GENKS
GEDREVEN
LEVEN
ENGAGEMENT IN VIJFTIGVOUD WINNAAR WEDSTRIJD VLAAMSE OUDERENRAAD
GEDREVEN LEVEN
UITGEBOLD? INGEROLD! Tijdens de Ouderenweek van 2008 lanceerde de Vlaamse Ouderenraad, het adviesorgaan van alle ouderen in Vlaanderen en Nederlandstalige ouderen in Brussel, de wedstrijd ‘Uitgebold? Ingerold!’. Het was een oproep aan alle ouderenorganisaties om de rollen van de ouderen zichtbaar te maken in de maatschappij. De wedstrijd zette de ouderen aan het werk om zelf schrijver, scenarist, regisseur te worden van hun rollenboek. Iedere ouderenorganisatie (ouderenvereniging, lokale ouderenadviesraad, lokaal dienstencentrum, woonzorgcentrum, …) kon een rollenboek maken; een boek met getuigenissen waaruit de inzet en bijdrage van de ouderen blijkt. De verschillende rollenboeken toonden duidelijk aan dat ouderen op diverse terreinen aan het werk zijn: van compostmeester tot seingever bij een wielerwedstrijd, van babysitter tot mantelzorger, van bestuurslid in een vereniging tot stadsgids of lesgever in verschillende cursussen, van verteloma bij allochtone kleuters tot webmaster voor een jeugdbeweging. Uit vijf laureaten werd het rollenboek ‘Gedreven leven, Genks engagement in vijftigvoud’ als winnaar gekozen. Het boek bevat een kleurrijk palet aan rollen en slaagt erin om een realistisch en divers beeld van de ouderen weer te geven. Dit rollenboek wordt door de Vlaamse Ouderenraad verspreid naar politici, hogescholen, universiteiten en bibliotheken over heel Vlaanderen. Met dit initiatief wil de Vlaamse Ouderenraad het andere verhaal brengen over de vergrijzing en op die manier de beeldvorming over ouderen verbeteren.
1
GEDREVEN LEVEN
1
GEDREVEN LEVEN
VOORWOORD Momenteel is één Genkenaar op vijf ouder dan 60 jaar. Uit demografische statistieken blijkt dat dat in 2020 één op vier zal zijn. Deze groeiende groep medioren en senioren is echter actiever dan ooit. Ook al is hun beroepsloopbaan ten einde en worden ze een jaartje ouder. Hun enthousiasme ontplooit zich vaak in een maatschappelijke rol. In dit boek willen we je laten kennismaken met deze mensen. Dankzij hun inzet krijgt onze samenleving niet de kans om te verzuren en blijft ze bruisen van energie. Onze Genkse medioren en senioren zijn werkzaam in verschillende sectoren en hebben een uiteenlopende achtergrond qua leeftijd, cultuur en interesses. En dat maakt hun verhaal telkens zo apart en boeiend.
Wij wensen je alvast veel leesgenot!
Guido Vandebrouck OCMW-voorzitter
3
Geert Swartenbroekx schepen van Sociale Zaken
GEDREVEN LEVEN
HET GENKSE
ROLLENBOEK:
EEN INITIATIEF VAN DE SENIORENRAAD, DE DIENST SOCIAAL WELZIJN EN DE DIENSTENCENTRA
De laatste tijd heeft iedereen de mond vol van de vergrijzing. Het stijgend aantal senioren zou de samenleving in de toekomst veel geld kosten. Maar zoals zo vaak wordt er te gemakkelijk voorbij gegaan aan de kwaliteiten en de enorme meerwaarde die senioren te bieden hebben. De rol die velen onder hen vervullen, blijft soms wat te veel in de schaduw. Hun dikwijls belangeloze en vrijwillige inzet is namelijk hartverwarmend en mag best eens in het zonnetje worden gezet. Daarom nodigde de Vlaamse Ouderenraad Genk, net als tal van andere steden en gemeenten, uit om een rollenboek te maken. Overtuigd van het waardevolle initiatief bundelden de Genkse seniorenraad, de Dienst Sociaal Welzijn en de dienstencentra hun krachten. Het rollenboek is voor een stad als Genk met een ruim arsenaal vrijwilligers immers de unieke gelegenheid om haar zilveren vrijwilligers op een verdiend voetstuk te plaatsen. Het boek dat je nu vasthoudt, wil je even laten meekijken over de schouder van een vijftigtal boeiende senioren en medioren met een cruciale rol in de lokale maatschappij. Vanzelfsprekend blijft het engagement van senioren en medioren in Genk niet beperkt tot de verhalen in dit boek. Onze stad bruist namelijk van oudsher van vrijwilligers. Dit boek wil dan ook veel meer zijn dan een opsomming van vijftig getuigenissen en is beslist sterker dan de som van de delen. Het roemt met stille trom de duizenden gemotiveerde senioren die ver weg van de schijnwerpers werken en nodigt de anderen uit ook een sociale rol te vervullen.
WANT
4
GEDREVEN LEVEN DOET LEVEN…
GEDREVEN LEVEN
Racen op het circuit in Zolder en alles wat daarbij hoort lijkt me eerder een mannenzaak. En toch wordt een vrouw baancommissaris. Vertel eens. Maria: Mijn man was jarenlang baancommissaris. Ik volgde hem regelmatig bij zijn opdracht en stilaan raakte ik gefascineerd door heel het gebeuren rond het circuit. En zo werd ik baancommissaris. Wat houdt je rol in? Maria: Als baancommissaris is het mijn taak tijdens auto- en motorraces de veiligheid te bewaken en mee te helpen garanderen. Tijdens een wedstrijd kan er heel wat gebeuren. Baancommissarissen moeten aan de piloten en de rijders meedelen of er problemen onderweg zijn. En hoe gebeurt dat? Maria: Dat doen we aan de hand van zeven vlaggen, die allemaal een andere kleur hebben. Zo wijst een gele vlag op een ongeluk op het circuit, staat rood-wit voor olie of brokstukken op het wegdek en geven we met een blauwe vlag te kennen dat er een rijder nadert die sneller is.
Via mijn radio sta ik voortdurend in verbinding met het hoofd van de veiligheid. Op die manier krijgen we de nodige info door en kunnen we de piloten op de hoogte houden van de situatie op het circuit. Maar daar blijft het niet bij: als baancommissaris heb je onder andere ook een blustoestel en een veegborstel. Bij brand en ongelukken spelen we dan ook een cruciale rol. Waarom vervul je je huidige rol? Maria: Ik hou van het contact met de mensen op en rond het circuit. Ik heb echt een heel hechte band opgebouwd met de verschillende medewerkers. De rijders zelf waarderen ons werk en onze gepassioneerde inzet. Ik heb al meerdere keren iemand bij een ongeluk bijgestaan. Je zou misschien denken dat die rijders dat de volgende dag vergeten zijn, maar dat is niet zo. Daarnaast is er natuurlijk mijn liefde voor de sport en de spanning naast het circuit. Als ik daar zo kwetsbaar aan de zijlijn toekijk en de razende motoren en wagens naast mij heen voel snellen, ga ik even zweven.
5
Naam:
MARIA KNIPPENBERG
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Heidriesstraat 49, 3600 Genk Genk, 1939 Arbeidster
BAANCOMMISSARIS OP CIRCUIT IN ZOLDER
HET
GEDREVEN LEVEN
Zo te zien beheerst de muziek jouw le leven. Robert: Mijn hobby is altijd muziek Ro geweest ge en ik heb sinds mijn jeugd in een koor gezongen. Toen ik in dit di koor een 5-tal jaren als zanger lid li was, ben ik door de toenmalige di dirigent gevraagd om zijn taak over te nemen. Al 21 jaar leid ik het gemengd ge koor Blijdschap. Het best staat uit 20 vrouwen en 8 mannen.
Naam:
ROBERT COUSSEMENT
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Maaseikerbaan 42, 3600 Genk Hasselt, 1946 Medisch Instrumentatietechnicus
DIRIGENT KOOR BLIJDSCHAP, MUZIKANT HET WEVERKE ZANGER
Wa Waar treden jullie op? Robert: Het koor luistert de liturRo gische diensten op in de kerk van de gi parochie pa Oud-Waterschei te Genk. Het He betreft de zondagsmissen en de fe feestdagen. De begrafenissen worden de alleen door de vrouwen van het he koor opgeluisterd. Elke maandagavond repeteren we. Ik leer de liederen aan, zowel éénstemmige als meerstemmige. Regelmatig bewerk ik liederen voor het koor. Wanneer een lied een aangepaste orgelbegeleiding vereist, schrijf ik ook deze partij. Alle nieuwe liederen worden door mij op computer gezet met een muzieknotatieprogramma, uitgeprint en gekopieerd voor alle koorleden. Daar ik ook bestuurslid van het koor ben, zorg ik samen met de andere bestuursleden voor 6
het organiseren van het Ceciliafeest, barbecues en andere traktaties voor het koor.
Heb je nog andere muzikale bezigheden? Robert: Sinds enkele jaren speel ik als accordeonist bij de 9-koppige muziekgroep van het Weverke. Wij begeleiden de dansgroepen bij de opvoeringen o.a. op 1 mei in Genk en bij evenementen georganiseerd door andere volksdansgroepen. We spelen ook andere genres zodat we ook evenementen kunnen opluisteren. De muziekgroep repeteert éénmaal per week op dinsdagavond. Verder ben ik al twaalf jaar zingend lid van het Mannenkoor De Heivinken. We repeteren elke woensdagavond. Het is een toffe groep en mijn interesse was gewekt door de kwaliteit van hun uitvoeringen. Je bent dus zowat elke dag bezig met een of andere vorm van muziek. Waarom? Robert: Muziek is mijn leven. En samen musiceren is zoveel interessanter, ook al omdat je een hechte band krijgt met de andere leden.
GEDREVEN LEVEN
Hoe is het allemaal voor jou begonnen? Abdelkader: In het begin van de jaren 1990 was er nog geen culturele Marokkaanse vereniging in Genk. Daarom ben ik in 1994 met het initiatief van start gegaan. En wat is de bedoeling? Abdelkader: Mijn hoofdbedoeling was en is de contacten met ondermeer de Belgische, Oekraïense en Turkse verenigingen te verbeteren. Maar daarnaast ben ik ook zeer begaan met de Marokkaanse jeugd. Ik probeer te vermijden dat de jongeren doelloos op straat rondhangen en hen in de moskee van Winterslag samen te brengen. Daar kunnen we bidden, maar ook zoveel meer. Naast op godsdienstig vlak zijn we namelijk ook op cultureel en sportief gebied actief. Zo organiseren we momenteel een minivoetbaltoernooi. Jongeren en mensen van verschillende origine bij elkaar brengen en in respect voor elkaar laten samenleven, dat is mijn belangrijkste opdracht.
De uiteindelijke bedoeling van de acties en initiatieven van onze vereniging is de integratie van Marokkaanse jongeren in de maatschappij bevorderen. We leven in België en het is immens belangrijk dat we als Marokkaanse gemeenschap de Vlaamse kennen en met haar in contact komen. Je opsluiten op een eiland heeft geen zin en voedt enkel de wederzijdse ontevredenheid. Daarom gaan we op zoek naar de andere, die eigenlijk helemaal niet zo anders is. En hoe is de reactie? Abdelkader: We merken dat onze evenementen niet enkel door een Marokkaans, maar door een heel divers publiek worden bijgewoond. Waarom vervul je je huidige rol? Abdelkader: Iedereen die hier leeft, moet zijn eigen cultuur en religie kunnen behouden, maar zich ook aanpassen. Enkel door samen te komen, kunnen we leren samen te leven en te werken. Dat kan enkel winnaars opleveren!
En lukt het een beetje? Abdelkader: We hebben geen andere keuze: het moét lukken!
