AO 1297 Zoals u weet is de AO-reeks een uitgave van de STICHTING IVIO - de IVIO· geeft ru im 80 takenboeken uit ten dienste van studie bUlten en binnen schoolve rband;
P. OOSTERVELD
IJSBEREN IN DE KOU NEDERLANDERS OP SPITSBERGEN
- de IV10verzorgt schrifte lijke studie (rurm 100 verschi llende cursussen); - de IVIO· stelt cuders van Nederla ndse kinderen in het bU itenland in staat om zelf het volled ig e lagere schoo]onderwijs
te geven. Per jaar worden ca. 60.000 examens voor IVIO· diploma's en· -Units afgenomen door BETA (Bureau Examens, Tests, Adviezen).
Voor aile gewenste
',Ikhl',g.'
STICHTING IVIO Koninginneweg 62, Amsterdam-Z .• tel. (020) 736333
Oit AO-boekje werd voor u geschreven door:
P. Oosterveld. Hij werd op 5 februari 1939 te Zwolle geboren. Na het doorlopen van het gymnasium stu· deerde hij biologie in Utrecht. V~~r z'n stu die bewerk· te hij twee vegetatiekundige onderwerpen op Usland in 1966 en 1967. In 1967 was hij tijde lijk als leraar bio logie aan het gymnasi um in zijn voormalige woon· plaats verbonden. Daarna nam hij deel aan de Nederlandse Spitsberge n Expeditie 1968-'69. Momenteel is hij bij het Rij ksinstituut voor Natuurbeheer in Zeist be last met de uitwerk ing van de wetenschappelijke gegevens door de expeditie ve rzame ld.
DE>
t\ O·reek ~
vel schUnt wekeJUks. Hoofdl adacteur: C . 1. J. Wiedhaup sec·etar:s Reda.:: tle"a~~: drs. A. van Proolje:", mede .....erker v .:Jor BeI QH~ : drs. F. Smekens, Antwerpen
~!lle
abo~n"mE:n!st>r!/2.:. n bedr"gen Ned~~:II "d , S:;:inamo, Ned. A!'tllten 8 eJgl~ , Luxemburg
De
per jaar per half jaar f 20,f 11.fr.275,fro 150,0'ieri{le land en (buiten Europa zeepost) f 22,Losse eXp.mFlaren Kosten f 0,75/fr. 10,- per stuk
Uitg:ve: Stichting IYIO Poslgiro (Nederland) 55 15 99 K'oninginneweg 62 Postcheck (Belgie) 13 OS-SO Amsterdam tel. (020) 73 63 33· Gemeentegiro (Amsterdam) A 45 55 Bank: Algemene Bank Nederland N.Y., Surinamepleln - Amsterdam
liJZ
..J~
liJD: UJ
:,;: AO - REEKS BOEKJE 1297 l-~ ua
~5
IJSBEREN IN DE KOU
FVIV t'oorpagina: Eell momelll Nil d e S!,itJhergen-exp ed ilie. De borJtomfl(Jng word! gellle/ell am daa"';1 het gewieht 11dn de beer te kulltzen Jehallen. V.m linkJ naar reehu: E. FJipJe, P. OOJt erveld en P. W. j. d e Groot. H et vierde expediJielid, j . d e Korte, maakte d e jOlo.
N ederlanders op Spitsbergen door P. Oosterveld
,
Overzicht van de broedlokaliteiten van de ijsbeer: 1) noord-west Groenl and, 2) noord -oost Groe nla nd , 3) Spitsbergen, 4) Franz Jose.f Land. 5) Nova Zemb l a, 6) Noordland , 7) Taimyr schi ereila nd, 8) Nl euw Slberisch e Eil anden, 9) Beer Eiland , 10) W rangel, 11 ) Chu kchi schi ere lland, 12) zuidelljk Ban ks Eiland. 13) S impson sch iereil and . 14) oostelljk Southampt on Eil and. 15) oost eliJk Baffi nl and. (5, 6, 7, 8, 9 en 11 zun van mindere beteken ls). De punten op de kaart geven weerstations aan .
