid: − veiligheid rond dorpskernen te verhogen door aanleg rotondes. • Schoolomgevingen: − verkeersdrempels aan scholen.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 56
2.2.6. Visie van de basisschool Waanrode • Ruimtelijke ordening: − verfraaiing en veiliger maken dorpskernen bv. Kortenaken (muur kerkhof, parkeerplaatsen) Waanrode (kerkhofmuur, kerktoren); − elektriciteits- en T.V. distributie ondergronds leggen in alle centra van alle deelgemeenten. • Verkeer − duidelijke en correcte verkeerssignalisatie voor alle weggebruikers, verkeersbord en wegmarkeringen; − bewegwijzeringsplan: wegwijzers aangeven van alle namen deelgemeentes. • Hoge snelheid: − opvoeren snelheidscontroles + sensibilisering borden plaatsen “te snel rijden is betalen”; − rotondes of verhoogde (snelheidsremmende maatregelen) op kruispunten belangrijkste intergemeentelijke routes (zie kaart voorstellen belangenactoren). • Fietspaden: − onduidelijkheid over wat is fietspad en wat is voetpad? − verder afwerken en ook fietspaden voorzien aan de buitenkant van de wegen met niveauverschil tussen rijbaan en fietspad; − restauratie en onderhoud kerkwegen en deze op bepaalde plaatsen bereikbaar maken voor fietsers (bv. Waanrode tussen Halensebaan-Boterbergstraat); − er is behoefte aan meer fietspaden langs wegen van groot verkeer; Klipgaardestraat, Grote Vruente, Blijstraat, Krawantenstaat, Kortenaken centrum, richting Geetbets en Halensebaan tot aan kruispunt Klipgaardestraat. • Schoolomgevingen: − verkeersdrempels aan scholen en regelmatige aanwezigheid politieagent; − het parkeerreglement opnemen in het algemeen verkeersplan met politie en rijkswacht bespreken. • Openbaar vervoer: − ‘s morgens en ‘s avonds meer bussen naar de grote steden (Leuven, Tienen, Diest,St. Truiden) rekening houdend met de begin-en einduren van de scholen; − bedrijven promoten openbaar vervoer binnen de verschillende deelgemeentes en andere omliggende gemeentes (postkantoor Geetbets); − belbus gratis? • Overige: − promoten en helpen organiseren van carpooling in Groot-Kortenaken naar de 4 grote steden (4 personen in één wagen) via gemeentelijk infoblad; − verbeteren afwatering (ijzelvorming bv. Halensebaan); − preventie acties: reflectoren voor joggers voetgangers fietsers. Politiecontrole verlichting fietsers.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 57
2.2.7 Visie van het oudercomité vrije basisschool Kortenaken • Schoolomgevingen: − tussen schoolpoort Tiensestraat en het dorpskruispunt moeten kinderen onder begeleiding veilig de kinderopvang kunnen bereiken. Stoep is nu in slechte staat; − tussen gemeentehuis en Schoolstraat is heraanleg stoepen noodzakelijk Parkeerverbod instellen. Voorzien van drempels; − plaatsen van metalen buizen (sluis) aan de schoolpoort Tiensestraat. • Fietspaden: − aanleggen fietspaden ( verhoogd en met witte boord) en bestaande beter onderhouden.
