OOK - ACTUEEL Driemaandelijkse nieuwsbrief van het OOK vzw - Vlaamse Ouderenraad Jaargang 7, nr. 3 juli/augustus/september 2006 Afgiftekantoor: Leuven 1 P 209987
Vlaams Ouderen Overleg Komitee vzw Vlaamse Ouderenraad Koningsstraat 136 1000 Brussel verantwoordelijke uitgever: Mie Moerenhout
Belgie - Belgique P.B. Leuven 1 BC 4192
Inhoud Vooruitkijken Nieuws van de Vlaamse Ouderenraad .......................................................................................2 Na het Ouderenparlement ‘Oud vasthouden’ ...........................................................................4 Aandachtspunten t.a.v. de GEMEENTEN ..................................................................................6 Aandachtspunten t.a.v. de PROVINCIES .................................................................................13 Nieuws uit de Commissies en Werkgroepen ...........................................................................17 Een sprong in het duister ............................................................................................................23 Internationale studiedag ouderenmis(be)handeling ..............................................................24 Tien punten voor betere zorg voor ernstig zieken ..................................................................26 Wij zijn meer dan handige Harry’s ............................................................................................28 Wonen op je oude dag .................................................................................................................31 Koning Bouwdewijnstichting: projectoproepen ......................................................................32 Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger........................................................................33 Een profielschets van elke gemeente .........................................................................................38 www.rechtenverkenner.be ..........................................................................................................38 Goochelen met Google voor senioren .......................................................................................39 Alles over veilig computer- en internetgebruik.......................................................................40 Bewegingsactiviteiten: Residentiële sector ...............................................................................41 Bewegingsweek, een succes! ......................................................................................................42 Agenda
OOK-ACTUEEL
Vooruitkijken Zoals je in de vorige nieuwsbrief al de evolutie kon lezen van de Vlaamse Ouderenraad en de opvolging van de beslissingen die genomen werden op de Algemene vergadering van 22 maart 2006 werken we verder. Vooral omdat de ouderenproblematiek ons heel erg bezighoudt en velen met ons. Zo mocht blijken op het Ouderenparlement van 4 mei in Gent (500 aanwezigen), al verliep het debat niet zoals gehoopt en gepland was. Toch houden we er de inhoud van de werkgroepen ( die zeer goed waren en iets te bieden hebben) aan over. Dat er behoe�e is aan een beleid voor en door ouderen mag blijken uit de talrijke initiatieven van de afgelopen jaren op verschillende niveaus van de Verenigde Naties tot de Vlaamse gemeenten. Ze tonen aan dat de samenleving zich volop op een of andere wijze aan het bezinnen is over de gevolgen van de vergrijzing en de rol van de ouderen in onze maatschappij. Er gebeurt dus al het een en ander en we zijn op goede weg maar volgens het OOK vzw -Vlaamse Ouderenraad is er nog meer nodig en wenselijk. Het gaat er om dat geëngageerde ouderen en hun organisaties de kans krijgen mee te werken aan het tot stand komen van een beleid dat inspeelt op de werkelijke noden en behoe�en die bij ouderen leven. Wat betekent dat beleidsmensen bij elke beleidsbeslissing nagaan wat de gevolgen zijn voor de ouderen (met betrekking tot levenskwaliteit, toegankelijkheid, betaalbaarheid, gezondheid, veiligheid, enz.…). Meer nog, onze samenleving, en zeker het beleid, hee� nood aan organisaties. Ze zorgen niet alleen voor de gezelligheid, maar ook en vooral voor meer solidariteit en verdraagzaamheid. Ze dragen er toe bij dat mensen meer vertrouwen hebben in elkaar en in de overheid. Daarenboven werken deze middenveldorganisaties met die mensen samen die meer dan wie ook voeling hebben met wat er werkelijk onder de mensen lee�. Organisaties geven op deze manier een stem aan de mensen wanneer ze opkomen voor hun belangen en noden. Het is aan de overheid om te luisteren naar die stem en hen daadwerkelijk te betrekken in het beleid. Door een beleid dat gericht is op de leefwereld van de ouderen, kan de samenleving straks alle ervaring die in de ouderenwereld vervat ligt ten volle benu�en. Er is nog een lange weg te gaan maar we kijken vooruit en gaan de uitdaging aan. Goddie De Smet Voorzi�er 1
OOK-ACTUEEL
Nieuws van de Vlaamse Ouderenraad In de voorbije maand kregen alle lidorganisaties een brief voor de afvaardiging van hun leden naar de werkgroepen, commissies en stuurgroepen. We zijn aan een nieuwe samenstelling toe, gezien de uitbreiding van het aantal lidorganisaties. We willen ook versterkt verder gaan voor het effectieve functioneren als Vlaamse Ouderenraad. In het huishoudelijk reglement zijn daartoe een aantal vuistregels opgenomen. Als vertegenwoordiger van een organisatie of als deskundige neem je als lid van een werkgroep of commissie een continu engagement op voor de uitbouw van een goed ouderenbeleid op Vlaams niveau. Er is een nieuwe bijeenkomst geweest met de voorzi�ers en secretarissen van de werkgroepen en commissies. De werkprogramma’s van dit jaar werden besproken. Aangezien deze overlegvergaderingen een goede kans geven om op elkaar af te stemmen, werd besloten in het najaar opnieuw samen te komen. De commissie Europa wordt verbreed en zal het hele ‘Internationale Ouderenbeleid’ onder de loep nemen. Willy Peirens zal deze commissie trekken vanaf september. Een splinternieuwe werkgroep ‘Onderwijs en Vorming’ gaat eveneens in september van start met Huib Hinnekint als voorzi�er. De coördinerend minister voor Ouderenbeleid, minister Vervo�e, hee� aan de administratie de opdracht gegeven tot het opstellen van het Vlaams Ouderenbeleidsplan. Er is een ambtelijke werkgroep samengesteld waarin 13 ambtenaren van de verschillende beleidsdomeinen, waaronder ook 2 medewerkers van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën, de inbreng doen vanuit hun specifieke invalshoek. Marc Morris, de secretaris generaal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, is de voorzi�er van deze werkgroep. Eric Dekker, de ambtenaar voor Ouderenbeleid, zal de pen vasthouden van dit beleidsplan. Voor de Vlaamse Ouderenraad zijn Goddie De Smet, voorzi�er, en Mie Moerenhout, directeur, aanwezig in de werkgroep. Het is in eerste instantie de bedoeling leemten aan te geven en mee de juiste richting voor de ouderen te bepalen. Nadien wordt verwacht dat de vertegenwoordigers van de Vlaamse Ouderenraad het Ouderenbeleidsplan terugkoppelen naar de achterban. Momenteel zijn vanuit het kabinet van minister Vervo�e verkennende vragen gekomen omtrent de inhoud van de uitvoeringsbesluiten voor de lokale ouderenbeleidsparticipatie en voor de verderze�ing van de werking rond Ouderenmis(be)handeling. Als Vlaamse Ouderenraad willen we inspelen op specifieke aandachtspunten van de minister, nl. armoede en geestelijke gezondheidszorg. Vandaar dat zowel de commissie Zorg en Wonen, als de commissie Inkomen gevraagd zijn om advies rond armoede op te stellen. In het luik geestelijke gezondheidszorg willen we voor het einde van het jaar een advies omtrent dementie opstellen. Daartoe wordt een kortlopende werkgroep met experten bijeen geroepen. Het is een zoeken om de weg te vinden als Vlaamse Ouderenraad. Ook voor de beleidsverantwoordelijken is het een nieuw gegeven. Ook al weten vele organisaties en beleidsverantwoordelijken ons wonen, een officiële vraag naar advies is er voorlopig nog niet gekomen. 2
OOK-ACTUEEL
Toch menen we te kunnen stellen dat van beide kanten langzaamaan vooruitgang wordt geboekt. Het Vlaams Ouderenbeleidsplan zou vast een definitieve wending in een algemeen Vlaams ouderenvriendelijk beleid kunnen worden. Ondertussen is het kenmerk van de Vlaamse Ouderenraad vastgesteld, het uithangbordje, het logo.
Met enkele eenvoudige penseeltrekken geven we uitdrukking aan de opdracht van de Vlaamse Ouderenraad. Eén van de belangrijke taken is het zichtbaar maken van de groep ouderen in de samenleving. De kracht en de dynamiek die in deze generaties aanwezig is, moest uitstralen in het logo. Vandaar is gekozen voor een logo dat de beweging aangee�, maar ook de verbondenheid vanuit de overtuiging dat ouderen het voor elkaar en voor de andere generaties samen opnemen. De bewegende figuren duiden dan ook een echt netwerk aan. Mie Moerenhout Directeur
Vacature Het OOK hee� een vacature voor een VOLTIJDSE ADMINISTRATIEF BEDIENDE (m/v) De openstaande functie situeert zich voornamelijk in de organisatie van het overleg en de informatieverspreiding. Functieomschrijving: organisatie van het secretariaat,verantwoordelijk voor het bestandenbeheer, zakelijke correspondentie, onderhoud van de website, publicaties lay-outen, boekhouding (Pro Acc), logistieke ondersteuning Geïnteresseerden bezorgen schri�elijk (per gewone brief of/en per mail) hun kandidatuur met CV aan het OOK-secretariaat, t.a.v. de voorzi�er Mevrouw Goddie De Smet, Koningsstraat 136, 1000 Brussel, tegen ten laatste 15 augustus 2006. Meer informatie te verkrijgen bij Mie Moerenhout, tel.: 02 209 34 51 of GSM: 0472 445 313, e-mail:
[email protected], website: www.vlaams-ook.be
3
OOK-ACTUEEL
Na het Ouderenparlement ‘Oud vasthouden’ Het tweejaarlijks Ouderenparlement laat zijn sporen na – dat is ook de bedoeling. We willen toch met z’n allen het toekomstige beleid in gemeenten en provincies beïnvloeden naar ouderenvriendelijkheid. Vanuit het secretariaat van de Vlaamse Ouderenraad zijn de aandachtspunten doorgemaild naar alle gemeenten en provincies. De politieke partijen hebben ze per brief gekregen, op het nationaal secretariaat weliswaar. In verschillende vergaderingen is teruggeblikt en nagepraat. Een greep uit de reacties: Het Internationaal Congrescentrum in Gent is een bijzonder geschikte locatie, en alles was er tip top geregeld, ook spijs en drank. Voor het merendeel van de deelnemers waren de werkgroepen goed van inhoud en goed geleid. Deze handva�en kunnen als steun voor de lokale adviesraden en voor het inspraakproces tellen; daarom zullen ze worden opgenomen in het verslagboek. Wij zijn bijzonder tevreden over allen die zich ingezet hebben als begeleider, getuige, moderator, spreker voor een van de negen werkgroepen. Uit de werkgroepen halen we een aantal suggesties voor de uitvoeringsbesluiten voor de realisatie van het lokale ouderenbeleid mét een ouderenadviesraad. Voor heel wat deelnemers is het debat niet geworden wat er van verwacht werd. De complexiteit van het thema maakte het bijzonder moeilijk. En door verschillende omstandigheden is het doelpubliek, de ouderen zelf, slechts heel weinig aan het woord geweest. We willen ons hiervoor uitdrukkelijk verontschuldigen. De video’s over de hoorzi�ing en de afspraak van het OOK met de minister waren op hun plaats. De aanwezigheid van de pers was een vooruitgang in vergelijking met 2004. Het was onze eerste ontmoeting met Belga waardoor tekst en beeld beschikbaar waren voor alle mediakanalen. En als afsluiter willen we alle medewerkers bedanken: de leden van de commissie Ouderenparlement, de medewerkers van de Provinciale Ouderenraad van Oost-Vlaanderen, de ambtenaren van de provinciale diensten ouderen, de medewerkers van de werkgroepen, alle logistieke ondersteuners, de panelleden, de leden van het dagelijks bestuur en de geëngageerde inzet van het personeel en de stagiair. Een hartelijke dank ook aan de gedeputeerde welzijn die zorgde voor een extra steuntje voor de financiering van het evenement. In deze nieuwsbrief vindt u allen de volledige tekst van de ‘Aandachtspunten voor gemeenten en provincies’. Dit is de bundeling van wat de deelnemers aan de 6 hoorzi�ingen én de 30 lidorganisaties hebben aangebracht om een ouderenvriendelijk beleid concreet uit te werken in gemeente, stad en provincie. 4
OOK-ACTUEEL
Het is nu aan u om met deze aandachtspunten naar de politiek actieven te stappen in uw gemeente of stad. U kan dan aanwijzen en concretiseren welke aandachtspunten in uw gemeente of stad van primordiaal belang en prioritair zijn. U kan de kandidaat politici o.a. afwegen op de ouderenvriendelijkheid in het programma. Na de verkiezingen blijven deze aandachtspunten bruikbaar. U kan ze dan aan de mandatarissen aanbieden bij het opstellen van het beleidsprogramma voor de volgende 6 jaar. En zes jaar is toch wel een lange en belangrijke periode om aandacht te hebben voor de ouderen. En laat ons de slogan ‘Oud vasthouden’ in gedachten houden: ouderen zijn kostbaar in onze maatschappij. We hopen dat de beleidsverantwoordelijken en de andere generaties de boodschap begrijpen en vasthouden. Aan het zoethout, dat we meegaven bij het vertrek na het Ouderenparlement, valt nog veel te knabbelen. Mie Moerenhout Directeur
5
OOK-ACTUEEL
Aandachtspunten t.a.v. de GEMEENTEN 1. Inspraak Het uitgangspunt is dat elke gemeente een ouderenadviesraad hee� (of opricht) om inspraak van de oudere inwoners in de gemeente te garanderen en daarvoor de nodige ondersteunende maatregelen neemt. De lokale ouderenadviesraad dient in zijn samenstelling een afspiegeling te zijn van de ouderenbevolking in de gemeente. Daarbij is aandacht nodig voor vertegenwoordiging vanuit de verschillende wijken, aanwezigheid van ouderen die groepen vertegenwoordigen en vertegenwoordiging van bijzondere doelgroepen. We vragen een respectvolle benadering van de ouderenadviesraad door advies te vragen bij elke aangelegenheid die de kwaliteit van leven van de ouderen in de gemeente beïnvloedt, maar ook door spontaan geformuleerd advies te aanvaarden en antwoorden correct te motiveren indien een advies niet kan worden opgevolgd. Aan de basis van een goed ouderenbeleid in de gemeente ligt een ouderenbeleidsplan dat inhoudelijk wordt aangestuurd door de ouderen of hun afgevaardigden in de ouderenadviesraad. Een ouderenbeleidsplan wordt een succes indien het een sterke gedragenheid kent van de ouderen in de gemeente en daardoor een reële tegemoetkoming is aan de specifieke behoe�en van de oudere inwoners. In een relevant ouderenbeleidsplan zi�en alle beleidsdomeinen vervat die in mindere of meerdere mate voor ouderen van belang zijn. Vanuit de lokale ouderenadviesraad worden ouderen afgevaardigd in alle andere adviesraden van de gemeente. Voor een optimale beleidsparticipatie van de ouderen in de gemeente wordt een ondersteunende rol toegekend aan een specifiek opgeleide ouderenbeleidscoördinator en worden financiële middelen en infrastructuur voorzien. Om het ouderenbeleid te kunnen waarborgen wordt een schepen aangesteld die het ouderenbeleid in zijn bevoegdheden uitdrukkelijk hee� ingeschreven. Het is de rol van de schepen ouderenbeleid om alle betrokken partijen te horen en om alle beleidsdomeinen af te stemmen op de ouderen. Om een goed ouderenbeleid te kunnen opze�en, is kennis van de doelgroep nodig.