In augus tus 1968 reisden vier jonge Neder/anders naar het noorden, het hoge noorden. Reisdoel was Spitsbergen, het barse ei/and hoog boven de poolcirkel, dat zijn bezoekers zo weinig vriendelijks te bieden heeft. De vier, leden van de Nederlandse Spitsbergen Expeditie, zouden er dwars door de lange , donkere poolnacht heen , meer dan een jaar blijven. De expeditie had als hoofdtaak de bestudering van ijsberen gekozen . Deze diersoort is een van de vele waarvoor de term 'bedreigd' geldt. De mens dringt steeds verder en steeds vee/vuldiger door in het poolgebied aan de randen van de Noordelijke IJszee. Hi), bouwt radiostations, meteorologische stations, miJitaire bases, hij zoekt naar delfstoffen waaronder olie. Daarmee bedreigt hij de rust in de betrekkeIUk weinige gebieden die geschikt zijn voor het grootbrengen van jonge ijsberen. Een veel ernstiger zaak is dat de mens vrijwel ongelimiteerd l'acht maakt op de voornaamste voedselbron van de ijsbeer: de zeehond. De voedselpositie van de ijsbeer is hierdoor in gevaar gekomen. De meest directe bedreiging vormt echter de l'acht op de ijsbeer zelf. Zijn vacht brengt veei geld op. Jaarlijks worden zo'n 1300 dieren geschoten, teveel om de populatie ter grootte van ongeveer 12000 dieren (de schattingen lopen overigens uiteen) op peil te houden. Reeds in 1965 is op internationaal niveau aan de bel getrokken. Biologen en natuurbeschermers wilden de ijsbeer niet in de kou /aten staan. In Fairbanks (Alaska) werd bes/oten meer wetenschappe/ijke gegevens te gaan verzame/en om op basis daarvan beschermende maatregefen te kunnen treffen. De Nederlandse Spitsbergen Expeditie is een uitv/oeisel van dit bes/uit. Vier l'onge Nederlanders hebben van augustus 1968 tot september 1969 ijsberen bekeken, gemeten en gemerkt. Het doet ons genoegen dat de leider van de Neder/andse Spitsbergen Expeditie, de heer P. Oosterveld, bereid is geweest over zijn expeditie en haar achtergronden aan onze lazars te vertellen. AO-redaktie
De ijsbeer zwerft op jacht naar zeehonden langs de rand va n het pakUs. Het Us drUft voo r het grootste deel exterritoriaal, rond de pool. Daarom kan geen enkel land afzonderlijk afdoende maatregelen treffen am de ijsbeer in bescherming te nemen. Toen 1n het begin van de jaren '60 de steeds toe nemende jacht verontrustende vormen begon aan te nemen, hebben de betrokken mogendheden, de Ve renigde Staten, Canada, Denemarken, Noorwegen en de Sovjet-Unie een internationale conferentie van deskundigen bijeengeroepen om het problee m onder ogen te zien en om tot een internationale conventie ten aanzien van de ijsbeer te komen. Op deze conferentie, die in 1965 in Fairbanks, Alaska is gehouden, bleek in de eerste plaats, dat men over de ijsbeer eigenlijk nauwelUks iets wist. Om tot verantwoorde beheersmaatregelen te komen was het dus vooral noadzakelUk meer gegevens te ve rzamelen . De twee grootste problemen vormen het betrouwbaar schatten van de populatie9rootte (het aantal Usberen) en het leren kennen van de hoofdlijnen van de migratie van de ijsberen. Totdat voldoende welenschappelijk onderzoek zal zUn gedaan om de basis te ve rschaffen voor meer verantwoorde beheersmaatregelen, zal elke mogendheid zelf de noodzakelUke maatregelen treffen.
2
broedlokaliteiten zUn de individuen verdeeld over het immens grote poolgebied . Voo ral de laatste factor is meer begrensd dan men vroeger aannam, slechts in een beperkt aantal gebieden brengen de ijsberen hun jongen groot (zie kaart binnenzijde omslag). Buiten deze gebieden komen ook wei Usberen v~~r, maar vee l meer als zwervers, verspre id over een enorme oppervlakte.
Het indmkwekkende gebit van eell ijsbeer. D e breedte van de geJe zone boven aan d e hoeklanden is een maat voor de ouderdom. Het geval1 gen exempJaar is ongeveer acht jaar oud
De deelnemende naties kwamen overeen dat cubs Gonge beren) en wUfjes met cubs Ie allen tUde beschermd zullen zUn en dat nieuw verkregen gegevens direct uitgewisseld worden om het gehe Ie onderzoek meer effectief te maken . Voor dat doe I zullen regelmatig internationale ontmoetingen gehouden worden. De eerste werkconferentie kwam in januari 1968 te Morges, Zwitserland, bUeen.