2.2.8. Visie van de culturele dorpsraad Waanrode Algemene visie: geïntegreerde aanpak van de verkeersleefbaarheid en -veiligheid en de mobiliteit. • Voet -en fietspaden: − aanleg tweede fietspad langs de Halensebaan en de uitvoering van de verdere verbinding tot aan het kruispunt met de Klipgaardestraat; − aanleg van een fietspad in de Halensebaan van aan het kruispunt met de oude Diestsestraat tot aan de grens met Assent; − verduidelijking van de bestemming van de paden langs de Oude Diestsestraat en de Halensebaan: zijn het fietspaden of voetpaden? − wederinvoering van de fietspaden langs de Klipgaardestraat, de Grote Vruente en de Blijstraat met inbegrip van herstel ervan en het onkruidvrij houden ervan; − snelheidsremmers in de Oude Diestsestraat ter hoogte van de school; − snelheidsremmers in de Boterbergstraat, de Overstraat en de Halensebaan; − plaatsen van fietsenrek op het dorpsplein zodat er geen fietsen meer tegen de kerkhofmuur worden geplaatst waardoor het voetpad vrijkomt; − het A23 bord (opgepast kinderen) aan de school, richting Halensebaan is helemaal verbleekt. Aan de andere zijde ontbreekt het. • Verkeer: − de doodlopende straten Parelstraat en Steenbergstraat worden niet aangeduid met verkeersbord F45; − gevaarlijke bocht Oude Tiensestraat is niet gemeld door bord A1; − op kruispunt Overstraat- Schipbroekstraat zijn de wegwijzers onleesbaar; − zichtbaarheid kruispunt Halensebaan-Klipgaardestraat vanuit Halen is zeer beperkt; − Op het Dorp is “voorrang van rechts”-regel. Deze wordt enkel aangeduid met een B17 bord in de Overstraat. − De zijstraat Blijstraat (Teskensstraat in de volksmond) heeft geen voorrangssignalisatie aan de aansluiting met de Overstraat); − bord busstopplaats aan het kruispunt Oude Tiensestraat Klipgaardestraat belemmmerd zicht op verkeersbord B1. Busstopplaats moet verplaatst worden; − plaatsen van een verkeersspiegel t.h.v. de zijstraat Klipgaardestraat huisnr. 39;
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 58
− inhaalverbod in de Klipgaardestraat in de bocht aan de inrit van het grafelijk domein; − het voorrangsbord B1 op de Oude Diestsestraat aan het kruispunt met de Halensebaan is helemaal verbleekt. • Overige: − snelheidscontroles en naleving verkeersreglement − inlassen van een verkeersrubriek voor alle weggebruikers in het gemeentelijk infoblad
2.2.9. Visie politiediensten (rijkswacht en gemeentepolitie) • Algemeen: Op middellange termijn bestaat er geen nood tot uitbreiding van het huidig gemeentelijk wegennet, wel een verderzetting tot aanpassing en verbetering van bestaande toestanden. Zorgen voor een functionele openbare verlichting en reinheid in het algemeen, betekent een vermindering van het subjectief onveiligheidsgevoel. Het opnieuw aantrekkelijk maken van het openbaar vervoer inzake prijs, service en het inpassen van deze diensten in het intern vervoer kan een positieve bijdrage betekenen tot ontlasting van het plaatselijk vervoer. • Fiets-en voetpaden: Teneinde tegemoet te kunnen komen aan de groeiende vraag van het recreatief gebruik van de openbare wegen, in het bijzonder dat van de fietser en de wandelaar, is een verdere uitbouw van het fietspadennet en dat van de wandelwegen aangewezen waarbij de bestaande servitudewegen kunnen worden ingeschakeld. Verder moet het fiets-en wandelverkeer attractief worden gemaakt opdat het kan participeren in het intern verkeer tussen de verschillende dorpskernen onderling door bv. te voorzien in rustplaatsen en banken, overdekte fietsstallingen, bewegwijzerde en degelijke fiets-en wandelroutes uitsluitend voorbehouden aan deze groep weggebruikers. • Verkeer: Beheersing van de snelheid door middel van herinrichting van de wegeninfrastructuur en actieve controle op de naleving van de snelheidsbeperkingen dringen zich op. Verkeersvrij maken van dorpskernen is niet haalbaar, doch een uitbreiding en een opsplitsing van parkeerfaciliteiten is een alternatief. Een eenvormige snelheidsbeperking van 70 km./uur over het ganse grondgebied met uitzondering van de bebouwde kommen is grotendeels haalbaar.
