Actueel Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad
Jaargang 15, nr 4 | oktober 2014 | driemaandelijks
Nieuwe Vlaamse regering * Winnaars fotowedstrijd * Terugblik provinciale themadagen * Ouderen en vrije tijd * Problematiek elderspeak * Oudere generatie, digitale generatie?
Oktober 2014
1
Inhoud
Een nieuwe Vlaamse regering
4
Naar een correcte beeldvorming rond ouderen
6
Spreken is zilver, communiceren is goud
8
Vrijetijdsparticipatie: ouderen aan zet
10
In dialoog met Europarlementsleden
12
Onderzoek geeft hoop
16
De problematiek van elderspeak
18
De oudere generatie, een digitale generatie?
20
Voorstelling: Seniornet Vlaanderen
24
Autodelen Voor Iedereen Met Rolstoelvriendelijke Auto’s
26
NIeuwe juridische bescherming voor wilsonbekwame personen
28
Intergenerationeel reminiscentiewerk
30
Actueel is het informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad. De Vlaamse Ouderenraad is het officiële adviesorgaan van de 60-plussers voor de Vlaamse overheid en het overlegplatform van organisaties van en voor ouderen. 2
ACTUEEL-Informatieblad
Langer werken,
hoe doe je dat?
Als een donderslag bij heldere hemel. De bekendmaking dat de federale regering de pensioenleeftijd optrekt naar 67 jaar, kwam hard aan. Weinig maatregelenuithetregeerakkoordhebbeneengroteresymboolwaardedandeze. De regeringspartijen hebben gekozen voor‘actief ouder worden’, maar dan in de meest enge zin van het woord. Dat er maatregelen genomen moeten worden om de pensioenen betaalbaar te houden, spreekt voor zich. Toch is het vooral de feitelijke pensioenleeftijd waar in België het schoentje knelt. Om dat aan te pakken, zijn er echter heel andere maatregelen nodig. Allereerstmoetlangerwerkeneffectiefeensubstantieelhogerpensioenopleveren.Hetkan niet de bedoeling zijn dat mensen twee jaar langer moeten werken om vervolgens exact hetzelfde (vaak lage) pensioen te ontvangen als nu. De afschaffing van de pensioenbonus is hier alvast weinig belovend. Daarnaast moet langer werken effectief werkbaar zijn. Hiervoor moet de regering op verschillendesporeninzetten:werkomgevingenenarbeidsomstandighedenaanpassen, een meer leeftijdsbewust personeelsbeleid voeren, levenslang leren stimuleren en de combinatie van werk en gezin en/of mantelzorg makkelijker maken. In die zin is het alvast positief dat de stelsels van tijdskrediet voor zorg uitgebreid worden. Anderzijds wordt zonder (officiële) reden tijdelijk een beetje minder werken veel minder aantrekkelijk, en ook de landingsbanen worden minder toegankelijk. Naastdekwaliteitmoethetaantaljobsvoorouderewerkzoekendenookvergrootworden. Meer werk en meer kansen op werk: de leeftijdsdiscriminatie moet eruit. Het is immers een publiek geheim dat 55-plussers nauwelijks nog kansen krijgen op de arbeidsmarkt en als eerste weer aan de deur staan bij economische tegenslag. Hoe zij het dan nog 12 jaar moeten rekken, is ons een raadsel. Lang verhaal kort: er is een breed maatschappelijk debat nodig rond de te nemen maatregelen om iedereen de kans en de ondersteuning te bieden om effectief tot zijn 67ste te kunnen werken. Want als niemand de eindmeet haalt, dreigt het verhogen van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor het pensioen enkel op een platte pensioenverlaging neer te komen. En daar is niemand bij gebaat.
Jul Geeroms, voorzitter
Oktober 2014
3
Een nieuwe Vlaamse regering Op 25 juli 2014 was de regeringsvorming in Vlaanderen rond met het sluiten van een regeerakkoord en het benoemen van negen ministers. De heer Jo Vandeurzen zet als minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin de rol van coördinerend minister voor Ouderenbeleid verder gedurende de volgende vijf jaar. Voor de Vlaamse Ouderenraad bleven er veel vragen na het lezen van het regeerakkoord. Deze vragen werden gebundeld in een persbericht dat je hieronder integraal terugvindt. Persbericht 28 juli 2014
Engagement Vlaamse regering voor ouderen zal moeten blijken uit daden
© Hubertus Bakkers
De Vlaamse Ouderenraad heeft het Vlaams regeerakkoord geanalyseerd en wijst in een eerste reactie op de blijvende onduidelijkheden. “Vlaanderen vergrijst, en dat stelt de Vlaamse regering voor serieuze uitdagingen. Of de plannen in dit Vlaams regeerakkoord daar antwoord op bieden, zal vooral afhangen van hun praktische uitwerking en de middelen die daarvoor vrijgemaakt worden”, zegt Mie Moerenhout, directeur van de Vlaamse Ouderenraad.
4
ACTUEEL-Informatieblad
grijs
Hoe kleuren de nieuwe parlementen Vlaamse Ouderenraad benadrukt betaalbaar openbaar vervoer
Met betrekking tot de discussie over het gratis openbaar vervoer benadrukt de Vlaamse Ouderenraad dat mobiliteit essentieel is voor ouderen. Voor veel ouderen is het openbaar vervoer hun belangrijkste of enige vervoerswijze, en cruciaal om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven. Daarom is het belangrijk dat het openbaar vervoer betaalbaar blijft en dat het gratis aanbod zeker behouden blijft voor ouderen met een laag inkomen. Tevens moet het aanbod aan bussen en trams, ook in de daluren, voldoende groot blijven, zowel in de steden als in de landelijke gebieden.
Toereikende budgetten ouderenzorg?
voor
de
Verder benadrukt de Vlaamse Ouderenraad de omvang van de uitdagingen in de zorg. In de komende vijf jaar zal het aantal 65-plussers immers met meer dan 105 000 toenemen. Het aantal 85-plussers groeit met 31 000, een toename van bijna 20%. Daardoor zullen de noden op vlak van zorg substantieel toenemen, zowel in de thuiszorg als de (semi-)residentiële zorg. De Vlaamse Ouderenraad stelt vast dat het regeerakkoord heel wat initiatieven oplijst en een impuls van een half miljard euro voor de gehele zorgsector voorziet. "Maar pas wanneer de concrete budgetten bekend gemaakt worden, zal duidelijk zijn wat de werkelijke engagementen van deze Vlaamse regering in de ouderenzorg zijn."
Positief: een inclusief ouderenbeleid
Toch ziet de Vlaamse Ouderenraad ook verschillende positieve elementen, zoals de aandacht voor actief en gezond ouder worden, het verkleinen van de digitale kloof en het bestrijden van leeftijdsdiscriminatie. Bovendien wordt een nieuw Vlaams Ouderenbeleidsplan aangekondigd dat alle engagementen voor ouderen zal bundelen. "We rekenen erop dat deze aandacht voor ouderen zich in alle beleidsdomeinen vertaald zal zien", zegt Mie Moerenhout, "en dat de stem van de ouderen daarbij gehoord zal worden."
Oktober 2014
?
Het aantal oudere verkiezingskandidaten stijgt, zo bleek uit onderzoek van de KU Leuven in de aanloop naar de verkiezingen op 25 mei. In 2014 was 11% van de kandidaten voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers ouder dan 60 jaar, tegenover 8% in 2010. Ook op lange termijn zit het aantal oudere kandidaten in de lift: in 1987 was bijvoorbeeld maar 3% van de kandidaten ouder dan 60. Maar natuurlijk is er nog een groot verschil tussen ergens op een lijst staan en effectief een verkiesbare plaats krijgen. De echte vraag is dus hoeveel ouderen er werkelijk verkozen raken. In Vlaanderen maken de 65-plussers bijna 19% van de bevolking uit. Als onze parlementen dan min of meer een getrouwe afspiegeling van de samenleving willen zijn, zouden dus ongeveer een vijfde van hun leden ouder dan 65 moeten zijn. Maar is dat ook zo in de praktijk? Helaas niet. Van de 124 verkozenen in het Vlaams Parlement waren er maar 6 parlementsleden ouder dan 60 jaar, en slechts 2 ouder dan 65 jaar. Dat komt overeen met respectievelijk 4,8% en 1,6% van de verkozenen in het Vlaams Parlement. Op federaal vlak liggen de cijfers nog lager: van de 87 Vlamingen die op 25 mei verkozen werden voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers waren er 3 ouder dan 60 jaar (3,4%), waarvan op dat moment geen enkele ouder was dan 65 jaar. Op vlak van rechtstreekse vertegenwoordiging van ouderen scoren beide parlementen dus zwak. Een goed ouderenbeleid realiseren zal daarom vooral van het begrip, de voeling en de luisterbereidheid van de parlementsleden in kwestie afhangen. De Vlaamse Ouderenraad hoopt alvast op een constructieve dialoog en samenwerking! Nils Vandenweghe, stafmedewerker advisering
55
Naar een correcte
beeldvorming rond ouderen
Lancering fotodatabank Vlaamse Ouderenraad De manier waarop ouderen in beeld komen, is vaak heel rooskleurig of net zeer somber. We zien geregeld stereotiepe beelden, rechtgetrokken rimpels of gebleachte tanden. Vele organisaties en media ervaren een gebrek aan bruikbare, realistische foto’s van ouderen voor artikels, affiches, publicaties, ... Bovendien vragen zestigplussers een correcte voorstelling van hun uiterlijk en hun bezigheden, en dat zowel voor moeilijke momenten als voor prettige situaties. Daarom lanceerde de Vlaamse Ouderenraad op 1 oktober 2014, de internationale dag van de ouderen, een online fotodatabank. Via dit aanbod wil de Vlaamse Ouderenraad pers, organisaties en iedereen die beelden van zestigplussers gebruikt, stimuleren om de beeldvorming rond ouderen bij te stellen en de verscheidenheid in leeftijd, vitaliteit, activiteit,… bij zestigplussers aan te tonen.
“Zestigplussers zijn soms zeer expressief door verweerde en getaande gezichten.”
Roger Certyn
Fotowedstrijd – de winnaars
Om foto’s in te zamelen, organiseerde de Vlaamse Ouderenraad een grootschalige fotowedstrijd: ‘Oud in the picture’. Meer dan 400 amateurfotografen, organisaties en andere geïnteresseerden stuurden 2600 foto’s in. Bedankt aan alle deelnemers! De jury selecteerde vier winnaars die ‘het leven zoals het is’ verbeelden: werk, vrije tijd en engagement gaan hand in hand. De derde plaats wordt gedeeld door Roger Certyn en Robert Boons. Hun foto’s hebben respectievelijk aandacht voor het vrijwilligersengagement van ouderen en samen genieten. De tweede plaats is voor Anne-Marie Heirbaut wiens foto gezelligheid en vriendschap uitstraalt. De winnaar van de fotowedstrijd is Johan Boonefaes. Zijn foto laat zien dat ouderen actief en zelfs sportief zijn. De jury maakte dus een positieve keuze: foto’s die levensvreugde in zich hebben. Proficiat aan de winnaars!
6
Fotodatabank – gratis gebruik
Uit de ingezonden foto’s selecteert de Vlaamse Ouderenraad honderden beelden die je kan bekijken in de fotodatabank en na aanvraag kan gebruiken, conform de wetgeving op vlak van auteursrecht. De Vlaamse Ouderenraad vult de databank geregeld aan met nieuwe beelden. Je kan ook nog steeds foto’s insturen ter aanvulling van de fotodatabank. Surf in beide gevallen naar www.vlaamse-ouderenraad.be/fotodatabank of bel voor informatie naar 02 209 34 52. Indien je geen computer ter beschikking hebt, doe dan beroep op vrienden of familie die je kunnen helpen bij de aanvraag.
