Ingezet In Voorbereiding Inderdaad Intern Invitaties Instortingsgevaar In Art Inpassen Infrastructuur In Kisten Inhoudelijk InCasino Informatief InLich ten In Vlaanderen lnCubatie
Inbreiden Inspiratie Interpretatie InDuChina Introducties Internet
011007
Foto voorzijde: Entree parkeergarage Elzassertor, Basel Herzog & de Meuron Architecten (foto: Robin Janicki)
IN VOORBEREIDING Van de voorzitter
Colofon Redactie:
Robin Janicki Jan Brouwers Redactieadres: Vereniging van Bouwkunst Tilburg Bisschop Zwijsenstraat 5 Postbus 90907 5000 GJ Tilburg tel: 0877 874922 fax: 0877 873522
[email protected] [email protected] www.verenigingvanbouwkunst.nl
Het eerste nummer van het bulletin zet min of meer de toon voor het komende jaar. Eerst wil ik terugblikken op het verenigingsjaar 2006/2007. De aftrap werd gehouden door een fantastische excursie naar Groningen, georganiseerd door een vaste deelnemer aan onze excursies (maar geen lid): Jur Bekooy. Helaas was ik verhinderd, maar van de deelnemers heb ik begrepen dat zeker de laatste dag een zeer verrassende was. De borrel en lezing waren min of meer de inleiding voor de excursie naar Zwitserland. Een inspirerende dia-lezing door Fabiënne Riolo en Rob Willemse, die de Zwitserse architectuur als geen ander kennen. ‘Leden voor leden’ begint een vast thema te worden in de jaarlijkse lijst van excursies. Afgelopen jaar hebben we het werk van Erik van Eck bezocht. Van het Brabantse Asten, Oss en Rosmalen, via Utrecht naar Rotterdam, om daar te eindigen in ‘het hol van de leeuw’ (het kantoor van Broekbakema in de Van Nelle fabriek). Eén van de deelnemers hoorde ik zeggen: “Erik, je maakt zeer zorgvuldige gebouwen”. Kun je iemand een groter compliment geven? Arie had ook het afgelopen jaar een bijzondere excursiebestemming: Nancy. Het werk van Jean Prouvé was tijdens deze excursie een thema (ook dit jaar staat er wederom een bijzondere excursie van Arie op de agenda). De negendaagse voorjaarsexcursie naar Zwitserland was een succes. Zelden hebben we zulke enthousiaste en professionele begeleiding gehad. De Zwitserse (en Oostenrijkse) architectuur is van hoog niveau, maar dat was voor velen al bekend. Onze ‘bijzondere excursiebestemmingen’ specialist Arie had nog een verrassing georganiseerd naar onbekend werk van Mies van der Rohe: Een dagexcursie naar Krefeld en Duisburg. Bij zijn ‘aantreden’ heeft Jan Brouwers beloofd dat hij ook andere zaken dan excursies wil organiseren. Afgelopen jaar hebben we daarvan het eerste resultaat gezien: een themadag licht. Het bestuur was helaas zo naïef om niet te voorzien dat dit wel eens meer deelnemers zou kunnen opleveren dan door Philips (gastheer tijdens deze dag) als maximum was bepaald. Dus enigszins bezwaard en met pijn in het hart hebben we een aantal personen moeten vertellen dat er te veel inschrijvingen waren. Deze eerste themadag was een succes en zeker de moeite waard. Al met al vind ik dat we terug mogen kijken op een succesvol verenigingsjaar. Voor degenen die één van de eerder genoemde programma-onderdelen heeft gemist, is er een schrale troost: in dit nummer van het Bulletin, worden een aantal verslagen daarvan gepubliceerd. Voor het komende jaar heeft het bestuur een divers programma samengesteld. Tijdens de bestuursvergaderingen waarin we het programma bespreken passeren altijd vele excursiebestemmingen de revue. Het maken van keuzes blijft lastig, op basis van welke criteria neem je een beslissing om ergens naar toe te gaan? Hoe verder hoe beter? Onbekend dus vaak onbemind? Goed te organiseren? Veel over gelezen of gezien? Reeds bezocht door één van de bestuursleden? In de actualiteit? Het zijn slechts enkele 1
overwegingen en velen ervan zijn subjectief. We proberen ons soms ook te verplaatsen in de gedachten van de leden. Wat zouden ze interessant vinden? Zouden ze hier wel mee naartoe gaan? Is dit niet te ver? Hebben ze dit allemaal al gezien? Gemiddeld twee vergaderingen zijn er voor nodig om het programma definitief vast te leggen. Ook nu hebben we dit proces pas achter de rug. We hebben na rijp beraad en veel wikken en wegen de planning voor het komende verenigingsjaar vastgelegd. Ik hoop dat we bestemmingen en onderwerpen hebben gekozen die interessant genoeg zijn om aan deel te nemen. Het jaarprogramma heeft eenzelfde ritme als dat van voorgaande jaren: één weekendexcursie; twee dagexcursies; één themadag; één verrassingsexcursie en de gebruikelijke voorjaarsexcursie. Verderop in het bulletin staat het programma exact beschreven met voorlopige data erbij. Schrijf ze alvast in je agenda en houd natuurlijk de website en je brievenbus in de gaten om de definitieve aankondiging en inschrijving niet te missen. En we zullen, indien er beperkingen zijn wat betreft het aantal deelnemers, daar in de uitnodiging al melding van maken. Het programma voor het komende jaar omvat de volgende onderdelen: Arie heeft wederom een bijzondere excursiebestemming voor de weekendexcursie gevonden: Wolfsburg. Leden voor leden richt dit jaar zijn schijnwerpers op Maarten Willems van de Twee Snoeken. De dagexcursie gaat naar Ypenburg en Nootdorp, twee interessante VINEX lokaties. De voorjaarsexcursie gaat dit jaar ver weg (maar het kan altijd nog verder) en ‘een beetje terug in de tijd’: Cuba. Onder deskundige begeleiding van Cora Alfonso, worden momenteel de voorbereidingen voor deze excursie getroffen. Na het succes van de vorige themadag, hebben we besloten een nieuwe themadag te organiseren, met als onderwerp: Kleur en kleurgebruik. Natuurlijk volgen ook een borrel (met waarschijnlijk een Cubaans tintje) en een verrassingsexcursie naar een nog niet bekende bestemming. Ook zijn we al bezig met de grote excursie voor 2008/2009: China. We hebben onlangs een inleidende lezing gehad van Peter Keijsers, die een excursie heeft gemaakt naar Dubai en China. Dat was voor ons een ‘opwarmer’ aangaande de organisatie. In dit Bulletin wordt een verslag gepubliceerd van deze excursie van Peter Keijsers.
INVITATIES Jaarprogramma 2007-2008 10-2007
vr W
11-2007
z a 1 7 n o v e m b e r V O O R L E D E N L E D E N M A A R T E N W I L L E M S
01-2008
d a t u m n . t . b . N I E U W J A A R S B O R R E L Thema: Cuba, Rum, Sigaren
01-2008
z a 1 9 j a n u a r i W O R K S H O P K L E U R
03-2008
za 8 of za 15 maart NOOTDORP YPENBURG
05-2008
do C
26 O
8
t/m zo L F S
t/m U
28 B
zo
oktober U R G
18 B
mei A
06-2008
za 21 of za 28 juni V E R R A S S I N G S E XC U R S I E
09-2008
d a t u m n . t . b . STOCKHOLM / KOPENHAGEN / MALMÖ
Ik hoop dit jaar weer veel leden te mogen verwelkomen op activiteiten die door de vereniging van bouwkunst worden georganiseerd. Robin Janicki VW fabriek, Wolfsburg
Havanna, Cuba
2
3
IN ART Art Nouveau en Nancy Met een kleine groep zijn we half april naar Nancy gegaan waarbij de nadruk lag op de Art Nouveau die in Nancy zijn hoogtepunt heeft gekend. Als ik dan, na een bezoek aan Brasserie l’Excelsior, via de zijdeur het pand verlaat en de rest van de groep gaat via de voordeur nog even wat panden in het centrum bekijken, ben ik ze kwijt. Dat simpele feit moet ik nu goed maken met een kort verslag van deze interessante en gezellige excursie. We hadden in die Brasserie trouwens alleen een aperitief gedronken omdat het zonder reservering niet mogelijk was daar te gaan eten. Volgende keer dus, direct bij aankomst in de stad, reserveren want niet alleen is het eten hier goed maar de entourage is een van de toppers van de Art Nouveau en de moeite waard daar wat langer te verblijven.
