Voorwoord De Europese Metaal-Unie (EMU) is een samenwerkingsverband van Europese werkgeversorganisaties voor de MKB-Metaalbedrijven met gezamenlijke belangen. Leden van de EMU zijn werkgevers- en ondernemersorganisaties uit Duitsland, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Zwitserland, Hongarije en Nederland, voor Nederland is dat de Koninklijke Metaalunie. In de periode 2003- 2005 heeft men voor een tweetal beroepen de competenties vertaald en Europees geaccrediteerd met de betrokken Europese partners. De beroeps competentieprofielen zijn gebaseerd op de in de bedrijven herkenbare functies van niveau 1 tot en met 5. In 2004 is er een project gestart om, in navolging op bovengenoemde ontwikkeling, in het kader van ESF Equal, de volledige metaalsector af te dekken met portfolio’s in de vorm van digitale EMU beroepenpassen met de bedoeling een integrale aanpak te realiseren voor het toeleiden van risicojongeren naar de metaalsector door hen op een innovatieve wijze hun startkwalificatie te laten behalen. De EMU-pass is het ‘bewijsstuk’ voor de jongere om (Europees) te kunnen aantonen dan hij over alle vereiste competenties van een bepaald beroep beschikt.” . Deze ontwikkeling was noodzakelijk om aan onderstaande problematiek het hoofd te bieden: • oplopende jeugdwerkloosheid • grote groepen jongeren zonder startkwalificatie • technische opleidingen die een zeer hoge uitval vertonen • aansluiting van leerwegen onvoldoende (geen sluitende programmatische aanpak) • wettelijke beperkingen om (risico)jongeren uitsluitend praktijkgericht op te leiden • geen attractief technisch onderwijs Ter realisatie van de centrale doelstelling van het project zijn de volgende subdoelstellingen geformuleerd: • Betere afstemming tussen de beroepspraktijk en het beroepsonderwijs op niveau 1 / 2 voor de metaalopleidingen teneinde opleiden in de praktijk aantrekkelijk te maken. • Innovatie van de huidige beroepsonderwijs middels de ontwikkeling van praktijk/vraaggericht onderwijs onder begeleiding van mentoren (oudere werknemers in de bedrijven met kennis en ervaring). • Betere afstemming in de beroepskolom (vmbo / mbo) om te voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie de school verlaten. Het opheffen van discriminatie en ongelijkheid op de arbeidsmarkt door de introductie van een Europees beroepenpaspoort waarmee opleidingshistorie en beroepscompetenties van jongeren voor werkgevers transparant en bruikbaar zijn. • Verbreding van het aanbod van beroepscompetenties die middels de EMU pas kunnen worden behaald. • Versterking, positionering van de EMU pass bij andere EU lidstaten. Om de subdoelstellingen te halen zijn er in het project de volgende acties genomen: • nieuwe beroepscompetentieprofielen op startkwalificatieniveau in de metaal • doorlopende praktijkgerichte leerlijnen tussen vmbo/mbo • nieuw programmatisch aanbod voor risicojongeren • innovatieve leeromgevingen bij bedrijven • ouderen die als mentoren worden opgeleid
• • •
praktijkopdrachten waarmee competenties kunnen worden vastgesteld vastleggen van competenties in de EMU-pass (beroepenpaspoort) ontwikkelen kennisinfrastructuur bij Kenniscentrum Kenteq
Fasering in het project 1. Onderzoek/inventarisatie ontwikkelingen bij bedrijven en het huidige scholingsaanbod in de metaalsector 2. Ontwikkeling (programmatische aansluiting vmbo/mbo / opleiden & inzetten mentoren / realisatie van ICT infrastructuur en attractieve leeromgevingen) 3. Implementatie (EVC vooraf / maatwerk trainingen aan risicojongeren en ouderen / gebruik ICT t.b.v. EMU-pass) 4. Evaluatie en disseminatie Partijen in het project • Kenniscentrum Kenteq • Koninklijke Metaalunie • ROC van Twente • ROC Friese Poort Opleiding & Training • ROC Noorderpoort • ROC Alfa • CJ Techniek • ROC-OZL Contracting (Arcus College) • Cedris (Brancheorganisatie sociale werkvoorziening)
