Ingezet In de kou Inderdaad Intern In zuidelijke sferen Instortingsgevaar Indrukwekkend Ingest ald Impliciet Inwijding In één persoon Integratie Inhoudelijk Intijds Informatief In voorbereiding
In Vlaanderen Inwoners Inspiratie Intriest In memoriam
060306
Foto voorzijde:Transformatorenfabriek Wijdeven, Jacq de Brouwer / Peter Keijsers (2004)
Ingezet Het tweede nummer van het Bulletin ligt reeds voor je. We hebben er hard aan gewerkt om binnen niet al te lange tijd na het verschijnen van het vorige nummer een nieuw nummer met interessante artikelen te kunnen vullen. In dit nummer onder andere bijdrages van afgestudeerden aan de academie, een verslag van een excursie en een publicatie over eigen werk van een van onze leden: Johan van de Ven. Het verenigingsjaar hebben we in mijn ogen een fantastische aftrap gegeven met de excursie naar het werk van Jacq de Brouwer. Deze excursie had het overweldigende aantal deelnemers van 40. Dat is volgens mij een record! Ook was volgens mij eenieder enorm verrast door het prachtige boek dat werd uitgereikt als afsluiter van de excursie. Aan de weekend-excursie naar Haarlem en Zaanstad is door minder leden deelgenomen, maar was desalniettemin een mooie excursie. Helaas was ik zelf op het allerlaatste moment verhinderd, vanwege een plotselinge griep (gelukkig geen vogelgriep). De jaarlijkse borrel hebben we gecombineerd met een zeer onderhoudend verhaal van Harrie van Helmond over zijn reis door Australië (van beide gebeurtenissen in dit nummer tevens een verslag). De toelichting van Johan van de Ven over het onlangs door hem opgeleverde project: Fietsenstalling ‘de Serre’ te Apeldoorn maakt me erg blij, Ik vind het erg leuk dat Johan de moed heeft om over zijn eigen werk te publiceren. Bij deze zou ik andere leden van de vereniging op willen roepen om over door hen gerealiseerde projecten een publicatie te schrijven. Het Bulletin is daar een mooi platform voor. Graag maken we ruimte voor publicaties over eigen werk (groot en klein) van onze leden. Als ‘opwarmer’ voor de in voorbereiding zijnde excursie naar Spanje heb ik een stukje geschreven over mijn bezoek aan Barcelona in september 2005. Hoe breng je enthousiasme voor een bruisende stad als Barcelona over? Ik was in ieder geval onder de indruk…. Samen met Ivo Bastiaansen ben ik bezig de voorbereidingen van deze excursie vorm te geven. Gelukkig krijgen we hulp aangeboden van andere leden van de VBT en er zijn al contacten gelegd met een tweetal Spaanse architectenbureaus. Ik hoop dat deze Excursie een zeer bruisend karakter gaat krijgen en dat we met een enthousiaste groep een week op excursie zullen gaan.
Colofon Redactie: Robin Janicki Ivo Bastiaansen Redactieadres: Vereniging van Bouwkunst Tilburg tijdelijk: Prof. Goossenslaan 1.03 Postbus 90907 5000 GJ Tilburg tel: 0877 874925 fax: 0877 873522
[email protected] www.verenigingvanbouwkunst.nl
Ivo Bastiaansen heeft een stukje geschreven over zijn rol als secretaris én penningmeester. Hoewel hij in zijn stukje schrijft dat beide vacatures vacant zijn, hoop ik echt van harte dat hij deze werkzaamheden nog lang blijft doen. De inzet van Ivo is mijns inziens enorm, dus ik zou hem zeker missen als hij ooit het bestuur zou verlaten. Maar dat laatste is volgens mij nog niet aan de orde (dus Ivo, blijf je nog even?)…. Maar naast deze kritische noot van Ivo, kan ik ook melden dat er twee personen zijn die we voorlopig ‘kandidaat bestuurslid’ noemen: Johan van de Ven en Jan Brouwers. Beiden hebben te kennen gegeven wel interesse te hebben voor een functie, maar hebben naast de VBT ook 3
nog vele andere activiteiten die beslag leggen op hun vrije tijd. Hopelijk nemen ze binnen niet al te lange tijd een beslissing en ik hoop in de nabije toekomst beiden als volwaardig bestuurslid te mogen verwelkomen. Robin Janicki
voorzitter
Inderdaad Museum op Raketenstation van Tadao Ando
Ve r s c h i l l e n d e w e r e l d e n 13 augustus 2005 De verrassingsexcursie naar Keulen werd ondanks de vakantietijd nog door een tiental leden bezocht. Het was ’s morgens al mooi weer en na een koffie op het terras pal voor de Dom lopen we naar de bouwplaats. Ja, inderdaad, een bouwplaats. De bouw was nog niet gereed, maar vanwege de Wereld Christelijke Jongerendagen en het bezoek van de nieuwe (Duitse) paus, was het gebouw één weekeind opengesteld. Op de ruïnes van een oude kerk, die in de tweede wereldoorlog kapot was gebombardeerd, is in de zestiger jaren een kapelletje gebouwd. Het overgrote deel van de kerk bleef ruïne, tot Peter Zumthor de prijsvraag voor de bouw van het aartsbisschoppelijk kunstmuseum Kolumba won. Zijn ontwerp is gewaagd als ook van grote schoonheid. Het heeft dan ook veel stof doen opwaaien. Uiteindelijk zijn de bedenkingen vervaagd en is acceptatie van de schoonheid ontstaan. Zumthor Peter Zumthor heeft me verbaasd. Héél bijzonder vond ik het ontwerp. De vondst van de open metselwerkgevels. Het inpakken van de historische ruines. De prachtige, precieze ingrepen, die oud en nieuw samen tot een nieuwe, pakkende werkelijkheid verheffen. Keine fotos Niet fotograferen! Dát moet je niet tegen architecten zeggen. Dat is als een rode lap vlak voor de ogen van een briesende stier houden en zeggen dat ie niks doet. Je kunt er vergif op innemen dat de camera’s dan overuren draaien. Maar dat viel nog niet mee. Veel oplettende bewakers en een donkere omgeving waren de voornaamste spelbrekers.
Ando Na het kuieren langs de kade reed een deel van de excursie nog langs de ‘nieuwe Ando’ op Insel Hombroich. Liever gezegd, het daarnaast gelegen Raketenstation. Op dit terrein staan een groot aantal follies en gebouwtjes, die door artistieke kwaliteit onderscheiden. Vaak door jonge, veel belovende kunstenaars of architecten ontworpen. De laatste aanwinst was in die zin een uitzondering. Van Tadao Ando kun je veel zeggen, maar niet dat hij jong en veelbelovend is. Hij heeft zijn sporen reeds decennia lang verdiend als een kundig architect. Met zeer veel precisie doceert hij de Japanse symboliek in zijn werk. Thema’s als de benadering van het gebouw, het binnenkomen, de begeleiding van water en gedoceerde natuur, maar ook zeker de dramatiek van de eenvoud en het weglaten van detail. Geen afwerking maar precies geplaatste kale betonwanden met centerpennen. Inderdaad, ook bij deze Ando verzorgden al deze elementen en thema’s weer de dramatiek van het ontwerp. Wéér een Ando? Zoals er al zoveel zijn? Misschien kijk ik dan met een te eng brilletje naar dit overigens erg mooie en ingetogen gebouw. Maar toch… Nothing unusual, niets spectaculair anders, geen nieuwe insteek, geen verrassend ensemble, geen prachtige verbijzondering. Alles klopte zoals het in het draaiboek van een Ando geschreven staat. Ook dit gebouw drijft op de basisprincipes die vele jaren geleden zijn vastgelegd. Iedere projectarchitect, die werkzaam is op Ando’s bureau, kan dit gebouw ontworpen hebben met het boek in de hand. Het is in mijn opinie verworden tot een kunstje. Unica Ik ga voor de benadering van Zumthor. Elke opgave verdient een specifieke benadering en ook een specifieke uitwerking. Dat wil nog niet zeggen dat je als bureau dan niet je basisprincipes in een gebouw legt. Maar door zoals Ando steeds dezelfde uitwerkingslijnen te gebruiken verval je in een sleur. Terwijl bij de keuze voor een unieke benadering én uitwerking van de ontwerpopgave steeds een verrassend resultaat kan ontstaan. Het verschil van het maken van een unica of een serieproduct. Beiden hebben kwaliteiten en voordelen, maar de unica is uniek. Johan van de Ven
Kolumba van Peter Zumthor
4
Museum op Raketenstation van Tadao Ando
5
In zuidelijke sferen Barcelona
zomer 2005
Samen met mijn partner Marloes, houd ik ervan om minimaal twee maal per jaar een korte stedentrip te maken. Afgelopen najaar hebben we een weekje Barcelona geboekt, mede als ‘opwarmer’ voor de geplande excursie met de VBT. We hadden besloten zeer vroeg heen te vliegen (06:35uur) en een hotel te boeken op een paar minuten lopen van de Ramblas. Die vroege vlucht dat viel een klein beetje tegen, want je moet midden in de nacht vertrekken naar Schiphol. De aankomst in Barcelona was overweldigend. Je hebt vanaf ’t moment dat je arriveert in de stad een ander ritme te pakken. Het hotel was perfect, maar in een wijk waar je zeker ’s-avonds niet te diep in moet doordringen. Ondanks de vermoeidheid door de vroege vlucht is het heerlijk om ’s-ochtends om 10:30 uur over de Ramblas te wandelen en een heerlijke kop koffie te drinken op het Placa Reial. Een mooiere aftrap van je vakantie kun je je niet wensen.
