Infovoormiddag
Stralingen en kanker FEITEN versus VERMOEDENS
Zaterdag 12 oktober 2013 Van 9u. tot 12.30 ICC Gent Van Rysselberghedreef 2 bus 1 – 9000 Gent Deze infovoormiddag wordt door de Stichting tegen Kanker georganiseerd
Met de steun van
1
INHOUDSTAFEL
Kanker: een complexe interactie tussen erfelijkheid en milieu Dr. Ivo Nagels
3
Medisch adviseur Stichting tegen Kanker
Elektromagnetische velden en kankers (GSM, relais- antennes, WIFI, enz.) Professor Luc Verschaeve
5
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (Brussel) & Universiteit Antwerpen
Medisch gebruik van straling en kankers Professor Wilfried De Neve
10
Dienst Radiotherapie, Universitair Ziekenhuis, Gent
Natuurlijke en kunstmatige ultravioletstralen en kankers Professor Marjan Garmyn
13
Dienst Dermatologie, KUleuven
Bestralen van voedsel De heer Dirk Lemaitre
15
KH Leuven
2
Kanker: een complexe interactie tussen erfelijkheid en milieu
Dr. Ivo Nagels Medisch adviseur Stichting tegen Kanker
Kanker is een complexe aandoening waarbij veranderingen in het erfelijk materiaal (DNA, genen) leiden tot een ontregeling van de controlemechanismen die de celdeling regelen. Gelukkig zijn er herstelprocessen die ontspoorde genen kunnen repareren. Als ook die niet voldoende doeltreffend zijn, is er nog het immuunsysteem dat dergelijke ontregelde cellen kan opsporen en vernietigen. Kanker ontstaat dus als de controlemechanismen voor de celdeling gestoord zijn en als de herstel- en afweermechanismen tekort schieten. Dan ontstaat een verstoorde balans tussen afsterven en aanmaak van nieuwe cellen in het lichaam.
Caleidoscoop van kanker
Dankzij de ontdekkingen van de epigenetica weten we dat DNA en genen geen honderd percent op voorhand vastliggende elementen zijn maar dat ze integendeel een sterke dynamiek vertonen. Door allerlei omgevingsfactoren kunnen onze genen positief of negatief worden beïnvloed. Dat kan dan een effect hebben op de genen die de celdeling controleren maar ook op de genen die de herstel- en afweerprocessen regelen. Het gaat hier dus om ingewikkelde interacties tussen genetische factoren, die bij de conceptie worden overgedragen en elementen uit onze omgeving.
Individu en maatschappij
We staan voortdurend bloot aan allerlei invloeden van ons leefmilieu. Bij kankerpreventie heeft zowel het individu als de maatschappij een verantwoordelijkheid op diverse vlakken. Dat is het geval voor roken, voeding, fysieke activiteit en de verschillende soorten straling.
3
Invloed van milieu vaak moeilijk in te schatten
Over de invloed van factoren uit ons leefmilieu zijn bepaalde gegevens al duidelijk: zo weten we bijvoorbeeld dat tabak een rol speelt bij een op de drie kankers. Maar over andere factoren bestaat nog veel onzekerheid. Dat heeft enerzijds te maken met die complexe interacties die bovendien verschillen van individu tot individu maar anderzijds ook met het feit dat tussen de inwerking van bepaalde elementen uit ons leefmilieu en de diagnose van kanker vaak twee tot drie decennia kunnen verlopen. Dat heeft te maken met het feit dat de eerste delingen van de eerste kankercel in de beginjaren vaak langzaam plaatsgrijpen zodat het echte gezwel pas jaren later aantoonbaar is (bijvoorbeeld met medische beeldvorming). Echte zekerheid is dan ook meestal pas mogelijk na onderzoek van grote aantallen mensen over lange perioden. Voor een aantal van die factoren is verder aanhoudend onderzoek dan ook noodzakelijk. Op deze infovoormiddag zullen een aantal experts een overzicht geven van wat al vaststaat, wat wordt vermoed en wat nog niet zeker is.
4
Elektromagnetische velden en kankers (GSM, relais- antennes, WIFI, enz.)
Professor Luc Verschaeve Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (Brussel) & Universiteit Antwerpen
Is straling van draadloze communicatiesystemen gevaarlijk voor de gezondheid?