Informatiepakket EMU-pass Voor u ligt een informatiepakket over de EMU-pass. Dit pakket wordt u aangeboden door de partners van het Equal project EMU Pass. Het project heeft als doel enerzijds de EMU-pass in Nederland meer bekendheid te geven en anderzijds het werken met de EMU-pass te stimuleren. Een groot aantal leerlingen binnen de doelgroep van het project heeft een EMUpass gekregen en is hiermee in de praktijk aan de slag. Dit informatiepakket bevat de in het project ontwikkelde producten. Wat is de EMU-pass? Een paspoort zoals we dat kennen zegt iets over wie iemand is en waar diegene vandaan komt. De EMU-pass is een beroepenpaspoort en zegt iets over wat iemand kan en geleerd heeft. Het geeft aan wat iemand al goed kan en wat iemand voor een bepaald beroep nog zou moeten leren. De EMU-pass is ontwikkeld door de Europese MetaalUnie en wordt in Nederland uitgegeven door de Koninklijke MetaalUnie. Tot voor kort bestonden er drie verschillende EMU-passen: constructie- en apparatenbouw, landbouwmechanisatie en onderhoud & fijnmechanica. Onlangs heeft de Koninklijke MetaalUnie samen met Kenteq drie nieuwe passen ontwikkeld: machinaal verspanen, lassen en mechatronica. Voor wie is de EMU-pass? De EMU-pass is bedoeld voor leerlingen en beginnend beroepsbeoefenaren in de metaaltechnische sector. Zodra iemand in de praktijk, of op school, heeft laten zien een bepaalde beroepscompetentie goed onder de knie te hebben, wordt dit in de EMU-pass aangetekend door een (praktijk-/ stage-) begeleider. De EMU-pass is een levend document. Dit betekent dat wanneer iemand, in het beroep, weer iets nieuws heeft geleerd, of een nieuwe ervaring heeft opgedaan, dit wordt bijgeschreven in de EMU-pass. De pas kan dus worden gebruikt voor: • Leerlingen op een ROC die moeite hebben met de theorie en een zoveel mogelijk praktisch bezig zijn, de verworven competenties worden in het paspoort aangetekend. • Leerlingen die met een diploma het ROC verlaten en aan hun arbeidzaam leven beginnen ieder praktijkervaring wordt vanaf dat moment in het paspoort aangetekend. • Zittend personeel die naast het ooit behaalde diploma ervaring hebben opgedaan in de praktijk maar ook trainingen en cursussen. Wat zijn de voordelen van de EMU-pass? Met de EMU-pass kan iemand in heel Europa laten zien welke werkervaring en kwaliteiten hij heeft. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de vraag naar meer (h)erkenbaarheid van kennis en vaardigheden op Europees niveau nu de mobiliteit van arbeidspotentieel binnen Europa alsmaar toeneemt. De EMU-pass is het bewijs van de vaardigheden die persoon onder de knie heeft; een nieuwe manier dus om competenties te erkennen. Ook is het een stimulans voor de pashouder om de competenties die hij wellicht nog niet voldoende beheerst te ontwikkelen. .De EMU-pass is een formeel systeem en is door de Europese MetaalUnie erkend. Het vindt aansluiting bij de Europass en momenteel wordt zelfs aansluiting gezocht met het European Qualification Framework. Voor bedrijven ligt de meerwaarde in het feit dat snel nagegaan kan worden welke competenties en op welk niveau, horende bij een bepaald beroep, iemand beheerst. Ook wordt op met de EMU-pass snel duidelijk waar nog aandachtsgebieden liggen voor de begeleiding tot zelfstandig beroepsbeoefenaar.