rugdenken aan een excursie met VBT naar Rome: met een klein groepje waren we beland in een kerkje, waar nonnen gebeden zaten te prevelen. Het werden een soort mantra’s die met elkaar een heel mooie cadans kregen, prachtig en zeer ontroerend. Weer verder wandelend kwamen we de ‘Mercat de Santa Caterina’ van Enric Miralles tegen. Het project was al wel opgeleverd, maar nog niet geheel in gebruik. Die dag was het zelfs gesloten. Hier en daar werden nog wat werkzaamheden uitgevoerd. Maar na een praatje met een bouwvakker en een medewerkster van de supermarkt werd me verzekerd dat morgen alles toegankelijk zou zijn. Het gebouw van Miralles
Natuurlijk hadden we de nodige zaken voorbereid, maar het was ook vakantie. Dus zeker rustig aandoen was het motto van deze week. Bovendien hou ik er ook wel van om me te laten verrassen door wat ik tegenkom…. Deze eerste dag hebben we voornamelijk de oude stad (Barri Gòtic) verkend. Dit is het oudste deel van Barcelona, je kunt er uren heerlijk wandelen door de vele straatjes en steegjes die dit deel van Barcelona heeft. Bijna vanzelfsprekend bezoek je dan ook de oude kathedraal van Barcelona die zich hier bevindt. Voor je ’t weet hang je daar dan enkele uren rond, om de sfeer te proeven van dit mooie kerkgebouw. Aan deze kathedraal heeft men van af de 13e tot en met de 20e eeuw gebouwd. Dat belooft nog wat voor de Sagrada Familia. Een leuke verrassing was, dat het mogelijk was om op het dak van de kathedraal te wandelen. Over het dak waren stellages geplaatst, van daaruit had je een mooi uitzicht had over de stad. Je kon je heel goed oriënteren, zodat alvast de projecten die we zouden gaan bezoeken, konden worden geplaatst: Sagrada Familia; Torre Agbar; Parc Güell; Forum etc. Als je wat langer in één gebouw bent, dan ga je op andere dingen letten, dan wanneer je er maar even doorheen schiet. Prachtig om de vele zijkapellen te zien waarin heiligen worden vereerd, het vele houtsnijwerk, met soms prachtige kopjes van engeltjes. Het deed me te-
Barri Gòtic
6
Mercat de Santa Caterina (Enric Miralles)
is een herbouw van een oude markthal, maar van het oude gebouw rest niet meer dan de buitengevel. Eigenlijk is alles gesloopt… Miralles heeft achter deze gevels een compleet nieuwe met een prachtig golvend dak overdekte markthal gebouwd. Boven op dit dak ‘staan’ een paar appartementenblokken, die als het ware boven dit dak lijken te zweven. De achterzijde van de markthal is volledig geopend naar een pleintje, hier kijk je echt ‘in’ de markthal, door het ontbreken van de oude gevel. Deze eerste dag hebben we verder niet veel meer ondernomen. Moe van de reis en de eerste indrukken van deze stad, hebben we het hotel opgezocht aan ’t einde van de dag, even gerust en daarna op zoek naar een restaurant. Deze zoektocht werd nog een redelijk avontuur. We besloten om eerst de wijk waarin het hotel stond eens te verkennen. We kwamen een zeer mooi plein tegen (Rambla del Raval heringericht door Jaume Artigues), maar de sfeer was hier en daar ook een beetje grimmig. Na hier enige tijd rondgedoold te hebben besloten we dat we ons toch niet zo erg op ons gemak voelden en besloten we weer terug te gaan in de richting van de oude stad. Eten en drinken zijn geen probleem in Barcelona, overal kan dat. Het is lastiger om een restaurant uit te zoeken dat niet uitsluitend door toeristen wordt bevolkt, maar waar je ook nog ’t gevoel krijgt dat er ‘echte’ Barcelonezen zitten. ’s Avonds laat aangekomen 7
in je hotelkamer, voldaan van een eerste dag, een perfecte maaltijd en de nodige glazen wijn, val je dan snel in slaap, dat kan ik je verzekeren…. De tweede dag hebben we enkele projecten van Gaudi op het programma staan. Ondanks dat misschien de paden naar Gaudi projecten al vele malen door anderen zijn betreden, toch zeer de moeite waard mijn inziens. Eerst een bezoek gebracht aan Casa Milà, per metro slechts enkele haltes van de Ramblas verwijderd. In Casa Milà is een serieus museum over het werk van Gaudi gevestigd. Het is er vrij druk, maar je krijgt via vele modellen, foto’s, en presentaties een uitgebreid overzicht van het werk van Gaudi. Het museum bevindt zich onder het gewelfde dak van Casa Milà, wat vroeger de waszolder was voor de bewoners. Het museum is een vrij donkere ruimte, het contrast met het bezoek aan het dak is daardoor groot: badend in de Spaanse ochtendzon ligt dit golvende dak voor je. Iedereen kent ’t waarschijnlijk al, maar het blijft toch zeer de moeite waard om er ook echt overheen te wandelen en ervan te genieten. Sagrada Família was het volgende Gaudi-project dat op onze verlanglijst stond. Ook hier misschien weer platgetreden paden, maar aan de Sagrada Familia wordt zeer waarschijnlijk nog vele jaren gebouwd, dus blijft een bezoek toch elke keer weer de moeite waard. Dolend door de torens, over smalle trappen, soms schouder aan schouder bezoek je deze immense kathedraal. Het bezoek brengt je vanwege de bouwactiviteiten niet verder dan deze torens en de twee ingangsportalen van de kerk. Het museum onder de kerk is ook zeer de moeite waard. Hier is ook het atelier gevestigd waar men nog steeds ‘in de geest van Gaudi’ werkt: vele modellen worden er gemaakt. Veel groter kun je ’t contrast niet maken, door daarna een bezoek te brengen aan Torre Agbar, een enorme kantoortoren van Jean Nouvel, gelegen aan Avinguda Diagonal. Het gebouw is een 142 meter hoge fallusachtige kantoortoren, maar met een wel heel bijzondere verschijningsvorm. Je kunt het gebouw van vele kanten zien liggen, en ik ben ook best benieuwd naar de mening van de Barcelonezen hierover. Ik kan me voorstellen dat het voor hen best een ‘shock’ moet zijn geweest om dit gebouw te zien verrijzen in de skyline van Barcelona. Het gebouw bezoeken was er helaas niet bij: een potige bewaakster hield ons tegen bij de entree, zelfs een foto maken van deze hal was er niet bij. Gelukkig stond er ook een iets vriendelijker man aan de balie, die me een telefoonnummer gaf, zodat ik bij een volgend bezoek een afspraak kon maken en misschien een bezoek kon regelen. Maar ook de buitenkant was zeer de moeite waard. De glazen gevel die de gekleurde vlakken van een soort ’waas’ voorziet en het water dat als een gracht om het gebouw heen ligt.
Daarna de reis bovengronds voortgezet via een hypermoderne trambaan die in Barcelona deels al is aangelegd. De tram bracht ons tot vlak bij het strand, waar het nu heerlijk was om te zijn: nauwelijks toeristen, je kon er heerlijk wandelen in de namiddagzon. Barcelona heeft een heel dicht netwerk van openbaar vervoer: metro, tram en bus. De bus is toch ook wel een prachtig vervoermiddel, want je ziet veel meer, natuurlijk gaat t niet zo snel als de metro. Bovendien beleef je meer in de bus dan in de metro, de mensen hebben minder haast en er is een andere sfeer. De busreis bracht ons weer tot vlak bij het hotel.
Mercat de la Boqueria Placa de Sant Josep (Lluìs Clotet)
Op de weg terug naar het hotel, hadden we de dagen ervoor een markthal ontdekt vlak bij het hotel: ‘Mercat de la Boqueria Placa de Sant Josep’. Ook dit is een oude markthal, die onlangs is gerenoveerd door Lluìs Clotet. Niet zo ingrijpend als ‘Mercat de Santa Caterina’, maar toch de moeite van het bezoeken zeker waard. Ook als ’t gaat om wat er te beleven valt: hier doen de Barcelonezen boodschappen; groenten, vlees en vis alles wat nodig is om in de dagelijkse levensbehoeften kun je hier kopen. Er zijn ook gespecialiseerde stalletjes die alleen ingewanden e.d. verkopen. Een wat oudere heer, probeerde mij in een kort gesprekje ervan te overtuigen dat testikels van stieren en magen (tripes) toch echt dé heerlijkheden waren van deze streek, als echte vegetariër heb je daar dan je twijfels over….. Weer terug op de Ramblas, de metro genomen naar Parc Güell. Om er te komen moet je toch wel even reizen per metro, maar ook nog een flink stuk lopen. Tijdens die wandeling kom je dan nog even een mooie bibliotheek tegen van Josep Llinàs (Biblioteca a la placa Lesseps), nog in aanbouw, maar zeker iets om te onthouden…. De aankomst van Parc Güell deed me even de moed in de schoenen zinken. Wat een drukte. Bij de entree van dit park blijven de meeste mensen ‘hangen’ In en om de beroemde salamander en het plein met de banken daar is het enorm druk, Daarbuiten kun je heerlijk wandelen, zonder last te hebben van deze enorme hoeveelheid bezoekers. Zeker als je even ‘doorbijt’ en naar het hoogste punt in het park loopt, heb je een prachtig uitzicht over Barcelona. Terug naar de entree leverde die drukte daar toch ook weer wat leuke taferelen op. Als je met een ‘dikke camera’ in je handen loopt, dan ben je al snel ‘de klos’ om foto’s te maken van ‘jan en alleman’. Dit was ook wel heel erg grappig om te zien: meisjes in de meest verleidelijke poses tegen de salamander van Gaudi, gefotografeerd door hun partner. Het had wel iets aandoenlijks.
Torre Agbar (Jean Nouvel)
8
9
Pavelló (Mies van der Rohe)
Na een inspannende wandeling door dit park wil de inwendige mens ook wel weer eens wat aandacht. Op de weg terug naar de metro, kwamen we langs een Spaanse variant van de Amerikaanse Diner. Het was een klein restaurant zonder enige vorm van opsmuk, waar de plastic waterfles gewoon op tafel werd gezet, maar waar je een heerlijke en eerlijke maaltijd kon krijgen, tussen de ‘locals’. De middag zouden we een bezoek brengen aan het Barcelona Paviljoen van Mies van der Rohe. Dat was een behoorlijk eind reizen, dus de metro is dan het aangewezen vervoermiddel. Als je aankomt op het Placa d’Espanya vallen natuurlijk meteen de enorme ‘obelisken’ op van Jujol, daar kun je net omheen. Vanaf het plein zie je ook meteen het ‘Palau Nacional’ liggen, een enorme ‘suikertaart’ waarin het nationale museum is gevestigd. Dit gebouw is het hoofdgebouw van de wereldtentoonstelling van 1929. Maar daar kwamen we niet voor. In de schaduw van al dit ‘geweld’ ligt het Barcelona paviljoen van Mies van der Rohe. Wat een contrast: de overdaad en het geweld van het Palao Nacional tegenover het Pavelló Mies van der Rohe… Het paviljoen is een oase van rust, weinig bezoekers en prachtige ruimtes, volgens mij alleen bezocht door een enkele architectuur freak. Van hieruit een lange wandeling terug naar de Ramblas gemaakt, door de wijk waar we de eerste avond ons zo onveilig voelden. Overdag was de uitstraling veel vriendelijker, smalle straatjes, de waslijnen goed gevuld en op de balkonnetjes af een toe een oude heer, die met een whiskystem contact met je probeerde te maken. Het deed me denken aan een bezoek aan Napels, Italië.