programma staan. Doordat onze gids op de eerste afspraak niet in de woning kon (we hebben toen alleen het atelier en de buitenzijde van de woning bekeken) bood zij aan dat we daarvoor op zondag terug konden komen. In alle rust hebben we bij het tweede bezoek de woning tot in detail kunnen bekijken en becommentariëren. Uitgebreide discussies hadden we over de TVR bus/ tram/trolley die voor ons hotel langs reed. Na de nodige problemen, zoals Eindhoven die ook heeft met zijn Phileas, lijken inmiddels alle kinderziektes overwonnen. De discussie ging over het gebruik van de enkele middenrail terwijl hij toch op banden rijdt en stroom afneemt als een trolley. We houden het er maar op dat de middenrail nodig is om hellingen tot 13% te kunnen nemen. De fransen hebben het in ieder geval over een tram. Er was een rondleiding georganiseerd door de gebouwen van de Ecole d’architecture de Nancy. Een constructief helder gebouw met zijn oriëntatie op het er langs lopende kanaal. De zaterdag hebben we besteed aan het centrum van Nancy met al zijn hoogtepunten van de Art Nouveau. Het centrale plein (Stanislas) het Musée des Beaux-arts, een stadswandeling met gids en een rondleiding in Villa Majorelle.
Art Nouveau Brasserie Excelsior, Nancy
Woning en Atelier Jean Prouvé, Nancy
Op vrijdag hebben we eerst de stad verlaten om in Briey een Unité d’Habitation van Le Corbusier te bekijken. In wezen is het vreemd zo’n flat aan te treffen in de bossen buiten een kleine plaats als Briey. In de tijd van buitenlandse mijnwerkers is het wel een tijd bewoond geweest maar toen de werkgelegenheid terugliep kwam het complex snel leeg te staan. De dorpsbewoners hadden hun huisje met tuintje en geen interesse om in een dergelijk flat te gaan wonen. Er is nog één centrale gang in originele staat bewaard gebleven en één van de appartementen is nog authentiek ingericht. De gids deed haar best ons zo veel mogelijk te laten zien en over de oorspronkelijke opzet te vertellen maar kon niet verhinderen dat ik er toch een troosteloze indruk van heb over gehouden. Het gebouw is een bouwval en in veel slechtere staat dan je uit de documentatie zou vermoeden. Het is al lang niet meer als sociale woningbouw in gebruik. Op de begane grond was het complex afgezet met hekken omdat op allerlei plaatsen betonbrokken naar beneden kwamen. Heel aardig was het bezoek aan het vliegveld in Doncourts lès Conflans met het luchthavengebouwtje van Jean Prouvé en Le Corbusier. Heel gek vond ik dat het ontwerp wat gebaseerd was op de uitkijk over het vliegveld, in het latere gebruik door beplanting en wijzigingen voor het grootste deel te niet werd gedaan. Van Jean Prouvé hadden we trouwens in dit weekeinde ook zijn atelier en woning op het
Op zondagmorgen scheen volop de zon en hebben we een lekkere wandeling gehouden door een hele wijk vol met Art Nouveau panden. In het Quartier rondom Parc Saurupt stond het ene snoepje na het andere. Als afsluiting nog naar het Musée de l’école de Nancy met zijn prachtig gerestaureerde tuin, gebouwtjes en de topcollectie van de Art Nouveau. Eigenlijk jammer dat de deelnemersgroep zo klein was, maar ik heb genoten.
4
Paul van Meerendonk
Stanislasplein, Nancy
5
INPASSEN hEERLIJK productieLANDSCHAP Dit afstudeerplan is een ontwerp voor de inpassing van de intensieve varkenshouderij in het plattelandschap van Brabant. Een inpassing zonder dat de sector wordt weggestopt en zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het platteland als landschap waarvan genoten kan worden. Geen ‘romantisch’ landschap gereconstrueerd naar het ideaalbeeld van een 19e-eeuwse kleinschaligheid, vaak (onterecht) aangeduid als het ‘Brabantseigene’, maar een landschap geconstrueerd met de elementen van de werkelijke economische identiteitdragers van de regio. In de huidige situatie is het platteland niet langer meer exclusief het terrein van de landbouw. Beschouwd als achtertuin van de stad is het platteland tegenwoordig in trek als woonomgeving en recreatiegebied voor de stedeling. Het landelijk gebied wordt gewaardeerd als een landschap dat aanschouwd kan worden en waarvan men kan genieten, de landelijke kwaliteiten worden ingezet als consumptieve waarden. Het reconstructiebeleid lijkt vaak specifiek gericht op een terugkeer naar een historisch landschapsbeeld. Model staat het Brabant van voor de industriële revolutie in de landbouw, een gesloten systeem waarin de boer, het land en de seizoenen nog een onlosmakelijke, logische eenheid vormden. De korrel was kleinschalig en het karakter agrarisch. Hoewel de intenties gestoeld zijn op de gedachte dat deze agrarische identiteit een waarde is die ‘gered’ dient te worden, is de ontwikkeling allerminst gericht op een terugkeer naar de premoderne conditie. Wat werkelijk gered en gereconstrueerd wordt is een sterk geromantiseerd beeld, dat losgeweekt van zijn sociale context niet anders is dan een anachronisme. Wellicht is deze wens voor historische kleinschaligheid te verklaren als een heftige reactie op de voortschrijdende industrialisatie in de landbouw die compromisloos op zeer utilitaire wijze jarenlang het Brabantse landschap heeft vormgegeven. De intensieve veehouderij in de regio Oost-Brabant is nog steeds een belangrijk aandeelhouder in de economische draagkracht van de regio. Ruim één derde van de Nederlandse varkensteelt is gevestigd in dit gebied en sinds 2003 groeit de varkensstapel weer gestaag. Een toekomst voor het platteland van Oost-Brabant als productielandschap is,
Vogelvlucht ontwerp
6
anders dan de reconstructieplannen doen geloven nog steeds actueel. De varkensstapel groeit weliswaar gestaag, maar het aantal ondernemers in de varkenshouderij neemt pijlsnel af. In 1990 had een varkenshouder in Noord-Brabant een varkensstapel van gemiddeld 700 varkens, in 2005 waren dit gemiddeld 1700 varkens. In het komende decennium is nog een veel grotere schaalsprong te verwachten. Zowel de ontwikkeling van het consumptielandschap als de herstructurering van het productielandschap zijn manifest voor de economische identiteit van Oost-Brabant en beide zijn sturend voor de inrichting van het landschap. In het huidige reconstructiebeleid lijkt de één gedefinieerd te zijn als de grote boosdoener en de ander voorziet in de realisatie van een wensbeeld. Hoewel een grote reductie van de veestapel een doel op zich is in het Streekplan, wordt de aanwezigheid van de intensieve veeteelt in het gebied wel onderkend door het aanwijzen van concentratiegebieden, uiteindelijk bedoeld voor het huisvesten van de gehele sector. Momenteel liggen de bedrijven sterk verspreid over de hele regio, hoofdzakelijk het resultaat van een vrije economische groei, vormgegeven door particuliere, pragmatische en utilitaire motieven. De concentratiegebieden, ofwel landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s) bieden de intensieve veehouderijbedrijven de mogelijkheid om door te groeien binnen de regelgeving. De gebieden zijn geselecteerd om conflictsituaties met woongebieden en de ecologische structuur te voorkomen. Bovendien kan door de clustering de logistiek geoptimaliseerd worden en kunnen eventuele besmettingshaarden gemakkelijker worden ingesloten. Het risico van deze ontwikkeling, die in de praktijk weliswaar nog maar mondjesmaat vorm krijgt, is dat de intensieve veeteelt als boosdoener gezien blijft worden bij de inrichting van het Brabantse landschap en dat de LOG’s enclaves worden met een industrieel karakter, die bij voorkeur zoveel mogelijk aan het oog onttrokken worden. Mijn inzet is de sector te openen naar het landschap, zodat de afstand tussen burger en consument kan worden verkleind, echter zonder de landschappelijke kwaliteiten te frustreren. Integratie van productielandschap en consumptielandschap, niet door ruimte te ‘bezetten’, maar door nieuwe landschappelijke ruimte te maken. De logische schaal voor deze opgave is een ontwerp voor één van de gedefinieerde landbouwontwikkelingsgebieden in de regio Oost-Brabant. Deze gebieden zijn aangewezen per gemeente, de gemeentelijke schaal vormt het kader van waaruit de opgave verder is gedefinieerd. De gekozen gemeente is Sint Anthonis, omdat de tegenstelling tussen recreatie en productie hier duidelijk aanwezig is. De
Zeugenstal
7
afgevoerd naar de Strijpsche beek, gebruik makend van de natuurlijke verloop van het terrein. Vanuit het programma van de boerderij ontstaan er meerder variaties op de principedoorsnede, zoals buitenuitloop voor de zeugen, mengkeukens, bedrijfswoningen, voedersilo’s en ‘zichtstallen’, waardoor er in de eenvoudige extrusie een divers contactoppervlak ontstaat tussen het productielandschap enerzijds en het recreatielandschap anderzijds.
