INFORMATIEPAKKET MICROFERM
Informatiemap Microferm
Inhoudsopgave
1.
Projectbeschrijving Microferm Bijlage A
Invoedeisen groen gas
Bijlage B
Geluidsrapportage
2.
Haalbaarheid Microferm
3.
Haalbaarheid Gasopwerking SDE+ tarief € 0,76 ct.
4.
Brochure Microferm
5.
Meest gestelde vragen Microferm
6.
Tekening Microferm
7.
Materiaal Veiligheid
Thermen 10 7521 PS Enschede The Netherlands Tel: +31 53 460 9080 Fax: +31 53 460 9089 E-mail:
[email protected] Internet: www.HoSt.nl
Bank: ING rek. nr. 65.85.11.920 K.v.K. Enschede nr. 06091862 VAT: NL8082.65.386.B.01 IBAN: NL19INGB0658511920 BIC: INGBNL2A
PROJECTBESCHRIJVING Microferm met WKK en Gasopwerking
Projectbeschrijving Onze ref.
:
Vergunningsinformatie Microferm
Datum
:
7-11-2011
Gebruik van deze projectbeschrijving Deze projectbeschrijving bevat informatie over de Microferm vergistingstechniek inclusief de meest uitgebreide combinatie van additionele apparatuur, zoals een navergister, WKK en biogasopwerking. Het is mogelijk om (een deel) van deze additionele apparatuur weg te laten bij realisatie van een Microferm installatie. De informatie is ten behoeve van het aanvragen van een omgevingsvergunning, onderdeel milieu. HoSt adviseert om bij de aanvraag van een omgevingsvergunning alle additionele apparatuur in de aanvraag op te nemen. Dit geeft, als de vergunning verkregen is, de mogelijkheid om de Microferm uit te voeren zoals op dat moment het meest rendabel is, bijvoorbeeld door een gewijzigde subsidieregeling. Indien het bedrijf waar de Microferm geplaatst wordt al een omgevingsvergunning onderdeel milieu (of de oude milieuvergunning) bezit voor de agrarische activiteiten, volstaan een veranderingsvergunning om de Microferm toe te voegen. Indien het bedrijf nog geen omgevingsvergunning bezit, zal een oprichtingsvergunning voor het gehele bedrijf, voor zowel de agrarische activiteiten als de Microferm, moeten worden aangevraagd. Voor het nader aanpassen van de Microferm installaties op de wens van de klant kan bij HoSt nadere gedetailleerde vergunningsinformatie worden aangevraagd.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 2 van 17
Inhoudsopgave
1. 2. 3.
4.
5.
Pagina
Inleiding .................................................................................................................. 4 Doelen .................................................................................................................... 5 Beschrijving installatie............................................................................................. 6 3.1 Ontvangst en transport van de mest ........................................................... 6 3.2 Vergister ...................................................................................................... 6 3.3 Navergister en gasopslag ........................................................................... 6 3.4 Biogas behandeling..................................................................................... 7 3.5 Biogas benutting ......................................................................................... 7 3.5.1 Directe levering ................................................................................... 7 3.5.2 WKK .................................................................................................... 7 3.5.3 Gasopwerking ..................................................................................... 7 3.6 Beveiliging ................................................................................................... 8 3.7 Afvoer digestaat .......................................................................................... 9 Gegevens omgevingsvergunning, onderdeel milieu ............................................. 10 4.1 Veiligheid................................................................................................... 10 4.2 Geluid ........................................................................................................ 10 4.3 Geur .......................................................................................................... 11 4.4 Lucht ......................................................................................................... 11 4.5 Water......................................................................................................... 12 4.6 Bodem ....................................................................................................... 12 4.7 Energie ...................................................................................................... 12 4.8 Opslag gevaarlijke stoffen ......................................................................... 13 4.9 Overzicht aanwezige stoffen ..................................................................... 13 Overige vergunningsaspecten .............................................................................. 14 5.1 Omgevingsvergunning, onderdeel bouw................................................... 14 5.2 Bedrijfsspecifieke vergunningen ............................................................... 14 5.3 Milieueffectrapportage............................................................................... 14 5.4 Bestemmingsplan...................................................................................... 14
Bijlagen
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 3 van 17
1. Inleiding De Microferm is ontwikkeld voor agrariërs die alleen de eigen mest en voederresten van het eigen bedrijf willen verwerken. De installatie maakt het mogelijk op bedrijfsschaal mest met eigen voederresten te vergisten. Via een biologisch omzettingsproces wordt bij vergisting biogas geproduceerd. De installatie voorziet in de mogelijkheid om dit biogas om te zetten in elektriciteit en warmte en in de mogelijkheid om biogas op te werken tot groen gas van aardgaskwaliteit. Afhankelijk van de bedrijfsgrootte kan het boerenbedrijf hiermee volledig in eigen energiebehoefte voorzien. Het overschot aan geproduceerde elektriciteit wordt geleverd aan het elektriciteitsnet, de warmte wordt lokaal benut en het geproduceerde groen gas wordt geleverd aan het aardgasnet.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 4 van 17
2. Doelen Hoofddoelen: - Het verminderen van de methaan- en ammoniakemissie op het bedrijf; - Het opwekken van duurzame elektriciteit en warmte; - Het produceren van groen gas. Subdoelen: - Het verbeteren van de bemestingswaarde van de mest door het verhogen van de concentratie snel beschikbare stikstof; - Het doorbreken van de kringloop van onkruidzaden en ziektekiemen op het bedrijf.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 5 van 17
3. Beschrijving installatie 3.1
Ontvangst en transport van de mest
De mest wordt in de stal door een mestschuif in een verzamelput geschoven. Een wormpomp zorgt vervolgens voor het pompen van de mest naar de installatie. De pomp zal geschakeld worden op het niveau van de verzamelput. De verzamelput wordt tevens voorzien van een elektrische dompelmixer. De mest uit de bestaande stallen zonder mestschuif kan met een (mobiele) mestpomp naar de verzamelput gepompt worden, vanwaar deze mest ook in de vergister gepompt wordt.
3.2
Vergister
De belangrijkste component van de Microferm is de vergistingstank. Dit is een tank met een diameter van 4,5m en een hoogte van 12m. De mest wordt in de vergister gepompt. In de vergister heerst een temperatuur van 40 tot 50ºC, waarbij door middel van een biologisch omzettingsproces de organische stof in de mest omgezet wordt in biogas. Dit biogas heeft een gebruikelijke samenstelling van 55-60% methaan (CH4), 40-45% koolstofdioxide (CO2) en lage concentraties aan overige gasvormige stoffen. Een speciaal voor dit proces ontwikkeld roerwerk in de tank zorgt ervoor dat de tankinhoud homogeen gehouden wordt en het proces constant verloopt.
3.3
Navergister en gasopslag
De Microferm wordt uitgevoerd met een navergister. Dit kan in de vorm van een betonnen silo, met een diameter van minimaal 10m en een hoogte van minimaal 6m, waar nog resterend biogas uit de mest kan vrijkomen. Het biogas uit de installatie wordt gebufferd onder het dubbelmembraandak wat op de betonnen silo wordt geplaatst. Hierin wordt maximaal 160 Nm3 biogas opgeslagen, waarvan 105 Nm3 beschikbaar is als buffer (bij een 10m diameter tank van 6m hoog). Dit is voldoende voor circa vijf uur biogasproductie. Een grotere silo is altijd gunstig voor het vergistingsproces. Deze silo kan tevens dienen als digestaatopslag. Indien er geen betonnen navergistingssilo wordt geplaatst, kan een bestaande mestopslag worden aangepast tot navergister. Hierbij wordt de opslag voorzien van een gasdicht dak. De hoeveelheid opgeslagen biogas hangt in dit geval af van de afmetingen van de naopslag. Er is minimaal dezelfde capaciteit als buffer beschikbaar als bij een navergister met gasopslag. De gasopslag is een buffer voor het biogas en zorgt voor een stabiel debiet en samenstelling van de biogasstroom. Daarnaast zorgt de buffer ervoor dat er geen biogas ontsnapt, als er korte tijd geen biogas afname is, bijvoorbeeld door een storing. Affakkelen van biogas is hierdoor niet nodig.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 6 van 17
3.4
Biogas behandeling
In het biogas komt zwavelwaterstof (H2S) voor, in een concentratie welke afhankelijk is van de samenstelling van de mest. Vanuit de gasopslag wordt het biogas in een ontzwavelingssysteem ontdaan van H2S. Ontzwaveling van het biogas is vereist om de componenten in het verdere systeem te beschermen tegen de schadelijke effecten van H2S, alsmede om emissies van zwaveloxiden (SOx) bij verbranding te voorkomen. Ontzwaveling van het biogas vindt plaats in een actief koolfilter. Condenswater met zwavel uit dit systeem wordt naar de eindopslag gepompt. Zwavel is een natuurlijk bestandsdeel van mest, zodat bijmengen bij het digestaat geen bezwaar is.
