Informatieboekje borstvoeding
Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding (WHO en UNICEF) Alle instellingen voor moeder- en kindzorg dienen er zorg voor te dragen: 1. Dat zij een borstvoedingsbeleid op papier hebben, dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers. 2. Dat alle betrokken medewerkers de vaardigheden aanleren, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid. 3. Dat alle zwangere vrouwen voorgelicht worden over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven. 4. Dat alle moeders binnen een uur na de geboorte van hun kind, geholpen worden met borstvoeding geven. 5. Dat aan alle vrouwen uitgelegd wordt hoe ze hun baby aan moeten leggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder gescheiden moet worden. 6. Dat pasgeborenen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie. 7. Dat moeder en kind dag en nacht bij elkaar op een kamer mogen blijven. 8. Dat borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd. 9. Dat aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen geen speen of fopspeen gegeven wordt. 10. Dat zij contacten onderhouden met andere instellingen en disciplines over de begeleiding van borstvoeding en dat zij de ouders verwijzen naar borstvoedingorganisaties.
1
U bent zwanger! Gefeliciteerd, u bent zwanger! In de komende maanden zult u een aantal beslissingen moeten nemen. Van die beslissingen is de keus over wat voor voeding u gaat geven een hele belangrijke. Gaat u borstvoeding geven of kunstvoeding? Deze folder bevat informatie over de bijzondere eigenschappen van moedermelk en over het geven van moedermelk in de praktijk.
De keus voor borstvoeding Borstvoeding is voor zuigelingen de meest natuurlijke en daarom geschikte voeding. Borstvoeding is een uniek en levend product. Borstvoeding is precies aangepast aan de behoefte van uw kindje. Uw kindje krijgt de bescherming van antistoffen, eiwitten en immuuncellen in de moedermelk. Bij erfelijke aanleg voor allergische aandoeningen geeft borstvoeding bescherming. Het geven van borstvoeding heeft voor u ook voordelen. Geeft u 6 maanden of langer borstvoeding? Dan hebt u een verminderde kans op eierstokkanker, borstkanker en osteoporose. Ook zorgt het geven van borstvoeding dat de baarmoeder beter samentrekt en het vloeien minder is na de geboorte van uw kindje. Borstvoeding is altijd beschikbaar en op temperatuur. Het is aangepast op de behoefte van uw kindje. Zelf voeden is leuk, gemakkelijk en voordelig. Gratis de beste kwaliteit!
2
Eigenschappen van moedermelk Moedermelk is niet na te maken. Het bevat niet alleen de voedingsstoffen die uw kindje nodig heeft, maar ook antistoffen die beschermen tegen ziekten. Groeifactoren en enzymen zorgen voor een optimale ontwikkeling van de nog onrijpe organen. De antistoffen blijven tijdens de hele borstvoedingsperiode aanwezig. Hoe langer u borstvoeding geeft, hoe meer uw kindje beschermd is tegen bepaalde ziekten. Op latere leeftijd kunnen de effecten van borstvoeding nog aangetoond worden.
Tepelverzorging Het is niet nodig om uw borsten of tepels voor te bereiden op het geven van borstvoeding. Het krijgen van tepelkloven is niet te voorkomen door bijv het harden van de tepels door ze af te drogen met een ruwe handdoek. Dan haalt u juist de natuurlijke bescherming van de huid. Ook het gebruik van crème of zalf raden we af.
Borstvoeding in de praktijk, hoe werkt het? In de borst liggen de melkklieren in 'n trosje rond vijftien tot twintig melkkanaaltjes. Deze komen in de tepel uit. Om de melkklieren heen bevinden zich de spiercellen die ervoor zorgen dat de melk naar voren gebracht kan worden. Door de baby aan de borst te laten drinken komen er twee hormonen vrij: - Prolactine; zorgt voor het op gang komen van de melkproductie. - Oxytocine; zorgt voor het toeschieten van de melk (toeschietreflex). Dit hormoon zorgt tevens voor het samentrekken van de baarmoeder. 3
Als de baby aan de borst drinkt gaat er een seintje naar de hersenen om de hormonen Prolactine en Oxytocine vrij te geven.