Welke organisatie zijn betrokken bij het project van de EMU-pass? De volgende scholen en bedrijven zijn momenteel actief betrokken bij de ontwikkeling, uitgave en invoering van de EMU-pass: • Albeda College • ROC van Twente • Arcus College • Alfa College • Noorderpoortcollege • ROC Friese Poort • • • • • •
Kenteq (Kenniscentrum voor technische vakmanschap) Koninklijke MetaalUnie Cedris (brancheorganisatie voor de sociale werkvoorziening) CWI (Centrum voor Werk en Inkomen) VRI (Vocational Research Institute) Interconnect
Beschikbare EMU passen In de documenten behorend bij dit hoofdstuk worden de beroepsdefinities omschreven alsmede de beroepscompetenties. Competenties zijn de kwaliteiten waarover iemand beschikt en die hij of zij op verschillende manieren kan hebben ontwikkeld. Competenties duiden op het samenhangend geheel van vakkennis, handelingsvaardigheden en andere persoonlijke kwaliteiten; het zijn de vermogens van een individu die hem/haar in staat stellen op een adequate wijze taken uit te voeren, oplossingen te vinden en te realiseren op de werkplek. Samenvattend kan worden gezegd dat men competenties ontwikkelt en dat kwalificaties op basis van examens worden toegekend: De informatie vindt u in: 2.1 Definitie van de beroepen in de EMU Pas 2.2 Beroepscompetenties.
Machinaal Verspaner Op basis van een brede opleiding op gebied van machinaal verspanen is de machinaal verspaner inzetbaar op meerdere onderdelen van de verspaningstechniek. De machinaal verspaner werkt met grote zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. De kerncompetenties zijn gebaseerd op de bewerkingstechnieken draaien, frezen, slijpen, kotteren, finishen en vonkeroderen. Ook het toepassen van CNC en CAD/CAM bestuurde machines kan tot de taken van de verspanen behoren. Het vakgebied omvat het produceren van machineonderdelen voor het gehele metaalbewerkingsgebied. Eveneens wordt hierbij gerekend het monteren en testen van stempels, matrijzen en speciaal gereedschap voor de (fijn)mechanische industrie.
Doorlopende leerlijnen EMU pas De problematiek van voortijdige schooluitval in het MBO is genoegzaam bekend. Tal van initiatieven en projecten hebben zich gericht op dit probleem, met name op de aanpak van de schoolverlaters met als doel ze weer in een regulier leertraject of leerwerktraject terug te brengen. Deze acties zijn curatief. Om voortijdig schoolverlaten te voorkomen dient naar de dieper gelegen oorzaken gezocht te worden. Vaak dienen problemen zich al aan in het VMBO: gedragsproblemen, opvoedingsproblemen, sociale problemen, spijbelen, contact met justitie etc. Daardoor is het voor een deel van de VMBO-ers niet goed mogelijk het VMBO diploma te behalen. In geval van doorstroom naar MBO, niveau 1, brengen deze leerlingen de reeds bestaande problematiek met zich mee, gecombineerd met een leerachterstand. In het MBO laten vallen zij uit. Vaak laten zij zich het jaar daarop weer inschrijven, en herhaalt de geschiedenis zich. Conclusie: velen maken de VMBO-opleiding niet af en hoppen van opleiding naar opleiding in het MBO. Dit alles wil niet zeggen dat de leerlingen onderweg in dit traject in het geheel geen competenties verwerven. Deze worden echter niet op officiële wijze geregistreerd. De EMU pas kan hierin voorzien. Schoolverlaters kunnen via de EMU pas elke onderweg verworven competentie vastleggen en op elk gewenst later moment de competenties weer uitbreiden. Men heeft altijd ten minste een kleine verworvenheid waarop men later verdar kan bouwen. Zo past de EMU pas perfect in de filosofie van lifelong learning. Hier valt ook nog op te merken dat veel (metaal- en andere) bedrijven vaak niet de ontwikkelingen in het onderwijs goed (kunnen) bijhouden. Er is binnen de bedrijven vaak moeite met het herkennen van de verschillende opleidingsniveaus en AKA is vooralsnog ook een tamelijk onbekend (onbemind?) fenomeen. Bij bedrijven die meer geïnteresseerd zijn in de voor