Informationsportal Niederländisch
Nieuwsbrief 2008 - Nr. 2 www.niederlaendisch-im-unterricht.de
Inhalt Artikel 2 IJFD – Internationaal Jongeren Filmfestival Deventer – een aanrader? 4 Maatschappelijke en ethische thema’s in de klas 5 Zoeklicht op Euregio´s
Infos 6 Neues Webportal zum Thema „Studium in den Niederlanden“ 7 Informationen zum Taaluniecentrum
Termine 8 18. EDR-Studientag für Lehrer „Autoren machen Schule“ 9 Regionale Lehrerfortbildung: Kursankündigungen
1
IJFD – Internationaal Jongeren Filmfestival Deventer – een aanrader? Ablauf und Leistungen des IJFD Seit Jahren ist das IJFD www.ijfd.nl ein beliebtes Ziel, nicht nur für Niederländischklassen. Filmbegeisterte Jugendliche aus den verschiedensten Ländern Europas treffen sich jedes Jahr Anfang März, um tief in das Medium Film einzutauchen. Das Filmfestival dauert 3 Tage von Freitagmittag bis Sonntagnachmittag und steht jeweils unter einem bestimmten Thema. 2008 z.B. Pluche en Plastic. Bereits im Oktober des Vorjahres wird dieses Thema bekannt gegeben. Neben den Anmeldeformularen erhalten die Lehrkräfte Anregungen und Hintergedanken zum Thema von den Veranstaltern des Etty Hillesum Lyceums Deventer: www.ettshillesumlyceum.nl (Etty Hillesum Lyceum, Het Vlier 1, 7414 AR Deventer, Nederland, Email:
[email protected], Fax: 0031(0)570504621) Für einen Teilnehmerbeitrag von 45 Euro wird Folgendes geboten: · Eintrittskarten für alle Kinovorstellungen und Nebenaktivitäten wie z.B. die Eröffnungsparty am Freitagabend · Workshops rund um das Thema Film, Schauspiel etc. unter professioneller Leitung · 2 x Lunch im Burgerweeshuis · Unterbringung der Schüler in Gastfamilien von SchülerInnen des Etty Hillesum · IJFD Award: Eigenproduktionen der Jugendlichen werden im Kino vorgeführt, vom Publikum bewertet. Der Sieger wird bei der Abschlussveranstaltung mit dem Alexbeker, in dem ein kleinerer Geldbetrag enthalten ist, gekürt. Der Siegerfilm ist 1 Jahr lang durch die Homepage des IJFD im Internet vertreten. Termine Im Herbst des Vorjahres zwischen Oktober und Dezember gibt es die ersten Informationen und Anmeldeformulare. Die Anmeldung sollte bis Ende Januar erfolgen. Im Februar wird dann das definitive Programm herausgegeben und die Anmeldungslisten für die Workshops verschickt. Das Festival findet an einem Wochenende Anfang März statt. Altersgruppe und Sprachniveau der TeilnehmerInnen Als Auswahlkriterium für die Teilnahme ist in erster Linie das Interesse entscheidend, dann das Alter und erst dann das sprachliche Können. Es ist kein Problem, mit Sprachanfängern teilzunehmen oder mit ihnen einen Film zu drehen. Bisher haben wir an der GBS Nordhorn mit der Teilnahme von SchülerInnen der Stufen 11 und 12, die Niederländisch als neu einsetzende Fremdsprache ab der Klasse 11 hatten, sehr gute Erfahrungen gemacht.