Bedrijfswoning Principedoorsnede
omgeving bestaat grotendeels uit jong cultuurlandschap (begin 20eeeuw) dat wordt ingezet voor recreatieve doeleinden. Daar staat tegenover dat Sint Anthonis de grootste varkensstapel van de provincie Noord-Brabant heeft. Een varkensstapel van 376.000 varkens vormt de randvoorwaarde voor mijn programma van eisen. De gemiddelde bedrijfsomvang is, op basis recente bouwaanvragen, gesteld op ca. 9000 varkens per bedrijf, dus 42 boeren in het hele gebied van 295ha. De boeren wonen bij het bedrijf. De hoofdopzet van het plan bestaat uit één dwarsdoorsnede van twee stallen, van elkaar gescheiden door een hygiënische ontsluitingsweg. De uitgegraven grond voor de mestkelders wordt in een gesloten grondbalans benut voor de aanleg van begroeide taluds, waardoor de stallen als een dijklichaam in het landschap worden ingebed. Deze doorsnede is langs de randen van het LOG geëxtrudeerd. Onder invloed van het bestaande landschap wordt deze randbebouwing meerdere malen geopend of worden bestaande wegen juist opgetild. Zo ontstaat er een gebied met nieuwe omsloten landschappelijke ruimtes en uitzichten. De clustering van de intensieve veehouderij is op deze wijze niet de ‘boosdoener’ die de ruimte van het landelijk gebied bezet, maar is het middel om nieuwe landschappelijke ruimtes te maken.
Iwan Westerveen Colofon: Afstudeermentor
Sjef van Hoof Architectenbureau Sjef van Hoof Extern deskundige Frank Doomen Van Asten Doomen Architecten BNA Coördinatoren afstuderen Martien Jansen Tony Goossens Jan Willem van Kuilenburg Coördinator Architectuur AAS Pnina Avidar Directeur AAS Marc Glaudemans Consult constructie Leon Mevis Advies- en ingenieursbureau van de Laar Consult bouwkosten Rob van Karnenbeek ABT Consult
De grote mate van herhaling van één doorsnede biedt de mogelijkheid om kwalitatief betere materialen als staal, glas en prefab beton toe te passen (positief voor zowel de landschappelijke inpassing als voor dierenwelzijn), zonder de condities van een industrie die gericht is op kostprijsverlaging de rug toe te keren. De principedoorsnede is vanuit dit oogpunt zoveel mogelijk geoptimaliseerd. Onder de hygiënische weg wordt het mest naar een centrale vergistingsinstallatie geleid. De biogaswinning levert elektriciteit en warmte voor het bedrijf en voor teruglevering aan het net. De vergiste mest wordt ingedampt en het ingedampte mestwater wordt gezuiverd tot oppervlaktewater dat via de afwateringskanalen in de principedoorsnede wordt
Zichtstal
8
Overzicht ontwerplokatie
9
IN KISTEN Zwitserlandexcursie De excursie naar Zwitserland beperkte zich tot steden en directe omgeving van Basel, Bregenz en Zürich. Bregenz bleek ook nog in Oostenrijk te liggen, wat weer als voordeel had dat je met je uitgaven wist waar je aan toe was. Zo blijkt de euro toch al behoorlijk ingeburgerd. Wat mij vooral verbaasde, is dat Basel zo veel meer stad is dan Breda of Tilburg. In zekere zin geldt dat zelfs voor Bregenz, dat met 27.500 eigen inwoners nog maar net de helft van de Reeshof is, maar wel een eigen Festspielhaus heeft dat meer toeschouwers kan plaatsen dan de concertzaal en de schouwburg van Tilburg samen. Natuurlijk speelt hier de wet van het grote achterland mee, waardoor Bregenz een potentieel van 350.000 inwoners heeft. Basel is een stad die zich uitstrekt over drie landen: Zwitserland, Frankrijk en Duitsland. Dat gegeven op zich kan al een interessante studie zijn. In onze excursie is dat maar zijdelings aan de orde gekomen: het Rehab (Rehabilitationsklinik van Herzog & de Meuron) maakte gebruik van de sporthal aan de Franse kant van de grens (Sportanlage Pfaffenholz, Herzog & de Meuron) en als je in het station Elzässertor (Herzog & de Meuron) op de trein stapt, kan je na vertrek alleen nog in Frankrijk uitstappen. Een verademing in Basel was de nadrukkelijke afwezigheid van geparkeerde auto’s. Hiervoor zijn een aantal redenen gegeven: het openbaar vervoer is ontzettend goed geregeld (frequentie, gedifferentieerdheid -bus -tram -stadtbahn -trein); het autobezit per woning ligt vele malen lager dan in Nederlandse steden (0,3 per woning) en alle auto’s moeten op eigen terrein geparkeerd worden. Dat laatste leidt tot prachtig ontworpen en met zorg uitgevoerde carports bij vrijstaande woningen en ondergrondse voorzieningen bij woonblokken en bedrijven. Eén van de megaprojecten in Basel is de ondertunneling van de snelweg door de stad. Ondanks dat het traject van de tunnel zorgvuldig bepaald is, kelderen de vastgoedprijzen in het aangrenzende gebied zo sterk dat daar een eenzijdige bevolkingssamenstelling is ontstaan. Met gerichte projecten wordt geprobeerd het tij te keren. We hebben binnen de snelwegzone een school bezocht (Volta Schulhaus, Miller & Maranta) en zijn buiten om een bedrijventerrein gelopen. Dit laatste project is, in het kader van de revitalisering, nogal bizar omdat het hier een investering betreft van een Chemisch bedrijf (laboratorium) waarvan de gebouwen en de terreinen uitsluitend voor eigen werknemers toegankelijk zijn. Van buitenaf is te zien dat de kantoren met zorg zijn ontworpen, dat er goede voorzieningen zijn als kinderopvang, winkels en ontspanningsmogelijkheden. Ook voor de aanleg van het terrein wordt diep in de buidel getast. Maar alles vindt plaats achter een hoog hek, met bewaking, verboden voor onbevoegden. Wie weet wordt het ooit openbaar toegankelijk. Een andere vorm van bescherming ontdekten we bij het eerste woningproject dat we bezochten (Wohnhaus Schwartzpark, Miller & Maranta). Dit woongebouw heeft 10
een eigen tuin waarin kinderen, al of niet onder begeleiding van een oppas, vrij kunnen spelen. Een ontworpen hekwerk scheidt de tuin van de openbare weg. De derde vorm van bescherming zag er nogal dreigend uit. Bussen ME-ers waren opengetrokken en in stelling gebracht om supportergroepen uit elkaar te houden. Wij liepen er tussendoor naar de tram. Twee dagen hebben we met gidsen door de stad getoerd en zijn daarna richting Bregenz vertrokken. Onderweg hebben we een tussenstop gemaakt in Laufen, waar we het kantoor en de opslagloods van Ricola hebben bezocht (beiden van Herzog & de Meuron). Het kantoor bestaat uit twee delen. De oorspronkelijke directeurswoning heeft massieve wanden en traditionele kamerindeling, Het vormt een sterk kontrast met de uitbreiding, die een vrij indeelbare plattegrond en volledig glazen gevels heeft. De tuinaanleg, rondom de uitbreiding, moet voor de nodige privacy en zonwering zorgen. Met name dat laatste lukt maar ten dele: voor beamerpresentaties moeten de gordijnen gesloten worden. De opslagloods is een gesloten doos waarvan de gevel uit een eenvoudige cementgebonden vezelplaat is opgebouwd. We zien drie horizontale stroken van vijf rijen platen die in afmeting toenemen. De kleinste platen beneden (tot deurhoogte), de