het bedrijf zelf belangrijke competenties is de EMU pass hier een uitkomst. Men hoeft zich niet te verdiepen in alle onderwijsvernieuwingen: hetgeen in de EMU pass is omschreven is herkenbaar. Doorstroomtrajecten Juist om voortijdig schoolverlaten te voorkomen zijn er in het land op regionaal niveau veel doorstroomprofielen ontwikkeld van VMBO naar MBO. Ook de routing MBO – HBO krijgt steeds meer aandacht. De werkgroep heeft zich beperkt tot het bekijken van de overgang VMBO – HBO. De vormgeving van de doorstroomprofielen wordt regionaal georganiseerd in samenwerkingsovereenkomsten tussen VMBO- en MBO instellingen. Er zijn regionale verschillen in de mate van samenwerking en detaillering van de profielen. Rijnmond In het VMBO werd tot voor kort vakgericht gewerkt. Nu wordt de keuze voor een bepaald vak uitgesteld. De leerlingen kunnen eerst kiezen voor een richting, bijvoorbeeld de richting techniek (techniek breed). Deze keuze vindt plaats na de basisvorming van twee jaar. Aan het eind van de VMBO opleiding moet de vakkeuze in principe duidelijk zijn. In deze vorm is het VMBO vooral oriënterend, het MBO is dan kwalificerend. VMBO leerlingen die toch al snel weten welk vak ze willen leren kunnen al tijdens de VMBO periode aan een MBO opleiding beginnen. Ook de nieuwe opleiding AKA (niveau 1) zal het VMBO indalen. Er zijn complete doorstroom arrangementen ontwikkeld en er zullen er nog ontwikkeld worden. Conclusie is dat het VMBO en het MBO in elkaar geschoven gaan worden, zodat er doorlopende leerlijnen ontstaan. Voor een deel zijn deze reeds in de praktijk gebracht. De vakkeuze kan worden uitgesteld tot na het VMBO en hoeft zelfs, indien de leerling een AKA opleiding volgt, op het MBO nog niet direct gemaakt te worden. Of bedrijven, die graag jonge vakmensen willen opnemen, hier blij mee zijn valt te betwijfelen. Samenwerking tussen VMBO en MBO heeft in ieder geval dus een structureel karakter.
De EMU pass kan op elk gewenst moment worden toegepast, zowel binnen het VMBO, binnen een doorstroom arrangement, als ook in het MBO. Zodra leerlingen stage gaan lopen kunnen de werkgevers competenties aftekenen in de EMU pas. De werkgroep constateert wel dat er veel gedaan zal moeten worden aan het bekend maken van de EMU pass, zowel naar de jongeren als naar de scholen en de bedrijven toe. Groningen Ook in Groningen zijn complete doorstroom modellen VMBO-MBO ontwikkeld. Hierbij dient opgemerkt te worden dat nog niet alle modellen in de praktijk reeds worden gebruikt. De volgende afspraken zijn gemaakt ten aanzien van de doorstroom: 1) De leerling stroomt uit met een diploma basisberoepsgerichte leerweg: de leerling stroomt op het MBO op niveau 2 in en krijgt vrijstelling voor 50378 Basisvaardigheden metaal 2) De leerling stroomt uit zonder het diploma basisberoepsgerichte leerweg, maar heeft het gehele traject op het VMBO doorlopen: binnen de basisberoepsgerichte leerweg heeft de leerling dan 4 vakken, te weten: Nederlands, Engels, Wiskunde, Beroepsgericht vak In het geval dat de leerling een voldoende heeft voor de vakken Metaal en Wiskunde, stelt de werkgroep voor de leerling te laten instromen in niveau 2, met de verplichting opgenomen in de onderwijsovereenkomst, dat de leerling extra ondersteuning in Nederlands krijgt, met name op het gebied van verslaglegging 3) de leerling stroomt uit zonder diploma na het derde leerjaar VMBO: Plaatsing in niveau 1, indien de leerling de basisvaardighedenmetaal met een voldoende heeft afgesloten krijgt de leerling vrijstelling voor dit onderdeel 4) Niet verwante instroom in het MBO, met diploma en wiskunde: Plaatsing in niveau 2 5) Diploma basisberoepsgerichte leerweg/ leerwerktrajecten: Met verwante instroom plaatsing in niveau 2 6) Diploma basisberoepsgerichte leerweg/ leerwerktrajecten: met niet verwante instroom plaatsen in niveau 1 7) Zonder diploma basisberoepsgerichte leerweg/ leerwerktrajecten: Plaatsing in niveau 1.
