INFORMATIEFOLDER GALBLAASOPERATIE Dr Tom Vleugels Deze folder geeft u informatie over de galblaasoperatie. Hierin kan u nog eens nalezen wat met de chirurg besproken is. Verder leest u in grote lijnen hoe de hospitalisatie verloopt. Afhankelijk van uw specifieke situatie kan het verloop enigszins anders zijn De galblaas De galblaas is een klein peervormig orgaan dat aan de onderkant van de lever verkleefd ligt, net onder de ribben aan de rechter zijde. Via galwegen is de galblaas verbonden met de lever en met de dunne darm, meer bepaald de twaalfvingerige darm. De lever maakt continu gal aan, nodig voor de vertering van vetten in het voedsel. De gal kan rechtstreeks van de lever naar de dunne darm. In periodes van relatieve rust, wanneer er niet gegeten wordt, slaat de galblaas de gal op en dikt deze in. Bij vetrijk voedsel zal de galblaas samentrekken en de gal vloeit dan naar de dunne darm. Wanneer de galblaas verwijderd is, neemt de hoofdgalweg deze functie van reservoir over.
Galstenen Om verschillende redenen kan de galblaas minder gaan functioneren en ontstaan er galblaasstenen. Tevens kan de galblaas geïnfecteerd raken. De oorzaak van deze problemen is niet steeds gekend, doch een aantal factoren kunnen het optreden mee verklaren. Risicofactoren • •
• •
Leeftijd : tussen de leeftijd van 40 en 70 jaar hebt u meer kans op klachten van galstenen. Geslacht : tot de leeftijd van 30 jaar hebben vrouwen driemaal meer kans op het ontwikkelen van klachten dan mannen. Dit komt hoofdzakelijk door zwangerschap (zie hieronder). Na de leeftijd van 50 jaar komt het ongeveer even vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Zwangerschap : het risico neemt toe naarmate de frequentie in zwangerschappen stijgt, alsook met het aantal zwangerschappen. Gebruik van de pil of oestrogeentherapie : ook het gebruik van vrouwelijke hormonen doet het risico voor galblaaslijden stijgen.
Symptomen Sommige mensen hebben geen of zeer weinig klachten. Een behandeling is dan niet nodig. Behandeling is wel nodig bij volgende klachten : • •
•
Misselijkheid of een onbehaaglijk gevoel in de bovenbuik na een maaltijd, voornamelijk bij vetrijk voedsel. Hevige pijnaanval in de bovenbuik, onder het rechter ribbenrooster, met de drang om te bewegen. Deze pijnaanval noemt men een galkoliek en wordt veroorzaakt doordat galstenen de afvloei van gal uit de galblaas verhinderen. De pijnaanval houdt op wanneer de galblaas uitgeput is of wanneer de galstenen toch afvloeien naar de galwegen. Wanneer er zich galstenen in de galwegen bevinden en gal ophoopt, kan dit tot volgende symptomen leiden : o Geelzucht : het oogwit wordt geel, alsook de huid; de urine wordt donkergeel en de stoelgang ontkleurt. Dit komt doordat de gal een uitweg in het bloed zoekt en niet meer via de stoelgang afgescheiden wordt. o Ontsteking van de galwegen (cholangitis) o Ontsteking van de pancreas of alvleesklier (pancreatitis)
Het stellen van de diagnose Over het algemeen wordt de diagnose van galstenen gesteld via echografie van de bovenbuik. Dit is een veilig en pijnloos onderzoek, waarbij met geluidsgolven de galblaas, lever en galstenen in beeld kunnen worden gebracht. Tevens wordt via een bloedname een ontsteking uitgesloten. Soms lukt het niet om op deze manier de diagnose te stellen. Dan dient er een magnetische resonantie‐scan (MRI) uitgevoerd te worden. In beperkte gevallen dient een echo‐endoscopie of endoscopische retrograde cholangio‐pancreaticografie (ERCP) uitgevoerd te worden. De behandeling Wanneer er klachten zijn, is behandeling aangewezen. Als de galblaas stenen bevat, betekent dit dat de galblaas niet meer goed werkt en moet de hele galblaas, inclusief stenen, worden verwijderd. De galblaas kan op twee manieren verwijderd worden : via laparoscopische galblaasoperatie of via open galblaasoperatie. Deze laatste betekent dat er een insnede van ongeveer vijftien centimeter lang onder het rechter ribbenrooster gemaakt wordt, waarlangs de galblaas verwijderd kan worden. De open galblaasoperatie is de laatste tien jaren uiterst zeldzaam geworden. Meestal voert de chirurg een laparoscopische galblaasoperatie uit (laparoscopische cholecystectomie). Dit wordt ook een kijkoperatie genoemd. Hierbij maakt de chirurg vier kleine sneetjes van 1 à 2 cm. De buikholte wordt met koolstofdioxide (gas) gevuld. Dit is nodig om een goed overzicht te krijgen op het operatieveld. Dit gas kan het middenrif prikkelen. Vanaf het middenrif loopt er een zenuw naar de schouder, waardoor u enkele dagen na operatie een gevoelige schouder kunt hebben. Dit verdwijnt vanzelf en is onschadelijk. De galblaas wordt via de wonde in de linker flank verwijderd. Daardoor kan aan deze wonde een kneuzingsgevoel ontstaan. Dit reageert goed op een pijnstiller of ontstekingsremmer. Mogelijke complicaties Na iedere operatie kunnen er complicaties optreden, zoals nabloeding, wondinfectie, bloedklontervorming, … Deze complicaties komen zelden voor en kunnen goed behandeld worden, al dient u soms enkele dagen langer in het ziekenhuis te blijven. Een ernstige complicatie is een beschadiging van de galwegen. Dit gebeurt zelden. De gevolgen hiervan zijn afhankelijk van de aard van het letsel en het tijdstip dat het letsel wordt vastgesteld. Een hersteloperatie kan tot de mogelijkheden behoren.