grootste platen boven. Dit alles wordt aan de bovenzijde afgewerkt met een kroonlijst van verzinkte staalplaat en verticale latten. In Bregenz zijn het vooral de kleine werken die opzien baren. Met de bus hebben we een zeer grote hoeveelheid projecten aangedaan. Te veel om lang bij stil te staan. Te veel ook om binnen het strakke schema van de planning te kunnen zien. Hier werd de excursieleiding dan ook danig op de proef gesteld omdat er altijd wel iemand nog een foto extra moest maken, nog even hier moest kijken. De kleine werken hier zijn zo indrukwekkend omdat de uitvoering van hoog niveau is. In Bregenz wordt nog met zorg gebouwd, waardoor het de moeite loont om met zorg te detailleren en met zorg de materialen bij elkaar te zoeken. Schoon beton (Bootshaus van Marte.Marte) hoeft maar op enkele plekken te worden bijgewerkt en is na zeven jaar praktijkervaring nog steeds schone beton. De combinatie met cortenstaal en zwarte aluminium kozijnen zorgen voor een even strak als rijk contrast. Vergelijkbaar waren de vele “Kisten” die overal in dat gebied gebouwd zijn. De materiaalcombinaties van hout en beton, hout en roestvrijstaal, hout en cortenstaal, hout en natuursteen kom je veelvuldig tegen. Ook wanneer de werken er al langer staan, wanneer het hout vergrijsd is door de weersinvloeden, zijn ze nog mooi door hun eenvoud en de zorgvuldigheid waarmee ze gemaakt zijn. De ecologische kant van de bouwkunst is ons in een aantal projecten aangedragen. We bezochten daar een klooster waar de lunch, die ons geserveerd werd, voor een groot deel uit de eigen productie van de boerderij en tuinderij kwam. Bij de restauratie/verbouwing van het klooster en de uitbreiding van de boerderij is veel gebruik gemaakt van natuurlijke materialen (hout en leem). Dit project bleek een opstapje geweest voor een middagcursus leembouw: de gedenkmuur van het kerkhof en de woning van Martin Rauch die we vervolgens bezochten gaven ons veel inzicht in de, bijna biologische, wijze van bouwen en de mate van standaardisering van deze bouwmaterialen. Veel van de toegepaste materialen bestaan uit natuurlijk basismateriaal. De halfproducten (vervanging voor gipsplaat, onderplaten 11
voor stucwerkplafonds, isolatiematerialen en dergelijke) zijn in Oostenrijk in de handel verkrijgbaar (gecertificeerd!). Dat biologisch niet synoniem staat voor “geitenwollensokken” is zowel aan de woning van Martin Rauch, als aan de biologische boerderij “Vetterhof” van Roland Grainer te zien. De woning oogt als een moderne villa. De boerderij ziet er uit als een grote getimmerde kist, blokvormig aan de buitenzijde met een organisatie als een Limburgse boerderij: woonhuis, stallen en werkplaatsen rondom een binnenhof. Van de grote werken die we in Bregenz bezochten is het Festspielhaus van Dietrich/Untertrifaller opzienbarend. Het is niet alleen de schaal van deze voorziening in een dorp van 27500 inwoners die het gebouw zo imposant maken. De ligging aan de Bodensee met de tribunes en het podium op het water, de aanleg van de directe omgeving, het park met de kunstwerken, en de keuze om groot, groot te laten, maken dit gebouw zo indrukwekkend. Twee gebouwen wil ik niet onvermeld laten: Van Peter Zumthor het Bregenzer Kunsthaus en van Curkowics Nauchbaur het Feuerwehr und Kulturhaus. Peter Zumthor kiest voor het uiteenrafelen van het programma en brengt alle nevenfuncties van het museum onder in een apart gebouw (horeca en verkoop). Wat overblijft staat ten dienste van het tentoonstellen van de kunst en is ondergebracht in een glazen kubus. De (matte) glazen wanden van de kubus blijken slechts een vlies te zijn dat deel uitmaakt van een gelaagde gevel waarin de ontsluiting van de verdiepingen plaatsvindt en waarin het buitenlicht naar de binnenruimtes wordt gefilterd. ’s Avonds schijnt het museum als een lantaarn. In Nachbauers Feuerwehr und Kulturhaus zijn functies juist samen gebracht om de haalbaarheid van het project te bewerkstelligen. Door slim gebruik te maken van de hoogteverschillen in de situatie krijgen beide programmaonderdelen elk de ruimte om goed te functioneren. De brandweer is op het benedenniveau ondergebracht. Het voorplein (steen) ligt aan een straat waaraan een aantal bedrijven zijn gehuisvest. De tentoonstellingsruimte is op het boven niveau ondergebracht. De toegang van dit deel ligt aan een plaatsje (tuinaanleg) waaraan ook een school en wat woningen aan ontsloten worden. Beide gebouwdelen zijn met grote zorg uitgewerkt. Bij de brandweer zien we vooral beton en staal in combinatie met glas (contact = detail). Bij de tentoonstellingsruimte overheerst hout als bouwmateriaal. Na twee dagen intensieve begeleiding zijn we naar Zürich gereden. In Zürich hebben we vooral projecten van een stedenbouwkundig schaalniveau bezocht. Om er een beetje in te komen hebben we eerst drie projecten van Gigon & Guyer bezocht. Gestapelde woningbouw met grote appartementen (4 en 5 slaapkamers is geen uitzondering, alle slaapkamers groter dan 13,5m2). De gevels zijn voornamelijk van beton gemaakt, wat bijdraagt aan het harde karakter van de blokken. Toch is de hardheid niet onprettig. De hardheid wordt namelijk verzacht door kleine veranderingen in de raamritmen en door de toepassing van kleur op de betonvlakken. De kleur maakt de blokken niet kleiner (wat in Nederland veel voorkomt) maar zorgt voor een compositie op een groter schaalniveau. De aanleg van de gemeenschappelijke buitenruimte draagt ook bij aan deze compositie. Zonder de kwaliteit van de individuele woning te kort te doen durven Gigon & Guyer de woonblokken en de buitenruimten groot te houden waardoor ze een stedenbouwkundige maat mee krijgen. 12
Het hotel waar we bivakkeerden maakt deel uit van een groot herstructureringsgebied. De zware industrie verlaat de stad met achterlating van grote industriële complexen die vaak nog geschikt zijn voor een tweede leven. Tegenover het hotel staat een groot complex dat om een enorme portaalkraan is gebouwd. De stoere constructies van de kraan zijn behouden (niet eens ontdaan van alle hulpconstructies die in het huidige gebruik niet nodig zijn) en vormen een sterk contrast met de fragiele aluminiumpuien en hekwerken van de nieuw ingebouwde winkels, kantoren fitnessclubs, restaurantjes etc. Op een geheel andere manier wordt naar het industriële verleden van het gebied verwezen in het woon/werkblok Limmatwest. Het blok is 400 meter lang, staat langs de rivier de Limmat en wordt doorsneden door de Stadtbahn. Aan de straatzijde zijn de bedrijven gevestigd. Aan de rivierzijde wordt er gewoond. Het hele complex wordt ontsloten aan een binnenstraat. De gevels zijn met staalplaat afgewerkt zoals dat gebruikelijk is op bedrijventerreinen. Ook voor de woningentrees, de trappenhuizen, de galerijen en de luifels worden industriële materialen