Was macht das IJFD interessant für Niederländischklassen aus Deutschland? Unterbringung in Gastfamilien Die SchülerInnen werden meist einzeln u. U. auch zu zweit in niederländischen Gastfamilien von SchülerInnen des Etty Hillesum Lyceums Deventer untergebracht. Dies ist, unabhängig davon, ob nun ein Film produziert wird oder nicht, eines der Hauptargumente für die Teilnahme von SchülerInnen aus Deutschland, die Niederländisch lernen. Sie schnuppern niederländische Luft und müssen sich in den Familien auf Niederländisch verständigen. Die Veranstalter legen Wert darauf, dass nur wirklich interessierte SchülerInnen teilnehmen. Als Pflichtveranstaltung für eine gesamte Klasse oder einen Kurs ist das Festival daher nicht geeignet. Die Vermittlung der PartnerInnen verläuft sehr unkompliziert und flexibel. Die Veranstalter stehen Wünschen und Änderungen sehr offen gegenüber. Die GastschülerInnen erfahren die Namen ihrer Partner bei der Anmeldung. Nach der Eröffnungsveranstaltung im Kino treffen sich alle TeilnehmerInnen im Vorraum. Gäste und Gastgeber finden dort selbstständig zueinander. Eine Methode die erst chaotisch wirkt, aber wunderbar funktioniert! 2
Den Begleitpersonen steht es frei in einem zentral gelegenen Hotel zu übernachten – Preis ca. 45 € pro Nacht – oder eine Unterbringung bei KollegInnen des Lyceums zu wählen. (Inter)nationale Filmauswahl als Unterrichtsanregung Die internationalen Filme werden im Originalton gezeigt. Nicht-niederländischsprachige Filme z.B. aus Spanien, Frankreich oder Japan sind niederländisch untertitelt. Dies ist besonders für deutschsprachige Filme sehr interessant. Unter den ausgewählten Kinofilmen findet sich oft auch ein niederländischsprachiger Film. Dieser ließe sich im Vorfeld in den Unterricht einbinden. (Beispiel Film Simon zum Thema homoseksusaliteit, euthanasie) Im letzten Jahr fand für docenten en begeleiders zusätzlich eine Vorlesung über film in het onderwijs statt. Thema des Festivals als Denkanstoß Themen der letzten Jahre waren Vuur en vlam (2005) Hot and horny (2006) Toeval (2007) Pluche en plastic (2008). Besonders positiv zu bewerten sind die Denkanstöße oder auch Hintergrundgedanken zu den Themen. Diese gedanklichen Spaziergänge werden vom Veranstalter formuliert und sind in den Informationen zur Anmeldung enthalten. Sie lassen sich durchaus als Anleitung zu Diskussionen im Unterricht oder zur Ausgestaltungen von Unterrichtssequenzen als Vorbereitung auf das Festival nutzen. Ach ja –wichtig! Ausgefallene Kleidung einpacken! Auch die Eröffnungsparty steht unter einem am Thema angelehnten Motto. 2008 hieß der Dresscode z.B. Trash vs. Cocktail. Dass dieser Dresscode ernst genommen wird, zeigen die Fotos auf der Homepage www.ijfd.nl
Kein Muss, aber ein Riesenspaß: der Selbstgedrehte – eigen videoproductie Am interessantesten und aufregendsten ist es einen eigenen Film zum Thema zu kreieren. Der Film sollte ca. 5 Minuten lang sein. Voraussetzungen sind gute technische Kenntnisse und viel Zeit – ein gutes AG - Projekt! Die Planung des Films regt zur Auseinandersetzung mit dem Thema des Festivals an. Auch die niederländische Sprache lässt sich bei der Vorbereitung oder als Filmsprache gut praktizieren. Aus eigener Erfahrung kann ich sagen, dass diese Arbeit unheimlich viel Spaß macht und es ein Wahnsinnsgefühl ist, den Film auf einer Kinoleinwand zu sehen! Darüber hinaus Der Veranstaltungsort Deventer www.vvvdeventer.nl ist eine wirklich reizvolle niederländische Stadt mit Atmosphäre. Zudem sind alle Veranstaltungsangebote gut zu Fuß erreichbar.