“Oudere personen zijn enorm naturel en daarom zeer fotogeniek.”
Anne-Marie Heirbaut
Foto’s aanvragen of toevoegen? Bezoek www.vlaamse-ouderenraad.be/fotodatabank Ben je op zoek naar foto's die ouderen in the picture zetten? 1. Doorzoek de categorieën en klik op de foto die jouw voorkeur heeft; 2. Klik op ‘Vraag deze foto aan in hoge resolutie’, vul het formulier in en verklaar je akkoord met het gebruiksreglement; 3. Wacht op goedkeuring van de Vlaamse Ouderenraad; 4. Na goedkeuring verkrijg je de foto(‘s) in hoge resolutie en kan je deze gebruiken voor het vermelde doeleinde. Heb je zelf beelden die ouderen in the picture zetten? 1. Lees het toevoegreglement; 2. Vul het toevoegformulier in, handteken het en bezorg het samen met je foto(‘s) via e-mail of WeTransfer aan
[email protected]; 3. Indien je foto(‘s) voldoen aan de voorwaarden, plaatst de Vlaamse Ouderenraad ze in de fotodatabank. Veerle Quirynen, educatief medewerker
ACTUEEL-Informatieblad
Winnaars fotowedstrijd ‘Oud in the Picture’
1ste plaats
Fotograaf: Johan Boonefaes
2de plaats
Fotograaf: Anne-Marie Heirbaut
gedeelde 3de plaats Fotograaf: Robert Boons (boven) en Roger Certyn (rechts)
Oktober 2014
7
Spreken is zilver, communiceren is goud Vijf geslaagde provinciale themadagen
Tussen 23 september en 14 oktober 2014 organiseerde de Vlaamse Ouderenraad voor het eerst in samenwerking met de Vlaamse provincies en de provinciale ouderenadviesraden, vijf themadagen in Brugge, Leuven, Antwerpen, Hasselt en Gent. Deze inspiratiemomenten stonden in het teken van ‘Informatie en communicatie’. De organisatie kon in totaal rekenen op 600 aanwezigen. Vijf geslaagde provinciale themadagen!
De ‘communicatiewaaier’ werd voorgesteld door Veerle Quirynen, educatief medewerker van de Vlaamse Ouderenraad. Het is een praktisch instrument met tien tips waarmee ouderenadviesraden en -organisaties aan de slag kunnen om een heldere en constructieve dialoog op te zetten met belanghebbenden, partners en media.
De Vlaamse Ouderenraad koos als titel ‘Spreken is zilver, communiceren is goud’ omwille van het belang van een goede dialoog tussen de ouderenadviesraad en zijn omgeving: ouderen, het gemeentebestuur, lokale partners, (potentiële) leden, ... Samen bouwen aan een sterk ouderenbeleid is pas mogelijk door constructieve communicatie en duidelijke informatie. Dit op digitaal vlak, maar zeker ook mondeling en op papier. Tijdens deze verschillende studieen netwerkmomenten koos de Vlaamse Ouderenraad samen met de provincies voor interessante sprekers en werkgroepen. In de voormiddag was er steeds een inhoudelijk plenair gedeelte, in de namiddag zorgden werkgroepen voor een toepassing in de praktijk. De themadagen gingen van start met een toespraak van de provinciale gedeputeerden voor Welzijn. Hun accent lag telkens op de afbouw van de persoonsgebonden materies in de verschillende provincies en de bezorgdheid die dat teweeg brengt. Daarna lichtte het Dagelijks Bestuur van de Vlaamse Ouderenraad het thema van de dag toe en maakte de verbinding met de thema’s van de voorgaande jaren: active ageing en leeftijdsvriendelijke gemeenten. Vervolgens was het de beurt aan onderzoeker en docent Eric Goubin. De Vlaamse Ouderenraad nodigde hem op de provinciale themadagen uit om meer te vertellen over de manier waarop je kan communiceren, de verschillende kanalen die je daarvoor kan gebruiken en de valkuilen die daarmee gepaard gaan. 8
De Vlaamse Ouderenraad stelde ook de fotodatabank voor. Directeur Mie Moerenhout benadrukte het belang van correcte beelden van ouderen die het mogelijk maken de beeldvorming rond zestigplussers in media bij te stellen. Daarom stelt de Vlaamse Ouderenraad honderden realistische foto’s van zestigplussers en hun activiteiten beschikbaar. In elke provincie kwam tot slot een praktijkverhaal aan bod van een gemeentelijk ambtenaar die bruggen bouwt tussen de ouderenadviesraad en de gemeente. Al deze brugfiguren voeren hun job met veel passie uit, koesteren de mooie momenten en gaan aan de slag met moeilijke elementen. ACTUEEL-Informatieblad
Opvallend was dat elke praktijk verschillende accenten legt, afhankelijk van de context en de mogelijkheden. Tijdens de lunchpauze kregen de aanwezigen uitgebreid de tijd om te netwerken en gedachten uit te wisselen met andere lokale ouderenadviesraden en gemeenten. Zij konden het thema van de dag dus meteen toepassen. In de namiddag stonden er telkens meerdere werkgroepen op het programma. Deelnemers kregen de kans om door experten meegenomen te worden in de wereld van nieuwe media, de pers, kwetsbare ouderen, communicatietips, een imago-boost, leeftijdsvriendelijke gemeenten, lokale dienstencentra, ...
Afsluitend volgde een receptie waar deelnemers nakaartten. Op de themadagen werd heel wat inspiratie gedeeld. Alle teksten en presentaties kan je terugvinden via www.vlaamse-ouderenraad.be/ouderenweek. De geïnteresseerde aanwezigen kunnen deze informatie vergulden in hun organisatie of gemeente. Blijf communiceren met elkaar en wissel kennis en gedachten uit, want spreken is zilver, maar communiceren is goud! Graag bedankt de Vlaamse Ouderenraad alle deelnemers voor hun aanwezigheid en het provinciebestuur, de provinciale coördinatoren en de leden van de provinciale adviesraden voor de samenwerking. Ook een woordje van dank voor alle sprekers en werkgroepbegeleiders. Veerle Quirynen, educatief medewerker
Oktober 2014
99
Ouderen aan zet Actief ouder worden en sociale inclusie, het zijn twee mooie begrippen die cruciaal zijn voor het welzijn van ouderen. Voor veel van hen is deelnemen aan cultuur-, sporten andere vrijetijdsactiviteiten daarbij een belangrijk aspect, zowel voor de sociale contacten als voor de persoonlijke verrijking en de fysieke en mentale gezondheid. Toch is vrijetijdsparticipatie niet voor alle ouderen even vanzelfsprekend. Heel wat drempels steken immers makkelijk een stokje voor de deur. Hoe belangrijk vrijetijdsparticipatie ook is, voor tal van ouderen zorgt hun financiële situatie, fysieke conditie, etnisch-culturele afkomst of lage scholingsgraad voor extra hindernissen om deel te kunnen nemen aan het cultureel en maatschappelijk leven in Vlaanderen. Inspanningen die ervoor zorgen dat ook deze kwetsbare ouderen volwaardig kunnen participeren zijn daarom zeker welkom. De voorbije Vlaamse regeringen waren niet blind voor de drempels die sommige groepen in de samenleving ondervinden bij hun vrijetijdsparticipatie. Sinds januari 2008 bestaat er daarom een decreet met stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie van allerlei kansengroepen in cultuur, jeugdwerk en sport. Het voorziet onder andere in financiële middelen voor gemeenten of projecten die extra inzetten 10
© Lus Joosten
Vrijetijdsparticipatie
op deze kansengroepen. De vraag is echter in welke mate ook kwetsbare ouderen daar baat bij hebben. Vanzelfsprekend is het alleszins niet, nu bij de herziening van dit decreet in maart 2014 de verwijzing naar ouderen uit de wettekst verdwenen is. Heel wat ouderenorganisaties en lokale ouderenadviesraden zetten zich actief in voor het betrekken en ondersteunen van de meest kwetsbare ouderen. Omdat er op het terrein van de vrijetijdsparticipatie een en ander in beweging is – denk aan de uitrol van de UiTPAS – leek het de Vlaamse Ouderenraad een goed moment om eens na te gaan hoe Vlaanderen het lokale niveau ondersteunt bij het stimuleren van vrijetijdsparticipatie en hoe zo meer kwetsbare ouderen bereikt kunnen worden. Op een interne studiedag werden vier maatregelen uit het Participatiedecreet toegelicht en kregen ouderenorganisaties en ouderenraden tips en inspiratie om zelf lokaal mee aan de kar te trekken. Vandaar: Ouderen aan zet. 1. De lokale netwerken vrijetijdsparticipatie: in ongeveer 78 Vlaamse gemeenten is een dergelijk netwerk opgericht. Deze hebben als doel participatiedrempels voor mensen in armoede weg te werken. Ze zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de cultuur-, jeugd- en sportdiensten van de gemeente, het OCMW en de ACTUEEL-Informatieblad
lokale verenigingen waar armen het woord nemen. Ook Centra voor Algemeen Maatschappelijk werk (CAW’s), Samenlevingsopbouw en Centra voor Basiseducatie maken soms deel uit van het netwerk. Alles start met de goedkeuring van een afsprakennota. Daarin wordt de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de andere spelers vastgelegd. Deze bevat een omschrijving van de doelstellingen, wie deze zal realiseren en met welke middelen. Een dergelijke afsprakennota is noodzakelijk wil de gemeente genieten van de Vlaamse subsidiëring. Tegelijk wordt de gemeente gevraagd om zelf het dubbele van de subsidies te investeren in vrijetijdsparticipatie. Hebben kwetsbare ouderen momenteel baat bij deze lokale netwerken? Geen mens die het weet. Ook al zijn bijna een derde van de mensen in armoede oudere mensen. Een voldoende reden voor de lokale ouderenadviesraad om hier eens naar te kijken en in dialoog te gaan met het netwerk? 2. Het Fonds Vrijetijdsparticipatie: In gemeenten waar geen lokaal netwerk bestaat, kunnen lokale sociale organisaties (zoals welzijnsschakels, verenigingen waar mensen het woord nemen, buurtopbouwwerk) voor mensen in armoede een aanvraag indienen om een tussenkomst te verkrijgen voor de deelnameprijs van hun vrijetijdsactiviteit. Deze kan gaan tot 80% van de kostprijs en 60% van de vervoerskosten. Ze geldt niet voor commerciële activiteiten. Daarnaast, en dat geldt voor alle gemeenten, kunnen deze mensen vermindering krijgen voor een aantal specifieke activiteiten of evenementen die buiten de gemeente worden georganiseerd. Het aanbod bestaat uit grote concerten, musicals, festivals, sportkampen en musea met een nationale uitstraling. Doe dus zeker eens navraag bij de gemeente naar de initiatieven die het Fonds steunt en bekijk of ook ouderen hier gebruik van maken. 3. Projecten voor kansengroepen: Daarnaast subsidieert de Vlaamse Regering jaarlijks projecten die uitgaan van de kansengroepen zelf en die als opzet hebben hen naar vrijetijdsactiviteiten te leiden. Deze projecten moeten ingediend worden door een vzw. Ouderen zijn hierbij geen kansengroep op zich, maar kunnen wel bereikt worden via de officiële kansengroepen: mensen Oktober 2014