Deze vraag wordt al gesteld sinds de introductie van de mobiele telefonie en is sinds het begin van de jaren 1990 met de moderne GSM technologie des te actueler geworden. Op dit ogenblik is deze vraag nog steeds niet duidelijk beantwoord. Er zijn nog altijd mensen, ook binnen wetenschappelijke kringen, die ofwel overtuigd zijn van de afwezigheid ofwel van de aanwezigheid van gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan deze straling. Een lezing over de ‘potentiele gevaren’ van GSM-straling of straling van andere toepassingen voor draadloze communicatie kan dus enigszins verschillen al naargelang de spreker die de lezing geeft. Hier wordt gepoogd een zo eerlijk mogelijke ‘evaluatie’ te maken waarbij vooral wordt gewezen op de redenen waarom, ondanks toch al uitvoerig onderzoek, de meningen nog sterk verdeeld zijn. Draadloze communicatiesystemen maken gebruik van microgolven die deel uitmaken van de zogenaamde radiofrequenties. Dit zijn “niet ioniserende stralen” (i.t.t. bv. X-stralen die ioniserend zijn). Elektromagnetische velden met extreem lage frequenties zijn deze die we bv. vinden in de buurt van hoogspanningslijnen. Het zijn ook niet ioniserende stralen maar ze hebben wel andere eigenschappen (grotere golflengte, lagere frequentie en lagere energie). Je kunt ze dus niet gelijkschakelen en effecten van de ene zo maar extrapoleren naar de andere. Dat is een veel gemaakte fout die ook deels al aangeeft waarom meningen kunnen verschillen. Er zijn ook andere oorzaken die voor de controverse in meningen verantwoordelijk zijn. Die worden hierna summier opgelijst.
5
Waarom zijn de meningen verdeeld?
Een van de oorzaken ligt in het feit dat hoge vermogens (hoge dosis) thermische effecten veroorzaken. Deze kunnen nagenoeg alle bestudeerbare biologische (schadelijke) effecten verklaren, gaande van veranderingen in de bloedspiegel, over effecten op de voortplanting tot kanker. Op zich vertegenwoordigen deze thermische effecten geen groot gezondheidsprobleem,
precies
omdat
men
ze
goed
kent
en
de
nodige
beschermingsmaatregelen genomen worden. Een moderne microgolfoven is bv. zodanig beveiligd dat de gebruiker niet aan hoge (thermische) en gevaarlijke stralingsintensiteiten kan worden blootgesteld. De blootstelling beperkt zich hooguit tot een kleine lekstraling die doorgaans ongevaarlijk wordt geacht. ‘Lage dosissen’ vormen een groter probleem omdat men er de effecten niet of minder goed van kent. Op dit ogenblik zijn de meeste wetenschappers overtuigd van het bestaan van (enkele) niet thermische effecten maar zijn ze (doorgaans) ook overtuigd dat deze effecten volstrekt ongevaarlijk zijn. Experimenten van wetenschappelijk onderzoek waarbij cellen of dieren worden blootgesteld aan hoge stralingsintensiteiten mogen niet geëxtrapoleerd worden naar situaties van lage blootstelling (zoals in de nabijheid van een GSM-zendmast of bij gebruik van een GSM toestel). Soms wordt dit echter wel gedaan, hetzij uit onwetendheid, hetzij als gevolg van methodologische fouten waarbij een niet thermisch effect werd verondersteld terwijl de reële blootstelling thermisch van aard was. Men moet het verschil in betekenis tussen diverse types studies kennen. Een in vitro studie bestudeert de effecten van een agens (hier de straling) op cellen die in het laboratorium worden gekweekt (vb. menselijke witte bloedcellen). Deze cellen zijn ‘uit hun normale context gerukt’ (ze bevinden zich niet in hun normale omgeving en missen bv. de normale contacten met omringende weefsels waardoor ze mogelijk ‘anders reageren’). Dergelijke studies zijn omwille van verschillende redenen wel nuttig maar alléén zijn ze niet bij machte om enig besluit ten voordele van aanwezigheid of afwezigheid van een effect te formuleren. Epidemiologisch onderzoek bij mensen is wellicht meer aangewezen al moet dit soort onderzoek ondersteund worden door ander (in vitro en in vivo onderzoek) teneinde de waarnemingen (correlaties tussen blootstelling en ziekte) te verklaren en kracht bij te zetten. Vaak haalt men wel de resultaten van een (beperkte) studie aan om een effect te suggereren terwijl de bewijskracht daarvoor veel te gering is.