Naam:
ABDELKADER EL GOUL
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Buitenlaan 42, 3600 Genk Ait Lahcen (Marokko), 1942 Mijnwerker
VOORZITTER MAROKKAANSISLAMITISCH-CULTURELE GEMEENSCHAP
7
G GEDREVEN EDREVEN L LEVEN EVEN
Naam:
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
PAUL HORCKMANS (BROEDER EUGÈNE) Margarethalaan 70/2, 3600 Genk Kessel-lo, 1930 Schoolhoofd
BEGELEIDER GEZONDHEIDSWANDELINGEN
Je begeleidt gezondheidswandelingen. Is dat een lokaal initiatief? En wat houdt dat precies in? Paul: Het werd in het leven geroePa pen door de provincie Limburg, pe meer bepaald door de Limburgse me Organisatie voor Gezondheid en Or Ontmoetingen (LOGO). Men vond On dat de mensen er baat bij hadden da dat ze heel regelmatig wat zouden da bewegen. Dat werd ook aangerabe den door dokters en kinesisten. Als de je dat in groep doet, ben je gemotiveerd om elke keer present te zijn. ve Als je er alleen voor staat, laat je het Al im immers nogal vlug afweten. Welnu, ik was bij de kinesist en werd door he hem aangesproken om mee te doen met die gezondheidswandelingen. me De provincie zocht mensen om dat ee een beetje richting te geven, om te begeleiden. Ook Jeanne Schreurs zette haar schouders er onder. Waaruit bestaat zo’n gezondheidswandeling? Paul: Driemaal per week staan we paraat om de gezondheidswandeling te begeleiden. Ik ben er duidelijk niet alleen. We starten om 18 uur achter de Arena. Het is een kwartier heen en een kwartier terug. Iedereen wandelt op zijn eigen tempo. In principe is het dus mogelijk dat mensen tijdens dat half uur 1 8
drie kilometer afleggen, maar het is eveneens mogelijk dat je het zachtjesaan doet en maar een kilometer wandelt. In de praktijk blijft de groep echter meestal samen. En je stopt inderdaad na tweemaal een kwartier? Paul: Na afloop wordt er gestretcht en dan stoppen we. Dat is zo afgesproken. Het mag geen wedstrijd worden om het meest. Tweemaal per jaar worden de begeleiders uitgenodigd door de provincie voor een evaluatie. Is het een vereniging? Moet je lidgeld betalen bijvoorbeeld? Paul: Nee, iedereen is welkom. We zijn ook verzekerd voor de veiligheid van de mensen via de Dienst Sport van de stad Genk. Waarom zet je je daarvoor in? Paul: Het is gezond, je hebt sociaal contact, je verplicht je tot bewegen. Ik heb er veel deugd van. Daarenboven maak je veel vrienden. Zo heb ik ook sociaal contact en ga mensen bezoeken die ziek zijn of niet meer goed kunnen. Heel vaak komen dezelfde mensen opdagen en dat schept een band. Die wandelingen zijn echt gezellig!
GEDREVEN LEVEN
Wat inspireert je om toneelstukken te schrijven? Alice: Actuele onderwerpen. Die zetten we in de verf zoals dat gebruikelijk is voor het straattheater. Humor en ironie zijn nooit ver weg! Straattheater en wagenspelen zijn zowat de oudste vormen van theater. Worden je stukken regelmatig opgevoerd? Alice: Het is bijzonder leuk om die oude traditie verder te zetten. Als voorzitster van het straattheater de Ghesellen doe ik de coördinatie van het gezelschap. Wij spelen stukken die door mij of door andere leden geschreven zijn. Ik regisseer en speel zelf soms ook mee. Soms bewerken wij ook een stuk. De stukken die ik geschreven heb, worden uitgegeven door Toneelfonds Janssens in Antwerpen. Andere gezelschappen kunnen daar mijn stukken aanvragen, lezen en eventueel spelen. Als andere toneelverenigingen het stuk spelen, krijg ik auteursrechten.
Als kind speelde ik altijd al spelletjes toneel en moesten de anderen voor mij applaudisseren terwijl ik er al buigend bij stond. Op school deed ik mee aan het toneel en waren er voordrachten en wedstrijden van het Davidsfonds. Ook met het opperettegezelschap van de stad heb ik meegedaan. Daarna kwam het straattoneel. In het spelen van theaterstukken heeft men de voldoening dat je creativiteit kan geuit worden. Waarin verschilt het straattheater van het meer traditionele toneel? Alice: In het straattheater heb je de voldoening dat je rechtstreeks contact hebt met de mensen. Je kan je publiek naar je eigen hand plooien. Het maakt je zelfverzekerder doordat er geen zogezegde scheidingswand is. De vierde wand is het publiek.
En waar treden jullie op? Alice: Overal waar we gevraagd worden, in binnen- en buitenland. In Genk spelen wij bij verschillende Heb je een opleiding gehad voor deze stadsactiviteiten. 1 mei, in novemdiscipline? ber, bij het feest van Sint-Barbara, Alice: Ik heb drie jaar regiecursus Sint-Maarten of carnaval… gevolgd en toneelinitiatie. Boeiend! En we beleven er veel plezier aan. Hoe ben je ertoe gekomen dit te doen? Alice: Het zit mij zeker in de genen. 9
Naam:
ALICE FOESTERS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Koerweg 8, 3600 Genk Genk, 1942 Kok in een grootkeuken
TONEELSTUKKEN EN SCHRIJVEN
SPELEN
GEDREVEN LEVEN
Als ik het goed begrijp, woon je zelf ook in het rusthuis. Mietje: Ja. Tot ongeveer drie jaar geleden woonde ik samen met mijn zwaar gehandicapte zus in een appartement. Het werd uiteindelijk moeilijk houdbaar. Dus besloten we om samen in te trekken in het rusthuis waar ook mijn 92-jarige broer verblijft. Ik begeleid en verzorg er nog altijd mijn zus, maar je hebt natuurlijk de hulp van het vriendelijke personeel.
Naam:
MIETJE NEVEUX
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Erfstraat 9, 3600 Genk Mechelen, 1921 Ambtenaar financiën
VRIJWILLIGE
HELPSTER
IN RUSTHUIS
OLIJFBOOM
Ik hoor dat je je niet beperkt tot het begeleiden van je zus. Mietje: Ik werd stilaan meer betrokken bij het helpen van andere hulpbehoevenden in het rusthuis. Zo begeleid ik dagelijks mensen per rolstoel naar de eetzaal, naar de kinesist, de kapster… Meerdere mensen in ons rusthuis doen een beroep op mij voor raad en hulp en ik sta hen graag bij. Zo is er onder andere een 102-jarige die wel een vaste begeleider heeft, maar mij herhaaldelijk opzoekt om een babbeltje te slaan of raad of hulp te vragen.
10
Ik kan me voorstellen dat het ook een taak is de mensen actief te houden. Mietje: Ik help mensen knutselen in een hobbyclub. Een speciale hobby van mij is haakwerk. Zo heb ik reeds voor veel mensen een kaarthoudertje gehaakt, wat hen een hulp biedt bij het kaartspel. Vooral reumapatiënten hebben daar een handig attribuut aan. Wanneer ik met verlof ga, vragen de verpleegkundigen mij wel eens: ‘Blijf niet te lang weg Mietje, we hebben je hulp nodig!’ Zo is er zelfs een 92-jarige bewoonster, moeder van een verpleegster, die niet anders wil dan dat ik haar naar de eetzaal breng. Die verpleegster zegt dan wel eens over mij: ‘Ze is weer aan het commanderen.’ Het zit blijkbaar in je genen om mensen te helpen? Mietje: Tja, waarom doe ik dit allemaal… Ik wil me nuttig bezig houden en ik geniet veel waardering en dankbaarheid. De 102-jarige zegt soms: ‘Ge zijt toch een goed maske’. Zolang mijn gezondheidstoestand het toelaat, zal ik me blijven inzetten. Mogelijk heb ik zelf ook ooit hulp nodig. Hopelijk blijft dat nog lang uit.
GEDREVEN LEVEN
We gingen op zoek naar een “knop- Willy: Ik wil wel benadrukken dat penman”, en hup, we zien er meteen het niet om reparaties gaat. twee: Mathieu Maris en Willy Abeels. Daar dient de handelaar voor te zorgen. Wij geven enkel richtlijnen Wat doet een “knoppenman” precies? voor het gebruik. Mathieu: Geef toe dat wij overspoeld worden door knoppen al- Mathieu: Samen met mijn collega lerhande: op de afstandsbediening, sta ik altijd paraat om hulp te biede gsm, de verschillende huishou- den bij allerlei activiteiten in de delijke apparaten. Je ziet soms door verschillende dienstencentra. de bomen het bos niet meer. Tot Willy: Zo ben ik ook nog turnleraar. aan mijn brugpensioen werkte ik Bij afwezigheid van de professionele als aankoper in een elektrogroot- turnlerares (ziekte, schoolvakanties handel. Dus van “knoppen” weet en dergelijke) neem ik, om de conik alles. ditie van de deelnemers op peil te Willy: Een aantal senioren ziet het houden, wat graag de leiding van niet meer zitten. Nochtans willen onze turngroep over. Evenwichts- en ze de evolutie blijven volgen. lenigheidsoefeningen zijn daarbij een bijzondere troef voor de senioMathieu: Onder de benaming ren om het gevaar voor het maken “Knoppenwinkel” stellen wij ons van een zware val te verkleinen. één dag per maand beschikbaar in elk dienstencentrum. Het leren Want als ze zwaar ten val komen… gebruiken van de, voor onze “klan- is het naar de knoppen! ten”, soms vrij ingewikkelde toe- Mathieu en Willy: Da’s waar! stellen, bv. gsm of gps verschaft ook aan ons een zeker genoegen. Indien En waarom ze dit doen? Het komt hier nodig gaan we aan huis, voor de op neer: het is een zinvolle invulling niet verplaatsbare toestellen zoals van hun vrije tijd en op die manier helwasmachines, tv’s en dergelijke. pen ze mensen. 11
Naam:
MATHIEU MARIS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Oude Heide 29, 3600 Genk Zolder, 1944 Aankoper elektrogroothandel
KNOPPENMAN
Naam:
WILLY ABEELS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Ruisstraat 45, 3600 Genk Hoepertingen, 1942 Onderwijzer
KNOPPENMAN
GEDREVEN LEVEN
Vroeger was je vroedvrouw. Je blijft een beetje in de medische sector. Lut: Dat klopt. Nadat ik met pensioen ging, werd ik gevraagd als vrijwilligster in een dienstencentrum. Men wilde er bloeddrukmeting voor senioren organiseren. Ik heb dit dan opgestart en momenteel gebeurt er bloeddrukmeting in de vier verschillende dienstencentra van de stad. Meerdere collega’s vervullen ondertussen ook die taak.
Naam:
LUT THEUWISSEN
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Krekenstraat 13, 3600 Genk Genk, 1938 Vroedvrouw
BLOEDDRUKMETINGEN IN DIENSTENCENTRUM
wisselt door omstandigheden, maar onze patiënte was ondertussen toch gerustgesteld.
Met welke frequentie wordt de bloeddruk genomen? Lut: In ons dienstencentrum wordt de bloeddruk tweemaal per week genomen, de dinsdag en vrijdag telkens van 13 tot 14 u. Ik doe dit normaal ‘s vrijdags maar in samenspraak met collega’s wordt dit soms een andere dag. Gemiddeld ontvang Een beetje “concurrentie” voor de huis- ik 10 tot 12 personen. Regelmatig artsen. geef ik ook advies rond gezonde Lut: Aanvankelijk zagen sommige voeding. dokters dat zo, maar nu beschouwen ze het echter, zeker na 10 jaar, Ontvang je altijd dezelfde patiënten? als een verlichting van hun taak en Lut: Het zijn meestal regelmatige werken we goed samen. Het is trou- bezoekers van ons dienstencentrum wens onze gewoonte bij min of meer die een beroep op ons doen, maar verontrustende gevallen het resul- er komen ook geregeld personen die taat te kopiëren en de betrokkenen via het seniorentijdschrift De Horidoor te verwijzen naar hun huisarts. zon op de hoogte zijn. We nemen geen risico. Iemand die ik naar de huisarts ver- Wat is je motief om dit werk te doen? wees omdat een wat abnormale Lut: Ik doe dit vrijwilligerswerk om bloeddruk werd vastgesteld, ver- mij enigszins nuttig te maken in nam van hem dat haar bloeddruk onze maatschappij. Het geeft me heel normaal was. De huisarts had veel voldoening. Vooral de sociale gegrapt dat mogelijk mijn bloed- contacten en de dankbaarheid van drukmeter niet horizontaal had ge- mensen zijn een stimulans om dit staan. Die huisarts en ook ik weten met plezier te doen. wel dat de bloeddruk soms wel eens 12
GEDREVEN LEVEN
Hoe kom je terecht bij de Bouworde? Martin: Ik vind het zinnig werk. Samen met twee gepensioneerde leraars ben ik naar Ecuador getrokken om er met de Bouworde en gesteund door de stad Genk te werken aan een project ter bescherming en voor het herstel van het regenwoud. Ter plaatse hebben we vastgesteld dat door doorgedreven kappen en branden het regenwoud stilaan aangetast wordt door erosie. Woestijnvorming is daar het resultaat van. En welk werk verrichtten jullie daar? Martin: Toevallig zijn we in contact gekomen met Piet Sabbe, een Vlaming die in Ecuador een familieboerderij (Bospas) uitbaat en strijd voert tegen de ontbossing en het gebrek aan respect voor wat de natuur te bieden heeft. Oorspronkelijk ging het Piet Sabbe niet voor de wind. Bij de boeren stelde Piet een absoluut gebrek aan respect voor het woud vast. Houthakkers en stropers betraden zijn gebied illegaal, hakten bomen en jaagden op wild. Naburige boeren zetten grote stukken bos op regelmatige basis in brand om er vee te laten grazen.