Doorlopende leerlijnen EMU pas De problematiek van voortijdige schooluitval in het MBO is genoegzaam bekend. Tal van initiatieven en projecten hebben zich gericht op dit probleem, met name op de aanpak van de schoolverlaters met als doel ze weer in een regulier leertraject of leerwerktraject terug te brengen. Deze acties zijn curatief. Om voortijdig schoolverlaten te voorkomen dient naar de dieper gelegen oorzaken gezocht te worden. Vaak dienen problemen zich al aan in het VMBO: gedragsproblemen, opvoedingsproblemen, sociale problemen, spijbelen, contact met justitie etc. Daardoor is het voor een deel van de VMBO-ers niet goed mogelijk het VMBO diploma te behalen. In geval van doorstroom naar MBO, niveau 1, brengen deze leerlingen de reeds bestaande problematiek met zich mee, gecombineerd met een leerachterstand. In het MBO laten vallen zij uit. Vaak laten zij zich het jaar daarop weer inschrijven, en herhaalt de geschiedenis zich. Conclusie: velen maken de VMBO-opleiding niet af en hoppen van opleiding naar opleiding in het MBO. Dit alles wil niet zeggen dat de leerlingen onderweg in dit traject in het geheel geen competenties verwerven. Deze worden echter niet op officiële wijze geregistreerd. De EMU pas kan hierin voorzien. Schoolverlaters kunnen via de EMU pas elke onderweg verworven competentie vastleggen en op elk gewenst later moment de competenties weer uitbreiden. Men heeft altijd ten minste een kleine verworvenheid waarop men later verdar kan bouwen. Zo past de EMU pas perfect in de filosofie van lifelong learning. Hier valt ook nog op te merken dat veel (metaal- en andere) bedrijven vaak niet de ontwikkelingen in het onderwijs goed (kunnen) bijhouden. Er is binnen de bedrijven vaak moeite met het herkennen van de verschillende opleidingsniveaus en AKA is vooralsnog ook een tamelijk onbekend (onbemind?) fenomeen. Bij bedrijven die meer geïnteresseerd zijn in de voor het bedrijf zelf belangrijke competenties is de EMU pass hier een uitkomst. Men hoeft zich niet te verdiepen in alle onderwijsvernieuwingen: hetgeen in de EMU pass is omschreven is herkenbaar. Doorstroomtrajecten Juist om voortijdig schoolverlaten te voorkomen zijn er in het land op regionaal niveau veel doorstroomprofielen ontwikkeld van VMBO naar MBO. Ook de routing MBO – HBO krijgt steeds meer aandacht. De werkgroep heeft zich beperkt tot het bekijken van de overgang VMBO – HBO. De vormgeving van de doorstroomprofielen wordt regionaal georganiseerd in samenwerkingsovereenkomsten tussen VMBO- en MBO instellingen. Er zijn regionale verschillen in de mate van samenwerking en detaillering van de profielen. Rijnmond In het VMBO werd tot voor kort vakgericht gewerkt. Nu wordt de keuze voor een bepaald vak uitgesteld. De leerlingen kunnen eerst kiezen voor een richting, bijvoorbeeld de richting techniek (techniek breed). Deze keuze vindt plaats na de basisvorming van twee jaar. Aan het eind van de VMBO opleiding moet de vakkeuze in principe duidelijk zijn. In deze vorm is het VMBO vooral oriënterend, het MBO is dan kwalificerend. VMBO leerlingen die toch al snel weten welk vak ze willen leren kunnen al tijdens de VMBO periode aan een MBO opleiding beginnen. Ook de nieuwe opleiding AKA (niveau 1) zal het VMBO indalen. Er zijn complete doorstroom arrangementen ontwikkeld en er zullen er nog ontwikkeld worden. Conclusie is dat het VMBO en het MBO in elkaar geschoven gaan worden, zodat er doorlopende leerlijnen ontstaan. Voor een deel zijn deze reeds in de praktijk gebracht. De vakkeuze kan worden uitgesteld tot na het VMBO en hoeft zelfs, indien de leerling een AKA opleiding volgt, op het MBO nog niet direct gemaakt te worden. Of bedrijven, die graag jonge vakmensen willen opnemen, hier blij mee zijn valt te betwijfelen. Samenwerking tussen VMBO en MBO heeft in ieder geval dus een structureel karakter.