6
Resultaten van één (of enkele) studies is meestal ontoereikend. Deze resultaten moeten door andere (vb. replicatie- of aanvullende studies) bevestigd worden. Is dat niet het geval dan is niets bewezen. Er moeten dus voldoende studies zijn (liefst van verschillende types) die dan zorgvuldig worden geëvalueerd en vergeleken vooraleer men enig gefundeerde mening kan geven. Vaak wordt zo’n evaluatie en afweging van de bestaande studies niet of onvoldoende gedaan. In sommige gevallen ontbreken voldoende wetenschappelijk robuuste studies om tot enig besluit te komen. Een vergelijking/evaluatie van studieresultaten mag ook geen mathematisch gemiddelde zijn. Het is niet omdat 50 studies geen effect hebben gevonden en twee studies wel dat het besluit zal zijn dat er geen effecten zijn. Misschien hebben de twee afwijkende studieresultaten wel de vinger op een zwakke plek gelegd en zijn ze net wel belangrijk. Er zijn vele andere oorzaken die te maken hebben met het experimenteel protocol. Resultaten kunnen verschillen al naargelang de blootstelling (hoge of lage blootstelling), maar ook de blootstellingsduur is relevant of het aantal onderzochte cellen of organismen waardoor de studie al dan niet voldoende robuust (en de statistische analyse relevant) zal zijn, enz. Een andere reden van onenigheid (vooral binnen de algemene bevolking) heeft te maken met de soms dubieuze rol van de media. Daar worden vaak accenten gelegd die er in werkelijkheid niet zijn gewoon omdat een verhaal zo goed mogelijk ‘verkoopbaar’ moet zijn. Daarom wordt de werkelijkheid vaak geweld aangedaan.
Effecten van straling van draadloze communicatiesystemen
Inmiddels zijn er vele verschillende effecten bestudeerd die te maken (kunnen) hebben met draadloze communicatiesystemen. Nagenoeg elk gemeten eindpunt (onderzocht effect) werd al wel eens in een studie ‘positief’ beoordeeld ( = aangetoond effect), maar zoals eerder gezegd betekent dit beslist niet dat straling van draadloze communicatiesystemen ook al deze biologische (en veelal schadelijke) effecten effectief kan induceren. Algemeen worden door de ‘believers’ van schadelijkheid van o.a. GSM-apparatuur een viertal effecten regelmatig aangebracht als bewijs van schadelijkheid. Het gaat om (1) genetische effecten, (2) effecten op de bloed-hersenbarrière, (3) effecten op neurologische aandoeningen zoals
7
de ziekte van Alzheimer, en (4) kanker. Toch heeft men op het ogenblik op geen van deze domeinen enig bewijs.
Genetische effecten
Een nauwkeurige evaluatie van de wetenschappelijke literatuur toont dat er vermoedelijk geen rechtstreeks en ook geen onrechtstreeks effect is. De straling (tenzij onder thermische condities) beschadigt het erfelijk materiaal (DNA) niet en zal ook het effect van factoren die dat wel kunnen niet versterken. De eerlijkheid gebied te zeggen dat er niettemin enkele studies zijn die wel enige twijfel zaaien en daarom is er nog steeds geen definitief negatief besluit mogelijk.
Effecten op de bloed-hersenbarriere
Deze barrière zorgt ervoor dat bepaalde (toxische) stoffen of pathogene micro-organismen niet van de bloedbaan in de hersenen kunnen komen. Als straling (bv. bij mobiel bellen) die bloed-hersenbarrière kan verstoren is er dus een groot probleem. Enkele studies hebben gesuggereerd dat dit kan. Maar wie een uitvoerige analyse van alle studieresultaten maakt die in meer dan 90 wetenschappelijke publicaties zijn gepubliceerd komt tot het besluit dat de straling inderdaad een effect op de bloed-hersenbarrière kan hebben maar alleen in geval van hoge (thermische) blootstelling. Dezelfde straling maar nu toegepast op mobiele telefonie is dus niet bij machte de bloed-hersen barrière te verstoren want de maximale blootstelling die men hierbij kan krijgen blijft beduidend lager dan deze die schade kan induceren.