IJFD – aan te raden!!! Claudia Brinker, August 2008
3
Maatschappelijke en ethische thema’s in de klas Binnen de bekommentarieerde link-lijsten is een rubriek van website’s welke betrekking hebben op maatschappelijke en ethische vraagstukken. (zie onder Nederland- en Vlaanderenkunde) Het is bekend dat kinderen die de wereld om zich heen aan het ontdekken zijn en die de grenzen van wat mag en niet mag graag opzoeken, erg geïnteresseerd zijn in dit soort vraagstukken: Is roken slecht? Waarom mag je geen drugs kopen en wat gebeurt er als je het toch doet? Wat moet je vinden van abortus? Of van euthanasie? Wat is discriminatie en wat is alleen maar plagen? Voor leerkrachten zijn dit ook vaak moeilijk te behandelen thema’s maar als opvoeders ontkomen we er niet aan ons er mee bezig te houden in de klas. Wanneer binnen het vak Niederländisch thematisch wordt gewerkt of als tijdens AG ’s in kleinere groepen opdrachten worden uitgevoerd, kunnen de websites in de hierboven genoemde rubriek goed van pas komen. Bij de meeste links op de Kommentierte Linklisten wordt geen leeftijdsindicatie gegeven. Vaak zijn de links ook niet direct voor leerlingen bedoeld. Bij de links rond maatschappelijke en ethische thema’s hebben we dat wel gedaan. Voor zo ver mogelijk! Soms is het erg moeilijk om een leeftijdsindicatie te geven en sommige onderwerpen zoals abortus of zelfdoding zijn uiteraard alleen voor oudere leerlingen geëigend. Dat er voor dit soort “zware”onderwerpen echter veel belangstelling bestaat bij leerlingen mag blijken uit de grote hoeveelheid scripties en spreekbeurten die er over deze onderwerpen op internet te vinden zijn. De rubriek is in augustus 2007 weer helemaal herzien en up to date gemaakt. Hij bevat nu de volgende rubrieken: Pesten in de klas, Vandalisme, Diefstal, Vuurwerk , Zinloos geweld, Discriminatie, Verslaving (aan gokken, roken, alcohol en drugs), Geweld en seksuele mishandeling, Abortus, Euthanasie en tenslotte Zelfdoding.In totaal worden ongeveer 80 websites van een kort commentaar voorzien. Hoe nu gebruik te maken van deze websites in de klas? In mei 2006 organiseerde het RPZ in Aurich een studiedag voor Leraren Nederlands. Door Hajo Oldermann en ondergetekende werd daar een workshop gehouden waarin samen met leerkrachten werd nagegaan hoe we websites in de klas zouden kunnen gebruiken. Als voorbeeld kozen we het gedoogbeleid ten aanzien van softdrugs in Nederland. In het voorjaar van 2006 (Carnavals tijd!) voerden twee Nederlandse politici, Gerd Leers, burgemeester van Maastricht, en Hein Jan Donner, toenmalig minister van justitie een discussie over het wel of niet legaliseren van softdrugs. Zij deden dat op een onorthodoxe wijze: via raps! In de workshop lieten we eerst beide raps horen. Die zijn te beluisteren via Internet op de volgende twee sites: http://www.maastricht.nl/maastricht/show/id=222978/notextonly=42282 en het antwoord op http://www.nosheadlines.nl/forum.php/list_messages/1523 Vervolgens deelden we de tekst van beide raps ,op papier, uit. Ook deze zijn via beide sites down te loaden. Om de woordenschat van de leerlingen te vergroten werd vervolgens een door Hajo samengestelde lijst met “Schwere Wörter” uitgedeeld en besproken. Woorden als stickie, bajes en dope zijn moeilijk in woordenboeken te vinden. Beide websites bevatten tenslotte ook enige achtergrondverhalen over de redenen waarom beide politici van mening verschillen. Dit alles nodigt wellicht uit tot het verder onderzoeken van het gedoogbeleid in Nederland. In de acht geselecteerde websites is volop informatie te vinden over de diverse soorten drugs en de daaraan verbonden gevaren, de wettelijke regelingen in Nederland, en natuurlijk de argumenten vóór en tegen legalisatie. Op deze manier is het web te gebruiken bij gezondheidsleer, Nederlandse taalvaardigheid en ethische discussies. Probeer het zelf eens!!!!! Frans Jacobs
4