gebruikt. De aankleding van de balkons, door de bewoners aangebrachte planten, vlaggetjes, schilderijen, gordijnen, snuisterijen en zo voort staat hier mee in schril contrast. In Neu Oerlikon is gekozen voor een andere aanpak. Hier zijn grote stadstuinen aangelegd waaromheen gewoond wordt. De wegen zijn ruim gemaakt en worden niet ontsiert door de auto’s waarvoor ze ontworpen zijn. De auto’s parkeren onder de woonblokken, waardoor de straten vrij zicht bieden op de parken en andere voorzieningen. De wijk huisvest alle bevolkingsgroepen en kent geen leegstand, er is zelfs sprake van een wachtlijst voor nieuwkomers. De parken en de woonblokken zijn met elkaar in evenwicht. Geen van beide roept om aandacht. Beiden mogen gezien worden. De een versterkt de ander. De laatste middag van deze excursie was het koekoeksklokkentijd. Ieder kon doen wat hij/zij vond dat er gedaan moest worden. Ik ben met een paar diehards naar de studieruimte van de universiteit van Zurich gegaan. Calatrava op z’n best. Als we al verbaasd stonden van het vakmanschap van de timmerlieden, de betongieters en de staalboeren bij de overige projecten, dan is deze leeszaal de overtreffende trap van alle gemaakte lofuitingen: Men neme een binnenplaats van een 18e/19e eeuws universiteit. Ontdoe de gevels van alle versiering, stuuk de gevels en saus ze wit. Plaats zes zwevende, ellipsvormige vloeren in de binnenplaats. De staalconstructie die je hiervoor gebruikt plaats je naast de vloervelden. Timmer de horizontale plafonds en achterover hellende balustrades straalsgewijs af met latjes waarvan de tussenruimten niet wijkend zijn en laat de latten van de plafonds onder verstek overgaan in die van de balustrades. Dek de binnenplaats af met glas zodat de ellipsvorm versterkt wordt. Maak een ingenieuze zonwering. Ik heb me laten vertellen dat het afwerkingniveau zo hoog is omdat het in Zwitserland gebruikelijk is dat de architect tevens hoofdaannemer is. Zo kan je binnen het budget de beste uitvoerders om je heen verzamelen. En het budget? Is dat nu hoger dan in Nederland of worden er minder monden mee gevoed? Hier hebben we geen afdoende antwoord op gekregen. We hebben volop oog gehad voor alles dat mooi gebouwd is. Flip van Meurs 13
14
15
INCASINO AFD(W)ALEN Casino in Turku Ondanks dat je in je achterhoofd weet dat de uiteindelijke winnaar altijd het Casino is, hoop en droom je dat er een kans, hoe klein dan ook bestaat. Die kans die je zoektocht naar geluk kan tarten, je droom kan vervullen en je laat ontsnappen aan de werkelijkheid verandert je. Met een enorme adrenaline kick, afgesloten van de wereld, ben je maar met één ding bezig; hoe kan ik zo snel mogelijk die kans omzetten in winnen. Je legt je lot in handen van het toeval en denkt/hoopt dat het toeval voor jou een uitzondering zal maken. Het idee van de kans om te winnen, eerst de illusie en daarna de realiteit, de gewenning en sensatie, fascineert. Een casino moet je verleiden die kans te willen nemen. De sociale verhoudingen en de psychologische impact van het gokken zijn hierdoor voor mij de belangrijkste drijfveren om tot een andersoortig casino te komen. Niet zoals het gros van de bestaande casino’s een grote rechthoekige ruimte waarin louter de goktafels en machines tactisch zijn opgesteld, maar de ervaringen en verleidingen in het casino vertalen naar een gebouw, naar architectuur. De locatie voor mijn afstudeeropgave is gelegen in Turku, Finland. Deze havenstad, gelegen aan de mond van de rivier de Aura, wordt gekenmerkt door zeven granieten heuvels. Eén daarvan, de Kakola heuvel, vormt de locatie voor het nieuwe casino. De Kakola heuvel is de laatste 150 jaar van de stad afgesloten geweest, maar met het vertrek van de gevangenis komt deze locatie weer vrij. De drie monumentale gevangenisgebouwen stralen voor de voorbijganger soberheid en rust uit, terwijl de spanning ervan direct voelbaar is. Glimpen van de gebouwen zijn door de hele stad waarneembaar doordat de heuvel 35 meter boven alles uittorent. Het is een symbool en monument voor de stad, net zoals de gebouwen welke sinds 1984 op de monumentenlijst staan. Het stedenbouwkundig plan van de stad is in 1828, na een stadsbrand, opgezet in een genadeloos grid dat dramatisch wordt doorbroken door de granieten rotsranden van de Kakola heuvel. Doodlopende woonstraatjes eindigen in een groenzone welke de rotsige bovengebied van de berg omringt. Het doel is om het gebied open te stellen voor de inwoners
Overzicht ontwerplokatie
16
Exterieur
van Turku en de aantrekkingskracht tot het gebied te vergroten door middel van nieuwe functies. Samen met Patrick Hardij heb ik voor dit gebied eerst een structuurplan uitgewerkt. Dit plan behelst in het kort een voor divers publiek toegankelijk park, met een link naar de markt, de toeristische attracties en de openheid van Finland buiten de stad. De vlakte bovenop de heuvel ondergaat een schoonmaakbeurt waarmee de bebouwing wordt teruggebracht naar zijn essentie. Een zo uitzonderlijke omgeving welke omgebouwd wordt tot publiek park, vereist ontzag voor het aanwezige, zoals de oude gevangenismuren, wegen en paden en de drie monumentale gevangenisgebouwen. Deze factoren hebben mij er toe doen besluiten geen concurrent van de berg of van de monumentale gevangenis te willen worden. Als waardering voor het bestaande trekt het casino zich terug in de berg, onder de grond. Respect voor de gegeven situatie, echter niet zonder een glimp van zich te gunnen. De bewustheid van zijn aanwezigheid verleidt en maakt het spannend. Deze glimp van het casino wordt toonbaar gemaakt door het stedelijk grid vanuit het hart van de stad, door te trekken als een incisie in de berg. Deze incisie vormt een boulevard welke de mensen vanuit de stad, de berg op, het park in begeleidt. Daar waar twee gridlijnen elkaar kruisen, wordt het entreevolume opgehangen in de incisie. Dit volume vormt als het ware de inverse van het stadsgrid. De incisie doorsnijdt een oude route. Enkele meters onder deze oude route wordt de granieten berg uitgehold. Deze ondergrondse route vormt de routing voor het speelruimtevolume. De incisie maakt deze uitholling zichtbaar. De drie niveaus die nu ter plaatse van het entreevolume ontstaan (1. boulevard, 2 entreevolume, 3 parkniveau) worden gekoppeld middels drie mobiele platformen in het entreevolume. Het entreevolume is hierdoor een machine, machinekamer en reclamezuil in één. Daar waar de incisie,
Exterieur
17
INLICHTEN Themadag ‘Licht’
Functieshema