De wet van vraag en aanbod Om de borstvoeding op gang te brengen is het belangrijk dat u uw kindje regelmatig aanlegt. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Dus, hoe vaker u de baby aan de borst legt, hoe meer melk er aangemaakt zal worden.
Huid-huidcontact en de eerste borstvoeding Na de geboorte is het belangrijk om ongestoord kennis te maken met uw baby door bloot huid-huidcontact tot en met het eerste aanleggen, dat ongeveer en indien de situatie het toelaat, binnen een uur na de geboorte zal plaatsvinden. De meeste baby’s hebben het eerste uur na de geboorte een sterke zuigreflex en zijn erg helder. Wanneer u uw baby al snel na de geboorte aan kunt leggen, komt dat ten goede aan het snel op gang komen van de borstvoeding. Mocht het aanleggen binnen het eerste uur niet lukken, dan wil dat niet zeggen dat de borstvoeding niet zal slagen. Als uw baby 12 uur na de geboorte niet wil drinken dan zal de verpleegkundige u adviseren om te gaan kolven. Wanneer uw baby op de kinderafdeling opgenomen is en niet aan de borst kan of mag drinken, start u 6 uur na de geboorte met kolven.
Colostrum De eerste voeding die uw baby na de geboorte krijgt, heet colostrum. De voeding is wat dikker en geler van kleur dan de latere borstvoeding. Deze voeding bevat extra eiwitten, 4
vitaminen en mineralen. Zij werkt licht laxerend en is licht verteerbaar. Verder bevat de voeding veel antistoffen die uw baby beschermen tegen infectieziekten. Doordat colostrum laxerend werkt, raakt uw baby de eerste ontlasting (meconium) gemakkelijk kwijt.
De eerste dagen De eerste dagen na de bevalling, moet de melkproductie nog op gang komen. Bijna alle kinderen vallen in de eerste dagen na de geboorte af. U hoeft hier niet van te schrikken. Een gezonde voldragen baby heeft reserves voor deze eerste periode. Bijvoeding is niet nodig, tenzij er een medische indicatie voor is. Leg de baby de eerste dagen vaak aan om bij u te drinken. Voor een gezonde baby is er vanaf het begin voldoende melk, ook al lijkt het dat uw baby maar kort bij u drinkt. Door uw baby vaak aan de borst te leggen, komt de melkproductie sneller op gang. Zo voorkomt u ernstige stuwing. Sommige baby’s drinken in de eerste dagen wel acht tot twaalf keer aan de borst. Sommige baby’s zijn zo moe van de bevalling, bijvoorbeeld na een kunstverlossing, dat ze de eerste dag alleen maar slapen en niet willen drinken. Dit is geen reden voor ongerustheid. Het is belangrijk dat u uw baby goed leert kennen en let op de voedingssignalen. Voedingssignalen zijn: zoeken, op de handjes sabbelen, likken. Huilen is een laat signaal en soms is het dan moeilijk om de baby aan de borst te krijgen.