Verspreiding De ijsbeer (Thalarctos maritimus) heeft een circumpolaire verspreiding, maar dat wil nog niet zeggen dat hU overal in dezelfde concentratie voorkomt. AfhankeIUk van factoren als hoeveelheden pakUs, zeehondenconcentraties en de aanwezigheid van
De Deen Pedersen meent dat ijsberen in de loop van hun leven min of meer passief de gehele pool rondzwerven van Oost naar West, tengevolge van de door de draaiing van de aarde opgeroepen Usdrift van Oost naar West. Voedselarme gebieden zoals bijv. de Noordkust va n Siberie zouden zij zeer snel doorsteken, terwijl zij zich in zeehondenrijke streken, zoals de Barentszzee en de zeeen rond Groenland langer op zouden houden . In hoeverre daze hypothese van Pedersen in z'n algemeenheid op waarheid berust moet afgewacht worden. Naarmate er in het gehele arctische gebled meer beren gemerkt worden kamen er meer migratiegegevens beschikbaar. Op grand van vergeJijkend b!oedserumonderzoek en vergelUkende studies van schedelmateriaaJ is men tegenwoordig eerder geneigd te menen dat er in de verschil lende geografische gebieden afzonderlijke populaties bestaan, die daar ook voor het grootste deel zouden blijven. Maar aan de andere kant is een beperkte migratie in
de zin van Pedersen tussen Spitsbergen en Groenland ook al aangetoand . De waarheid zal als in zaveel gevallen we i erg ens in het midden liggen. Voedsel Usberen zijn de grootste vleesetende zoogdieren; anders dan de ande re leden van de berenfamilie nemen zij maar hoagst incidenteel plantaard ig vaedseJ tot zich. Het gebit van een ijsbeer is echter dat van een omnivaor (alleseter); slechts het eerste paar kiezen bestaat uit knipkiezen , zoals die bij carnivoren voorkomen, de rest zUn knobbelkiezen , zoals ook mensen hebben. De ijsbeer zou zich uit de bruine beer ontwikkeld hebben. Onderling kunnen de twee soorten ook nakomelingen voortbrenge n.
Zeehonden Het hoofdvoedsel van ijsberen bestaat ongetwijfeld uit zeehonden en we i speciaal de kleine zeehond (Phoca hispida). 's ZoDe kJeine zeehond
3
mers worde n de zee honden beslopen terwijl ze op een ijsschots liggen. De beer nadert ze vaak door het water, het laatste stuk onder water zwemmend, om plotseling aan de rand va n de schots op te duiken en daarmee de zee hond de naaste uitweg naar het water af te snijden. Met een klap wordt de prooi gedood. Usberen schijnen in het algemeen links te zijn en voor operaties die kracht vergen altUd de linkerklauw t e gebruiken. '5 Winters worde n de zee honden gejaagd bU hun ademgaten in het ijs. Urenlang kan een beer bij zo'n gat op wacht staan om zo gauw als de zeehond zijn neus boven water steekt, deze met een klap door het gat op het Us t e trekken. Het meest geliefkoosde voedsel in de nawinter en het voorjaar zijn echter jonge zeehonden, d ie gedurende deze tijd geboren worde n. De agio; het moederdier bereikt het ;ong slechts vantJit het waler
" .
"
,
SNEEUW
De geboorte va n k leine zee honden vindt plaats in zg. ' aglos'; dit zijn ho lten in de sneeuw boven het ijs uitgegraven. Aangezie n dl t van onderaf geschiedt verraadt niets de aa nwezighe id van een ag Io aan de bovenzijde en het dak va n een agio kan wei uit een a twee meter sneeuw bestaan. De jonge zeehonden blijven na de geboorte tenminste twee a drie weken in de agio, voordat hun pels zover ontwikkeld is dat ze zic h door het ademga t in het water kunne n begeven. Een ijsbeer is in staat om met zijn scherp ontwikkeld reukvermogen zo'n ag io te ontdekken en gaat dan als voIgt te werk: wanneer de plek met zekerheid is vastg esteld verheft hU zich op z' n acht erpoten om vervo lgens met z'n gehele gewicht op de voorpoten op het dak van de agio neer te komen, dat het meestal begee ft on der een derge lUk geweld; de sneeuwmassa 's verstop pen meteen het adem gat en de jonge zeeho nd kan uitgegraven worden: wanneer de beer geluk heeft, vangt hij op deze manier ook de zoge nde moederzee hond .