3.5
Biogas benutting
Na de ontzwaveling kan het biogas benut worden. Dit kan op verschillende manieren. Lokaal kan het biogas worden aangewend in een WKK of biogasopwerkingsinstallatie. Indien er een afnemer van ruw biogas in de regio aanwezig is, is directe levering van biogas ook een optie. 3.5.1
Directe levering
Bij directe levering wordt het ontzwavelde biogas via een speciaal daarvoor bestemde gasleiding naar een afnemer geleid voor direct gebruik. Een andere mogelijkheid is de levering van biogas aan een biogashub, waar meerdere biogasstromen gezamenlijk verwerkt worden. 3.5.2
WKK
Om uit het biogas elektriciteit en warmte te produceren, wordt het biogas verbrand in een WKK. De geproduceerde elektriciteit wordt als groene stroom aan het elektriciteitsnet geleverd. De geproduceerde warmte kan lokaal nuttig worden gebruikt (bijvoorbeeld voor de verwarming van de stallen en woonhuis). De WKK bestaat uit een gasmotor met generator en rookgaskoeling, geplaatst in een container. Mogelijk is een elektrisch vermogen van maximaal 62 kW. Hierbij wordt maximaal 86 kW aan warmte geproduceerd in de vorm van koelwater met een temperatuur van 90°C. 3.5.3
Gasopwerking
Om het biogas als zogenaamd groen gas op het lokale / nationale aardgas transport netwerk te mogen brengen, is het noodzakelijk dat het biogas voldoet aan de specificaties zoals gedefinieerd door de beheerders van het aardgas transport netwerk, zie ook bijlage A. Om aan deze specificatie te kunnen voldoen dient het methaangehalte van het biogas te worden verhoogd. Biogas uit de vergister bestaat namelijk voor circa 55-60% uit CH4 en voor circa 35-40% uit CO2. Teneinde te voldoen aan de specificatie van de netbeheerder dient het groen gas meer dan circa 89% CH4 en minder dan 11% CO2 te bevatten.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 7 van 17
Voor het opwerken van biogas tot groen gas van aardgaskwaliteit, wordt het biogas uit de vergister ontwaterd en samengeperst tot circa 10 bar met behulp van een compressor. Wanneer het biogas op druk is, wordt het naar een hoog selectieve membraan getransporteerd waar het biogas gescheiden wordt. Het grootste deel van CO2 gaat door het membraan heen, terwijl CH4 bijna niet door het membraan gaat. Het methaanrijke productgas, op aardgas kwaliteitsniveau, wordt uit veiligheidsoverwegingen voorzien van een geurende component (Tetrahydrothiophene; THT), waarna het gereed is voor het openbare gasnet. De levering van het gas zal gebeuren volgens de specificaties van de netbeheerder. De totale gaszijdige volumetrische inhoud van deze installatie is niet groter dan 1 m3. Omdat het gas onder een druk van circa 10 bar staat, zal er maximaal 10 Nm3 biogas in de biogas opwerkingsinstallatie aanwezig zijn. De CO2 rijke gasstroom bevat circa 99 % CO2 en maximaal 1 % methaan. Dit CO2 rijke gas is in principe geschikt voor gebruik in bijvoorbeeld kassen in de glastuinbouw. Indien er geen toepassing voor het CO2 gas is, wordt het naar de atmosfeer geëmitteerd. In de onderstaande figuur zijn de processtappen schematisch weergegeven. Groen gas Doseren geurstof
Biogas uit Microferm
CO2
Compressor
Membraanscheiding
Principe schema groengas opwerkinstallatie
3.6
Beveiliging
De onderdelen van de vergister, WKK en biogasopwerking die direct in contact staan met biogas en de onderdelen binnen vastgestelde afstanden van biogaskoppelingen, worden ATEX uitgevoerd. Dit wil zeggen dat deze onderdelen explosieveilig uitgevoerd zijn en geen vonken kunnen veroorzaken. De vergister en de gasdichte opslag worden voorzien van een overdrukbeveiliging en onderdruk beveiliging. De overdruk beveiliging zorgt ervoor dat er nooit meer dan 15 mbar overdruk binnen de biogas opslag kan ontstaan. De onderdruk beveiliging zorgt ervoor dat de biogas opslag niet op onderdruk kan komen te staan, om schade aan het systeem te voorkomen. De installatie is niet voorzien van een fakkel. Bij normale bedrijfsvoering zal er constante afname van biogas zijn. Kortdurende verminderde of geen biogas afname wordt opgevangen door de bufferwerking van de gasopslag. Indien de verminderde biogasafname van lange duur is wordt het biogas afgeblazen naar de atmosfeer.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 8 van 17
Bij geplande verminderde biogasafname (zoals onderhoud) kan er gekozen worden om de gasproductie te verminderen door minder of geen mest naar de vergister aan te voeren. Hierbij moet opgemerkt worden dat het biogas dat eventueel afgeblazen wordt normaliter ook geleidelijk uit de mest vrijkomt en in de atmosfeer terecht komt.
3.7
Afvoer digestaat
Het digestaat, de vergiste mest, wordt continu afgevoerd uit de vergistingsinstallatie naar een (bestaande) mestopslag. Dit kan een navergister of open mestopslag zijn, afhankelijk van de bedrijfssituatie.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 9 van 17
4. Gegevens omgevingsvergunning, onderdeel milieu In dit hoofdstuk worden de relevante gegevens voor de omgevingsvergunning beschreven. Aangegeven wordt welke maatregelen zijn getroffen om aan de gestelde eisen te voldoen.
4.1
Veiligheid
Biogas is een brandbaar gas waarin H2S aanwezig kan zijn. Indien het biogas 1% of meer H2S bevat, wordt het gezien als een zeer giftig gas. In dit geval dient voor de veiligheid rekening gehouden te worden met zowel de brandbare als toxische eigenschappen van het gas (RIVM rapport “Veiligheid grootschalige productie van biogas”). Het biogas uit de Microferm bevat maximaal 0,5% H2S en wordt derhalve niet aangemerkt als zeer giftig. Voor de veiligheid dient er rekening gehouden te worden met de brandbare eigenschappen van het biogas. Om te voorkomen dat er een biogasuitstoot plaatsvindt naar de omgeving, wordt het gas opgevangen in een gasdichte opslag die bestand is tegen de inwerking van het biogas. Op deze wijze is er bij normale bedrijfsvoering geen uitstoot van biogas naar de omgeving. Het biogas wordt opgeslagen onder een geringe overdruk van circa 15 mbar. Een overdrukventiel zorgt ervoor dat bij calamiteiten de gasdruk niet te hoog kan worden, door biogas af te laten naar de atmosfeer. In de biogas opwerkingsinstallatie wordt biogas opgewerkt tot groen gas van aardgaskwaliteit. Groen gas is net als biogas een brandbaar gas. Om de risico’s te minimaliseren is er een minimale hoeveelheid groen gas op de locatie aanwezig (maximaal 10 Nm3). Dit is gas aanwezig in de apparatuur en leidingen; er vindt geen opslag van groen gas plaats. Alle componenten in de nabijheid van aansluitingen van gasleidingen, als mede de apparatuur waarin gas wordt verwerkt, wordt ATEX uitgevoerd. In de besturingscontainer, waar de elektrische regelsystemen aanwezig zijn, wordt een brandblusser geplaatst.
4.2
Geluid
De directe geluidsbronnen binnen de vergistinginstallatie zijn enkele pompen, de motor van het roerwerk in de vergister, de WKK-installatie en de gasopwerking. Het geluidsniveau ten gevolge van het bedrijven van de vergistinginstallatie zal niet uitkomen boven het geluidsniveau van de normale bedrijfsactiviteiten. De WKK wordt opgesteld in een geluidsgeïsoleerde ruimte in de besturingscontainer en is derhalve voorzien van voldoende geluidsisolatie. Het geluidsniveau van de WKK en biogas opwerkingsinstallatie is beiden maximaal 75 dB(A) onder vrije veldcondities, op 1 meter afstand van de container. Een algemeen geluidsrapport voor een Microferm vergistingsinstallatie met WKK en gasopwerking in een vrij veld is te vinden in bijlage B. Voor een omgevingsvergunning
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 10 van 17
is er mogelijkerwijs een geluidsonderzoek vereist afgestemd op de locatie waar de Microferm geplaatst wordt. De Microferm vraagt geen extra transportbewegingen aangezien slechts mest, die op het eigen bedrijf voorhanden is, wordt vergist. Alleen tijdens de opstartperiode zal de installatie af en toe bezocht worden voor controles en daarna nog enkele keren per jaar voor onderhoud.
4.3
Geur
De Microferm vergistingsinstallatie zorgt voor een geurreductie op het bedrijf, omdat geproduceerde mest (direct) wordt vergist en vervolgens opgeslagen in een gasdichte opslag. De ammoniak (NH3) emissie van het bedrijf wordt gereduceerd wat een positieve bijdrage levert aan de geuremissie van het bedrijf. De geurcomponenten (NH3 en H2S) die in de huidige situatie vrijkomen uit de mest, zullen bij een Microferm voor een groot deel vrijkomen tijdens het vergistingsproces en in het biogas terecht komen. Opgemerkt wordt dat voor de gasopwerking de geurende component (THT) alleen, uit veiligheidsoverwegingen (eis van de netbeheerder), aan het groen gas wordt toegevoegd en derhalve niet naar de omgeving wordt geëmitteerd. Uit de gegevens van de netbeheerder blijkt dat er een nominale hoeveelheid van 18 mg/Nm3 THT aan aardgas wordt toegevoegd. Voor de Microferm leidt dit tot slechts 2,5 kg THT per jaar. Dit heeft echter geen gevolgen voor het milieuaspect geur, omdat de THT aan het gas wordt toegevoegd en niet in de omgeving terecht komt.
4.4
Lucht
De emissies naar de lucht vinden plaats via de uitlaat van de gasmotoren en eventueel via de restgas zijde van de biogasopwerking. Directe emissie van NH3 en CH4 uit de mest wordt met een Microferm vergistingsinstallatie grotendeels voorkomen. Door de benutting van het biogas wordt de CH4 lokaal (in de WKK) of elders (directe levering biogas of opgewerkt tot groen gas) met lucht verbrand tot CO2 en H2O. Dit heeft een tweetal aanzienlijke voordelen: - Emissie van CO2 uit fossiele brandstof (aardgas) wordt voorkomen door in plaats van aardgas biogas te verbranden. - De uitstoot van de CO2 van de verbranding is minder schadelijk dan de uitstoot van CH4 die normaal uit mest plaatsvindt. CH4 heeft een 25 maal grotere bijdrage aan het broeikaseffect dan CO2. Bij normale bedrijfsvoering vindt er geen emissie van biogas plaats. In geval van calamiteiten is het mogelijk dat er biogas wordt afgelaten via de overdruk beveiliging. Indien dit het geval is, wordt de biogasproductie stopgezet door de toevoer van mest naar de vergistingsinstallatie te stoppen. Hierdoor neemt de biogasproductie geleidelijk af. De emissie van biogas in geval van calamiteiten, wat slechts zelden plaatsvindt, is door deze maatregel minimaal.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 11 van 17
WKK De uitlaatgassen van de gasmotor WKK installatie voldoen aan de emissie-eisen gesteld in het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (Bems). Bems emissie-eisen
Biogas
NOx (mg/Nm3) 340
SO2 (mg/Nm3) 200
Totaal stof (mg/Nm3) -
CxHy (mg/Nm3) -
De absolute emissies hangen af van de gekozen grootte van de WKK. De maximale grootte voor een Microferm is op dit moment een 62 kWe WKK. De totale hoeveelheid NOx die op jaarbasis wordt uitgestoten door deze gasmotor WKK is maximaal 0,7 ton. Een kleinere WKK, draaien op deellast en minder draaiuren zorgen voor een lagere totale NOx emissie. Biogasopwerking Het restgas uit de gasopwerking bestaat voornamelijk uit CO2 en bevat maximaal 1% CH4. Indien het restgas wordt afgeblazen voldoet het hiermee aan de eisen van TA Luft (In Nederland bestaat op dit punt geen norm, daarom wordt hier de Duitse norm gehanteerd). De emissie van CH4 zal tot een minimum worden beperkt uit economisch oogpunt.
4.5
Water
In het vergistings- en opwerkingsproces komt geen afvalwater vrij dat moet worden geloosd op het riool of het oppervlaktewater. Geproduceerd condenswater bevat opgeloste stoffen die van nature in de mest voorkomen (zwavel, ammoniak) en wordt derhalve in de eindopslag bij het digestaat gepompt.