Geschokt door deze destructieve mentaliteit, bracht Piet het Ministerie voor Milieu op de hoogte. Al vlug werd duidelijk dat uit die hoek niet veel te verwachten viel. Piet besefte dat al zijn inspanningen vergeefs waren geweest. In 1997 begon hij opnieuw een verwaarloosd stuk land te bewerken in het dal van de rivier de Guallupe, op de flanken van de Andes. Wij, Willy Gabriëls, Leo Bijnens en ik, hebben meegewerkt op de boerderij om een verwaarloosd stuk land opnieuw te beplanten met exotische bomen die er thuishoren. Wij weten dat ons werk een druppel op een hete plaat is, maar beschouwen het als een ondersteuning van mensen die als pioniers een strijd voeren in natuurconservatie. En je kunt “Bospas” gaan bezoeken? Martin: Na vele jaren van aanplanting op zijn domein, nodigt Piet tegenwoordig groepen uit om de Bospas Forest Fruit Farm te komen bezoeken. Het zijn zogenaamde inleefreizen. Nu, jaren later, heeft hij 15 hectaren verwaarloosd land veranderd in een prachtig groen eiland.
13
Naam:
MARTIN CLEUREN
Adres: Geboren: Vroeger:
Stegestraat 37, 3600 Genk Vlijtingen, 1947 Leraar en directielid T.I. Sint-Lodewijk
Nu:
WERELDBURGER
GEDREVEN LEVEN
Kunst is een passie die moet rijpen. Hoe lang ben je al aquareller? Bert: Kunst in het algemeen boeide mij al op jonge leeftijd, vooral de beeldende kunst. Grote meesters hebben in de loop der jaren een artistieke stempel op mij gedrukt met hun werken. Door goed te observeren heb ik veel bijgeleerd, ondermeer qua expressie, compositie en kleurgebruik. Je bent waarschijnlijk niet blijven stilzitten met al je kennis op zak. Bert: Ik heb inderdaad contact gezocht met andere kunstenaars in Genk en heb me aangesloten bij de kunstkring Creatief. We zijn er dikwijls op uit getrokken om samen te schilderen, bij voorkeur buiten.
Naam:
BERT NOELMANS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
De Horst 25, 3600 Genk Veldwezelt, 1938 Verpleger
AQUARELLER
De uitwisseling van ervaringen stilde je honger echter niet helemaal. Bert: Ik wilde meer weten over tekenen en schilderen. Aan de kunstacademie van Hasselt heb ik uiteindelijk mijn gading gevonden. De jonge leerkrachten wisten me met hun verfrissende ideeën en opdrachten te inspireren. Leuk waren ook de talrijke discussies over kunst, kunstenaars, wetenschap en alles wat daarmee samenhangt. 14
De opleiding in Hasselt betekende voor mij een grote stimulans om verder te gaan op de ingeslagen weg. Sindsdien is kunst – vooral werken van andere kunstenaars – niet meer weg te denken uit mijn leven. Kunst heeft voor jou duidelijk een sociale dimensie. Bert: Toch blijft het niet bij gesprekken en discussies met kenners. Een tijd geleden kreeg ik namelijk de vraag of ik mijn aquarelkennis wilde delen met andere senioren. Je bent meteen op de vraag ingegaan. Wat vind je zo leuk aan die lessen? Bert: Het is fantastisch om te merken dat er zoveel belangstelling is voor aquarelschilderen. Bovendien zijn mijn leerling-senioren heel gemotiveerd en dat wakkert mijn enthousiasme natuurlijk nog aan. Niet enkel het sociaal contact vind ik belangrijk. Als lesgever moet je namelijk voortdurend op zoek naar nieuwe dingen. Zo ervaar ook ik de lessen als een blijvend leerproces en een welgekomen afwisseling op mijn andere bezigheden. Verandering van spijs doet blijkbaar ook aquarellen.
GEDREVEN LEVEN
Dag, Paco. Je roots liggen in Spanje. En nu ben je als vrijwilliger kok in het dienstencentrum De Halm. Da’s letterlijk een hele weg die je hebt afgelegd. Paco: Ik was zeven jaar toen wij naar België kwamen. De schoolplicht was toen tot veertien jaar. Maar ik mocht nog niet in de mijn gaan werken. Dus ging ik werken in de pannenfabriek in Holland. Toen ik 15 jaar was, werd ik pompbediende en op mijn zestiende staken ze mij in de mijn! Tussendoor probeerde ik het als Fordarbeider. Daarna terug de mijn in! Maar de mijn ging dicht. Paco: Precies. En ik had nog zeven jaar te gaan voor ik mijn pensioen zou krijgen. Via de RVA heb ik me dan herschoold tot kok. Ik kreeg mijn opleiding in Oostende. Daarna heb ik in verschillende restaurants gewerkt. Bijvoorbeeld bij Da Lydia in Maasmechelen, Van Eyck in Maaseik… Het was een fantastisch beroep. Dat blijkt, want nu ben je nog altijd een beetje kok. Paco: Als sociaal bewogen mens was het voor mij niet meer dan normaal dat ik mijn diensten aanbood aan de verantwoordelijke van het
dienstencentrum. En natuurlijk doe ik het graag. Wanneer ben je present in De Halm? Paco: Elke week op dinsdag zorg ik voor een heel lekkere, verse soep die door de bezoekers erg gesmaakt wordt. Verder zorg ik voor een broodjesmaaltijd; de broodjes worden heerlijk belegd of gevuld. Kom maar eens af en je zult zien hoe lekker het is. En je betaalt een bespottelijk lage prijs. Bij feestmaaltijden doet de chef-kok soms een beroep op mij. Hij kan me dan een aantal werkjes toevertrouwen. Door mijn vroeger werk in de restaurants weet ik precies wat hij bedoelt. Paco, je straalt enthousiasme uit! Paco: Omdat ik het heel graag doe! En, pas op hè, mijn bezigheden beperken zich niet alleen tot de keuken. Een opbeurend gesprek is er ook vaak bij. En ik sta altijd klaar om een helpende hand toe te steken. Zo is rolstoelbegeleiding ook een van mijn regelmatig terugkerende taken. Tja, ik ga graag om met mensen en ik wil iets terugdoen voor de maatschappij die mij mooie kansen gegeven heeft.
15
Naam:
FRANCISCO (PACO) GONZÀLEZ-GONZÀLEZ
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Winkelstraat 22, 3600 Genk La-Union, Spanje, 1951 Mijnwerker – Fordarbeider
KOK
GEDREVEN LEVEN
Van een autobandenbedrijf naar lesgever. Daar moet een verhaal achter zitten? Guido: Zo is dat. Toen ik 56 jaar was en langdurig ziek, besloot ik mij op het Engels toe te leggen en ik volgde van dan af 5 jaar vervolmaking. Het opzet was mij verstaanbaar te maken tijdens mijn buitenlandse reizen. Toen ik later lid werd van een praatgroep bij GOSA werd mij gevraagd om een groep te begeleiden in de leergangen Engels. Ik stemde toe op voorwaarde dat ik met beginners mocht werken. Dat werd me toegestaan. Ik ben daar nu 12 jaar mee bezig…
Naam:
GUIDO MINTEN
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Trosheidestraat 8, 3600 Genk Genk, 1936 Ploegbaas autobandenbedrijf
LESGEVER ENGELS
En dus zijn het geen beginners meer. Guido: Van de startgroep blijven er nu nog 14 over, allen zeer gemotiveerd. Wij werken op een laag tempo: 25 lessen per jaar van telkens 2,5 uur. Eén van de leerlingen is ondertussen 81 jaar. Ondertussen is ook mijn kennis van het Engels goed onderhouden en dat van de leerlingen zeker op een hoger niveau gebracht.
met de wensen van de leerlingen. Samen met de andere lesgever Engels bespreken wij ook geregeld het programma. We werken zeer praktijkgericht. De meeste leerlingen gebruiken zoals ik vaak het Engels bij het reizen. Ooit hebben we samen reizen georganiseerd, o.a. naar Londen en ook naar het eiland Wight. Het Verenigd Koninkrijk, zijn maatschappelijke structuren en leefwereld zijn vaak onderwerpen van onze groepsgesprekken. Zo leren we heel wat over dit koninkrijk. Een onderwerp in de lessen is ook vaak het vertalen van krantenknipsels in het Nederlands en vice versa.
Waarom doe je dit? Guido: Ik krijg veel dankbaarheid van de leerlingen. Zo zei iemand met familie in China me onlangs nog dat de kennis van het Engels haar in staat stelt zich daar verstaanbaar te maken. Zelf beleef ik veel plezier aan deze taak, geniet van het sociaal contact met mijn fijne groep leerlingen die een dankbaar publiek zijn waarHoe pak je zo’n cursus aan? mee ik hoop nog lang te mogen saGuido: Bij de planning wordt er zo- menwerken. veel mogelijk rekening gehouden 16
GEDREVEN LEVEN
Wat houdt de rol in? Wat doe je als sportmonitor? Willy: Dit betekent dat ik mij inzet om sportlessen te geven, gaande van onderhoudsgymnastiek tot het begeleiden van sport- en spelactiviteiten. Heel concreet ben ik op maandagvoormiddag bezig met recreatievolleybal voor dames en heren in het stedelijke sportcentrum. De dinsdagavond geef ik onderhoudsturnen voor de Vlaamse Vereniging van Diabetici. De donderdagavond ga ik voor in de les onderhoudsgymnastiek in Termien. Opleidingslessen Nordic-walking staan ook op mijn weekprogramma en natuurlijk de wandelingen en fietstochten van Gosa (Grootouders- en Seniorenactie) Genk. Ik beschouw deze activiteiten als een veeleisende bezigheid, niet als een job. Het is een vrijblijvende functie met dienstverlening die je ook ‘s avonds en in het weekend bezighoudt. Ik animeer de deelnemers, doe alles mee en toon hoe de gevarieerde oefeningen – van kop tot teen – zo precies mogelijk uitgevoerd moeten worden. Ik denk vooral aan lenigheid, kracht, uithouding, coördinatie, snelheid en gezelligheid.
Tijdens de weekends van februari tot oktober ben ik als lid van de Genker Trappers ijverig aan het fietsen op de Limburgse wegen. Waarom doe je dit? Willy: Ik kan moeilijk ‘neen’ zeggen. Uiteraard doe ik het ook graag. Ik ben ervan overtuigd dat dit mij gezonder en fitter maakt. Het ligt trouwens in het verlengde van mijn vroeger beroep. Bij de stichting van de sportraad werd ik door het schepencollege aangeduid als administratief medewerker. Zo was ik bijna 30 jaar secretaris van de Genkse sportraad. Ondertussen heb ik talrijke sportopleidingscursussen bij Bloso gevolgd. Met mijn gezin, samen met enkele andere Genkse gezinnen hebben we deelgenomen aan de Bloso Gezinssportkampen te Huizingen, Herentals en Genk (Kattevenia). Ik was er meermaals sportmonitor. Je bent als het ware behekst door de sport. Willy: Dat klopt en zodoende ben ik automatisch in het sportmonitoriaat gerold.
17
Naam:
WILLY VERCRUYCE
Adres:
Schoorbosstraat 12, 3600 Genk Wulpen (Koksijde), 1934 Sportfunctionaris. Diensthoofd Sport
Geboren: Vroeger: Nu:
SPORTMONITOR
GEDREVEN LEVEN
Wel Gerard, eerst een algemene vraag! Welk gevoel had je bij het ouder worden ? Gerard: ‘Ouder worden valt meestal tegen, maar met liefde omringd oud mogen worden, is een zegen.’ Deze spreuk, afkomstig uit mijn bijna voltooid boek “Tweehonderd gedichten, spreuken en citaten, waarover iedereen kan praten” betekent voor mij een stimulans in de strijd tegen de talrijke ongemakken die me sinds 1996 tekenen. Naast mijn bestendig rolstoelgebruik, tremor en blokkades vormen ook spraakstoornissen dikwijls een probleem.
Naam:
GERARD STINISSEN
Adres:
Stationsstraat 59 bus 11, 3600 Genk Genk, 1937 Bediende Stad Genk
Geboren: Vroeger: Nu:
MUZIKANT –
COMPONIST
Hoe vang je die belemmeringen dan op? Gerard: Als sommige woorden niet over mijn lippen komen, zoek ik synoniemen. In dat kader wil ik de rol van mijn echtgenote Irène in de verf zetten. Zij speelt regelmatig tolk en door haar permanente bijstand, geniet ik van een ideale mantelzorg. Anders zou ik de energie niet meer kunnen opbrengen nog creatief bezig te zijn. Geestelijk ben ik nog vlot bij de pinken, zoniet had ik me misschien nooit de computertechniek eigen gemaakt.