in armoede, met een andere etnisch-culturele achtergrond, personen met een handicap, enz. Een voorbeeld: een project van het Antwerps integratiecentrum de8 in samenwerking met Buurtsport Antwerpen om 50-plussers uit etnischculturele minderheden aan het sporten te krijgen. Het loont dus zeker de moeite om eens met de lokale organisaties te bekijken wat er ten aanzien van kwetsbare ouderen opgezet kan worden. 4. De UiTPAS: In veel gemeenten bestaat er zoiets als een kansenpas of vrijetijdspas voor kansarme groepen. De vorige Vlaamse Regering wou deze harmoniseren en minder stigmatiserend maken voor de mensen in kwestie. Daarom bedacht CultuurNet Vlaanderen de UiTPAS en startte men in het Aalsterse een eerste proefproject. Het is evenwel de bedoeling dat de UiTPAS op termijn over heel Vlaanderen wordt gebruikt. Dit jaar starten alvast ook Brussel, Gent, regio Kortrijk, Oostende en Turnhout met de invoering ervan. Al wie een UiTPAS heeft, kan hiermee punten verzamelen voor een extraatje aangeboden door de organisator van de activiteit. De kaart gebruiken heeft dus voor iedereen nut, maar mensen uit kansengroepen ontvangen hiermee ook automatisch een verminderd tarief. Subtiel maar doeltreffend dus. Anderzijds krijgen de aan de UiTPAS verbonden organisaties meer zichtbaarheid en reclame via de informatiekanalen en duidelijke informatie over het profiel van de mensen die naar hun activiteiten komen. Deze informatie stelt hen in staat om meer gericht in te spelen op hun publiek. Een win-winsituatie die ook voor ouderen voordelig kan zijn. Zo is het als organisatie perfect mogelijk om op een activiteit opgespaarde punten inruilbaar te maken voor goedkoper of aangepast vervoer van en naar de activiteit. Het is dus zeker relevant om je gemeente aan te sporen zich kandidaat te stellen voor het invoeren van de UiTPAS en, eens het zover is, mee in dialoog te gaan over hoe er naar ouderen toe gewerkt kan worden. Wie zich wil vastbijten in deze problematiek kan meer informatie verkrijgen via Demos, het kenniscentrum voor participatie en democratie. Huib Hinnekint, voorzitter Commissie Cultuur, Leren en Maatschappelijke Participatie 11
Vlaamse Ouderenraad in dialoog met Europarlementsleden
De verkiezingen in mei hebben niet alleen op Vlaams en federaal niveau de kaarten geschud, maar ook op Europees niveau werd een nieuw parlement samengesteld. In het najaar ging de nieuwe ploeg Europarlementsleden van start, waardoor het interessant is om te luisteren naar hun beleidsambities en hen te wijzen op de noden van ouderen binnen het Europees beleid. Op 1 oktober 2014, de internationale dag van de ouderen, verzamelden de Vlaamse Ouderenraad, de Vlaamse ouderenorganisaties en AGE Platform Europe daarom in het Informatiebureau van het Europees Parlement in Brussel voor een overleg met de Vlaamse Europarlementsleden. Kathleen Van Brempt (sp.a), Bart Staes (Groen) en Ivo Belet (CD&V) gingen in op de uitnodiging voor het overleg. Daarnaast stuurden Philippe De Backer (Open Vld) en Helga Stevens (N-VA), die beiden verhinderd werden door parlementaire vergaderingen, een van hun medewerkers om naar de bezorgdheden van de ouderen te luisteren. De Vlaamse Ouderenraad benadrukte sterk het belang van een beter evenwicht tussen de sociale en de economische/budgettaire bezorgdheden binnen het Europees beleid. In de voorbije jaren zijn immers vergaande maatregelen genomen, die ook op ouderen impact hadden.
12
Aan armoedebestrijding, kwalitatieve zorg en adequate pensioenen werd maar weinig aandacht besteed. Toch kan Europa op heel wat vlakken een sterkere sociale rol spelen: door meer aandacht aan armoedebestrijding te spenderen binnen de Europese aanbevelingen voor België, door een Europees minimuminkomen in te voeren, door middelen te voorzien om de werkomstandigheden van oudere werknemers te verbeteren en oudere werkzoekenden bij te scholen, en door op Europees niveau strategieën en samenwerkingsverbanden op te zetten om leeftijdsvriendelijke omgevingen te stimuleren en leeftijdsdiscriminatie te bestrijden. De aanwezige parlementsleden beaamden op heel wat vlakken de punten van de Vlaamse Ouderenraad. Bovendien lijkt de situatie te veranderen. Na jaren waarin het redden van de euro centraal stond, legt Jean-Claude Juncker, de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, de nadruk terug bij het sociaal beleid. Bovendien kreeg Marianne Thyssen, die door België aangesteld is als eurocommissaris, de verantwoordelijkheid voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken, waarmee ze zeer sterk kan wegen op de bovenstaande dossiers. Toch zal het ook van de andere eurocommissarissen, het Europees Parlement en
ACTUEEL-Informatieblad
Checklist rijvaardigheid Het BIVV (Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid) en het IMOB/UHasselt (Instituut voor Mobiliteit) bundelden de krachten voor de realisatie van een sensibiliserende checklist voor de rijvaardigheid van oudere autobestuurders. Op basis van 15 vragen kan je zelf een inschatting maken of je risico loopt of vormt als bestuurder in het verkeer. Verwanten kunnen de lijst eventueel ook gebruiken. De checklist beoogt vooral een sensibiliserend effect.
de regeringen afhangen in hoeverre er effectief resultaat zal worden geboekt. En hier hebben de ouderenverenigingen en ouderenadviesraden zelf een rol te spelen: door druk te zetten op onze beleidsvoerders, samen te werken met andere organisaties en duidelijke signalen te zenden over het belang van een inclusief en sociaal Europees beleid. AGE Platform Europe speelt hierbij alvast een belangrijke rol door, als platform van meer dan 150 Europese ouderenorganisaties, de noden en standpunten te bundelen en door te spelen naar de Europese politici. Toch kunnen ook zij altijd extra steun en input van het nationale, regionale en lokale niveau gebruiken.
Dergelijke zelfevaluatievragenlijsten kunnen waardevol zijn in het vergroten van het bewustzijn van bestuurders met betrekking tot hun vaardigheden en problemen, maar ook attitudes en medische aspecten komen aan bod. Daarnaast geeft bijgevoegde brochure praktische tips en aanbevelingen voor veilig rijden. Extra brochures kan je bestellen op de website webshop.bivv.be of per e-mail aan
[email protected] of via het telefoonnummer 02 244 15 18.
Een uitdaging die de Vlaamse Ouderenraad graag aanneemt. Voor de medewerkers van de Vlaamse ouderenorganisaties werd het overleg dan ook voorafgegaan door een uitgebreide inhoudelijke briefing over de impact van de Europese Unie op het sociaal beleid en het ouderenbeleid. Een briefing gegeven door medewerkers van de Europese Commissie en het Europees Parlement, die daarbij alvast blijk gaven van hun luisterbereidheid ten aanzien van de ouderen. Nils Vandenweghe, stafmedewerker advisering
Oktober 2014
13
Thuis blijven wonen op hogere leeftijd is een onderwerp dat in Vlaanderen geregeld aandacht krijgt. Maar hoe gaan buurlanden hiermee om? In het kader van de Eurometropool LilleKortrijk-Tournai bezocht André Sonneville, voorzitter van de Commissie Wonen, Mobiliteit en Veiligheid, de omgeving van het Franse Rijsel. In Frankrijk kijkt men enigszins anders naar 'wonen', hoewel er toch geen grote tegenstellingen met Vlaanderen zijn. Zij anticiperen voornamelijk op de toenemende leeftijd en op de manier waarop ouderen comfortabel en gezond kunnen leven. Om inzicht in de behoeften van zestigplussers te krijgen, worden grote budgetten besteed. Tegelijkertijd worden bestaande middelen gepromoot en verbeterd. Frankrijk zet vooral in op de financiering van de autonomie van de ouderen door een gepersonaliseerde vergoeding die het levenslang thuis wonen ondersteunt tot zolang de gezondheid dit toelaat. In 2009 werden de diensten van de Sociale Zekerheid samengevoegd met de Regionale Agentschappen voor de Gezondheid zodat er nog slechts één aanspreekpunt is voor informatie over gezondheid, wonen, uitkeringen, enz. De meeste uitkeringen en hulpverlening starten in Frankrijk pas na de leeftijd van zeventig jaar. Dat is dan ook de reden waarom men vroeger begint na te denken over het wonen op oudere leeftijd. Ook in Frankrijk doet zich het fenomeen voor dat kinderen, na hun studies, verder van hun geboortestreek gaan werken en wonen. Daarom speelt Frankrijk veel meer in op solidariteit tussen leeftijdsgenoten en in de buurt. Zo zorgen ze voor wederzijdse aandacht, bescherming en het voorkomen van eenzaamheid. Projecten waarbij de individuele oudere thuis kan blijven wonen in een aangepaste woning en een ouderenvriendelijke omgeving, bv. in serviceflats en kleine woongroepen, worden aangemoedigd. In de residentiële opvang maakt men onderscheid tussen instellingen voor zorgbehoevende ouderen en die voor langdurige zorg. Personen met dementie worden soms in aparte voorzieningen opgevangen. 14
© Robert Boons
Levenslang wonen in Frankrijk
Verschillende steden en gemeenten werken samen om het project ‘Octave’ te realiseren, waarin een aantal aangepaste woongelegenheden gereserveerd worden voor zestigplussers. Dit is een vrije keuze van de gemeenten aangezien er geen reglementering is die dit oplegt. Bij de bouw- of renovatieaanvraag van appartementen of verkavelingen van minstens 20 wooneenheden, wordt voorgesteld om 8 (vandaar de naam Octave) aangepaste woningen te reserveren voor zestigplussers. Het project is op dat gebied vergelijkbaar met het Grond- en Pandendecreet in Vlaanderen voor wat de sociale huisvesting betreft. De voorbehouden woningen moeten aan alle criteria van levensbestendig wonen beantwoorden. Bovendien is er per groep van 50 à 80 woongelegenheden een ‘begeleider’ voorzien. Die persoon is twee halve dagen per maand beschikbaar voor het verstrekken van informatie aan de bewoners. De begeleider heeft geen zorgopdrachten en is niet verantwoordelijk voor het onderhoud. Om Octave-projecten te stimuleren wordt een eenmalige subsidie van ongeveer 18 000 euro per woongelegenheid voorzien. Hiermee kunnen de initiatiefnemers gedeeltelijk de kosten voor de begeleider en de eventuele aanpassingen aan de woningen betalen. De ultieme betrachting bestaat erin dat ouderen zo lang mogelijk in hun aangepaste woning kunnen verblijven. Hulpbehoevenden kunnen beroep doen op zorg aan huis zodat een verhuis naar een instelling kan voorkomen of uitgesteld worden. Door het levenslang wonen te ondersteunen, wil de overheid garanderen dat ouderen, ook op hoge leeftijd, er het beste van kunnen maken. André Sonneville Voorzitter Commissie Wonen, Mobiliteit en Veiligheid ACTUEEL-Informatieblad
Grootschalige enquête bij bewoners van woonzorgcentra Het Agentschap Zorg en Gezondheid startte met een grootschalige enquête in alle Vlaamse woonzorgcentra. Het onafhankelijk onderzoeksbureau TNS Dimarso zal in alle woonzorgcentra langsgaan om bewoners te vragen hoe zij de kwaliteit van hun leven in het woonzorgcentrum ervaren: wat vinden ze van hun woonplek en de dienstverlening, hun privacy en autonomie, de mate waarin er naar hen geluisterd wordt enzovoorts. Bij mensen die wegens geheugenproblemen niet zelf op de vragen kunnen antwoorden, zal het onderzoeksbureau de familie of vertegenwoordiger contacteren om de vragenlijst via de post te beantwoorden. De enquête is een onderdeel van het 'Vlaamse indicatorenproject', waarbij allerlei aspecten van de kwaliteit van woonzorgcentra worden gemeten. Het doel is om de woonzorgcentra inzicht te geven in de kwaliteit van de werking en dit als vertrekpunt te hanteren om hen te helpen die kwaliteit verder te verbeteren.