6
OOK-ACTUEEL
Ouderen als ervaringsdeskundigen of personen die betrokken zijn in de ouderensector zijn goede kandidaten om efficiënt om te gaan met de volledige thematiek van de vergrijzing in de gemeente. Kansen geven aan ouderen om een politiek mandaat op te nemen, is logisch vanuit de demografische evolutie, vanwege een betere gezondheid op latere lee�ijd en vanwege de ervaringsdeskundigheid. In een samenleving van alle lee�ijden horen ook ouderen thuis in de bestuursorganen.
2. Wonen In de vertrouwde omgeving wonen is voor de meeste ouderen een prioriteit. Daarvoor is een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid (te voet, per fiets, met het openbaar vervoer en met de wagen) van de woonomgeving en de diensten nodig voor allen. Iedere oudere moet kunnen beschikken over voor hem bruikbaar basiscomfort in de woning. Essentieel bij noodzakelijke aanpassingen aan de woning is de financiële en organisatorische ondersteuning, vooral voor deze oudere personen die hun zelfstandigheid en veiligheid verzekeren door aanpassingen aan de woning, maar de aanpassing niet autonoom (kunnen) ondernemen. Anderzijds kunnen mensen van elke lee�ijd bij nieuwbouw of verbouwingen gesensibiliseerd worden tot levensbestendig bouwen of verbouwen. Huurprijzen dienen betaalbaar te zijn met het beschikbaar pensioen, zoniet dient een financiële tegemoetkoming voorzien te worden of is een voorrangsregeling voor het verkrijgen van een sociale woning aangewezen. Voor alle ouderen is woonzekerheid en een betaalbare woning een belangrijk punt van bestaanszekerheid, ook indien de oudere persoon zorg nodig hee� thuis of in een residentiële zorgvoorziening. Over maatregelen om de veiligheid in en rond het huis te verzekeren om valpartijen te voorkomen, kan vanuit de gemeente en het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO’s) geïnformeerd worden. Een aanpak van de mogelijk problematische omstandigheden is een noodzakelijke reactie. De gemeente kan hierbij een verantwoordelijkheidsrol opnemen. Een correcte hantering van de wachtlijsten voor sociale woningen, serviceflats, zorgvoorzieningen is belangrijk. Met betrekking tot contact en steun aan elkaar pleiten we voor het stimuleren van alternatieve woonvormen met lee�ijdgenoten en intergenerationele woonformules. De nadelige effecten van deze vormen van samenwonen omwille van de wederzijdse steun dienen weggewerkt te worden. Enkel een goede mix van samenleven met verschillende lee�ijden: kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen, is een gepaste formule voor wijken en gemeenten. De verschillende lee�ijden geven een dynamiek aan elke lee�ijd.
7
OOK-ACTUEEL
3. Veiligheid Zichtbaar aanwezige veiligheidsvoorzieningen zorgen voor een veilig gevoel. Politiepatrouilles overdag, ‘s avonds en ‘s nachts zijn nodig om het gevoel van veiligheid in de stad en in de gemeente te waarborgen. Bereikbaarheid van de politie in de eigen gemeente gee� zekerheid en vertrouwen. Zowel voor stadswachten, wijkagenten en politie is het contact met de burger een essentieel onderdeel van de taak om effecten van de functie te verhogen. Netheid en rust geven in elke buurt een aangenaam gevoel. Verloederde buurten worden best snel opgekuist. Een goede verlichting op straten en pleinen zorgt er voor dat oudere mensen zich ‘s avonds nog op straat durven begeven. Het sociaal weefsel behoudt er meer kans op voortbestaan door. Ook komen de verschillende lee�ijdscategorieën korter bij elkaar door meer gezamenlijke participatie.
4. Mobiliteit Mobiliteit dient voor alle inwoners verzekerd te zijn, ook bij beperking van de persoonlijke mobiliteit. Daarom is algemeen openbaar vervoer (stad, buitenwijken, pla�eland) op regelmatige tijdstippen, ook tijdens de dag en in het weekend, nodig mét een goede toegankelijkheid voor allen. Het openbaar vervoer kan worden aangevuld met taxicheques, een minder-mobielencentrale die ondersteund wordt vanuit de gemeente en een algemeen verspreide belbussenformule met ‘halte aan huis’ indien fysieke beperkingen de verplaatsing naar de halte onmogelijk maken. Een combinatie van de verschillende mogelijkheden kan voor allen een volledig mobiliteitsnetwerk creëren. Samenspraak met de ouderen voor het nemen van beslissingen i.v.m. aanbod, infrastructuur, stopplaatsen, wijzigingen kunnen leiden naar de beste oplossing voor iedereen. Opfriscursussen van de verkeersregels bevorderen een correct gedrag op de weg en geven meer zelfvertrouwen in het verkeer. Fiets- en wandelpaden die zijn afgescheiden van de autorijbaan en goed worden onderhouden zijn nodig voor een vlo�e, veilige en aangename verplaatsing. Een goede straatverlichting is bovendien van essentieel belang.
8
OOK-ACTUEEL
De toegankelijkheid van de straat kan worden verzekerd door voetpaden voldoende breed te houden, te zorgen dat er geen obstakels of hindernissen de doorgang versperren en de straat en het voetpad goed te onderhouden. De toegang tot openbare gebouwen en winkels kan verbeteren door een hellend vlak te plaatsen, door automatische deuren te installeren die ook tragere mensen de doorlooptijd geven, door fluorescerende stroken, enz. De principes van toegankelijkheid dienen correct toegepast te worden en mogen tevens de toegankelijkheid voor anderen niet bemoeilijken. Zitbanken verspreid over de gemeente en in openbare diensten geven ouderen meer kansen om buiten te komen. Tevens stimuleren ze het contact tussen alle burgers. Zitbanken creëren een sfeer van leven in de stad en in de gemeente, zowel voor de inwoners als voor de bezoekers. Bruikbare, goed onderhouden openbare toile�en in het stadscentrum en in wandelgebieden, recreatie- en natuurgebieden zijn een extra troef waardoor ouderen zich minder zullen belet voelen om buiten te komen.
5. Zorg en gezondheid Het accent dient te liggen op een kwaliteitsvolle en betaalbare zorg op het ogenblik van en naargelang de behoe�e. Samenwerking tussen de verschillende zorgpartners, waaronder ook de mantelzorgers, vormt de beste garantie om een efficiënt zorgnetwerk rondom zorgbehoevende ouderen te organiseren. Gezien de wachtlijsten voor zowel thuiszorg als voor de residentiële zorgvoorzieningen dienen de programmatienormen van de Vlaamse Gemeenschap door de gemeente uitgeput te worden. Het is bovendien nodig een uitbreiding bij de hogere overheden te bepleiten met het oog op de toenemende vergrijzing. Thuis wonen en thuiszorg verdienen maximale ondersteuning op verschillende vlakken: financieel, door informatie en vorming, vermindering van de draaglast voor mantelzorgers door het voorzien in kortverblijf, dagopvang, nachtopvang, oppasdienst, boodschappendienst, klusjesdienst, poetshulp.
9
OOK-ACTUEEL
In elk stadium van het leven blij� de zelfredzaamheid belangrijk. Door preventie en stimulansen dient deze bewaard of hersteld te worden, o.a. gezonde voeding, valpreventie, sport en bewegen, sociale netwerken, schone lucht, enz. Jaarlijkse huisbezoeken bij 80-plussers hebben zowel een preventief karakter als een signaaleffect. Indien nodig kan in samenspraak met de oudere persoon een oplossing gezocht worden voor een eventueel probleem, een comfortaanpassing, e.d.. De gemeente kan lokale dienstencentra inplanten zodat zorgbehoevende ouderen er steun kunnen vinden waardoor de zelfredzaamheid beter haalbaar blij� en een verhuis naar een residentiële se�ing niet nodig is. Interculturalisering van de zorg brengt respect op voor de belangrijkste aspecten van een andere cultuur of religie, maar zorgt ook voor een diversiteit in de personeelsomkadering en voor interculturele bemiddelaars die communicatiedrempels overbruggen.
6. Informatie Informatie moet voor elkeen op maat worden aangeboden en moet voor iedereen bereikbaar zijn. Dit betekent dat naast websites, de geschreven informatie in voldoende groot le�ertype en gesproken informatie met een gepast geluidsvolume nodig blij�. Informeren is meer dan brochures uitdelen. Vlaamse ouderen, maar nog meer allochtone ouderen, zijn maar geholpen met mondelinge informatie. Bovendien bouwt deze communicatie bruggen en krijgt vertrouwen een kans. Ook voor de Nederlandssprekenden in Brussel is bijzondere aandacht nodig. De gemeentelijke diensten en de zorgvoorzieningen zijn de diensten bij uitstek waar een tegemoetkoming in de eigen taal van cruciaal belang is. De ouderen verlangen één loket waar ze alle informatie kunnen vinden. Dit kan bijvoorbeeld in het sociaal huis als kruispunt van het OCMW en de dienst maatschappelijk welzijn van de gemeente. Naast kunnen luisteren is een goede kennis van de ouderensector en het zich kunnen instellen op oudere mensen belangrijk om deze eenloketfunctie te laten slagen. Computercursussen op een aangepast leertempo voor ouderen en in de Nederlandse taal blijven noodzakelijk tot zolang de vaardigheid niet door allen verworven is. Ouderen verlangen informatie over alle tegemoetkomingen waar ze mogelijk aanspraak kunnen op maken: diensten, voorzieningen,… kortom over alle domeinen die de kwaliteit van leven van ouderen in de gemeente beïnvloeden.
10
OOK-ACTUEEL
7. Sociaal leven Om sociale isolatie en eenzaamheid tegen te gaan, om het ‘op elkaar kunnen rekenen’ en het vertrouwen in anderen te stimuleren, kunnen buurtnetwerken van allerlei aard uitgebouwd en of ondersteund worden. Om de zelfredzaamheid van de ouderen te stimuleren zijn mobiele winkels en buurtwinkels nodig die de ouderen een voldoende aanbod aan producten bieden. Lokale dienstencentra kunnen de ontmoeting tussen, en de zorg om de ouderen stimuleren en het samenleven in een buurt ondersteunen. De ouderenverenigingen nemen sowieso een taak op in het netwerk van de ouderen die voor het verenigingsleven kiezen. Een aangename en ruime infrastructuur en subsidie zijn nodig om de bestaans- en werkingskansen te faciliteren. Om deze taak efficiënt op te nemen is er best samenspraak met andere verenigingen, met de gemeente of kan samenwerking met lokale dienstencentra worden geoptimaliseerd. Vrijwilligerswerk is één van de basispijlers van een samenleving. 50-plussers zijn bijzonder actief als mantelzorger en in tal van vrijwilligerstaken. Waardering van dit engagement is constructief om de vrijwilligers aan te sporen tot het volhouden van deze maatschappijbindende activiteit. Om de ouderen op een correcte manier te benaderen is er aandacht nodig voor de diversiteit binnen de ouderengroepen: inkomensverschillen, a�omst, geslacht, seksuele geaardheid, lee�ijdsspreiding,…bepalen het sociaal leven van de ouderen. Geen enkele van deze categorieën mag zich uitgesloten voelen. Iedereen moet op specifieke aandacht en begrip kunnen rekenen, gekoppeld aan specifieke oplossingen. Ontmoetingen binnen de eigen generatie en met de andere generaties stimuleren, zorgt niet alleen voor het cement van de gemeenschap, maar kan een buffer worden tegen isolatie en eenzaamheid.
8. Cultuur Cultuur van en voor ouderen is een basisrecht dat mits aanpassingen goed realiseerbaar is. Ouderen verlangen naar culturele activiteiten met aangepaste starturen, een goede bereikbaarheid en een democratische prijs. De culturele agenda wordt best in overleg met alle doelgroepen opgesteld, waarbij ook de ouderen aan hun trekken komen met hun voorkeuren. Ook rusthuisbewoners willen mee participeren in cultuurland en willen ook aanspraak kunnen maken op financiële ondersteuning voor cultuurevenementen in het rusthuis.
11
OOK-ACTUEEL
9. Levenslang Leren en vorming Levenslang leren en vorming voor ouderen moet mogelijk worden gemaakt, ook na 65! Leren blij� belangrijk op elke lee�ijd. Ouderen willen veel leren en bijblijven. Zij moeten ook datgene kunnen leren wat zij nodig hebben om zo lang mogelijk zelfstandig en actief te zijn. Om vorming te kunnen geven, is voldoende infrastructuur en materiaal nodig, o.a. voor computer- en internetcursussen. Samen met de ouderen dient een passend leer- en vormingsaanbod te worden opgesteld. Vrijstaande ruimten kunnen benut worden. Op dat vlak kunnen gemeenten heel wat ondersteuning geven. Het is nodig dat de ouderen kunnen leren op hun tempo en dat de lessen gegeven worden op maat van de ouderen. Computercursussen voor ouderen verdienen hier speciale aandacht zolang niet alle ouderen over deze vaardigheid beschikken.
10. Sport & bewegen Sport en bewegen voor ouderen moet ingepland worden binnen het gemeentelijk ouderen- en sportbeleid. Begeleiding door sportbegeleiders met de geschikte deskundigheid maken van de sportactiviteit een zuivere troef. Wanneer Sport en beweging op ontspannende, actieve wijze én op maat van de ouderen wordt aangeboden zijn deze activiteiten gezondheidsbevorderend. Contact is een neveneffect van sporten in groep, maar niet minder belangrijk. Daarom is er voldoende aangepaste infrastructuur nodig en dit zowel binnen als buiten. Ouderen worden best goed begeleid. Daarvoor zijn er sportbegeleiders nodig die kennis hebben van sport en bewegen voor ouderen en de sportactiviteiten op gepaste wijze begeleiden. Sport voor ouderen dient een volwaardige plaats in de planning te krijgen.