De EMU pass kan op elk gewenst moment worden toegepast, zowel binnen het VMBO, binnen een doorstroom arrangement, als ook in het MBO. Zodra leerlingen stage gaan lopen kunnen de werkgevers competenties aftekenen in de EMU pas. De werkgroep constateert wel dat er veel gedaan zal moeten worden aan het bekend maken van de EMU pass, zowel naar de jongeren als naar de scholen en de bedrijven toe. Groningen Ook in Groningen zijn complete doorstroom modellen VMBO-MBO ontwikkeld. Hierbij dient opgemerkt te worden dat nog niet alle modellen in de praktijk reeds worden gebruikt. De volgende afspraken zijn gemaakt ten aanzien van de doorstroom: 1) De leerling stroomt uit met een diploma basisberoepsgerichte leerweg: de leerling stroomt op het MBO op niveau 2 in en krijgt vrijstelling voor 50378 Basisvaardigheden metaal 2) De leerling stroomt uit zonder het diploma basisberoepsgerichte leerweg, maar heeft het gehele traject op het VMBO doorlopen: binnen de basisberoepsgerichte leerweg heeft de leerling dan 4 vakken, te weten: Nederlands, Engels, Wiskunde, Beroepsgericht vak In het geval dat de leerling een voldoende heeft voor de vakken Metaal en Wiskunde, stelt de werkgroep voor de leerling te laten instromen in niveau 2, met de verplichting opgenomen in de onderwijsovereenkomst, dat de leerling extra ondersteuning in Nederlands krijgt, met name op het gebied van verslaglegging 3) de leerling stroomt uit zonder diploma na het derde leerjaar VMBO: Plaatsing in niveau 1, indien de leerling de basisvaardighedenmetaal met een voldoende heeft afgesloten krijgt de leerling vrijstelling voor dit onderdeel 4) Niet verwante instroom in het MBO, met diploma en wiskunde: Plaatsing in niveau 2 5) Diploma basisberoepsgerichte leerweg/ leerwerktrajecten: Met verwante instroom plaatsing in niveau 2 6) Diploma basisberoepsgerichte leerweg/ leerwerktrajecten: met niet verwante instroom plaatsen in niveau 1 7) Zonder diploma basisberoepsgerichte leerweg/ leerwerktrajecten: Plaatsing in niveau 1.