Met de enquête willen de overheid en de woonzorgcentra te weten komen hoe de bewoners de kwaliteit van hun leven en de dienstverlening ervaren. Sinds 2013 worden aspecten over de zorg en de dienstverlening geëvalueerd. Nu geeft de overheid een stem aan de mensen die deze zorg en dienstverlening gebruiken. Kortom, er wordt gepeild hoe tevreden of ontevreden de ouderen zijn met hun thuis in het woonzorgcentrum. In 2014 zal het onderzoeksbureau bij een derde van de Vlaamse woonzorgcentra langsgaan. In 2015 en 2016 zal telkens nog eens een derde van de woonzorgcentra aan bod komen zodat in drie jaar tijd alle woonzorgcentra hebben deelgenomen aan de enquête. Elk woonzorgcentrum krijgt een rapport met de resultaten van de bewonersenquête. Nadien kan het zijn resultaten vergelijken met deze van vergelijkbare woonzorgcentra. Mie Moerenhout, directeur
Geef griep geen kans! Met de winter in het vooruitzicht komt de griepcampagne weer onder de aandacht. Voor de beste bescherming laat je je tussen midden oktober en eind november vaccineren. Dan is de kans dat je griep krijgt veel kleiner. Als je toch griep krijgt, dan word je minder ziek en is de kans op complicaties zoals longontsteking ook veel kleiner. Bovendien voorkom je dat een al aanwezige ziekte verergert (bijvoorbeeld ontregeling van diabetes). De meeste griepvaccins kosten tussen de 10 en 12 euro per vaccin. Het ziekenfonds voorziet een tussenkomst voor personen ouder dan 50 jaar. Voor mensen die in een woonzorgcentrum wonen is het vaccin gratis in Vlaanderen. Voor meer info kan je terecht op de website www.griepvaccinatie.be.
Oktober 2014
15
Onderzoek geeft hoop
Werking
Naast de dagelijkse leiding en de raad van bestuur is er de Wetenschappelijke Adviesraad die het bestuur informeert over onderzoeksprojecten. Elk jaar roept SAO elke universiteit in België op om aanvragen voor sponsoring van onderzoeksprojecten in te dienen. SAO hanteert een strenge selectieprocedure op basis van kwaliteit en relevantie van het onderzoek naar de ziekte van Alzheimer. Twee soorten onderzoeksprojecten worden gesteund: standaardprojecten van gevestigde onderzoekers en pilootprojecten van jonge onderzoekers.
Voorlichting en informatie
De officiële cijfers spreken van 165 000 gediagnosticeerde mensen met dementie, waarvan de grootste groep, zo’n 130 000 personen, alzheimerpatiënten zijn. Volgens professor Christine Van Broeckhoven zijn de gediagnosticeerde personen slechts het topje van de ijsberg. De realiteit is dat er zeker drie maal zoveel mensen lijden aan dementie, dus ook aan alzheimer. De toenemende bespreekbaarheid van deze ziekte heeft tot gevolg dat de impact van de alzheimerpatiënten op onze sociale zekerheid en de vraag van de familiale omgeving om ondersteuning in belangrijke mate zullen toenemen. Daarom is er nood aan onderzoek.
Doel
SAO hecht veel belang aan het vergroten van de bewustwording van en de kennis over dementie. Het bespreekbaar maken van deze ziekte is één van de hoofdbetrachtingen. Hiervoor geeft de stichting tweemaandelijks de nieuwsbrief ‘Alzheimer van A tot Z’ uit. Daarnaast heeft de stichting in samenwerking met professor Christine Van Broeckhoven een brochure geschreven: ‘Leven met de ziekte van Alzheimer’. Testamentaire schenkingen, legaten en duo-legaten zijn een belangrijke bron van inkomsten voor SAO. Door gebruik te maken van een testament met duolegaat steun je niet alleen de stichting, maar zorg je er ook voor dat je nabestaanden meer overhouden van je erfenis. De folder ‘Ik bevoordeel mijn nabestaanden en steun tegelijkertijd de Stichting Alzheimer Onderzoek’ geeft via praktische voorbeelden een duidelijke kijk op deze mogelijkheden.
De Stichting Alzheimer Onderzoek (SAO) is een Belgische non-profitorganisatie van openbaar nut. De primaire doelstelling van de stichting is financiële steun geven aan wetenschappelijk onderzoek naar de ziekte van Alzheimer en aanverwante hersenziekten.
Ter gelegenheid van Wereld Alzheimer Dag 2013 werd in samenwerking met Body Talk een brochure uitgegeven: ‘Alzheimer – De puzzelstukken vallen in elkaar’. Een exemplaar kan je bestellen via www.alzh.org of via
[email protected].
Sinds 1998 ondersteunde SAO reeds 96 belangrijke wetenschappelijke onderzoeksprojecten en dit voor een totaalbedrag van 6 807 580 euro. Voor deze financiering is de stichting volledig afhankelijk van giften, schenkingen en legaten van particulieren.
Stichting Alzheimer Onderzoek Z1 Researchpark 310, 1731 Zellik www.alzh.org - www.vechtmeetegenalzheimer.be
[email protected] Telefoon: 02 424 02 04 of 0474 95 60 22
16
ACTUEEL-Informatieblad
© Catherina Vander Perre
Conferentie '50+: Start to talk - Stimuleren van de dialoog over de latere levensjaren' Studies tonen aan dat wie zich goed heeft voorbereid op de latere levensjaren met zijn of haar omgeving ook anticipeert op een periode die voldoening en een goede gezondheid brengt. De Koning Boudewijnstichting lanceerde eind 2012 de campagne ‘Vroeger nadenken over later: een dialoog tussen generaties over latere levensjaren’. 32 projectpartners gingen op zoek naar kansen en nieuwe perspectieven om mensen hierop bewust voor te bereiden. Beeldvorming speelt daarbij een belangrijke rol en daarbinnen kaderde ook de fotowedstrijd ‘Oud in the picture’ en de fotodatabank van de Vlaamse Ouderenraad. Op donderdag 6 november organiseert de Koning Boudewijn Stichting een conferentie waarop een inspiratiegids met goede praktijken wordt voorgesteld, experten geven hun kijk op thema’s zoals loopbaan, vrije tijd, financiën, wonen, gezondheid, levenseinde, … en de 32 partners stellen zich voor. De toegang is gratis, maar inschrijven is noodzakelijk. Dat kan via www.kbs-frb.be.
Oktober 2014
17
De problematiek van elderspeak Ben jij ooit al eens door een twintiger met madammeke of meneertje aangesproken? Verblijft jouw moeder of vader in een woonzorgcentrum? Dan is de manier van aanspreken je daar misschien al opgevallen? Heb je er ooit al bij stilgestaan hoe je zelf ouderen benadert? Uit het scriptieonderzoek van Evelien Verstraeten, master meertalige communicatie (KU Leuven), blijkt dat ouderen vaak op een kinderlijke manier benaderd worden. Onbewust wordt er trager en luider gesproken, de intonatie stijgt en de taal wordt vereenvoudigd. Vooral in woonzorgcentra zijn de gevolgen van elderspeak aanzienlijk, omdat het daar een machtsverschil insinueert.
Grijze haren, kinderlijke taal
"Mensen met grijze haren en een gerimpelde huid horen slecht en begrijpen me moeilijker." Misschien schrikt u als u die zin leest, maar het is een stereotiep beeld dat de doorsnee twintiger van ouderen heeft. Twintigers, dertigers of veertigers verwachten dat ouderen hardhorend zijn, waardoor ze automatisch luider gaan praten. In datzelfde kader spreken ze ouderen met korte, eenvoudige zinnen toe, omdat ze ervan uitgaan dat hun gesprekspartners geen lange zinnen meer begrijpen. Ze baseren zich dus op stereotypes en houden er geen rekening mee dat ouderen hen nog steeds perfect kunnen begrijpen. Onbewust spreken ze ouderen aan met kinderlijke taal of elderspeak.
“Troetelnamen als ‘schatteke’, ‘kapoentje’ en ‘sjoeke’ verdringen de waardigheid van een individu.“ Elderspeak in een Vlaams woonzorgcentrum
In haar scriptie onderzocht Evelien Verstraeten het taalgebruik van vijf hulpverleners in een Vlaams-Brabants woonzorgcentrum. De masterproef in deze specifieke situatie kunnen we niet veralgemenen, maar er blijkt wel uit dat hulpverleners kinderlijke taal tegenover bewoners gebruiken. 18
Kenmerken van elderspeak
Verkleinwoorden zijn het belangrijkste kenmerk van elderspeak. Zo vind je in woonzorgcentra ‘bedjes’, ‘pottekes’, en ‘drapperiekes’ in plaats van de grotere variant, en eten of slapen de bewoners ‘een beetje’. Naast verkleinwoorden gebruiken de hulpverleners stopwoorden zoals ‘hé’, ‘kom’ en ‘allez’ overvloedig. De hulpverleners spreken de ouderen vooral met eenvoudige zinnen en ja-neevragen aan. Bijvoorbeeld: ‘Jeanne, komde gij mee?' En 'Zedde moekes?’. Daarnaast herhalen de hulpverleners vaak. Ook opvallend is het gebruik van de we-vorm in zinnen als: ‘Kom, we gaan een beetje slapen, hè.’ De bewoner en de hulpverlener hebben natuurlijk de nacht niet samen doorgebracht. De we-vorm, ook wel het verpleegstersmeervoud genoemd, geeft de uitspraak een paternalistische bijklank en is typerend voor elderspeak. Het gebruik van troetelnamen, een ander kenmerk van elderspeak, was in dit onderzoek eerder beperkt.
ACTUEEL-Informatieblad
Bevoogdende boodschap
Op de zondagsmarkt, in de krantenwinkel en op bezoek bij ouders of grootouders komt elderspeak ook voor. Ouderen vinden het doorgaans niet erg om door familieleden met elderspeak benaderd te worden, maar voor niet-vertrouwelingen ligt dat anders. In woonzorgcentra komt paternalistisch taalgebruik al snel bevoogdend en zelfs bedreigend over. Onderzoek toonde aan dat ouderen met dementie zich tijdens hun verzorging meer verzetten als de hulpverlener elderspeak gebruikt. Toch wijzen de meeste ouderen hulpverleners niet op hun taalgebruik. Ze bevinden zich namelijk in een afhankelijke positie. Troetelnamen als ‘schatteke’, ‘kapoentje’ en ‘sjoeke’ verdringen de waardigheid van een individu. In de ogen van ouderen duidt kinderlijk taalgebruik ook op een machtsverschil tussen hen en de hulpverlener. Daarnaast krijgen de senioren de boodschap dat ze incompetent zijn, waardoor hun eigenwaarde en identiteit een deuk krijgen. Gaandeweg krijgen ouderen het gevoel dat ze nergens meer toe in staat zijn en daardoor zijn ze niet meer gemotiveerd om zelf initiatieven te nemen. De negatieve gedachtespiraal kan in sommige gevallen tot depressies, geheugenproblemen en ziekten leiden.