12
OOK-ACTUEEL
Aandachtspunten t.a.v. de PROVINCIES 1. Informatie en communicatie Ouderen willen de diensten en taken van de provincie beter kennen. Ouderen weten te weinig wat de provincie voor hen doet en over de rol van de provincie in het ouderenbeleid. De informatie hierover moet op maat en in verschillende vormen worden aangeboden. Zij willen niet enkel via het internet geïnformeerd worden, maar alle mogelijke overdrachtswijzen (geschreven en gesproken) worden best aangewend. Folders en regionale TV bereiken vele ouderen en hebben een duurzaamheidskarakter. Ouderen wensen voornamelijk informatie over wonen, zorg en mobiliteit. Ook mensen in woon- en zorgvoorzieningen wensen informatie te krijgen.
2. Mobiliteit Ouderen willen zich overal kunnen verplaatsen, ook bij beperking van de persoonlijke mobiliteit. Niet enkel de steden moeten goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer, ook de landelijke gemeenten vragen aandacht. Men verwacht in heel de provincie een goede aansluiting van (bel)bussen en treinen. Daarom zou het ook goed zijn dat voor de belbussen de mogelijkheid voor a�aling aan huis wordt ingelast en haltes op minder dan 500 meter van huis worden voorzien. De opdracht van de belbussen mag aan de gemeentegrens niet stoppen; daarvoor is intergemeentelijk of provinciaal overleg en organisatie nodig. Reistrajecten en uurregelingen van het openbaar vervoer dienen overzichtelijk, op ooghoogte en in groot le�ertype worden opgesteld. De provincie is verantwoordelijk voor haar provinciewegen. Daarom verwachten de ouderen van de provincie dat ze veiligheidsbevorderende maatregelen neemt, zoals korte oversteekplaatsen of een verdeling met een tussenberm, goed onderhouden wegen en fietspaden, een goede verlichting, ook voor voetgangers en fietsers. De ouderen hebben nood aan goed onderhouden fietspaden in een vlot berijdbaar netwerk.
13
OOK-ACTUEEL
3. Inspraak Het uitgangspunt is dat elke provincie een ouderenadviesraad hee� die daadwerkelijk de inspraak voor de ouderen garandeert. Het is aangewezen dat ouderen op alle terreinen inspraak hebben en bovengemeentelijke samenwerking kunnen aangaan. Om de ouderen de kans te geven om op elk maatschappelijk niveau te participeren kan de provincie de provinciale en de lokale ouderadviesraden en de verenigingen ondersteunen met vorming en informatie. De provinciale ouderenadviesraad dient in zijn samenstelling een afspiegeling te zijn van de ouderenbevolking in de provincie. Daarbij is aandacht nodig voor vertegenwoordiging vanuit geografisch oogpunt, aanwezigheid van ouderen die groepen vertegenwoordigen en vertegenwoordiging van bijzondere doelgroepen (bijvoorbeeld: armen). Ouderenbeleid is een inclusief beleid. Dit brengt met zich mee dat de inspraak op alle beleidsdomeinen verzekerd moet worden aangezien elk domein een weerslag hee� op het leven van de oudere burgers in de gemeente. Om te kunnen werken zijn mensen en middelen nodig. Dit betekent voor een provinciale ouderenraad dat er financiële middelen en infrastructuur ter beschikking dienen gesteld te worden. Bovendien is de medewerking van een ambtenaar een noodzakelijke link met de beleidsverantwoordelijken, maar ook een noodzaak voor het doorgeven van informatie. Vanuit de provinciale adviesraad kan een werking opgezet worden voor de ondersteuning van de lokale ouderenadviesraden via uitwisselings- en overlegmomenten en vorming ter bevordering van de deskundigheid, informatie en actualisatie.
4. Coördinatie Om de ouderen een kwalitatieve dienstverlening te kunnen aanbieden, is een goede samenwerking en afstemming van diensten nodig op provinciaal niveau. De mantelzorg kan ondersteund worden door nieuwe initiatieven te nemen die de taken verlichten. Tevens is een sensibiliserende campagne om mensen aan te sporen tot het opnemen van mantelzorgtaken en te informeren over zulk engagement zinvol. Onderzoek ter verbetering van de thuiszorg kan een licht werpen op de noden van de ouderen en de kansen die de zelfredzaamheid bevorderen. Er kunnen sensibiliseringscampagnes worden opgezet om de zelfredzaamheid van ouderen te ondersteunen en dit bij alle betrokkenen. De bestaande wachtlijsten vragen een correct beheer en het uitpu�en van bestaande programmatienormen voor de woon- en zorgvoorzieningen voor ouderen. We verwachten dat de provincie hierbij het voortouw neemt.
14
OOK-ACTUEEL
Omwille van de frequentie van ouderenmis(be)handeling pleiten we voor het in stand houden en het verder uitbouwen van de werking van het provinciaal meldpunt ouderenmis(be)handeling.
5. Vrijwilligers De oudere vrijwilligers vragen ondersteuning door de provincie voor hun werk en hun vereniging en willen tevens alle beschikbare informatie over vrijwilligerswerk bekomen. Informatie over de ondersteuning die de provincie aan vrijwilligers en hun organisaties voorziet, is nodig. Ook is informatie over de procedure voor het aanvragen van subsidies gewenst. Om meer inzichten op te bouwen in functie van de taak die ze opnemen, vragen oudere vrijwilligers een geschikt vormingstraject.
6. Wonen Voor wat betre� wonen, ligt het accent best op het thuis wonen of verhuizen binnen de eigen buurt. De woonzekerheid kan voor ouderen verbeterd worden door binnen de sociale woningsector aangepaste of aanpasbare sociale woningen voor ouderen te voorzien. Het aanpasbaar en levensbestendig wonen kan gepromoot worden door informatie, premies en aandacht te vragen bij bouwaanvragen. Dit zijn acties die voor alle lee�ijden hun nut hebben. Aan de gemeenten kan worden voorgesteld om het wonen van ouderen een plaats te geven binnen het structuurplan. Bij de inplanting van wooneenheden voor ouderen dient rekening te worden gehouden met oudervriendelijke principes, zoals: kortbij voorzieningen voor dagelijkse behoe�en, in de nabijheid van de algemene diensten en recreatiemogelijkheden.
7. Levenslang Leren en vorming Levenslang leren is, zoals voor de jongere generaties, een noodzaak. De provincie is goed geplaatst om, waar dat zin hee�, het ontwikkelen van bovenlokale vormingsinitiatieven te stimuleren en deze toegankelijk te helpen maken voor alle belangstellende ouderen. Levenslang leren is belangrijk voor ouderen om bij te blijven in de snel evoluerende maatschappij. Daarom wordt best een vormingsaanbod op maat gemaakt. 15
OOK-ACTUEEL
Levenslang leren dient bovendien financieel haalbaar te zijn voor iedereen, ook voor mensen met lage pensioenen (leercheques, kostprijs in verhouding tot het inkomen). De provincie kan initiatieven nemen om vormingssessies te organiseren rond informatisering, taal, pensioenen, vrijwilligers,… In dit vormingsaanbod wordt best speciaal aandacht besteed aan vorming en informatie voor de leden van de gemeentelijke ouderenadviesraad, de afgevaardigden van de ouderenorganisaties en ambtenaren die met ouderen werken. Vorming kan een sterke ondersteuning betekenen voor mantelzorgers. In het bijzonder voor allochtone mantelzorgers is informatie en vorming van belang.
8. Diversiteit Ouderen verwachten een beleid met aandacht voor iedereen. De ouderengroep is erg divers, wat betekent dat ouderen informatie op maat verwachten en er ook aandacht wordt gevraagd voor de verschillende groepen binnen de ouderenpopulatie. Het is voor ouderen nodig om verdraagzaamheid, tolerantie en solidariteit tussen generaties binnen en buiten de ouderengroep te stimuleren.
9. Beeldvorming en onderzoek Ouderen in beeld brengen, een taak voor de provincies. Door onderzoek kan men een beter beeld krijgen van de ouderenpopulatie en hun behoe�en. De ouderen vragen om over deze onderzoeken na afloop informatie te ontvangen. De ouderen verwachten dat de provincie de correcte beeldvorming uitdraagt en onder andere als investeerder in projecten de ouderen onder de aandacht brengt.
10. Toegankelijkheid Bereikbaarheid van goederen en diensten is essentieel. Om een goede bereikbaarheid te krijgen van goederen en diensten wordt best rekening gehouden met de ouderen. Dit is een prioriteit die zowel de toegang tot informatie kan verhogen als inspraak kan vergemakkelijken. De toegankelijkheid van openbare gebouwen kan onder de aandacht worden gebracht door de provincies.
16
OOK-ACTUEEL
Nieuws uit de Commissies en Werkgroepen Commissie Beleidsparticipatie De werking van de Commissie Beleidsparticipatie hee� een tijdje stilgelegen. Met de installatie van de Vlaamse Ouderenraad eind 2005, werd er immers een hoofdstuk van de werkzaamheden beëindigd. Na een moeizaam en lang proces kwam er een regeling om de ‘beleidsparticipatie’ van ouderen in Vlaanderen in een regeling te gieten. Met de oprichting van een Vlaamse Ouderenraad werd een eerste deel uitgewerkt. Het luik lokale ouderenadviesraden is nu aan uitwerking toe. Op het ogenblik dat de Commissie Beleidsparticipatie samenkwam was er nog niets geweten over de verdere aanpak van dat lokale luik. Inmiddels is echter een spoedadvies gevraagd tegen eind juni over deze aangelegenheid. Dit is echter geen behoorlijke aanpak. Het is aan de beleidsverantwoordelijken om met een voorstel van uitvoeringsbesluiten voor de dag te komen en hierover advies te vragen. De uitwerking van de lokale beleidsparticipatie moet weloverwogen en rustig kunnen verlopen, het is een te belangrijke aangelegenheid om hier in een dra�e werk van te maken. De Commissie wil op dat vlak haar volle verantwoordelijkheid graag opnemen. Maar ook het federale beleidsniveau bleef niet bij de pakken zi�en. Er werd de voorbije maanden in de Senaat een wetsvoorstel tot ‘oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen’ ingediend door leden uit de verschillende meerderheidspartijen, met senator Christel Geerts als de bezieler. Na overleg met de Commissie Beleidsparticipatie werkte ze reeds eerder aan een eerste voorstel. Op dat ogenblik was het nog zoeken op welke wijze het Raadgevend Comité voor Pensioenen in het plaatje zou voorkomen. In het nieuwe voorstel is gezorgd voor een integratie in de Federale Adviesraad. Belangrijk is dat er permanente commissies werkzaam zullen zijn rond 5 belangrijke onderwerpen: 1. pensioenen 2. gelijke kansen 3. sociale integratie – bestrijding van kansarmoede 4. toegankelijkheid van de gezondheidszorg 5. mobiliteit Over andere thema’s kunnen tijdelijke werkgroepen of commissies opgericht worden. De Raad zal op eigen initiatief of op verzoek van het federale beleid adviezen uitbrengen. Maar ook de jaarlijkse regeringsverklaring zal besproken worden en de werking van federale overheidsdiensten zal geëvalueerd worden. Om ook aansluiting te vinden bij het Europees beleid, kunnen er waarnemers afgevaardigd worden naar Europese adviescomités. Na goedkeuring in de Kamer, nog te verwachten vóór het zomerreces, kan de verdere uitwerking en voorbereiding van deze Federale Ouderenraad van start gaan. Op het vlak van directe politieke participatie van ouderen voor de aanstaande verkiezingen, was er weinig nieuws te melden. Het is dus afwachten wat de partijprogramma’s straks te bieden hebben en hoeveel ouderen ook effectief een politiek mandaat gaan opnemen.