de bus genomen naar het doel van deze ochtend: ‘Forumgebouw’ van Herzog en de Meuron. Dit gebouw lijkt wel een enorm driehoekig ‘space-ship’ dat is geland in Barcelona op deze toch min of meer verlaten plek. Het gebouw heeft een paars/blauwe betonstructuur aan de buitenzijde, die lijkt gescheurd op plekken. Het geheel zweeft bijna boven het maaiveld, alleen hier en daar glimmende entreeportalen om dit enorme beurs-/congresgebouw te ontsluiten, indrukwekkende maar een beetje vreemde architectuur. Het terrein ‘achter’ dit gebouw is nog volop in ontwikkeling Het moet een spectaculair einde gaan vormen aan de Avinguda Diagonal. Deze boulevard en Forum maken deel uit van het herstructureringsplan van dit deel van Barcelona en het Fórum Barcelona 2004. Een gigantische opgave waar nog jaren aan wordt gewerkt. Dus over een paar jaar moeten we Barcelona zeker nog eens gaan bezoeken…. De laatste dag hebben we besloten geen ‘grote’ dingen meer te ondernemen. Het was ook vakantie, hadden we al eerder besloten. Een ochtendje winkelen is ook zeker de moeite waard in Barcelona. Het is een zeer trendy en modieuze stad, waar (zeker als het ‘sale’ is) je je slag kunt slaan. Grote winkelstraten met zoals in alle zichzelf respecterende wereldsteden enorme winkels, maar ook vele kleine boutiques. De terugreis naar Nederland zorgde nog voor een kleine verrassing: vertraging. Aangekomen op het vliegveld, werd al aangekondigd dat de vlucht die we hadden geboekt vertraging zou hebben, maar het was nog onduidelijk hoeveel. De vlucht van 20:00 uur vertrok uiteindelijk pas om 23:30 uur naar Nederland, waardoor we midden in de nacht landden op Schiphol. Voor we in ons bed lagen was het 3 uur. Maar ach wat maakt dat uit, we hadden een erg mooie week achter de rug….. Deze korte vakantie heb ik bewust gepland, om ook een beetje Barcelona te verkennen als reisdoel voor de VBT-excursie. Toen ik terug kwam was ik razend enthousiast over het bruisende karakter van Barcelona. Ik hoop dat ik in mijn verhaal dat een beetje heb kunnen overbrengen en dat ik mensen hiermee kan enthousiasmeren mee te gaan op de te organiseren excursie naar Barcelona en Bilbao. Hopelijk tot ziens tijdens die excursie. Robin Janicki
Donderdag stond het ‘Forum’ op het programma. Dit was een flink eind verwijderd van het hotel, dus onderweg nog een project van Enric Miralles bezocht: Pérgolas de la Avenida Icària. Een soort pergola’s in een brede middenberm van een boulevard. Aan het eind van deze gestileerde bomen
Pérgolas de la Avenida Icària (Enric Miralles)
10
Forum (Herzog de Meuron)
11
Indrukwekkend Excursie Jacq. de Brouwer 8 oktober 2005 Acht oktober was een heugelijke dag voor de vereniging van bouwkunst; het vieren van de uitgave door 010 van de monografie van Jacq. De Brouwer. Hij is het eerste en tot nu toe enige lid dat wordt vereerd met een heus boekwerk; een indrukwekkend oeuvre met een geheel eigen interpretatie van het moderne bouwen. Natuurlijk een uitgelezen reden om een aantal projecten uit dit boek in werkelijkheid te gaan proeven.
Allereerst een heerlijke schrobbelaer. En dat op de vroege ochtend temidden van de geurende bloemen. De pilotis van Corbu worden ook hier niet meer gewaardeerd. Slechts een pishoek bleef van dit hoge ideaal over. De invulling van Jacq. gaat met respect om met het idealisme. Op een vernuftige wijze maakt hij gebruik van de beperkte ruimte. Een zorgvuldige materiaalkeuze en detaillering geeft het geheel zijn eigen ingetogenheid en nauwgezetheid. De chocobolletjes waren lekker.
Snel naar Naber, het volgende project. Een volledig opnieuw opgetrokken stuk erfgoed met een eigenzinnige tuinkamer. De ranke vloer- en dakranden zorgen voor een naadloze verovering van de groene buitenruimte.
Het advocatenkantoor aan de Prof. Cobbenhagenlaan staat als een solitair object in een campusachtige stedelijke ruimte. Het parkeren is aan de achterzijde half verdiept aan het oog onttrokken. Een vlonder naar de entree maakt het gebouw los van zijn groene omgeving . Hier wordt eenzelfde thematiek gebruikt als bij de tuinkamer. De dwingende bouwmethode is op een slimme wijze gebruikt om toch de nodige interne ruimtelijkheid te kunnen ontwikkelen. Ondanks de sobere afwerking is toch een gebouw gerealiseerd met de statige uitstraling die je verwacht bij een advocatenkantoor. 12
Daarna naar Tilburgs grootste uitbreidingsgebied de Wijk, een onderdeel van de Reeshof direct gelegen aan de zuidkant van de spoorlijn Tilburg-Breda. Dwalend over de bouwwegen valt nog weinig te bespeuren van de toekomstige groene oases waarin deze wijk zich zal gaan nestelen. De teruggesnoeide platanen van het Pieter Vreedeplein zijn een voorbode voor wat er komen gaat. Lage plinten en balkons moeten hier gaan zorgen voor de naadloze overgang tussen privé en openbaar gebied. Een rondwandeling laat een ruim scala aan hedendaagse architectuur zien van diverse bekende collega’s.
Op naar Goarl en naar de lunch in een aangename atmosfeer bij de knaapjesboer van Esch. Ook deze visionaire broers kozen voor onze Jacq. om hun saaie hal om te toveren tot een chique ontwerpparadijs met een optimale gebruik van deze zichtlocatie. De ontvangstruimte gaf een geweldig uitzicht op de Rielse Hei. De broodjes waren heerlijk, bijna vergeten dat er nog veel meer in petto was.
Snel naar Oirschot waar nu eindelijk de trouwe discipel, Peter Keijsers, zijn kunsten mocht vertonen. Er valt eenzelfde thematiek te bespeuren m.b.t. de benadering van het gebouw en de aandacht voor het detail. De programmatische vertaling geeft het geheel een eigen atmosfeer. Weer heerlijke vlaai , wel wat veel op een volle maag.
Op naar de nieuwste highlight, nog niet gepubliceerd, het woonhuis van den Boogaert in Steensel. De beperkt erandvoorwaarden waren voor Jacq. geen belemmering om een groots gebaar te maken. In alle eenvoud wordt hier de privacy gegarandeerd. Een ongenaakbare wand geeft de grens aan. Binnengekomen ontvouwt zich de transparante ruimte. We ontwaren hier directe verwijzingen naar middelen uit de hedendaagse architectuur, die we nog niet eerder hebben gezien. Geen heerlijke vlaai of koffie, gelukkig. De opdrachtgever had het druk met alle vernuftige infrastructurele voorzieningen. Zelfs een elektronisch geregelde open haard , die ons niet onbekend voorkwam. 13
Ingestald Terwijl we de kortste weg naar het afsluitende project plannen, geeft Jacq. de vrouw des huizes nog een gedegen kleuradvies voor de hellingbaan naar de parkeergarage. Beton moet beton blijven, grijs dus. Het hoogtepunt van de excursie wacht op ons, de botenloods aan de Kanaaldijk in Eindhoven. Een sereen gebouw in een serene omgeving. Een statement, abstract met natuurlijke materialen. Alleen natuursteen en hout bepalen het beeld temidden van de bomen en het water. Deze plek van contemplatie en rust verbergt de ordinaire opslag van prachtig gestroomlijnde roeiboten en gebral van uitgebluste roeiers. Zoals gebruikelijk werd deze excursie onder het genot van een goed glas afgesloten met een inhoudelijke discussie over de essenties van ons vak. We hebben ervan genoten. Ter herinnering kregen we nog een gebonden reader , de monografie van Jacq. de Brouwer cadeau. Willie Crox en Leo van Beek
Locatie
Fietsenstalling de Serre Kanaalstraat 7 Apeldoorn Gemeente Apeldoorn draagt het architectuurbeleid van Atelier Rijksbouwmeester een warm hart toe. Vandaar dat zij het initiatief tot het bouwen van een fietsenstalling inbrengen in de Masterclass van Rijksbouwmeester en Vlaams Bouwmeester, de Meesterproef 2001. Johan van de Ven mag als recent afgestudeerde met dit project aan de slag. Beleid gemeente Apeldoorn De gemeente Apeldoorn hanteert een vooruitstrevend fietsbeleid. Dat behelst behalve het streven naar een goede bereikbaarheid van het centrum per fiets ook een goed stallingbeleid. Onderdeel daarvan is het aanbieden van gratis, bewaakte en voornamelijk overdekte stallingmogelijkheden. Tot nu gebeurde dat in tamelijk anonieme gebouwen. Voor de herkenbaarheid moet dan een bord ‘fietsenstalling’ uitkomst bieden. Dat moest beter! Vandaar dat de opdracht voor een nieuwe fietsenstalling aan de Kanaalstraat wordt gegeven. Deze restkavel aan de achterzijde van V&D was een wat verpauperd stukje Kanaalstraat, in gebruik als parkeerplaatsje. Als plek voor een fietsenstalling is deze plaats ideaal. Goed bereikbaar per fiets, en direct bij het winkelhart van de stad.
velovator
hellingbanen
Locatie De locatie aan de Kanaalstraat is te krap om 700 fietsen op maaiveld te stallen. Er moet in niveaus gewerkt gaan worden. Een hellingbaanprincipe met stallen op de helling wordt uiteindelijk de inzet. En om een nog efficiënter ruimtegebruik te krijgen wordt ‘stallen in twee lagen’ met het velovatorsysteem geïntroduceerd. De fietsen worden deels opgehangen.