4.6
Bodem
Bij de procesvoering van de Microferm vergistingsinstallatie wordt niets in de bodem geloosd. Er is geen sprake van bodemverontreiniging.
4.7
Energie
Het energieverbruik verbruik van de Microferm installatie bestaat uit de elektrische aandrijving van mixers, pompen en besturing en uit de warmtevraag van de vergister. De Microferm vergistingsinstallatie produceert meer energie dan dat er binnen het proces gebruikt wordt. Afhankelijk van de manier waarop het biogas wordt benut, is de geleverde energie in de vorm van elektriciteit en warmte, groen gas of biogas. De energie die geproduceerd wordt met de Microferm is duurzame energie. Het overschot aan geproduceerde energie (in de vorm van elektriciteit, groen gas of biogas) kan als duurzame energie worden geleverd aan regionale of lokale distributienetwerken.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 12 van 17
Elektriciteit: Onderdeel Vergistingsinstallatie Biogas opwerking
Maximaal eigen verbruik 22.000 kWh/jaar 41.000 kWh/jaar
Warmte: Onderdeel Vergistingsinstallatie
Maximaal eigen verbruik 210.000 kWhth/jaar
4.8
Opslag gevaarlijke stoffen
THT (gevarensymbolen: F en Xn; vlampunt 13 °C) heeft een ADR 3 classificatie en wordt opgeslagen in hoeveelheden <25 liter volgens de geldende eisen. De THT wordt gedoseerd toegevoegd aan het opgewerkte gas, voor overgave aan de netbeheerder. De dosering vindt binnen de opwerkeenheid plaats.
4.9
Overzicht aanwezige stoffen
De grondstof voor de het vergistingsproces is mest. De reststof die vrijkomt bij het proces is digestaat, wat een betere bemestende waarde heeft dan mest. Binnen de Microferm installatie worden de volgende hulpstoffen gebruikt: Hulpstof
Maximaal aanwezig
THT
10 liter
Calibratiegas (Vergelijkbaar Aardgas Slochteren)
10 liter
Transportgas (Helium) voor gas chromatograaf
50 liter
Smeerolie biogascompressor en gasmotor WKK
100 liter
Actief kool voor gasreiniging
500 kg
Het verbruik van de verschillende hulpstoffen is per installatie verschillend. Dit hangt af van de hoeveelheid te vergisten mest, de samenstelling van de mest en de in gebruik zijnde manier van biogas benutting (WKK, gasopwerking of directe levering).
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 13 van 17
5. Overige vergunningsaspecten 5.1
Omgevingsvergunning, onderdeel bouw
Om een Microferm vergister te mogen plaatsen is het vereist om een omgevingsvergunning, onderdeel bouw, aan te vragen. HoSt kan op aanvraag tekeningen aanleveren. 5.2
Bedrijfsspecifieke vergunningen
Behalve de omgevingsvergunning onderdeel milieu en bouw zijn er mogelijk andere vergunningen vereist, zoals een sloopvergunning of een kapvergunning (beide onderdeel van de omgevingsvergunning). Houd hier rekening mee bij het aanvragen van de vergunningen. 5.3
Milieueffectrapportage
Het opstellen van een Milieueffectenrapportage (MER) is voor een Microferm vergistingsinstallatie niet vereist. De activiteiten die plaatsvinden binnen een Microferm vergistingsinstallatie komen niet voor in onderdeel C van de bijlage van het besluit MER (Activiteiten, plannen en besluiten, ten aanzien waarvan het maken van een milieueffectrapportage verplicht is). De activiteiten die plaatsvinden binnen een Microferm vergistingsinstallatie komen niet voor in onderdeel D van de bijlage van het besluit MER (Activiteiten, plannen en besluiten, ten aanzien waarvan de procedure als bedoeld in de artikelen 7.16 tot en met 7.20 van de wet van toepassing is). 5.4
Bestemmingsplan
Controleer voor het aanvragen van een milieuvergunning of het realiseren van een vergistingsinstallatie is toegestaan binnen het geldende bestemmingsplan. Daarnaast kan het bestemmingsplan beperkingen opleggen betreffende hoeveelheid bebouwing en de bouwhoogte. HoSt kan adviseren en mogelijkheden aandragen indien de standaard Microferm niet binnen het bestemmingsplan valt. Neem in dat geval contact op het HoSt.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 14 van 17
Bijlagen Bijlage A. Bijlage B.
Invoedeisen groen gas Geluidsrapport
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Pag. 15 van 17
Bijlage A. Invoedeisen groen gas
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Invoedeisen groen gas Pag. 16 van 17
Bijlage B. Geluidsrapport Deze kan op verzoek worden verstrekt.
Projectbeschrijving Vergunningsinformatie Microferm Geluidsrapport Pag. 17 van 17
Haalbaarheid Microferm Toelichting
Bijgevoegd is het document Beknopte haalbaarheid Microferm Rundveemest: o een beknopte haalbaarheid van de Microferm Rundveemest voor levering groen gas met SDE+ tarief € 0,76. In het document zijn verschillende situaties beschreven: o aanpassing bestaande stal / nieuwbouw; o aantal koeien 120 / 140 / 160 stuks; o voerresten. De berekeningen zijn indicatief. Er kunnen geen rechten aan de berekeningen worden ontleend.
Toelichting Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE+) Ondernemers die energie produceren en daarbij het milieu verduurzamen, kunnen vanaf 1 juli 2011 in aanmerking komen voor de SDE+ subsidie. Doel van de regeling SDE+ is om zoveel mogelijk duurzame energie op te wekken per euro, door de goedkoopste vormen te subsidiëren. Ofwel: betaalbare, betrouwbare en schone energie. Onder andere groen gas installaties (Microferm) komen in aanmerking. De SDE+ regeling wordt ieder jaar in 4 fasen opengesteld. De openstelling in 4 fases past bij het doel van de SDE+ regeling om de goedkoopste vormen van duurzame energie te stimuleren. Iemand die in de eerste fase subsidie aanvraagt (en dus minder vergoeding krijgt) heeft meer kans dat er genoeg budget beschikbaar is. Net zoals bij de oude SDE regeling geldt nog steeds het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. HoSt heeft voor u het document Haalbaarheid Microferm samengesteld. Uitgangspunt is het groen gas tarief van 0,76 €, 2e fase subsidie aanvraag. (Het tarief 0,62 €, 1e fase SDE+ is niet economisch haalbaar).
Om SDE+ te kunnen aanvragen, moeten de vergunning (WABO) geregeld zijn. Het kan daarom raadzaam zijn haast te maken bij het aanvragen van de vergunning.
Haalbaarheid Microferm Rundveemest groen gas Aanpassen stal
Nieuwbouw
Opmerkingen
Bedrijfsgrootte Totaal aantal koeien
[stuks]
140
140
160
140
160 de blauw gearceerde cellen kunnen naar eigen bevinden aangepast worden
Mestproductie Mest per koe (inclusief jongvee)
[m3/koe/jaar]
35
35
35
35
Totale hoeveelheid mest
[m3/jaar]
4900
4900
5600
4900
Biomassa (kleiner dan 2 cm)
[ton/jaar]
0
140
10
140
35 5600 maximaal 5.600 m³/jaar per Microferm 0 biomassa moet voldoende verkleind zijn om met de mest mee te kunnen verpompen mais, bijvoorbeeld ter vervanging van zaagsel in de boxen
Biogas en groen gas productie Biogas uit verse mest
[m3/m3]
35
35
35
35
Energie uit biomassa
[m3/ton]
200
200
200
200
200
[m3/jaar]
171500
199500
198000
199500
196000
[Nm3/jaar]
114905
133665
132660
133665
131320
Totaal biogas (CH4 ca. 60%) Totaal groen gas (CH4 > 88%)
35 gas productie tussen de 35 - 40 m3/m3 mest
Economische uitgangspunten, subsidie en energietarieven Gemiddelde warmtevraag Warmtevraag vergister Elektriciteitsverbruik gas opwerking (incl. compressor) Verbruik elektriciteit vergister en gasopwerking Verkoop groen gas, aardgas net
[kWt]
24
nm3/jaar
23.179
24 23.842
27 26.538
24 23.842
[kWe]
6
6
6
6
[MWh/jaar]
72
72
72
72
27 in de zomer -15%, in de winter +15% 26.491 verwarmen vergister 6 72 Microferm 3 kWe en gasopwerking 5 kWe
[Nm3/jaar]
114905
133665
132660
133665
Prijs stroom inkoop
[euro/kWh]
€ 0,12
€ 0,12
€ 0,12
€ 0,12
131320 € 0,12 de prijs waarvoor het rundvee bedrijf zelf stroom inkoopt
Verkoopprijs groen gas SDE+
[euro/kWh]
€ 0,76
€ 0,76
€ 0,76
€ 0,76
€ 0,76
Inkoopprijs aardgas
[euro/nm3]
€ 0,50
€ 0,50
€ 0,50
€ 0,50
€ 0,50 de prijs waarvoor het rundvee bedrijf zelf gas inkoopt
Investeringen Vergunningen aanvragen en SDE+
[euro]
€ 3.000
€ 3.000
€ 3.000
€ 3.000
Investering Microferm met gasopwerking
[euro]
€ 360.000
€ 360.000
€ 360.000
€ 360.000
€ 3.000 zonder vergunning kan geen SDE+ aanvraag ingediend worden.
Koppeling gasnet
[euro]
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000
Civiel (fundaties, graven)
[euro]
€ 5.000
€ 5.000
€ 5.000
€ 5.000
Naopslag 10x6 (bruto 470 m3)
[euro]
€ 67.000
€ 67.000
€ 67.000
€ 67.000
€ 67.000 dubbel membraan, kijkglas, niveau meting, gasdruk meter, overdruk beveiliging
Aanpassen stal (vloeren dicht + schuif systeem)
[euro]
€ 50.000
€ 50.000
€ 50.000
Aansluiten elektrisch, mest leidingen etc.
[euro]
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000 afhankelijk van locatie
Investeringssubsidie Overijssel/Waddenfonds etc.