2.3 CONFRONTATIE VAN DE VERSCHILLENDE VISIES • Er is een tegenstelling in de visie van de Lijn en de andere belangenactoren. De Lijn wenst onrendabele lijnen af te schaffen terwijl de andere belangenactoren een beter (goedkoper) openbaar vervoer vragen met een hoger comfort. • Opvallend is de visie van de diverse belangenactoren betreffende fiets-en voetpaden: iedereen wenst hier duidelijkheid over en een verbetering van het fietspadennet. • Opvallend is de tegenstelling van de gemeente en het Vlaams Gewest. De reacties van de gemeente op het ontwerp RSV bevestigen dit bv. Kortenaken wenst een dichtheid van 8 tot
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 59
10 wo./ha. en niet 15. De gemeente is het niet eens met de stelling dat de lintbebouwing afgebouwd moet worden (het zijn allemaal uitgeruste wegen),…
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 60
NV GEDAS B.I.
pagina 61
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
3. PROBLEEMSTELLING
Een overzicht van de belangrijkste te situeren problemen is terug te vinden op bijgevoegde “knelpuntenkaart” belangenactoren. Bestaande problemen
Tendenzen
Lintbebouwing Barrieres
• wonen<->snel verkeer o.a. N29 Diest Tienen en andere lange linten (voornamelijk verbindingswegen tussen de kernen)
• RSV stelt kernverdichting voor
Sociaal economisch
•
Aantasting publieke ruimte
• dorpscentra. Huidige inrichting niet gerelateerd aan verblijfsfunctie dorpskern.
• meer en meer Leuvenaars en omgeving komen in Kortenaken wonen. Stijging bouwprijzen. Nog meer pendelverkeer naar Brussel en Leuven. • Gemeentes willen zich meer en meer profileren. Weinig budgetten publieke ruimte in te richten.
Ruimtelijke problemen
immigratie niet-Kortenakers in de deelkernen → veel pendelverkeer
Verkeer Wegeninfrastructuur en autoverkeer
• onduidelijke wegenstructuur. Geen herkenbare profilering gekoppeld aan wegenhiërarchie. • verkeersveiligheid op de kruispunten en de wegvakken met hoge ongevallenconcentraties • conflict zwakke weggebruiker-
• stijging autoverkeer
NV GEDAS B.I.
Bestaande problemen
• • • • •
Openbaar vervoer
• • • • • •
Fietsverkeer
Zwaar verkeer
pagina 62
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
oversteekbaarheid schoolomgevingen. Er wordt niet streng genoeg opgetreden foutparkeerders aan scholen. te hoge snelheid in bebouwde kom verkeersbord bebouwde kom te kleine radiaal voorrang van rechts in bebouwde kom niet voldoende duidelijk. ontbreken van uitgewerkt fietsroutenetwerk ongevallen - slechte zichtbaarheid bepaalde kruispunten slechte verlichting aanbod onvoldoende o.v. in minder bevolkte gebieden ingewikkelde uurtabellen ligging haltes voor de schoolpoorten busaccommodatie verouderd te duur omwille van lange trajecten
Tendenzen
• De Lijn bouwt onrendabele lijnen af,maar investeert in alternatieven, landelijke bussen met betere aansluiting van de Lijn op het spoor. Visie de Lijn: vereenvoudigde en doorzichtige netstructuur met klokvaste basisfrequentie • de vrije tijd stijgt: recreatief fietsen stijgt
• ontbrekende schakels in fietsnetwerk (recreatief) • toestand bepaalde fietspaden slechte toestand (bv. in bietenseizoen modder) • aansluiting op buurgemeenten is nog onvoldoende • conflict diverse vervoerswijze op de fietspaden (landbouwvoertuigen (te zwaar maken fietspaden stuk), fietsers (recreatieve-wielertoeristen), paardrijders) • N29 wordt door vrachtwagens als • stijging zwaar verkeer verkorte route tussen A2-E40 gebruikt
NV GEDAS B.I.