Ander voedsel
WATER
4
Behalve op de kleine zee hond maakt de ijsbeer ook we i jacht op jeugdige exemplaren va n de baardrob (Erignathus barbatus), de k lapmuts (Cystophora cristatal en de zadelrob (Ph oca groenlandica). Volwassen d ieren van deze saarten zo uden maar zelden gevangen wo rden en in grater
Hoi voor de geboorte van ;onge i)Jberen; ee11 ventilatieka;;aal Jteekt rechJ omhoog
•
gezelschap zijn deze zel fs in staat een ijsbeer te verjagen. Verder zal een beer incidenteel vogeleieren en jonge vogels nuttigen, wannee r hij t oeva llig in de broedtijd een voge lkolonie op zijn weg vindt, terwijl op de daarvoor in aanmerking komende plaatsen (Noord-Canada, A laska) ook we I zalmen uit de be ken gevist worden. Usberen eten ook aas en een gestrande wa lvis of een walruskadaver trekt de beren van he inde en ver aan; in het geval van een wa lv is ku nnen ze weken op een plaats vertoeyen totdat het beest he lemaa l op is. Behalve de mens heeft een ijsbeer geen belangrijke vijanden, maar dat wi l niet zeggen dat hij nerg ens aoit iets te duchten heeft. Op het land en op een Usv lakte kan een tro ep wo lven of honden een ijsbeer uitputten en tenslotte overmeesteren. Oat ijsberen en wolven elkaar treffen is echter geen rege lmatig voorkomend gebeuren. In het water is een ijsbeer evenwel nagenoeg
weerloas, zelfs troepen kleine zeehonden kunnen hem daar door hun grotere behendighe id in het nauw brengen en antmoet hij een walrus - ook op het land een geduchte tegensta nder - dan za l hU altUd aan het kortste eind trekken. Ook tegenover roofwalvissen heeft een be er in het water geen enkel verwee r. Voortplanting In november wanneer de wi nterstormen over de poolzee razen, graven de vo lwassen v ro uwelijke ijsberen een ho I op plaatsen waar de sn eeuw zich in een massa ophoopt. Da ar wo rd en in de donkere wintermaanden de jongen geboren, meesta l twee. Sij hoge uitzondering bestaat een nest we leens uit drie of vier jonge d ieren, maar jonge vro uwelijke dieren krijgen daarentegen vaak maar een jong. Het tijdstip van de geboorte varieert van december tot en met februari. Sij oudere dieren worden de jongen meestal eerder geboren dan bij de pas volwassen vrouwtjes. Pas geboren ijsberen wegen vaak nog geen kilo en zijn niet groter dan een rat; een volwassen vrouwe lijk d ier weegt zo'n 200 kg. Oat de ve rhouding tussen een pasgeborene en een ouderdier (1/200) zo gering is (bU mensen 1/20) komt omdat bij Usberen de embryonale ontwikkeling laat op gang ko mt. A lhoewel de paartUd al in maart/apri l va lt, nestelt de bevruchte eieel zic h pas bij het begin van de winter (september!
5
Hel Nederlandse stalian ap Spil!bergen haJI september 1968. Op de achtergrond de zee met drijfijs
oktober) in de baarmoeder. Wanneer het moederd ier aan het einde van de zomer niet in goede conditie is, zou de im plantatie achterwege blijven. De feitelijke draagtijd is dus naar verhouding maar zeer kort, drie a vier maanden. Pas circa tien weken na de geboorte, in de periode maart/april, komt de familie te voorschijn. De cubs zUn dan al 70 cm lang bU een schouderhoogte van 40 cm. Meestal blUft de familie nog een paar dagen in de buurt van het winterhol, waarbij de cubs al spelend wat technische ervaring opdoen bij het zich verplaatsen in het besneeuwde terre in. Dan gaat de groep op pad en probeert zo
6
snel mogelUk het zeeUs te be reiken, waar zeehondenaglo's voedsel kunnen verschaffen. De cubs vergezellen de moederbeer ca. 20 maanden gedurende welke tUd ze het 'zeehondenvangvak' leren; in het begin echter gaat de oude beer nog aileen op jacht, waarbU de cubs tUdelUk op een veilige afstand achtergelaten worden. Pas als de jongen een maa nd of zeven zUn gaan ze mee op jacht en vanaf die tijd doen ze aile bewegingen die hun moeder daarbij maakt precies 'droog' na. Samen brengt de familie nog een tweede winter door en pas tegen het einde van de vo lgende zomer, na 20 maanden in een hecht familieverband geleefd te hebben, gaat de groep uiteen; het manlijke jong is dan al vee l groter dan zijn moeder. Uiteindelijk kan hij een gewicht van 600 kg bereiken. De jonge beren trekken soms nog een poosje samen op, maar al spoedig gaat elk zijns weegs. Volgens Harington zou de moederbeer pas weer in het daaropvolgende voo rjaar paring toelaten, hetgeen betekent, dat een volwassen wUfje maar eens in de drie jaar nakroost voortbrengt. Andere onderzoekers zijn echter van mening dat, evenals in de dierentuinen, Usberen zich ook onder natuurlUke omstandigheden om het andere jaar voortplanten. Exacte gegevens ontbreken echter op het ogenblik nog, maar kunnen naarmate er meer beren gemerkt worden we i in
•
de naaste toekomst verwacht worden. Het hangt er immers van af of vrouwelijke beren, die in 1969 met cubs van enkele maanden oud gemerkt zUn, in 1971 dan wei in 1972 met nieuwe cubs teruggemeld worde n. Over het tijdstip wanneer een jonge beer geslachtsrijp is lopen de meningen uiteen; in een dierentuin hebben ijsberen pas in hun zesde jaar voor het eerst nakroost voortgebracht, maar gegevens van de populatie in het wild ontbreken nog. Dok op deze vraag kan, nu een groot aantal een jaar oude dieren (jaarlingen) gemerkt zUn, t.z.t. een afdoend antwoord gegeven wo rden . Dver de leeftijd welke ijsberen kunnen bereiken verkeert men in het onzekere. Gevangen exemplaren zijn wei 30 tot 40 jaar oud geworden, maar men neemt aan, Er wordt een gaat;e in hel oar geknipt, waarna het gereedJiggende rmmmer (251) in het oar bevestigd word!