Neurologische aandoeningen
Regelmatig hoort men dat GSM-straling het risico op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogt. Dit moet (tenminste op dit ogenblik – laten we voorzichtig zijn) beslist worden tegengesproken. Er zijn op dit ogenblik helemaal geen aanwijzingen hiervoor. Er zijn ook slechts enkele studies gepubliceerd maar deze suggereren zelfs een ‘beschermend’ effect
8
(dat wel ver van aangetoond is omdat ze niet voldoende overtuigingskracht hebben en ook nog niet werden bevestigd).
Kanker
Er zijn al vele tientallen studies uitgevoerd en gepubliceerd i.v.m. het mogelijk kankerverwekkend vermogen van radiofrequenties en blootstelling aan “GSM-stgraling”. Eind mei 2011 heeft het Internationaal Agentschap voor Onderzoek naar Kanker (IARC) een evaluatie van deze studies verricht op basis van de bestaande wetenschappelijke literatuur. Hoewel de overgrote meerderheid van de studies negatieve resultaten gaven waren er enkele positieve die niet zo maar aan de kant konden worden geschoven (i.h.b. betreffende gliomen, een vorm van hersenkanker). Hoewel de algemene perceptie er wel een was van ‘afwezigheid van evidentie ten gunste van een kankerverwekkend vermogen’ kon IARC weinig anders dan een voorzichtige houding aannemen. Enige twijfel die de evaluatie overleefde kon niet genegeerd worden en daarom werd besloten ‘radiofrequente straling, met inbegrip van deze die voor mobiele communicatiedoeleinden wordt gebruikt’ onder te brengen in groep 2B van de IARC-classificatie; d.w.z. mogelijk kankerverwekkend. Omwille van enkele onzekere studieresultaten en ook omwille van het ontbreken van voldoende lange termijn epidemiologische studies is de classificatie dus logischerwijze gestoeld op het voorzorgsprincipe. De indeling in groep 2B is dus gewettigd al mag dit niet overgeïnterpreteerd worden. Ook magnetische velden van extreem lage frequenties of benzinedampen, cafeïne en chloroform zijn bv. in dezelfde groep (2B) ondergebracht.
Besluit
Tot op heden zijn er geen duidelijke aanwijzingen dat straling voor draadloze communicatiedoeleinden gevaarlijk is voor de gezondheid maar dat neemt niet weg dat er onzekerheden bestaan die niet eenvoudig kunnen worden weggenomen. Als gevolg daarvan blijft het van belang een zekere voorzichtigheid aan de dag te leggen en elementaire maatregelen te nemen om de blootstelling waar mogelijk te beperken.
9
Medisch gebruik van straling en kankers
Professor Wilfried De Neve Dienst Radiotherapie, Universitair Ziekenhuis, Gent
In de medische wereld wordt ioniserende straling gebruikt voor medische beeldvorming en voor therapie. Ioniserende straling brengt schade toe aan het genetisch materiaal van de cellen. Alle cellen
beschikken
over
enorme
mogelijkheden
om
stralingsschade
te
herstellen.
De
herstelmechanismen zijn een product van evolutie. De duizenden jaren van evolutie vonden plaats in een omgeving van ‘natuurlijke’ straling: kosmische straling en straling van radioactieve gassen, vloeibare en vaste stoffen. De evolutiedruk optimaliseert continu de herstelmechanismen van stralingsschade en alle organismen hebben mechanismen verworven om de omgevingsstraling in hun voordeel te gebruiken. Het is voor vele organismen aangetoond dat individuen, die zich hebben moeten ontwikkelen in een omgeving van lage omgevingsstraling minder gezond zijn dan deze die zich in hun natuurlijke stralingsomgeving bevonden. Hun groei, ontwikkeling en immunologische weerstand is verminderd. Ze zijn meer vatbaar voor ziekte, inclusief kanker. Ioniserende straling heeft een gunstig effect, de zogenaamde hormesis.