Locatie
14
15
doorsnede
Met deze etalage ontstaat op begane grond niveau een beschutte entree. Binnen domineren de hellingbanen en de fietsenrekken. Het functionalisme van een machine. Geen opsmuk maar noodzakelijke zakelijkheid en efficiency. Met een zo intensief mogelijk gebruik van de beschikbare ruimte door het gebruik van hellingbanen waarop de fietsenrekken staan én door toepassing van extra ‘Velovator-stallingsplekken’. Met dit principe wordt de beschikbare stallingsruimte bijna verdubbeld door fietsen aan een railsysteem op te hangen. De beheerdersruimte is als een kleurige satelliet opgesteld bij de entree. Als accent voor de beveiliging van de gestalde fietsen. Johan van de Ven
plattegronden
Wensen De gemeente Apeldoorn staat een herkenbare stalling voor. De architectonische vormgeving moet bijdragen aan de kwalitatieve uitstraling. De stalling moet haar functie gaan uitstralen. Het model van de fietsenmachine doet zijn intrede. Het stallen als activiteit en de daarbij behorende bewegingen worden als attractie zichtbaar gemaakt. Hierbij hoort een gevel met een hoge mate van transparantie. Het ontwerpproces met de gemeente levert een speciale en ongebruikelijke wens op. Deze heeft te maken met de Grift. Dit is een onderdeel van een oud stelsel van beken en sprengen dat door de stad loopt, en in de loop van de tijd grotendeels ondergronds is gebracht. In de Kanaalstraat is deze Grift weer zichtbaar gemaakt. De steeg die langs de stalling ligt ontsluit een binnenterrein waar vroeger ook de Grift liep. De Gemeente wil dit binnenterrein op termijn weer groen maken en er de Grift weer bovengronds brengen. Als introductie naar dit terrein zal er een prominente boom bij de entree van de steeg geplaatst worden. Dit gegeven is in hoge mate bepalend voor de mogelijkheden van gebouw en voorgevel. Ontwerp De fietsenstalling heeft een krachtige uitstraling gekregen. Een smeltglazen gevel staat garant voor een opmerkelijk beeld. De vervormde transparantie die hierdoor ontstaat versterkt het uitgangspunt van de fietsmachine. Het glas heeft een boomschorsprofilering, hetgeen interessante verschillen in transparantie geeft. De smeltglasgevel laat een gefilterd beeld zien van de activiteiten die zich binnen afspelen. En omgekeerd. Dit alles wordt versterkt door de computergestuurde verlichting, die voor een in sterkte ‘golvend’ lichteffect zorgt. De door de rooilijn stekende ‘etalage’ op de verdieping maakt een sterke tegenbeweging naar de boom, en zorgt ervoor dat de stalling zich markant manifesteert in het straatbeeld. 16
17
In één persoon Va n d e s e c r e t a r i s Hoewel de functie van secretaris en penningmeester al sinds jaar en dag is verenigd in één persoon leek het die persoon een goed idee beide functies tenminste in dit jaarverslag te ontrafelen. De reden van die vereniging in één persoon is als volgt: Voorheen werd het secretariaat van de VBT uitgeoefend door het secretariaat van de Academie. Dat was handig want alle namen en adressen waren sowieso afkomstig van studenten van de Academie, het secretariaat was altijd bemand (bevrouwd) en de verzending van uitnodigingen en kennisgevingen verliep eveneens via de Academie. Toen echter bezuiniging op bezuiniging ook het secretariaat van de Academie trof werd het steeds moeilijker het werk voor de VBT erbij te doen. In vakantieperiodes kon er geen post worden verzonden en daar bijtijds rekening mee houden bleek een moeilijke opgave voor mensen die gewend zijn alles op het laatste moment te doen, of, sympathieker gesteld, op het scherpst van de snede. Daarbij woonden bestuursleden niet meer in Tilburg en groeide de behoefte aan een flexibelere en tegelijk betrouwbaardere oplossing. Die oplossing was ik, de penningmeester was bereid die door eenieder verfoeide klus erbij te doen. Ik had, en heb, daar wel lol in. Het kan op momenten dat mij dat schikt (meestal ’s nachts), het leek me leuk om de ledenadministratie maar meteen geheel te automatiseren en er kon een zekere kwaliteitsslag worden gemaakt in de VBT mailingen (zelfde layout en zo), die ik ook voortaan maar voor iedere excursie voor m’n rekening nam. In het begin was het nog de bedoeling dat zodra de administratie was geautomatiseerd, het secretariaat van de Academie het weer zou overnemen, maar door het steeds maar uitstellen van de aankoop van nieuwe software aldaar is het er nooit meer van gekomen. Wel fungeert het secretariaat van de Academie formeel nog steeds als ons secretariaat en is het adres van de Academie ook het officiële VBT adres. De post komt echter uit Helmond; meestal op vrijdag omdat ik op donderdag, op mijn papadag, soms samen met de kinderen, de postzegels plak (excuus als ze scheef zitten). De functie van penningmeester is bekend; zorgt voor de betalingen tijdens de excursies en de verrekening van de bedragen achteraf evenals de inning van de gelden en de contributie. De penningmeester legt één maal per jaar verantwoording af aan de leden wat er met hun geld is gebeurd. Een samenvatting van deze verantwoording tref je in het bulletin aan; het volledige jaarverslag wordt nooit door iemand opgevraagd. Inmiddels kan ik me niet meer voorstellen dat beide functies, secretaris en penningmeester, ook los van elkaar kunnen worden uitgeoefend. De ledenadministratie bestaat uit één MS Acces database die zowel de acceptgiro’s print als ook de deelnemerslijsten voor excursies. In wezen gebeurt 18
daardoor alle administratie voor de VBT door één bestuurslid, zodat de rest zich kan toeleggen op de inhoud. Helaas komt daardoor ook mijn naam onder veel (alle) brieven en dat doet geen recht aan het werk dat andere bestuursleden doen. Andersom leidt dat er weer toe, dat, ook al organiseer ik die excursie niet, ik toch meestal als eerste wordt aangesproken. Een tweede nadeel betreft de controleerbaarheid. Er is gelukkig een goede ex-penningmeester, die de jaarstukken steeds zorgvuldig napluist en er ook altijd weer wat uithaalt (zie elders). Een derde nadeel zou kunnen zijn dat de vereniging van secretaris en penningmeester in één persoon een zekere machtsfactor binnen het bestuur vormt, die wellicht zelfs een blokkade vormt voor opvolging of nieuwe bestuursleden,….. het hoeft niet, maar het kan zijn. Welnu; zowel de functie van penningmeester als die van secretaris als allebei samen zijn vacant! Niet dat ik er geen lol meer in heb, niet dat het zoveel tijd kost (dat kost het, maar dat geeft niet), maar om anderen in de gelegenheid te stellen één van deze of beide functies te bekleden en om te voorkomen dat ik om wat voor reden dan ook een blokkade vorm voor nieuw bloed in het bestuur. Alles draait overigens perfect, maar ook dat hoeft geen pré te zijn bij het werven van nieuwe bestuursleden. Als u bij het lezen van dit stukje denkt, “dat is net iets voor mij”, is dit het moment om de telefoon te pakken en te zeggen “ik doe het!” De cijfers Het ledental van de Vereniging van Bouwkunst staat thans op 102. Hoewel er de laatste jaren enige progressie in zat, tot 110 leden vorig jaar, betekent dit weer een terugval. Het lukt ons vooral niet goed genoeg afgestudeerden blijvend aan de VBT te binden. Van alle afstudeerders in een jaar wordt ongeveer de helft lid (na eerst een jaar aspirant-lid te zijn geweest). Echter in de jaren daarop vallen er steeds weer wat af. Afstudeerjaar 2003-2004 vier van de zes zijn lid, 2002-2003 één van de zes is lid (twee zouden nog kunnen betalen), 2001-2002 vijf van de elf zijn lid, 2000-2001 vijf van de twaalf zijn lid, 1999-2000 vier van de zeventien. De jaarlijkse contributieronde blijkt veelal het moment van de waarheid; opzeggingen komen pas binnen nadat de acceptgiro’s zijn verstuurd, soms pas nadat de aanmaningen zijn verstuurd. In de praktijk eindigen de meeste lidmaatschappen echter doordat mensen gewoon niet betalen,… Een kanttekening is wel op z’n plaats; afgestudeerden hoeven niets te doen om aspirant-lid te worden, dat gebeurt automatisch. Ze hebben er dus ook niet actief om gevraagd; het is aangeboden. Opzeggingen in 2005 • Anouk Dolmans (was aspirant-lid), • Natascha van den Hurk (was aspirant-lid), • Theo van Esch, • Marco Visser en • Frans de Beer. Frans is levensbedreigend ziek, zijn bureau is overgenomen door Jos Overboom.
19
Aanmeldingen in 2005 • Stephan Kentie, • Michiel van der Wielen, • Alex Doezé en • Jeroen Calis
Integratie
Naast statutaire leden (die contributie betalen) zijn er 8 aspirant-leden, 5 ereleden, 4 excursieleden (mee geweest als introducés op grote excursie), 44 informatieleden (krijgen post omdat ze ooit zijn meegeweest op excursie of iets anders hebben gedaan waaruit belangstelling sprak) en 72 studenten. Studenten krijgen de info van de VBT via het Academie secretariaat en kunnen deelnemen tegen ledentarief. De lijst informatieleden wordt af en toe opgeschoond Daarvoor wordt jaarlijks gevraagd een formuliertje te retourneren waaruit blijkt of er nog belangstelling is. In de afgelopen vier jaar hebben 54 van de 102 leden tenminste één keer deel genomen aan een excursie. 44 leden hebben meerdere malen deelgenomen in de afgelopen vier jaar. Hieruit valt af te leiden dat de betrokkenheid van de leden bij hun Vereniging groot is. Het kan echter beter: het zou fijn zijn als we meer leden mee kregen op excursies; laten we zeggen, het is jammer te merken dat van sommige excursies maar zo weinig leden konden genieten, ondanks de perfecte organisatie, voorbereiding en diepgang. Was de dag verkeerd, de uitnodiging te laat, het onderwerp niet boeiend genoeg. De vragen zijn retorisch; er blijkt vaak moeilijk een eenduidige reden voor aan te geven. Neemt niet weg dat kritiek achterwege kan blijven; die hebben we keihard nodig om het programma zo goed mogelijk af te stemmen met jullie wensen. Recentelijk heeft nog een hele e-mailwisseling met enkele leden plaatsgevonden of het programma voor de Spanje excursie wel boeiend genoeg is,…. Is iedereen afgelopen drie jaar in Barcelona geweest en in Bilbao? Weleens rondgeleid door Esteve Bonell of Joan Busquets? Wij denken een boeiend programma te hebben (zie elders in dit bulletin), maar als iedereen vindt dat we naar Madrid moeten, dan zeggen we ze af. Ook hier kan altijd geanticipeerd worden op wensen van leden. Hulp is meer dan welkom; als nieuw bestuurslid, maar ook als mede organisator voor een excursie. Heb je goede contacten in een plaats die ‘hot’ is, met een architect/stedenbouwer die graag iets wil vertellen en laten zien,… en wil je ons helpen die contacten te benutten,… graag! ‘Binnenkomen’ kost namelijk vaak het meeste moeite. Je mag er vervolgens op rekenen dat het VBT-bestuur klaar staat hier een perfecte excursie omheen te organiseren. Voor het bulletin geldt hetzelfde; zet je mening over een gebouw of ingreep eens op papier om het met anderen te delen of reactie uit te lokken. Deel je ervaringen over opdrachtgevers, welstandscommissies, vervelende stedenbouwkundigen etc met andere leden of publiceer je werk of inzending voor een prijsvraag. Het bulletin is van en voor leden. Ivo Bastiaansen
20
KAS DI ARTE “Levende traditie als bron van het nieuwe” Cultuur is de uit ideeën spruitende vorm van menselijk handelen en een continu proces van traditievorming en vernieuwing. Overlevering van kunst,- en cultuuruitingen is de tastbare neerslag van de menselijke herinnering. Ook de kunst heeft een geheugen. Kunstenaars blikken in de toekomst en reageren tegelijkertijd op het verleden. Daarom zal dit als leidende gedachte in de filosofie van de kunsthal gelden. “Het nieuwe komt voort uit de traditie” Maar evenzeer ´tradities vernieuwen zich voortdurend´. Elke generatie immers kent of kende nieuwe betekenissen toe aan wat uit het verleden wordt overgeleverd. De kunsthal zal laten zien hoe vernieuwingen steeds weer voortkomen uit en leiden tot overschrijding van de bestaande grenzen en het ontstaan van nieuwe verbanden. Het zal steeds zoeken naar nieuwe dimensies in de beleving van kunstwerken en tijdsbeelden. uit het tijdschrift: Not only Black & White Mijn uitgangspunt: een plek creëren waar mens, kunst en cultuur elkaar ontmoeten. De Kunsthal en het plein moeten dienen als een ontmoetingsplaats waar altijd activiteiten zijn en waar men elkaar opzoekt voor sociale contacten. Een plek die lokale bewoners en toeristen zal trekken. Een plek waar dans, kunst, muziek en eten centraal staan. Waar kinderen speelsgewijs gestimuleerd worden meer met kunst en cultuur bezig te zijn. Het ontwerp moet iets typisch Curaçaos zijn, iets dat bij het eiland hoort. Het ontwerp symboliseert een hersenkoraal dat vast ligt aan de lava, gebogen in de richting van de stroming. Het gebouw maakt gebruik van de natuureigenschappen als zon, wind en regen. Het ontwerp is vernieuwend , maar passend in de bestaande architectuur. Het gebouw moet een maximale integratie zijn: “Oud & Nieuw, Eiland & Klimaat en Mens & Cultuur” De locatie van de kunsthal is in Willemstad, Curaçao. Gekozen is voor het oostelijk deel van het Brionplein vanwege het prachtig uitzicht op de Sint-Annabaai en de Caribische zee, de Emmabrug en het Brionplein. De Kunsthal dient in eerste instantie voor het beheer en de presentatie van collecties, voor het organiseren van wisselende tentoonstellingen en voor een kunst,- en cultuurbezoek. SHURBY ELOiSE
07 07 2005
secretaris
21
MAQUETTE
Inspiratie tot dit ontwerp.