Zoeklicht op euregio’s Die Artikelserie: „Zoeklicht op euregio’s“ Viele Schulen, an denen wir Niederländischunterricht erteilen, befinden sich im Bereich einer Euregio. Broschüren mit Titeln wie "Contacten zonder grenzen" oder "Grenzüberschreitende Qualifizierung" werben hier für ein länderübergreifend erarbeitetes Materialangebot und für zahlreiche Unterstützungsmöglichkeiten im Bildungsbereich. Nun wird in den einzelnen Euregios zwar international, aber vor allem auf die eigene Region bezogen gearbeitet. Da es beispielsweise keine gemeinsame Site der Euregios im gleichen Sprachgebiet gibt, ist es mühsam, einen Überblick über die Angebote aller Euregios zu erhalten. Diese findet man zudem häufig noch unter den Namen von geförderten Partnerorganisationen oder speziellen Programmen. Vermutlich werden die wenigsten Niederländischlehrer Zeit in eine solch aufwendige Recherche investieren können. Darum hat ein Autorenteam des Infoportals das umfangreiche Angebot der einzelnen Euregios und ihrer Partnerorganisationen einmal gesichtet. Beginnend mit diesem Nieuwsbrief wollen wir einen kurzen Überblick über die Ziele und Arbeitsformen einer Euregio geben. Außerdem haben wir zusammengestellt, was im Hinblick auf den Niederländischunterricht bedeutsam sein könnte. Schwerpunktthemen im folgenden Nieuwsbrief werden die Unterstützung schulischer Projekte sowie Euregioprojekte und –materialen zur Berufsausbildung sein. Abschließend sollen dann die einzelnen Euregios nach landeskundlichen Aspekten vorgestellt werden. Wie immer sind die Texte mit Weblinks versehen, um die Informationen mit (häufig multimedialem) Material zu bereichern. Die Euregios „Euregio“ ist die Bezeichnung für eine länderübergreifende Region in Europa. In ihr haben sich Städten, Kreisen, Gemeinden und Handelskammern zu beiden Seiten der Grenze in einem freiwilliger Kooperationsverbund zusammen gefunden. Es handelt sich also um eine Form der internationalen Zusammenarbeit auf kommunaler Ebene. Synonym werden auch die Begriffe „Europaregion“ oder „Euroregion“ verwendet. Euregios sollen
einen Beitrag dazu leisten, Grenzhindernisse in ihrer Region zu beseitigen. Durch Information und Beratung wollen sie die Menschen, Firmen und Einrichtungen beiderseits der Grenze einander näher bringen. Um diese Ziele zu erreichen, erstreckt sich die Zusammenarbeit auf Fragen von Wirtschaft, Arbeitsmarkt, Bildung, Infrastruktur, Verkehr, Umwelt und Natur, Tourismus, Sprache und Kultur, öffentliche Sicherheit, soziale Netzwerke und Gesundheitswesen. Der Zusammenschluss zu einer Euregio setzt die Beteiligung von zwei oder mehr Ländern voraus. Diese gründeten in der Vergangenheit in der Regel einen eingetragenen Verein nach dem eigenen nationalen Recht und bildeten dann über die Grenze hinweg eine Arbeitsgemeinschaft mit einem entsprechenden Verein. Seit 1991 haben die Euregios mit deutsch/ niederländischer Beteiligung auch eine juristische Grundlage und sind seitdem als grenzüberschreitende öffentlich-rechtliche Zweckverbände organisiert. Damit besitzen sie eine eigene Rechtsfähigkeit, mehr Selbstbestimmung und einen finanziellen Handlungsspielraum (verg. www.nrw.dgb.de/themen/ Europa/Euregio/index_html, Stand vom 7.10.08) Insgesamt gibt es zurzeit 29 Euregios mit deutscher Beteiligung. Über ihre geografische Lage, Namen und Programme kann man in aller Kürze auf einer interaktiven Karte orientieren http://ec.europa.eu/regional_policy/interreg3/abc/voleta_de.htm. Die organisatorische Struktur der Euregios folgt im Grunde einem einfachen demokratischen Grundmuster: Jedes Mitglied sendet Vertreter in den Euregiorat. Dieser wählt einen Vorstand, der über die durchzuführenden Aktivitäten der Euregio beschließt. Die Beschlüsse werden durch thematisch gegliederte Ausschüsse und Arbeitskreise vorbereitet. Eine Euregio-Geschäftsstelle führt die Beschlüsse aus, bzw. koordiniert die Aktivitäten der verschiedenen Mitglieder. Sie ist auch die Kontaktstelle für Bürger bei grenzüberschreitenden Fragen.