18
En zo zijn we aanbeland bij de essentie, waarbij we het hebben over je activiteiten ten dienste van de gemeenschap. Gerard: De drang om mij voor de buitenwereld nuttig te voelen is belangrijk in het aanvaardingsproces. Mijn verhaal begint in 2001 met het componeren en bewerken van 45 liederen. De creatie van een melodische feestmis sloeg vooral aan in Oost- en West-Vlaanderen. Om te ontsnappen aan een inzinking verplichtte ik me tot het schrijven van een muzikaal blijspel in de kerstsfeer. Ik zond het werkstuk naar de Koning Boudewijnstichting, die het project honoreerde. Genoeg voor het drukken van 500 tekstbrochures en de opname en het persen van evenveel cassettes en cd’s. Welgeteld 435 rustoorden en seniorenverenigingen ontvingen die benodigdheden gratis met het oog op een opvoering. We zouden nog bladzijden kunnen vullen met je verwezenlijkingen, maar helaas beschikken we maar over weinig ruimte. Waar kunnen geïnteresseerden verdere inlichtingen krijgen? Gerard: Dat is heel eenvoudig:
[email protected]
GEDREVEN LEVEN
Wijn maken heeft voor mij iets mythisch! Waarvan maak je wijn? En hoe gaat het in zijn werk? Jef: Van alle vruchten kun je wijn maken. Zelfs van druiven… Wij maken een voortreffelijke witte wijn van bijvoorbeeld appelen, peren en rabarber. We pletten de vruchten, persen ze uit. Het resultaat van de persing gaat onmiddellijk in gisting en de pulp is voor de dieren. En de rode wijn? Jef: Ik heb thuis een sleedoorn staan. De bessen smaken afschuwelijk wrang, maar ik maak er een heerlijke rode wijn van. Ook met druiven, natuurlijk, met krieken, kersen en rode bessen… We moeten er ook voor zorgen dat we zorgvuldig het suiker- en zuurgehalte meten. Is het suikergehalte te laag, dan moeten we wat suiker bijvoegen. Wat geeft de rode wijn zijn kleur? Jef: De schil! De pulp gaat onmiddellijk in gisting. Bovenaan vormt zich een koek. Die moet regelmatig omgeroerd worden. De schil moet de tijd krijgen de kleur af te geven.
Hoe ben je ertoe gekomen om dit te doen? Jef: Een oorlogskameraad van mijn vader had in Overijse grote serres voor het telen van eetdruiven. Die moeten natuurlijk goed worden gesnoeid en bijgehouden om mooie trossen te bekomen. Die kameraad had dat echter nagelaten en zijn druivelaars verwaarloosd zodat er alleen maar trosjes kleine vruchten hingen. Toen zei de kweker dat die ideaal waren om wijn te maken. Maar hoe moest ik dat doen? Bèr Houben van de Grotestraat zei: ‘Kom toch bij ons, wij leren u hoe ge wijn moet maken.’ In 1980 was er een uiteenzetting over het wijn maken en dit in de zaal Flééketaer met veel aanwezigen, van toen af is de liefde voor wijnmaken begonnen. En nu ben je secretaris van de wijngilde. Wat houdt je rol precies in? Jef: We organiseren onze deelname aan de Genkse zondagsmarkten, de 1 meimarkt en de kerstmarkten. Verder organiseren we eendagsuitstappen naar artisanale koffie-, kaas-, wijn- en stroopmakerijen. Regelmatig is er ook een tuinfeest voor de leden. Hoofdzaak is natuurlijk zelf lekkere wijn maken en anderen aanleren hoe belangrijk het is zelf gezonde en biologische wijn te maken. 19
Naam:
JEF STALMANS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Noordlaan 47, 3600 Genk Averbode, 1938 Bediende
SECRETARIS WIJNGILDE “HET WIJNMENNEKE”
GEDREVEN LEVEN
Doe je daadwerkelijk iets in het belang van de dieren? Joeri: Als vrij jong gepensioneerde vond ik het belangrijk een taak op te nemen in het vrijwilligerswerk. Sinds enkele jaren ben ik lid geworden van de vzw Felixproject met als locatie Industrieweg-Zuid te Opglabbeek. Aangezien het om een aanverwante activiteit gaat, is de ligging van de gebouwen langs het Natuurhulpcentrum een goede plaats. Voor mijn engagement bij de vzw Felix was ik trouwens ook als vrijwilliger werkzaam in dit centrum.
Naam:
JOERI GLOWANIA
Adres:
Verbindingslaan 26, 3600 Genk Genk, 1955 Mijnwerker
Geboren: Vroeger: Nu:
DIERENVRIEND
Het Felixproject? Wat houdt dat precies in? Joeri: De vereniging heeft als doel zwerfkatten te vangen en na sterilisatie terug te plaatsen in hun vertrouwde omgeving. De meldingen van zwerfkatten komen meestal van de gemeentebesturen maar ook van privépersonen. Na dergelijke aangifte worden de katten gevangen, door een dierenarts onderzocht en onvruchtbaar gemaakt. Tijdens het genezingsproces worden de poezen 1 tot 4 dagen vastgehouden in een speciale revalidatieruimte.
20
Jaarlijks worden er zo’n 4000 katten behandeld. Een massa jonge katjes wordt een zwervend en dikwijls erbarmelijk bestaan bespaard. Inderdaad gaat het over een vrij groot aantal, want een poezenpaar verwekt 2 tot 3 maal per jaar zo’n 4 jongen. Waaruit bestaat jouw taak precies? Joeri: Ik onderhoud de kooien en doe allerlei klussen. Hieraan besteed ik enkele halve dagen per week. Maar door het wegvallen van de provinciale toelage voor ons project help ik ook regelmatig allerhande sponsoractiviteiten te organiseren. Jouw motivatie voor dit alles? Joeri: Mijn bekommernis voor het dierenwelzijn! En ik kan er mijn vrije tijd ook zinvol mee invullen. Ik voel me zeer goed in het team van een 20-tal personen met een begeesterend echtpaar als boegbeeld. Ook de grote respons die ik krijg van vele dierenliefhebbers zet me aan dit werk met veel inzet te doen. Ik vind het tevens belangrijk dat mijn huisgenoten met me meeleven en mijn engagement sterk waarderen.
GEDREVEN LEVEN
Wat doe je als bellenman? Jempi: Een bellenman is een stadsomroeper. Net zoals het destijds in de middeleeuwen gebeurde. Vroeger moest ik als bellenman een paar keer per jaar optreden, maar nu trek ik ongeveer vijftig keer per jaar mijn kostuum aan. Trouwens een heel mooi pak. Las ik niet dat het eens gestolen was? Jempi: Ja! En een tijdje later werd het teruggevonden op dezelfde plek waar het verdwenen was. Het kostuum is zo specifiek dat niemand er iets mee kan aanvangen. Behalve jij. Wat zijn zo je hoofdactiviteiten? Jempi: Het openen en begeleiden van alle stoeten in de stad Genk. Verder doe ik alle zondagsmarkten, de elfjuliviering, veel schoolactiviteiten, opendeur- en sportdagen, wandelingen door de stad, kinderstoet, verbranding Malbroek… Ook als er belangrijke gasten naar Genk komen ben ik bij de ontvangst. De boeking gebeurt altijd via de Dienst Evenementen van de stad. Ik doe dit als vrijwilliger gratis, de kosten van het kostuum zijn voor de stad.
Bellenman worden is niet zo’n gebruikelijke opdracht. Hoe ben je ertoe gekomen? Jempi: Ik ben de opvolger van Guido Ritsen, de vorige bellenman, die ik een tijd vervangen heb wegens ziekte. Omdat Guido het niet meer kon doen, heb ik op vraag van schepen Luc Dullers het “ambt” overgenomen en doe het nu al voor het tiende jaar. Bellenman zijn is puur een hobby, je staat heel kort bij de mensen en je hebt met iedereen een goed contact. Ik heb er zelf ook heel veel plezier aan. Ik doe mee aan de Europese en de Belgische kampioenschappen. Het volgende Europese treffen vindt in augustus 2010 plaats in Schotland. De Belgische kampioenschappen waren in augustus 2009 in Oostende. In 2010 is Genk aan de beurt! Jaarlijks mag ik in Gent de Gentse feesten openen omdat Genk en Gent maar een letter verschillen. De Belgische kampioenschappen lopen over twee dagen. De Europese duren vier dagen. Ik ben dan telkens de “Town Cryer” van dienst! Best wel een leuke hobby!
21
Naam:
JEMPI TRIPPAERS
Adres: Geboren: Vroeger:
Leemstraat 48, 3600 Genk Genk, 1948 Bestuurder bus
Nu:
BELLENMAN STAD GENK
GEDREVEN LEVEN
Dansen lijkt me eerder iets voor jonge mensen. Of vergis ik me? Maria: Zeer zeker, ook senioren houden ervan nog een danspasje te wagen. De danscultuur van de jongeren is immers enorm geëvolueerd. De ouderen houden het iets rustiger. Hoewel, als je een stevige wals wil draaien is dit toch ook een serieuze fysieke inspanning.
Naam:
MARIA LIEBEN
Adres:
Plattewijerstraat 21, 3600 Genk Diepenbeek, 1937 Onderhoud in scholengemeenschap
Geboren: Vroeger: Nu:
DANSLERARES OKRA
Wat doe je als Okra-lesgeefster? Maria: Eerst en vooral volg ik zowat overal gemeenschapsdanslessen via Okra. Daar steek ik wat van op en dat geef ik door aan onze groep Okra-senioren van Genk-Termien. Een tiental keer per jaar is er een bijscholing. De vereniging betaalt de kosten. We hebben momenteel 18 leden en wij dansen iedere woensdagnamiddag van 14 tot 16u30 in zaal De Horizon achter de kerk . Achttien leden is een mooie groep! Maria: Dat is waar. De senioren komen regelmatig, maar de groep is toch ernstig aan het verouderen. Ik ga regelmatig naar een dansinstuif van de andere Okra-verenigingen
22
zodat ik goed bijblijf en nieuwe dingen kan introduceren.Vroeger traden we ook wel eens op en regelde ik optredens voor de groep, maar dat gaat nu niet meer. Ook hebben wij het probleem dat de mannen niet meer willen meedoen, dus het is een vrouwenclubje aan het worden. Waarom doe je dit? Maria: Ik doe het sinds 1986 in navolging van de andere Okraverenigingen in het Genkse. In het begin gaven wij gewone standaarddansen, maar wij zijn moeten overgaan naar gezelschapsdansen wegens een tekort aan mannelijke partners. Die mannen toch! Maria: Ik heb vroeger samen met mijn man dansles in een dansschool gevolgd. Zalig toch! Nu dans ik nog steeds graag en ik wil dit plezier met anderen delen. Maar ja, als de mannen niet meewillen… Toch blijft het prettig. Ik zorg er samen met de groep voor dat we ieder jaar een lentefeest hebben en wij gaan ook samen op uitstap.
GEDREVEN LEVEN
Je schrijft gedichten en teksten. Vanwaar je interesse? Frans: Ik studeerde voor onderwijzer aan de Normaalschool in Mechelen-aan-de-Maas. Destijds had je alleen maar het internaat. Zelfs in het weekend was je op school. Je had dus nogal wat vrije tijd. Die gebruikte ik om tekstjes en korte verhalen neer te pennen. Ik mocht dan ook meewerken aan het tijdschrift Norma, uitgegeven door de school. En toen je afgestudeerd was heb je de traditie verdergezet? Frans: Het kwam me goed van pas. Mijn loopbaan als onderwijzer bracht me naar de parochie Caetsbeek-Terboekt en Sledderlo in Genk. Wij waren maar een arme school en konden ons nauwelijks dure leerboeken veroorloven. Dus schreef ik maar zelf teksten voor mijn leerlingen. Ik werd ook gevraagd om aan het blaadje ’t Kasterssleetje mee te werken. In de ‘hennenstal’ van Renerkes is de samenwerking met de jeugdclub ontstaan en zo ook het tijdschrift De Kleine Verzamelaar, waarvoor ik teksten maakte en foto’s en tekeningen zocht. Ik zorgde ervoor dat alles gedrukt werd en
deed natuurlijk aan ledenwerving. Na veertig jaar bestaat dit tijdschrift nog steeds. Alleen wordt het nu op een moderne manier – via internet – aan de mensen bezorgd. Bleven je bijdragen beperkt tot de parochie? Frans: In 1968 verschenen van mijn hand enkele kortverhalen in Het Belang van Limburg en werkte ik sporadisch voor Zonnekind, een uitgave van Averbode. Regelmatig schrijf ik ook teksten voor ons gekend blad De Horizon en voor het jaarlijkse programma van Neos Genk (Netwerk van Ondernemende Senioren) waarvan ik nu voorzitter ben. En je motief voor dit alles? Frans: Alles wat je bent, wat je voelt en denkt, kun je uitdrukken als je schrijft. Ik heb het gevoel dat schrijven me dichter bij de mensen brengt. Ik ben ook reisleider. Vooral Hongarije interesseert mij en het gebeurt dat ik mijn medereizigers af en toe een aangepast gedicht laat horen. Schrijven is een microbe en als die je te pakken heeft, laat ze je niet meer los.
23
Naam:
FRANS GEERKENS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Kensheide 4, 3600 Genk Opglabbeek, 1939 Onderwijzer
TEKST-
EN GEDICHTENSCHRIJVER
GEDREVEN LEVEN
De ouders gaan met z’n tweeën werken en het zoeken naar kinderopvang is niet zo eenvoudig. Dus gebeurt het meer en meer dat grootouders instaan voor de opvang van hun kleinkinderen. Jouw rol is dus exemplarisch voor de vele oma’s. Was je ooit beroepshalve bezig met kinderen? Ida: Niet met zoveel woorden, maar wij hadden vijf kinderen en die opvoeden was wel een voltijdse bezigheid.