Ik was op zoek naar iets dat typisch Curaçaos is, iets dat bij het eiland hoort en veel voorkomt. Curaçao is zon, zee en rotsen. Het eiland heeft een lavastructuur waar koralen op groeien. Mijn ontwerp symboliseert een hersenkoraal die vast ligt aan de lava, gebogen in de richting van de wind. Het gebouw maakt gebruik van de natuureigenschappen als zon, wind en regen.
KUNSTHAL ONTWERP
DETAIL ONTWERP
KUNSTHAL ONTWERP
22
John Speck
Shurby Eloïse
OOST ZIJGEVEL
23
Inhoudelijk ‘ S U I TA B L E T O T H E C I T Y ’ – Tijd voor een inhoudelijke discussie Mijn afstudeerplan formuleert een nieuwe invulling voor ‘Ground Zero’ in New York. Het doel van mijn voorstel is het, een inhoudelijke discussie op gang te brengen over de manier waarop architecten zin kunnen geven aan dit soort gevoelige locaties, zonder te vervallen in emotionele clichés als het winnende plan van Daniel Libeskind. Het denken over de stad Graag wil ik een kader scheppen dat het mogelijk maakt om op een andere manier naar een mogelijke invulling voor de plek te zoeken dan Libeskind dat doet. Het is hierbij belangrijk na te denken en vragen te stellen over de betekenis van de plek/plaats. Volgens Manuell Castells moeten we het begrip plaats opdelen in twee kwaliteiten de space of flows(stroomruimte) en de space of places (plaatsgebonden ruimte) ik citeer. ‘De space of flows is de ruimte van de netwerken en informatiestromen. Deze is slechts indirect verbonden met de fysische ervaringsruimte van de stad en de metropool. ‘Space of places daarentegen wordt bezet door gewone mensen, door de massa’s. Deze bewonen nog steeds plaatsen die gekenmerkt worden door een specifieke vorm, functie en betekenis’. Het betoog van Manuel Castells geeft aan dat de netwerken en informatiestromen niet echt een relatie met een fysieke plaats nodig hebben. We kunnen het woord plek vervangen door het woord stad. De netwerken parasiteren als het ware op de stedelijke ruimte. Ze gebruiken haar straten zonder er zelf iets aan toe te voegen. Mijn plan is tweeledig. Enerzijds wil het laten zien in welke positie de hedendaagse (netwerk)stad zich bevindt. Anderzijds wil het de ruimte ontwerpen die laat zien hoe je de stad nog enige vorm van betekenis kan geven. Op welke manier de stad nog haar publiek domein kan claimen. Ik wil aangeven waar, binnen het beklemmende grid dat symbool staat voor de netwerken, de ruimte ligt voor stedelijkheid die zo belangrijk is voor de houdbaarheid van de stad.
De Massa Als eerste is de massa ontwikkeld. Vertrekpunt hierbij was dat ik wilde starten met het maximale volume dat op de site zou passen. Er is een 3 dimensionaal grid gevormd en in dit grid heb ik op een willekeurige manier het totale kantoorprogramma een plek gegeven. Als laatste heb ik alle overbodige structuur verwijderd en hield een formatie van torens over. Er was een torenstructuur ontstaan die precies verbeelden waar de stad voor staat, the space of flows, de stroomruimte. Mijn streven was het om een ruimte te ontwikkelen die in alles net tussen de torens in lag . Ik was op zoek naar de leegte van central park maar dan in de drukte van Lower Manhattan. De ruimte die het onverwachte mogelijk maakt, de ruimte die plaats biedt aan stedelijkheid. Door de ruimte die tussen de torenstructuur overbleef als massa te beschouwen voldeed ik aan deze eis. Dit was de ruimte die ik wilde maken! De Ordening van de Massa Zoals je de stad op grofweg twee manieren kunt doorkruisen is dit in mijn gebouw ook het geval. De metro verbind de highlights aan elkaar en geeft je een gefragmenteerd beeld van de stad. In mijn plan is de metro gebruikt als referentie voor de afwikkeling van het snelverkeer door het gebouw. In beginsel heb ik elk programmaonderdeel opgevat als een eigen netwerk. De liften verbinden de verschillende verdiepingen binnen dezelfde programmaonderdelen/netwerken met elkaar. Je kiest dus niet meer alleen een verdieping, zoals in een traditioneel gebouw, maar ook een programmaonderdeel/netwerk. Dus bijvoorbeeld de kantoorlift, de leisure-lift of de woonlift. Zoals de stadsnomade de stad op zijn eigen tempo verkent en het onverwachte ontdekt en daarmee het publieke domein verkent, dat de ‘higlight-hopper’ niet te zien krijgt bij zijn bezoek aan de stad, koppelen hellingbanen en pleinen in mijn gebouw de publieke functies aan elkaar. Die programmaonderdelen/netwerken die een positieve bijdrage leveren aan het publieke domein zijn naast de snelliften ook rechtstreeks te bereiken middels de hellingbanen en pleinen. Alle andere programmaonderdelen zijn alleen bereikbaar via de snelliften Het Memorial De liften heb ik geplaatst aan de randen van de footprints van de voormalige TwinTowers. Doordat de torens gespaard zijn in de massa worden ze op een kleinere schaal in een negatief weer opgebouwd. De liften schieten dus door de leegte waar ooit de torens stonden. Op deze manier zijn de voormalige
Het Programma Het programma beslaat circa 1.662.000 m2 dit zijn circa 335 voetbalvelden of het hele stadscentrum van Tilburg. Kantoor Hotel Conferentie Detailhandel Podiumkunsten ed. Wonen 24 uurs programma en een nader te bepalen park en leisure-deel 24
900.00 m2 63.000 m2 63.000 m2 93.000 m2 50.000 m2 400.000 m2 93.000 m2 25
torens van wezenlijk belang voor de nieuwe structuur. Ze vormen als het ware het kloppende hart voor deze nieuwe invulling. Ze zijn verantwoordelijk voor de werking van de netwerken waar zij ooit expliciet deel van hebben uitgemaakt en vormen zo de uitdrukking van een levend memorial. De ruimte tussen de voormalige torens wordt leeg gelaten en is expliciet bedoeld ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de ramp. Deze ruimtes ontrekken zich aan de hectiek van de stad en het systeem van de massa. Ze zijn uitsluitend gelegen op de technische lagen en hebben daardoor een verdiepingshoogte van 60 meter. Het zijn steriele ruimtes waar je, je klein en machteloos voelt, en omringd bent door de namen van de slachtoffers. De Ge vel De gevel zou duidelijk moeten maken in welke toestand de hedendaagse stad, en met name Lower Manhattan zich bevindt. Zij is ten prooi gevallen aan de netwerken. In de doorsnede van het gebouw komt dit al tot uitdrukking doordat de afzonderlijke functies op hun eigen laag worden ontsloten en een specifieke verdiepingshoogte kennen. De verdiepingshoogte is afleesbaar in de constructie van de gevel. Elke functie is ook te herkennen aan zijn eigen raamopening. De gevel is door dit alles ook te lezen als een doorsnede van Manhattan. Zoals de grondlagen van de aarde iets vertellen over haar geschiedenis, zo vertelt de gevel van mijn plan iets over de huidige situatie van Manhattan. De gevel is te lezen als het DNA profiel van de stad. Nawoord Architecten en planners kregen niet de tijd om een objectieve blik te ontwikkelen op de situatie omdat de periode waarin de plannen ontwikkeld werden veel te snel volgde op de feitelijke datum van de aanslag. De gebeurtenis lag nog te vers in het geheugen. Niet alleen bij de architecten maar wellicht belangrijker in het geheugen van de New Yorkers. Het is belangrijk dat er een kader kan worden gecreëerd waarbinnen een volwassen discussie omtrent de nieuwe invulling kan worden gevoerd. Een discussie die verder voert dan een statement van rouw of macht maar echt inhoudelijk ingaat op de specifieke problematiek van de opgave. Door de plannen zó snel te ontwikkelen was dat kader niet aanwezig. New York was eenvoudigweg nog niet klaar voor zo’n discussie! John Speck
19022006
Informatief Beste Paul Hierbij stuur ik je de stukken van de jaarrekening t.b.v. de kascontrole. Het overzicht maakt duidelijk dat er € 163,-- is ingeteerd op het vermogen c.q. meer is uitgegeven dan er binnenkwam. Gezien de VBT reserves is dat acceptabel; had zelfs wel iets meer mogen zijn. Er zijn 110 leden; het schema meldt 111 omdat er wederom iemand dubbel heeft betaald die ik nog niet heb terugbetaald. Die hoeft deze ronde niet te betalen. Om niet verder in herhaling te vallen, bespaar ik je verder allerlei financiële analyses en de daarbij horende verklaringen. Ik wens je alle sterkte toe bij het door spitten van deze getallenmaterie en heb er alle vertrouwen in dat je dat grondig doet. Met vriendelijke groet, Ivo Bastiaansen
Beste Ivo De jaarrekening ziet er weer verbluffend overtuigend uit. Voor een deel komt dat natuurlijk door het gebruik van de computer - waar een oude HBS-a leerling zoals ik die dat allemaal uit het hoofd moest doen het nakijken heeft - en voor het overige deel heeft het natuurlijk te maken met je eigen degelijkheid. Desalniettemin hoort bij deze controle nu eenmaal enig gemuggenzift, dus bij deze: • In het kader van de overzichtelijkheid adviseer ik je om na te denken over de algemene rubrieken in die zin dat eenvoud de boekhouder siert. Je zou bijvoorbeeld onder bestuurskosten kunnen verstaan alle kosten die nodig zijn om de VBT te besturen. Behalve het jaarlijkse etentje hoort daar dan ook bij het bulletin, girotel, k.v.k. , porto, borrel, etc. Dat voorkomt wellicht posten zoals ‘Super de Boer’ die bij porto staat (verkopen ze daar postzegels?). • Een vereenvoudiging zou ook aangebracht kunnen worden bij de rubrieken van de excursies. Bij voorbereidingskosten past volgens mij naast brieven en enveloppen (drukwerk) ook porto, reader, gidsen en plattegronden, etc. En als je van reis- en verblijfskosten reis- en hotelkosten maakt zodat verblijfskosten de kosten ter plekke zijn – wellicht opgesplitst in contante en girale betalingen – dan schiet het ook aardig op. Dit voorkomt wellicht de onduidelijkheid bij de excursie naar Hamburg waar uitgaven binnen en buiten het bedrag genoemd worden zonder dat vermeld wordt over welk bedrag het eigenlijk gaat. Bij de excursie naar Finland is eveneens sprake van enige verwarring tussen giraal en contant, hoewel de toelichting in het mapje Finland en de giroafschrijvingen daar samen duidelijkheid in verschaffen. Rest mij nog te melden dat ik wederom van mening ben dat je erg zuinig bent. Jouw eigen opmerking dat het interen van € 163,- op een vermogen van ruim € 7000,- “zelfs iets meer had mogen zijn” beschouw ik maar als een eufemistische opmerking die het komend jaar niet meer gemaakt wordt.