Doorstroomregeling VMBO - MBO niveau 1 en 2 Sector Techniek Afdeling: Metaal De leerling heeft
Heeft doorstroomrecht naar kwalificatie
Vrijstelling voor de deelkwalificatie
Opmerkingen (bv extra les, versneld traject)
Niveau 1 BOL/BBL: • •
Geen diploma
• •
Geen vmbo -diploma, wel lasdiploma • NIL - TIG 1 • NIL - MIG/MAG • NIL - MBE
Geen diploma, wel voldoende kerndelen vmbo Metaal: MT/K 4 t/m 7 Metalektro: ME/K 9 t/m 12
Aspirant (10127) Assistent constructie werker/lasser (10124) Assistent machinaal verspaner (10110) Assistent bankwerker montage (10091) Assistent productietechnisch vakkracht (10090)
Zie niveau 1
Zie niveau 1
EFK extra begeleiding
Afhankelijk van soort NILdiploma: • Booglassen TIG 1 (50515) of Booglassen MIG/MAG 1 (50516) of • Booglassen MBE (50517)
EFK extra begeleiding
Basisvaardigheden metaal (50378)
Voorwaarde vmbo: aanleveren cijfers per exameneenheid. zie vb. systeem Winkler Prins
Niveau 2 BOL/BBL: •
Monteur montage onderhoud (10089) • Plaat- en constructiemedewerker (10122) • Machinaal Verspaner Voor alle kwalificaties geldt: (crebo 10107) Basisvaardigheden metaal (50378) Niveau 2 alleen BBL: Diploma VMBO basisberoepsgerichte leerweg - Verwante sector
• • • • • •
Monteur landbouwMechanisatie techniek (10083) Landbouwmachinechauffeur/- monteur (10084) Productietechnisch vakkracht (10086) Machinaal Verspaner CNC (crebo 10101) Instrumentmaker (10103)
•
Machinebankwerker werktuigbouw (10105)
•
Machinebankwerker fijnmechanisch (10105) Frezer (10108) Draaier (10109) Scheepsmetaalbewerker (10115) Isoleerder/plaatwerk er (10115) Pijpenbewerker (10117) Plaatwerker (10118) Constructie bankwerker/lasser (10121) Booglasser (10126) Plaatlasser (10749)
• • • • • • • • •
Betreft vmbo exameneenheden: MT/K 5 MT/K 9 Basisvaardigheden constructie MT/K 10 (50518) Alleen voor de relevante kwalificaties:
De leerling heeft Diploma VMBO basisberoepsgerichte leerweg - Verwante sector Inclusief Lasdiploma: • NIL NIL - TIG 1 • NIL - MIG/MAG • NIL - MBE
Diploma VMBO basisberoepsgerichte leerweg - niet verwant zonder wiskunde in vmbo Diploma VMBO basisberoepsgerichte leerweg - niet verwant met wiskunde in vmbo LEERWERKTRAJECTEN Diploma VMBO basisberoepsgerichte leerweg - Verwante sector
LEERWERKTRAJECTEN Diploma VMBO basisberoepsgerichte leerweg - Verwante sector Inclusief Lasdiploma: • NIL NIL - TIG 1 • NIL - MIG/MAG • NIL - MBE
Heeft doorstroomrecht naar kwalificatie Zie niveau 2
Vrijstelling voor de deelkwalificatie
Opmerkingen (bv extra les, versneld traject)
• Basisvaardigheden metaal (50378) • Basisvaardigheden constructie (50518) indien relevant en afhankelijk soort lasdiploma NIL: • Booglassen TIG 1 (50515) of • Booglassen MIG/MAG 1 (50516) of • Booglassen MBE (50517)
Zie niveau 1
Geen
Zie niveau 2
Geen
Zie niveau 2
• Basisvaardigheden metaal (50378)
EFK extra begeleiding
Indien relevant: • Basisvaardigheden constructie (50518)
Vrijstelling Basisvaardigheden metaal indien voldoende: • Metaal: MT/K 4 t/m 7 • Metalektro: ME/K 9 t/m 12
Zie niveau 2
• Basisvaardigheden metaal (50378) • Basisvaardigheden constructie (50518) indien relevant en afhankelijk soort lasdiploma NIL: • Booglassen TIG 1 (50515) of • Booglassen MIG/MAG 1 (50516) of Booglassen MBE (50517)
EFK extra begeleiding
Vrijstelling Basisvaardigheden constructie indien voldoende: • Metaal: MT/K 5, 9 en 10 EFK extra begeleiding Vrijstelling Basisvaardigheden metaal indien voldoende: • Metaal: MT/K 4 t/m 7 • Metalektro: ME/K 9 t/m 12 Vrijstelling Basis-