Naam:
IDA GEEBELEN
Adres:
Centrumlaan 50/52, 3600 Genk Rotem, 1928 Huisvrouw
Geboren: Vroeger: Nu:
OPVANG
KLEINDOCHTER
En nu zorg je voor opvang? Ida: Ik doe dit omdat ik er zelf ook erg veel voldoening aan heb en ben er als vanzelfsprekend mee begonnen toen het probleempje zich stelde. Elke oma zou toch zo handelen! De opvang van mijn tienjarige kleindochter op de vrije schooldagen en gedurende de vakanties is voor mij geen karwei, maar een groot genoegen. Ik zorg ook voor mijn andere kleinkinderen als dat nodig is. Het opvangen van mijn kleinkinderen is een beetje gegroeid. Vroeger kwamen de kinderen van mijn dochter logeren. Die woonde in Duitsland en daar was het altijd moeilijk om voor opvang te zorgen. 24
Dus kwamen de kleinkinderen naar mij. Ze zijn ondertussen groot. Het doet mij altijd veel plezier als ze vertellen dat ze daaraan de mooiste herinneringen hebben. Wat houdt deze rol voor jou in? Ida: Wij doen heel wat fijne dingen samen. Samen wandelen, kaarten, tekenen, spelletjes spelen, naar de speeltuin gaan. Soms gaan wij samen naar Ter Hooie om te eten of om aan een plezante activiteit mee te doen zoals kienen. Andere bezoekers van de dienstencentra vinden het ook fijn als mijn kleindochter erbij is. Als de kleinkinderen bij mij zijn, verwen ik ze extra. Ik leg ze graag in de watten en af en toe mogen ze wel wat extra. Ik ben tenslotte de oma. Opvoeding is voor de mama en papa. Maar als ze voor school moeten werken, help ik hen daarbij. Kortom: ik doe alles wat een oma doet om haar kleinkind te plezieren. Ik hoop dan ook dat ik dit zo lang mogelijk kan blijven doen. De kinderen worden ook groter en ze hebben steeds minder zorgen nodig. En stilletjesaan zorgen ze ook voor mij.
GEDREVEN LEVEN
Er is een gebrek aan priesters, ik veronderstel dat men wàt blij is met parochiemedewerkers. Wat houdt dat precies in? Josee: Sinds 2004 werk ik in de parochie als doopcatechist. Iedere derde zondag van de maand worden de kindjes van parochie Termien gedoopt. De donderdag ervoor is er de doopcatechesevergadering voor de ouders, peter en meter van de dopelingen. Daar praten we, samen met een priester, over de betekenis en de zin van het doopsel. We maken het gezellig met een kopje koffie. De doopvieringen trachten we zo mooi mogelijk te verzorgen. Iedere dopeling krijgt als aandenken een paternoster. Op het bord van de dopelingen hangen we ook een aandenken. Een paternoster? Weten de mensen nog wat dat is? Josee: Wij zijn de “Rozenkransparochie”. De rozenkrans is een gebedenreeks die je bidt met behulp van de paternoster. Vandaar. Ben je buiten de doopvieringen nog actief in de parochie? Josee: In Termien hebben ze een goede koster, maar het kan al eens gebeuren dat ze afwezig is. Bijspringen of haar vervangen vind ik een
heel mooie taak. Verder zing ik in Termien mee met het Requiemkoor, dat al de begrafenissen verzorgt. Ik zing heel graag. Daarom heb ik me ook aangesloten bij het Montfortkoor Winterslag. Je hebt blijkbaar dus ook een muzikale hobby. Josee: Ik speel dwarsfluit in de harmonie Okra-Vlamo Limburg. Tweemaal per maand is er repetitie in de harmoniezaal van Kermt. Tijdens de zomermaanden hebben we wel enkele optredens. Dit jaar maken we nog een reis naar Tsjechië. Enkele jaren geleden kregen enkele mensen van de harmonie het idee om samen te musiceren. En dus startten we met het seniorenkwintet Arioso. Waarom doe je dit allemaal? Josee: Daar kan ik heel kort in zijn. Op de eerste plaats omdat ik graag met andere mensen samenwerk, omdat ik me graag nuttig maak voor anderen. Vroeger thuis werd ons geleerd om anderen te helpen, mee te doen met alles wat er in de parochie of op straat gebeurde. Ik was ook lid van de Chiro. Ook vanuit die beweging draag ik dit mee. 25
Naam:
JOSEE JANS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Zandbergstraat 10, 3600 Genk Lummen, 1945 Kleuterleidster
PAROCHIEMEDEWERKSTER
GEDREVEN LEVEN
Een militair die natuurgids wordt: toch wel twee uitersten. Of niet? Marcel: De liefde voor de natuur heb ik meegekregen in mijn jeugd. Ik herinner me dat ik tijdens de vakantie ging logeren bij mijn nonkel. Hij liet speciaal een strook koren staan omdat er een leeuwerik zijn nest had… Dat neem je je hele leven mee. Zo ook de vreugde als je de eerste zwaluw opmerkte die terugkwam uit het zuiden…
Naam:
MARCEL BEUTELS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Acacialaan 16, 3600 Genk Diest, 1942 Militair
NATUURGIDS
Hoe ben je ertoe gekomen natuurgids te worden? Marcel: Door natuurvrienden van het Heempark in Genk die mij aanspraken tijdens een wandeling in de Hoge Venen. Ik ben dan lid geworden van deze vereniging in 1971 en vijf jaar geleden werd ik voorzitter. In 1985 heb ik de cursus natuurgids gevolgd in Hasselt. Na mijn pensioen in 1993 ben ik actief beginnen gidsen voor de stad Genk en het Provinciaal Natuurcentrum. Ik gids dus over heel Limburg, maar het meest nog in het Heempark. Wat doe je als natuurgids? Marcel: Ik wil niet enkel mijn kennis overbrengen, maar de mensen ook leren hun zintuigen te gebruiken. 26
Soms zijn eenvoudige dingen in de natuur een wonder om naar te kijken. Wat gebeurt er precies in het Heempark? Marcel: We doen aan ecologische teelt, kweken groenten die de mensen niet meer kennen, bewerken de tuin zoals onze voorouders dat deden, we maken confituur van onze eigen vruchten, leren composteren, bakken brood… Wij hebben een educatieve taak en krijgen bijgevolg veel scholen op bezoek. En is er interesse bij de jeugd? Marcel: Absoluut! Ik merk aan de vragen en de aandacht hoe geïnteresseerd de jongeren zijn. Ik probeer ook niet de indruk te wekken dat ik een les aan ’t geven ben. Ik vertel! De jongelui staan open voor verhalen en steken intussen iets op. Waarom doe je dit? Marcel: Om jonge mensen de boodschap over te brengen dat het milieu en de natuur belangrijk zijn. Het is reeds vijf voor twaalf voorbij, het zijn de jongeren die onze toekomst zijn. Wij, volwassenen, hebben deze wereld niet geërfd, we moeten hem doorgeven aan onze kinderen.
GEDREVEN LEVEN
Ik hoorde je zo-even telefoneren in het Frans. Je bent die taal blijkbaar machtig. John: Ik ben in 1944 in Zichen-Zussen-Bolder geboren en nadien met mijn ouders naar Luik verhuisd. Mijn jeugdjaren heb ik dus doorgebracht in Luik. Ik heb jaren voor verschillende KMO’s gewerkt. De laatste twaalf jaren van mijn loopbaan was ik bij Philips werkzaam als verantwoordelijke voor de aankoop van uitrustingsgoederen. En je had talent om te zingen? John: Ik zong overal: thuis, op school, in bad, in bed… Het was mijn grote hobby. En natuurlijk droom je ervan om van je hobby je beroep te maken. Maar je weet hoe ouders zijn. Vader vond dat ik daar hoegenaamd niet van kon leven en hij raadde mij aan uitsluitend als hobby te zingen. En John heeft braaf geluisterd! John: Misschien had vader wel gelijk. Maar ik ben blijven zingen. Sinds mijn twaalfde zing ik in een koor, eerst in Luik, daarna in Tongeren, Stokkem, Zutendaal en Genk. Nu ben ik lid van de Heivinken.
Het mannenkoor De Heivinken is een groep vrienden die graag samen zingen en de vreugde ook willen delen met het publiek. Het groepsgevoel heeft ook een maatschappelijk aspect; ik leef mee met de koorleden en hun familieleden. Je wordt de repetities niet moe? John: Integendeel. Ik ervaar de repetities als een culturele activiteit. De muziekgeschiedenis, kennis over de componisten en natuurlijk het zingen boeien me. Daarenboven is het voor mij een soort geheugentraining. Het memoriseren van de liederen is concentratieverhogend en wie weet, een goed middel om Alzheimer af te remmen. Ik zorg er wekelijks voor dat de repetitiezaal in het Sint-Jan Berchmanscollege klaar is voor de repetitie: de stoelen voor de leden in een halve boog plaatsen, de pupiter voor de dirigent opstellen en de piano plaatsen voor onze huispianist. Verder leg ik de partituren en het schrijfgerief klaar. Na de repetitie zorg ik ervoor dat alles weer opgeruimd is. Je zou het met een groot woord een soort huismeester kunnen noemen.
27
Naam:
JOHN LOYENS
Adres:
Haneveldstraat 94, 3600 Genk Zichen-Zussen-Bolder, 1944 Philips, verantwoordelijke aankoop
Geboren: Vroeger: Nu:
ZANGER –
HUISMEESTER
GEDREVEN LEVEN
Hoe ben je terechtgekomen in de boekerij van het ziekenhuis? Jenny: Mijn schoonzus was werkzaam op de afdeling bloedtransfusie van het Rode Kruis in het ziekenhuis. Toen zij met pensioen ging, vond zij het heel erg om het ziekenhuis te verlaten. Aalmoezenier Renier bedeelde in die tijd de boeken van de boekerij, maar ging ook met pensioen. Hij vroeg mijn schoonzus die taak over te nemen. Zij heeft mij dan gevraagd om te helpen en zo ben ik er ook mee begonnen. We doen dat nu al 23 jaar.
Naam:
JENNY DRIESEN-RYCKEN
Adres:
Mosselerlaan 45, 3600 Genk Hamont, 1933 Bureelwerk
Geboren: Vroeger:
Nu:
BOEKBEDELING IN ZIEKENHUIS ZOL
Verder hebben we ook boeken in het Frans, Duits, Engels, Italiaans, Spaans en Turks. De bibliotheek beschikt over zo’n 400 uitleenboeken.
In feite bedeel je boeken aan een heel dorp! Da’s een serieuze organisatie. Jenny: In ieder boek steekt een kaart met de naam van de patiënt, het nummer van het bed en de dienstafdeling. Er moet geen leengeld worden betaald. Na een week worden ze weer opgehaald of verlengd. Bij ontslag van de patiënt worden de boeken aan de balie afgegeven. Regelmatig worden de boeken vervanHoe gaat het in zijn werk? gen door de Nationale Bibliotheek Jenny: Iedere maandagnamiddag van het Rode Kruis in Mechelen. bedelen we de boeken. We beginnen om 13.30 en om 16.00 uur hebben Waarom doe je het? we gedaan. We zijn met 7 personen, Jenny: Na elke ronde maken we allemaal leden van het Rode Kruis. een verslag op en drinken we een De boeken staan klaar op een boe- lekker kopje koffie in de refter. Na kenkar, gesorteerd volgens inhoud. de jaarvergadering wordt ons een Een sticker met een hartje geeft aan diner aangeboden en krijgen we dat het een roman betreft, reis- een bezoek aan een bezienswaarverhalen hebben een sticker met digheid. Maar we doen het vooral een koffer, boeken over dieren een om mensen te ontmoeten, de paleeuw, historische romans een kas- tiënten die graag lezen wat verteeltoren. Er is verder keuze uit kook- strooiing te geven en met hen te boeken, strips, crimi’s en science- praten indien ze dat verkiezen. fictionverhalen. We hebben boeken over auto’s, handwerk en boeken met grote letters voor slechtzienden. 28
GEDREVEN LEVEN
Religieus vrijwilligerswerk, wat moeten we daaronder verstaan? Esma: Op geregelde tijdstippen geef ik koranlezingen voor vrouwen. Voor Genk en omstreken is dat vrij uniek. Zomaar? Of is er telkens een aanleiding? Esma: Mijn lezingen geef ik bij speciale gelegenheden, zoals de inwijding van een huis, bij een geboorte of bij sterfgevallen. Bovendien bied ik mijn diensten vrijwillig aan. Wanneer ik verneem dat iemand binnen onze gemeenschap is gestorven, loop ik even bij de nabestaanden langs en nodig ik de vrouwen uit om samen te bidden. Zo richt ik 7, 20, 40 dagen en één jaar na het heengaan van de overledene bezinnings- en gebedsmomenten in. Telkens er iets belangrijks gebeurt in een gezin, kom jij in actie. Esma: Niet alleen dan, maar ook voor, tijdens of na het vrijdaggebed in de moskee, waar enkel de mannen aan deelnemen, verzamel ik zo’n twintig vrouwen. Samen lezen, bidden en eten we dan wat.