dat een dergelUke hoge ouderdom onder natuurlijke omstandigheden zich niet of nauwelijks voor kan doen en dat 25 jaar wei zowat het maximum moet zijn. Technieken om aan de hand van schedelmateriaal de exacte ouderdom te kunnen vaststellen zijn echter pas gedurende de laatste jaren ontwikkeld en geven nag geen betrouwbare resultaten . Beschermingsmaatregelen
Alaska (V.8.) Het is de oorspronkelijke bewoners van Alaska (eskimo's) toe gestaan ijsberen te jagen als voe dse l, behalve v rouwelUke beren met cubs en cubs tot de leeftijd van 2 jaar, maar ze mogen voor dit doel geen vliegtuigen gebruiken. Tot 1965 mochten zg. trofee-jagers 1 beer per seizoen (15 oktober-10 mei) schieten. De meerderheid van de trofee-beren worden gejaagd met behulp van vliegtuigen welke in de buurt van de beer op het Us landen. Aangezien de staat Alaska geen zeggenschap hee ft over de internationale wateren buiten de 3-mij lszone, waar de meeste beren zich ophouden, wordt gepoogd de safari-jacht te controleren door ongeoorloofde landingen van trofee-jagers gedurende het jachtseizoen te ve rbieden. Gedurende de laatste 20 jaar is het jachtpatroon echter volledig ve randerd van eskimojacht met hulp va n een hondeteam tot trofee-jach t met behulp van vlieg-
7
door de Deen Vibe verzameld. Tot ongeveer 1900 maakten de eskimo's voo rnamelU k jacht op beren voor eigen gebruik; va n een berenhuid kon den vier broeken gemaakt worden. Sinds onze beschaving echter oak op Groenland doordringt, schieten de eskimo's uitgerust met de moderne apparatuur v rUwe l uitsluit end beren voor handelsdoe leinden. Spitsbergen (Noorwegen) De beschermingsmaatregelen op Spitsbergen zUn tot op heden uiterst bescheiden . Het dier kan behalve op Ko ng Karls land, overal gedurende het gehe le jaar door iedereen gejaagd worden . Vol gens de opgaven van Lone werden er in de periode van 1945 tot 1963 jaarlUks gemiddeld 309 geschoten. Elk jaar hebben altUd twee of meer bero epsjagersgroepen op Spitsbergen overwinterd . Ruim de helft van de geschoten beren kom t echter gedurende de laatste jaren voo r rekening va n de bemanningen va n de permanente ra dio- en meteorologische stations. 's 20mers wordt de jacht door toeristen vanaf schepen beoefend en deze vor m van trofeejacht breidt zich gele idelUk uit (ca. 40 beren in 1967). Sinds 1965 is in dit geb ied het wete nschappelUk onderzoek op gang gekomen. Het onderzoek is voora l gericht op het leren kennen va n het migratiepatroon en het schatten van de populatie grootte. Een vergelijkende sero -
10
logische studie va n Usberen van Spitsbergen en Alaska, uitgevoe rd door Larsen, w Ust er op, dat er raciale ve r schillen bestaan tu ssen de populaties van deze twee gebieden. Gedurende drie zomere xped ities (1966-'67 '68) en drie winterexpedities (1968-'69) zUn er nu ruim 100 Usberen gemerkt op Spitsbergen. lets meer dan 10 % daarva n is tot op heden teruggemel d, waarva n 2 uit W est-Groenland . Gedurende de winter van 1968-'69 namen ook een Fin se en de Nederla ndse exped itle aan het onderzoek deal. In totaal zijn er nu 100 dieren in het gebied gemerkt; het hoge terugmeldingspercentage (120/0) is geen aanwUzing dat de populatie zo groot is als men van Noorse zijde aanneemt en zeker niet va n een grootte om een jaarlUks afsch ot van 300 dieren te rechtvaard igen. De wetenschappelijke activ iteiten ro nd de ijsbeer hebben er echter wei toe gereid, dat nieuwe maatregelen met ingang va n het seizoen 19701971 van krach t worden . De jacht wordt aan een ui tgebreid vergunn ingenstelse ! on derworpen. Het gebruik van set guns, bij een val opgestelde automa ti sch af gaande geweren, word verbode n. Nu overwinteren maar Iiefst v ijf groepen bero epsjagers, een record v~~r de laatste jaren , di e - v~~r het laatst hopelijk - nog ongestoord hun gang kunne n gaan. Het eigenl Uke probleem ligt
echter niet zozeer bij diegenen, die de beren schieten, dan wei bU de personen, die menen dat het bezit van een Usberehuid hun aanzien ten goede komt en hun statu s verhoogt.