[euro]
€0
€0
€0
€0
€0
Totale investering Microferm + gasopwerking
[euro]
€ 515.000
€ 515.000
€ 515.000
€ 465.000
€ 465.000
Lease
[euro/jaar]
€ 48.925
€ 48.925
€ 48.925
€ 44.175
€ 44.175
Inkoop extra elektriciteit
[euro/jaar]
€ 8.640
€ 8.640
€ 8.640
€ 8.640
All in service biogas installatie + gasopwerking
[euro/jaar]
€ 13.500
€ 13.500
€ 13.500
€ 13.500
Verzekering
[euro/jaar]
€ 3.653
€ 3.703
€ 3.700
€ 3.378
Gasinkoop warmte
[euro/jaar]
€ 11.590
€ 11.921
€ 13.269
€ 11.921
€ 13.245
Totale kosten Microferm met gasopwerking
[euro/jaar]
€ 86.308
€ 86.689
€ 88.034
€ 81.614
€ 82.932
€ 87.328
€ 101.585
€ 100.822
€ 101.585
€ 99.803
€ 1.020
€ 14.897
€ 12.787
€ 19.972
€ 16.871
€ 360.000 inclusief gas analyse € 15.000 schatting (lage druk net), afhankelijk van locatie € 5.000
stalaanpassingen indien geen dichte vloeren
Kosten € 8.640 € 13.500 incl. analyse en hulpstoffen € 3.372 incl. inkomsten verlies door machineberuk
Baten Baten uit verkoop groen gas
Resultaat
De berekeningen zijn indicatief, er kunnen geen rechten aan deze berekening worden ontleend. Er zijn mogelijkheden op investering subsidies, EIA en MIA regelingen, waardoor terugverdientijd aantrekkelijker wordt Alternatieve systemen om vergister te verwarmen zijn: warmte terugwinning navergister, zonne collectoren en warmte pompen.
Thermen 10 7521 PS Enschede The Netherlands Tel: +31 53 760 0170 Fax: +31 53 460 9089 E-mail:
[email protected] Internet: www.microferm.nl
HoSt is een ontwerper en turnkey leverancier van biogasinstallaties en heeft inmiddels meer dan 35 co-vergistingsinstallaties gebouwd bij agrarische bedrijven voor het vergisten van mest met co-producten. Daarnaast heeft HoSt grote industriële vergistingsinstallaties gerealiseerd voor het vergisten van slachtafval en bijzondere organische reststromen.
www.microferm.nl
e i r g r e e o n B e e Bio va n d www.microferm.nl
HoSt Microferm: duurzame energie uit mest
Het Microferm concept is ontwikkeld voor boeren die de eigen mest verwerken. De Microferm is uitermate geschikt voor agrarische bedrijven waar voldoende drijfmest vrijkomt, zoals rundveebedrijven, varkenshouderijen en kalvermesterijen. Nuchter kalf
Voer
80
5420
5500
2220
530
Rosé kalf
2750
Warmteproductie kalf
Mest
1065
Warmte vergistingsproces
Digestaat
320 465
Elektriciteit
370
Nuttige warmte
Eenheden in kWh / kalf
Het bovenstaande diagram geeft een beeld van een typische bedrijfssituatie voor een kalvermesterij. Het toont de energiestromen en energie-omzetting in kWh per kalf gedurende zijn levensduur. Van de vrijkomende drijfmest wordt bijna 40% omgezet in nuttige warmte en elektriciteit. [Bron: VOF Kleizen, Langeveen]
De overheid stimuleert investeringen in duurzame energie om de doelstelling van 14% duurzame energie in 2020 te realiseren.
De duidelijke voordelen van het HoSt Microferm concept
Biogas uit mest in combinatie met voerresten en restproducten van eigen land kan in Nederland 7% van het totale gasverbruik dekken en 25% van de CO2–emissiereductie doelstelling realiseren. Agrarisch Nederland kan met de nieuwe concepten en systemen van HoSt optimaal profiteren van dit stimuleringsbeleid.
• Zelfvoorzienend in energie • Baten als elektriciteitsleverancier • Hoogwaardige mest • Emmissiearme bedrijfsvoering
Microferm: kracht in kleinschaligheid Met het nieuwe Microferm concept van HoSt is het haalbaar om op kleine schaal mest te vergisten en om te zetten naar duurzame energie. De kracht van deze kleinschalige opzet ligt in de eenvoud, de makkelijke inpasbaarheid, het lage risico en een investering die is te overzien. Microferm: meer uit mest Het Microferm concept is ontwikkeld voor agrariërs die alleen de eigen mest willen verwerken. Op rendabele wijze wordt de mest vergist en omgezet naar elektriciteit en nuttige warmte. Afhankelijk van de bedrijfsgrootte kan het boerenbedrijf daarmee geheel in de eigen energiebehoefte voorzien en zelfs groene stroom terugleveren aan het elektriciteitsnet. De Microferm is uitermate geschikt voor agrarische bedrijven waar voldoende drijfmest vrijkomt, zoals rundveebedrijven, varkenshouderijen en kalvermesterijen.
• Onafhankelijk van externe grondstoffen • Robuust en betrouwbaar • Snelle realisatie
Verzamelput Drijfmestpomp
Stal met roostervloer
Vergister 120 m3
kuipvloer met mestschuif
Bestaand mestbassin voor digestaatopslag / gasbuffer
Meterkast
Stal met vloerverwarming Voerkeuken
Stal met vloerverwarming Bedrijfswoning met vloerverwarming
Generator
Warmwatervoorziening Levering aan net
Gasmotor Besturing
PREFAB WKK-container met 62 kWe WKK-unit
Het Microferm concept
Bedrijfswoning met vloerverwarming
Het Microferm concept
Kleinschalige mestvergisting HoSt richt zich met de Microferm op kleinschalige mestvergisting. Bij veehouderijen is het rendement van de Microferm al optimaal bij een bedrijfsgrootte met 4000 m3 mestproductie per jaar. Hoogrendement vergister Door de unieke en gepatenteerde Microferm is het mogelijk om stabiel én met een hoog rendement te vergisten bij korte verblijfstijden van 8 tot 12 dagen. Voor een in verhouding grote meststroom kan zo worden volstaan met een compacte en kostengunstige vergister. Warmte Kracht Koppeling De Microferm bestaat uit een vergister en een container met daarin een Warmte Kracht Koppeling (WKK) bestaande uit een gasmotor, een gekoppelde generator en de besturing. Voorzien in eigen energieverbruik Het door vergisting geproduceerde biogas wordt in de WKK omgezet naar duurzame elektriciteit en warmte. De opgewekte elektriciteit wordt in eerste instantie gebruikt op het bedrijf zelf. De warmte die ontstaat bij het opwekken van elektriciteit, komt vrij uit de WKK bij een temperatuur van 90°C. Deze warmte wordt deels gebruikt voor het vergistingsproces zelf. Met het surplus worden de bedrijfsgebouwen en de bedrijfswoning verwarmd en wordt warm tapwater geleverd of koude gemaakt met een absorptiekoelmachine, bijvoorbeeld voor het koelen van de melk. Hierdoor wordt het agrarische bedrijf zelfvoorzienend en ongevoelig voor toekomstige prijsstijgingen in energie.
Opbrengst uit elektriciteitsproductie De niet benodigde elektriciteit wordt als groene stroom aan het elektriciteitsnet geleverd. Het praktische vermogen ligt tussen de 30 kW en 60 kW. Daarmee kan de installatie probleemloos op de bestaande netaansluiting worden aangesloten. Een kostbare transformator is daardoor overbodig. Hoog rendement door stalintegratie De dieren staan jaarrond op stal voor een continue mestaanvoer. Maximaal rendement wordt behaald met een optimale stal die is uitgevoerd met een systeem dat direct de mest in de stal afvoert naar de centrale put. Vanuit deze centrale put wordt de mest de Microferm ingepompt. Door de directe vergisting van de mest wordt de gasproductie aanzienlijk verhoogd. Dit in tegenstelling tot een traditionele stal waarbij een deel van de mest al tijdens de opslag in de mestkelder wordt omgezet naar gas, waarmee waardevolle energie verloren gaat.
Jaarlijkse opbrengst Microferm Proces warmte 4.200 m3 Mest
Vergister 120 m3 212.000 m3 Biogas 4.000 m3 Digestaat
Biogas Bassin 1.000 m3
WKK
Eenvoud en betrouwbaarheid Groot voordeel van de Microferm is de eenvoud van de installatie. Er zijn geen complexe invoersystemen en de installatie is relatief klein in vergelijking met een co-vergistingsinstallatie. Minimale beheerslast De Microferm vraagt weinig tijd. Mest wordt automatisch naar de vergister gepompt en het gehele systeem wordt door een geavanceerde besturing volledig geregeld. Snelle realisatie door prefab De vergister en WKK worden volledig prefab geproduceerd. Hierdoor wordt de hoeveelheid werk op locatie tot een minimum teruggebracht en kan het systeem binnen een maand en voor een gunstige prijs worden geleverd. Onafhankelijk van marktprijzen Omdat de eigen mest volstaat voor de Microferm is er geen noodzaak voor de aan- en afvoer van grote hoeveelheden bio-reststromen en mest zoals bij co-vergisting. Daarmee wordt de bedrijfsvoering ontlast van de zorg voor het vinden en contracteren van co-producten om te vergisten. Het rendement van de Microferm is daarmee onafhankelijk van marktprijzen voor reststromen en mestafzet. Prijsschommelingen van grondstoffen hebben dus geen invloed op de operationele opbrengst.
290.000 kWh Nuttige warmte
365.000 kWh Groene stroom
4.000 m3 Opgewerkte mest
Lagere milieubelasting, emissiearme veestallen Als belangrijk neveneffect wordt de uitstoot van het schadelijke broeikasgas methaan drastisch verminderd. De mest wordt dagvers verwerkt en blijft geen lange tijd opgeslagen in mestkelders. In een mestkelder wordt namelijk een deel van de organische stof in de mest al omgezet in onder meer methaangas. Ook heeft de ammoniak in de mest geen tijd om te ontsnappen als de mest dagelijks in de vergister wordt gepompt. De gassen komen gecontroleerd vrij in de vergister en worden verwerkt in de WKK. Hierdoor wordt de methaan- en ammoniak-emissie op het bedrijf aanzienlijk gereduceerd, waarmee wordt ingespeeld op toekomstige emissieregelgeving. Lagere ziekte- en onkruiddruk Op een veebedrijf is er een kringloop van ziektekiemen en onkruidzaden. Mest met ziektekiemen en onkruidzaden wordt op het land gebracht en vervolgens weer als voer van het land gehaald en aan de dieren gevoerd. Door de mest te vergisten op hoge temperatuur worden de ziektekiemen en onkruidzaden afgebroken en wordt deze kringloop doorbroken, met als gevolg een afnemende ziekte- en onkruiddruk op bedrijfsniveau. Hogere mestkwaliteit Door de vergisting wordt veel organisch gebonden stikstof omgezet naar minerale stikstof waardoor de werking van de mest verbeterd: de stikstof in de mest is sneller beschikbaar en kunstmestbesparing is mogelijk.