de oude route en de nieuwe speelvolume–route elkaar kruisen is een glazen overkluizing zichtbaar. Deze verleidt de buitenwereld, door een blik te tonen van de onderwereld van het casino. Niet alleen het bouwwerk zelf komt onder de grond terecht, maar ook het bouwproces gebeurd ondergronds. De omringende rots rond de uitholling wordt ingezet als belangrijkste draagelement, er wordt dus gebruik gemaakt van de sterkte van de rotsmassa. Het losraken van stukken van deze dragende wand moet geminimaliseerd worden. Een laag spuitbeton direct na uitgraving aangebracht, zorgt hiervoor. Op plekken van overmatige gruis of gevaarlijk losse delen, wordt een actieve ondersteuning van draadstaal, stalen ribben en rotspennen aangebracht. Er wordt ruimte in de berg gemaakt door iets weg te halen. Iets dat van buiten niet zichtbaar is. Bij de keuze voor materialen en meubilair wordt ook het stereotype beeld van een casino-interieur doorbroken. Het heeft een eigen gezicht gekregen door een mix van klassieke en eigentijdse elementen. De wanden bestaan uit een streng grid van graniet welke “botst” tegen het tapijt. Het dessin van deze tapijten zijn detailopnamen van locaties in de stad waar het stadsgrid tegenaan botst, zoals onder andere beelden van de Kakola-berg. Enkele expressief vormgegeven lichtarmaturen zorgen voor de tafelverlichting. Verschillende kleuren verlichting en tapijt zorgen voor andere plekken en sferen binnen het casino. Alle gecreëerde ruimten zijn verschillend. Soms ogen ze transparant en open, soms introvert en gesloten. Alle ruimten lopen in elkaar over, als een bergweggetje kronkelen ze naar beneden, onderweg het hoogteverschil tussen de ruimten overbruggend. Het is een labyrint vol onverwachtse ontmoetingen, desoriëntatie en een opeenvolging van ervaringen en verleidingen. Miel Steeghs Afstudeermentor
Thomas Kemme Thomas Kemme Architectenbureau Extern deskundige Wim Kloosterboer MADE – architecten Afstudeercoördinatoren Martien Jansen Tony Goossens Jan Willem van Kuilenburg Coördinator architectuur AAS Pnina Avidar Directeur AAS Marc Glaudemans Principedoorsnede
18
Vrijdag 6 juli 2007 werden we ontvangen op het LAC (Light Application Center) van Philips, voor de themadag ‘Licht’. Dit centrum ligt pal naast de Witte Dame midden in het centrum van Eindhoven en dient ervoor om klanten te informeren over de nieuwste ontwikkelingen van Philips op lichtgebied. Na de ontvangst met een kopje koffie, wat ’s morgens altijd prima bevalt, werd gestart met het volle programma. Er werd begonnen met de show ‘Basis Applicatie’, een soort multi-entertainment, waarin de werking van het oog en wat licht met mensen doet werd uitgelegd. Dit alles was gegoten in een show met licht en rook effecten rond om ons heen. Dit was een soort inleiding voor hetgeen wat we daarna nog allemaal zouden gaan zien. Hierna werden de nieuwste ontwikkelingen van Philips getoond. Aan de hand van een aantal ruimtes met verschillende opstellingen werd de zin van licht duidelijk gemaakt. Er was bijvoorbeeld een grote wand met een aantal materialen die op verschillende manieren werd aangelicht. Op deze manier kon duidelijk gemaakt worden wat licht met materiaal doet. En hoewel het soms vrij voor de hand liggend was, was het wel goed om zo direct met licht geconfronteerd te worden. Tevens werden de ‘daglicht’ lampen getoond en werd uitgelegd hoe deze mensen in allerlei situaties kunnen beïnvloeden. In feite werd het bio-ritme van de mens beïnvloed door ze het idee te geven dat de dag langer duurt. Maar ook kan gedurende de dag binnen een kantoor een natuurlijk verloop van de lichtkleur en intensiteit bewerkstelligd worden, vergelijkbaar met daglicht, waardoor mensen niet in eentonig licht zitten wat ten goede komt aan de productiviteit. Na deze ervaringen volgde er een lezing waarin de vorderingen op het LED-gebied werden getoond. Daarin werd duidelijk dat er al veel vorderingen gemaakt zijn, maar dat de LED nog niet zover is dat het bijvoorbeeld de TL kan vervangen. Nog even wachten met het volop toepassen van LED’s in de ontwerpen. Inmiddels was het tijd voor de lunch in de bedrijfskantine van Philips. Tijdens de lunch werden er allerlei toepassingen besproken die de revue gepasseerd waren. Na de lunch vertrokken we weer terug naar het LAC voor een lezing van Lighting Designer Jolanda Tielens-Aarts. Zij geeft onafhankelijk advies over hoe licht in te zetten is in de architectuur. Er werden veel voorbeelden getoond en ook de technische kant werd goed belicht. Dus ‘wat wil je bereiken’ en ‘op wat voor manieren kun je dat doen’. Hierna werd het weer tijd om wat proefopstellingen te bekijken. Hier bleek al snel dat vooral de ‘retail’ een belangrijke klant van Philips is. Er waren verschillende winkelinterieurs die met verschillende soorten belichting belicht waren. Er werd inzicht gegeven in het feit dat verlichting een 19
onderdeel is van een winkelconcept. Het licht ondersteunt de uitstraling of kenmerk die de winkel wil hebben. Er wordt zo bijvoorbeeld in de goedkope supermarkten bewust gebruik gemaakt van goedkoop TL licht zodat de klant ook het gevoel krijgt dat het een goedkope winkel is. Ook werd de nieuwste opstelling getoond met de mogelijkheden van multi-colour LED verlichting in de retail en hoe je daarmee eenvoudig een totaal winkelconcept kunt aanpassen. Erg interessant om te zien wat de mogelijkheden maar tevens ook de beperkingen van LED verlichting zijn! De multi-colour LED haalt namelijk niet het hele kleurenspectrum. Na al deze informatie werd het tijd om zelf aan de slag te gaan. Aan de hand van een bestaand project werd opdracht gegeven om met een groep een lichtontwerp te maken voor een hotel foyer. Helaas was er nog maar een korte tijd om hieraan te werken. De voorstellen varieerden van complete ervaringsroutes tot het toevoegen van een leidend element wat routing en verlichting met elkaar combineerde. Het was vooral erg grappig om te zien dat niemand het na kan laten om allerlei aanpassingen te maken aan het ‘bouwkundige’ ontwerp en daarin soms voorbij snelden aan het doel van de opdracht. Na een lange dag werd er zoals het hoort afgesloten met een borrel. Er was veel belangstelling voor de themadag, vooral door oud-studenten. Helaas waren er maar twee huidige studenten aanwezig. Het thema licht is een heel interessant thema, vooral omdat het zo goed in te zetten is om je ontwerp te ondersteunen of zelfs te versterken. Denk vooral eens aan de resultaten die je kunt bereiken door gebruik te maken van gekleurd licht binnen een ontwerp. Waardevol voor beide partijen gedurende deze dag waren de kritische opmerkingen tussen de benadering vanuit het ontwerp enerzijds en de technische mogelijkheden anderzijds. Hier stond met name Philips erg voor open. Er waren maar enkele deelnemers die de verlichting meenamen in hun ontwerp, ik ben benieuwd of dat deze dag tot een verandering heeft geleid. Of licht bewust ingezet gaat worden of dat er vaker een professional wordt benaderd om een lichtplan te maken. Wat mij betreft was het een zeer nuttige dag. Het was interessant om te zien hoe Philips zijn klanten benaderd en hoe licht ingezet wordt door deze klanten. Er was veel interactie tussen de deelnemers en het was leuk om te zien hoe mensen, die vooral individueel werken, (weer) in een groep functioneren. Sandra van de Beuken