Rusland In de Sovjet-Unie is de jacht op Usberen si nds 1956 ve rb oden. A ileen t en behoeve van de dierentu inen wo rdt nog een beperkt aanta! jonge beren gevangen. Er zijn in de Sovjet-Unie nog geen beren gemerkt . Ten aanzien van het totaal aan tal ijsberen in de arctic zijn de Ru ssische onderzoekers zeer pessimistisch. 2e nemen aan, dat de theo ri e van
Ped ersen in grote lijnen juist is en dat de in Ru sland beschermd e beren tenslotte op Spitsbergen afgeschoten worde n. Er zijn gedurende het laatste decenn ium regelmatig tell ingen uitgevoerd va nu it vliegtuigen en Uspensky heeft enige voortplant ingsgeb ieden onderzocht en het Siberische schedelmateriaal verzameld , dat over het gehele gebied un if orm genoemd k an worde n. Schattingen lopen uiteen Over het totaal aanta! in het wild voorkomende ijsberen lopen de schattingen nogal uiteen. Op grand van tellingen uit vliegtuigen in A laska , zouden er volgens
D e Jetlgte van het punt je van de nellS lot he/ topje van de Itaart wordt opgemeten
11
Amerikaanse onderzoekers nog 17000 ijsberen in het gehe le poolgebied rondlopen; de Russen schatten echter de totale populatie niet grater dan 5000 tot 8000 terwijl de Canadezen een aantal van 12 000 aannemen. Indien we voorlopig de w ereldpopulatie op 12000 stellen, dan wordt een negende van dit aanta ! jaarlijks geschoten. Bij een aanta l van 12000 kan het aanta l zich voortp!antende vrou w elijke ijsberen jaarlijks op 1 500 ge schat worden, als we aanne men dat ijsberen 1 maal per drie jaar jongen voortbrengen onder natuurlijke omstan d igheden . Dit heeft naar schatting 2500 nieuwe geboorten jaarlijk s tengevo!ge. Natuurlijke sterfte en jacht verminderen de populatie jaarlijks met 2 000 exemplaren. Het zal dU idelijk zijn, dat op grand van de schatting van 12000 dieren de jaarlijkse afname niet veel meer kan toenemen wil de populatie op de grootte gehandhaafd huidige worden. Zou de populatie zoals de Rus Uspensky aanneemt njet groter zijn dan 8000 dieren, dan is de ijsbeer reeds een uitstervende diersoort. Het merken van ijsberen op grote schaal kan op de meeste van de onzekerheden te zijner tijd een afdoende antwoord gev~n en op grand van de nieuw verkregen gegevens kunnen internationaal maatregelen genom en worden am deze in ve[e opzichten waardevolle diersoort voor een on-
12
tijdig uitsterven te behoeden en hem voor al tegen de mens te beschermen. Nederlands ijsberen-onderzoek Op uitnodiging van Noorse wetenschappe [ijke instanties heeft gedurende het tijd vak augustus '68-september '69 een Nederlandse expeditie deelgenomen aan het ijsberenonderzoek, binnen het internationale programma, dat in 1965 in Fairbanks hiervoor globaal was opgesteld. Bijdragen van het Rijksinstituut voor Natuurbeheer, het Were[dnatuurfonds Neder[and, de Neder[andse Commissie voor Internationa [e Natuurbescherm ing en fina nciEHe en materiele steun van de industrie en het bedrijfs[even hebben de expeditie mogelijk gemaakt. Dee[nemers aan de expeditie waren E. Flipse, 1. de Korte, P. W . J. de Groot en P. Oosterveld. Op de noord-west-punt van Edge0ya, Kapp Lee, Spitsbergen, werd een w interbasis ingericht. Gedurende de overwintering werden waarnemingen verricht aan 24 ijsberen, waarvan er 12 gemerkt konden worden. Er zijn minder ijsberen waargenomen dan verwacht werd; tengevo[ge van de zware ijssituatie lag de pakijsgrens, het milieu waar de beren zich bij voorkeur ophouden, ca. 100 km zuide[ijker dan normaa!. Een merkoperatie ver[oopt als voigt: zodra een ijsbeer in de buurt gesignaleerd is of in een
M et fJer eende k rachJen wordJ een zware ijsbeer gekeerd
der va[len is gelopen wordt in de eerste plaats het gewicht geschat. Op grond van deze schatting wordt een capsule van de injectiepij[ gevu[d met een aangepaste dosis van een bedwelmingsmiddel. Als de beer in een val vastzit is er verder geen enkel probleem meer; loopt hij echter nog vrij rond, dan moet hij op ca. 20 m benaderd worden voordat er, met enige zekerheid op succes, een pijl afgeschoten kan worden . De injectievloeistof moet bij voorkeur in de spiermassa's van de heup toegediend worden. De beren bleken zeer individueel op de toegediende Sernylan te reageren. Sommige waren na 6 minuten al volledig geimmobili-