Thermen 10 7521 PS Enschede The Netherlands Tel: +31 53 760 0170 Fax: +31 53 460 9089 E-mail:
[email protected] Internet: www.microferm.nl
HoSt is een ontwerper en turnkey leverancier van biogasinstallaties en heeft inmiddels meer dan 35 co-vergistingsinstallaties gebouwd bij agrarische bedrijven voor het vergisten van mest met co-producten. Daarnaast heeft HoSt grote industriële vergistingsinstallaties gerealiseerd voor het vergisten van slachtafval en bijzondere organische reststromen.
www.microferm.nl
e i r g r e e o n B e e Bio va n d www.microferm.nl
Thermen 10 7521 PS Enschede The Netherlands Tel.: +31 (0)53 – 460 90 80 Fax: +31 (0)53 – 460 90 89 E-mail:
[email protected] Internet: www.host.nl
Bank K.v.K. VAT IBAN BIC
: ING rek. nr. 65.85.11.920 : Enschede nr. 06091862 : NL8082.65.386.B.01 : NL19INGB0658511920 : INGBNL2A
MEEST GESTELDE VRAGEN OVER DE
Onderstaand vindt u de meest gestelde vragen over de Microferm:
1.
Werkt de Microferm alleen maar op verse mest?
De Microferm rendeert het best op verse mest, aangezien verse mest ca. 30% meer gas oplevert dan mest van 4 weken oud en minimaal 50% meer dan mest van 4 maanden oud. Er kan ook (beperkte hoeveelheid) biomassa toegevoegd worden, mits vrij van stenen, takken, ijzer en andere verontreinigingen en mits verkleind tot maximaal 2 cm.
2.
Wat zijn de mogelijkheden voor bestaande stallen met roostervloeren?
Gebruik van roostervloeren is mogelijk als de putten zo leeg mogelijk gehouden worden; dit betekent dat er extra mestopslag gecreëerd moet worden omdat de opslag in de putten grotendeels onbenut blijft. Een betere optie is om de vloeren dicht te maken en mestschuiven te installeren. De putten kunnen dan als opslag worden gehandhaafd. Advies is om wel eerst de mest nog circa 10-15 dagen op te slaan in een na-gistingstank om gas emissie in de kelder te minimaliseren.
3.
Om wat voor investeringsbedrag gaat het?
Voor de vergister met toevoer, WKK en besturing is de verkoopprijs € 300.000. Voor de vergister met toevoer, Gasopwerking en besturing is de verkoopprijs € 360.000. Daarnaast zijn er nog project gerelateerde kosten voor de netaansluiting en fundatie tussen de vergister en het bedrijf en de kosten voor het creëren van aanvullende mestopslag/gasopslag. 4.
Is de huidige subsidieondersteuning toereikend?
Er is een nieuwe SDE+ regeling (Subsidieregeling Duurzame Energieproductie) die per 1 juli 2011 ingaat. Met name het produceren van groen gas (gas van aardgaskwaliteit) wordt gestimuleerd. De vergoeding voor duurzame elektriciteit is in de nieuwe regeling aanmerkelijk lager dan in de huidige regeling, maar er is wel een aantrekkelijke fiscale regeling en in sommige streken is een investeringssubsidie mogelijk. Ook als er extra warmte benut kan worden, kan elektriciteit opwekken met warmte benutting aantrekkelijk zijn. Zie verder document: Voorbeeld haalbaarheid Microferm. 5.
Wanneer is het systeem economisch rendabel?
Zie document: Voorbeeld haalbaarheid Microferm
Pagina 2 van 6
6.
Wat is het verschil tussen de Microferm en de tot nu toe gebruikelijke vergisters?
De Microferm behoudt bacteriën en organische stof middels een gepatenteerd systeem in de vergister en daardoor is het mogelijk om met een relatief kleine tank een grote hoeveelheid mest te vergisten. Het aanvoeren van co-producten, die onderhevig zijn aan (hoge) prijsstijgingen, en dus ook 200% mest afvoer is niet nodig. Er is op dit moment niks duurzamer (4 x meer CO2 reductie t.o.v. windmolens), goedkoper en bedrijfszeker dan het vergisten van reeds aanwezige eigen dagverse mest.
7.
Werkt de Microferm alleen op verse mest, of kunnen ook ander biologische materialen gebruikt worden, bijvoorbeeld bietenafval of maïsafval?
De Microferm werkt op verse mest of verpompbare stromen; we zijn bezig met het ontwikkelen van een toevoersysteem waarbij ook een klein gedeelte vaste stoffen kan worden bijgevoegd.
8.
Wat zijn de opbrengsten en resultaten van de Microferm?
Zie Document: Voorbeeld haalbaarheid Microferm.
9.
Is er sprake van ammoniakuitstoot of methaanemissie? Mag de Microferm ook binnen de bebouwde kom geplaatst worden?
De Microferm is een volledig gesloten systeem en stoot daardoor geen ammoniak- of methaangas uit. Doordat de mest direct uit de stallen (dagvers) wordt afgevoerd, is de emissie van ammoniak en methaan nihil. Of de Microferm ook in de bebouwde kom geplaatst mag worden, dient u met uw gemeente te overleggen.
10. Welke vergunningen zijn nodig om de Microferm te bouwen?
Voor de bouw van de Mircoferm is een Bouwvergunning en een Milieuvergunning nodig; tegenwoordig bekend onder de naam Omgevingsvergunning (Wabo), onderdeel Milieu & Bouw
11. Hoeveel mest is nodig?
Er is minimaal 4.000 m³ mest per jaar nodig om goed te kunnen renderen. Zie tevens de economische berekeningen in het document: Voorbeeld haalbaarheid Microferm.
Pagina 3 van 6
12. Is de vergiste mest nog te gebruiken?
Door de vergisting wordt veel organisch gebonden stikstof omgezet naar minerale stikstof waardoor de werking van de mest verbetert: de vergiste mest wordt beter opgenomen door de plant, de benutting is beter en er kan mogelijk bespaard worden op kunstmest. Zie verder: Brochure Microferm.
13. Wat is de geschatte levensduur?
De geschatte levensduur voor de WKK is ca. 12 jaar, De geschatte levensduur voor de gasopwerking is ca. 20 jaar; voor de vergister en de appendages op/aan de vergister is de geschatte levensduur minimaal 15 jaar.
14. Hoeveel bedragen de onderhoudskosten?
Een all-in onderhoudscontract (voor instandhouding van de installatie gedurende 12 jaar) zal met WKK +/- 16.500 € en met gasopwerking +/- 13.500 € (incl. analyse en hulpstoffen). 15. Hoeveel tijd ben ik dagelijks kwijt voor onderhoud?
Het bedienen en controleren van de installatie kost gemiddeld 1 uur per dag.
16. Hoe dun moet de mest zijn?
De mest moet verpompbaar zijn.
17. Wat zijn de mogelijkheden bij varkensmest?
Met varkensmest realiseren we op dit moment een verblijftijd van ca. 12 dagen. Dit leidt ertoe dat een Microferm op dit moment minder mest verwerkt als hij op varkensmest draait. Daarbij is de drogestof gehalte lager en het stikstof gehalte hoger dan rundveemest n dus is het rendement lager. We hebben enkele mogelijkheden om de mest in dikke fractie/urine te scheiden en de verblijftijd verder te verkorten; deze zijn we momenteel in de praktijk aan het testen op proefboerderij van de WUR in Sterksel.
18. Hoe moeilijk is het opnieuw opstarten van de installatie?
Vanwege de compactheid en eenvoud is de installatie in een week tijd weer volledig opgestart.
Pagina 4 van 6
19. Hoeveel warmte komt er vrij?
Er komt per uur continu +/- 60 kW warmte vrij waarvan maximaal 25 kW door de vergister gebruikt wordt.
20. Is een mestzak noodzakelijk?
Een mestzak is niet noodzakelijk; er kan ook een betonnen mestsilo met gasdichte kap of een aparte gaszak geplaatst worden.
21. Hoeveel gas kan ik opslaan?
De hoeveelheid gas dat opgeslagen kan worden is afhankelijk van het type gaszak dat geplaatst wordt, dan wel dubbel membraandak op bovengrondse na-opslag.
22. Wat mag de maximale afstand zijn van de mestpomp tot de vergister?
De maximale afstand bedraagt +/- 40 meter.
23. Is het nadelig als spoelwater en reinigingswater van de melkstal aan de mest toegevoegd worden?
Er mogen absoluut geen reinigingsmiddelen in de vergister komen, omdat deze middelen de bacteriën doden.
24. Hoeveel m³ mest moet de opvangput kunnen bergen alvorens de mest naar de vergister gepompt wordt?
Minimaal 2 m³.
25. Hoelang mag de mest tussentijds maximaal in de opvanggoot blijven staan?
De mest mag maximaal 1 dag in de opvanggoot blijven staan.
26. Is het contactoppervlak mest-lucht van belang bij de aanleg van de opvanggoot van verse mest?
In het algemeen geldt: hoe minder het mestoppervlak hoe beter.
Pagina 5 van 6
27. Welke diameter moet de doorvoer in de betonwand tussen mestkelder en mestgoot?
Zie antwoord vraag 29.
28. Hoe breed moet de mestgoot zijn om voldoende mesthoogte te krijgen zodat de mest goed kan worden weggezogen naar de tank van de Microferm?
De zuig van de mestpomp heeft een aansluiting van DN100; De doorvoer moet een mof van DN 100 zijn of minimaal 120 mm doorsnede. De vlotter waar de mestpomp op wordt geschakeld heeft een werkhoogte van +/- 40 cm wat betekent dat er geschakeld zal gaan worden op een mestniveau van 10 tot 50 cm. Aangezien de mest liefst niet ouder dan 3 dagen mag zijn dient de inhoud van de mestput niet meer te zijn dan de mestproductie van het vee in 3 dagen bij een mesthoogte van 50 cm. Als de put vervolgens 2 meter diep gemaakt wordt kan altijd een storing van de mestpomp opgevangen worden en loopt niet meteen de put over.
Pagina 6 van 6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
A
A
B
B
C
C
D
D
7
8 E
E
F
F
A
G
G
H
H
J
J
2
K
K
9 1
L
M
D EZ I R O HE D TU D NAA .A TO M .V N SEI B T NW R SO O SR EH . HETN F IO O PY O S YT N R O IS RADM R EO E P T PI PE ONOR R CU PO E ED BE O T TH SS R U O S AP O IN E ,N H A B IT IT M EW ER Y R E VIE D G TH CO IN EI E YB WN R N A E OA R T D BT S FO IS SU U ES Y H T MB U 2
3
4
5
EPE
13-7-2011
Na-opslag verplaatst
BBR
Drawn by:
Date:
Description:
Checked:
Microferm onderdelen 9
Na-opslag silo
Ø10m h=6m
8 7 6 5 4 3
Mestzak Mixer CV pomp Compressor Gasopwerking Vergister
24x21m V=1200m3 2,2 kW 0,6 kW 5 kW Ø4,3m h=12,5m V=140m3
2 1 Nummer
Koolfilter 20 voets container Onderdeel
Beschrijving
DETAIL A SCALE 1 : 50
1
A Revision:
Title:
3
6
7
8
9
10
11
12
Client:
Drawingnumber:
Scale:
2167
2167-tek02-8 Drawn by:
EPE
Checked by:
BBR
The copyright of this drawing belongs to:
13
Unless otherwise specified all dimensions are in mm
Projectnumber:
1:100
Status:
L
Size:
A1
Ter informatie
Sheet:
1 of 3
Date rev 0 (orginal): Plot date:
22-6-2011 13-7-2011
Thermen 10 7521 PS Enschede The Netherlands T. +31(0)53 460 9080 E.