17
OOK-ACTUEEL
Het minst dat men kan zeggen is dat het najaar een boeiende en uitdagende periode zal worden voor ouderen die begaan zijn met het ouderenbeleid. André Wi�ers Voorzi�er
Commissie Mobiliteit Tussen de vergaderingen door werd op 5 mei een brief verstuurd aan de NMBS en de ministers Van Brempt, Landuyt en Vervo�e over het verhoogde seniorentarief van de NMBS. De vraag werd gesteld om het mogelijk te maken om vóór 9.00 uur te kunnen vertrekken aan het gewone seniorentarief van 4 euro. Er zijn immers heel wat stations waar slechts één trein per uur vertrekt. Wanneer het vertrekuur enkele minuten voor het uur is, ben je verplicht een gewoon ticket te nemen tot de eerste halte vanaf 9.01 uur plus een seniorenticket voor de verdere reis. Tenzij je het vertrek een uur uitstelt. Vanuit de NMBS is zeer snel een antwoord gekomen. Zij hebben geenszins de bedoeling iets aan te veranderen. Dat is dus duidelijk. De commissie beraadt zich over eventuele nieuwe initiatieven in dit verband. De commissie vergaderde dit jaar een tweede maal op 7 juni 2006. Hoofdbrok op de agenda: de naderende oprichting van de mobiliteitsraad Vlaanderen. Omdat hierin niet expliciet voorzien is in deelname van een vertegenwoordiger namens de ouderen, zal de commissie een vraag richten aan de betrokken minister. We wensen deel te nemen aan dit belangrijk adviesorgaan als lid van een werkcommissie. Vermits in de toekomst alle beleidsadviezen en beleidsvisies in een dergelijke werkcommissie (samengesteld uit deskundigen en diverse belangenorganisaties) tot stand zullen komen, zal ook onze stem hier onmisbaar zijn. De commissie hee� zich alvast een nieuwe opdracht toegewezen. De volgende vergadering zullen we ons buigen over de theorie van het ‘betalen voor het gebruik van de weginfrastructuur’. Het Vlaamse beleid overweegt een vervangende belasting in te voeren, een zogenaamd wegenvignet, voor alle autogebruikers. Hierover werd in het najaar 2005 een maatschappelijk debat gevoerd waarin ouderenorganisaties niet gehoord zijn. De commissie wil nu de standpunten die in het debat naar voren gebracht zijn toetsen aan onze eigen doelstellingen. Hierover hoor je later beslist meer! Marleen Van der Velden Secretaris
18
OOK-ACTUEEL
Commissie MultiCultureel Samenleven De werkgroep Ouderen in een multiculturele wereld kwam bijeen in april en begin juni. 1. Aandacht ging naar de opdracht van de werkgroep binnen het OOK. - sensibiliseert en informeert de ouderen en hun organisaties - werkt aan begrip voor en informeert over andere culturen - detecteert noden van oudere allochtonen en stimuleert emancipatie - volgt de stand van zaken in verband met de interculturalisering van de zorg - zoekt naar mogelijkheden om ouderen te bereiken uit groepen die nauwelijks participeren in het verenigingsleven zoals mensen uit “de vierde wereld”. 2. De werkgroep had een boeiende gedachtewisseling met Antoon Gailly die als antropoloog verbonden is met het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg en Welzijnszorg in Laken, over het thema ‘migranten in ruimte en tijd’ of over ‘oud worden in de vreemde’. Daarbij werd stilgestaan bij volgende aspecten: - de plaats en betekenis van de oudere binnen de familie en de samenleving - de intergenerationele verhoudingen en relaties - het leven op vreemde bodem met zijn impliciete moeilijkheden - de identiteit van de oudere migrant, zijn cultureel weefsel en verwevenheid tot continuïteit - geestelijke gezondheid en oudere cultureel anderen - de culturele bepaaldheid van zorgverstrekking ( Een tekst over deze themata is beschikbaar op het OOK secretariaat.) 3. Moeten rust- en verzorgingstehuizen in de toekomst zich richten tot alle groepen ouderen, onafgezien de a�omst of gaan we naar specifieke rusthuizen voor specifieke groepen ouderen volgens etnische of religieuze a�omst? Waar de overheid initiatieven neemt dient deze zich te richten tot alle ouderen, waar de overheid privé-initiatieven op dit vlak ondersteunt moeten deze aan criteria beantwoorden en aan bepaalde normen beantwoorden. Er is ook altijd ruimte voor privé-initiatief dat, als het zichzelf financiert, ook meer autonomie kan claimen en zich op specifieke groepen kan richten. De overheid zal echter altijd moeten waken over het belang van diegenen die dreigen uit de boot te vallen. 4. Hel� allochtonen arm. De werkgroep hee� kennis genomen van het artikel in het blad MO van juni 2006 waar een onderzoek van Jan Vranken van de Univ. Van Antwerpen geciteerd wordt waaruit blijkt dat 55 % van de allochtonen van Marokkaanse a�omst en 59% van de Turkse allochtonen onder de armoederisicogrens - minder dan 777 euro per maand - lee�. Ook blijkt uit dat onderzoek dat de sociale sector voor armoedebestrijding niet op die groepen zijn afgesteld. De conclusie is dan ook dat het armoedebeleid en het middenveld moeten interculturaliseren zodat allochtone armen mee kunnen bepalen wat armoede is en welke maatregelen nodig zijn. Onze werkgroep neemt zich voor om na het verlof stil te staan bij de vraag “ Hoe racisme voorkomen en hoe omgaan met uitingen van racisme”. Jac De Bruyn Voorzi�er
19
OOK-ACTUEEL
Stuurgroep Ouderenweek – Ouderenparlement Na de evaluatie van het Ouderenparlement moest de stuurgroep onmiddellijk weer aan de slag. Er rest niet veel tijd meer voor de voorbereiding van de brochure van de Ouderenweek. Waarover gaat de Ouderenweek dit jaar? We lanceren het thema van de verscheidenheid tussen de mensen. Op allerlei vlakken situeren zich verschillen: ouder & jonger, arm & rijk, geboren Vlamingen & nieuwe Vlamingen, hetero & holebi, student & werkende, enz. Anderzijds zijn er veel zaken die we gemeen hebben ondanks de verschillen. Daardoorheen willen we op verkenning gaan. Maar het allerbelangrijkste is dat we omgaan met elkaar ondanks de verschillen. Door het contact en door samenwerking creëren we de kans dat we elkaar begrijpen en waarderen. We willen dit jaar het thema verscheidenheid breed behandelen om mee inzicht in de thematiek te krijgen. Daarnaast zullen praktische methoden worden voorgesteld zodat u vanaf november daarmee aan de slag kan gaan. Ondertussen is een slogan voor de Ouderenweek in de maak, maar nog niet beslist. De leden van de stuurgroep brachten verschillende voorstellen binnen. In de loop van de maand juli komt er meer informatie op de website. U kan ons dan ook contacteren voor meer informatie. En naar jaarlijkse gewoonte mag u de brochure verwachten in de eerste hel� van september. Mie Moerenhout Directeur
Commissie Zorg en Wonen De commissie ‘Zorg en ‘Wonen’ hee� tijdens haar bijeenkomsten op 27 april en 2 en 28 juni de luiken ‘Wonen’ en ‘Energie’ van het Vlaams actieplan Armoedebestrijding bestudeerd. Dit ter voorbereiding van een advies. De woonsituatie van Vlaamse ouderen in Brussel werd hierbij niet uit het oog verloren. De commissie leden werden als focusgroep geconsulteerd door een studente gerontologie in het kader van haar thesis, omtrent de woontevredenheid van ouderen die soms haaks staat op de kwaliteit en het comfort van de woning. Ondertussen is in het kader van de nieuw op te starten werking rond ‘Geestelijke gezondheidszorg’ een beperkte en kortlopende werkgroep samengesteld voor het luik ‘dementie’. Een aantal leden van de commissie nemen deel aan deze werking. Er worden eveneens een aantal experten betrokken. Het is de bedoeling om in het najaar een advies klaar te hebben. Roger Van Ranst Voorzi�er
20
OOK-ACTUEEL
Commissie Sport & Bewegen Tijdens de commissie van 16 mei 2006 werden o.m. volgende items besproken: Er werd een denktank seniorensport opgestart vanuit het OOK en i.s.m. het Bloso, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, universiteiten, de Vlaamse Sportfederatie en andere sportactoren. Deze denktank hee� tot doel ons actieplan te bekijken en een visienota te ontwikkelen m.b.t. sport en bewegen voor ouderen in Vlaanderen, die gedragen wordt door de hele sector. Wouter Delbroek liet een schrijven vertrekken vanuit de Vlaamse Sportfederatie naar alle Vlaamse sportfederaties met de vraag naar het aantal ouderen dat aangesloten is bij de sportfederatie, per lee�ijdscategorie per 5 jaar. Op die manier kennen we het aantal georganiseerde ouderen die sporten via een erkende sportclub. Sporten via de sportclub betekent immers ook sporten in een kwaliteitsvolle omgeving en daar zijn wij zeker voorstander van. Met onze visienota willen wij een aantal aanbevelingen maken naar het beleid. De eerste teksten zullen klaar zijn tegen september 2006. Het decreet op het lokaal sportbeleid (gemeenten en provincies) wordt op de voet gevolgd. Er wordt getracht om vanuit alle hoeken ook voldoende aandacht te schenken aan de ouderen. Elke vereniging neemt hiervoor zijn of haar verantwoordelijkheid op. Het VIG organiseert een studiedag valpreventie i.s.m. het Rode Kruis, meer nieuws volgt later. De commissie betreurt dat er in het TV-programma Vlaanderen Sportland geen aandacht werd besteed aan seniorensport, terwijl iedereen zijn activiteiten doorgegeven hee�. De commissie vroeg aan het secretariaat dat men een brief stuurt en een signaal gee� dat wij ten zeerste betreuren dat het programma geen aandacht schenkt aan seniorensport. Lieve De Schrijver Voorzi�er
21
OOK-ACTUEEL
Commissie Inkomen De Commissie Inkomen besteedde de voorbije maanden aandacht aan de beleidsnota voor 2006 zoals voorgesteld door de minister van Pensioenen Bruno Tobback. Daarnaast werd de stand van zaken geëvalueerd inzake de uitvoering van de Generatiepactwet. Tot slot vroeg de Commissie Inkomen zich af welke werkzaamheden zij rond het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding zou uitvoeren.
Beleidsnota 2006 Wat betre� het aspect dienstverlening en informatieverstrekking werd onder meer het project AURA verduidelijkt. Dit project houdt in dat de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) in de toekomst jaarlijks een automatische pensioenraming zal overmaken aan hen die de lee�ijd van 55 jaar bereiken. Voorwaarde is wel dat men een activiteit als werknemer uitoefent of uitgeoefend hee�. In de loop van juni 2006 kreeg een eerste groep een pensioenraming opgestuurd. Uit de beleidsnota 2006 blijkt dat de minister bijzondere maatregelen wil treffen gericht op vrouwen en hun pensioen. Een voorbeeld hiervan is de versoepeling van de toegang tot het minimumpensioen voorzien voor oktober 2006. Deze versoepeling is van belang omdat vrouwen door de vele jaren van deeltijds werk veelal niet komen aan de vereiste loopbaanjaren nodig voor het recht op het minimumpensioen.
Uitvoering Generatiepactwet De Commissie kwam in maart tot de vaststelling dat de gepensioneerden nog altijd het inkomen uit toegelaten beroepsactiviteiten moesten aangegeven bij de RVP. Nochtans werd in het Generatiepact beloofd dat dit vanaf 2006 niet meer nodig zou zijn. Daarop volgend besloot het OOK meer uitleg te vragen aan de minister in het Raadgevend Comité voor de Pensioensector. In het kader van het Generatiepact voerde de regering een welvaartsmechanisme in. Dit mechanisme bestaat erin dat de regering tweejaarlijks een financiële enveloppe zal bepalen voor welvaartsaanpassingen in de sociale zekerheid. Dit mechanisme staat los van de sociale correcties die sommige uitkeringen in de sociale zekerheid in 2006 en 2007 zullen ondergaan. De meerderheid van de leden binnen de Commissie Inkomen is van mening dat het vrijgemaakte budget voor welvaarstaanpassingen ontoereikend is. De huidige plannen van de regering bieden te weinig garanties voor een echte welvaartsvastheid van de pensioenen.
Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 2005-2009 Er wordt in het actieplan gerefereerd aan inkomen als een federale materie. Vanwege het federale karakter van dit Vlaams Actieplan kan de Commissie Inkomen dus weinig doen in het kader van dit Actieplan. Toch zullen materies als huisvesting (huursubsidie), de liberalisering van de energiemarkt en zorgverzekering met bijzondere aandacht gevolgd worden door de Commissie Inkomen. Lies Vandecasteele Secretaris 22
OOK-ACTUEEL
Een sprong in het duister Als student kreeg ik de opdracht om mijn stage in de ouderensector te vervullen, meerbepaald: op het OOK-secretariaat. Nu weet je als jongere niet hoe je je zoiets moet voorstellen. Ik begon als een blanco blaadje, zelfs nog niet groen, aan mijn taak. Een oudere: wat is dat? Zo iemand met grijs haar, rimpels, sommigen lopen voorover gebogen, anderen horen of zien niet goed meer. Een oudere zou dan iemand zijn die kan terugkijken op het leven en het rustig aan kan doen omdat het toch allemaal niet zo vlot meer gaat. En dan hoor je jongeren zeggen: “Ik wil geen 80 jaar worden, dat hoe� voor mij niet.” Daar kan ik inkomen. Als je denkt dat wat je nu doet, je geen 80 jaar meer volhoudt en het enige alternatief ‘a�akelen’ is, dan heb je zowat het meest stereotype beeld van ‘ouder worden’ in gedachten. Als je zo denkt, is het helemaal niet aantrekkelijk om ouder te worden. Dit komt mede doordat het heel moeilijk is om te weten hoe het voelt om oudere te zijn. Je bent als jongere immers nog nooit oudere geweest. En daar bevindt zich dan ook het meest waardevolle van ‘ouder worden’. De ervaringen die je in een mensenleven verzamelt zijn enorm rijk. En dat weten jongeren, want daar draait het ook bij mij om: zo veel mogelijk ervaring opdoen. Nieuwsgierigheid en leergierigheid, streven naar verandering en verbetering (wat natuurlijk subjectief is) zijn zaken die de jongeren typeren. Doe daar nog een scheut enthousiasme en energie bij en de meest positieve schets van de jongere is gemaakt. Maar elke lee�ijd hee� zo zijn voor- en nadelen. Het is helaas ook zo dat de jongeren in al hun, noem het maar gerust naïeve, enthousiasme nog heel wat tegen de muur van het leven botsen. Het is dan ook mooi te zien dat hierover een grote vergevingsgezindheid bestaat. Nu, de grote dosis ervaring die ouderen hebben, zorgt voor een grote zelfzekerheid, maar kan, door hier steeds naar terug te grijpen, een rem ze�en op nieuwe ideeën. Hier staat al heel wat minder tolerantie en begrip tegenover. Zijn we dan toleranter tegenover jongeren dan tegenover ouderen? Het moet immers vooruit gaan. Na de verjonging in de politiek lijkt het of heel de samenleving gebrand is op het idee om ‘eeuwig jong’ te blijven. Men gaat dan voor ‘dynamiek’ of ‘energierijk’, alsof ouderen dat niet kunnen zijn! Is dit dan uit de onmogelijkheid zich in te leven in de persoon van de oudere, of vanuit een beeld dat ‘ouder worden’ en ‘a�akelen’ met elkaar linkt, of misschien vanuit een pré-vergrijzings-tijdperk waar de ouderen duidelijk in de minderheid waren. Ik weet het niet, maar dat er thans een verkeerd beeld bestaat over de Vlaamse ouderen is me wel duidelijk. In tegenstelling tot jongerenculturen, is er in de samenleving niets van ouderenculturen op te merken. Dit proberen reclamebureau’s wel te creëren, maar het wordt duidelijk dat de diversiteit binnen de ouderen te groot is, ondermeer door de lange levensloop, de vele keuzes en de gebeurtenissen die ons pad kruisen. De ouderen worden veelal getypeerd door hun ervaringen, jongeren door de ervaring waarnaar ze op zoek zijn. Daarom lijkt het erg waardevol om samenwerking tussen ouderen en jongeren te promoten. Jongeren leren uit de ervaringen van ouderen en ouderen blijven actief in de steeds evoluerende samenleving.