seerd , bij andere duurde het soms meer dan een uur en moest met de hand nog een geringe extra dosis toegediend worden , voordat de behandeling kon beginnen. Eerst wordt de geimmobiliseerde beer gemerkt met twee genummerde nylonplaatjes in elk oar en een tatouage van hetzelfde nummer aan de binnenzijde van de bovenlip. De praktijk heelt geleerd dat de oormerken we I eens verloren gaan en dan kan bij de eventuele preparatie van de huid het getatoueerde nummer in de bovenlip nog ontdekt worden. De Amerikanen hebben het laatste jaar ook genummerde ha[sbanden aangebracht bU volwassen beren. De beren, die, gedurende de
13
zomers van '67 en '68 bij Spitsbergen ge merkt zijn door een Noors team, kregen het nummer oak met haarverf ap hun pels geschild erd, hetgeen hen gedurende de rest va n het zome rseizoen beschermde tege n de trofeejagers; een huid met een niet loslatend geschilderd nummer heef! voo r een verza melaar geen enkele waarde. Nadat de beer ge merkt is, wordt hij, volgens de internationale standaard opgesteld in Fairbanks, ap gemeten : de lengte, borst- en nekomvang, schofthoogte, lengte van het dUbeen. De borstomvan g is teve ns bij benadering een maat voor het gewicht. Het Nederlandse budget was niet zo groat am, zoals de Amer ikanen in Alaska doen, de beer met een hel icopte r op te hU sen teneinde het gew icht exact te bepa len. D e ta estand va n het gebit is bU benader ing een maat voor de ouderdom va n het dler. N aarmate de beer ouder wordt trekt het tan dvlees zich verde r terug, hetgeen speciaa l bij de grate hoektanden een duid elij k meetbare zone van and ere kleur doet ontstaa n. Sij de manlijke dieren is oak de lengte van het penisbeen een maat voo r de ou derdam . Oak het bUkomen uit de verdavi ng verliep bU de ve rschi llende dieren op ve rschil lende w ijze. De een was na een half uur weer op de been, maar bij andere duurde het 50ms we i meer dan
14
een etmaal voordat ze wee r volled ig hersteld waren. Gedurende de tijd va n de operatie en het herste l we rd de ade mh aling en de hartslag van het dier rege lmatig gecontroleerd . Soms traden als bijwe rking van de Sernylan korte period en van hevige k rampen ap. TegelUk met de Sernylan we rd echter chloorpromazine toegediend am deze nadelige inv laeden zaveel magelUk te beperken. Een gunstig bijeffect in de arctic van Serny lan is, dat het de lichaamstemperatuur verhoogt. Na het bUkamen eten de beren eerst grate hoeveelheden sneeuw am het vochtverlies ten gevolge van slUmafscheiding te compenseren. Jongere dieren herstelden zich in het algemeen sneller dan de oudere. O pvallend was de toege nomen agressivit eit direct na het bijkom en, nie t zozeer t en opzichte va n de mensen dan wei t en opzichte va n elka ar; dit zou oak een nawer k ing van de gebruikte injectiestof zijn .
Bereval Acht dieren zij n door de expe ditie met behulp va n va llen gevangen. Een bereval best aat uit een strik va n staaldraad bevestigd aan een rotsblok of ee n zwaar stuk drijfhout. Aan een lange rechtap staande paa l, die voorn amel ijk dient am de aandacht t e trekken, wo rdt een stuk zeehondenspek bevestigd . Daaromheen wordt v an oud hout een kast getimmerd, zadat het spek
Esn keer liep een jaarling in de val; haar moeder en tweelin gbroer bleven er bij en bovendien kwam nag een volwasse n manlijke beer, die de moeder met zij n avances vereerde , waa r deze laat ste ove r igens helemaa l niet va n gediend was. D eze manlijke beer is later, toen hij al gemerkt was, nag tweemaal in de val gelopen; de laatste keer dat dit gebeurde, heeft hU de va l keurig intact gelaten, door er direct bij te gaan liggen. In juli liep nag eens een moederbeer in de val vergezel d door twee cubs van ongeveer 7 maanden oud. Soms nieuwsgierig, tiaak ol1verJ(hillig, vrijwel nooit agreJs;e! ..
maar va n sen kant benaderd kan worden. am het stukje spek te bereiken moet de beer z'n poot in de Ius zetten. A ile andere plekken , waa r hij eventueel oak z'n poot neer zou k unnen zetten, worden geblokkeerd door latten rechtop in de grand te steken. Z o gauw de beer z'n poot in de strik ze t, gaat een soort muizenvalmechanisme af en schiet de Ius omhoog rand de klauw . De beer eet het stuk spek ap, merkt vervolgens, dat hij vast zit en gaat een paar uur gewe ldig te keer, waarbij de gehele va l geruTneerd wordt. Wanneer er na enige tijd nag geen beweging in te krijgen is legt hij zich bij de situatie neer en neemt er z' n gemak va n. Tweemaal is met behulp van een va l een familiegrae p gevangen.