Tot slot houd ik me ook heel intensief bezig met de rituele lijkwassing van overleden islamitische vrouwen. Waarom vervul je je huidige rol? Hoe ben je ertoe gekomen om dit te doen? Esma: Mijn maatschappelijk engagement is het resultaat van Gods roeping. Er is maar één God voor alle mensen. Voor iedereen heeft Hij een rol uitgetekend, mij vraagt Hij koranlezingen te houden en vrouwen bij te staan en te steunen met de Koran in de hand, in goede en slechte momenten. Ik probeer zoveel mogelijk volgens de Koran te leven. Het is mijn plicht mensen te helpen die in nood zijn. Alleen de moslims? Esma: Ik kijk ook verder dan de grenzen van de geloofsgemeenschappen. Genk is immers een bonte verzameling van verschillende groepen. Ik vind het belangrijk menslievend te zijn voor iedereen en mijn leven voor een stuk ten dienste van alle Genkenaren te stellen. Daarbij laat ik me niet tegenhouden door muren in de hoofden van sommige mensen.
29
Naam:
ESMA OZCAN
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Vooruitgang 30, 3600 Genk Ardahan (Turkije), 1948 Huisvrouw
RELIGIEUS
VRIJWILLIGERSWERK
GEDREVEN LEVEN
Genealogie… Wat houdt dat precies in? André: Mensen zijn nieuwsgierig naar hun afkomst of naar de geschiedenis van hun familie. Stamboomonderzoek of genealogie is eigenlijk de oudste vorm van geschiedenis schrijven.
Naam:
ANDRÉ BRENARD
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Bosduifstraat 4, 3600 Genk Genk, 1943 Politiecommissaris
GENEALOGIE (STAMBOOMONDERZOEK)
Het lijkt me niet gemakkelijk daaraan te beginnen. André: Het is een tijdrovende vrijetijdsbesteding, maar wel zinvol. Het kan zelfs de familiale banden weer wat aanhalen. Om dergelijk werkje te maken heeft men zijn familie en verwanten nodig. Kinderen vinden het boeiend om hun ouders of grootouders te horen vertellen over vroeger. Bij familie en verwanten kan je soms veel informatie vinden: trouwboekjes, geboorteaankondigingen, huwelijkscontracten, rouwbrieven, bidprentjes, notariële akten, foto’s… Een familiegeschiedenis met stamboom van vier generaties weergeven is dan ook mogelijk met beperkte middelen.
Om aanknopingspunten te vinden moet men rekening houden met de voornaamste gebeurtenissen in een mensenleven: de geboorte, het huwelijk en het overlijden. Uiteraard vindt men deze gegevens terug in de registers van de burgerlijke stand of in de rijksarchieven. Ook op het internet kan men heel wat informatie vinden, maar deze info moet altijd gecheckt worden op juistheid. Wie deze hobby wil beoefenen kan het best lid worden van een genealogische vereniging om het opzoekwerk te vergemakkelijken. Waarom doe je dit? André: Nieuwsgierigheid! Mijn familienaam komt niet veel voor in België. Mijn vader was afkomstig uit Wallonië en mijn moeder uit West-Vlaanderen. Deze combinatie maakt het opzoekingswerk een stuk moeilijker maar ook boeiender. Vandaar mijn interesse. Intussen ontdek ik dat meer en meer mensen zich interesseren voor genealogie. Zo kan er misschien in de komende jaren een club ontstaan.
En vanaf dan wordt het moeilijk! André: Eens men zover is, wordt Veel succes ermee, André. men nieuwsgierig en wil men dieper in het verleden graven. 30
GEDREVEN LEVEN
Vzw Con Tempo…? Vertel eens. Gaby: De vzw is een netwerk voor wie zijn partner door overlijden verloor. Nu begeleid ik zo maandelijks al 9 groepen in Limburg, waarvan 3 in Genk. Daarnaast sta ik vermeld op internet bij “Trefpunt zelfhulp” en daardoor worden door sommige instanties personen naar mij verwezen of komen ze bij mij terecht. Ook neem ik sinds 1983 deel aan het bestuur en de werking van Ziekenzorg te Zwartberg. Waarom heb je dit initiatief genomen? Gaby: Toen ik in 1986 op vijfenveertigjarige leeftijd mijn man verloor, liep ik totaal verloren. Nochtans was ik een zeer zelfstandige vrouw. Dat zette mij aan het denken. Hoe deden anderen, er waren er zóveel in mijn omgeving, het in deze omstandigheden? Daarvoor wilde ik mij inzetten! In samenspraak met de plaatselijke kerkelijke overheid zou ik ermee starten. Op eigen initiatief ging ik eerst een opleiding volgen in de Guimardstraat te Brussel. Twee jaar later was ik er klaar voor! In 1988 hielden we met een vijftigtal deelnemers onze eerste ontmoetingsdag in het Genkse.
Wat houdt de werking precies in? Gaby: Er werd besloten om maandelijks samen te komen en we sloten ons aan bij de bovenvermelde vereniging. Gespreksthema’s als “wat kunnen we voor elkaar betekenen, hoe kunnen we dat doen, welke zin kunnen wij aan ons leven geven”, maar ook allerlei praktische en educatieve onderwerpen zoals bv. veiligheid in en rond het huis, zelf klusjes opknappen en gezond eten en koken, steeds aangepast aan alleenstaanden, kwamen op onze maandelijkse samenkomsten aan bod. We groeien zowel provinciaal als nationaal en ik kan het werk in de vele nieuwe groepen bijna niet meer alleen aan. Op http://www.vzwcontempo.be/ kan je meer vinden over onze zelfhulpgroep: weduwschap, rouwverwerking… Je bent echt wel gedreven, merk ik: Gaby: Ik doe dit belangeloos, uit liefde voor mijn medemens, vanuit een christelijke overtuiging, mij meegegeven door mijn ouders. Mijn leuze is: een vuile vloer kan wachten, een mens in nood niet.
31
Naam:
GABY ENGELEN
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Gieterijstraat 10, 3600 Genk As, 1941 Kleuterleidster
BEGELEIDSTER VZW CON TEMPO
GEDREVEN LEVEN
Jou voorstellen is overbodig. Je kreeg de Staatsprijs voor Beeldende Kunsten, je werd in 1995 Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen en in 1998 kreeg je de Henri van der Velde Prijs. Je bent veelzijdig. Maar wat is je hoofdbezigheid? Piet: Ik ontwerp serviezen, vooral voor bedrijven. Tegenwoordig werk ik veel voor oosterse landen zoals China, Thailand en Korea. Van opleiding ben ik beeldhouwer en keramist. Van 1966 tot 1989 werkte ik als ontwerper bij Royal Mosa in Maastricht. Daar heb ik “Sonja” ontworpen, een koffiekopje dat in de horeca gebruikt wordt. Het is wereldberoemd geworden. Er zijn reeds 50 miljoen exemplaren van gemaakt. Ondertussen gaf ik les aan de tekenacademie van Genk en in Eindhoven. Sinds 1989 ben ik zelfstandig. Naam:
PIET STOCKMANS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Dennenstraat 5, 3600 Genk Leopoldsburg, 1940 Ontwerper
KUNSTENAAR
Vervaardig je alleen gebruikskeramiek? Piet: Kunstwerken en installaties komen ook aan bod. Zo heb ik in Hasselt een zebrapad gemaakt, in Brussel kun je een installatie zien in de metro en in Genk kent iedereen het theater “Blote billen” achter de kerk. Mijn kunstproductie is zowat overal ter wereld te koop en in musea te bewonderen. 32
“Stockmansblauw” heet jouw atelier. Van waar de voorkeur voor wit en blauw? Piet: Wit is de kleur van de grondstof. Blauw omdat blauw als het gebakken wordt een temperatuur moet doorstaan van 1400 graden. Alleen blauw blijft echt blauw na die hoge temperatuur. De andere hoofdkleuren doen dat niet. Rondleidingen organiseer ik ook in mijn atelier “Stockmansblauw”. Een geleid bezoek omvat een inleiding, informatie over de productie van porselein, een video en een rondleiding met betrekking tot de kunstwerken en de Studio Collectie. Dit enkel na telefonische afspraak. En de toekomst? Piet: Nu ben ik een tentoonstelling aan het voorbereiden voor Korea en ik ben bezig met een project in C-Mine in Winterslag. Volgend jaar is het klaar en ga ik daar werken. Ik hoop nog heel lang te werken want ik vind het nog altijd zeer boeiend. Sinds 1997 is mijn dochter Widukind mijn partner in het Stockmansblauwproject. Ze is grafisch vormgeefster van opleiding. Ook zij is de toekomst.
GEDREVEN LEVEN
Wat houdt je huidige maatschappelijke rol in? Jef: Ik ben mijn hele leven lang al een gepassioneerd verzamelaar, maar sinds een jaar of dertig ben ik lid van de Genkse heemkring. “Het jaar van het dorp” in 1978 was voor mij de katalysator en heeft mijn interesse voor het verleden gewekt. Zeven jaar later in 1985 bestond Waterschei 75 jaar. Om de mensen van de buurt te laten proeven van de rijke geschiedenis van Waterschei heb ik een tentoonstelling georganiseerd en de lokale handelaars mee in het project betrokken. Heemkunde is eigenlijk het onderzoek naar bijzondere en minder bijzondere dingen in je eigen leefomgeving. Ik vind het belangrijk dat je weet waar je vandaan komt en dat je dat aan je kinderen kunt doorgeven. Tegenwoordig gaat alles zo razendsnel. Daarom is het van groot belang zelf af en toe die tikkende klok stil te zetten en rond te kijken in je eigen dorp, gemeente of stad. Hoe is het allemaal begonnen? Jef: Destijds ben ik begonnen vanuit mijn fascinatie voor het oude Waterschei. Maar gaandeweg verruimde ik mijn horizon naar Genk, Limburg en zelfs België. Het feit dat ik ook een aantal jaren in de bibliotheek als bediende heb gewerkt, maakte mij het opzoekingswerk ook wel wat gemakkelijker. Op mijn niet-aflatende
zoektocht in het verleden bezoek ik vanzelfsprekend de meest uiteenlopende ruil- en andere markten. Die kennis neem ik mee naar onze heemkundige kring, waar we er verder over kunnen discussiëren en er de nodige interpretaties aan geven. Vind je het belangrijk in het verleden te graven? Jef: Absoluut! In de loop der jaren heb ik geleerd hoe belangrijk het is om het verleden niet te laten verkommeren en tradities intact te houden. In onze huidige maatschappij leeft de idee dat alleen het hier en nu telt, zeker bij jongeren. En dat is niet zo verwonderlijk. Toch is een mens voor een stuk het product van zijn verleden. Behalve dat je zelf gefascineerd bent, zul je waarschijnlijk een bedoeling hebben met je werk. Jef: Ik wil mijn fascinatie voor het verleden doorgeven aan andere Genkenaren. En dat kan het best via de heemkring. De dynamiek die het begrip en de interesse voor het verleden moet opwekken, kan enkel uitgaan van een groep bedrijvige enthousiastelingen. En zo zie ik mijn rol bij de heemkundekring dan ook: wij zijn als het ware de wind in de zeilen van de Genkse heemkunde. En de kennis daarrond is zo divers en rijk dat ze nooit mag verdwijnen. 33
Naam:
JEF MUYSERS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Europalaan 86/5, 3600 Genk Genk, 1942 Winkelier
LID
VAN
DE HEEMKUNDIGE KRING
GEDREVEN LEVEN
Naam:
GABY ROGIERS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Dennenstraat 10, 3600 Genk Diest, 1938 Huisvrouw
GIDS
Gidsen moet heerlijk zijn. Hoe ben je er aan begonnen? Gaby: 32 jaar geleden ben ik er bij toeval ingerold. Als studente economie heb ik ook een cursus gevolgd om te kunnen gidsen op de Wereldtentoonstelling 1958. Na mijn huwelijk met Gilbert Rogiers en moeder te zijn geworden van Mireille, Herwig en Linda, werd mij eens gevraagd of ik in Bokrijk zou willen gidsen. Uit nieuwsgierigheid ben ik eens gaan praten met de conservator. Ik vond het zo boeiend dat ik de behoefte kreeg om mij verder te bekwamen en de cursus voor Limburgs Toeristische Gids ging volgen.
in te slaan. Die evolutie en de verwezenlijkingen aan de inwoners en bezoekers tonen, verklaren en hen ervan laten genieten, dat is de uitdaging voor elke Genkse stadsgids.