23
OOK-ACTUEEL
Ik heb veel respect gekregen voor wat ouderen denken en voelen en ik durf te zeggen dat ouderen me heel wat nu�ige ervaringen rijker hebben gemaakt, en dit niet enkel professioneel. Vooral het feit dat je de tijd moet nemen om te leren uit je ervaringen en er nog iets mee kan doen, zelfs een hele nieuwe carrière starten na je professionele loopbaan. Ook dit zorgt voor vernieuwing. Het volstaat soms om je ogen en oren goed open te houden en de sprong in het duister te wagen. Tom Vaneessen Stagiair
Internationale studiedag ouderenmis(be)handeling Zo�egem 15 juni 2006
Ouderenmis(be)handeling is een globaal probleem van onze tijd. 15 juni wordt door INPEA (Internationaal netwerk ter preventie van ouderenmishandeling) uitgeroepen tot de “World Elder Abuse Awareness Day”, de werelddag rond ouderenmishandeling. In de Verenigde Staten, meer bepaald in New York werd op deze werelddag een grote conferentie gehouden rond dit thema. Andere bijeenkomsten hadden plaats in Helsinki, Sidney en andere steden. Ook in Vlaanderen is deze dag niet onopgemerkt voorbijgegaan en vond er een internationale studiedag plaats in Zo�egem met buitenlandse sprekers van Engeland, Ierland en Nederland. Ook onze Franstalige buren uit Wallonië kwamen hun manier van werken aan ons voorstellen. Situatie in Wallonië (spreker: Nicolas Berg; voorzi�er CAPAM) Diverse initiatieven in de jaren ’90 van de vorige eeuw die aandacht besteden aan de slechte behandeling van ouderen, resulteerden in 2002 in het oprichten van CAPAM (Centre d’ Aide aux Personnes Agées Maltraitées). Dit centrum behandelt gevallen over gans Wallonië en beschikt daarvoor over vijf antenneposten in de verschillende provincies. Het centrum wil een antwoord bieden op de problematiek door onder andere informatie te verspreiden bij de ouderen en vorming te geven aan mensen die werken in de ouderenzorg, preventiecampagnes te organiseren en gegevens te verzamelen en te publiceren. Om de slagkracht en het bereik van de actie ten gunste van mishandelde ouderen te vergroten werkt CAPAM samen met andere diensten om gemeenschappelijke projecten op te ze�en op Franstalig niveau maar ook op internationaal niveau. Situatie in Nederland (spreker: Theo Royers; voorzi�er NIZW) In 1996 werd het LSBO (Landelijk Steunpunt ter Bestrijding van Ouderenmishandeling) opgericht, ondergebracht in het NIZW (het Nationaal Instituut voor Zorg en Welzijn). Het LSBO stimuleerde gemeenten en zorginstellingen om lokale of regionale netwerken op te richten, naast taken als taboedoorbreking en deskundigheidsbevordering. In 2003 werden de taken van het LSBO stopgezet door het ministerie van Welzijn.
24
OOK-ACTUEEL
Op dat moment was ongeveer een tweevijfde deel van het land gedekt met meldpunten en/of consultatienetwerken. Deze netwerken hebben besloten om zelfstandig door te gaan onder de naam ‘Landelijk Platform ter Bestrijding van Ouderenmishandeling’ (LPBO). Het ministerie van Justitie besteedt de laatste jaren steeds meer aandacht aan huiselijk geweld, d.i. geweld binnen het gezin. Zo wou men in Nederland overal Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld oprichten. Het LPBO hee� er toen voor gekozen om aansluiting te zoeken bij deze Advies- en Steunpunten. Op die manier biedt men voor een gelijkaardige problematiek als ouderenmishandeling meer draagvlak en financiële kansen. In mei dit jaar is de campagne STOP Ouderenmishandeling van start gegaan. Hiervoor is een ambassadeur aangesteld in de persoon van Mirjam van Dongen, als voorzi�er van het LPBO en medewerker van het NIZW, om de campagne wat meer slagkracht te geven. Zij trekt het land rond en spreekt de verantwoordelijken aan in provincies en gemeenten waar nog niets of te weinig geregeld is op het gebied van bestrijding van ouderenmishandeling. Men hoopt met deze aanpak over twee jaar een landelijke dekking te realiseren zodat de registratie van de informatie- en adviesvragen en de meldingen overal gebeurt en dat de hulpopvolging en interventies door beroepskrachten overal even goed is geregeld. Situatie in Ierland (spreker: Anne O’Loughlin) Ierland is pas in de beginfase wat betre� de erkenning van ouderenmishandeling. In 1999 werd een werkgroep ‘Working Group on Elder Abuse’ opgericht, bestaande uit 18 leden uit diverse gezondheids- en sociale diensten en in 2002 is er een rapport ‘Protecting our Future’ door deze werkgroep gepubliceerd. Dit rapport gee� de huidige houding weer van de Ierse overheid tegenover ouderenmishandeling. Het rapport beklemtoont het belang van samenwerking tussen alle instellingen en organisaties die diensten verlenen aan ouderen. Er zou in iedere instelling een structuur moeten tot stand komen waarin een Steering Group, een Health Board Officer en een Case Worker samenwerken als team om ouderenmishandeling aan te pakken. De werkgroep doet ook een dringende oproep om aandacht te besteden voor de mishandeling van ouderen. De inspectiediensten hebben voornamelijk oog voor gevallen van kindermisbruik. Op institutioneel vlak werd onlangs een grote hervorming doorgevoerd. Op 1 januari 2005 werd namelijk de Health Service Executive opgericht. Deze instelling vervangt een complex geheel van tien gezondheidsdiensten. De onzekerheid die deze ingrijpende hervorming hee� teweeggebracht in de sociale sector hee� de erkenning van ouderenmishandeling geen goed gedaan. Situatie in het Verenigd Koninkrijk (spreker: Bridget Penhale; voorzi�er INPEA Europe) De voorzi�er van INPEA gee� in haar videoboodschap mee dat ouderenmishandeling een probleem is van alle tijden en dat het overal ter wereld voorkomt. Het onderwerp is lang taboe gebleven en pas onlangs en stapsgewijs onder de aandacht gekomen. Een van de moeilijkheden in de erkenning van ouderenmishandeling is dat er geen algemeen aanvaarde definitie van bestaat. Op dit moment wordt er in het Verenigd Koninkrijk wel aan onderzoek gedaan door verschillende studiebureaus en universiteiten. Momenteel loop een groot nationaal onderzoek gefinancierd door de ‘Charity Comic Relief’ en de Britse overheid en uitgevoerd door het ‘National Centre for Social Research’ en ‘King’s College, London’. Stilaan groeit er een politieke consensus rond de noodzaak van wetgeving rond ouderenmishandeling. 25
OOK-ACTUEEL
De International Elder Abuse Awareness Day is een unieke kans om deze problematiek onder de aandacht te brengen en initiatieven te ontwikkelen. Uit de verschillende verhalen van de sprekers blijkt dat in de meeste landen het besef begint te groeien dat een specifieke aanpak rond ouderenmis(be)handeling noodzakelijk is. In Vlaanderen hebben wij gekozen voor de methodiek van het ‘casemanagement’. Wij treden zelf niet op als hulpverlenende instantie, maar coördineren de bestaande hulpverlening in een situatie van ouderenmis(be)handeling of zoeken samen met het slachtoffer naar mogelijke diensten die kunnen optreden om de situatie te verbeteren. Vorig jaar ontving het Vlaams meldpunt ouderenmis(be)handeling ruim 400 oproepen, dat is gemiddeld 2 per werkdag. Dit is 10% meer dan in 2004. De plegers zijn doorgaans mensen uit de familie of de onmiddellijke omgeving van de oudere persoon en tegelijkertijd zijn die voor de oudere ook vaak de enige die hij of zij nog hee� en dur� de oudere persoon juist daarom niet te protesteren tegen het geweld. We vermoeden dat 1 op 5 zorgbehoevende ouderen slachtoffer wordt van ouderenmis(be)handeling. We beseffen dat het probleem zich in de komende decennia steeds scherper zal stellen door de toenemende vergrijzing en zelfs verzilvering van de bevolking. Door de steeds langere wachtlijsten in rust- en verzorgingstehuizen, blijven meer zorgbehoevende oudere mensen langer thuis wonen. Belangrijk is dat dit op een kwaliteitsvolle manier kan gebeuren, en dat een ona�ankelijke instantie de kwaliteit van het leven van de oudere persoon kan bewaken. Vl
m
aa
Anne Van der Gucht Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling Sociaal Huis Pandora Grotenbergestraat 26 9620 Zo�egem
sM
e ld
pu
nt
Ou
V LA A M S
d er
enm
is ( b e
)hand
e li n g
MELDPUNT
OUDERENMIS(BE)HANDELING
078 15 15 70
Tien punten voor betere zorg voor ernstig zieken S-Plus ondersteunt de eisenbundel van de Socialistische Mutualiteiten voor een betere zorg voor ernstig zieken. De Socialistische Mutualiteiten lanceert een 10puntenprogramma voor een betere en meer betaalbare zorg voor mensen met een bedreigend gezondheidsprobleem. De eisenbundel is een concreet antwoord op leemtes in de ziekteverzekering en de Vlaamse zorgverzekering, zoals ze aangevoeld worden op het terrein. Ze kwam tot stand na overleg met patiëntenorganisaties, als de Vlaamse Liga Tegen Kanker, het Vlaams Patiëntenplatform, de Vlaamse Diabetesvereniging en de Belgische Cardiologische Liga.
26
OOK-ACTUEEL
Dit wordt concreet vertaald in een nieuw 10-puntenprogramma. 1) De verplichte ziekteverzekering moet voor patiënten met een ernstige aandoening selectief tussenkomen in de kosten van niet-terugbetaalbare geneesmiddelen, zoals pijnstillers, kalmeermiddelen of slaappillen. 2) Wij eisen tariefzekerheid voor patiënten die in het ziekenhuis opgenomen worden. Er moeten duidelijke en transparante limieten komen aan materiaal-, ereloon- en kamersupplementen. De overheid moet maximaal investeren in een snelle terugbetaling van nieuwe medische technieken en materialen. 3) Wij eisen een duidelijk we�elijk kader voor en het recht op een betaalbare hospitalisatieverzekering voor iedereen. 4) We eisen meer middelen en mankracht voor de thuiszorg. Thuiszorg mag niet enkel afgestemd worden op de behoe�en van de ouderen, maar moet ook specifieke aandacht kunnen besteden aan de noden van patiënten met een bedreigend gezondheidsprobleem. 5) Er moet een rem komen op de kosten voor de niet-medische zorg. Wij pleiten ervoor dat ook patiënten met een ernstige aandoening in aanmerking kunnen komen voor de vergoeding van de zorgverzekering. Die is vandaag voorbehouden aan zwaar zorgbehoevende mensen. Er moet m.a.w. een maximumfactuur voor de niet-medische zorg worden ingevoerd, zoals ingeschreven staat in het Vlaams regeerakkoord. 6) Elke patiënt hee� recht op duidelijke en correcte informatie. 7) Elke patiënt hee� recht op psychosociale zorg in alle fasen van het ziekteproces. 8) Wij willen maximale inspanningen voor de palliatieve zorgen aan terminale patiënten in ziekenhuizen en daarbuiten. 9) Wij willen kwaliteitsnormen en maximumtarieven voor het ziekenvervoer. De bestaande kilometervergoedingen voor nier- en kankerpatiënten moeten kostendekkend worden. 10) Wij wijzen erop dat mensen met een ernstig gezondheidsprobleem garanties nodig hebben over hun inkomen, over het behoud van hun levensstandaard. Daarom eisen wij een herwaardering en welvaartsvast maken van de invaliditeits- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de pensioenen. Het realiseren van deze eisen vergt inspanningen van iedereen. Daarom worden de Vlaamse en federale overheid opgeroepen meer middelen vrij te maken voor patiënten met een ernstige aandoening, en aandacht aan deze mensen te besteden bij het uitstippelen van hun beleid. De zorgverstrekkers – en instellingen van hun kant moeten meer energie stoppen in een menswaardige omgang met de patiënten, meer tijd stoppen in een goede communicatiedoorstroming en werk maken van tariefzekerheid voor hun patiënten. Ook het ziekenfonds zelf neemt zijn verantwoordelijkheid op. Nog meer dan in het verleden moet het ziekenfonds zijn leden bijstaan met pro-actieve en duidelijke informatie. Voor bijkomende info kan u contact opnemen met de persdienst van de Socialistische Mutualiteiten op het nummer 02 515 05 12 of op www.socmut.be 27
OOK-ACTUEEL
Wij zijn meer dan handige Harry’s Bijdrage aan het boek van Jan Béghin: ‘Armoede in Brussel’ Koerdisch Instituut/ EPO, mei 2006 EPO uitgeverij, Lange Pastoorstraat 25-27, 2600 Berchem-Antwerpen, tel. 03 287 08 75 € 19,50 Onderdeel: ‘Getuigen’: de Buurtconciërge – Seniorencentrum vzw Opgetekend door Katelijne Goris en het Seniorencentrum Oudere Brusselaars, dat is een verscheiden begrip. Vanaf wanneer ben je eigenlijk een oudere Brusselaar? Een 65-plusser die zijn tweede jeugd belee�, hee� andere wensen dan een dame of heer op lee�ijd die dagelijks hulp nodig hee� in het huishouden. Enkele cijfers. Gemiddeld telt het Brussels Gewest 21 % inwoners ouder dan 60 jaar. Brussel hee� bovendien een specifieke demografie: de autochtone Brusselaar wordt ouder terwijl de jonge Brusselaar veelal van allochtone komaf is. Maar ook de eerste generatie migranten wordt een dagje ouder. De Brusselse bevolking hee� een hogere levensverwachting dan vroeger. Dat betekent dat de groep ouderen alsmaar meer verscheiden wordt, niet alleen qua culturele achtergrond. Ook de lee�ijden komen verder uit elkaar te liggen. Dat houdt eveneens in dat de oudere Brusselaar verschillende behoe�en en noden hee�. Jean Lievens en Marc Maerschalck zijn buurtconciërges. Zij bieden hun diensten aan in de Anneessenswijk, de Bijstandswijk en de Marollen te Brussel, pal in het centrum van de stad. Volkse, achtergestelde wijken. Al trekt een wijk als de Marollen ook nieuw, jong volk aan. Maar voorlopig hebben de buurtconciërges aan cliënteel geen gebrek. In deze buurten wonen nogal wat oudere Brusselaars. Ongeveer een derde van de mensen die beroep doen op de buurtconciërge is ouder dan 80 jaar. Het merendeel van het cliënteel zijn alleenstaande vrouwen. Deze verhoudingen bleven al enkele jaren vrijwel ongewijzigd. Het werken met een buurtconciërge is voortgekomen uit een kansarmoedeproject. De twee buurtconciërges, in dienst van het Seniorencentrum, zijn er voor alle gepensioneerden die zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen. Jean Lievens is al twaalf jaar buurtconciërge. Sedert drie jaar wordt hij bijgestaan door collega Marc Maerschalck. Samen staan ze de oudere Brusselaar voor alle problemen inzake welzijn, veiligheid en comfort bij. Een oude boom verplant je niet meer. Oudere mensen willen graag in hun huis in hun vertrouwde buurt blijven wonen. Zelfs als die woning niet alle modern comfort hee�. En zo zijn er nogal wat in de buurten waar de buurtconciërge werkt. Veel doen met weinig. Dat is Jeans manier van werken. “Ik ben niet zo maar een klusjesman die je voor onverschillig wat kunt vragen. Het is niet de bedoeling dat ik renovatiewerken uitvoer. Ik spring eerder in als er acute problemen zijn. Als ik via een eenvoudige, eenmalige ingreep de levenskwaliteit kan verbeteren, dan ben ik paraat. Dat kan van alles zijn, een nieuw slot installeren, een nieuwe dichting aanbrengen onder de gootsteen, badkamertegels opnieuw vastmaken… Het is verbazend hoe je met kleine aanpassingen grote verbeteringen kunt teweegbrengen. Maar je moet het natuurlijk fysiek en financieel ook daadwerkelijk kunnen doen. Hulp inroepen kost vaak geld. 28