[email protected] 14
15
16
M
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
A
B
B
C
C
D
D
6.5m
A
12m 3.8m
1m
2m
E
1m
4.5m
E
F
F
10m
G
H
H
12m
G
J
J
2.75m
K
L
M
5m
Grondniveau
K
1m
D EZ I R O HE D TU D NAA .A TO M .V N SEI B T NW R SO O SR EH . HETN F IO O PY O S YT N R O IS RADM R EO E P T PI PE ONOR R CU PO E ED BE O T TH SS R U O S AP O IN E ,N H A B IT IT M EW ER Y R E VIE D G TH CO IN EI E YB WN R N A E OA R T D BT S FO IS SU U ES Y H T MB U
10m
L
Title:
Microferm maten Drawingnumber:
Revision: Scale:
A
2167-tek02-8
The copyright of this drawing belongs to:
Size:
1:100
A1
Sheet:
Of:
2 of 3
Plot date:
13-7-2011
Thermen 10 7521 PS Enschede The Netherlands T. +31(0)53 460 9080 E.
[email protected] 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
M
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
A
A
B
B
C
C
5
D
D
4 6 E
E
Detail van onderdeel 1
F
F
G
G
H
H
J
J
K
K
L
M
D EZ I R O HE D TU D NAA .A TO M .V N SEI B T NW R SO O SR EH . HETN F IO O PY O S YT N R O IS RADM R EO E P T PI PE ONOR R CU PO E ED BE O T TH SS R U O S AP O IN E ,N H A B IT IT M EW ER Y R E VIE D G TH CO IN EI E YB WN R N A E OA R T D BT S FO IS SU U ES Y H T MB U 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
9
Na-opslag silo
Ø10m h=6m
8 7 6 5 4 3
Mestzak Mixer CV pomp Compressor Gasopwerking Vergister
24x21m V=1200m3 2,2 kW 0,6 KW 5 KW Ø4,3 h=12,5m V=140m3
2 1 Nummer
Koolfilter 20 voets container Onderdeel
Beschrijving
11
12
13
L
Title:
Container detail Drawingnumber:
Revision: Scale:
A
2167-tek02-8
The copyright of this drawing belongs to:
Size:
1:15
A1
Sheet:
Of:
3 of 3
Plot date:
13-7-2011
Thermen 10 7521 PS Enschede The Netherlands T. +31(0)53 460 9080 E.
[email protected] 14
15
16
M
Veiligheidsinformatieblad
HOOFDSTUK 1
PRODUCT- EN BEDRIJFSIDENTIFICATIE
Scentinel® T gas-odorant Productgebruik: Odorant Productnummer(s): 0001024795, 0001093716, 0001028520, 0001070716, 0001086439, 0001093286, 0001084326, 0001086438, 0001024792, 0001024793, 0001024794, 0001024791, 0001076222, 0001024796, 0001024723, 0001097237, 0001098227, 0001024797, 0001024724 Synoniemen: Thiofaan; Tetrahydrothiofeen; THT Product CAS no.: 110-01-0 Bedrijfsidentificatie: Chevron Phillips Chemical Company LP Specialiteit Chemicals 10001 Six Pines Drive The Woodlands TX 77380
Productinformatie: MSDS vragen: (800) 852-5530 Technische informatie: (832) 813-4862 Verantwoordelijke partij: Product Safety Group E-mail:
[email protected]
Chevron Phillips Chemicals International N.V. Brusselsesteenweg 355 B-3090 Overijse Belgium
24-uurs noodtelefoonnummers: GEZONDHEID:Chevron Phillips Emergency Information Center 866.442.9628 (Noord Amerika) en 1.832.813.4984 (internationaal) TRANSPORT: Noord Amerika: CHEMTREC 800.424.9300 of 703.527.3887 AZIË: +1.703.527.3887 EUROPA: BIG .32.14.584545 (telefoon) of .32.14.583516 (fax) ZUID AMERIKA SOS-Cotec Binnen Brazilië: 0800.111.767 Buiten Brazilië: 55.19.3467.1600 HOOFDSTUK 2
GEVARENIDENTIFICATIE
************************************************************************************************* OVERZICHT NOODGEVALLEN Kleurloze vloeistof met scherpe geur. NFPA BEOORDELINGEN: Gezondheid: 2 GHS classificatie en labeling: Ontvlambare vloeistof: categorie 2. Acute watergifstof: categorie 3.
Ontvlambaarheid: 3
Reactiviteit: 0
Aspiratiegifstof: categorie 2. Huidsirritatie: categorie 2. Oogirritatie: categorie 2b. Doel orgaangifstof (centraal zenuwstelsel): categorie 3. Acute orale gifstof: categorie 4. Acute dermatische gifstof: categorie 5. Signaalwoord: Gevaar
GHS symbool: Fysieke gevaren: Zeer ontvlambare vloeistof en damp Omgevingsgevaren: Schadelijk voor leven in water Gezondheidsgevaren: Schadelijk indien wordt ingeslikt. Kan schadelijk zijn als het wordt ingeslikt en in de lucht terechtkomt. Veroorzaakt huidsirritatie. Kan schadelijk zijn bij contact met huid. Kan draaierigheid of duizeligheid veroorzaken. Voorzorg gevaar – preventie: Uit de buurt houden van hitte/vonken/open vuur/hete oppervlakken. – Niet roken. Grond- en bandcontainer en ontvangstmateriaal. Alleen niet-vonkend materiaal gebruiken. Neem voorzorgsmaatregelen tegen statische ontlading. Houd container dicht gesloten. Gebruik explosieveilig elektrisch/ventilatie/verlichtingsmateriaal. Draag beschermhandschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gezichtsbescherming. Niet eten, drinken of roken bij het gebruiken van dit product. Goed wassen na gebruik. Vermijd ontsnapping naar omgeving. Voorzorg gevaar – respons: INDIEN IN OGEN: Enkele minuten goed uitspoelen met water. Verwijder contactlenzen, indien aanwezig en makkelijk te doen. Blijf uitspoelen. Indien oogirritatie optreedt: Zoek medisch advies/aandacht. INDIEN OP HUID (of haar): Verwijder onmiddellijk alle verontreinigde kleding. Spoel huid af met water/douche. INDIEN INGESLIKT: Bel onmiddellijk een POISON CENTER of dokter/huisarts. Was met genoeg zeep en water. Spoel mond. Zorg ervoor dat er niet wordt gebraakt. Zoek medisch advies/aandacht. Specifieke behandeling (zie Notities voor huisarts op dit label). In geval van brand: Vraag producent/leverancier of leidinggevende om specifieke passende blusmiddelen. Verzamel gemorste hoeveelheid. Voorzorg gevaar – opslag: Sla op in een goed geventileerde ruimte. Houd koel. Sla opgesloten op. Voorzorg gevaar – verwijdering: Verwijder inhoud/container volgens van toepassing zijnde regels van lokale/regionale/nationale internationale regels. EU classificatie: Waarschuwingszinnen: R67: Dampen kunnen draaierigheid en duizeligheid veroorzaken. R36/38: Irriterend voor ogen en huid. R52/53: Schadelijk voor leven in water, kan langdurige negatieve effecten veroorzaken in deze omgeving. R65: Schadelijk: kan longschade veroorzaken indien ingeslikt. R11: Zeer ontvlambaar. R20/21/22: Schadelijk bij inademing, contact met huid en inslikken. Veiligheidszinnen: S24/25: Vermijd contact met huid en ogen. S36/37: Gebruik draagbare beschermkleding en handschoenen. S2: Buiten bereik houden van kinderen. S61: Vermijd uitstoot naar omgeving. Verwijs naar speciale instructies/veiligheidsbladen. S23: Geen gas/rook/damp/spray inademen (passende bewoording moet gespecificeerd worden door de fabrikant). S16: Uit de buurt houden van ontstekingsbronnen – Niet roken.
******************************************************************************************************************** ONMIDDELIJKE GEZONDHEIDSEFFECTEN: Oog: Contact met ogen veroorzaakt irritatie. Symptomen zijn o.a.: pijn, tranen, rood worden, opzwellen en verslechterd zicht. Veroorzaakt waarschijnlijk geen langdurige of significante oogirritatie.
Huid: Contact met de huid veroorzaakt irritatie. Veroorzaakt waarschijnlijk geen langdurige of significante huidirritatie. Waarschijnlijk niet schadelijk voor interne organen indien geabsorbeerd door de huid. Inname: Dit materiaal kan direct in de longen terechtkomen indien ingeslikt of bij braken. Eenmaal aangekomen in de longen is het erg moeilijk om te verwijderen en kan het ernstige verwondingen of de dood tot gevolg hebben. Inhalatie: Waarschijnlijk niet schadelijk als wordt ingeademd. Inademen van dit materiaal bij verhoogde concentraties kan schade toebrengen aan het centrale zenuwsysteem. Gevolgen hierbij kunnen zijn: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, zwakheid, verlies van coördinatie, verslechterd zicht, draaierigheid, verwarring of desoriëntatie. Bij extreme blootstelling kunnen de gevolgen aan het centrale zenuwsysteem zijn: respiratoire depressie, beven of krampen, bewusteloosheid, coma of de dood. Dit materiaal heeft een sterke aanstootgevende geur dat misselijkheid, duizeligheid of hoofdpijn kan veroorzaken. HOOFDSTUK 3
COMPONENT Tetrahydrothiofeen
SAMENSTELLING/INFORMATIE OVER INGREDIËNTEN
CAS NUMBER 110-01-0
Niet-geïdentificeerde onzuiverheden Arbeidsblootstellingsgrenzen; Component Grens Tetrahydrothiofeen ACGIH
HOOFDSTUK 4
HOEVEELHEID
SYM
R-Phrases
> 99 % gewicht
EINECS/ ELINCS 203-728-9
F Xn
< 1 % gewicht
NA
NA
R36/38, R52/53, R11, R20/21/22 NA
TWA Niet vastgesteld
STEL NA
Maximum/piek NA
Notatie NA
EERSTEHULPMAATREGELEN
Oog: Spoel ogen onmiddellijk uit met stromend water met geopende ogen. Verwijder contactlenzen, indien gedragen, en ga minstens 15 minuten door met uitspoelen. Zorg voor medische aandacht als irritatie aanhoudt. Huid: Verwijder materiaal van de huid, gebruik zeep en water. Gooi vervuilde kleding en schoenen weg of maak ze grondig schoon voordat ze opnieuw worden gebruikt. Zorg voor medische aandacht als symptomen optreden. Innemen: Indien ingeslikt, wek braken niet op. Geef de persoon een glas water of melk en zoek onmiddellijk medische hulp. Laat een bewusteloos persoon nooit iets innemen. Inhalatie: Verplaats de blootgestelde persoon naar frisse lucht. Geef mond-op-mondbeademing als de persoon niet zelfstandig ademt. Als ademen moeilijk gaat, geef zuurstof. Zoek medische hulp als ademhalingsmoeilijkheden voortduren. Notitie voor artsen: Innemen van dit product en vervolgens braken kan resulteren in aspiratie van licht hydrocarbon vloeistof, wat pneumonitis kan veroorzaken.