5
Finanziell werden die Euregios durch die EU, das jeweilige deutsche Bundesland und die niederländische Regierung mit Subventionen unterstützt. Darum ist es eine wichtige Aufgabe der Euregios Interreg- und andere Projekten zu entwickeln und zu evaluieren, mit denen die EU die Grenzgebiete unterstützen will. Im deutsch- niederländisch-belgischen Grenzgebiet gibt es die folgenden fünf EuregiOrte bzw. Regionen hinzugefügt. Genauere Informationen finden sich auf den Homepages der einzelnenos. Sie sind hier von Norden nach Süden aufgeführt. Zur ersten Orientierung sind hier die Namen einiger Euregios. Ems-Dollart-Region
Groningen, Drenthe, Ostfriesland, Emsland
www.edr-org.de
EUREGIO
Gronau, Enschede
www.euregio.de
Euregio Rhein-Waal
Arnhem, Nijmegen, Wesel, Duisburg
www.euregio.org
Euregio Rhein-Maas-Nord Venlo, Roermond, Mönchengladbach, Krefeld
www.euregio-rmn.nl
Euregio Maas-Rhein
www.euregio-mr.org
Zuid-Limburg, Lüttich, Aachen
Da sich alle Euregios im deutsch-niederländischen Grenzgebiet häufig mit ähnlichen Problemstellungen beschäftigen, arbeiten sie im so genannten „Arnhem Overleg“ zusammen. Auf gesamteuropäischer Ebene besteht ein solcher Austausch im „Arbeitskreis für europäische Grenzregionen“ (AGEG). Angela Severins, November 2008
Neues Webportal zum Thema „Studium in den Niederlanden“ GRONAU. 7. Januar 2008. Studienscout-nl.de ist eine neue multimediale Internetseite zum Thema „Studium in den Niederlanden“ für Schüler, Eltern, Lehrer und Berufsberater aus Deutschland mit VideoErfahrungsberichten und Online-Seminaren sowie einer umfassenden Übersicht aller Bachelor- Studiengänge des Nachbarlandes. Studienscout informiert über das Hochschulstudium sowie Bewerbungsverfahren, Zulassungsbedingungen, Bachelor- und Master- Studiengänge, Studiengebühren, niederländische Studienfinanzierung, Auslands- BAföG, Anerkennung von Abschlüssen. Die Besucher der Homepage werden von der Studienberaterin Valerie „an die Hand genommen“ und Schritt für Schritt über alles Wissenswerte informiert. Via E-Mail und Telefon können Fragen gestellt werden. Besonderes Highlight ist das einstündige Online-Seminar, das den Besucher in neun Kapiteln durch die wichtigsten Bereiche rund ums Studium führt. Der Interessierte erfährt hier unter anderem von einem Arbeitsmarktexperten Wissenswertes zum Thema Bachelor-/Master-Abschlüsse und deren Anerkennungsfrage in Deutschland. Ein Studienberater referiert über die zurzeit sehr guten Studienfinanzierungsmöglichkeiten, die Deutsche im Nachbarland vorfinden und eine Sprachdozentin gibt Tipps zum Thema niederländische Sprache und Sprachkurse. „Infos für Eltern“ ist ein Bereich, in dem auf die Thematik „steuerliche Aspekte“ eingegangen wird. Hier gibt es wertvolle Informationen darüber, welche Ausgaben eines Auslandstudium steuerlich geltend gemacht werden können und wie die Regelungen beim Kindergeld und der Krankenversicherung aussehen. Weitere Fragen zur Homepage www.studienscout-nl.de können gerichtet werden an: Michael Lülf; Redakteur von Studienscout-nl.de; Email:
[email protected]; Telefon 02562-99380
6
Informationen zum Taaluniecentrum Het Nederlands wint aan terrein in het buitenland. De universitaire neerlandistiek extra muros groeit gestaag. Maar ook op scholen wordt steeds vaker Nederlands als vreemde taal gedoceerd. Dat is vooral zo in de Franstalige en Duitstalige gebieden die grenzen aan het Nederlandse taalgebied. De bemoeienis van de Taalunie met het Nederlands in het primair en secundair onderwijs is betrekkelijk recent. Er is nog maar enkele jaren sprake van beleid op dit gebied. De overheidsbemoeienis met de buitenlandse neerlandistiek dateert al van tientallen jaren vóór de oprichting van de Taalunie in 1980. Voor de dienstverlening voor het onderwijs Nederlands, of dat nu universitair is of niet, is er met ingang van 1 september 2008 één loket: het Taaluniecentrum NVT in Brussel. Dit centrum ondersteunt docenten, leerkrachten en leerders van het Nederlands buiten het taalgebied. Het geeft adviezen en informatie over leermiddelen en -materialen, toetsing en certificering, promotie en onderzoek. Ook organiseert het projecten voor scholing en deskundigheidsbevordering. Met ingang van 1 september 2008 heeft het Steunpunt NVT in Amsterdam de activiteiten en de dienstverlening voor de universitaire neerlandistiek overgedragen aan het nieuwe Taaluniecentrum NVT. Het Taaluniecentrum NVT is gevestigd op de zevende verdieping van het gebouw van het Kaaitheater, Sainctelettesquare 19, 1000 Brussel. (bron: http://taalunieversum.org/wereldwijd/taaluniecentrum/ Datum: 08.09.2008)