OOK-ACTUEEL
Een oudere die met een klein pensioen moet rondkomen en ook nog eens gezondheidszorgen e.d. moet betalen, houdt niet veel meer over. En zelf doen is ook niet altijd mogelijk: een alleenstaande dame van 80 jaar kan doorgaans zelf geen nieuwe handgrepen in de badkamer installeren. Ik kan daar wel voor zorgen. Ik ben er voor alle ouderen, maar uiteraard zijn er wel groepen die meer aandacht nodig hebben dan andere. Vooral mensen die geconfronteerd worden met hospitalisatie, overlijden, handicaps, verhuis, financiële problemen, onveiligheid of die kampen met eenzaamheid, depressie, a�akeling, die kunnen mijn hulp beter gebruiken dan anderen. Ik word met heel wat situaties geconfronteerd. Ik ben dan ook meer dan gewoon maar een handige Harry die mensen uit de nood helpt. Ik ben ook een vertrouwenspersoon. En als vertrouwenspersoon kan ik ook de weg wijzen naar andere diensten. Personen die slecht te been zijn of die het niet breed hebben, zijn vaak geïsoleerd. Ze kennen hun weg niet in de doolhof van dienstverlening en plichten. In de buurt waar ik werk zijn er nogal wat eenzame mensen. De klusjes die ik voor hen uitvoer zijn een aanleiding om het contact met mijn buurtbewoners te verbeteren. Ik kijk niet alleen naar de kleine technische mankementen, ik probeer ook rekening te houden met de totale woon- en leefsituatie van mijn klanten. De armoede bij de oudere generatie zit dikwijls achter de gevels verborgen. Problemen met gaskachels, elektriciteit, aflopen, dat zie je niet aan de buitenkant. Terwijl zulke dingen wel voor overlast kunnen zorgen. Een huis slijt. Je moet het onderhouden, je moet er tijd in steken. En dat kan niet altijd. Soms gebeurt het ook dat een oudere bewoner al heel lang met een probleem zit en er maar niet in slaagt het aan te pakken. Dat hee� zelfs niet altijd met centen of handigheid te maken. Als een persoon al zelf herstellingswerken in een woning hee� uitgevoerd en er dan opnieuw mankementen optreden, dur� hij het vaak niet te melden aan de huisbaas, uit angst dat de waarborg zal worden ingehouden. Er spelen zoveel gevoelens mee: schaamte en trots tegelijk. Ook al is zijn woning niet meer aangepast aan zijn behoe�en, dan nog wil zo’n oudere Brusselaar graag in zijn eigen woning blijven wonen. Maar soms is er ook overredingskracht nodig om de nodige aanpassingen te doen. Iemand binnenlaten in je woning en aanvaarden dat je nieuwe situatie aanpassingen vergt, dat is niet evident. Een oudere die bijvoorbeeld na een hospitalisatie terug thuis komt, moet zich sowieso aanpassen.” Marc Maerschalck, Jeans collega, vertelt: “ Omdat ik in de wijk woon, ben ik haast altijd in de buurt. Niet alleen mijn klanten kennen mij. Als er een of ander probleem is met een oudere persoon die in mijn buurt woont (of die er pas is komen wonen) ben ik het eerste aanspreekpunt. Een voorbeeld: een tijd geleden kreeg ik een wanhopig telefoontje van Gérard Mertens(*), de conciërge van een wooncomplex met sociale appartementen. Er wonen daar hoofdzakelijk oudere mensen. Gérard vertelde mij het verhaal van mevrouw Verhaeghen(*), een oudere dame, net ontslagen uit een Brussels ziekenhuis. Na haar verblijf in het ziekenhuis ging ze in een van zijn appartementen wonen. De sociale dienst van het ziekenhuis had dat voor haar geregeld. Zo had mevrouw Verhaeghen een dak boven haar hoofd, water en electriciteit. Maar daarmee was alles gezegd, want toen mevrouw Verhaeghen die vrijdagavond haar appartement binnenging stond er niets. Geen eten, geen kleding, geen meubelen.
29
OOK-ACTUEEL
Ze had ook niets bij zich. Een dame op lee�ijd, gehandicapt, zonder huisarts, die op geen enkele hulp van wie dan ook kan rekenen. Gérard wist niet wat te doen en vroeg mij om hulp. Ik ging dadelijk kijken. Eerst zorgde ik er voor dat mevrouw Verhaeghen over levensmiddelen en enkele meubels kon beschikken om het weekend door te komen. Ik waarschuwde ook de diensten voor thuiszorg: het was vrijdag en al konden ze voor maandagmorgen niet meer ingeschakeld worden, vanaf maandag moesten ze onmiddellijk in actie schieten. Dat gebeurde ook. De weken daarna zorgden mijn collega Jean en ik verder voor de inrichting en aankleding van het appartement. Want je vraagt je toch af hoe een hulpbehoevende vrouw in zo’n penibele situatie verzeild raakt. Hoe komt het dat ze er helemaal alleen voor staat? Waar woonde ze voor ze in het ziekenhuis terecht kwam? Om dat te weten te komen, moet mevrouw Verhaeghen durven spreken. En moet je haar vertrouwen winnen. Dat is me ook gelukt. Vroeger woonde mevrouw Verhaeghen in Brussel maar verhuisde later naar Oostende met haar tweede man. Na het overlijden van haar man stelt haar zoon voor dat zij bij hem zou intrekken. Het lijkt een goede oplossing en ze gaat op het voorstel in. Toch is dat het begin van veel ellende. De zoon maakt namelijk schulden op naam van zijn moeder en brengt haar in financiële moeilijkheden. Mevrouw Verhaeghen ziet geen uitweg. Als ze ziek wordt en in een ziekenhuis moet worden opgenomen, vraagt ze een overplaatsing aan naar een Brussels ziekenhuis. Zo maakt ze zich los van haar zoon. Na haar ontslag uit het ziekenhuis wil ze niet terug naar Oostende en komt zo in het appartement bij de heer Mertens terecht, zij het zonder bezi�ingen. Jean en ik hebben haar in die beginperiode geholpen om haar appartement in orde te brengen. Maar daarmee zijn niet alle problemen van de baan. Na verloop van tijd speurt de zoon zijn moeder op en begint het financiële misbruik opnieuw. En zo is het opnieuw naar af. In een mum van tijd moet mevrouw Verhaeghen weer een hoop schulden a�etalen. Ze houdt niets meer over om van te leven. Maar dit maal zijn we er snel bij. Ik ben mevrouw Verhaeghens vertrouwenspersoon. Ze vertelt me alles en ik schakel het Seniorencentrum in. Onze baas dient een klacht in bij het Steunpunt Ouderenmis(be)handeling. Vanaf dat moment worden de krachten echt gebundeld: alle diensten die betrokken zijn bij de hulp aan mevrouw Verhaeghen werken nauw samen om verder misbruik tegen te gaan. Nu gaat het al heel wat beter. Ik spring geregeld bij haar binnen om te zien hoe het gaat met mijn cliënte en zo kunnen we veel sneller ingrijpen als er weer iets dreigt mis te lopen”. Het werk van de buurtconciërges is heel concreet. De verbeteringen die ze in een woning aanbrengen zijn tastbaar. Dat ze ook een rol spelen in het sociale leven van de wijk is misschien niet altijd zo duidelijk af te meten. Maar de buurtbewoners kennen hen. De buurtconciërges proberen voeling te houden met wat er lee� in hun buurt. Via doelgerichte bezoeken, door te praten met de buren, of soms ook toevallig als ze bekenden of minder bekenden tegen het lijf lopen. Jean Lievens en Marc Maerschalck beamen: “Ons werk wordt gewaardeerd en dat gee� ons voldoening. We werken niet op een eiland. Ook de wijkgezondheidscentra in de buurt kennen ons. De samenwerking met andere initiatieven in deze buurt loopt vlot. En dat is goed zo. Want een oudere persoon die weinig geld hee�, die slecht behuisd is, hee� vaak ook andere problemen. Dat blijkt wel uit het verhaal van mevrouw Verhaeghen. Haar verhaal is (gelukkig maar) eerder uitzonderlijk, maar toont wel aan hoe complex de problemen kunnen zijn. Om mevrouw Verhaeghen te helpen is er meer nodig dan het verhelpen van praktische problemen. De problemen zijn vaak groter en oneindig veel complexer dan alleen maar ‘die kapo�e wc’. Je kunt het een niet los zien van het ander. Slechte behuizing, kansarmoede, vereenzaming, gezondheidsproblemen, ze treden eigenlijk altijd samen op. 30
OOK-ACTUEEL
En daarom moet de buurtconciërge ook een vertrouwenspersoon zijn. En moeten alle hulpverleners met vereende krachten optreden”. (*) De namen van meneer Mertens en mevrouw Verhaeghen zijn verzonnen.
Wonen op je oude dag Onder de titel “Rimpelloos ouder worden? Wonen op je oude dag.”, deden 7 studenten – waaronder 5 allochtone dames – een onderzoek naar de verwachtingen van 50-60-jarigen omtrent huisvesting. De studenten volgen de ‘bijzondere leerroute’ die de beide Brusselse sociale hogescholen samen inrichten. Het onderzoek werd gedaan in de periode tussen oktober 2005 en mei 2006, als groepswerk, in opdracht van het Brusselse Seniorencentrum. Het Seniorencentrum had eerder al voor de Vlaamse minister, bevoegd voor Hoofdstedelijke Aangelegenheden een verregaand concept voor woonzorgzones en uitrusting in (Vlaams) Brussel gemaakt. Dit studentenwerk bevraagt 50-60 jarigen over hun woonwensen binnen pakweg 20-25 jaar. Dat is een welkome aanvulling van informatie voor de overheid bij haar planning voor (Vlaams) Brussel. Het onderzoek peilt naar de kennis van de verschillende woonvormen (van rusthuis tot kangoeroewoning), naar de verwachtingen voor huisvesting en naar motieven. Het onderzoek laat, zij het vrijblijvend, de 50-60 jarigen op creatieve wijze een perspectief ui�ekenen. Belangrijk in deze studie is dat 59% Belg van geboorte en 41% allochtoon van geboorte is. Hierbij zal het u niet verbazen dat 51% vrouw is. Ook wordt bevestigd dat eigenlijk weinigen een goed beeld en nog minder een correct beeld hebben van wat zich als woonvormen voor ouderen aandient. De serviceflat scoort veel beter bij houders van een diploma hoger onderwijs, de sociale woning dan weer minder bij deze groep. Hoe lager het diploma hoe meer men de sociale woning kent. Opvallend is dat 20% toch stelt vandaag al last te hebben van gezondheidsproblemen (12% ernstig). Voor 27% gee� dat op hun lee�ijd vandaag al huisvestingszorgen. Ruim 50% van de ondervraagden hebben zich nog nooit eerder vragen gesteld over hun latere woonsituatie. Dat is eigenlijk veel. Als men zich al eens zorgen maakt gaat het om (schrik voor eventuele) gezondheidsproblemen, zeg maar a�akeling. Maar die schui� men dan ook gewoon voor zich uit. Slotsom is dat een nieuwe duale samenleving dreigt te ontstaan waarbij vernieuwende woonvormen en eigen initiatief (en waarom niet in groep) in de feitelijkheid voor die senioren met een goed inkomen, met hogere opleiding, met een mooie beroepsloopbaan… zullen mogelijk zijn. Het verhaal van “have and have-not”. Een even belangrijke slotsom is dat het gedachtegoed over verzorging en huisvesting bij allochtonen snel evolueert. Eenvoudig gesteld evolueert men sneller dan verwacht van intrafamiliale opvang en intergenerationele hulp naar het ‘Vlaams’ model waarbij de kinderen aanspreekbaar zijn, maar niet zomaar belast worden. Kris De Smet (info Seniorencentrum vzw) 31
OOK-ACTUEEL
Koning Bouwdewijnstichting: projectoproepen Veroudering van de bevolking en verhoudingen tussen generaties De Koning Bouwdewijnstichting wil via deze oproep projecten steunen die twee of meer generaties met elkaar in contact brengen, ook ouderengeneraties onderling. Onze samenleving evolueert: de levensverwachting stijgt, het aantal jongeren daalt, het aantal ouderen stijgt, de levenslopen van mensen worden diverser en complexer, … In die veranderende context zijn relaties tussen generaties minder vanzelfsprekend, maar des te belangrijker om de sociale samenhang en de solidariteit en stabiliteit binnen de samenleving op peil te houden. De Koning Boudewijnstichting wil via deze oproep ondersteuning bieden aan projecten die meer, betere en wederkerige relaties tussen generaties stimuleren, projecten die ertoe bijdragen dat generaties elkaar leren kennen en waarderen, projecten die het groeiende potentieel van ouderen aanwenden en hen een betekenisvolle sociale rol laten spelen. De Koning Boudewijnstichting wil beginnende projecten een duwtje in de rug geven, maar ook bestaande initiatieven aanmoedigen en als inspirerende voorbeelden naar voren schuiven. De dossiers moeten ingediend worden ten laatste tegen 30 september 2006. Voor meer informatie: Anne Van Meerbeeck Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 te 1000 Brussel. Tel.: 02 549 02 54; e-mail:
[email protected], Internet: www.kbs-frb.be
Twee projectoproepen focussen op buurtleven en onveiligheidsgevoel
De Stichting lanceert twee oproepen om burgerengagement te stimuleren. De oproep ’Buiten Gewone Buurt’ steunt projecten die de kwaliteit van de leefomgeving in wijken of dorpen verbeteren: inrichting van openbare ruimten, solidariteit onder buren, ontmoetingen tussen mensen van allerlei horizonten. ’Onveiligheidsgevoel: onze zaak, ook onze taak’ zal lokale initiatieven ondersteunen die een antwoord zijn op concrete onveiligheidsgevoelens. Dit is een vervolg op de projecten van 2004 en 2005 waaraan het OOK met de Ouderenweek ‘Veiligheid een basisrecht’ participeerde. U kan enkel een project indienen door een kandidaatsdossier in te vullen. Dit dossier kan u per e-mail aanvragen
[email protected] of telefonisch op het nummer 070 233 065. U vindt het eveneens terug op de website www.kbs-frb.be.