HOOFDSTUK 5
MAATREGELEN TEGEN VUUR
Zie hoofdstuk 7 voor juiste handeling en opslag. VUUR CLASSIFICATIE: OSHA classificatie (29 CFR 1910.1200): Ontvlambare vloeistof. Japanse vuurcode: Groep 1. NFPA RATINGS: Gezondheid: 2 Ontvlambaarheid: 3 Reactiviteit: 0 ONTVLAMBARE EIGENSCHAPPEN: Vlampunt: 13°C (55.4°F) (Tagliabue Open Cup) Auto-ontsteking: 200°C (392°F) Ontvlambaarheid (explosieve) grenzen (% volume in lucht): Lager: 1.1 Hoger: 12.3 BLUSMATERIALEN: Gebruik watermist, schuim, droge chemische of koolstofdioxide (CO2) om vlammen te doven.
BESCHERMING VAN BRANDWEER: Blusinstructies: Voor branden waarbij dit materiaal betrokken is, betreed geen ingesloten of smalle ruimte zonder juiste beschermingsmaterialen, inclusief zelfstandig aangedreven ademhalingsapparaat. Verbrandingsproducten: Zeer afhankelijk van verbrandingsomstandigheden. Een complex mengsel van vaste stoffen in de lucht, vloeistoffen en gassen inclusief koolmonoxide, kooldioxide en nietgeïdentificeerde organische verbindingen zullen zich ontwikkelen als dit materiaal blootgesteld wordt aan verbranding. Verbranding kan de volgende stoffen vormen: zwaveloxides, koolstofoxiden. HOOFDSTUK 6
MAATREGELEN BIJ ACCIDENTEEL VRIJKOMEN
Beschermingsmaatregelen: Verwijder alle ontstekingsbronnen in de nabijheid van de overstroming of de vrijkomende dampen. Als dit materiaal vrijkomt in het werkgebied, evacueer het gebied dan onmiddellijk. Hou het gebied in de gaten met de brandbare gas indicator. Draag passende persoonlijke beschermingsmiddelen als het overstroomde materiaal wordt opgeruimd. Verwijs naar sectie 8. Overstromingsmanagement: Evacueer al het niet-essentiële personeel. Draag juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en/of kleding. Sluit de bron af en beheers de verspilling. Bescherm tegen ontbranding. Neutraliseer het overstroomde door een verdunde (<15%) waterstofperoxideoplossing toe te voegen, met roeren. Geconcentreerde peroxides (>15%) mogen niet gebruikt worden. Absorbeer in droog, inert materiaal. Gooi materiaal weg in overeenstemming met de regels die van toepassing zijn. Rapportage: U.S.A. regels kunnen het rapporteren van overstromingen van dit materiaal vereisen dat elk oppervlaktewater kan bereiken. Rapporteer overstromingen bij lokale bevoegdheden en/of het Nationale Respons Centrum op (800) 424-8802 als passend of vereist. HOOFDSTUK 7
BEHANDELING EN OPSLAG
LEES EN BEKIJK ALLE VOORSCHRIFTEN OP HET PRODUCTLABEL. VERWIJS NAAR PRODUCTLABEL OF TECHNISCHE BULLETINS VOOR GOED GEBRUIK EN BEHANDELING VAN DIT MATERIAAL. Voorzorgsmaatregelen: Dit materiaal is brandgevaarlijk. Vloeistoffen verdampen snel en vormen dampen (roken) die vuur kunnen veroorzaken en branden met explosief geweld. Onzichtbare dampen verspreiden zich gemakkelijk en kunnen in brand vliegen door verschillende bronnen zoals waakvlammen, lasapparatuur en elektrische motoren en schakelaren. Het brandgevaar is groter als de vloeistoftemperatuur boven 15°F komt. Vermijd het inademen van dampen of roken die vrij kunnen komen door thermische verwerking. Vermijd contact met de ogen. Algemene behandelingsinformatie: Vermijd werk waarbij vluchtige componenten in de atmosfeer vrij kunnen komen. Lokale luchtvervuilingregelingen moeten geraadpleegd worden om vast te stellen of het vrijkomen van vluchtige stoffen gereguleerd of verboden is in de omgeving waarin het materiaal wordt gebruikt. Vermijd vervuilde bodem of vrijkomen van het materiaal in riolen en drainagesystemen en wateren. Statisch gevaar: Elektrostatische lading kan zich opstapelen en een gevaarlijke omstandigheid creëren bij omgang met het materiaal. Om dit gevaar te minimaliseren kan bonding en aarding nodig zijn, maar is mogelijk niet voldoende. Herzie alle handelingen die mogelijk een opstapeling van elektrostatische lading en/of een ontvlambare atmosfeer opwekken (inclusief tank- en containervulling, spatvulling, schoonmaken van de tank, het nemen van proeven, inhoudsmetingen, het laden van schakelaars, filteren, mixen, roeren en vacuüm vrachtwagenhandelingen) en gebruik passende verzachtende procedures. Voor meer informatie wordt verwezen naar OSHA standaard 29 CFR 1910.106, ‘Ontvlambare en Brandbare Vloeistoffen, Nationale Brandbestrijdingsassociatie (NFPA 77), Aanbevolen Beoefening van Statische Elektriciteit’ (vloeistoffen, poeders en stoffen), en/of het Amerikaanse Petroleum Instituut (API) Aanbevolen Beoefening 2003, ‘Bescherming tegen Ontbrandingen Voortkomend Uit Statische Elektriciteit, Flitsen en Zwerfstromen’ (vloeistoffen). Algemene opslaginformatie: Lege containers die niet geretourneerd kunnen worden behouden een restproduct (vaste stoffen, vloeistoffen en/of dampen) en kunnen daarom gevaarlijk zijn. Niet snijden, lassen, verharden, solderen, boren, slijpen of blootstellen van de containers aan hitte, vuur, vonken, statische elektriciteit of andere bronnen van ontvlamming. Deze kunnen exploderen en verwondingen of de dood tot gevolg hebben. Lege containers moeten worden geleegd, goed gesloten en gelijk teruggestuurd worden naar iemand die de vaten reconditioneert of wegdoet. NIET GEBRUIKEN OF OPSLAAN nabij hitte, vonken of open vuur. ALLEEN GEBRUIKEN EN OPSLAAN IN EEN GOED GEVENTILEERDE RUIMTE.
HOOFDSTUK 8
BLOOTSTELLINGCONTROLES/PERSOONLIJKE BESCHERMING
ALGEMENE OVERWEGINGEN: Ga na wat de potentiële gevaren zijn van dit materiaal (zie hoofdstuk 3), wat de van toepassing zijnde blootstellingsgrenzen zijn, de werkactiviteiten, en andere substanties op de werkplek bij het ontwikkelen van toegepaste controles en het selecteren van persoonlijke beschermingsmiddelen. Als toegepaste controles of werkzaamheden niet adequaat zijn om blootstelling aan schadelijke niveaus van dit materiaal te voorkomen, worden de persoonlijke beschermingsmiddelen die beneden staan weergegeven aangeraden. De gebruiker moet alle instructies en beperkingen lezen die bij het materiaal bijgevoegd zijn lezen en begrijpen omdat bescherming normaal gesproken voor een beperkte tijd of onder bepaalde omstandigheden wordt gegeven. TOEGEPASTE CONTROLES: Voer deze uit in een goed geventileerde ruimte. Als verwarmd materiaal dampen of roken veroorzaakt, gebruik dan een afgesloten procesomgeving, lokale ventilatie of andere controles om blootstelling in de hand te houden. PERSOONLIJKE BEVEILIGINGSMIDDELEN: Oog/gezichtsbescherming: Draag oogbescherming, zoals veiligheidsbrillen, een chemische stofbril of gelaatsschermen als toegepaste controles of werkzaamheden niet voldoende zijn om oogcontact te voorkomen. Huidsbescherming: Draag ondoordringbare beschermingskleding om huidscontact te vermijden. De selectie van beschermingskleding kan bestaan uit: handschoenen, borstwering, laarzen en complete gezichtsbescherming, afhankelijk van de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd. Gebruikers moeten acceptabele eigenschappen van beschermingskleding bepalen. Overweeg fysieke vereisten en andere stoffen die aanwezig zijn bij het selecteren van beschermingskleding. Aangeraden materialen voor beschermhandschoenen bevatten: Viton. Ademhalingsbescherming: Als de blootstelling groter wordt verwacht dan de van toepassing zijnde blootstellinggrenzen, draag dan een NIOSH gekeurde respirator die adequate bescherming geeft van gemeten concentraties van dit materiaal. Gebruik de volgende elementen voor luchtzuiverende respiratoren: Luchtzuiverende Respirator voor Organische Dampen. Gebruik een positieve onder druk staande, luchttoevoegende respirator als er kans is op een ongecontroleerde vrijkomst, blootstellinggrenzen die niet duidelijk zijn, of andere omstandigheden waar luchtzuiverende respirators geen adequate bescherming bieden. Beroepsblootstellinggrenzen: Component Tetrahydrothiofeen
HOOFDSTUK 9
Grens ACGIH
TWA Niet vastgesteld
STEL NA
Hoogtegrens/piek NA
Notatie NA
FYSIEKE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN
Verschijning en geur: Kleurloze vloeistof met doordringende geur. Auto-ontbranding: 200°C (392°F) Kookpunt: 119°C (246.2°F) Verdampingssnelheid: NDA Vlambaarheid (explosieve) grenzen (% door volume in lucht): Laag: 1.1 Hoog: 12.3 Vlampunt: 13°C (55.4°F) (Tagliabue Open Cup) Moleculaire formule: C4H8S Moleculair gewicht: 88.1 g/mol Smeltpunt: -96°C (-140.8°F) Octanol / Water Verdelings Coefficient: log-Kow: NDA pH: NA Gietpunt: NDA Oplosbaarheid (in water): Niet beschikbaar Specifieke zwaartekracht: 1 Dampdruk: 0.8 @ 38 ºC (100.4°F) Dampdichtheid(AIR=1): NDA Viscositeit: NDA Vluchtig percentage: 100 % volume