5
Aanleggen Goed aanleggen is heel belangrijk. Het is van belang dat u leert waar u op moet letten en laat u de eerste keren helpen om uw baby aan de borst te leggen. Het zuigen van de baby aan de borst kan in het begin gevoelig zijn, maar het mag geen pijn doen. Goed aanleggen van uw baby aan de borst, kan problemen voorkomen. Adviezen bij het aanleggen van uw baby aan de borst - Voed uw baby in een rustige, vertrouwde omgeving. - Neem een prettige, ontspannen houding aan (liggend, zittend). - Uw baby ligt op zijn zij. Oor, schouder en heup op één lijn. - Het mondje van uw baby ligt ter hoogte van uw tepel. - De tepel wijst richting bovenlip. - U ondersteunt, zo nodig, uw borst door uw vingers onder uw borst te leggen en uw duim op de borst (C-greep). - Laat uw baby zelf de tepel zoeken door middel van gebruik te maken van het zoekreflex van uw baby. - De tepel wijst richting het bovenlipje, uw baby moet dan als het ware naar boven happen. De tong komt dan mooi onder de tepel te liggen en de kin komt tegen de borst. Het neusje is dan vrij. Is dit niet zo dan kunt u uw baby met de heupjes dichter naar u toe draaien. Het is beter om de borst niet in te drukken met uw vingers. - Wanneer uw baby een grote, wijde hap neemt, kunt u hem zachtjes naar u toebrengen met uw hand op de schouderbladen, zonder hem te duwen. - Het eerste aanzuigen kan wat pijnlijk zijn door rekking van uw tepel, maar deze pijn verdwijnt na ongeveer vijf tot zeven dagen. Tijdens het drinken moet de pijn verdwijnen anders moet u uw baby van de borst halen en opnieuw aanleggen.
6
Uw baby ligt goed aan de borst wanneer: - Zijn onderlipje naar buiten is gekruld. - Zijn kin tegen uw borst ligt. - Zijn tong mooi onder de tepel ligt. - Zijn neusje vrij is. - Zijn wangetjes mooi bol blijven tijdens het drinken. - Het zuig- en slikritme veranderen nadat de melk is toegeschoten. De baby zuigt eerst snel om de toeschietreflex op te wekken en gaat langzamer zuigen wanneer de melk begint te stromen. - U geen pijn heeft tijdens het voeden. - Zijn mondje wijd open blijft zonder dat uw tepel heen en weer wordt gezogen.
Borstvoeding geven Het toeschieten van de melk kan beïnvloed worden door emoties. U denkt aan uw baby en de melk schiet toe. Als u gespannen bent kan dat de toeschietreflex remmen. Een rustige omgeving, warmte en ontspanning kunnen een positief effect hebben op de borstvoeding. Pijn tijdens het voeden, doordat de baby bijvoorbeeld niet goed aan de borst ligt, kan de toeschietreflex negatief beïnvloeden.
Hoe lang mag de baby aan de borst drinken? Uw baby mag in principe zo lang drinken als hij zelf wil. Meestal is hij in de eerste dagen na de geboorte na 10 – 15 minuten verzadigd. U wisselt van borst wanneer uw baby de borst loslaat of wanneer het drinken in sabbelen overgaat. Voor een optimale stimulatie is het goed om beide borsten aan te bieden. Begin de voeding met de borst die u het laatste gegeven heeft of die u de vorige voeding niet gegeven heeft. Uw baby drinkt de eerste dagen 7 á 10 keer per dag aan de borst. Wanneer de voeding goed op gang is, is het verstandig om de borst goed leeg te laten drinken voordat u de andere 7
borst aanbiedt. Dit om te voorkomen dat uw baby alleen de voormelk binnenkrijgt en niet de vettere achtermelk.
Rooming – in Lichamelijk contact tussen u en uw baby is stimulerend voor de borstvoeding en voor de moeder-kindbinding. Bij roomingin is het de bedoeling dat uw baby dag en nacht bij u op de kamer staat. Door rooming-in leert u de voedingssignalen van uw baby herkennen. Aan voeden op vraag (het vraag-aanbod principe) kunt u dan makkelijk voldoen. Op de afdeling verloskunde is het in principe altijd mogelijk om uw baby bij u op de kamer te hebben. Alleen als het om medische redenen noodzakelijk geacht wordt, worden moeder en kind gescheiden.
Stuwing van de borsten Enkele dagen na de bevalling kunt u last krijgen van stuwing. De borsten kunnen dan gespannen, soms pijnlijk aanvoelen. Stuwing is een teken dat de borstvoeding op gang komt. Door vaak te voeden zult u minder last hebben van stuwing. Door uw baby één kant goed leeg te laten drinken en daarna pas de andere kant aan te bieden vermindert de kans op stuwing. De melkproductie zal zo ook eerder op gang komen.