Van engel naar duivel
De hormesis is echter beperkt tot de stralingsdosissen die typisch zijn voor de natuurlijke straling waarin wij ons bevinden. Wanneer we deze stralingsdosissen overschrijden verandert de stralende engel in een duivel die afschuwelijke schade kan veroorzaken, inclusief kanker. De dosis waarbij de omslag van engel naar duivel geschiedt is voor de mens niet zeer precies gekend. De ordegrootte is 10-50 mSv voor acute blootstelling en 50-100 mSv voor geprotraheerde blootstelling. De dosis die in een radiologisch onderzoek gegeven wordt is zeer afhankelijk van het type onderzoek. De meest stralingsbelastende onderzoeken kunnen tot 15 mSv gaan, acute stralingsblootstelling. Eén dergelijk onderzoek brengt de patiënt direct in de twijfelzone, zeker bij herhaling. In de westerse wereld ondergaan wij gedurende ons leven meerdere radiologische onderzoeken en er wordt geen medisch register bijgehouden van de onderzoeken die wij ondergaan noch van de onderzoeksspecifieke en
10
cummulatieve stralingsbelasting die elk van ons oploopt. Bovendien kent niemand van ons zijn ‘natuurlijke’ bestraling waarbij de medische bestraling en eventuele andere bronnen van bestraling, bijvoorbeeld professionele, moet worden opgeteld om onze totale geprotraheerde bestraling te kunnen berekenen.
Rekening houdend met alle voorgaande onzekerheden kunnen wij er in het algemeen van uitgaan dat voor ieder van ons door medische beeldvorming minstens de omslagdosis, waarbij engel in duivel verandert, wordt benaderd. Eénmaal de omslagdosis overschreden neemt het risico op kanker toe met toenemende dosis. Een weinig restrictieve medische beeldvorming brengt een verhoogd risico op kanker met zich mee.
Restrictief gebruik van beeldvorming
Met ioniserende medische beeldvorming moet restrictief omgegaan worden. Dit heeft meerdere aspecten: de keuze, timing en frequentie van de onderzoeken, de optimalisatie van de apparatuur, de technische uitvoering naar adequate beeldkwaliteit met minimale sralingsbelasting en de vervanging, zo mogelijk, door onderzoeken die geen ioniserende straling gebruiken zoals NMR en echografie. De druk om restrictief gebruik is bijzonder groot voor kinderen en voor (zeldzame) individuen met genetisch bepaalde overgevoeligheid aan straling. Voor beide groepen is het risico op kankerinductie substantieel hoger dan voor de normale volwassene.
Balans bij radiotherapie
Ioniserende straling wordt in de radiotherapie gebruikt in dosissen die duizenden malen hoger zijn dan in de medische beeldvorming. Het lijkt een paradox dat een kanker-inducerende behandelingsmethode gebruikt wordt voor de vernietiging van kanker. Hier geldt de afweging van voordeel tegenover nadeel. In de radiotherapie wordt gewerkt met nauwkeurig voorgeschreven dosissen en de patiënten worden levenslang gevolgd. Hierdoor kan het risico voor kankerinductie nauwkeurig bestudeerd worden. Goede kennis bestaat bij patiënten met borstkanker die behandeld worden met borstsparende heelkunde en radiotherapie al dan niet in associatie met medicamenteuze behandeling. Voor elke 200 behandelde patiënten zal de toevoeging van radiotherapie verantwoordelijk zijn voor de extra genezing van ongeveer 10 patiënten en voor de inductie van een nieuwe kanker in 1 patiënt. Het gaat hier vooral om longkanker. De balans tussen voor- en nadeel is hier duidelijk in het voordeel van de radiotherapie. Dergelijke balansen moeten in overweging genomen worden voor elke kanker vooraleer radiotherapie mag gebruikt worden.