Bestaande problemen Parkeren
Voetgangers
pagina 63
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
• schoolomgeving conflict geparkeerde auto’s • in de schoolomgeving tijdens de begin-einduren • park + walk looproutes (comfort, breedte, continuïteit • onduidelijkheid over wat zijn de voetpaden en wat zijn de fietspaden ?
Tendenzen
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 64
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
4. DEFINIËRING VAN HET VERDER ONDERZOEK
4.1 BESTAAND ONDERZOEK Geen.
pagina 65
NV GEDAS B.I.
pagina 66
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
4.2 NIEUW ONDERZOEK Samenvattend Schema Thema
onderzoeksvraag
benodigde gegevens/methodiek bestaand of in uitvoering nog actueel?
nieuw onderzoek
A1. Bestaande ruimtelijke structuur • wat zijn de mobiliteitseffecten bij een ongewijzigd ruimtelijk ordeningsbeleid-trendscenario (linten,...)? • wegenhiërarchie • schoolomgevingen
• basiskaartmateriaal digitaal 1.10.000 is • aanmaak basiskaarten kleinere schaal aanwezig. De schaal is te groot voor als 1.10.000 gedetailleerde analyse • inventarisatie profiel, omgevingskenmerken, snelheidsregime, voorrangswegen, herinrichtingen en functies van belangrijke wegen (opstellen wegenhiërarchie met inrichtingsprincipes) • punctueel onderzoek per schoolomgeving is nodig via onderzoek ter plaatse.
• Kortenaken kiest voor een zorgzame ruimtelijk ordening. Grootschalige projecten zullen niet aan de orde komen. Dit betekent wel een op monumenten en landschappen gericht beleid. Wat zijn de mobiliteitseffecten van dit zorgzame beleid?
• niet aanwezig
A2. Geplande ruimtelijke projecten • onderzoek naar zorgzame vervoersmiddelen? men denkt hierbij vooral aan voetgangers, langzaam verkeersnetwerken/routes, openbaar vervoer en fietsers. • onderzoek naar de mogelijkheden van de servitudewegen Inventarisatie toestand servitudewegen. Integratie in fiets-en wandelwegennetwerk. • Een intergemeentelijk mobiliteitsplan Zoutleeuw, Linter en Kortenaken is niet enkel interessant naar de
NV GEDAS B.I.
pagina 67
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
Thema
onderzoeksvraag
benodigde gegevens/methodiek bestaand of in uitvoering nog actueel?
nieuw onderzoek lijnvoering van de Lijn maar zou moeten opengetrokken worden naar grensoverschrijdende fietsroutes, carpooling recreatieve netwerken, ruimtelijke ordening (het Hageland). Welk is hiervoor het geëigende middel? Opstellen streekvisie (zie ook ruimtelijk provinciaal structuurplan)
B1. Bestaande verkeerstructuur Algemeen
Is het mogelijk het pendelverkeer woonwerkverkeer te beperken?
• niet aanwezig
Hoe is het met de verkeersveiligheid • studie bewegwijzering Alga 1994 gekoppeld aan de inrichting van de wegen ?
Verplaatsingsgedrag verkeersdeelnemer?
• niet aanwezig
• onderzoek woon-werkverkeer/ herkomst-bestemming en onderzoek. Zijn er bedrijven waar veel inwoners van Kortenaken werken en hebben deze bedrijven een bedrijfsvervoersplan? • updaten van de verkeersintensiteiten (auto, vracht, fietsverkeer) • updaten onderzoek snelheidsregimes • ongevalleninventarisatie updaten (bijkomend onderzoek naar de omstandigheden van de ongevallen van de laatste 3 jaren • wegenhiërarchie • inventaris opstellen van bestaande verkeersremmers, toestand van de wegen , breedtes gekoppeld aan wegenhiërarchie • inventaris opstellen van wegen die vrij van obstakels gehouden moeten worden inzake uitzonderlijke transporten • hoe verplaatst een Kortenakenaar zich naar de stedelijke voorzieningen
NV GEDAS B.I.
pagina 68
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
Thema
onderzoeksvraag
benodigde gegevens/methodiek bestaand of in uitvoering nog actueel?
functioneren voetpaden?