Bewuster communiceren
Hulpverleners verwachten dat elderspeak voor een beter begrip zorgt, maar ze zijn zich niet bewust van de negatieve gevolgen voor het welzijn van ouderen. Door hulpverleners over elderspeak in te lichten en hen op hun taalgebruik te wijzen, zullen ze automatisch meer aandacht schenken aan hun manier van communiceren.
Optimaal communiceren met ouderen, gebaseerd op het Communication Enhancement Model van Ryan et al. (1995).
Een concrete communicatiestrategie bestaat nog niet. Het is vooral belangrijk om het taalgebruik af te stemmen op het individu en niet op het stereotype. Op die manier kan elderspeak vermeden worden. Op lange termijn kunnen op die manier ook bestaande stereotypes rond ouderen doorbroken worden. Door respectvol met ouderen te communiceren en de communicatie op het individu af te stemmen, blijven de identiteit en het zelfbeeld van ouderen bewaard. Bijgevolg zullen de persoonlijke relaties tussen hulpverleners en ouderen verbeteren, waardoor ook de levenskwaliteit van de ouderen stijgt. Affectieve communicatie kán, zolang de waardigheid van ouderen bewaard blijft.
Evelien Verstraeten Master meertalige communicatie KU Leuven Bron: ‘Kom, we gaan een beetje slapen hé. De communicatie tussen professionele hulpverleners en ouderen in een woon- en zorgcentrum’ (2014)
Oktober 2014
19
De oudere generatie, een digitale generatie? Online nieuws lezen, het weer voor de komende dagen opzoeken, e-mailen, met kleinkinderen skypen, … De mogelijkheden zijn eindeloos. Internet is de dag van vandaag dan ook wijdverspreid. Hoewel statistieken van de overheid aangeven dat de helft van de ouderen tussen 65 en 74 jaar nog nooit gebruik maakte van internet, begeven steeds meer ouderen zich online. Naar hoe het gesteld is met hun vaardigheden om goed met internet om te gaan, is het echter gissen. Sandra Van Eesbeek voerde hier onderzoek naar voor de Universiteit Gent. In februari van dit jaar lanceerde de Vlaamse overheid de campagne ‘Da's toch handig, dat internet!’. Het doel was ouderen aan te zetten internet te gebruiken door hen te tonen welke voordelen het kan bieden. Deelnemen aan de digitale wereld zorgt er namelijk voor dat men meer kansen krijgt. Denk maar aan het kunnen doorbreken van sociaal isolement doordat men online met anderen kan communiceren, de mogelijkheden om de zelfstandigheid te behouden door online te bankieren, … Desondanks is de meerderheid van de ouderen nog niet online te vinden. Naast weten hoeveel ouderen online gaan, is het nog meer van belang een zicht te krijgen op de mate waarin hun internetvaardigheden ontwikkeld zijn. De digitale kloof ligt nu namelijk tussen degenen die hun situatie kunnen verbeteren doordat ze internet goed en gericht kunnen gebruiken en degenen die dit niet kunnen of niet doen. Tot hiertoe is er nog niets geweten over hoe het
20
gesteld is met de digitale vaardigheden van 65-plussers in Vlaanderen. De focus van voorgaand onderzoek lag steeds op het hebben van toegang en op personen jonger dan 75 jaar. Afgelopen juni verscheen echter een masterproef aan de Universiteit Gent waarin onderzocht werd hoe het gesteld is met de digitale vaardigheden van 65-plussers, welke factoren dit niveau bepalen en welke problemen ze bij het surfen ervaren. Meer dan 300 ouderen werden hierover bevraagd.
Wie is de oudere digitale surfer?
Eerlijk? Er bestaat niet zoiets als dé oudere surfer. Of men internet gebruikt, is iets persoonlijks en hangt voornamelijk af van de gewoonte die men heeft om internet te gebruiken, innerlijke motivatie en de voordelen die men verwacht wanneer men internet gebruikt. Maar ook computerangst speelt een rol. Hoe minder angstig men staat ten opzichte van internet, hoe meer men ervan wil gebruikmaken. Toch is het opvallend dat vooral mannen, hogeropgeleiden en de jongste generatie ouderen online gaan. Als we nagaan wat de favoriete online activiteiten van een oudere surfer zijn, dan zien we dat de meest populaire bezigheid het lezen en versturen van e-mails is, wat in 95% van de gevallen dagelijks of wekelijks wordt gedaan. Daarnaast zijn nieuws lezen en online bankieren eveneens erg populair met respectievelijk 67% en 66%. De minst populaire activiteiten zijn het voeren van online videogesprekken en online winkelen, die in respectievelijk 83% en 96% van de gevallen zelden tot nooit worden gedaan.
ACTUEEL-Informatieblad
Toch blijkt de groep oudere internetgebruikers geen homogene groep te zijn op het gebied van online activiteiten. Terwijl bepaalde respondenten bijvoorbeeld vaak actief zijn op sociale media, spelen andere personen meer spelletjes.
En hoe is het dan met hun digitale vaardigheden gesteld?
Het is voornamelijk de persoonlijke motivatie die bepaalt in welke mate de internetvaardigheden ontwikkeld zijn. Niet verwonderlijk, want hoe meer men gemotiveerd is, hoe gemakkelijker het is om dingen aan te leren. Er zijn vier soorten vaardigheden die men onder de knie dient te hebben om internet goed te kunnen gebruiken. Dit zijn: - Operationele vaardigheden, de zogenaamde ‘knoppenkennis’. Dit zijn de basisvaardigheden die men nodig heeft om digitale media te gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn documenten kunnen openen en opslaan, een internetbrowser kunnen gebruiken, … - Formele vaardigheden of het in staat zijn om de weg te vinden in websites. Websites verschillen namelijk in opbouw, vormgeving en de weergave van hyperlinks. Dit vergt goede navigatievaardigheden van de gebruiker. Het gebeurt vaak dat een surfer gedesoriënteerd raakt. - Informatievaardigheden, wat staat voor het goed kunnen zoeken op internet door de juiste, gerichte zoektermen te gebruiken en de meest relevante resultaten eruit te halen om ten slotte de juiste beslissing te nemen op basis van wat men online vindt. - Strategische vaardigheden, met andere woorden in staat zijn om internet gericht in te zetten zodat men de voordelen ervan kan ondervinden of om een specifiek doel te bereiken. Denk maar aan online prijzen vergelijken om vervolgens de goedkoopste vliegtuigtickets te reserveren. Vooral de operationele en formele vaardigheden zijn hierbij van belang. Zo kan men geen informatie opzoeken als men nog niet weet hoe men een computer dient te bedienen.
Oktober 2014
Globaal gezien schatten alle ouderen zichzelf gemiddeld tot hoog in. Ze vonden vooral dat hun formele vaardigheden goed ontwikkeld waren, wat betekent dat ze zich niet vaak verloren voelen of moeilijkheden ervaren tijdens het surfen. Op vlak van strategische vaardigheden gaven de respondenten dan weer aan dat ze niet zo veel voordelen halen uit het surfen op internet. Om na te gaan of de vaardigheden echt zo goed ontwikkeld waren als ze dachten, werden verschillende testpersonen aan een internetproef onderworpen. Hieruit bleek dat bij de meerderheid de basisvaardigheden niet voldoende ontwikkeld waren om probleemloos te surfen. Zo waren er veel problemen bij het niet kunnen omgaan met foutmeldingen of ervoeren ze een gebrek aan oriëntatie bij het surfen door de verschillende tabbladen of door de verscheidenheid in websitedesigns en menustructuren. Doordat deze vaardigheden niet zo goed ontwikkeld zijn, dragen de strategische en informatievaardigheden hier de gevolgen van. Soms wordt men hierdoor zo geremd dat men er niet in slaagt de goede informatie te vinden. Al wordt dit gebrek enigszins opgevangen door de uitstekende zoekfunctionaliteiten van Google. Google maakt het de gebruiker gemakkelijker om informatie te vinden. Het was opvallend dat wanneer men niet met Google werkte, men er niet in slaagde om de juiste informatie te vinden. Dankzij de gebruiksvriendelijkheid van Google uit het gebrek aan operationele en formele vaardigheden zich voornamelijk in efficiëntie. Zo hebben ouderen meer stappen nodig om hun doel te bereiken.
En de toekomst?
Men begint steeds meer de voordelen en mogelijkheden van internet voor ouderen in te zien, vandaar ook de informatiecampagnes. Er is dan ook een toename merkbaar van online 65-plussers. De bedoeling van dit onderzoek was een lans te breken voor de oudere digitale surfer. Indien meer over hen is geweten, kan er ook meer voor hen gedaan worden, kan men gerichtere acties ondernemen om hen aan het surfen te zetten en
21
© Lise Bosmans
in te spelen op de problemen en hindernissen die ze ondervinden. Dit onderzoek is slechts een eerste aanvoelen van de drempels die ouderen ervaren. Toekomstig onderzoek kan zich meer focussen op het in kaart brengen van deze moeilijkheden, zodat beleidsmakers, ouderenorganisaties en opleidingsvoorzieners hierop kunnen inspelen en het zwaartepunt uit de huidige organisatie herbekijken of de nadrukken elders leggen. Zeker op vlak van de operationele en formele vaardigheden dienen ze zich te versterken om optimaal te kunnen gebruikmaken van de voordelen van internet. Vele ouderen zien hierbij vooral de gemeente en ouderenorganisaties als een geschikte partner of organisator voor ondersteuning.
Hoewel steeds meer de digitale kaart getrokken wordt, dient men er zich echter ook van bewust te zijn dat de digitale kloof altijd op een bepaald niveau zal blijven bestaan. Sommigen kiezen er bewust voor om geen gebruik te maken van digitale media. Voor hen en voor degenen die digitaal onkundig zijn, dient er een blijvend alternatief te zijn voor de digitale technologieën. Mensen moeten nog steeds de keuze hebben om hier al dan niet gebruik van te maken. Zowel overheid, organisaties als bedrijven mogen geen digitale communicatie of interactie opleggen. Op deze manier zal de kloof niet alleen breder, maar ook steeds dieper worden.
Sandra Van Eesbeek Universiteit Gent Bron: ‘Ook oma en opa surfen mee: een meting van de digitale vaardigheden van 65-plussers’ (2014)
De Vlaamse Ouderenraad twittert! Steeds meer ouderen zijn digitaal geletterd: ze werken met pc, tablet of smartphone. Bovendien zijn meer en meer ouderenorganisaties en perscontacten terug te vinden op sociale media. Daarom zet ook de Vlaamse Ouderenraad de stap naar Twitter. Hij communiceert er over actuele zaken en post af en toe een foto. Uiteraard hecht de Vlaamse Ouderenraad daarnaast ook veel belang aan mondelinge communicatie en geschreven informatie. Hij blijft dus ook aanwezig op andere communicatiekanalen. Twitteraars kunnen de Vlaamse Ouderenraad volgen via www.twitter.com/Vl_Ouderenraad.