11
Optimalisatie van radiotherapie
Om kankerinductie door radiotherapie te verminderen moet vooral de bestraling van de kankeromgeving verminderd worden. Dit is de dosis straling die buiten de kanker in de gezonde weefsels terecht komt. De dosis moet in de eerste plaats verminderd worden in de meest gevoelige weefsels voor kankerinductie. Hiertoe worden de radiotherapiemachines verbeterd en de behandelingsmethodes geoptimaliseerd. Een vorm van radiotherapie die bijzonder efficiënt is om de dosis in de omringende gezonde weefsels te verminderen is hadrontherapie. Hadrontherapie maakt gebruik van stralingsbundels die bestaan uit atoomkernen bijvoorbeeld de kernen van waterstof (protonen), helium of koolstof. Hadrontherapie levert een 3 tot >10 maal lagere omringende dosis dan de standaard x-stralentherapie. Kinderen die met protontherapie werden behandeld bleken in hun verder leven de helft minder nieuwe kankers te ontwikkelen dan kinderen die met xstralentherapie werden behandeld. De hoge kostprijs van de bestralingsmachines is een enorme handicap voor de verspreiding van hadrontherapie. Hadrontherapie is niet beschikbaar in België.
12
Natuurlijke en kunstmatige ultravioletstralen en kankers
Professor Marjan Garmyn Dienst Dermatologie, KUleuven
De zon straalt een wijd spectrum aan electromagnetische stralen uit. Het ultraviolet (UV) spectrum maakt hier deel van uit. Het UV spectrum kan verder onderverdeeld worden in UVC, UVB en UVA. Alleen UVA en een klein deel van UVB bereikt de aarde. UVC en het grootste deel van UVB wordt tegengehouden door de ozonlaag. Veel minder UVB dan UVA komt op onze huid terecht, doch UVB bevat veel meer energie dan UVA. Zonnebanken zijn kunstmatige UV-bronnen: apparaten die UV-licht uitstralen. Een zonnebank geeft vooral UVA af en in mindere mate UVB. UVA en UVB zijn verantwoordelijk voor de gegeerde bruine kleur na een zonvakantie of na een zonnebankkuur. UVB en UVA zijn echter niet onschuldig gezien ze op lange termijn versnelde veroudering van de huid en huidkanker kunnen veroorzaken.
Huidkanker is een veel voorkomende vorm van kanker en als je alle vormen van huidkanker samentelt, zelfs de meest voorkomende vorm van kanker binnen de blanke bevolking. Het grote aantal en de forse toename van deze kanker, blijken uit cijfers van ons omringende landen. In Nederland, te vergelijken met België wat betreft huidtype en zonexpositie, verwacht men dat 1 op 6 van de Nederlanders voor hun 85e levensjaar een vorm van huidkanker zal ontwikkelen.
Blootstelling aan UV-stralen, of deze nu afkomstig zijn van de zon of van een kunstmatige UV- bron, zoals de zonnebank, is de belangrijkste beïnvloedbare risicofactor voor huidkanker. De relatie tussen UV en huidkanker is afhankelijk van het soort huidkanker. Voor het spinocellulair carcinoom, een huidkanker die ontstaat uit de cellen die hoornstof aanmaken, is de totale dosis aan zonschade belangrijk. Hoe meer zon je in de loop der jaren gezien hebt, hoe groter de kans dat je een dergelijke tumor kunt ontwikkelen. Je huidtype speelt hier ook een belangrijke rol. Mensen met een bleek huidtype, blond of rood haar en blauwe ogen, lopen een hoger risico. Ook het nemen van bepaalde medicatie, die je immuniteit onderdrukt (vb. in geval van orgaantransplantatie) zal je risico verhogen.
13
Het verband tussen UV en melanoom is complexer. Melanoom van de huid, is een kwaadaardige huidkanker die ontstaat uit de pigmentcellen van de huid. Hier is een andere soort zonschade gevaarlijk: de zogenaamde acute intermittente zonschade. Het gaat dan om huid die heel het jaar bedekt is gebleven en die plots onbeschermd wordt blootgesteld aan zeer intense zon. Voorbeelden zijn mensen die gans het jaar binnen zitten en hun huid gedurende een strandvakantie in het zuiden intens blootstellen aan de zon of een metselaar die op zonnige dagen met ontbloot bovenlijf werkt. Naast zonverbranding zal ook je huidtype, het aantal en het aspect van je pigmentvlekken en je familiale voorgeschiedenis mee het risico op melanoom bepalen. Bij het basocellulair carcinoom, dat net als het spinocellulair carcinoom vaak voorkomt in het gelaat, zal ook eerder de intermittente zonschade een belangrijke rol spelen.