• niet aanwezig
functioneren fietsroutes?
• niet aanwezig
openbaar vervoer
functioneren o.v.?
• niet aanwezig
autoverkeer
functioneren autoverkeer?
• niet aanwezig
zwaar vervoer
functioneren zwaar verkeer?
• niet aanwezig
B2 Geplande verkeerstructuur Algemeen
geen geplande werken
voetgangers
fietsers
nieuw onderzoek (ziekenhuisbezoek, kantoren, shopping centra, markten, stations...) • onderzoek naar voetgangersnetwerken en de eventuele hiaten opsporen (recreatief, school, voorzieningen). • het opnemen van landbouwwegen (bv. afsluiten voor auto’s) in het verkeer als fietsroutes onderzoeken • waar liggen de schoolroutes en hoe (on)veilig ,continu, comfort breedte, vrijliggend ,...zijn ze • onderzoek naar het huidige patroon van de haltes, de bediening en het gebruikspatroon van de bussen van de Lijn • evaluatie landelijke bussen. • wat is het gevolg indien N29 secundaire weg wordt. Tellingen (voornamelijk aandeel zwaar verkeer) zijn nodig. • evaluatie van route vrachtwagens en anders via onderzoek mogelijkerwijze bijsturen • bijkomend onderzoek op maat van de schoolomgevingen-schoolroutes (waar liggen de toegangen, routes, d.m.v. interviews met bevoorrechte getuigen of een schoolenquête kan naar de specifieke knelpunten in de schoolomgeving en de schoolroute gepeild worden)
NV GEDAS B.I.
pagina 69
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
Thema
onderzoeksvraag
benodigde gegevens/methodiek bestaand of in uitvoering nog actueel?
voetgangers
geen geplande werken
fietsers
geen geplande werken
openbaar vervoer
installeren landelijke bussen vanaf 24.05.1998
autoverkeer
geen geplande werken
zwaar vervoer
geen geplande werken
nieuw onderzoek • updaten van de verkeersintensiteiten (auto, vracht, fietsverkeer,) komt de functie van de weg overeen met het gebruik ervan? • ongevalanalyse • locatiebeleid naar bereikbaarheidsprofiel. • toeristisch verkeer wandelaars, bezoekers. Zijn de voetpaden voldoende breed voor kinderwagens, gehandicapten,... • fietsroutenetwerk (recreatief en functioneel) • evaluatie van de landelijke bussen zodat het misschien nodig is andere tracés of andere haltes te onderzoeken (via steekproef, enquête passagiers;..) • ongevallenanalyse • mobiliteitseffecten inschatten van nieuwe ontwikkelingen • onderzoek naar lokatie, capaciteit, bezetting en regime van parkings. • vrachtwagenroute – parkeerzone vrachtwagens (wat is de gewenste verkeersstrucctuur voor dit verkeer? wat is de behoefte? waar in te planten? hoe omkaderen?).
C. Ondersteunende maatregelen • aanvullende maatregelen • informatie belangenactoren
• onderzoek naar de mogelijkheden om de pendelaars meer thuis te laten werken en geen woonwerkverplaatsing meer behoeven. • sensibilisering carpooling (woon-werk
NV GEDAS B.I.
pagina 70
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
Thema
onderzoeksvraag
benodigde gegevens/methodiek bestaand of in uitvoering nog actueel?
nieuw onderzoek en woon-schoolverkeer) bv. in infoblad. • plaatsen borden te snel=betalen.
D. Samenhang tussen A-B-C • toetsing aan de ruimtelijke plannen (vooral provinciaal structuurplan hoe gebeurt de afbakening stedelijke gebieden en hoe wordt de functie van de wegen hieraan gekoppeld ?)