HOOFDSTUK 10
STABILITEIT EN REACTIVITEIT
Chemische stabiliteit: Dit materiaal wordt als stabiel beschouwd onder normale omgevingstemperaturen en verwachte opslag- en behandelingsvoorwaarden van temperstuur en druk. Omstandigheden te vermijden: Geen gegevens beschikbaar. Onverenigbaarheid met andere materialen: Geen gegevens beschikbaar. Gevaarlijke ontledingsproducten: Zwaveloxiden. Koolstofoxiden. Gevaarlijke polymerisatie: Gevaarlijke polymerisatie zal niet voorkomen. HOOFDSTUK 11
TOXICOLOGISCHE INFORMATIE
ONMIDDELIJKE GEZONDHEIDSEFFECTEN: Acute Orale Toxiciteit: LD50 / rat / 1850 mg/kg Acute Dermale Toxiciteit: LD50 / rat / 3335 mg/kg Acute Inhalatie Toxiciteit: LC50 / muis / 22.6 - 30 mg/l / 4 uur Oogirritatie: Tetrahydrothiofeen: Dit materiaal veroorzaakt oogirritatie. Huidirritatie: Tetrahydrothiofeen: Dit materiaal veroorzaakt huidirritatie. VERDERE TOXICOLOGISCHE INFORMATIE: Dit product bevat TETRAHYDROTHIOFEEN: Herhaalde Dosis Toxiciteit: 13 wkn / inademing / rat / doses: 0, 50, 275, 1500 ppm / 6h/dag, 5d/wk / LOAEL = 275ppm (milde irritatie) Genetische Toxiciteit: Ames test - negatief; Cytogenetische analyse - negatief; HGPRT analyse negatief; Zuster Chromatide Uitwisseling Analyse - negatief; Ongeplande DNA syntheses analyse negatief HOOFDSTUK 12
ECOLOGISCHE INFORMATIE
ECOTOXICITEIT: Dit materiaal is waarschijnlijk schadelijk voor aquatische organismen. OMGEVINGSBESTEMMING: De omgevingsbestemming van dit materiaal is niet beschikbaar. HOOFDSTUK 13
VERWIJDERINGSOVERWEGINGEN
Gebruik materiaal voor het beoogde doel of recycle indien mogelijk. Dit materiaal kan, als het weggegooid moet worden, de criteria van gevaarlijk afval bereiken zoals gedefinieerd door de US EPA onder RCRA (40 CFR 261) of andere Staats- en lokale regelingen. Metingen van bepaalde fysieke eigenschappen en analyses voor gereguleerde componenten kunnen nodig zijn om een correcte bepaling te doen. Als het materiaal geclassificeerd wordt als gevaarlijk afval vereist de federale wet dat het weggegooid wordt op een erkende stortplaats voor gevaarlijk afval. HOOFDSTUK 14
TRANSPORTINFORMATIE
De beschrijvingen voor verscheping die hier worden getoond zijn alleen voor bulkverschepingen en kunnen mogelijk niet van toepassing zijn op verschepingen in non-bulkverpakkingen (zie wettelijke definitie). Raadpleeg de juiste binnenlandse of internationale mode-specifieke en kwantiteitspecifieke Gevaarlijke Goederen Regulaties voor verdere verschepingsvereisten (bijv. technische naam/namen etc.). Hierdoor kan de informatie die hier getoond wordt niet altijd overeenkomen met de rekening van de lading verschepingsmateriaal. Vlampunten van het materiaal kunnen licht variëren tussen de MSDS en de rekening van de lading.
Verschepingsbeschrijvingen per regelgevende instantie. US DOT UN2412, TETRAHYDROTHIOFEEN, 3, II ICAO / IATA UN2412, TETRAHYDROTHIOFEEN, 3, II IMO / IMDG UN2412, TETRAHYDROTHIOFEEN, 3, II, (13°C°C) RID / ADR UN2412, TETRAHYDROTHIOFEEN, 3, II HOOFDSTUK 15
REGELGEVINGSINFORMATIE
SARA 311/312 CATEGORIËN: 1. Onmiddellijke (Acute) Gezondheidseffecten: 2. Vertraagde (Chronische) Gezondheidseffecten: 3. Brandgevaar: 4. Plotseling Vrijkomen van Druk: 5. Reactiviteitsgevaar:
JA NEE JA NEE NEE
REGLEMENTAIRE LIJSTEN GEZOCHT: 01= CA Prop 65 02= LA RTK 03= MA RTK 04= MN Gevaarlijke Substantie 05= NJ RKT 06= PA RTK 07= 08= 09= CWA Hoofdstuk 311 10= DOT Marine Vervuiler 11= FDA 172 12= FDA 173 13= FDA 174 14= FDA 175 15= FDA 176 16= FDA 177
17= FDA 178 18= FDA 179 19= FDA 180 20= FDA 181 21= FDA 182 22= FDA 184 23= FDA 186 24= FDA 189 25= IARC Groep 1 26= IARC Groep 2A 27= IARC Groep 2B 28= IARC Groep 3 29= IARC Groep 4 30= NTP Carcinogen 31= OSHA Carcinogen 32= OSHA Zeer Gevaarlijk
33= 34= 35= 36= 37= SARA Hoofdstuk 302 38= SARA Hoofdstuk 313 39= TSCA 12 (b) 40= TSCA Hoofdstuk 4 41= TSCA Hoofdstuk 5(a) 42= TSCA Hoofdstuk 8(a) CAIR 43= TSCA Hoofdstuk 8(a) PAIR 44= TSCA Hoofdstuk 8(d) 45= WHIMS – IDL 46= Duitsland D TAL 47= Duitsland WKG 48= DEA Lijst 1 49= DEA Lijst 2
De volgende componenten van dit materiaal kunnen gevonden worden op de regelgevingslijsten die worden aangegeven. Tetrahydrothiofeen 5
WHMIS CLASSIFICATIE: Klasse B, Divisie 2: Ontvlambare vloeistoffen Klasse D, Divisie 2, Subdivisie B: Giftig materiaal
Huid- of oogirritatie CHEMISCHE INVENTARISLIJSTEN AUSTRALIË CANADA CHINA EUROPESE UNIE JAPAN KOREA FILLIPIJNEN VERENIGDE STATEN
JA (AUS) JA (DSL) JA (IECSC) JA (EINECS) JA (ENCS) JA (ECL) JA (PICCS) JA (TSCA)
EU LABELING: Symbolen: Xn – schadelijk F – ontvlambaar Risico- en veiligheidsuitdrukkingen: R67: Dampen kunnen draaierigheid en duizeligheid veroorzaken. R36/38: Irriterend voor ogen en huid. R52/53: Schadelijk voor aquatische organismen, kan nadelige effecten op de lange termijn veroorzaken in de aquatische omgeving. R65: Schadelijk: kan longschade veroorzaken indien het wordt ingeslikt. R11: Zeer ontvlambaar. R20/21/22: Schadelijk bij inhalatie, contact met huid en bij inslikken. S24/25: Vermijd contact met huid en ogen. S36/37: Draag passende beschermende kleding en handschoenen. S2: Buiten bereik van kinderen houden. S61: Vermijd vrijkomen in de omgeving. Verwijs naar speciale instructies/Veiligheidsinformatiebladen. S23: Gas/rook/damp/spray niet inademen (juiste bewoording moet gespecificeerd worden door de fabrikant). S16: Buiten bereik van ontstekingsbronnen houden – Niet roken. HOOFDSTUK 16 NFPA RATINGS:
OVERIGE INFORMATIE Gezondheid: 2
Ontvlambaarheid: 3
Reactiviteit: 0
Speciaal: NA
(0-minst, 1-licht, 2-gemiddeld, 3-hoog, 4-extreem, PPE:-Personal Protection Equipment Index aanbeveling, *- Chronisch Effect Indicator). Deze waarden worden verkregen door middel van het gebruik van de richtlijnen of gepubliceerde evaluaties gemaakt door de Nationale Brandbestrijdings Associatie (NFPA). REVISIE STATEMENT: De volgende hoofdstukken zijn geüpdatet: 11 AFKORTINGEN DIE GEBRUIKT KUNNEN WORDEN IN DIT DOCUMENT: TLV STEL ACGIH NIOSH WHMIS EINECS SARA
- Threshold Limit Value - Short-term Exposure Limit - American Conference of Government Industrial Hygienists - National Institute for Occupational Safety & Health - Workplace Hazardous Materials Information System - European Inventory of existing Commercial Chemical Substances - Superfund Amendments and Reauthorization Act
TWA PEL OSHA NFPA IARC RCRA TSCA
- Time Weighted Average - Permissible Exposure Limit - Occupational Safety & Health Administration - National Fire Protection Agency - Intl. Agency for Research on Cancer - Resource Conservation Recovery Act - Toxic Substance Control Act
EC50 LD50 NDA
- Effective Concentration - Lethal Dose - No Data Available
LC50 CAS NA
- Lethal Concentration - Chemical Abstract Service - Not Applicable
<= CNS
- Minder Dan of Gelijk Aan - Central Nervous System
>= MAK
- Meer Dan of Gelijk Aan - Germany Maximum Concentration Values
Dit informatieblad is opgezet volgens de meest recente aanpassing van de EEC Guideline 67/548. Dit informatieblad is opgezet volgens de OSHA Gevarencommunicatie Standaard (29 CFR 1910.1200). Dit informatieblad is opgezet volgens de ANSI MSDS Standaard (Z400.1). Dit informatieblad was opgezet door EHS Product Stewardship Group, Chevron Phillips Chemical Company LP, 10001 Six Pines Drive, The Woodlands, TX 77380. Dit informatieblad is opgezet volgens het Globally Harmonized System (GHS).
Bovenstaande informatie is gebaseerd op de gegevens waarvan we bewust zijn en wordt geacht om correct te zijn met ingang van deze datum. Omdat deze informatie toegepast kan worden onder omstandigheden die niet onder onze controle vallen en waarmee we onbekend kunnen zijn en omdat de beschikbare gegevens wijzigingen van de informatie kunnen suggereren, kunnen we geen verantwoordelijkheid nemen voor de resultaten van het gebruik. Deze informatie is voorzien van de voorwaarde dat de persoon die dit ontvangt zelf vaststelt of het materiaal voor zijn doel geschikt is.