26
27
Hierbij keur ik de jaarrekening goed. Met vriendelijke groet,
Paul Kurstjens
Tja, Paul, je hebt natuurlijk wel gelijk met dat beperkte interen op het vermogen. We doen ons best, maar wat mij betreft zonder over de balk te gooien. Begin dit jaar, dus nog buiten het overzicht, hebben we de Jacq de Brouwer excursie flink gesponsord met het aanbieden van de monografie van Jacq i.p.v. een gebruikelijke gekopieerde reader. Kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. We denken daar veel goodwill mee te hebben bereikt (zeker nu zoveel mensen hebben deelgenomen), dat is goede reclame voor de Vereniging. Nog even je opmerkingen: deels zou er best wat meer helderheid in de posten op de begroting mogen zijn. Ze zijn echter niet helemaal onlogisch, ze zijn in ieder geval ieder jaar gelijk zodat vergelijking tussen de jaren mogelijk wordt. Trouwens bij de Super de Boer in Helmond verkopen ze postzegels. De post “porto” bevat alle kosten die nodig zijn om de leden te informeren over de activiteiten, de inning van de contributie, ed, dat wil zeggen de kopieerkosten, de postzegels en eventueel printkosten. De post “bestuurskosten” bevat alle kosten die het bestuur maakt om te kunnen besturen; die gaat vooral op aan horeca; drankje na afloop van de vergadering bij Meesters of tegenwoordig bij Bet Koolen, jaarlijkse etentje, eventueel cadeautje voor een vertrekkend lid, etc. De post “diversen” is eigenlijk een verzamelpost; hieronder vallen kosten zoals het abonnement voor de website, lidmaatschap Kamer van Koophandel, kosten voor de girorekening en elektronisch bankieren, maar ook de drukkosten van de acceptgiro’s, eventueel nieuwe enveloppen en soms een aanschaf voor een nog niet geplande maar wel interessante excursie. Onder “bulletin” staan alle kosten die samenhangen met het bulletin, zodat daarvan duidelijk is wat het kost. De uitsplitsing van de “excursiekosten” zijn wat minder helder; in principe zijn reis- en verblijf uitgesplitst (meestal het grootste bedrag), de reader en andere uitgaven die binnen het excursiebedrag zitten, zoals buskaartjes, een cadeautje voor de gids, etc. Dan maken we nog kosten die niet, of niet per se binnen het excursiebedrag zitten, bijvoorbeeld de rekening van een keer gezamenlijk uit eten. Vaak neemt de VBT die kosten achteraf gewoon voor haar rekening, soms moeten deelnemers wat bijbetalen.
Vermogenspositie Kas Giro Kapitaalrekening
€ € €
0 657 6.345
september 2004
€
7.002
INKOMSTEN UITGAVEN
SALDO
Per betalend lid
Bestuurskosten
€
0
€
449
-€
449
-€
4,04
Bulletin
€
0
€
381
-€
381
-€
3,43
Contributies
€
5.600
€
50
€ 5.550
€
50,00
Porto
€
0
€
939
-€
939
-€
8,46
Diversen
€
0
€
421
-€
421
-€
3,79
Hamburg Bijlmer en Ijburg Finland Amersfoort Houten Keulen
€ 2.240 € 365 € 18.490 € 125 € 0
€ 2.861 € 912 € 19.891 € 656 € 255
-€ 621 -€ 547 -€ 1.401 -€ 531 -€ 255
-€ -€ -€ -€ -€
5,59 4,93 12,62 4,78 2,30
Excursies
€ 21.220
€ 24.575
-€ 3.355
-€
30,22
€
112
€
112
€
1,01
€
225
-€
225
-€
2,03
-€ -€
108 55
-€
0,97
-€
163
Sparen Borrel
€
0
Subtotaal Saldo Verrekening
€ 26.932
€ 27.040 -€ 108 € 55
Totaal
€ 26.932
€ 27.095
Saldo
-€ € 26.932
Vermogenspositie Kas Giro Kapitaalrekening
€ € €
0 282 6.557
163
€ 26.932 september 2005
€
Verschil vermogenspositie 2004 en 2005 Rekenkundig verschil (afronding)
6.839 -€ €
163 0
Wat de overzichtelijkheid zeker niet ten goede komt, maar wel moet worden uitgerekend, is de verrekening van allerlei bedragen. Die zijn ook meteen de controle of alles klopt. Daarom tref je aan ‘pinnen’ wat in wezen het overhevelen van giraal geld naar contant geld is, maar geen uitgave. Wil ik echter de uitgifte van dat contante geld kunnen controleren, moet ik een totaaltelling in het schema zetten, die weer op nul uitkomt. Contante uitgaven zijn echter ook weer verdeeld over de posten, zodat deze nultelling soms over het hele schema is verspreid,....Dat is inderdaad weinig overzichtelijk en ik zal eens nadenken of dat helderder kan. Ivo Bastiaansen 28
penningmeester
Uitgaven per betalend lid
29
In voorbereiding Vo o r l o p i g p r o g r a m m a e x c u r s i e Barcelona Bilbao 1. Tuesday 23 Mai; travelling to Barcelona, depending on schedule. 2. Wednesday 24 Mai Ochtend: guided tour by COAC? • Front Maritim: public space Port Vell (Viaplana / Pinon / Mercade, 1995), Barceloneta Casa de la Marina (Coderch / Valls, 1951), promenade Barceloneta (Artigues, Henrich, Roig, Tarrasó, 1998), Parc de la Barceloneta (Henrich, 1997), hospital del Mar (Brullet / de Pineda, 1992), Middag: • Olympic village; Olympic Port (MBM, 1991), Centro Meteorologico (Siza, 1991), apartments (Bonell i Gil, 1992), Pergolas de la Avenida Icaria (Miralles, 1992), Parc Poblenou (Ruisánchez, Vendrell, 1992) 3. Thursday 25 Mai Ochtend: • Plaza des Glories: Torre Agbar (Jean Nouvel, 2004), Apartments (MBM, 1959) Middag: • Forum Universal; Parc Diagonal Mar (Enric Miralles, 2002), Conference center (Mateo, 2004), Forum building (Herzog & De Meuron, 2004), Parc dels Auditoris, Zona de Banys (Beth Gali), Esplanada i Pergola Fotovolta (José Antonio Martínez Lapeña, 2004), Passarel La I Edifici Capatania (Domingo / Ferré), office buildings Zona Nord (BCQ, 2004). Opmerking; is allemaal wel heel grootschalig, dus ik weet niet of we daar zo lang moeten zijn. Misschien inwisselen voor Vall d’Hebron met project van Bonell I Gil. 4. Friday 26 Mai Ochtend: • City Vella El Raval: Facultad de sciencias de la comunicacion (Freixes, 1996), Cultural center contemporania de Barcelona (Pinon / Viaplana / Mercade, 1993), MACBA (Meier, 1995), apartment building (Llinas, 1994), library of Catalunia (Rodon, 1998), Rambla del Raval (Cabrera, 2000), Raval sports complex (Farrando, 1991), Santa Monica Art Center (Viaplana / Pinon, 1992) Or: • Illa Diagonal in Sarria (Moneo / Morales, 1994) Middag: • Visit office of Joan Busquets (in Sarria). Possibility: travelling to Lleida or Vilanova i la Geltru. 5. Saturday 27 Mai Ochtend: • Stroll through the Medieval city Pati Llimona civic center (Sola-Morales, 1991), monument Fossar de les Moreres (Fiol Costa, 1989), hotel Citadines (Bonell i Gill, 1994), Palau de Musica (Domènech i Muntaner, 1908,Tusquets/ 30
Diaz, 1989), Mercat de Santa Catarina (Miralles, 2003), apartments (Cáceres, 1994), convent de Sant Agustí (Moragas i Spa, 2001), library the UPF (Clotet, Paricio, 1999), remodeling of the Jaume I Barracks UPF (Bonell i Gil, 1996), university building (Garcés, Soria, 1997) Middag: • Guided visit by Bonell i Gil (office in a street next to Paseo de Garcia) 6. Sunday 28 Mai Ochtend: • Stroll on your own through an awakening Barcelona Middag: guided tour COAC? • Montjuïc; Mies van der Rohe Paviljoen, Palau Sant Jordi (Isozaki, 1990), Parc de Migdia (Beth Gali, 1992), botanical garden (Ferrater, 1999), Igulada Cemetery (Miralles, 1991) Night train from Barcelona to Bilbao 7. Monday 29 Mai • Guided tour in Bilbao by Infitrion, including a lecture in the Basque Official College of Architects about Bilbao urban evolution and a visit to the Nursery in Sondika. Stroll along the Nervion: apartment building of Galindez (1934), bridge of Calatrava, metro of Foster 8. Tuesday 30 Mai • Guggenheim Museum of Gehry (1998) • Congress and music center of Soriano (1999) 9. Wednesday 31 Mai Daytrip to San Sebastian: Club Nautico of Aizpurua / Labayen (1929), congress and concert building of Moneo (1999) and Plaza del Tenis, Pena Ganchegui / Chillida (1976), tower Vista Alegre of Pena Ganchegui (1958) 10. Thursday 1 June Return flight to Barcelona Aeropuerto El Prat del Llobregat; extension airoport van Ricardo Bofill (1992) Return flight to Amsterdam Opmerkingen: Verschuivingen zijn altijd nog mogelijk. De gedachte is om een dagdeel rondleiding door Busquets, een dagdeel rondleiding door Bonell i Gil, een dagdeel rondleiding door COAC (Catalaanse BNA) en een dag rondleiding in Baskenland door Infitrion (i.o.v Baskische BNA). Opgeven voor deze excursie kan tot 1 april!