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 71
5. SCENARIO’S
Als aanzet voor de tweede fase van het mobiliteitsplan zal er nu reeds gedacht worden aan welke scenario’s het best voor de gemeente Kortenaken te gebruiken zijn. Kortenaken is een kleine landelijke gemeente. In die zin is het van belang ook na te denken over de plaats van Kortenaken in het groter geheel van de regio. De eerste twee scenario’s gaan in op de gemeente Kortenaken gelegen binnen een regio. Het laatste scenario is vooral vanuit de bril van Kortenaken zelf bekeken. Vervolgens zullen een aantal onderzoeksvragen bij de verschilende scenario’s gesteld worden. Onderzoek voor de eerste twee scenario’s dat niet enkel voor de gemeente gevoerd wordt maar breder/ regionaal is. De tweede fase van het mobiliteitsplan anticipeert hierop door fase 2 en 3 integraal op te stellen met de gemeentes Linter en Zoutleeuw. De volgende beleidsscenario’s zouden onderzocht kunnen worden: Scenario 1: “Kortenaken, wonen in het dorp Kortenaken en werken in de metropool.” Een trendscenario, waarbij er maatregelen komen die de knelpunten ‘on the spot’ oplossen (bv. herinrichting schoolomgevingen, gevaarlijke kruispunten en andere ongevallenlocaties aanpakken,...). Het verder uitbouwen van woonwijken rond O.V. haltes van o.a.de landelijke bus. De woongebieden uitbreiden ten gunste van de pendelaars van en naar de werkgelegenheidspolen (Brussel / Leuven). Verkeersveiligheid-leefbaarheid en bereikbaarheid blijven essentieel. Onderzoeksvraag: Onderzoek naar interregionaal openbaar vervoer (zie ook landelijke bussen) en naar interregionale fietsroutes (niet enkel recreatief maar ook doorgaande fietsroutes naar regionale centra). Onderzoek naar mogelijke pendel. Scenario 2: “Kortenaken, open en landelijk”. trendbreukscenario De gemeente Kortenaken profileert zich als een open en landelijke (woon)gebied waarbij de doelstellingen RSV gevolgd worden en centraal staan met o.a. de afbouw van de woonlinten. Dit betekent een herwaardering van de natuur-en groengebieden, de versterking van de landschappen en de kerkdorpen, geen aantrekking van zware industrieën, woonfunctie moet naast de handelsfunctie en onderwijsfunctie kunnen blijven bestaan. Verkeersveiligheidleefbaarheid en bereikbaarheid blijven essentieel.De wegencategorisering wordt afhankelijk gemaakt van de bovengemeentelijke wegenhiërarchie. Onderzoeksvraag: In kader van een woningbehoeftsestudie zal de open prognose gehanteerd worden. Hoeveel verkeer deze keuze genereert dient onderzocht te worden. Onderzoek naar interregionaal openbaar vervoer (zie ook landelijke bussen) en naar interregionale fietsroutes (niet enkel recreatief maar ook doorgaande fietsroutes naar regionale centra). Onderzoek naar mogelijke pendel. Scenario 3 : “Kortenaken, mijn dorp”.
NV GEDAS B.I.
Mobiliteitsplan Kortenaken – Oriëntatienota – april 1998
pagina 72
De gemeente Kortenaken wordt eerder afgeschermd en ontwikkelt zich als een leefbare landelijke gemeente, waarbij het inwoneraantal op peil wordt gehouden. Dit betekent woonuitbreiding in kader van onder meer de kernversterking voor de inwoners van Kortenaken. Woongebieden zijn dichtbij de voorzieningen gesitueerd. Verkeersveiligheid-leefbaarheid en bereikbaarheid blijven essentieel. Openbaar vervoer en fietsroutes worden op het niveau van Kortenaken ontwikkelt (schoolroutes). Onderzoeksvraag Hoe groot is de minimale woningbehoefte om de gemeente op peil te houden en waar dienen de woningen gebouwd te worden (gesloten prognose en ruimtelijke structuur en prioriteiten in woningbehoeftestudie). Wegenhiërarchie enkel en alleen in functie van Kortenaken zelf.