Tepel-speenverwarring Drinken uit de borst vereist een andere “techniek” dan drinken uit de fles. Baby’s die voor de vierde week worden gevoed uit een flesje kunnen hierdoor in de war raken. Het gevolg kan zijn dat de borst minder goed geaccepteerd wordt en soms zelfs geweigerd. Ook het gebruik van een fopspeen of een tepelhoedje kan dit probleem veroorzaken. Indien bijvoeding in de eerste dagen medisch gezien noodzakelijk is, kan dit beter 8
gegeven worden met behulp van fingerfeeding of cupfeeding. In het Lievensberg ziekenhuis hebben we gekozen om door middel van fingerfeeding bij te voeden. Indien u als ouder anders wenst, zullen wij dit respecteren.
Fopspeen Bedenk goed waarom u een fopspeen zou willen geven. Een baby die voldoende aan de borst drinkt, en lang genoeg, zal meestal geen behoefte hebben aan een speen. Dus als het hongersignalen zijn die de baby uitzendt, dan moet je die opvolgen. De eerste dagen kun je beter geen speen aan bieden, want de baby kan in de war raken door een speen. Daarvoor hoeft zijn mondje namelijk niet ver open, zoals aan de borst. Door snel een speen aan te bieden is het risico erg groot dat de baby op die manier minder vaak gevoed wordt.
Verschillende houdingen bij het voeden van uw baby
Liggend voeden Ga op de zij liggen met de benen iets opgetrokken. Uw baby dient helemaal op zijn zij te liggen, naar u toegedraaid. Oor, schouder en heup van uw baby moeten op één lijn liggen, met zijn gezichtje naar u gekeerd. Het mondje ligt ter hoogte van de tepel. Wanneer de baby een grote hapbeweging maakt, beweegt u hem rustig naar u toe, zonder hem te duwen.
Zittend voeden o Madonnahouding, neem een ontspannen houding aan, met voldoende steun. Het hoofdje van de baby rust op uw elleboogholte. Uw onderarm steunt het ruggetje van de baby, terwijl u met uw hand de billetjes of een onderbeentje vasthoudt. 9
o
Bakerhouding, deze houding is vooral prettig wanneer er sprake is van zware borsten, stuwing of veel melk. Deze houding is ook aan te raden bij een kleine baby, een verstopt melkkanaaltje en na een keizersnede. U legt uw baby op een kussen naast u, met zijn hoofdje op uw schoot. Zijn lijfje en beentjes liggen onder uw arm, terwijl u uw hand onder zijn hoofdje legt. De baby kan in deze houding op zijn rug of op zijn zij tegen u aanliggen.
Wellicht zijn er nog andere houdingen die voldoen. In ieder geval is het belangrijk dat de baby op de juiste hoogte ligt, met zijn oor, schouder en heup op één lijn.
Eigen voeding Over het algemeen kunt u als u borstvoeding geeft, gewoon eten wat u gewend bent. Aangeraden wordt om naast drie hoofdmaaltijden enkele voedzame tussendoortjes te gebruiken, zoals fruit, yoghurt of een boterham. Deze moeders hebben vooral extra behoefte aan extra drinken. Deze behoefte ontstaat doordat er extra vocht aan het lichaam onttrokken wordt vanwege de borstvoeding. In de lactatieperiode ontstaat er een wat verhoogde behoefte aan vitaminen en mineralen, vooral vitamine B6, foliumzuur en de mineralen ijzer en zink.