INBREIDEN Wieldorp Aanleiding Diverse problemen belagen de dorpen op het platteland. Verdichting van de kern door de druk van provinciaal inbreidingsbeleid en uitbreiding aan de randen ('witte schimmel') verzwakken de ruimtelijke kwaliteit, jongeren vertrekken door onvoldoende werk en woonruimte, het voorzieningenniveau verschraalt en maatschappelijke structuren die voor sociale cohesie zorgen dreigen verloren te gaan. Tegelijkertijd verdwijnt de landbouw als drager van het landschap. Er zijn echter ook kansen! Veel mensen willen graag landelijk wonen. Door op zoek te gaan naar nieuwe regels, waarbij aansluiting gezocht is bij het landschap, geeft het concept ‘Wieldorp’ een nieuwe impuls aan het landelijk gebied. Los van conventionele gedachten over functiescheiding, is een oplossingsmodel ontwikkeld dat aanknopingspunten biedt voor vraagstukken waarmee het platteland kampt en benut het bestaande kansen. Een 'nieuw dorp' gaat uit van functiemenging van publieke en private ruimtes. Hierdoor ontstaat, zowel op sociologisch als stedenbouwkundig niveau, een grote mate van samenhang. Projectlocatie Het Groene hart, waaronder Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, is lang een ‘heilige huisje’ voor wat betreft bouwen in het landschap geweest. De landbouw heeft hier lange tijd het productielandschap bepaald. Deze landbouw trekt zich momenteel, langzaam terug door de mondiale concurrentie. Het landschap blijft achter. De vraag of het mogelijk is om nieuwe functies in het gebied in te passen, is dus op zijn plaats. Door in het gebied Vijfheerenlanden alle uitbreidingslocaties te bundelen in nieuwe dorpen, kan worden voorkomen dat een (verdere) deformatie van bestaande kernen zal plaatsvinden. Het ontwerp is een reactie op de traditionele uitbreidingswijkjes die volgens de blauwdrukstrategie, tegen de bestaande kernen worden geplakt. Een projectlocatie, gelegen aan het Wiel van Bassa, is nader uitgewerkt. Dit dorp ligt aan de Diefdijk die ooit voor Vijfherenlanden en Alblasserwaard als bescherming diende tegen overstromingen van de rivieren bij de Betuwe. In 1573 veroorzaakte
Wieldorp ontwerp
20
21
Wieldorp maquette
een dijkbreuk het wiel van Bassa dat ruim 13 hectaren groot en ca. 15 meter diep is. Het wiel representeert de spanning tussen cultuur en natuur. Als door de mens in dit gebied geen dijk aangelegd was, dan waren deze wielen waarschijnlijk niet ontstaan. Landschappelijk structuren In het ontwerp is de 'genius loci' van het landelijk gebied leidend. Landschap en woongemeenschap worden met elkaar verbonden. Nieuwe groenstructuren leggen de basis voor fysieke verbindingen die belangrijk zijn voor een landelijke woongemeenschap. De private, publieke en publiekprivate groenstructuren dragen bij aan een robuust stedenbouwkundig casco. De bestaande hoogstam boomgaard fungeert hier als ontmoetingsplek. De groene openbare en semie-openbare ruimte, waaronder de naast de sloten gelegen brede bermen, die onderdeel uitmaken van de rurale tuinen, kunnen door de boer (grondeigenaar) worden gebruikt als grasland. De ontwikkeling De historische pit, met zijn oude gebouwen, grenzend aan bestaand en nieuw cultuurlandschap vormt het verhaal en het geweten van het dorp en biedt diverse ontwikkelingsmogelijkheden op het gebied van recreatie en toerisme. De stedenbouwkundige structuur volgt de morfologie (stroomgordels) en culturele identiteit (slagenlandschap) van het landschap waardoor het dorp leesbaar wordt.
Functieschema
Het landschap behoudt zijn oorspronkelijke functie maar ziet een woonfunctie toegevoegd. De hortus conclusus gevangen in groene kamers maakt een vrije verkaveling langs de radialen mogelijk. Het dwingende slagenlandschap wordt met een nieuwe lineaire structuur herontwikkeld. Publiek en privaat lopen naadloos in elkaar over en vervullen de rurale woonwens. Bouwgrond wordt niet verkocht maar door de boer verpacht aan de huiseigenaren. Hierdoor is de boer verzekerd van een goed inkomen en kan hij zijn taak als landschapsbeheerder economisch staven. Het nieuwe dorp moet als vernieuwend concept worden gezien dat door ontwerpers, en overheden, natuurbeschermers, burgers en ondernemers gezamenlijk invulling gegeven kan worden. Dit concept behandelt vraagstukken die op de economische, ruimtelijke, sociale, ecologische, landschappelijke en cultuur-historische aspecten van het gebied passende antwoorden geeft. Het stedenbouwkundig casco heeft een hoog absorptievermogen waardoor vrijheid voor particulier opdrachtgeverschap en individualiteit gewaarborgd zijn. Afstudeercoördinator:
Martin Jansen, Architect Studio M10, Eindhoven Afstudeermentor: Matthijs Bouw, Architect One Architecture, Amsterdam Visiting critics: Dirk Sijmons, Landschapsarchitect Rijksadviseur voor het landschap, partner H+N+S landschapsarchitecten Utrecht Ton Matton, Stedenbouwkundige MattonOffice, Wendorf Duitsland
Theodoor Hendriks
Stedenbouwkundige bij de gemeente Eersel. De gemeente Eersel is een landelijke gemeente in het Zuid-Oosten van Brabant die te maken heeft met het verstedelijkingsvraagstuk van de aanwezige kerkdorpen. Om de rurale woonkwaliteiten van de dorpen in de gemeente Eersel te behouden en antwoord te geven op o.a het volkshuisvestingsvraagstuk wordt er onderzoek gedaan naar nieuwe verstedelijkingsstrategieën die uiteindelijk moeten bijdragen aan een hoogwaardig en vitaal platteland.
Stroomruggen
22
Intensiteitsdiagram
23
INTERPRETATIE Haus Lange
Vergeten Mies Vrijdag 22 juni 2007 de verrassingsexcursie naar Krefeld en Duisburg. Een wat ongebruikelijke dag voor een VBT excursie. Dat ligt aan het feit dat de fabriek die we gaan bezoeken nog in gebruik is. Vanwege de rondleiding moest het dus in werktijd. Op het station in Venlo verzamelen we, met een welkomst bakje koffie in de nog net niet gesloten stationsrestauratie. Krefeld In Krefeld treffen we een uniek gebouw van Ludwig Mies van der Rohe aan. Zijn enige fabrieksgebouw! Mies heeft van alles ontworpen, van villas tot wolkenkrabbers, maar hij heeft slechts één fabrieksgebouw gemaakt: het HE-Gebäude van Vereinigten Seidenwebereiren; Verseidag AG. De directeur neemt de tijd voor ons. Hij verzorgt trots de rondleiding en vertelt alle belangrijke en onbelangrijke weetjes over het gebouw. Hij is zichtbaar trots op ‘zijn’ Mies. Het hoofdgebouw is ontworpen in 1930-1931. Het heeft als de meeste vooroorlogse gebouwen in Duitsland ernstige oorlogsschade opgelopen, die lange tijd slechts matig hersteld is geweest. Pas recent heeft men het herontdekt en is het onder ‘denkmalschutz’ geplaatst. Nu, na de grondige restauratie, is de ‘vergeten Mies’ weer in de oude glorie te bewonderen.