22
ACTUEEL-Informatieblad
Oude en nieuwe gezichten binnen de Vlaamse Ouderenraad
Op 4 augustus startte Veerle Quirynen als educatief medewerker met een vervangingscontract om de vijf provinciale themadagen mee uit te werken. Ondertussen werd besloten Veerle een jaar langer aan het werk te laten. Veerle heeft zich onmiddellijk goed geïntegreerd in het personeelsteam. Tussen 23 september en 14 oktober reisde Veerle mee door Vlaanderen en hebben velen haar engagement en vaardigheden kunnen vaststellen op de provinciale themadagen. Het ga je goed bij de ouderen en de Vlaamse Ouderenraad Veerle!
1 september 2014 nam Annick De Donder afscheid van de Vlaamse
Op
Ouderenraad. Sinds 1 maart 2011 ondersteunde ze met verve de commissie Welzijn, Gezondheid en Zorg en de commissie Wonen, Mobiliteit en Veiligheid. Haar aandacht voor onderbouwing en accuraatheid bij het uitschrijven van adviezen, standpunten en memoranda versterkte de Vlaamse Ouderenraad. Annick koos ervoor om zorgthema’s inhoudelijk uit te diepen. De nieuwe job als beleidsmedewerker bij de Strategische Adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin is haar dan ook op het lijf geschreven. De Vlaamse Ouderenraad wenst Annick veel succes toe!
Sandra Vandereet, voorzitter van de commissie Sport en Bewegen, koos voor een nieuwe uitdaging in de sportwereld. Sandra leidde zeven jaar lang de commissie met sterke hand en regelmatige opvolging. Zij maakte de link tussen de ouderensport, de onderzoekswereld en professionele organisaties zoals BLOSO, VSF, ISB en VIGeZ. Op die manier bracht Sandra de ouderen in het vizier en zocht zij naar acties die ouderen aanzetten tot meer bewegingsactiviteiten. Dank, Sandra! Het allerbeste met de nieuwe job als inspecteur bij BLOSO in Limburg.
Oktober 2014
23
Voorstelling: Seniornet Vlaanderen
Onze kleinkinderen groeien op met computer en tablet, reeds in de kleuterklas. Maar voor veel senioren blijft heel die digitale wereld iets vreemds. Het is een weinig gekende en ietwat rare denkwereld met die toestellen, al dat klikken, slepen en vegen. Als senioren in die wereld willen meegaan of bijblijven, moeten ze een inspanning leveren. Zeker als zij bijvoorbeeld willen communiceren met hun geliefde kleinkinderen. Veel ouderen hebben daarbij hulp nodig en gaan op zoek naar cursussen.
Seniornet Vlaanderen is een vzw met een 60-tal gepensioneerde vrijwilligers die les geven over computers, de digitale snelweg, tablets en smartphones en dat in heel Vlaanderen. De meeste organisaties die lessen geven, doen dat op vaste locaties. Wij, van Seniornet Vlaanderen, zijn zowat de enigen die ter plaatse gaan om computerlessen te geven. Dat kan zijn in bibliotheken, lokale dienstencentra, gemeenschapscentra maar ook in patronaten, kerklokalen, enz. Een internetverbinding is echter noodzakelijk. Onze lessen zijn steeds op vraag van en in samenwerking met seniorenadviesraden,
24
verenigingen, lokale dienstencentra, OCMW’s, vormingorganisaties, bibliotheken, enz. Wij hanteren voor onze lessen heel democratische vergoedingen. Ons motto is ‘Senior leert Senior’: we leren van elkaar! Wij geven dan ook lessen van 3 uur aan een matig tempo. De leerstof is eenvoudig en we voorzien veel oefeningen en herhalingen. Seniornet Vlaanderen laat mensen kennis maken met de digitale wereld zonder evenwel op te veel details in te gaan. Wij geven dan ook enkel korte reeksen. Een paar voorbeelden: - Echte digibeten leren de basisfuncties van de pc kennen in 7 lessen, met Windows 7 of Windows 8. - De foto’s van mijn vakantie werk ik bij en plaats die in een fotoboek. Dit kan in 4 lessen. - Het lukt mij al goed met mijn tablet te werken, na 3 lessen. - Sommige onderwerpen worden besproken in 1 les, zoals online bankieren en online kopen. Om te kunnen oefenen, moet je over pc’s beschikken en dat is niet altijd het geval. Daarom hebben wij een aantal mobiele pc-klassen, met telkens 10 pc’s, een beamer en een draadloze router. Alles wat nodig is voor deze lessen. Bovendien krijgen deelnemers een praktische handleiding mee. ACTUEEL-Informatieblad
Touwtje springen met oma
Het boek 'Touwtje springen met oma', geschreven door Amber ten Brink, vertelt het verhaal van de oma van Sofie. Zij woont in een woonzorgcentrum en heeft dementie. Mensen met dementie vergeten veel dingen en doen soms een beetje gek. Sofie en haar mama bezoeken oma elke week. Soms gaat het niet goed met oma en begrijpt Sofie niet wat er gebeurt. Ook haar mama wordt er verdrietig van. Maar oma heeft ook goede momenten, dan gaan ze samen touwtje springen en doen ze allerlei leuke dingen. Oma kan de juiste woorden niet meer vinden, maar ze laat wel merken dat ze het fijn vindt om bezoek en liefdevolle aandacht te krijgen. Heel ons aanbod is te vinden op onze website www.snvl.be. Daar staat ook vermeld hoe je lessen kunt aanvragen. De lessen worden gegeven door ouderen die uiteraard over de nodige technische kennis beschikken en het rustig en overzichtelijk kunnen brengen voor de cursisten. Onze lesgevers geven les in eigen streek en zijn bereid om de technologische evolutie van nabij te volgen. Personen die denken hieraan te voldoen en hun kennis graag willen delen met andere senioren, mogen contact nemen met
[email protected]. Wij zijn immers nog op zoek naar collegalesgevers.
In een weblink bij het boek wordt dieper ingegaan op de vele uitdagingen die we tegenkomen in het omgaan met een persoon met dementie. Dementie is een problematiek die voor kinderen moeilijk te begrijpen is. Dit prentenboek wil een praktisch instrument zijn om kinderen op gepaste wijze te informeren en te begeleiden. ISBN: 9789044131673 Aantal Pagina's: 48 Prijs: € 20,00 Uitgever: Garant Uitgevers nv
Willy Wellens, voorzitter Seniornet Vlaanderen
Oktober 2014
2525
Autodelen Voor Iedereen met Rolstoelvriendelijke Auto’s Autopia, het Vlaams netwerk autodelen, startte in samenwerking met Pegode en Taxistop een nieuw project AVIRA waarbij aangepaste (rolstoelvriendelijke) wagens gedeeld worden door bewoners en buurtbewoners van een woonzorgcentrum. Ook particulieren met een rolstoelvriendelijke wagen kunnen instappen in het project.
Een (rolstoelvriendelijke) auto delen?
Een auto is duur (circa 5000 euro per jaar) en wordt gemiddeld slechts één uur per dag gebruikt. Een tweede auto staat nog meer stil. Bij autodelen maken meerdere mensen gebruik van één of meerdere gezamenlijke voertuigen. Eigenaars gebruiken het voertuig enkel indien zij het nodig hebben. Daarnaast kunnen anderen er gebruik van maken. Op die manier wordt een wagen zo optimaal mogelijk gebruikt. Dit levert bovendien een fikse kostenbesparing op, want verschillende mensen delen de kosten. Gemiddeld besparen autodelers 1000 tot 3000 euro op jaarbasis (afhankelijk van het individuele gebruik). De gebruiker betaalt telkens een kilometerprijs aan de eigenaar. Die prijs ligt gemiddeld tussen de 0,30 tot 0,40 euro per kilometer. Soms kiest men voor een vast bedrag per uur. In dit bedrag zitten alle kosten die verbonden zijn aan de deelwagen reeds vervat (brandstof, verzekering, taksen, onderhoud, ...).
Troeven -
-
-
26
Aangepast autodelen is goed voor de toegankelijkheid: niet alleen voor jezelf, ook voor je buren die nood hebben aan betaalbaar en toegankelijk vervoer. Autodelen is goed voor je portemonnee, want kosten worden gedeeld. Autodelen is flexibel: jij bepaalt wanneer je de wagen wilt gebruiken. Autodelen is fijn: de auto staat in je wijk en er is meer onderling contact. Autodelen is goed voor je buurt: een gedeelde wagen vervangt gemiddeld 4 tot 8 privéwagens. Dit zorgt voor heel wat vrije ademruimte voor je wijk. Autodelen is goed voor het milieu: autodelers verplaatsen zich veel meer met duurzame vormen van mobiliteit zoals het openbaar vervoer. Dit betekent minder CO2-uitstoot en een beter klimaat.
Welke ondersteuning kan je verwachten?
Autopia komt bij jou langs voor een verkennend gesprek met voorstelling van de organisatie en het concept. Daarnaast wordt bekeken wat de mogelijkheden voor de deelnemende organisatie of eigenaar zijn. Autopia begeleidt het traject van A tot Z. Concreet biedt de organisatie ondersteuning bij het opzetten van een juridisch kader, het gebruik van het online reservatiesysteem, de prijsstructuur en de autodeelverzekering. Autopia staat ook in voor het opstellen van een handleiding voor de gebruikers van het autodeelsysteem, het rittenboek en het schadelogboek. Daarnaast levert Autopia promotiemateriaal aan om buurtbewoners te overtuigen aan te sluiten bij de autodeelgroep. Via infomomenten informeren en enthousiasmeren zij de voorziening en buurtbewoners. Autopia biedt ook vormingen aan voor de verantwoordelijken ter plaatse zodat zij potentiële gebruikers adequaat te woord kunnen staan. Na de start volgen zij het project op aan de hand van een aantal evaluaties, waarna eventueel kan bijgestuurd worden.
Deelnemen?
In 2013 startte Autopia een pilootproject bij Pegode vzw, een organisatie die ondersteuning biedt aan mensen met een beperking, waar ondertussen zestien bewoners met een mobiliteitsbeperking twee rolstoelvriendelijke wagens delen met zestien buurtbewoners. De gebruikers reserveren, zoeken vrijwilligers en kunnen op die manier deel uitmaken van de maatschappij. Na het succesverhaal bij Pegode vzw wil Autopia het AVIRA-project uitbreiden. Daarom zoeken zij woonzorgcentra en individuele personen die hun rolstoelvriendelijke wagens willen delen met buurtbewoners. Heb je zelf een rolstoelvriendelijke wagen die je zou willen delen met de buurt? Of wil je graag meer informatie over hoe het werkt en wat de voordelen zijn? Neem dan contact op met Autopia via
[email protected], bel naar 09 242 32 75 of surf naar de website www.autodelen.net/avira Jeffrey Matthijs (Coördinator Autopia) en Kathy Louagie (projectmedewerker Autopia) ACTUEEL-Informatieblad
Wie zijn we?
Autopia is de koepelorganisatie van alle autodeelorganisaties. Ze ondersteunt particulieren die met vrienden, familie en buurtbewoners een eigen wagen willen delen en autodeelaanbieders zoals Cambio, Bolides, enz… Autopia ontwikkelde ook concepten om bestaande wagenparken efficiënter te gebruiken zoals het delen van het gemeentelijk wagenpark en het AVIRA-concept.
Oktober 2014
Pegode is als netwerkorganisatie van projecten voor personen met een beperking zeer actief in het verder uitbouwen van een persoonsgerichte ondersteuning. De vzw biedt ondersteuning over de verschillende levensdomeinen. 15 kleinschalige projecten, verspreid in de provincie Antwerpen, zorgen voor de aangepaste ondersteuning op maat van de cliënt in kwestie.