Herinrichting openbare ruimte langs de rivier de Nervion in Bilbao la Vieja (Sabada, foto Jose Miguel Llano
31
In Vlaanderen Afstudeerproject OS 2020 To m R e y n d e r s Dit afstudeerproject bestond erin te onderzoeken in welke hoedanigheid een Olympisch dorp in Vlaanderen kan gepland en gebouwd worden. De keuze van Antwerpen-Linkeroever als projectgebied is ontstaan vanuit de enorme potentie die deze locatie in zich heeft.Tot op de dag van vandaag is Linkeroever grotendeels beperkt tot het zijn van een monofunctioneel slaapdorp met aan de overzijde van de Schelde de historische stadskern van Antwerpen. Gezien het bouwen van een olympisch dorp en het verder ontwikkelen van Linkeroever, geen van beide een ad-hoc invullingen kunnen zijn, maar weloverwogen gepland dienen te worden, maakt van Linkeroever de ultieme locatie om er de Olympische uitvalsbasis van te maken. Visie en ontwerpuitgangspunten De visie en ontwerpuitgangspunten voor het olympische dorp kunnen als volgt samengevat worden: “A bsorptie, a priori, a posteriori” A priori moet het plan het vermogen bevatten bestaande waardevolle structuren te kunnen tot zich nemen. A posteriori moet mijn ontwerp de potentie bevatten om te kunnen groeien. Het stedenbouwkundig plan moet in staat zijn een grote hoeveelheid aan volume, aan uitbreiding, te absorberen. De metafoor van dit vermogen is de spons. Deze bevat ook een gigantisch absorptievermogen zonder na opname of na afgeven van het geabsorbeerde materiaal zijn basisstructuur te verliezen. Dit betekent dat het olympische dorp slechts een eerste aanzet is, bijna letterlijk een dorp dat het vermogen moet hebben uit te groeien tot een volwaardig stadsdeel, een startpunt met als doel een basis te zijn voor verdere ontwikkelingen in de tijd. Deze visie heb ik gedefinieerd in 3 architecturale doelstellingen: De eerste is flexibiliteit: In onze huidige samenleving is het inbouwen van voldoende flexibiliteit essentieel en moet toelaten een ruimtelijk antwoord te formuleren op nieuwe vormen van (samen)leven. Gezinsstructuren en woonwensen zijn in permanente evolutie waardoor, naast een traditionele gezinssamenstelling, evenzeer rekening moet worden gehouden met alleenstaanden, ouderen, jonge samenwonenden, gescheiden ouders met kinderen, niet westerse gezinnen, personen met een handicap… Het woningbouwconcept moet dan ook voldoende mogelijkheden voorzien om diverse doelgroepen- met uiteenlopende verwachtingspatronen – kwalitatief te laten wonen, waarbij het woningaanbod flexibel moet kunnen worden afgestemd op wijzigende noden en leefgewoonten. Naast de voornoemde gezinsstructuren en woonwensen zijn er nog de bijkomende activiteiten of functies binnen het wonen op zich. In onze hedendaagse moderne samenleving zijn elementen als ’thuiswerk’ steeds meer en meer aan de 32
orde. Ook voor deze aspecten waarbij het wonen steeds meer en meer gekoppeld wordt aan het werken dient er psychologische en fysische ruimte te zijn, of te worden gecreëerd. Of het nu gaat om een buurtwinkel, een PCshop of een beroep waarbij men via internet in verbinding staat met de hoofdzetel in Brussel, geen van allen mogen ze uitgesloten worden. De tweede doelstelling is bouwbudget: Het komt erop aan met een minimaal budget het maximale (op langere termijn) trachten te bereiken. Het bouwbudget voor de Olympische Spelen is steeds beperkt geweest. Vandaar dat het van elementair belang is een plan te maken dat bestaat uit de essentie, de basis. Eén van mijn basisdoelstellingen is dat de huisvesting na de Spelen op de markt komen, grotendeels op de particuliere verkoopsmarkt en +/- 15 procent als sociale koop- en huurwoningen. Te n s l o t t e i s e r n o g d e d e r d e d o e l s t e l l i n g dichtheid/compactheid: Gelet op de torenhoge grondprijzen, is het streven naar een hoge dichtheid een belangrijke doelstelling binnen deze opdracht. Een groot aantal woningen op éénzelfde oppervlakte biedt de mogelijkheid om het grondaandeel per woongelegenheid te beperken en tevens de infrastructuurkosten binnen de perken te houden. De stedenbouw van de hedendaagse tijdelijkheid Het stedenbouwkundig plan is opgebouwd als zijnde een lamellenstructuur van gemene muren. Deze worden als het ware verheven tot de ‘ruimte’ van de dienende elementen en het enige permanente architectonisch element in de tijd. Deze lineaire lamellenstructuur is opgevat als een doorwaadbaar bouwblok. De geschakelde woningen worden afgewisseld met openbare ruimten die als plein, parkje of als parkeerruimte ingevuld worden. Hierdoor ontstaat er een aaneenschakeling van publieke ruimten die leiden tot een stedenbouwkundig patroon met een grote permeabiliteit. Alhoewel het stedenbouwkundig plan zeer rationeel is opgebouwd, is de verschijningsvorm nooit voltooid of definitief. Het plan staat voor een permanente aanpasbaarheid in de tijd. Deze stedenbouwkundige strategie maakt dat er een sterke interactie ontstaat tussen het individuele “de woning” en het collectief “de openbare ruimte”. De woningen De lineaire lamellenstructuur wordt ingevuld door een aaneenschakeling van “genetische woningen”. Deze woningen zijn opgebouwd uit de drie hoofdelementen. Namelijk: - de gemene muur of zone met dienende elementen; - de paal- en balkconstructie; - de invulelementen van deze constructie zoals de wand, vloer- en dakelementen. In de startwoning of genetische woning zijn alleen de noodzakelijke dienende elementen voorzien; meerbepaald een toilet, een badkamer en een kitchenette. Door de concen33
tratie van de dienende elementen in deze zone ontstaat er een open plan met een vrije invulbaarheid.De woning is zo ontworpen dat bij aanvang slechts de helft van de reeds gebouwde paal- en balk en vloerconstructie werkelijk binnenruimte ingevuld wordt. Hierdoor ontstaat er een tussenruimte die qua beleving aansluit bij de binnenruimte, maar toch buiten is. De geringe oppervlakte van woning (60m2 voor vier personen) wordt hierdoor ruimschoots gecompenseerd. De binnenruimte loopt als het ware door naar deze intermediale ruimte.Naast de reeds aanwezige woonruimte, suggereert de woning reeds het niet aanwezige, de potentie tot uitbreiding. Door deze architectonische articulatie ontstaat er reeds een potentiële energie die een energetische ruimte genereert. Groeien De kracht van deze zeer compacte startwoning zit hem in het feit dat ze in alle richtingen kan groeien. Het modulaire bouwsysteem zorgt voor uitbreidingsmogelijkheden in vier richtingen. Het groeien van de startwoningen is in eerste instantie afhankelijk van de constructieve mogelijkheden. Naast het constructieve kader zijn ze vanzelfsprekend gebonden aan stedenbouwkundige spelregels die afgeleid zijn uit een bezonnings- en zichtenstudie. Het bouwsysteem laat toe dat de genetische woning tot een grote verscheidenheid aan woningen kan evolueren. Dit kan gaan van een besloten patiowoning tot een torenwoning met panoramisch zicht op de omgeving. Besluit Door iedereen van éénzelfde basis te laten vertrekken wordt de geest van de olympische gedachte doorgezet in de architectuur. De start, de middelen en de spelregels zijn voor iedereen gelijk. Het uiteindelijke resultaat is afhankelijk van het individu. Hierdoor is het bouwen, in al zijn facetten zoals verbouwen, aanbouwen en/of opbouwen tot woonconcept verheven. Tom Reynders
Inwoners Haarlem Vijfhuizen Zaanstad 12 en 13 november 2005 Op deze excursie brachten we o.a. een bezoek aan de VINEX locatie Stellinghof nabij Vijfhuizen in de gemeente Haarlemmermeer. Vijfhuizen is een dorpje aan de rand van de Haarlemmermeerpolder gelegen op ‘oud’ land. Om de Ringvaart rond de polder te maken was het gemakkelijker sommige delen op de oever af te snijden. Vijfhuizen ligt dus niet op polderniveau, maar wel binnen de Ringvaart. Het kleine dorpje telt circa 2800 inwoners in circa 1000 woningen. De gemeente Haarlemmermeer bevindt zich in het brandpunt van de stedelijke dynamiek; Schiphol ligt binnen haar grenzen, aan de westgrens ligt de verstedelijkte zone langs de Hollandse duinenrij met plaatsen als Leiden, Heemstede, Haarlem, Santpoort en Velsen, aan de noordzijde liggen Amstelveen en Amsterdam. Allen steden met beperkte uitbreidingscapaciteit. De druk op de ‘lege polder’ is groot. Vandaar dat de grootste VINEX woningbouwopgave van Nederland 10 jaar geleden aan deze gemeente werd toegewezen; 17.400 woningen moesten worden bijgebouwd in de periode 1995 – 2004, verdeeld over 4 locaties. Getsewoud bij Nieuw Vennep, Floriande en Toolenburg bij Hoofddorp en Stellinghof bij Vijfhuizen. Ook het kleine dorp Vijfhuizen kon de dans dus niet ontspringen; 1000 woningen zouden aanvankelijk moeten worden toegevoegd, het zijn er 700 geworden. Daar bleef het overigens niet bij; Schiphol werd uitgebreid met een vijfde baan en een groot bedrijventerrein. Bovendien had Haarlemmermeer de Floriade 2002 binnen haar grenzen; het tentoonstellingsterrein wordt omgebouwd tot recreatiegebied en deels toekomstig woongebied. Om alles goed met elkaar te verbinden zijn er hoogwaardige openbaar vervoersvoorzieningen aangelegd; de Zuid Tangent, een stelsel van busverbindingen op een vrije busbaan tussen Amsterdam Zuidoost, Haarlemmermeer en de regio Haarlem. Wat moet een gemeente, die een dergelijke zware opgave heeft te vervullen, met zo’n relatief kleine uitbreiding? Echter wel één die haast een verdubbeling van het bestaande dorp betekent! Deze opgave is van meet af aan ambitieus opgepakt; VINEX Vijfhuizen moest een dorpse uitbreiding worden, eigentijdse huizen met een dorpse uitstraling. Het idee ontstond om de bebouwing in de gemeentelijke verkaveling te laten ontwerpen door jonge ambitieuze pas afgestudeerde ontwerpers. Omdat alle grond in eigendom was van de gemeente hoefde er geen projectontwikkelaar aan te pas te komen en kon de gemeente de toonzetting zelf bepalen. Er werd een ideeënprijsvraag uitgeschreven, waarvoor Archiprix en Europan deelnemers werden uitgenodigd deel te nemen. De centrale vraagstelling luide: “Hoe kan architectuur dorps en eigentijds zijn, kleinschalig, maar niet truttig, maar vooral, hoe kan het karakter van het dorp vertaald worden in de nieuwe locatie?”
34
35
Als gevolg van mijn deelname aan Archiprix werd ik geselecteerd door de gemeente Haarlemmermeer voor een opdracht/prijsvraag voor het vormgeven van de VINEX locatie Vijfhuizen. De vraagstelling, hoe een VINEX wijk bij het dorp Vijfhuizen “op een dorpse, niet truttige, eigentijdse wijze vorm kon worden gegeven”, moest echter vooral architectonisch worden uitgelegd. Dit was aanleiding Leo van Beek bij het project te betrekken. Op woensdag 4 februari 1998 werd de opdracht voor een twaalftal deelnemers nader toegelicht door stedenbouwkundige Fred Kaay en Petra Kuylaars. Wethouder Cees Spijkers bleek de dynamische drijvende kracht achter deze opzet. Alle deelnemers kregen een deelplan uit de verkaveling toegewezen om daar een schetsvoorstel en ruimtelijke impressie voor te maken. Uiteraard was de ambitieuze vraagstelling naar een dorpse uitbreiding voor ons reden de geschetste verkavelingsopzet kritisch tegen het licht te houden. “Dorps” was in ieder geval, wat ons betreft, niet alleen de architectuur. Daarom onderzochten we wat Vijfhuizen kenmerkt, zowel landschappelijk, morfologisch, functioneel als sociaal. We wilden bovendien weten voor wie de nieuwe uitbreiding was bestemd; die zou vooral worden bewoond door de natuurlijke aanwas van het dorp en de zogenaamde Schipholurgenten, mensen die weg moeten vanwege de vijfde baan. Beide vormden niet bepaald het type mens dat gelukkig wordt in de traditionele nieuwbouw verkaveling, hoe mooi die ook in het landschap zou worden ingebed. We ontdekten bovendien dat deze beide groepen minder behoefte hebben aan een eindbeeld, maar veel meer aan uitbreidbaarheid en zelfwerkzaamheid. Met het benoemen van een viertal geïnteresseerde leefstijlen als basis werd een nieuwe verkaveling gemaakt, ook geënt op het landschap, maar met veel meer karakteristieken die zijn ontleend aan de morfologie van het dorp Vijfhuizen; • bebouwing ligt aan gewone straten die aan twee zijden worden gebruikt; • de maaswijdte van het netwerk van straten is relatief ruim, waardoor ofwel smalle diepe kavels ontstaan, ofwel open binnenterreinen, die wellicht later kunnen worden ingevuld; er kunnen kavels ontstaan waarbij de voorkant grenst aan de achterkant van een andere. In een dorp wordt zoiets niet als een probleem gezien. • een kleinschalig hoofdgebouw met daarachter een reeks van bijgebouwen • aangezien een dorp in de loop der tijd is gegroeid staan de woningen meestal niet op een rooilijn. De plaatsing aan een straat is informeel en willekeurig. Geen woning is hetzelfde. • Alle woningtypes staan door elkaar. Op hoeken in een verkaveling vinden we dus grotere kavels, die meteen zorgen voor een goede hoekoplossing.