7
18. EDR-Studientag für Lehrer: „Autoren machen Schule“ am Donnerstag, den 20. November 2008 im Theater und Kongresszentrum de Molenberg Delfzijl
Tagesvorsitzender: NN, Uni Oldenburg
Programm 09.00 – 09.30 Uhr
Empfang, Einschreibung und Kaffee
09.30 – 09.40 Uhr
Begrüßung durch die Gemeente Delfzijl
09.40 – 10.40 Uhr
Kurzlesung und -darstellung
10.40 – 11.00 Uhr
Kaffeepause
11.00 – 12.00 Uhr
Kurzlesung und -darstellung
12.00 – 13.00 Uhr
Mittagessen
13.00 – 14.30 Uhr
Workshops
14.30 – 14.45 Uhr
Kaffeepause
14.45 – 15.45 Uhr
Lesung mit Tessa de Loo
Die EMS DOLLART REGION (EDR) organisiert diesen Tag in Zusammenarbeit mit und/oder finanzieller Unterstützung durch: Berufsbildende Schulen Papenburg Rijksuniversiteit Groningen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Carl von Ossietzky Universität, Oldenburg Pädagogische Fachstelle / RPZ der Ostfriesischen Landschaft, Aurich Industrie- und Handelskammer für Ostfriesland und Papenburg, Emden Land Niedersachsen
Anmeldung bis zum 9. November 2008 Kosten: 15,- € (zu bezahlen bei Ankunft) Es wird eine Teilnahmebestätigung ausgestellt.
8
Regionale Lehrerfortbildung: Kursankündigungen Regionale Lehrerfortbildung am Montag, den 23.02.2009, 10.30-14.00 Kursnummer: W016.
Arbeiten mit dem Programm ZARB zur Erstellung von Unterrichtsblättern für den Niederländischunterricht ð Ort: Teletta Gross Gymnasium, Leer, Gaswerkstr. 17 Computerraum Nr.: Kursleitung: Hajo Hülsdünker, Landesschulbehörde Referent(inn)en: Angela Severins, Weeze Helmut Kuiter (Teletta Gross Gymnasium, Organisation) Im Niederländischunterricht werden häufig zusätzliche Übungen zum Lehrwerk benötigt, und zwar passgenau auf die Schwierigkeiten der eigenen Lerngruppe bezogen. Auf der Wort- und Textebene kann der Unterrichtende mit dem Computerprogramm ZARB abwechslungsreiche Arbeitsblätter selbst gestalten. Dabei wandelt die Software vom Nutzer eingegebene Texte um in Lückentexte, Kreuzworträtsel und eine Vielzahl anderer möglicher Übungsformen. So lassen sich mit dem Programm ZARB Arbeitsblätter mit einer Vielzahl verschiedener Arten von Sprachrätseln und Einsetzungsaufgaben herstellen. Auch ist ein Einsatz dieser Programme besonders im Anfängerunterricht sinnvoll, etwa in der Wortschatzarbeit oder zum Einprägen bestimmter Satzstrukturen. Der Kurs findet in Form eines Workshops statt, in dem die die TeilnehmerInnen Gelegenheit haben, selbst Arbeitsblätter mit dem ZARB-Programm zu erstellen und Einsatzmöglichkeiten im Unterricht kennen zu lernen. Als vorbereitende Lektüre empfiehlt sich http://nline.nibis.de/nldt2/newsletter/upload/moderator/nieuwsbrief-2007-01.pdf Anmeldungen an das Regionale Pädagogische Zentrum Aurich,
9
Regionale Lehrerfortbildung am Mittwoch, den 25.02.2009, 10.30-14.00 Kursnummer: W014.9
Arbeiten mit dem Programm ZARB zur Erstellung von Unterrichtsblättern für den Niederländischunterricht Kursleitung: Gesine van der Zanden, Fachberaterin, Realschule Neuenhaus Referent/in: Jack Blokker, Fachseminarleiter, Realschule Emlichheim Termin(e):Mittwoch, 25.02.09 10:30 - 14:00 Uhr Ort: Realschule Emlichheim, Computerraum Lägendiek 12, 49824 Emlichheim Zielgruppe: Niederländischlehrer aller Schulformen Teilnehmerzahl (max): 20 Kursgebühr: 10.Hinweise: Im Niederländischunterricht werden häufig zusätzliche Übungen zum Lehrwerk benötigt, und zwar passgenau auf die Schwierigkeiten der eigenen Lerngruppe bezogen. Auf der Wort- und Textebene kann der Unterrichtende mit dem Computerprogramm ZARB abwechslungsreiche Arbeitsblätter selbst gestalten. Dabei wandelt die Software vom Nutzer eingegebene Texte um in Lückentexte, Kreuzworträtsel und eine Vielzahl anderer möglicher Übungsformen. So lassen sich mit dem Programm ZARB Arbeitsblätter mit einer Vielzahl verschiedener Arten von Sprachrätseln und Einsetzungsaufgaben herstellen.