Voedselovergevoeligheid Er zijn baby’s die overgevoelig reageren op bepaalde voedingsstoffen die de moeder gebruikt, bijvoorbeeld uien, koolsoorten of prikkelende voedingsmiddelen. Reacties kunnen zijn: overmatig huilen en darmkrampen. Om zeker te zijn of deze reactie ontstaat door de voeding van de moeder, is het aan te bevelen om een voedingsboekje bij te houden. Na ongeveer zes tot 24 uur zijn sporen terug te vinden in de 10
borstvoeding. Gedurende minimaal 2 weken wordt het verdachte product niet gebruikt, daarna wordt het nog een keer geprobeerd. Als de klachten dan terugkomen, is de gevoeligheid voor dat bepaalde product bewezen en moet dit product worden vermeden.
Gebruik van medicijnen en genotmiddelen Matig gebruik van koffie, thee, cola en chocolade geeft meestal geen problemen met betrekking tot de borstvoeding. Een kleine hoeveelheid cafeïne komt in de borstvoeding terecht. In chocolade zit ook een op cafeïne lijkende stof. Bij een erg onrustige of wakkere baby kunnen de producten die wat minder cafeïne bevatten de genoemde verschijnselen verminderen. Beperkt gebruik van alcohol tijdens de periode waarin borstvoeding wordt gegeven, lijkt geen schadelijk effect te hebben op de baby. De alcohol komt echter wel in de moedermelk terecht. Bij regelmatig gebruik of bij grotere hoeveelheden, heeft de alcohol effect op de hersenontwikkeling en de groei van uw baby. Veiligheidshalve wordt daarom het gebruik van alcohol afgeraden. Drugsgebruik wordt ten sterkste afgeraden. Uw baby wordt hierdoor geconfronteerd met zeer schadelijke effecten op zijn groei en ontwikkeling. Roken (nicotine) heeft effect op de melkproductie van de moeder. De productie is lager naarmate u meer sigaretten rookt, ook wordt de toeschietreflex hierdoor negatief beïnvloed. Nicotine komt in de moedermelk terecht. Als u rookt kunt u dit beter niet direct vóór de voeding van uw baby doen en evenmin in het bijzijn van uw baby.
11
Vegetarische voeding Wanneer u vegetarisch eet, maar wel gebruik maakt van dierlijke producten, zoals melkproducten en / of eieren, geeft dit geen tekorten voor u of uw baby tijdens de periode waarin borstvoeding wordt gegeven. Indien uw voeding ook dierlijke eiwitten uitsluit, hebben u en uw baby meer kans op tekorten aan bepaalde voedingsstoffen. In dit geval kunt u contact opnemen met een diëtist.
Kolven Kolven van uw borsten kan om verschillende redenen noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld wanneer uw baby na de geboorte niet aan de borst mag of kan drinken. Of wanneer het aanleggen niet wil lukken. En natuurlijk wanneer u na een paar maanden uw werkzaamheden weer wilt hervatten. Hoe vaak u moet kolven hangt af van de reden om te kolven. Er zijn verschillende kolven in de handel, zowel hand- als elektrische kolven. De verpleegkundige, lactatiekundige of een medewerker van de thuiszorgwinkel kan u hierover meer informatie geven. 1. Tips voor het kolven van uw borsten: - Werk hygiënisch: handen wassen en schone materialen gebruiken. - Zorg voor een rustige omgeving en een ontspannen houding, neem iets warms te drinken. - Bevorder de toeschietreflex door uw tepels vóór het kolven te masseren of door warme doeken op uw borsten te leggen. - Vaak kolven heeft meer zin dan lang kolven. - Kolven moet u leren. Tijdig hiermee beginnen wordt aanbevolen. - Kolven mag geen pijn veroorzaken. - De geschiktste tijd om te kolven is vroeg in de morgen. U hebt dan de meeste voeding. 12
- Ongeveer één tot anderhalf uur na de voeding kunt u kolven. U hebt dan weer voldoende melk voor de volgende voeding. - Wanneer u met één borst voedt, kunt u de andere borst afkolven. - Wanneer u met een enkelzijdige kolf kolft, kunt u de borsten per keer om en om kolven. Als de melkstroom stopt, wisselt u van borst. - Wanneer u met een dubbele kolf kolft, de eerste twee dagen beginnen met zeven minuten en daarna tien minuten. Als de voeding goed op gang gekomen is dan doorgaan tot de melkstroom stopt. 2. Kolven met de hand Kolven met de hand (methode van Marmet) is een eenvoudige en goedkope methode, het vergt meestal wel enige oefening. Deze methode is minder geschikt wanneer langdurig afgekolfd moet worden. Kolven met de hand kan op veel manieren. Eén van de mogelijkheden is de volgende: U laat de borst in uw hand rusten met de vingers eronder en de duim erop, ongeveer op de rand van de tepelhof. U duwt de borst naar de ribben toe; een zware borst kunt u eerst wat oplichten. Daarna knijpt u duim en vingers in een ritmische beweging samen, zodat de borst wordt leeggeduwd. Het kan even duren voor de voeding begint te druppelen of te lopen. U verplaatst uw hand regelmatig rond de borst en pauzeert even als er niet veel melk meer komt.