Je legt je vooral toe op Genk? Gaby: Als toeristische gids in een kunsthistorische stad gidsen is natuurlijk heerlijk. Maar van dergelijke steden hebben we er dertien in een dozijn. Genk daarentegen is een buitenbeentje. Het evolueerde van Kempisch kerkdorp, waar de landschapsschilders de romantische charme van heide en vennen ontdekten, tot een centrum van steenkoolnijverheid met zijn multiculturele bevolking. De teloorgang van de steenkoolnijverheid noopte de achtereenvolgende gemeentebesturen om resoluut andere wegen
Je beleeft duidelijk plezier aan je taak. Gaby: Wat wil je nog meer dan hier je bewondering en interesse voor deze boeiende stad en het schitterende domein en museum te mogen delen met zowel Genkenaren als met mensen uit de vier windstreken? De laatste jaren beperk ik mij tot Bokrijk en Genk. Met alle bijscholingen, nieuwe thema’s, de evolutie van stad en museum en de gewijzigde interesses van onze bezoekers blijft het een bijzonder boeiende bezigheid.
34
En natuurlijk is Bokrijk een speciaaltje. Gaby: Bokrijk behoeft geen betoog, goede wijn behoeft geen krans: een groene long, schitterende natuur en een openluchtmuseum dat een onuitputtelijke bron van informatie is over het leven, werk, vindingrijkheid, geloof, taal, ziekte en gezondheid van mensen die ons voorgingen en wier genen wij dragen.
GEDREVEN LEVEN
Verzamelen is een ruim begrip. Wat verzamel je en hoe ben je ertoe gekomen? André: Reeds van mijn tiende ben ik verzamelaar van munten. Ik herinner mij nog hoe wij in de lagere school reeds munten ruilden op de speelplaats. Dus die microbe zat er zeker in. Maar later bracht je er structuur in en stichtte je een club. André: Het moet zo’n dertig jaar geleden zijn dat ik samen met mijn vriend Mathias Wolfs op het idee kwam om de ruilclub op te richten. Bij mijn broer vond ik onderdak in het zaaltje. Onze vereniging heet “Ruilclub Genk”. Aanvankelijk ging het enkel over munten. We hebben momenteel 160 leden. Ze betalen 5 euro lidgeld per jaar en daarvoor mogen ze gratis onze tentoonstellingen bezoeken en krijgen ze ons clubblad. Wat houdt de rol in? André: Maandelijks organiseer ik met het bestuur een ruildag. Eenmaal per jaar houden wij een nationale ruildag. Dit gebeurt in de polyvalente zaal van het college. Wij verwachten dan een 35-tal standhouders en een 700 tot 800 bezoekers.
Hoe organiseer je zo’n dag? André: Dat heeft uiteraard heel wat om het lijf. Reeds in oktober verwittigen wij de standhouders. Aan de hand van de inschrijving kan ik de zaalschikking in orde brengen. Onze nationale ruildag valt altijd op de 1ste zondag van maart. Kan alles worden geruild? André: Heel vaak zijn het prullaria. Er zijn ook periodes geweest waarin bijvoorbeeld postkaarten een hype waren of bierviltjes of sigarenbandjes. Op dit ogenblik zijn champagnekurken in. Munten zijn echter een constante. Hoe hou je je leden op de hoogte? André: Via ons clubblad Ruilclub Genk, dat maandelijks verschijnt. Daarin komt natuurlijk het laatste nieuws uit de verzamelwereld te staan. Voor mij is het een hele karwei om alles bij elkaar te zoeken. Ik zal altijd trachten om de verzamelaar zo spoedig mogelijk in te lichten over de nieuwe tendensen. Het uittikken van het blaadje gebeurt door mij, maar de verzending is in handen van de secretaris. Ook op onze eigen website vind je heel wat informatie. 35
Naam:
ANDRÉ BAETEN
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Vogelkersstraat 6, 3600 Genk Genk, 1947 Winkelier
VERZAMELAAR
GEDREVEN LEVEN
Je bent voorzitter van de vzw – Katholieke Scholengemeenschap Sint-Maarten Genk. Waaruit bestaat je taak? Jef: Mijn rol in deze vzw is vooral de vergaderingen van de raad van bestuur en de algemene vergadering voorbereiden en leiden. Dit in overleg met de heer Guy Geukens, coördinerend directeur, en conform de statuten en het huishoudelijk reglement. Ook de agenda vastleggen en de besprekingen leiden van het dagelijks bestuur van de vzw horen erbij.
Naam:
JEF GIELKENS
Adres: Geboren: Vroeger:
Oude Hoevestraat 53, 3600 Genk Bocholt, 1934 Directeur Technisch Instituut Sint-Lodewijk Genk
Nu:
VOORZITTER VZW – KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP SINT-MAARTEN, GENK
Maar ook naast je inzet voor het onderwijs ben je erg actief in Genk. Jef: Schepen van sport, Luc Dullers, heeft me gevraagd voorzitter te worden van de vzw Genker Jeugdopleiding Voetbal (GJV). In die functie bepaal ik de agenda van de vergaderingen van de raad van bestuur en de algemene vergadering. Voetbal verbindt de ganse Genkse gemeenschap. Bij GJV krijgen de spelers van de Genkse provinciale clubs de gelegenheid om te trainen met de beste spelers van de clubs en dit onder leiding van trainers van Het ligt een beetje in het verlengde van KRC-Genk. je vroeger beroep? Jef: Waarschijnlijk dat ik daarom Daarenboven ben je lid van de Missiegevraagd werd. Eerst vermelden dat animatiegroep Parochie Bret-Gelieren. ik mij had voorgenomen na mijn Jef: Een groep van parochianen ijpensionering geen enkele functie te vert om de missiegedachte levendig aanvaarden buiten de regio Genk. te houden en via projecten de misIk wilde voor de gemeenschap in sionarissen financieel te steunen. Genk nog een nuttige bijdrage le- De parochie Bret-Gelieren telt zelf veren aan het instandhouden en geen enkele eigen missionaris. de uitbouw van het katholiek se- De meeste medewerkers hebben cundair onderwijs in Genk. Dege- een broer of zus die missionaris is lijk onderwijs in onze regio is van of was. kapitaal belang voor de toekomst Zo ook voor mij. Mijn tweelingszus van Genk. is sinds 1964 werkzaam in Manila op de Filipijnen in het “Huis zonder Trappen”. Daar verblijven fysiek en mentaal gehandicapten. 36
GEDREVEN LEVEN
Apotheker en catechist: een niet zo gebuikelijke combinatie! Guy: Ik ben zeer godsdienstig grootgebracht. Een beetje door traditie, maar ook door een goed gevoel voor de positieve wetenschappen, studeerde ik farmacie aan de KUL te Leuven. Daar kwam ik heel snel in contact met de studentenparochie en aanvaardde binnen mijn faculteit en in het praesidium de verantwoordelijkheid voor de studentenparochie en de organisatie van de sportactiviteiten. Dus ook sport droeg je interesse weg? Guy: Absoluut. Oorspronkelijk had ik zelfs gekozen om sportkotter te worden. Ik was gefascineerd door judo en gedurende dertig jaar gaf ik judotraining aan de judoclub te Genk . En toch kwam je bij de catechese terecht. Guy: In Hoevenzavel viel de uitnodiging in de bus met een zoektocht naar nieuwe catechisten, wat mij dadelijk aansprak wegens mijn filosofische en educatieve interesses. Zo kwam ik binnen mijn parochie in een heel toffe en nieuwe vriendenkring terecht. Bovendien kregen we van de paters een vrijbrief voor catechetische “free speech”.
Wat versta je daaronder? Guy: Het stelde ons in de mogelijkheid op zeer eigentijdse wijze catechese te geven. Ik steunde op de ervaringscatechese, die ik destijds in de studentenparochie had meegekregen. Het is een blijvende zoektocht om nog interesse te wekken bij onze jongeren voor de waarden van het christendom en de christelijke beschaving. Een flinke dosis humor is daarbij nooit ver weg. Je motief is je bekommernis voor de jeugd? Guy: Eigenlijk doe je het niet alleen voor de vormelingen, maar ook voor je eigen verdere geestelijke en filosofische ontwikkeling. De belangrijkste redenen om dit als rijpere mens vol te houden zijn het blijvend contact met de jongeren en de maatschappij, mijn persoonlijke godsdienstige overtuiging, de steun en de vriendschap van de paters en mijn medecatechisten. Nergens heb ik zoveel plezier en spontane vriendschap mogen ervaren, hoewel mijn judoclub soms voorrang kreeg… Met de steun van mijn lieve echtgenote Els heb ik dit in mijn leven mogen beleven.
37
Naam:
GUY DE VOS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Wildetijmstraat 2, 3600 Genk Rupelmonde, 1946 Apotheker
CATECHIST
GEDREVEN LEVEN
Het kan niet anders of jouw tuin is een pareltje! Harry: Ik heb niet te klagen. Hoewel, er is altijd werk in de tuin, het kan altijd beter. Nu is er in Winterslag de Koninklijke Tuinbouwkring. Mijn vrienden, die ook intensief bezig waren met hun tuin en reeds in de vereniging zaten, merkten dat ik veel interesse had voor de tuinbouw en stelden mij voor om lid te worden. Dat heb ik dan aanvaard. Je leert altijd wel iets bij. Ik spreek nu over 35 jaar geleden. Een jaar later werd ik voorzitter!
Naam:
HARRY INDESTEEGE
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Klotbroek 17, 3600 Genk Genk, 1937 Meestergast Ford
WIJKBEBLOEMING
praktische lessen zoals bloemschikken, snoeien, voorjaarstuinen klaarmaken e.d. Jaarlijks organiseren wij ook een plantenverkoopdag. De stad Genk houdt ook een bebloemingsactie, kwestie van een feestelijke aankleding. Samen met andere tuinbouwkringen helpen wij die actie te organiseren. Jaarlijks houden we een natuurwandeling met gids in en rond Genk en daaraan gekoppeld organiseren we een gezellig samenzijn. Het is echt een sociaal gebeuren. We zijn geen individuen die alleen maar bezig zijn met hun eigen tuintje. Trouwens, eenmaal Wat houdt de rol in? per jaar houden we een ledenfeest. Harry: Mensen motiveren om hun Iedereen kijkt er naar uit! huizen te verfraaien met bloemen, bloemenrijke tuinen aanleggen Al je initiatieven spelen zich af in onze en vensterbanken verzorgen met stad? bloembakken. Harry: We kijken ook over de grenzen. Eenmaal per jaar organiseren Wat is je belangrijkste taak als voorzit- we een daguitstap naar een bezoeter? kerscentrum van tuinbouw. DaarHarry: Ik ben verantwoordelijk naast brengen we een bezoek aan voor de maandelijkse samenkomst kijktuinen in andere gemeentes. van de leden en het houden van bestuursvergaderingen voor het be- Waarom doe je dit? spreken van de agendapunten. Harry: In de tuin werken is mijn hobby en ik wil mijn kennis en Ik veronderstel dat het de bedoeling is gedrevenheid niet voor mij alleen dat je de leden iets bijbrengt? houden, maar de ervaring en kenHarry: Daartoe organiseren we nis overbrengen naar anderen. voordrachten voor de leden en 38
GEDREVEN LEVEN
Je rol ligt in het verlengde van je vroeger beroep: mensen helpen. Leon: Dat klopt. In mijn loopbaan als maatschappelijk werker kwam ik in contact met de uitbouw van de dienstencentra en dus ook met de seniorenwerking. In 1997 kwam een kleine groep bijeen om in samenwerking met het OCMW en het startende dienstencentrum te zoeken naar werkingsmogelijkheden. Een van de mogelijke doelstellingen was werken met de pc. Het stond vast dat meer en meer senioren onder impuls van hun kleinkinderen naar de pc grepen. Mijn voorkeur ging daar naar uit. Directe hulp lag mij wel. Een halve dag per week begeleidde ik de senioren die dat wensten. In Ter Hooie, op een oude afgedankte pc van het OCMW, zijn wij begonnen. Dat ding weigerde af en toe wel dienst, maar op een rekje lagen een aantal reserveonderdelen. Zo leerden we de senioren hoe de computer in elkaar zat en functioneerde. Het doel dat ik mij voor ogen had gesteld was natuurlijk mensen helpen, ervoor zorgen dat onze senioren een aangenaam tijdverdrijf hebben. Aanvankelijk was dat enkel gewoon worden aan het nieuwe medium.
Nu is de behoefte aan internet echter zo groot geworden dat het hoofdzakelijk daarom draait. Het wordt nu een open venster op de wereld. Terwijl je de senioren met de computer leerde werken, werd je natuurlijk ook geconfronteerd met hun problemen. Leon: Absoluut! En niet alleen met de problemen van mijn “cursisten”. Ik ben ook nog bezig met dossiers en begeleiding van “mensen zonder papieren” in samenwerking met het Limburgs platform Vluchtelingen. Deze hulpverlening is noodzakelijk omdat de officiële instanties, zoals het OCMW, geen financiële hulp meer mogen geven. Verder ben ik ook nog voorzitterad-interim van de kerkfabriek in Kolderbos-Langerlo. Waarom doe je dit? Leon: Door mijn werk en van nature uit denk ik dat ik nogal maatschappelijk ben ingesteld. Dit heeft mij zeker gestimuleerd om een halve dag per week ter beschikking te staan om de senioren die dat wensen te helpen.