Auch ist ein Einsatz dieser Programme besonders im Anfängerunterricht sinnvoll, etwa in der Wortschatzarbeit oder zum Einprägen bestimmter Satzstrukturen. Im Anschluss an die Präsentation von Arbeitsmaterialien und Einsatzmöglichkeiten im Unterricht erhalten die TeilnehmerInnen Gelegenheit, selbst Arbeitsblätter mit dem ZARB-Programm zu erstellen.
http://nline.nibis.de/nldt2/newsletter/upload/moderator/nieuwsbrief-2007-01.pdf Ferner werden auch PLINT-Materialien des Kreismedienzentrums Nordhorn vorgestellt.
10
Impressum Nieuwsbrief des Informationsportals Niederländisch 2008 - Nr. 2 Herausgeber: Arbeitskreis „Die Niederlande und Ostfriesland“ des Regionalen Pädagogischen Zentrums (RPZ) in Aurich mit Unterstützung des niedersächsischen Bildungsservers (NiBiS) und der Multimedia-Initiative des Landes Niedersachsen N-21. (c) 2008 Regionales Pädagogisches Zentrum der Ostfriesischen Landschaft -Körperschaft des öffentlichen RechtsFischteichweg 16 26603 Aurich Zusammenstellung/Redaktion: Angela Severins (
[email protected]) Schlussredaktion: Hajo Hülsdünker Landesschulbehörde-Außenstelle Aurich Lambertshof 8, 26603 Aurich Tel. 04941 - 13 10 21 Fax. 04941 - 13 10 16 E-Mail:
[email protected] Internet: www.niederlaendisch-im-unterricht.de und www.austausch.nl oder www.uitwisseling.de
Haftungsausschluss Der Herausgeber übernimmt keinerlei Gewähr für die Aktualität, Korrektheit, Vollständigkeit oder Qualität der bereitgestellten Informationen. Haftungsansprüche, welche sich auf Schäden materieller oder ideeller Art beziehen, die durch die Nutzung oder Nichtnutzung der dargebotenen Informationen bzw. durch die Nutzung fehlerhafter und unvollständiger Informationen verursacht wurden, sind grundsätzlich ausgeschlossen, sofern kein nachweislich vorsätzliches oder grob fahrlässiges Verschulden vorliegt. Mit Urteil vom 12. Mai 1998 hat das Landgericht Hamburg entschieden, dass man durch die Ausbringung eines Hyperlinks bzw. Links die Inhalte der gelinkten Seite ggf. mit zu verantworten hat. Dies kann - so das Landgericht - nur dadurch verhindert werden, dass man sich ausdrücklich von den Inhalten distanziert. Der Herausgeber dieser Publikation hat Hyperlinks bzw. Links zu anderen Seiten gelegt. Für all diese Hyperlinks bzw. Links gilt: Wir betonen ausdrücklich, dass wir keinerlei Einfluss auf die Gestaltung und die Inhalte der gelinkten Seiten haben. Deshalb distanzieren wir uns hiermit ausdrücklich von allen Inhalten aller gelinkten Seiten.
11