13
3. Bewaren van moedermelk Thuis gelden andere regels om moedermelk te bewaren dan in een ziekenhuis. Als uw baby in een ziekenhuis verblijft, volgt u dan altijd de daar geldende regels op. Thuis geldt: - Werk hygiënisch en met schone materialen. - Bewaar de moedermelk bij voorkeur in kunststof bakjes, flessen of in plastic diepvrieszakjes. Vermeld de datum en de tijd erop. - Laat de moedermelk vóór het invriezen eerst afkoelen. Vries het daarna zo snel mogelijk in, in ieder geval binnen 24 uur. Aan koude melk mag geen warme melk worden toegevoegd. Dus eerst de melk af laten koelen voordat kleine porties worden samengevoegd. - Moedermelk verandert met de leeftijd van uw baby, daarom wordt aanbevolen de betreffende melk binnen twee maanden aan uw baby te geven. Hoe lang kan moedermelk bewaard blijven? Thuis In het ziekenhuis buiten de koelkast (op 6-10 uur Max. 4 uur kamertemperatuur) in de koelkast (bij 48 uur 48 uur 4°C) in het vriesvak van de 2 weken 2 weken koelkast in de diepvriezer 6 maanden 3 maanden 4. Ontdooien en opwarmen van moedermelk - Moedermelk bij voorkeur in de koelkast of onder stromend water van koud naar warm ontdooien. - Moedermelk die is ontdooid maar nog niet opgewarmd, is 24 uur houdbaar in de koelkast. - Ontdooide moedermelk mag niet opnieuw worden ingevroren. - Moedermelk in een flessenwarmer of au-bain-marie opwarmen. 14
- Opgewarmde voeding moet na ongeveer een uur worden weggegooid en mag niet meer opgewarmd worden. - Moedermelk mag niet worden ontdooid of opgewarmd in de magnetron. Het is nog niet duidelijk welk effect dit heeft op de samenstelling van moedermelk.