vaardigheden constructie indien voldoende: Metaal: MT/K 5, 9 en 10 LEERWERKTRAJECTEN Diploma VMBO basisberoepsgerichte leerweg - niet verwant zonder wiskunde in vmbo LEERWERKTRAJECTEN Diploma VMBO basisberoepsgerichte leerweg - niet verwant met wiskunde in vmbo
Zie niveau 1
Geen
EFK extra begeleiding
Zie niveau 2
Geen
EFK extra begeleiding
Handleiding EMU Pas In de documenten behorend bij de handleiding EMU pas wordt ingegaan op welke manier een pas kan worden aangevraagd en hoe veranderingen in de pas kunnen worden aangebracht. Hiervoor zijn een tweetal documenten ontwikkeld te weten: 3.1 Bestelwijze van een EMU Pas 3.2 Bijhouden van een EMU Pas
Procesbeschrijving Aanvraag EMU-pass (in het kader van het ESF-Equal project “EMU-pass”2004/EQE/0004)
1. De Koninklijke Metaalunie maakt, op verzoek van een door de opleider te benoemen persoon een code aan. 2. Deze codes worden door de metaalunie de opleiders/scholen ter hand gesteld met het dringende verzoek de code niet verder te distribueren. De code is dus instituuts- en persoonsgebonden. 3. Bij de code (zie 2) ontvangen de ook een kort stappenplan voor de invulling van de EMU-pass. De beheerder van de code logt in op de website van de EMU-pass (www.emu-pass.com) en vult digitaal de EMU-passen van de deelnemers met deelnemersgegevens en digitale pasfoto. 4. De aanmaak van de digitale EMU-passen genereert automatisch het aanmaken (drukken) van de papieren versies van de EMU-passen. De gedrukte versies worden toegezonden aan de scholen of direct aan de deelnemers. De EMU-passen zijn eigendom van de pashouders, niet van de scholen. 5. Vervolgens krijgt de pashouder (de leerling) een persoonlijke inlogcode en kan hij/ zij de eigen competenties op de digitale EMU-pas invullen. De pashouder vult alleen die competenties digitaal in die ook op de papieren EMU-pas staan en zijn afgetekend door de werkgever of accreditatiehouder. 6. Op een nader te bepalen moment (ca 1 x per jaar) vinkt het Kenniscentrum Kenteq de omschreven competenties af. Dit afvinken geschiedt zowel digitaal alsook op de papieren versie.
EMU pas en EVC De laatste tijd is er steeds meer aandacht voor de Erkenning van elders of eerder Verworven Competenties (EVC). In het kader van het op startkwalificatieniveau brengen van jongeren is EVC van belang, omdat bij EVC vooral gekeken wordt wat de jongere al kan en kent. Dat wil zeggen: het herkennen en waarderen wat de jongere aan zichtbare en onzichtbare competenties in huis hebben. EVC is dus niet gericht op de tekorten en beperkingen van de persoon. In deze zin sluit EVC aan bij de portfoliomethodiek. Een van de uitgangspunten van EVC, is dat het leren op de werkplek of via andere non-formele leersituaties (ervaringsleren) in principe dezelfde benodigde (beroeps)competenties kan opleveren als het leren binnen formele (binnenschoolse) trajecten. Door EVC wordt voor veel jongeren een rechtstreekse instroom in een functie mogelijk. Voor jongeren zonder startkwalificatie verlaagt EVC de drempel om opnieuw te gaan leren door te erkennen dat ook jongeren in het verleden competenties kunnen hebben verworven en door deze ook te erkennen als ze relevant zijn. Vanuit de betrokken partners bestond er een brede ervaring met de huidige meest innovatieve en EVC instrumenten. Als basis zal worden gewerkt met het EVC instrumentarium voor de ondergrens ontwikkeld onder regie van Cedris i.s.m. de kenniscentra Kenteq, OVDB, Ecabo en Aequor (ESF-Equal project IMPACT 2001/EQA/0055). In dit deel zal komt de afstemming en mogelijkheden voor de inzet van EVC in relatie tot de EMU pass aan bod. In 4.1 vindt u EVC en de kwaliteitscode borgin In 4.2 vondt u de relatie tussen de SHL en beroepscompetenties