32
OOK-ACTUEEL
Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger De wet betreffende de rechten van de vrijwilliger (3 juli 2005, gewijzigd door de Wet houdende Diverse bepalingen van 27/12/2005) is aangepast. De nieuwe bepalingen werden op 8 juni 2006 goedgekeurd door De Kamer. De tekst is nu doorgezonden naar de Senaat. Die kan de tekst eventueel nog evoceren (tot 26 juni 2006). Na goedkeuring door de Senaat rest enkel nog de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Nieuwigheden in de wet
Uitbreiding definitie ‘organisatie’: omschrijving ‘feitelijke vereniging’ Afschaffing organisatienota, vervangen door vormvrije informatieplicht Aansprakelijkheidsregeling: vrijwilliger is immuun (behalve in bepaalde feitelijke verenigingen) Verzekeringsplicht: organisatie moet BA polis sluiten voor risico’s vrijwilligerswerk (behalve voor bepaalde feitelijke verenigingen) Artikel 9 § 1 wordt geschrapt Forfaitaire kostenvergoeding: kwartaalgrens wordt afgescha� We overlopen hier de belangrijkste punten uit de wet. De aanpassingen zijn in deze tekst geïntegreerd: De wet betreffende de rechten van de vrijwilliger is van toepassing op alle vrijwilligerswerk (zoals omschreven in de definitie) in België en buiten België op voorwaarde dat de zetel van de organisatie in België is gevestigd. De definitie m.b.t. vrijwilligerswerk onderscheidt drie elementen - Het vrijwilligerswerk als activiteit (onbezoldigd en onverplicht…) - De vrijwilliger als natuurlijke persoon - De organisatie Waarbij dit begrip verder verfijnd wordt: * Private rechtspersonen zonder winstoogmerk * Publieke rechtspersonen zonder commerciële doeleinden * Feitelijke verenigingen zonder winstoogmerk Nieuw is dat het begrip ‘feitelijke vereniging’ nader wordt omschreven, als ‘elke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid van twee of meer personen die in onderling overleg een activiteit organiseren met het oog op de verwezenlijking van een onbaatzuchtige doelstelling, met uitsluiting van enige winstverdeling onder haar leden en bestuurders, en die een rechtstreekse controle uitoefenen op de werking van de vereniging’.
Informatieplicht
De oorspronkelijke tekst verplich�e de organisaties tot het opstellen van een organisatienota, die naargelang de organisatorische context,al dan niet ondertekend diende te worden. De organisatienota ruimt plaats voor de informatieplicht. Het staat elke organisatie vrij hoe ze die informatieplicht voltrekt: mondeling of schri�elijk, individueel of collectief. 33
OOK-ACTUEEL
Wel blijven de 5 kernelementen overeind. De organisatie informeert de vrijwilliger over: - haar sociale (of onbaatzuchtige) doelstelling en het juridisch statuut van de organisatie * indien feitelijke vereniging: ook informeren over de identiteit van de verantwoordelijke(n) - over het feit dat de organisatie een verzekeringspolis m.b.t. de BA van de organisatie inzake de risico’s bij het vrijwilligerswerk hee� gesloten - over eventuele bijkomende verzekeringen die de organisatie ten behoeve van de vrijwilligers sloot: bvb. lichamelijke ongevallenverzekering, rechtsbijstand, omnium auto,… - over het feit of de organisatie al dan niet een kostenvergoeding zal uitbetalen * indien er een vergoeding wordt voorzien: volgens welk systeem (forfaitair of reëel) en in welke gevallen - over het feit dat er een geheimhoudingsplicht op de vrijwilliger rust (artikel 458 Strafwetboek) * de organisatie moet de geheimhoudingsplicht niet meer le�erlijk citeren (vermits niet meer schri�elijk) maar de vrijwilliger moet wel weten dat hij zich ‘discreet’ moet opstellen (en de geheimhoudingsplicht moet naleven) Let op: niet alle feitelijke verenigingen vallen onder de aansprakelijkheidsregeling en de verzekeringsplicht. Degene die hier niet onder vallen moeten de vrijwilligers informeren over het feit dat ze vallen onder het ‘gemeen recht’: zij kunnen persoonlijk burgerrechtelijk aansprakelijk gesteld worden; en bijgevolg is het mogelijk dat zij bij schadegevallen (BA) beroep moeten doen op hun eigen polis BA privé-leven (zogenaamde familiale polis). Tot slot nog dit: de bewijslast ligt bij de organisatie. Zij zal moeten kunnen bewijzen dat ze de informatieplicht naar behoren hee� nageleefd.
Aansprakelijkheidsregeling (artikel 5)
De aansprakelijkheidsregeling in de wet legt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid bij de organisatie. De vrijwilliger is ‘immuun’ (kan niet persoonlijk burgerrechtelijk aansprakelijk gesteld worden) voor de schade die hij veroorzaakt tijdens het verrichten van het vrijwilligerswerk. De schadelijder zal zich moeten wenden tot de organisatie. 34
OOK-ACTUEEL
De immuniteit van de vrijwilliger kan worden opgeheven in volgende gevallen: - lichte repetitieve fout (eerder ‘gewoonlijk’ dan ‘toevallige’ fout) - zware of grove fout (hij wist dat het fout was maar deed het toch) - bedrog (intentie of opze�elijk schade veroorzaken) In het verhaal van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid zijn er twee stelregels: - er zijn steeds ‘derden’ in het spel - er moet altijd een verband zijn tussen fout en schade (‘het oorzakelijk verband) Dit betekent dat de schade die de vrijwilliger aan zichzelf veroorzaakt, buiten deze regeling valt. De organisatie die onder het volledige toepassingsgebied van de wet valt, mag van deze aansprakelijkheidsregeling niet afwijken (vb. laat ons kosten sparen en een akkoord maken met de vrijwilligers dat ze zichzelf verzekeren: mag niet…) Let op: niet alle organisaties vallen onder het toepassingsgebied van artikel 5 (aansprakelijkheid) van de wet. De wetgever stelt dat de feitelijke vereniging die geen personeel in dienst hee�, niet verbonden is aan een rechtspersoon noch verbonden aan een feitelijke vereniging met personeel in dienst, onder het regime van het ‘gemeen recht’ valt. Dat betekent dat voor deze feitelijke verenigingen de situatie is zoals nu: ieder lid kan persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. De vrijwilliger in de feitelijke vereniging die tijdens het verrichten van het vrijwilligerswerk schade veroorzaakt aan derden, kan deze aansprakelijkheid niet afwentelen op de organisatie. Hij zal zich uit de slag moeten trekken via zijn familiale verzekering (als hij er een hee�).
Verzekeringsplicht (artikel 6)
De wet legt een verzekeringsplicht op wat betre� de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de organisatie om de risico’s met betrekking tot het vrijwilligerswerk te dekken. Vermits de vrijwilliger niet persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden (behalve in het geval van de feitelijke verenigingen, zie kadertekst) moet de vrijwilliger voor de wetgever niet mee in de polis zi�en (we raden het wel ten stelligste aan!). De verzekeringsplicht geldt voor de buitencontractuele burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Dat is een vaak voorkomende BA, maar zeker niet de enige in het vrijwilligerswerk. Check na of de organisatie geen behoe�e hee� aan bijkomende verzekeringsbescherming. Let op: de feitelijke verenigingen die niet onder het toepassingsgebeid van artikel 5 van de wet vallen, vallen evenmin onder het toepassingsgebied van artikel 6 van de wet. Die feitelijke verenigingen moeten dus geen verzekering BA sluiten. In geval van schade kan de schadelijder zich immers wenden tot de vrijwilliger persoonlijk. Niets sluit echter uit dat ook deze feitelijke verenigingen een verzekeringspolis sluiten om zowel leden als vrijwilligers te beschermen. Aan te raden dus!
Aanpassing familiale polis
Er zal een bepaling in de BA polis privé-leven gezet worden dat vrijwilligerswerk steeds geacht wordt deel uit te maken van het privé-leven van de persoon in kwestie. Dat kan geschillen vermijden, indien de vrijwilliger geen bescherming geniet wat betre� de BA omdat hij in een organisatie actief is die niet onder toepassing van artikel 5 en 6 valt, zal de verzekeringsmaatschappij geen tussenkomst kunnen weigeren.
35
OOK-ACTUEEL
Verzekering tijdens het verrichten van vrijwilligerswerk
Omdat de vrijwilliger beschermd moet worden tijdens het verrichten van vrijwilligerswerk, zal ook een ingreep gebeuren m.b.t. de BA polis motorrijtuigen. ‘Tijdens’ betekent immers zowel bij het verrichten van de activiteiten als op weg van en naar de activiteiten. Om hier een verzekeringsbescherming te regelen zal een bepaling worden toegevoegd in de BA polis motorrijtuigen, waardoor de vrijwilliger, ook als die ‘in opdracht’ van het vrijwilligerswerk rijdt (tijdens activiteit of op weg van en naar) die schade veroorzaakt, beroep kunnen doen op de eigen autoverzekeringspolis (artikel 8 bis). Vanaf het moment dat vrijwilligers eventueel beroep moeten doen op ‘eigen polissen’ (familiale, autoverzekering) kunnen hier een aantal nadelen uit ontstaan. Voor een goed overzicht van knelpunten m.b.t. verzekeringen: zie ‘Eindrapport Vrijwilligerswerk en Verzekeringen’, een uitgave van de Vlaamse Gemeenschap (www.vrijwilligersweb.be). Opgelet: de artikels 5, 6 en 8 bis zullen pas in werking treden vanaf 1 januari 2007. Dit gee� de organisaties de tijd zich in regel te stellen met de verzekeringsplicht én gee� de beleidsmakers de tijd om de uitvoeringsbesluiten (minimumgarantievoorwaarden), de informatie over deze items (ook via gemeenten en provincies) en de piste van een collectieve polis op federaal niveau verder uit te werken.
Arbeidsrecht (artikel 9)
Bepalingen over het arbeidsrecht vallen onder artikel 9 van de wet. De eerste paragraaf, die het arbeidsrecht van toepassing maakte voor organisaties waar vrijwilligers ‘onder gezag’ werken, is geschrapt. Dat betekent dat de huidige praktijk blij� gelden, waardoor de inspectie eventueel mogelijkheid hee� om controles uit te voeren (in geval van klachten). De bedoeling is in elk geval dat de regels soepel worden toegepast. Wat betre� de regeling voor vreemdelingen en vrijwilligerswerk is tot op heden niets uitgewerkt (artikel 9 § 2). De huidige regeling blij� dus gelden.
Kostenvergoedingen
De situatie blij� zoals we ze thans kennen. Kostenvergoedingen kunnen volgens twee systemen worden uitbetaald: forfaitaire of reële kosten. De wet introduceert geen recht op kostenvergoedingen voor de vrijwilligers. De organisatie moet hen er wel vooraf over informeren (zie informatieplicht). De oorspronkelijke we�ekst introduceerde voor de forfaitaire kosten naast het dag- en jaarmaximum ook een kwartaalmaximum. Dat kwartaalmaximum is afgescha�. Vergoedingen in natura blijven mogelijk. Kenmerk: occassioneel! Let op: een vrijwilliger kan niet én een forfaitaire én een reële kostenvergoeding ontvangen. Zowel vrijwilliger als organisatie moeten de maxima bewaken. Overschrijden van de maxima kan ernstige consequenties hebben!
36
OOK-ACTUEEL
RVA uitkeringsgerechtigden
De mensen die een uitkering (zelf al is het gedeeltelijk) van de RVA ontvangen en die vrijwilligerswerk willen doen, moeten dit schri�elijk melden bij de RVA. Nieuw is dat de vrijwilliger meteen van start kan gaan met zijn vrijwilligerswerk (na melding). De RVA hee� 14 dagen de tijd om eventueel een weigering mee te delen. Die weigering kan slechts op bepaalde gronden gebeuren (geen vrijwilligerswerk, vermoeden van misbruik of beschikbaarheid op de arbeidsmarkt in het gedrang). Bij weigering van de RVA moet de vrijwilliger in kwestie onmiddellijk stoppen met zijn vrijwillige activiteit.
Andere uitkeringsgerechtigden Huidige regelingen blijven bestaan.
De wet (of beter: de uitvoeringsbesluiten) maakt wel duidelijk dat ook de uitkeringsgerechtigde vrijwilligers een kostenvergoeding mogen ontvangen zonder dat dit een weerslag hee� op de hoogte van de uitkering zelf.
Tot slot
De wet treedt in werking op 1 augustus 2006. In de praktijk verandert er dan nog niet bijzonder veel (wél: informatieplicht en soepelere procedure RVA-uitkeringsgerechtigden). Artikels 5, 6 en 8 bis (allen m.b.t.) verzekeringen worden van kracht vanaf 1 januari 2007. Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven Bruno Tuybens hee� in het verdelingsplan van de subsidies van de Nationale Loterij 850.000 euro voorzien om een collectieve polis af te sluiten die deze verzekering afsluit voor alle erkende activiteiten van geregistreerde verenigingen. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw Juni 2006 Meer info via www.vrijwilligerswerk.be, www.vrijwilligersweb.be Vragen?
[email protected]
37
OOK-ACTUEEL
Een profielschets van elke gemeente Naar aanleiding van de komende gemeenteraadsverkiezingen worden op de website www. lokalestatistieken.be gemeentelijke profielen aangeboden. Aan de hand van vij�ien reeksen wordt elke gemeente gepositioneerd tegenover Vlaanderen en gelijkaardige gemeenten. Zo worden gemiddeldes van steden vergeleken met deze voor Vlaanderen en andere steden, hetzelfde voor pla�elandsgemeenten of stedelijke randgemeenten. De aangeboden tijdreeksen geven een inzicht in de ontwikkelingen tijdens de voorbije legislatuur en sommige geven lange termijnevoluties weer. Naast demografische ontwikkelingen worden ontwikkelingen op het vlak van wonen, werken, veiligheid, ruimtelijke ordening, milieu geschetst. Met de profielschetsen willen de initiatiefnemers betrouwbare en vergelijkbare gemeentelijke statistieken aanbieden. Ze zijn dan bedoeld om (kandidaat)politici, organisaties en geïnteresseerde burgers te documenteren en daardoor ook het politieke debat in de aanloop naar de verkiezingen mee te stofferen.