Verkaveling gemeente
Verkaveling inzending
Verkaveling Liesbeth van der Pol
Woningen achter elkaar, dus niet aan de openbare weg
De (fictieve) wensen van de vier gekozen doelgroepen leidden tot specifieke locaties in het stedenbouwkundig plan. Het plan bood zowel plekken met ruimte voor wonen aan een straat als informele plekken waar je wat kunt rommelen. Ook waren er heel geïsoleerde plekken en juist plekken waar je met meerderen (collectief) kunt wonen. De functionele component werd ingevuld door mogelijkheden voor huis gebonden beroepen en werken aan huis in te bouwen. Belangrijke leidraad voor onze opzet was het nabootsen van een gegroeide situatie, niet door toevalligheid te ontwerpen, maar door toevalligheid de ruimte te geven. Zo werd geen 36
37
enkel huis afgebouwd, maar werd een basis unit aangeboden (constructief zwaar) met de belangrijkste aansluitingen en voorzieningen, maar zonder leefruimte. Het huis kon met lichte bouwmaterialen door bewoners worden afgebouwd, waardoor vanzelf individualiteit en aanpasbaarheid ontstaat, zonder dat de samenhang geheel verdwijnt. De basisunits bleven immers min of meer gelijk. Natuurlijk wonnen wij die prijsvraag niet; we stelden teveel ‘zekerheden’ ter discussie. Echter, 6 jaar later, blijkt de VINEX locatie Stellinghof deels gerealiseerd en wel op een andere, veel dorpsere verkaveling, getekend door Liesbeth van der Pol. Daarin zijn acht kleinschalige bouwvlekken van 50 tot 100 woningen getekend met elk hun eigen architect. In de wijk worden circa 680 woningen gebouwd, waarvan een derde gedeelte bestaat uit goedkope huur en koop, een derde gedeelte uit middenklasse en een derde gedeelte uit dure woningen. Daarnaast zijn er 82 vrije kavels. Het dorpse karakter wordt vooral gerealiseerd door een aaneenschakeling van groene onbebouwde kavels tussen de huizen. Deze velden zijn ingericht als speelplek of lijken functieloos braak te liggen. Verder wordt zoveel mogelijk voorkomen dat auto’s in het straatbeeld worden geparkeerd, er zijn informele voortuinen van minimaal 3 meter diep en er komen geen kruisingen van wegen voor, maar t-splitsingen. Het geheel oogt erg informeel; ook een dorp kent zijn formele voorkant en informele achterkant, maar dit ‘dorp’ lijkt geheel uit informele achterkant te bestaan. Samen met de ‘lichtvoetige uitstraling’ die de architecten beoogden aan deze dorpsuitbreiding te geven lijkt voor- en achter volledig door elkaar heen te lopen. Alle gebruikte kenmerken zijn dorps, maar ieder kenmerk heeft z’n eigen schaal waarop het nog bijdraagt aan dorpsheid. Dat is hier zoek, het informele karakter is toegepast op 680 woningen i.p.v. op clusters van telkens 20 of zo. De inrichting van de openbare ruimte (Bureau Alle Hosper) draagt hier ook aan bij. Er zijn nergens straten gemaakt, overal lijken paden te zijn gemaakt door veel gras -in de inrichting en tussen de stenen- toe te passen. De wijk lijkt daardoor geen formele structuur meer te hebben. Er is wel gekozen voor uniformiteit in de erfafscheidingen, dat zeker een stukje rust brengt. Die uniformiteit is zeker niet aanwezig in de gekozen bouwmaterialen. Hoewel de materialen op zich duurzaam zijn, zijn de vormen van de woningen zo bijzonder dat een gewone aanbouw vrijwel onmogelijk lijkt te zijn geworden zonder te leiden tot verdere afbrokkeling van de beperkte samenhang. Het lijkt nu al, net na oplevering, op de informaliteit van een caravanpark. Dat is wel dorps, maar laat één bepaald kenmerk de boventoon voeren en maakt andere ondergeschikt. Toch is deze wijk heel bijzonder; er is geëxperimenteerd met wat eigentijds ‘dorps’ vandaag de dag zou kunnen zijn en daarin laat de wijk heel geslaagde voorbeelden zien. Jammer is vooral dat het kenmerk duurzaamheid / mooi verouderen van het dorp zo ver is weggeschoven. Dorpen worden doorgaans vanzelf mooi oud doordat ze een stevige (‘robuust’ is tegenwoordig het woord) basisstructuur hebben, zowel stedenbouwkundig (het lint bijvoorbeeld) als architectonisch (de hoofdbouwmassa), die tegen een stootje kan en de tand des tijds kan overleven. Juist die basisstructuur, zowel in woning als in stratenplan, ontbreekt in dit experiment. Ivo Bastiaansen 38
Smalle woonstraatjes ontsluiten de huizen die vaak tot tegen de gevels komen (S333)
Alle daken hebben dezelfde richting. De huizen staan in een soort van veld met wisselende relaties tot het openbaar gebied (S333)
Tuinhekken scheiden de openbare ruimte van de private af. De huizen staan midden op een perceel en hun oriëntatie (voor en achter) is onduidelijk (Marlies Rohmer)
Een woonstraat met een open bestrating waar het groen doorheen groeit. Dit oogt wat als een landweggetje (Wingender Hovenier architecten)
De situering van de huizen is zodanig dat verschillende oriëntaties ontstaan en tussen de huizen kleine openbare plekjes overblijven (Pierre en Marjolijn Boudry)
39
Inspiratie The trouble with Harry Australiëborrel Citaten uit www.archsoc.com, mr. Harry Seidler: Patrician Architect: “Harry Seidler is een onmiskenbare modernist. Voor zover we het ons kunnen herinneren van de geschiedenislessen betekent modernisme in de architectuur dat de pioniers zonder twijfel het nut aangetoond hebben van het gebruik van wetenschappelijke en wiskundige principes in het architectonisch ontwerp, hetgeen leidde tot de superioriteit van hoogbouw en wolkenkrabbers, en een voorkeur voor eenvoudige vormen, eerlijke materialen en structuren. Vorm volgt functie. Ten minste, we denken dat het zo is. Seidlers verdiensten zijn zodanig dat een beginnende architectuurstudent er slap van in de knieën zou moeten worden. Hij studeerde onder, of werkte met, toppers als Walter Gropius, Josef Albers, Marcel Breuer en Oscar Niemeyer.
betonnen structuur, overduidelijk een assemblage van Corbusiaanse citaten. Daarin verweven zijn de golvende gevelelementen en uitgeholde betonnen liggers, in veel van zijn gebouwen een handelsmerk. Alhoewel Seidler als de second best architect van Australië wordt gezien, na Glenn Murcutt, is het voor mij de vraag of een vergelijking überhaupt mogelijk is: de oeuvre’s zijn onvergelijkbaar. Natuurlijk zijn beide architecten fetisjisten van hun eigen stijlkenmerken. Murcutt die zijn eeuwige golfplaten, ultralight constructies en shed-vormgeving kan blijven inzetten bij de kleinschalige opdrachten. In de toeristenfolder van zijn eerste gebouw wordt de serie gekoppelde loodsen betiteld als het eerste Australische gebouw. Met de klachten van de gebruikers over het disfunctioneren van de installaties is het de vraag of de titel “eerste Australische gebouw” geen geuzennaam is. Seidler met de alsmaar terugkerende dezelfde gebogen lijnen in balkons en dakvormen, de griezelige perfectie van zijn betonnen en granieten structuren: hij is de “master of the universe”. Beide architecten werken in een land waar de meeste gebouwen in het geheel niets met architectuur te maken hebben en de invloed van de Engelse traditionele bouwstijl nog overal te zien is. De Queeenslander bijv., op palen boven het maaiveld zwevende houten en golfplaten
Noem hem een zielige oude nicht, gevangen in een esthetiek die floreerde in de tragische jaren tussen WOI en WOII, en hij zal antwoorden dat dit geen esthetiek is maar de enige definitie van architectuur. Zoals een journaliste noteerde; We vroegen Seidler naar zijn inspiratie bij het ontwerpen, en hij zei: Architectuur is geen zaak van inspiratie, het is een rationeel proces om sensibele en hopelijk mooie dingen te maken, dat is alles.”
constructies voor woningen, kerkjes, cultuurgebouwtjes. Nu er een economische boom is zie je de internationale tendensen in de grote steden opkomen. Murcutt en Seidler vallen daarbinnen op, met ieder een volstrekt eigen taal. Als je zoekt naar voorbeelden van krachtige overtuigende skyscraper- of villa-architectuur, dan moet je bij Seidler zijn; je hebt geen architectuurgids nodig om ze in een stad te herkennen.
Zijn eigen kantoor met woning (Glen Street offices and apartments) naast de Harbour Bridge in Sydney, is een
Harrie van Helmond
40
41
In memoriam Huub Branderhorst Via Ben Keijsers vernamen wij het bericht van het overlijden van uw dierbare. We hebben het droeve bericht direct aan al onze leden per e-mail doorgezonden, maar helaas ontbraken soms de noodzakelijke bijlagen. We zullen daarom de advertentie ook in ons bulletin opnemen om zeker alle leden te bereiken. Het bulletin verschijnt volgende week. We zullen u dat ook toesturen. Huub is al lang lid van de Vereniging van Bouwkunst. Hoe lang kunnen we helaas niet precies traceren, maar misschien wel zo lang als de Vereniging bestaat en dat is nu bijna twintig jaar. Huub was ook een actief lid die vaak meeging op excursies en lezingen bezocht. De laatste excursie waarop Huub meeging, en waarvan ik me hem ook persoonlijk herinner, was de excursie naar Mexico in februari 2001. Ik herinner me hem als een contentieus architect met veel gevoel voor humor en relativeringsvermogen. Hij was ook een markant man, zowel qua persoonlijkheid als qua uiterlijk. We zullen Huub daarom niet snel vergeten. We sturen u een foto mee van Huub, gemaakt op 25 februari 2001 op de Markt in Coyoacán, Mexico. Tevens wil ik u enkele reacties van leden die ons per e-mail bereikten niet onthouden,..
“het overlijden van Huub is een groot gemis - een maand geleden heb ik er nog mee aan tafel gezeten: Huub had in Waalwijk zitting in een Commissie voor Ruimtelijke ordening. En functioneerde daar zoals ik hem al enkele tientallen jaren ken: recht door zee, onomwonden zeggen waar het op staat, een boegbeeld voor architectuur. Ik heb zelden zo’n gedreven architect ontmoet - ik zal hem dan ook altijd blijven missen”. Jacq. de Brouwer “Dank voor het attente doorgeven van het droeve bericht van het overlijden van Huub Branderhorst. Ik wist al langer van zijn slechte toestand en perspectief. Afgelopen zaterdag hoorde ik het nieuws van zijn overlijden via Gerard Derks. Jammer dat ik het fotootje niet bij het bericht aantrof. Ik zou het op prijs stellen dit alsnog te ontvangen”. Paul Stade We wensen u veel sterkte toe met dit grote verlies.
42