Borstvoeding geven aan uw baby op de kinderafdeling Het is mogelijk dat uw baby op de kinderafdeling moet worden opgenomen. Dit kan om verschillende redenen gebeuren, bijvoorbeeld: - te vroeg geboren (prematuur) - matige, slechte start - lage temperatuur - lage glucose - niet willen drinken. Op de kinderafdeling bepaalt de kinderarts hoe vaak en hoeveel voeding uw baby moet krijgen. In principe kunt u altijd borstvoeding geven, maar de omstandigheden van uw baby kunnen vragen om een ander beleid. Wanneer uw baby bijvoeding nodig heeft, wordt dat in principe gegeven door middel van sondevoeding of fingerfeeding. Bij grote hoeveelheden zal uw baby de bijvoeding per speen krijgen. Als uw baby aan de borst mag/kan drinken zal hij voor en na de voeding gewogen worden. Mag/kan uw baby niet aan de borst drinken dan kunt u de borstvoeding afkolven op de kinderafdeling en/of de afdeling verloskunde. Per dag worden de afspraken bijgesteld. Samen met u proberen wij om het geven van borstvoeding zo goed mogelijk te laten verlopen. Soms is het mogelijk om uw baby op de afdeling verloskunde te voeden. Hierover bestaan afspraken tussen de kinderafdeling en de afdeling verloskunde. Op dinsdag en donderdag is er een lactatiekundige aanwezig die ook langskomt op de kinderafdeling en u zo nodig advies geeft en begeleiding geeft bij het geven van borstvoeding. 15
Borstvoeding afkolven - Met de verpleegkundige van de afdeling verloskunde spreekt u af hoe vaak en hoe lang u moet kolven. - De verpleegkundige van de afdeling verloskunde geeft uitleg over het kolven. - De afgekolfde voeding wordt naar de kinderafdeling gebracht in flesjes met daarop een sticker met de naam van uw baby en de datum en tijdstip van het kolven. Op de kinderafdeling wordt de voeding bewaard in de koelkast of vriezer. - U krijgt een tasje met daarin kolfsets, flesjes, stickers en het borstvoedingsboekje. 1× per dag krijgt u schone kolfsets die u na gebruik onder de kraan schoon kunt spoelen. De flesjes zijn disposable. De verpleegkundige haalt ’s avonds de sets op en de volgende dag krijgt u weer nieuwe.
Het ontslag Als alles goed gaat dan gaat u met uw kindje na een dag of paar dagen weer naar huis. De kraamverzorgster neemt thuis de zorg over. U kunt dan met behulp van het borstvoedingsboekje laten zien hoe de borstvoeding in het ziekenhuis verlopen is. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat u naar huis “moet”, en dat uw baby nog in het ziekenhuis moet blijven. Met de verpleegkundige van de kinderafdeling maakt u afspraken op welke tijden u naar het ziekenhuis komt om borstvoeding te geven. Wanneer u thuis kolft dan is het aan te raden om de afgekolfde moedermelk in een koeltas met koelelementen naar het ziekenhuis mee te nemen.
16
Lactatiekundige Zijn er problemen met de borstvoeding of heeft u vragen, dan is er in het Lievensberg ziekenhuis een lactatiekundige werkzaam, die u graag te woord staat. U kunt de lactatiekundige bereiken: Door te bellen naar telefoonnummer: 0164 - 278000 en vragen naar toestel 1245. Bij afwezigheid van de lactatiekundige kunt u bellen naar de afdeling verloskunde, telefoonnummer: 0164-278599. U kunt dan uw naam en telefoonnummer doorgeven en de lactatiekundige belt u dan terug.
Ondersteunende moedergroepen en/of netwerken Vereniging Borstvoeding Natuurlijk Als u een vraag heeft over borstvoeding, kunt u gebruik maken van de landelijke telefonische informatiedienst van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk: 0343-576626. Via dit nummer worden namen en telefoonnummers van contactpersonen doorgegeven die u vervolgens kunt bellen. Waar kunnen contactpersonen telefonisch bijvoorbeeld bij helpen? tepelproblemen zorgen over de hoeveelheid melk stuwing kolven borstvoeding en een baan voorlichtingsbijeenkomsten in uw regio. NB. Om te bellen hoeft u geen lid te zijn van de VBN! Er worden ook informatiebijeenkomsten georganiseerd door vrouwen die zelf hun kind(eren) borstvoeding hebben gegeven en binnen de vereniging een opleiding hebben gevolgd. Tijdens deze bijeenkomsten wordt praktische informatie verstrekt en er kunnen ervaringen worden uitgewisseld. Ook 17