Taxistop is ervan overtuigd dat men onder het motto ‘meer met minder’ bestaande zaken efficiënter kan aanwenden. Met betrekking tot mobiliteit is de visie steeds dat men met minder vervoersmiddelen meer mensen kan vervoeren en dat men minder vervoersmiddelen nodig heeft als ze beter aangewend worden. De organisatie is onder meer de stuwende kracht achter de Minder Mobielen Centrales.
27 27
Nieuwe juridische bescherming voor wilsonbekwame personen Sinds 1 september 2014 is er nog slechts één beschermingsstatuut voor wie geen beslissingen voor zichzelf kan nemen. Meestal gaat het om personen met een verstandelijke handicap, een psychiatrische aandoening of een vorm van dementie. De grootste verandering is dat vrederechters voortaan een oplossing op maat moeten uitwerken. Waar vroeger iemand volledig wilsonbekwaam was of niet, kan de vrederechter nu een onbekwaamheid op maat maken. Situatie per situatie zal men nagaan wat iemand nog wel kan en wat niet, waarvoor hij verantwoordelijk kan zijn en waarvoor niet. Het uitgangspunt is de bekwaamheid. De nieuwe wet kwam er op initiatief van CD&V. Er ging meer dan 10 jaar voorbereiding en discussie in het parlement aan vooraf.
Eén beschermingsstatuut: het bewind
Wanneer iemand meerderjarig is, wordt hij juridisch zelfstandig. Hierdoor kan hij contracten afsluiten, een bankrekening openen, enzovoort. Sommige mensen zijn hiertoe echter niet in staat, bijvoorbeeld omwille van dementie. Dan is een beschermingsregeling nodig om eventuele misbruiken te voorkomen. De vrederechter speelt hierbij een belangrijke rol. Tot voor kort bestonden er verschillende beschermingsmaatregelen (verlengde minderjarigheid, voorlopig bewind, …). Al die verschillende statuten worden voortaan ondergebracht in één enkel statuut: het statuut van de voorlopig bewindvoerders. Deze nieuwe bescherming betreft zowel de goederen als de persoon zelf. Dat laatste is nieuw. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over de keuze van de woonplaats. De wet trad in werking op 1 september 2014. Bestaande voorlopige bewindvoeringen blijven echter doorlopen, zolang er geen nieuwe maatregel wordt genomen.
Vrederechter beslist
Een bewindvoerder wordt, net als vroeger, aangesteld door de vrederechter. Welke vrederechter bevoegd is, hangt af van het adres waar de wilsonbekwame effectief verblijft. De voorkeur van bewindvoerder gaat uit naar familieleden van de beschermde persoon. Gaat dit niet, dan stelt de vrederechter een professioneel bewindvoerder, meestal een advocaat, aan.
28
Het is mogelijk om zelf, op voorhand, te zeggen wie je graag als bewindvoerder zou aanstellen. Dit kan via een verklaring bij een notaris of bij de vrederechter. Je kan ook op voorhand een aantal principes vastleggen waar de bewindvoerder zich aan moet houden, zoals schenkingen aan kinderen of de keuze voor ethische beleggingen. Deze verklaringen worden geregistreerd zodat zij bij een eventuele onbekwaamverklaring kunnen teruggevonden worden door de bevoegde vrederechter.
“Waar vroeger iemand volledig wilsonbekwaam was of niet, kan de vrederechter nu een onbekwaamheid op maat maken.” De beschermde persoon zelf, elke belanghebbende (kind, vriend, zorgcentrum, enzovoort) evenals het openbaar ministerie kan de vrederechter vragen om beschermingsmaatregelen te nemen. Bij het verzoekschrift tot aanstelling van een bewindvoerder hoort onder meer een gedetailleerde vragenlijst ingevuld door de behandelende arts. Op die manier kan de vrederechter de toestand van de patiënt beter inschatten. Uiteraard heeft de vrederechter ook contact met de betrokken persoon en zijn omgeving. De wet voorziet een evaluatie van de beschermingsmaatregel, uiterlijk twee jaar na de uitspraak. Het is voor de vrederechter vaak zeer moeilijk om binnen een korte tijdspanne te beoordelen wat een persoon nog kan en waarvoor een persoon een vorm van ondersteuning nodig heeft. Het evaluatiemoment is daarom ideaal om de maatregel bij te sturen.
Takenpakket bewindvoerder
Voortaan moet de vrederechter het takenpakket van de voorlopige bewindvoerder nauwkeuriger omschrijven. Het uitgangspunt is: wat de beschermde persoon zelf kan doen, moet niet door een bewindvoerder gebeuren. De vrederechter zal handeling per handeling bepalen wat de beschermde persoon niet meer alleen kan. Hij
ACTUEEL-Informatieblad
zal daarbij rekening houden met persoonlijke omstandigheden, gezondheidstoestand, en aard en samenstelling van de goederen. De vrederechter moet ook het sociaal netwerk en de te beschermen persoon zelf consulteren. De bewindvoerder kan ofwel in de plaats treden van de beschermde persoon, dat wil zeggen hem vertegenwoordigen, ofwel de beschermde persoon bijstaan. De beschermde persoon stelt dan de handeling zelf, maar er is iemand die hem ondersteunt en nagaat of de voorgenomen handeling hem geen schade berokkent.
© Marc Flament
De rechter kan zich ook uitspreken over zogenaamde handelingen van dagelijks beheer. Hierbij wordt een budgettair kader bepaald waarbinnen de beschermde persoon zijn dagelijks leven vrij kan invullen. Dit is ruimer dan enkel toekennen van zakgeld en ook niet afhankelijk van het oordeel van de bewindvoerder.
Een aantal hoogstpersoonlijke handelingen zijn echter niet vatbaar voor bijstand of vertegenwoordiging door de bewindvoerder. Het betreft onder andere de toestemming tot huwen, het verzoek tot echtscheiding, vaststellen van de echtelijke verblijfplaats, enzovoort. Dit is een duidelijk verschil met de vroegere procedures, waarbij de voorlopige bewindvoerder de beschermde persoon vertegenwoordigde in alle rechtshandelingen en procedures. In bijzondere gevallen zoals bij vertegenwoordiging voor de rechtbank, wijzigen van de verblijfplaats, verkoop, lening, enzovoort blijft steeds een bijzondere machtiging door de vrederechter nodig.
Oktober 2014
De bezoldiging van de professionele bewindvoerder mag niet hoger zijn dan 3% van de inkomsten van de betrokkene, aangevuld met eventuele kosten. Jaarlijks brengt de bewindvoerder verslag uit aan de vrederechter, de vertrouwenspersoon en desgevallend aan de beschermde persoon. Wanneer de bewindvoering door een ouder wordt opgenomen, is in beginsel geen bezoldiging voorzien.
Ook vertrouwenspersoon mogelijk
Naast de bewindvoerder kunnen één of meer vertrouwenspersonen worden aangeduid. Ook dit kan vooraf bij wilsverklaring. De vertrouwenspersoon is iemand die een persoonlijke band heeft met de beschermde persoon. Hij vormt vaak de binding tussen de beschermde persoon en de bewindvoerder. Hij is als het ware de tolk of de woordvoerder van de beschermde persoon. Een partner, kinderen, maar ook personeel van een zorgvoorziening kan vertrouwenspersoon zijn. De vertrouwenspersoon ontvangt alle verslagen inzake het bewind en wordt door de bewindvoerder op de hoogte gehouden van alle handelingen. Hij kan, net zoals in de voormalige wetgeving, een verzoekschrift bij de vrederechter indienen wanneer hij vaststelt dat de bewindvoerder kennelijk tekort schiet in zijn taak.
Wat met een volmacht?
Ook met de nieuwe wet blijft het zo dat je een en ander kan regelen met een volmacht. Denk bijvoorbeeld aan bankzaken. Het blijft nog steeds mogelijk om een volmacht te geven. Hierbij moet men echter wel oppassen. Vandaag kan een persoon rechtsgeldig een volmacht geven als hij daartoe bekwaam is. Is hij morgen onbekwaam, dan kan hij de gevolmachtigde niet meer controleren. Indien men wenst dat deze volmachten toch verder uitgevoerd worden op dat tijdstip, dan moeten deze, ingeval zij verleend werden vanaf 1 september 2014, vooraf geregistreerd worden, hetzij door de notaris, hetzij door de neerlegging van een voor eensluidend verklaard afschrift van de lastgevingsovereenkomst op de griffie van het vredegerecht. Sonja Becq, volksvertegenwoordiger
29
Intergenerationeel reminiscentiewerk Ouderen en kinderen als competente lesgevers
Contacten tussen generaties onder druk
Literatuur toonde reeds aan dat de solidariteit tussen generaties in onze huidige samenleving onder druk staat door de vergrijzing, de ontgroening en het toenemend accent op de eigen verantwoordelijkheid. De vraag hoe we het sociale contact tussen verschillende generaties in stand kunnen houden, is actueel. Walker (Mercken, 1997) geeft na Europees onderzoek aan dat ruim 59% van de ouderen in België geen of weinig contact heeft met kinderen en adolescenten. Meerdere onderzoeken tonen nochtans aan dat contacten tussen generaties zinvol, leerzaam en belonend kunnen zijn. Ze dragen bij aan de totstandkoming van een stabiele, inclusieve samenleving, waar sociale cohesie de boventoon voert: een samenleving voor alle leeftijden (Mercken, 1997). De ontmoetingen tussen ouderen
30
en jongeren kunnen bijdragen tot behoud en herstel van het welbevinden van de ouderen, vooral op sociaal en psychologisch gebied, maar ook op cultureel, lichamelijk en existentieel gebied (Marcoen, z.j.). Om waardevolle contacten tussen ouderen en jongeren tot stand te brengen, zijn vooral gezamenlijke activiteiten nuttig waarbij beide groepen elkaar echt leren kennen en eventueel van elkaar leren. Een specifieke manier om jong en oud bij elkaar te brengen is een doelbewust georganiseerde en gestructureerde reminiscentieactiviteit. Er bestaan verschillende vormen van reminiscentie (Marcoen, 1990). De transmissieve of overdragende reminiscentieactiviteiten stimuleren ouderen om herinneringen op te halen en deze door te vertellen
ACTUEEL-Informatieblad
aan kinderen. Ouderen hebben namelijk een schat aan informatie voor de komende generaties. Op die manier komen verschillende generaties op een positieve manier met elkaar in contact. Diverse leeftijdsgroepen komen op die manier meer van elkaar te weten en kunnen kennis en vaardigheden uitwisselen. Het is ook een methode om de intergenerationele dialoog te stimuleren tussen de oudere en jongere generaties.