Bouwpremies Er is een nieuwe website met informatie over de verschillende woonpremies op gemeentelijk, provinciaal, Vlaams en federaal niveau. Op deze interne�oepassing (www.premiezoeker.be) krijgen kopers, bouwers en huurders een overzicht van alles waar ze recht op hebben. Per gemeente/stad krijg je een overzicht van de premies.
www.rechtenverkenner.be Deze website bundelt informatie over sociale voordelen en tegemoetkomingen op federaal, Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau, gerangschikt volgens de sociale grondrechten. Dit is een website in ontwikkeling. De informatie op provinciaal en gemeentelijk niveau dient nog grotendeels te worden aangevuld. Belangrijk: Het instrument gee� GEEN sluitend overzicht van de sociale voordelen en tegemoetkomingen waar een burger recht op hee�. WEL laat het instrument toe om tot een overzicht te komen van 'verder te onderzoeken mogelijke rechten'.
38
OOK-ACTUEEL
Goochelen met Google voor senioren Dirk de Grooff
Waar vind je de krantenkoppen van vandaag? Met de kleinkinderen een dagje naar het pretpark… Na het doktersbezoek wil je meer weten over de gestelde diagnose. Sporten met lee�ijdsgenoten. Waar kun je terecht? Is efficiënt en snel informatie opsporen anders voor senioren dan voor jonge surfers? Natuurlijk niet! De laatste jaren vinden wel steeds meer vij�igplussers enthousiast hun weg naar het internet. Het internet is een onmisbare informatiebron. Maar ook een gigantisch datadoolhof. Gelukkig is er Google, hét ultieme zoekinstrument. Dit boek legt de onvermoede mogelijkheden van Google systematisch uit voor elke senior die voortaan recht op zijn doel wil afgaan. Goochelen met Google voor senioren bevat een kwalitatieve selectie van 120 Nederlandstalige topsites voor de actieve senior. Over computer, geld, gezondheid, koken, kleinkinderen, huis en tuin, thuiszorg, vrije tijd, shoppen…Vijfentwintig oefeningen vormen de ultieme test. Wie slaagt, mag zich een meester in het goochelen – of Googlen – noemen. Succes!
Exclusief aanbod voor leden van het OOK - Vlaamse Ouderenraad Bestel nu Goochelen met Google voor senioren tegen een fikse korting! Goochelen met Google voor senioren van Dirk de Grooff kost in de boekhandel € 12,50. Leden van Vlaams-Ook betalen slechts € 10 inclusief verzending. Naam: Straat: Postnummer:
Nummer: Gemeente:
bestelt …. ex. van Goochelen met Google voor senioren. tegen € 10 i.p.v. € 12,50 (geen bijkomende verzendingskosten). datum: Handtekening: Bestellen via Boekhandel Infodok/Davidsfonds, Blijde-Inkomstraat 79-81, 3000 Leuven, 016 310 650, fax 016 310 608,
[email protected] Betaling na ontvangst factuur (bij levering). Geldig zolang de voorraad strekt.
39
OOK-ACTUEEL
Alles over veilig computer- en internetgebruik Wim van Craen
Je hebt een slot op je huis. Je houdt de pincode van je bankkaart geheim. Maar hoe veilig is je computer? Even checken. Open je e-mails van onbekende oorsprong? Download je wel eens programma’s en bestanden? Verschijnt er ongevraagde info op je scherm? Begeleid je je surfende kinderen? Ken je de risico’s van online winkelen? Hoe geheim is je wachtwoord? Gebruik je beveiligingsprogramma’s? Spyware, spam, phishing, cookies, pop-ups, wormen, Trojaanse paarden en hoaxen… Het aantal virusaanvallen, computerinbraken en digitale fraudegevallen neemt spectaculair toe. Hoog tijd om computerbeveiliging niet langer te beschouwen als een zaak van specialisten alleen… Iedereen kan zelf actie ondernemen om zijn computer te beschermen tegen misbruik. Dit boek is daarbij een eenvoudige, effectieve leidraad. Onderwerp jezelf en je persoonlijke computer snel aan de security check! Leer stap voor stap hoe je je computer veilig maakt en houdt, en hoe je veilig gegevens kunt uitwisselen met anderen. Wim van Craen, werkzaam op de ICT-afdeling van een bankverzekeringsgroep, doceert cursussen computerbeveiliging. Hij brengt de materie helder en met tal van (scherm)voorbeelden. Prijs € 24,95 Meer informatie: Boekhandel Infodok/Davidsfonds Blijde Inkomstraat 79-81 3000 Leuven tel. 016 310 650 fax 016 310 608
[email protected]
40
OOK-ACTUEEL
Bewegingsactiviteiten: Residentiële sector Opleidingen Concept
Twee uur durende opleiding waarin vooral de praktische uitwerking van de activiteit belicht wordt. Het is de bedoeling dat men na het volgen van deze cursus de activiteit direct kan toepassen in het rustoord.
Zitdansen 1
Zitdansen is een bewegingsvorm voor personen met verminderde verplaatsingsmogelijkheden. Basisopleiding met een 12-tal uitgewerkte dansen.
Zitdansen 2
Aanvullende cursus waarbij nieuwe dansen aangeleerd worden en U een groter aanbod hee� naar de deelnemers toe. Facultatief: 5 € muziekcasse�e DEELNAMEPRIJS (per cursus) : Leden S-Sport: 15 Euro Niet-leden: 30 Euro Inbegrepen: verzekering, koffie of fruitsap/water bij aankomst, cursusteksten, deelnamea�est. Meer informatie: S-Sport Sint-Jansstraat 32 1000 Brussel Tel: 02 515 17 22
[email protected] Limburg Datum: 22 november 2006 Opleiding: zitdansen 1/2 Locatie: RVT Zonnestraal Zeven Septemberlaan 13 3000 Hasselt Tijdstip: 9.30-12.00 (1) 13.30-16.00 (2)
Oost-Vlaanderen Datum: 28 november 2006 Opleiding: zitdansen 1 Locatie: RVT Ten Rozen Rozendreef 190 9300 Aalst Tijdstip: 9.30-12.00
Antwerpen Datum: 5 december 2006 Opleiding: zitdansen 1 Locatie: RVT De Hazelaar Witvrouwenveldstraat 1 2250 Kontich Tijdstip: 13.30-16.00
West-Vlaanderen Datum: 12 december 2006 Opleiding: zitdansen 1 Locatie: RVT De Branding Koninklijke Baan 90 8420 Wenduine Tijdstip: 9.30-12.00
West-Vlaanderen Datum: 12 december 2006 Opleiding: zitdansen 2 Locatie: RVT De Branding Koninklijke Baan 90 8420 Wenduine Tijdstip: 13.30-16.00
Brabant Datum: 19 december 2006 Opleiding: zitdansen 1 Locatie: Serviceflats “De Sibbe”, Watermolenstraat 2 1740 Ternat Tijdstip: 9.30-12.00
41
OOK-ACTUEEL
Bewegingsweek, een succes! S-Sport organiseerde verschillende fietstochten tijdens de bewegingsmaand in juni. De zon was in elk geval van de partij en alle deelnemers waren in topvorm en uitermate in hun nopjes. En natuurlijk mocht ook de pers niet ontbreken en inderdaad, ze waren er (www. s-sport.be).
Het OOK-secretariaat wenst u een zonnige, rustgevende en aangename vakantie toe!
42
OOK-ACTUEEL
DE LEDEN VAN HET OOK - VLAAMSE OUDERENRAAD ABVV-Senioren Hoogstraat 42, 1000 Brussel tel.: 02 289 01 30
[email protected] ACLVB-Senioren Koning Albertlaan 95, 9000 Gent tel.: 09 222 57 51
[email protected] website: www.aclvb.be CD&V-Senioren Wetstraat 89, 1040 Brussel tel.: 02 238 38 13
[email protected] website: www.cdenv.be De Grijze Panters Karel Oomstraat 11 bus 9, 2018 Antwerpen tel.: 03 216 23 31 josee.vanwe�
[email protected] GOSA, Grootouders- en Seniorenactie Gezinsbond Troonstraat 125; 1050 Brussel tel.: 02 507 89 45
[email protected] website: www.gezinsbond.be GROEN!PLUS Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Anderlecht tel.: 02 219 19 19
[email protected] website: www.groen.be IMPACT vzw Maastrichtersteenweg 254, 3500 Hasselt tel.: 011 23 68 28 dre.wi�
[email protected] Lee�ijd, Stichting Lodewijk De Raet Kapelstraat 43, 2540 Hove tel.: 03 455 30 29
[email protected] website: www.stichtingderaet.be
Minderhedenforum Vooruitgangsstraat 323/4 1030 Brussel tel.: 02 245 88 30
[email protected] www.minderhedenforum.be Neos, netwerk van ondernemende senioren Tweekerkenstraat 29, 1000 Brussel tel.: 02 238 04 91
[email protected] website: www.neosvzw.be NLDL, Neutrale Landsbond van de Derde Lee�ijd Steenweg op Charleroi 145, 1060 Brussel tel.: 02 538 83 00
[email protected] website: www.neutrale-ziekenfondsen.be OKRA, trefpunt 55+ Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 41
[email protected] website: www.okra.be OKRASPORT, trefpunt 55+ Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 36
[email protected] website: www.okrasport.be PWO, Platform Wonen voor Ouderen Ravenstraat 98 3000 Leuven tel.: 016 23 10 46
[email protected] www.pwo.be Roze Rimpel Steenbokstraat 15 2018 Antwerpen
[email protected] www.derozerimpel.be
SCV, Senior Consultants Vlaanderen vzw Lieven Bauwensstraat 20 8200 Brugge LBV, Liberale Beweging voor volksontwikkeling tel.: 050 45 60 86 Livornostraat 25, 1050 Brussel
[email protected] tel.: 02 538 59 05 www.scvonline.be
[email protected] website: www.lbvvzw.be 43
OOK-ACTUEEL
Seniorencentrum (Brussel) Leopoldstraat 25, 1000 Brussel tel.: 02 210 04 60, fax: 02 210 04 70
[email protected] website: www.seniorencentrum-brussel.be Seniorenraad Landelijke Beweging Diestsevest 40, 3000 Leuven tel.: 016 24 21 49
[email protected] website: www.landelijkegilden.be Remylaan 4B, 3018 Wijgmaal tel.: 016 24 39 56
[email protected] en www.kvlv.be Seniornet Vlaanderen vzw Koningsstraat 136 1000 Brussel tel.: 011 21 05 50 voorzi�
[email protected] www.seniornetvlaanderen.be S-PLUS Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 56
[email protected] website: www.s-plusvzw.be Sportievak vzw Groeningelaan 40,8500 Kortrijk tel.: 056 31 10 01 e-mail:
[email protected] website: www.sportievak.be S-Sport Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 41
[email protected] website: www.s-sport.be VDOR Vereniging Directeurs Openbare Rusthuizen Dodenpaardenstraat 17 8600 Diksmuide tel.: 051 50 20 58
[email protected] www.vdor.be
44
Vieux Rose Rootjesweg 65 9200 Dendermonde tel.: 052 22 38 58
[email protected] www.vieuxrose.be VVDC, Vereniging van Vlaamse Dienstencentra Langemeersstraat 6, 8500 Kortrijk tel.: 056 24 42 00 zonnewij
[email protected]ijk.be website: www.dienstencentra.org VvP, Vereniging van Provincies Albertinaplein 2 bus 4 1000 Brussel tel.: 050 40 33 14
[email protected] www.vlaamseprovincies.be VvS, Verbond van Senioren Warmoesstraat 13, 1210 Brussel tel.: 02 218 27 19
[email protected] website: www.verbondvansenioren.be VVSG, Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten Paviljoenstraat 9 1030 Brussel tel.: 02 211 55 00
[email protected] www.vvsg.be VVVG, Vlaams Verbond voor Gepensioneerden Carnotstraat 47 bus 1, 2060 Antwerpen tel.: 03 233 50 72
[email protected] website: www.vvvg.be WOAS, West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries tel.: 050 40 33 13, fax: 050 40 31 07
[email protected]
OOK-ACTUEEL
Agenda 8 september 11 september 13 september 14 september 20 september 23 september 28 september 1 oktober 8 oktober 11 oktober 26 oktober 6 november 20-26 november 21 november 22 november 27 november 29 november 12 december 13 december 14 december
Commissie Beleidsparticipatie Werkgroep MultiCultureel Samenleven Raad van bestuur Commissie Sport en Bewegen Commissie Mobiliteit Congres Fevlado: Dove senioren Raadgevend Comité voor de pensioensector Internationale dag van de Ouderen Gemeente- en Provincieraadsverkiezingen Overleg met voorzi�ers en secretarissen van de werkgroepen en commissies Raadgevend Comité voor de pensioensector Samenspraak ouderenverenigingen en dienstencentra Ouderenweek Studiedag Diversiteit (HIG) Raad van bestuur Stuurgroep Ouderenweek – Ouderenparlement Commissie Mobiliteit Commissie Sport en Bewegen Algemene vergadering Raadgevend Comité voor de pensioensector
De leden van de werkgroepen, commissies, Raad van bestuur en Algemene vergadering ontvangen minstens één week vooraf een uitnodiging. Raadpleeg regelmatig de OOK - Vlaamse Ouderenraad - website. Alle vergaderingen en belangrijke activiteiten worden aangekondigd. Mogelijke wijzigingen, aanvullingen en agenda van vergaderingen komen online. Leden die niet over een internetverbinding beschikken, worden per brief of telefonisch ingelicht in geval van wijzigingen in de planning.
OOK-Actueel is de nieuwsbrief van het Vlaams Ouderen Overleg Komitee vzw Vlaamse Ouderenraad
U kan deze nieuwsbrief gratis ontvangen door uw naam en adres over te maken aan het OOK-secretariaat. Gelieve adreswijzigingen langs dezelfde weg mee te delen. Indien u de nieuwsbrief niet langer wenst te ontvangen, kan u ons dit eveneens per telefoon, fax, mail of post laten weten.
Drukwerk: Drukkerij Lamine, Herent Redactie: Mie Moerenhout en Kathy Louagie Lay-out: Kathy Louagie Secretariaat OOK vzw - Vlaamse Ouderenraad Koningsstraat 136 - 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 Fax: 02 209 34 53 E-mail:
[email protected] [email protected] Website: www.vlaams-ook.be