kunt u folders kopen, kolven huren of boeken lenen. De meeste contactpersonen zullen een kleine koffie- en theebijdrage vragen. Er zijn informatiebijeenkomsten in heel Nederland. Als u wilt weten of er een bij u in de buurt is, bel dan het landelijke telefoonnummer: 0343-576626 of www.vbn.borstvoeding.nl Borstvoedingsorganisatie La Leche League Nederland Voor vragen, problemen en informatie over borstvoeding kunt u het landelijke telefoonnummer van borstvoedingsorganisatie La Leche League bellen: 0111-413189of www.lll.borstvoeding.nl Iedere maand organiseren de leidsters van LLL informatiebijeenkomsten bij hen in de regio. Deze bijeenkomsten zijn voor aanstaande en voedende moeders met hun baby’s en andere belangstellenden. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld: het belang van borstvoeding voor moeder en baby de kraamtijd het voorkomen en oplossen van borstvoedingsproblemen als de baby ouder wordt. De leidster geeft informatie en er is gelegenheid ervaringen uit te wisselen. Over de meeste aspecten van borstvoeding heeft Borstvoedingsorganisatie LLL een brochure. LLL biedt ook een aantal hulpmiddelen bij borstvoeding aan en de meeste leidsters bemiddelen in de verhuur van een elektrische borstkolf. Kraamcentra Door de diverse kraamcentra worden regelmatig voorlichtingsavonden over borstvoeding georganiseerd: Thuiszorg West-Brabant: 0165-560200 www.twb.nl Kraamcentrum DAT: 0165-341334 www.kraamcentrumdat.nl Zinkraamzorg de Linde: 0164-680269 www.kraamzorgdelinde.nl 18
Dé Provinciale Kraamzorg: 0113-224080 www.deprovincialekraamzorg.nl,
Lactatiekundige – specialistische begeleiding bij borstvoeding Meestal zult u weinig problemen ondervinden bij het geven van borstvoeding. Voor veel vragen over borstvoeding kunt u terecht bij de aangewezen zorginstanties en bij de vrijwilligsters van Borstvoedingsorganisatie La Leche League en Vereniging Borstvoeding Natuurlijk. Soms zijn er echter bijzondere omstandigheden of doen zich problemen voor waarbij specifieke kennis en ervaringen nodig zijn. Lactatiekundigen zijn hiervoor opgeleid en kunnen u adviseren en begeleiden bij probleemsituaties rondom borstvoeding. Er zijn kosten verbonden aan een consultatie. Enkele zorgverzekeraars vergoeden de kosten of een deel daarvan. Ook in het Lievensberg ziekenhuis is een lactatiekundige werkzaam. Voor adressen in uw regio kunt u contact opnemen met de Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen: 0900-522284 of www.nvl.borstvoeding.nl Internet en boeken Op Internet kunt u ook veel informatie vinden over borstvoeding. Nuttige websites zijn: www.borstvoeding.nl www.geefjijookdeborst.nl www.voedingscentrum.nl www.borstvoeding.com
19
Verhuur/verkoop kolfapparaten Adressen Gezondshop Boerhaaveplein 9 4624 VT Bergen op Zoom 0164-254625 Stg. Thuiszorg West-Brabant Belder 2-4 4704 RK Roosendaal Tel; 0165-564058 www.thuiszorgwestbrabant.nl Kraamcentrum DAT Roemer Visscherlaan 15-17 4707 BX Roosendaal 0165-341334 www.kraamzorgdat.nl Medicura Zorgwinkel Antwerpsestraat 149 4611 AE Bergen op Zoom 0900-5336336 www.medicura.nl Provincie Zeeland Allévo Hollandiaplein 1 (bezoekadres) 4461 GT Goes Zorgcentrale Allévo 24 uur per dag te bereiken: 0113- 249111 www.allevo.nl Kraamcentrum Dat Paul Krugerstraat 76 4381 WH Vlissingen 0118- 412885 www.kraamcentrumdat.nl 20
Vergoedingen Vergoedingen voor lactatiekundige zorg en/of kolfapparatuur is per verzekering anders. Men kan dit zelf navragen bij de zorgverzekeraar.
juli 2011
21