Intergenerationeel werken met ouderen en kinderen binnen woonzorgvormen
Een intergenerationeel project met ouderen, verblijvend in een woonzorgcentrum, en basisschoolkinderen is doorgaans een samenwerking tussen twee sterk gestructureerde organisaties. Dit kan het opzetten van projecten bemoeilijken. Binnen de onderwijscontext moet een project steeds binnen de leerdoelen kaderen. In een woonzorgcentrum spelen andere elementen zoals veiligheid, hygiëne en regelgeving mee. Wat vaststaat, is dat intergenerationeel werken niet één vastomlijnde methode is en dat om succesvolle contacten tot stand te brengen, aan heel wat voorwaarden moet worden voldaan (Messelis & Van Assel, 2012). De mogelijkheden en beperkingen van beide organisaties zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Regelgeving en praktische beslommeringen zijn soms de oorzaak van het niet opstarten van initiatieven. Voor dit project werd contact opgenomen met woonzorgcentrum De Baronie van Boelare. Dit woonzorgcentrum bevindt zich in een historisch pand net buiten het centrum van Geraardsbergen en biedt plaats aan 46 mensen. Er werden enkele bewoners geselecteerd die aan bepaalde criteria voldeden om aan reminiscentieactiviteiten te kunnen deelnemen. Het was een heterogene groep op meerdere domeinen: leeftijd, beroepsactiviteiten, sociale klasse en gezinssamenstelling. Er werd gekozen om tijdens de intakegesprekken te werken vanuit een competentiemodel dat extra aandacht besteedt aan de talenten en levenswijsheid van de deelnemende bewoners. Dit model ziet ouderen dus niet als passieve toeschouwers, maar als mensen die binnen hun context met eigen mogelijkheden tot op hoge leeftijd competent blijven. Enerzijds mochten de bewoners niet het gevoel hebben dat ze werden getest op hun kunnen, anderzijds was het goed
Oktober 2014
hen voldoende kansen te geven om hun sociaal kapitaal aan te boren. De bewoners konden op dat moment ook aangeven welke elementen zij wilden meegeven aan de kinderen. De bewoners beslisten unaniem om als thema voor de intergenerationele reminiscentieactiviteit 'lagere school' te kiezen. Na het eerste gesprek werd met de geselecteerde bewoners een activiteit georganiseerd met allerlei voorwerpen uit het schoolverleden van de ouderen. De medewerking van de conservator van museum ’ t Aloam te Viane bleek hier een grote meevaller. Op deze manier kon men met authentieke objecten aan de slag.
“Ouderen hebben een schat aan informatie voor de komende generaties.” Op basis van de informatie van het intakegesprek en de reminiscentieactiviteit tekenden de bewoners de regie van de vervolgactiviteiten uit. Ze kozen zelf op welke manier ze een kennismakingsen reminiscentieactiviteit met de kinderen organiseerden. Er werd eveneens contact opgenomen met de directie en juf Marina van het eerste leerjaar van Basisschool Klim Op te Zandbergen. De leerdoelen voor het eerste leerjaar omvatten onder andere: de verschillen ontdekken in het klasleven in een kleuter- en lagereschoolafdeling van vroeger en nu. Als de bewoners aan de kinderen leren hoe er vroeger met lei, griffel, pen en inkt werd geschreven, is dit een vorm van ervaringsgericht leren in een krachtige leeromgeving. Als de kinderen dan aan de bewoners kunnen tonen hoe ze nu leren schrijven, rekenen en lezen op de tablet of computer, kan er een uitwisseling zijn van competenties tussen beide groepen. Door onze steeds wisselende en meer heterogene samenleving, veranderen kennis en leren van een statisch naar een meer dynamisch begrip: de inhoudelijke invulling alsook de wijze van leren verbreden daarbij. De school kan geen afgezonderd eiland zijn, maar staat midden in die maatschappij waar ze kinderen op voorbereidt. Het opzetten van uitdagende, waarheidsgetrouwe omgevingen biedt meer kansen om actief op zoek te gaan naar leerkansen.
31
Beeldvorming tussen jong en oud
We lezen in onderzoek en recente literatuur dat vooral duurzame contacten tussen generaties negatieve beeldvorming helpen bestrijden. Daarom zijn projecten die de wederzijdse beïnvloeding tussen verschillende generaties bevorderen van belang. Door de intensiteit van contacten kan dan een uitwisseling plaatsvinden van waarden en normen. Dit project is daarom een aanzet om verdere intergenerationele ontmoetingen tussen de doelgroepen te organiseren. Literatuur geeft ook aan dat intergenerationele activiteiten niet steeds moeten leiden tot persoonlijke vriendschappen tussen jong en oud. Plezierige kleine en kortstondige initiatieven zijn door hun kleinschaligheid en informeel karakter vaak zeer betekenisvol voor jong en oud. Op deze manier ontstaat reeds een bijzonder contact. Er moet hier opgemerkt worden dat de intergenerationele ontmoeting nooit het doel op zich mag zijn. Ze moet vooral functioneel zijn en wederzijds voordeel bieden (Messelis & Van Assel, 2012). Anders blijft er gevaar bestaan dat negatieve beeldvorming versterkt wordt.
32
Meerwaarde van dit project
De belangrijkste meerwaarde van dit project is de combinatie van de dagelijkse werking van een woonzorgvoorziening en van een school. Er werden van beide organisaties weinig middelen gevraagd. De school kon de activiteiten verantwoorden daar ze een onderdeel vormden van het curriculum. De voorziening voor ouderen kon enkele betekenisvolle activiteiten organiseren voor de bewoners. Deze reminiscentieactiviteit is een voorbeeld van het bevorderen van sociale inclusie door in te zetten op uitwisseling en samenwerking tussen generaties. Zoals Kees Penninx (2006) schrijft, kunnen ouderen blijven participeren aan het stelsel van geven en nemen in onze maatschappij. Ze zijn nu eens de ontvangende en dan weer de gevende bij het uitwisselen van elementen. Op die manier worden ouderen pas fundamenteel erkend in hun mens-zijn. Tine Ongenaede Docent verpleegkunde Bachelor-na-bachelor Psychosociale Gerontologie
ACTUEEL-Informatieblad
Agenda 6 november Conferentie ‘50+: Start to talk - Stimuleren van de dialoog over de latere levensjaren Hôtel Bedford, Brussel 9 december Inspiratie- en netwerkdag ‘Ouderen en digitale media’ Huis van de Sport, Berchem (Antwerpen)
Inspiratie- en netwerkdag 'Ouderen en digitale media' Hoe maak jij senioren warm voor het internet? Hoe werk je als ouderenvereniging samen met een lokaal dienstencentrum? Hoe ondersteun je ouderen bij de werking van een e-loket? Hoe stimuleer je als gemeente samenwerkingsverbanden? Hoe leer je senioren werken met een computer of een digitaal fototoestel?... Op 9 december organiseert Mediawijs.be in samenwerking met Linc vzw, Locus en de Vlaamse Ouderenraad de ‘Inspiratie- en netwerkdag: Ouderen en digitale media’. Hou de website www.mediawijs.be in de gaten voor meer informatie.
Blijf op de hoogte! Iedere week sprokkelt de Vlaamse Ouderenraad het nieuws dat ouderen aanbelangt bijeen. Wetswijzigingen van de overheid, nieuws van de Vlaamse Ouderenraad en de ouderenorganisaties, campagnes, maar ook leuke weetjes en allerhande activiteiten worden samen gegoten in een wekelijkse elektronische nieuwsbrief. Wil jij ook op de hoogte blijven? Surf dan naar www.vlaamse-ouderenraad.be en schrijf je in op de nieuwsbrief! Oktober 2014
33
Leden van de Vlaamse Ouderenraad Vlaanderen vzw Abbeyfield Gemslaan 63 3090 Overijse
[email protected] www.abbeyfield.be
ABVV-Senioren Hoogstraat 42, 1000 Brussel tel.: 02 289 01 30
[email protected] www.abvv-senioren.be
ACLVB-Senioren
Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel tel.: 02 558 51 60
[email protected] www.aclvb.be/senioren
CD&V-Senioren
Wetstraat 89, 1040 Brussel tel.: 02 238 38 13
[email protected] www.senioren.cdenv.be
De Grijze Panters
Kleine Bareelstraat 108, 2800 Mechelen
[email protected]
DOTzorg Bruisbeke 36, 9520 Sint-Lievens-Houtem tel.: 053 60 30 20
[email protected] www.dotzorg.be
Enter Belgiëplein 1, 3510 Kermt tel.: 011 87 41 38
[email protected] www.entervzw.be
FedOS, Federatie van Onafhankelijke Senioren Warmoesstraat 13, 1210 Brussel tel.: 02 218 27 19
[email protected] www.fedos.be
34
Fevlado-Senioren
Stropkaai 38, 9000 Gent tel.: 09 224 46 76
[email protected]
GOSA, Grootouders- en Seniorenactie Gezinsbond Troonstraat 125, 1050 Brussel tel.: 02 507 89 45
[email protected] www.gezinsbond.be Geuzen Platform Grijze Lange Leemstraat 57, 2018 Antwerpen tel.: 03 205 73 08
[email protected] www.h-vv.be/grijze_geuzen
GroenPlus Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Anderlecht tel.: 02 219 19 19
[email protected] www.groen-plus.be
LBV, Liberale Beweging voor Volksontwikkeling Livornostraat 25, 1050 Brussel tel.: 02 538 59 05
[email protected] www.lbvvzw.be
Minderhedenforum Vooruitgangsstraat 323/4 1030 Brussel tel.: 02 245 88 30
[email protected] www.minderhedenforum.be
NEOS,
Netwerk van Ondernemende Senioren Willebroekkaai 37, 1000 Brussel tel.: 02 212 24 91
[email protected] www.neosvzw.be
ACTUEEL-Informatieblad
trefpunt 55+ OKRA, Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 41
[email protected] www.okra.be
OKRA-SPORT, trefpunt 55+
Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 36
[email protected] www.okrasport.be
Seniorencentrum
Zaterdagplein 6, 1000 Brussel tel.: 02 210 04 60
[email protected] www.seniorencentrum-brussel.be
Landelijke Beweging Seniorenraad Diestsevest 40, 3000 Leuven tel.: 016 28 60 30
[email protected] www.landelijkegilden.be
[email protected] www.kvlv.be Vlaanderen Seniornet Koningsstraat 136, 1000 Brussel tel.: 015 73 04 54
[email protected] www.seniornetvlaanderen.be Lodewijk De Raet Stichting Kon. Maria Hendrikaplein 64a, 9000 Gent tel.: 09 382 75 70
[email protected] www.de-raet.be
S-PLUS
Vlaams Ondersteuningscentrum
Ouderenmis(be)handeling Grotenbergstraat 24, 9620 Zottegem tel.: 078 15 15 70
[email protected] www.ouderenmisbehandeling.be
Actieve Senioren Vlaamse Lange Winkelhaakstraat 38, 2060 Antwerpen tel.: 03 233 50 72
[email protected] www.vlaamseactievesenioren.be
VVDC, Vereniging van Vlaamse Dienstencentra Langemeersstraat 6, 8500 Kortrijk tel.: 056 24 42 00
[email protected] www.dienstencentra.org
VVP, Vereniging van Vlaamse Provincies Boudewijnlaan 20-21, 1000 Brussel tel.: 03 240 61 46
[email protected] www.vlaamseprovincies.be
VVSG, Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel.: 02 211 55 00
[email protected] www.vvsg.be
WOAS,
West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries tel.: 050 40 33 13
[email protected]
Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 56
[email protected] www.s-plusvzw.be
S-Sport Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 41
[email protected] www.s-sport.be
Oktober 2014
35
Verantwoordelijke uitgever: Mie Moerenhout Redactie: Mie Moerenhout en Veerle Quirynen Abonnementen:
[email protected] Lay-out: Eveline Soors Foto cover: Johan Boonefaes Drukwerk: Drukkerij Lamine, Herent
Secretariaat Vlaamse Ouderenraad vzw Koloniënstraat 18-24 bus 7 - 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 - 0472 445 313 E-mail:
[email protected] Website: www.vlaamse-ouderenraad.be