In het voorjaar standen in de omgeving va n de nederzetting 7 val len uit, die dage!Uks gecontroleerd moesten worde n. Vaak werd het mechanisme tengevolge va n de sneeuwdrift geblokkeerd en herhaaldelUk we rden de va llen ook door beren afgebroken, zander dat de beer gevangen we rd . D e meeste beren zijn in het voorjaar waa rgenomen. De trekrichting van de diere n kon met de beweging van het pakUs en de aanwezi gheid va n open water in verband gebracht worden. Regelmatig is in het zeegebied ten noorden van de hut gepatrouilleerd met de sneeuwscooter. In de naburige kustgebieden zUn nooit winterholen gevonden. Na afloop van de expeditie werd er va n Nederlandse zUde bU de Noren geprotesteerd tegen het f eit, dat gedurende de overwintering van het Noorse wetenschappelijke team 12 ijsberen zijn
15
gedood voor fysiologisch anatomisch onderzoek en als hondevoer. Hoewel het betreffende onderzoek zuiver wetenschappelijk verantwoord is lijkt het onjuist o m een dergelijk onderzoek toe te passen op een diersoort waarvan het voortbestaan momenteel betwijfe!d moet worden. Zijn ijsberen gevaarlijk?
In het algemeen w orden beren beschouwd als onbetrouwbare dieren . Niets in hun gedrag zou hun bedoe lin ge n verraden. Voor ijsberen gaat d it zeker niet op. Een ijsbeer met kwade bedoe lingen t.a.v. weze ns, die hem storen (mensen) laat dit duidelijk merken door z' n or en plat te leggen, bedenkelijk z'n kop te schudden , z' n bovenlip op te trekken en een sisachtig geluid voort te brengen. D e geur van mensen schijn t in het algemeen geen associ ati es met voedsel bij een Usbeer op te roepen . Er zUn maar enkele geva llen uit de historie bekend, dat een Usbeer een mens heeft ge-
dood zonder dat hij aangeschoten of anderszin s gestoord was. Het aant a! sterke verhale n over de bUitengew one agressiv iteit van ijsberen is echter legio . In feite is een ijsbeer tamelijk onverschillig, hij zal de mens noch aanva llen, noch speciaal uit de weg gaan . Jonge ijsberen zUn echter bijzonder nieuwsgierig en kame n achtelaos aan lapen op alles w at er anders uitziet dan hun dage lijkse omgev ing . In de meeste gevallen moeten zU die nieuwsgierigheid met de dood bekopen. 6ij aile maatrege len d ie getroffen zijn ter be scherming van de ijsbeer, wordt altijd €len uitzonderin g gemaakt: uit ze lfverdediging zo u altijd een beer geschoten mogen worden. De Rus Uspensky heeft er echter al op aangedron gen deze uitzondering te laten val len omdat een ijsbeer evengoed met een kei op een afstand te houden is . De ervaringen van de Nederlanders op Spitsbergen stemmen volled ig met deze ziensw ijze overeen. Wie meer over deze AO willezen:
De Nederlandse bijdrage aan het onderzoek is een klein steentje in het gehee l geweest tot nu t oe. Er zal internatio naa l nog ongelooflijk vee l werk verzet moeten worden, t erwUI men de resultaten pas na 5 tot 10 jaar kan verwachten . Het begin is ec hter gemaakt en ook van Nederlandse zijde hoopt men in de toekomst met het onderzoek door te kunnen gaan. Enth ousiasme is va lop aanwezig; in de praktijk blijken de financiEHe middelen echter vaak een beperkende factor te zijn .
~ 16
@) 197D
Sticbtillg IVIO • ALLE RECHTEN VDORIEHOUOEN NAORUK OF WEEHSAVE, SEHEEL OF GEOEElTELlJK, IN WnKE VORM OOK, ZONDER seHRIn-fLIJKE TOESTEMMIN6 VERBODEN
A. Pederse n, 'De r Eisba r' - D ie Neu e Brehm Bucherei, A. Zi emsen, Ve rl ag, Witte nberg, 1957. A. Perry, 'Th e world of the polarbear' - Cassel, London, 1965. P. Freuchen, F. Salo monsen , T he arctic year' - Lo ndon , 1960. R. C. Haringto n, 'Denning habits of the po/arbear' - Canadian W ild life Service report seri es nr. 5, 1968. Chr. V i be, 'Arctic animals in relation to climatic fluctuations' - Meddel elser om Gr0nland Bd. 170 nr. 5, CA Reitzels Forlag , Kopenhagen, 1967.
De foto's op pag. 2, 5 en 13 zij n van P. W. J. de Groot ; de foto 's op pag . 6, 11 en 16 zij n van J. de Korte. De fotoseri e op de pagina's 8 en 9 is v an P. Oosterveld.