Ook de woonhuizen van de beide directeuren zijn van de hand Mies van der Rohe. Haus Lange en Haus Esters, gebouwd 1928 – 1930. Anders dan je in eerste instantie zou verwachten zijn deze in een donkere, strakke metselsteen gebouwd. Eigenlijk hebben ze meer overeenkomst met een eigentijds kantoorgebouw dan met een woonhuis uit de dertiger jaren. Strak en rigide, zonder opschmuk en met weer die strenge, sobere statige ritmiek. Duisburg Havengebied; IBA project. In Duisburg is het oude havengebied omgevormd tot een nieuwe woonwijk. Deels met behoud en hergebruik van het oude maar ook veel nieuwbouw, met het water als bindende factor. Museum KüpperMüller is een prachtig voorbeeld van de revitalisering van oude fabrieksgebouwen In dit geval heeft Herzog & de Meuron het omgevormd tot een museum voor moderne kunst. De verdiepingshoogte werd verhoogd van 3 naar 6 meter door tussenvloeren weg te halen. De entree werd aangepast en een prachtige nieuw trappenhuis is toegevoegd. In het interieur vallen de hoge ruimtes op en de afwezigheid van installaties. Deze zijn weggewerkt in de (opgedikte) wanden.
HE-Gebäude (Vereinigten Seidenwebereiren)
Een echt Bauhaus gebouw, met een strenge herhaling in de gevels. De grote stalen puien geven het gebouw zelfs in hun gerenoveerde vorm een prachtige ritmische statigheid. Op de begane grond zijn deels nog de oude raampartijen intact gelaten. We hebben ons verwonderd over de ingenieuze inpassing van de draaiende delen. Omdat de productiefuncties ook hier zijn verdwenen moest een nieuwe bestemming worden gezocht. Als onderdeel van het revitaliseringplan zijn binnenhuisarchitecten ingeschakeld die een toevoeging in het interieur hebben gedaan van een centrale scheidende wand, die mooi aansluit bij het oude gebouw. Het spel met de lichte en donkere zijde, en de omkering die ze hiervan plaatselijk realiseren boeit.
Haus Esters
Küppersmühle
Vreemde sleuframen Persoonlijk heb ik wel moeite met lange sleuframen. Deze ingrepen van Herzog & de Meuron lijken willekeurig gemaakt te zijn. Zonder met de monumentale gevel rekening te (willen) houden. Ze snijden dan ook genadeloos door de oude gevelstructuur. Aan de binnenzijde werken ze wel als mooie verticale, verdiepingshoge sleuven in de wand. Bedoeld als scheiding tussen de museale functie en de buitenwereld. Pas in de nis krijgt de bezoeker contact met de buitenwereld. Een betrekkelijk en wat geconstrueerd effect. Wellicht zou een manshoog glazen doosje, gehangen aan de buitenzijde van de gevel dit effect veel beter hebben gewerkt. Dan kunnen de ingrepen in de buitengevel minder verstorend en beter in verhouding gemaakt worden. Johan van de Ven
Interieur HE-Gebäude
24
Sleuframen
25
INDUCHINA Reis naar Dubai en China. Op uitnodiging van enkele sponsoren/relaties uit het bedrijfsleven heb ik, voor een beperkte bijdrage, een zeer goed verzorgde 10 daagse reis naar Dubai en China mogen maken. Het eerste doel van de reis was Dubai. De stad in de Arabische Emiraten waar HET nu gebeurt. De uitdrogende oliebronnen zorgen ervoor dat de sjeiks andere bronnen voor continueren van hun rijkdommen moeten aanboren. De woestijn wordt in een rap tempo omgevormd tot een oase van air-conditioned shopping-malls en vakantieresorts voor de rijken van deze aarde. De kustlijn wordt kunstmatig verlengd door het maken van eilanden in de vorm van palmbomen en wereldkaarten. Overal rijzen imposante woon- en kantoortorens uit de woestijngrond. In een 1001-nacht architectuursausje. Men zegt dat hier, in de grootste bouwput van de wereld, de meeste bouwkranen van de wereld staan. Aan de top van deze grootheidswaanzin staat het nieuwe Icoon van Dubai; de Burj Dubai. Een toren van minimaal 750 m hoog. Hij kan ook 1000m hoog worden. Dit wordt echter angstvallig geheim gehouden om eventuele concurrenten op een achterstand te houden. Mijn beleving van Dubai is er eentje met een kunstmatig gevoel. Van airco hotel in een airco auto naar een airco shopping-mall. Een avontuurlijk tochtje in een 4-wheel-jeep door de woestijn en de mogelijkheid tot skiën in de overdekte skihal. Een Centerparcs gevoel maar dan met echt bladgoud. Van groot, groter, grootst. Arbeiders worden geïmporteerd uit het buitenland. Werklozen zijn er niet, deze worden simpelweg het land uitgezet. Ik mis een beetje de
Bejing Hotel
26
Verboden Stad
gelaagdheid van de samenleving, de gewone mensen maar ook de armoede. Hoe anders is China. Na een lange nachtvlucht komen we aan in Beijing. We zien mensen in zorgvuldig onderhouden stadparkjes die 's ochtends hun Taj Chi oefeningen doen. Een straatbeeld met kleine marktjes en verdiepingshoog volgepakte bakfietsjes. Maar ook verkopers van 'echte' Rolexen en andere westerse namaak snuisterijen. Met deze hedendaagse kralen en spiegels wordt niet de lokale bevolking verleid maar de moderne westerse toerist. De stad doet niet alleen wat betreft mensen aangenaam aan maar ook wat betreft architectuur. Nieuwe architectuur vindt zijn plaats naast de, helaas steeds sneller verdwijnende, traditionele architectuur zoals die van de Hutongs. (mooi te verkennen in een tochtje met een riksja). Een hoogtepunt is de verboden stad. Een aaneenschakeling van mooie plekjes, pleinen en tempels. Mooi door de verfijning van het detail en geladen met de herinnering van het verleden. Een ander bouwwerk dat niet gemist mag worden is natuurlijk de Chinese muur. Een absoluut indrukwekkend bouwwerk en toeristische topattractie die je fysiek ervaren moet hebben. In de nabijheid ligt ook de community by the Wall. Een hotelresort waar beroemde oosterse architecten een reeks bijzondere villa's, in een mooie vallei met bloeiend
Chinese muur
27
Community by the Wall
sierkers, heeft mogen neerzetten. Natuurlijk met de spelen in het vooruitzicht hebben we ook de toekomstige Olympische highlights bezocht. Helaas waren de nieuwe sport arena's en het vliegveld dat al die stroom toeristen moeten verwerken nog in aanbouw. Maar toch kregen we al een zeer imponerende indruk van hoe groots het allemaal gaat worden in 2008. CCTV schittert op dit moment alleen nog maar op het billboard bij de bouwhekken. Achter deze hekwerken verrijzen twee naar elkaar toe neigende, vrij massieve, torens. Na het gemoedelijke Beijing zijn we naar de laatste bestemming van onze excursie afgereisd: Changhai. Een mega-metropool. Die meteen duidelijk maakt dat China meedraait in de voorhoede van de wereldeconomie. Een stad van 14 miljoen inwoners. Opvallend in deze megastad is dat je de hoogbouw altijd ervaart met de openheid van een groen park of pleintje op de voorgrond. De hoogbouw is nooit dominant op de voorgrond aanwezig en lijkt verstrooit over de hele stad. Bijzonder is ook dat arm en rijk vlak naast elkaar bestaan. Vanuit een florerende behoorlijk westers ogende winkelstraat beland je via een zijstraatje onverwacht midden in een achterbuurtsteeg waar mensen op straat leven en in de openlucht gekookt wordt. Een stad met veel tegenstelling is het best te overzien in het city development center of vanuit de Jimao Tower, waar een lift je in minder dan een minuut naar de 88e verdieping brengt. Met een duizelingwekkend uitzicht over de stad maar ook in de 50 verdiepingen hoge vide van het hotel dat zich boven in deze toren bevindt. Deze Dubai-China reis was vooral een indrukwekkende ervaring van de overtreffende trap. Een grootsheid die ik zelf nog steeds niet goed kan bevatten. Een schaal die in Dubai zeer afstandelijk overkwam maar die in China toch een menselijke dimensie heeft gekregen. Peter Keijsers
Hotel Jimao Tower
28