De opname Nuchter zijn Wanneer u in de voormiddag geopereerd wordt, mag u vanaf middernacht niets eten of drinken. Wordt u ’s namiddags geopereerd, dan mag u een licht ontbijt nemen tot 8 uur. Nadien mag u niets eten of drinken. Wanneer u medicatie neemt, zal de chirurg bespreken welke medicatie u de ochtend van operatie nog mag nemen met een slokje water. We raden u af om de dag van operatie te roken. Hygiëne De dag voor operatie en dag daarvoor dient u zich van kop tot teen grondig te wassen, zo nodig met zeep welke u bij uw apotheker kan verkrijgen. Extra aandacht gaat naar alle huidplooien en navel. Indien u op de buik behaard bent, kan u zelf enkele dagen voor operatie de buik scheren. Er mogen stoppeltjes tot twee millimeter achterblijven. Tijdstip van opname Op het afgesproken tijdstip biedt u zich aan aan het onthaal, waar u een kamer toegewezen krijgt. In principe is dit een tweetal uren voor operatie. Op de verpleegafdeling Een verpleegkundige ontvangt u en houdt een opnamegesprek, waarbij enkele routine‐ vragen gesteld worden (safety check). U bergt waardevolle voorwerpen weg of, beter nog, laar deze thuis. Er wordt u ook gevraagd om een operatiehemd aan te doen en vlak voor vertrek naar het operatiekwartier naar het toilet te gaan. In de operatiezaal Een operatieverpleegkundige ontvangt u in de operatiezaal en stelt eveneens een aantal vragen, net zoals chirurg en/of anesthesist zullen doen. Dit garandeert ons dat de juiste patiënt de correcte operatie ondergaat. U krijgt een infuus waarlangs de slaapmedicatie toegediend wordt. Zodra u in slaap bent, krijgt u ook een ademhalingsbuisje in de keel. Aan het einde van de operatie kan er een wonddrain (buisje wat wondvocht laat aflopen) geplaatst worden, bijvoorbeeld wanneer de galblaasregio fel ontstoken was. Deze drain wordt na enkele dagen, pijnloos, verwijderd op de verpleegafdeling.
Na de operatie U wordt naar de ontwaakruimte van het operatiekwartier gebracht. Daar verblijft u tot u voldoende wakker bent en uw pijn draaglijk is. Aansluitend wordt u terug naar uw kamer gebracht. Misselijkheid Wanneer u ervaring hebt met misselijkheid na operatie, kan u dit steeds vooraf melden aan de anesthesist. Er kan medicatie gegeven worden om de misselijkheid te beperken. Dorst Wanneer u na de operatie dorst hebt, dient u tot een uur na uw terugkeer op uw kamer te wachten alvorens iets te drinken. De verpleegkundige zal u iets te drinken brengen. Begin met enkele voorzichtige slokjes, aangezien drinken ook misselijkheid kan uitlokken. Maagsonde In principe wordt de maagsonde (het buisje in de neus) verwijderd, wanneer u de ontwaakruimte verlaat. Indien er nog veel gal afvloeit of bij ernstige galregio‐ontsteking, kan de maagsonde ter plaatse blijven. De nacht na operatie De nachtverpleegkundige zal regelmatig bloeddruk, pols en zuurstofsaturatie meten. De dag na operatie De chirurg komt bij u op de kamer langs en bespreekt of u zich voldoende fit voelt om naar huis te gaan. Bij twijfel blijft u best nog een nacht langer. De wondjes De huisarts verwijdert de verbanden en de hechtingen ongeveer zeven dagen na operatie. Indien u een wonddrain had, kan het wondje wat meer zorg behoeven. Om een littekenbreuk van een wondje te voorkomen, wordt u gevraagd om het tillen van zware lasten (boven 10 kg) of zware fysieke inspanningen te mijden tot tien dagen na operatie. Nadien mag u alle fysieke activiteiten hervatten.
Dieet Er is geen dieet te volgen. Het is wel aan te raden om omvangrijke, vetrijke maaltijden gedurende twee weken na de operatie te mijden. Het frequent nemen van vlot verteerbare maaltijden is aan te raden. Indien u te vetrijk eet, is de kans groot dat u diarree ontwikkelt. Eet u daarentegen te vetarm, kan contstipatie ontstaan. Na enkele weken hebt u uw oude stoelgangspatroon hervonden. Evaluatie in het ziekenhuis Een maand na operatie komt op raadpleging, indien er nog vragen of problemen zijn. Wanneer u echter in goede gezondheid verkeert, vervalt deze raadpleging. Op lange termijn … Kan u in principe alles eten en dient u geen (extra) medicatie te nemen. Nuttige nummers Dr Tom Vleugels
016/209 973
Inlichtingen
016/209 211
Secretariaat (beperkte uren)
016/209 571
Afsprakencentrale
016/209 209
Spoedgevallen
016/209 280
Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Naamsestraat 105 3000 Leuven www.hhleuven.be