De intensiteit van de UV-straling in de zon varieert: is intenser in de zomer en is het hoogst tussen 12 en 15 u zomertijd, neemt toe met de hoogte (in de bergen zullen we vlugger verbranden dan op zeeniveau), en neemt ook toe op het water of in de sneeuw (door het weerkaatsend effect van de omgeving).
De huid moet op verschillende manieren beschermd worden tegen de zon en correct gebruik van een zonnecrème is één manier. Waardevolle tips om de huid zo goed mogelijk te beschermen vindt U op: http://www.kanker.be/campagnes-slimmer-de-zon-2012
14
Bestralen van voedsel
De heer Dirk Lemaitre KH Leuven
Doorstralen van voedsel als conserveringstechniek en bestralen van voedsel als bereidingstechniek worden in deze korte lezing even toegelicht.
Voedsel is onderhevig aan bederf, dit kan fysisch, chemisch of microbiologisch van aard zijn. De laatste vorm is de meest voorkomende en is in vele gevallen verantwoordelijk voor (soms fatale) voedselinfecties of –intoxicaties. Voor de ontwikkeling van micro-organismen zijn drie voorwaarden absoluut noodzakelijk: water, voedsel en een optimale temperatuur. De klassieke bewaartechniek beïnvloeden één of meerdere van deze groeivoorwaarden. Bij het drogen wordt het water onttrokken; bij invriezen belemmert de lage temperatuur een normale ontwikkeling en is het water niet meer beschikbaar; bij steriliseren vernietigt de hoge temperatuur de aanwezige micro-organismen.
Doorstralen van voedsel speelt niet in op deze drie leefvoorwaarden. Het voedsel wordt in contact gebracht met een stralingsbron. De ioniserende stralen hebben een nefaste invloed op het erfelijk materiaal, ze beschadigen het DNA van micro-organismen zodat ze zich niet meer kunnen delen.
Voor- en nadelen Een belangrijk voordeel van deze techniek is dat het voedsel in de (eind)verpakking kan bestraald worden, waardoor een nabesmetting zo goed als uitgesloten is. Voor astronautenvoeding of steriele voeding voor bepaalde patiënten bijvoorbeeld is dit bijzonder nuttig. Het voedsel wordt niet thermisch behandeld waardoor de organoleptische en nutritionele eigenschappen van de levensmiddelen minimaal worden aangetast. Een ander
15
voordeel is dat niet enkel de micro-organismen worden geviseerd maar dat bij een lagere stralingsintensiteit het kiemen van producten (bv. aardappelen) of de rijping (bv. fruit) kan beïnvloed worden.
Nadelen zijn onder meer dat de behandeling in gespecialiseerde centra dient te gebeuren. Vermits hier met radioactief materiaal wordt gewerkt, moeten bijzonder strenge veiligheidsnormen gerespecteerd worden. Dit maakt de bewaartechniek duurder in vergelijking met de klassieke technieken. Ook de wetgeving laat niet toe dat zomaar alle levensmiddelen worden doorstraald. Enerzijds zijn er Europese verordeningen en anderzijds nationale regelgeving. Vooraleer een voedingsmiddel mag doorstraald worden moet hiervoor een toelating verleend worden door de betrokken instanties. Doorstralen wordt bv. niet toegelaten om het niet naleven van de goede hygiënepraktijken tijdens het productieproces te verdoezelen.
Vooroordelen en veiligheid Het gros van de consumenten bestempelt doorstraald voedsel als ‘ongewenst’. De voornaamste reden hiervoor is het negatief imago van stralen en de mogelijke catastrofale gevolgen bij technische storingen in kerncentrales (Tsjernobyl, Fukushima). Nationale, Europese en Mondiale organisaties die zich buigen over de veiligheid van doorstraald voedsel zijn unaniem: wanneer bij het doorstralen van voedsel de voorgeschreven normen worden gerespecteerd is er geen enkel gevaar voor de volksgezondheid, ook niet voor de zogenaamde kwetsbare groepen. Het is wettelijk verplicht de consument te informeren over het al dan niet doorstraald zijn van voedsel (via een geüniformeerd internationaal symbool), zodat hij/zij een vrije keuze kan maken voor al dan niet gebruik ervan. In de meest recente Europese verordening is slechts één groep van levensmiddelen (gedroogde aromatische kruiden en specerijen) opgenomen die mag doorstraald worden. Per land kan tot op heden nog met een toegelaten positieve lijst worden gewerkt, een lijst die in de toekomst zal geüniformeerd worden voor alle Europese Lidstaten.
Bestralen van voedsel als bereidingstechniek. Bij de klassieke bereidingstechnieken (koken, bakken, braden, frituren, …) wordt een warmtemedium gebruikt (water, vet, lucht, olie, …). Het medium wordt verwarmd en geeft 16
de warmte door aan de levensmiddelen. Door conductie wordt de warmte van cel tot cel doorgegeven tot het voedsel in de kern is verhit. De warmte migreert van buiten naar binnen. In een magnetronoven worden elektromagnetische stralen gebruikt om het voedsel te verhitten. De stralen zelf zijn niet warm en hebben de eigenschap dat ze weerkaatst worden door metaal, doorheen glas, plastic, papier, … gaan en geabsorbeerd worden door (waterrijk) voedsel. Ze brengen polair geladen cellen (water) in beweging. De watermoleculen (in nagenoeg alle levensmiddelen rijkelijk aanwezig) zijn bipolair en trillen onder invloed van de elektromagnetische stralen met een frequentie 2450 MHz (2,45 miljard keer per seconde). Het is door deze enorme wrijving van de moleculen dat de warmte binnen in het voedingsmiddel tot stand komt. De stralen kunnen tot een paar centimeter in het product binnendringen. De warmte wordt zo onmiddellijk in het binnenste van het levensmiddel opgewekt.
Voor- en nadelen Het belangrijkste voordeel en gebruiksgemak van de magnetronoven is de snelheid waarmee de levensmiddelen worden verhit. Een microgolfoven is bijzonder nuttig om bv. kant-en-klaarmaaltijden, dranken, … op te warmen. Ook voor het ontdooien van diepgevroren producten is, mits de keuze van het juiste programma, de techniek bijzonder nuttig zijn.
Water, temperatuur en vooral de tijd aan dewelke levensmiddelen hieraan worden blootgesteld zijn onder meer bepalend voor de mate van verlies aan voedingswaarde. Omdat voedingsmiddelen doorgaans waterrijk zijn, moet niet veel (soms geen) water toegevoegd worden voor de bereiding in een magnetronoven en omdat de bereidingstijd aanzienlijke korter is, zijn de nutritionele verliezen, in het bijzonder die van de wateroplosbare vitamines, lager in vergelijking met de klassieke kooktechnieken. Het eventueel verlies van de overige macro- en micronutriënten is te vergelijken met de traditionele bereidingstechnieken.
Een nadeel is dat geen korst- en bruinkleuring wordt verkregen, zoals dit bij bakken en braden wel het geval is. Wil men dergelijk bruinkleurig resultaat verkrijgen moet voorafgaand vlees aangebraden worden en vervolgens gegaard in de microgolfoven, wat 17
omslachtig is. Ook de verdeling van de stralen in de ovenruimte is niet altijd gelijkmatig, wat tot ongelijke verhitting van het levensmiddel kan leiden. Een ronddraaiende bodemschotel verhelpt grotendeels dit euvel.
Veiligheid Qua veiligheid van de elektromagnetische straling die in de microgolfoven gebruikt wordt gelden ook hier de richtlijnen van nationale in internationale instanties. Ze stellen dat er geen reststralen in de voedingsmiddelen aanwezig blijven en dat er geen specifieke schadelijke stoffen gevormd worden die de gezondheid van de consument schaden. Wel moet bijzondere aandacht besteed worden aan de gaafheid van de microgolfoven. Wanneer door verkeerd gebruik de sluiting van de deur of buitenrand zou beschadigd zijn, is het gevaar voor lekstralen niet uitgesloten. Weke lichaamsdelen (netvlies van het oog, testes) kunnen beschadigd worden wanneer ze door lekstralen van een slecht functionerende oven getroffen worden. Laat kinderen daarom niet ‘met de neus aan het venster’ naar een microgolfoven in werking kijken.
18
Persoonlijke nota -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
19
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
20