39
Naam:
LEON SCHOLS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Elzenstraat 16, 3600 Genk Genk, 1937 Maatschappelijk werker
COMPUTERHULP VOOR SENIOREN
GEDREVEN LEVEN
Gemachtigd opzichter! Dat klinkt plechtig! Heinz: De bedoeling was het creëren van een veilige schoolomgeving door hulp te bieden bij het oversteken van gevaarlijke kruispunten rond de scholen. Daarvoor werd een beroep gedaan op vrijwilligers die na een korte opleiding dagdagelijks instonden voor de veiligheid van de schoolgaande jeugd, vooral uit het lager onderwijs. Daar ik als jong-gepensioneerde over de nodige tijd beschikte en vooral omdat ik het nuttig vond voor de kinderen van Hoevenzavel heb ik me ingeschreven. We zijn dan met 44 mensen van start gegaan, maar spijtig genoeg blijf ik nog alleen over.
Naam:
HEINZ BOSMANS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Lijsterbesstraat 15, 3600 Genk Genk, 1938 Mijnwerker
GEMACHTIGDE
OPZICHTER
Wat houdt je werk precies in? Heinz: Viermaal per dag sta ik op de drukke Hoevenzavellaan om het helse verkeer tot stilstand te brengen wanneer de kinderen zich aanbieden om over te steken. Gelukkig word ik tegenwoordig bijgestaan door enkele stadswachten en een politieagent. Ik ben me bewust van de grote verantwoordelijkheid. Ik kan met voldoening zeggen dat er zich op deze plaats nog geen ongeval heeft voorgedaan. 40
Kom je zelf nooit in gevaar? Heinz: Vooral wanneer de zon laag staat, hebben automobilisten wel eens moeite om ons op te merken en moet er soms een zijsprong worden gemaakt om zelf niet aangereden te worden. Je elke dag opnieuw inzetten lijkt me een zware opdracht. Heinz: Ja, maar ik kan stellen dat ik ook heel veel waardering krijg. Zo ben ik erg verrast geweest toen ik bij mijn 70ste verjaardag werd uitgenodigd op de speelplaats van de school. De kinderen stonden voor mij in de rij om mij te huldigen. Ook de dagelijkse babbel met medewerkers en ouders geeft me veel voldoening, maar in de winter gaat iedereen gauw naar huis en voel ik me soms erg eenzaam. Heb je nog andere sociale bezigheden? Heinz: Ik zet me in voor de bezoekers van het dienstencentrum De Halm, draag De Horizon uit en verkoop elk jaar 380 kalenders van de Mijnwerkers-Brancardiers. Ook probeer ik een helpende hand te zijn voor ouderen in mijn buurt. Je inzetten voor de medemens is toch een fijne opdracht, vind je niet?
GEDREVEN LEVEN
Het is vrij recent dat de palliatieve afdelingen bij het grote publiek bekend zijn. Herman: De maatschappij verandert: vroeger stierf men meestal in huiselijke kring. Nu gebeurt dit meer en meer in een kliniek of een verzorgingstehuis. In de loop van de laatste 10 tot 15 jaar heeft men in veel klinieken een palliatieve afdeling opgericht, waar patiënten door een team artsen, speciaal opgeleide verpleegkundigen en vrijwilligers begeleid worden in de laatste fase van hun leven. Een fase waarin genezen niet meer mogelijk is en men enkel kan zorgen voor een zo groot mogelijk comfort en het wegnemen van pijn in een huiselijke sfeer, waarin de patiënt en zijn familie begeleid worden. Je bent vrijwilliger op de palliatieve zorgafdeling. Herman: Ik zit in een palliatief team, samen met de artsen, verpleegkundigen en nog andere vrijwilligers. Ik mag geen medische handelingen verrichten, zelfs geen medicatie geven. Voor welke taken schakelt men de vrijwilligers in? Herman: De taken van de vrijwilligers zijn gevarieerd: maaltijden
brengen, de patiënt helpen eten geven, koffie brengen, ervoor zorgen dat de sfeer in de kamer een beetje gezellig is en hem het gevoel proberen te geven dat hij thuis is. De vrijwilligers maken het eten klaar dat hij graag heeft en wanneer hij het graag heeft. Het eten wordt mooi op het bord geschikt, zodat het de eetlust bevordert. Is het niet deprimerend te werken bij mensen die zeer zeker zullen sterven? Herman: Integendeel. De patiënten zijn heel dankbaar. Ik moet luisteren naar de zieke, nog meer dan praten. Ik moet proberen steun te geven tot het laatste moment. Dat wordt ook enorm geapprecieerd door de familie. Hoelang doe je dit al? Herman: Al tien jaar, dit na een opleiding van twee dagen. Helaas heb ik, als gevolg van het ouder worden en ook door een heupbreuk, mijn dienstbetoon bij de zieken moeten opgeven. Nu houd ik me meer bezig met administratieve taken voor de vrijwilligers en met de bibliotheek. Ik wil absoluut contact houden met de palliatieve afdeling.
41
Naam
HERMAN VERHAEST
Adres:
Bochtlaan 27/22, 3600 Genk Gent, 1923 Inkoop en verkoop in binnen- en buitenland
Geboren: Vroeger: Nu:
VRIJWILLIGER PALLIATIEVE ZORGEN
GEDREVEN LEVEN
Je hebt een erg verantwoordelijke functie. Hoe kwam je er terecht? Maggy: Na een jarenlange actieve loopbaan als leerkracht en 20 jaar als directrice, keek ik uit naar een nieuwe uitdaging. Op dat moment was men in Genk op zoek naar een voorzitter voor het toen nog “lokaal overleg kinderopvang”. Het afdelingshoofd van Kind en Gezin, Lisette Bergmans, kende mij als lid van de inrichtende macht van de middenschool H.-Hart, waarvan ik directrice was. Ze stimuleerde mij om deze job aan te nemen. Kinderopvang ligt in de lijn van wat ik vooraf deed, met dit verschil dat ik altijd in het secundair onderwijs heb gestaan. Emancipatie van jongeren en democratisering heb ik altijd heel belangrijk gevonden.
Naam:
MAGGY NELISSEN
Adres:
Houtblookstraat 32, 3600 Genk Peer, 1943 Leerkracht – directrice
Geboren: Vroeger: Nu:
VOORZITTER
LOKALE
ADVIESRAAD KINDEROPVANG
En wat is je rol precies? Maggy: Ik ben voorzitter van de stedelijke adviesraad kinderopvang en voorzitter vzw CKO (Centrum Kinderopvang) “De Vloot” te Genk. Als voorzitter formuleer ik doelstellingen in overleg met participanten. Samen met verantwoordelijken voor de kinderopvang van de stad heb ik een beleidsplan voor de volgende jaren opgemaakt. De bedoeling is om dat stap voor stap te realiseren. Als voorzitter van de stedelijke adviesraad moet ik 42
heel wat vergaderingen voorbereiden en leiden zoals de adviesraad, themagroepen, vergaderingen met directies en verantwoordelijken buitenschoolse kinderopvang, overleg Genk-Noord, Genk-Oost, Genk-West en Genk-Centrum. Het enthousiasme en de inzet van de betrokkenen in de kinderopvang in Genk is groot. Ik breng graag een bezoek aan de opvanginitiatieven. Welk gebied bestrijk je? Maggy: Het gebied waar ik voor werk bestrijkt heel Genk. Met Kind en Gezin heb ik geregeld contact en ik ga naar studiedagen in Hasselt en Brussel. Waarom die gedrevenheid? Maggy: Omdat ik kinderopvang erg belangrijk vind en nieuwe impulsen wil geven opdat de kinderopvang in Genk een afspiegeling zou worden van de Genkse heterogene samenleving. Graag wil ik gelijke opvangkansen realiseren, vraag en aanbod beter in overeenstemming brengen met elkaar en daarom opvanginitiatieven stimuleren om aanvragen voor bijkomende plaatsen in te dienen. Via het CKO moeten wij de 3 maatschappelijke functies van de kinderopvang realiseren, namelijk de sociale, pedagogische en economische.
GEDREVEN LEVEN
Boekjes, uitnodigingen en berichtjes allerhande versturen met De Post is voor een arme vereniging heel duur. Daarom zijn er tientallen vrijwilligers in onze stad die zelf postbode spelen. Jij bent er een van. Maurits: Dat klopt, maar het was niet mijn eerste hobby. Vertel eens. Maurits: Je moet weten dat ik 46 jaar in de bouw heb gewerkt en ik reed elke dag met de fiets van Ham naar Tessenderlo en terug. Je zou dus kunnen zeggen dat ik een getraind fietser ben. Na mijn pensioen ben ik in Genk een nieuwe relatie begonnen. Daar ik veel van vogels hield, ben ik beginnen kweken met kanaries. Ik heb mij toegespitst op de zang. Daarvoor heb ik heel wat prijzen ontvangen. Kijk maar eens naar mijn bekers… Het was een succes. Als lid van de fanfare in Ham heb ik ook de liefde voor muziek meegekregen. Ik heb altijd bugel gespeeld. Nu ik gestopt ben met de kweek van kanaries, houd ik me bezig met muziek. Op zolder heb ik een kamertje, waar ik mij terugtrek en kan genieten van de honderden elpees en cd’s.
Mooi, maar als ik je goed begrijp zit je er wel in je eentje… Maurits: Daarom speel ik postbode. Mijn vrouw is intussen verantwoordelijke voor de verzending bij de seniorengroep van Neos-Genk. Ik snap het al. Met zachte aandrang port zij je aan haar briefwisseling te bezorgen. Maurits: Maar ik doe het met plezier. Ik fiets immers nog altijd graag. Zodra de brieven klaar zijn, klasseer ik ze voor mijn ronde. Daar ik dat maandelijks doe, ken ik natuurlijk al de adressen en gaat dat vrij vlot. Na het klasseren stap ik op mijn fiets. Gewoonlijk is dat ’s morgens vroeg. Heel wat senioren slapen nog wanneer ik er ben. Vaak ben ik er eerder dan de echte postbode… Het is een soort gezondheidstherapie. Maurits: Zo kun je het noemen. Natuurlijk wil ik op deze wijze ook bijdragen aan de goede werking van de vereniging en tevens de kas een beetje steunen. Zolang mijn gezondheid het toelaat, zal ik het blijven doen want ik doe het met plezier.
43
Naam:
MAURITS GILS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Molenstraat 63, 3600 Genk Oostham, 1932 Bouwvakker
BEDELER
VAN POST
GEDREVEN LEVEN
Vanwaar je interesse voor de natuur? Willy: Via mijn vroegere natuurvrienden van de Wielewaal! Zo was ik een goede vriend van Gust Claes, die voorzitter was van De Wielewaal en destijds op Radio 2 bij Jos Ghysen de natuurpraatjes deed. Hij inspireerde mij. Verder waren er natuurlijk de huidige Natuurpuntafdelingen en natuurkampen. Wat houdt je rol van conservator in? Willy: Ik ben verantwoordelijk voor het beheer van dit gevarieerd natuurgebied en de organisatie en begeleiding van educatieve natuurwandelingen in het gebied.
Naam:
WILLY PEUMANS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Kriekboomstraat 10, 3600 Genk Hasselt, 1935 Leraar
CONSERVATOR NATUURRESERVAAT DE MATEN TE GENK
Kun je ons een idee geven wat dat beheren inhoudt? Willy: Een groot gedeelte van De Maten is eigendom van Natuurpunt. Een ander gedeelte is eigendom van de stad Genk, maar dat krijgen we voor een symbolisch bedrag in erfpacht voor 99 jaar. Verder proberen we waar het kan natuur aan te kopen.
Dat gebeurt gedeeltelijk door vrijwilligers, maar vooral ook door een natuurploeg; dat zijn mensen uit een sociale werkplaats. Wij begeleiden de werkzaamheden zoals bijvoorbeeld het kappen van struiken en planten die niet in het reservaat thuis horen. We bevissen de 35 vijvers om er de exoten uit te halen (katvissen bijvoorbeeld). Het is onze taak waakzaam toe te zien op de evolutie van het reservaat en wetenschappelijk onderzoek te ondersteunen en aan te moedigen. We begeleiden beheerswerken, uitgevoerd door studenten van de scholen uit Genk en omstreken. Soms zie je er runderen grazen. Willy: Die zijn er niet altijd. In het kader van het begrazingsproject kunnen wij een beroep doen op een 25-tal Galloway runderen die ons geleverd worden door Natuurpunt.
Je praat echt gedreven over je werk. Willy: Ik ben afkomstig uit een landbouwersgezin uit de streek van Membruggen. Bovendien vertoont het werk veel gelijkenissen met mijn Dat wat het grondgebied betreft. vroeger beroep als leraar biologie En het werk op het terrein? Willy: Het gebied moet onderhou- en aardrijkskunde. Ik weet dat het de moeite waard is. Vandaar! den worden.
44
GEDREVEN LEVEN
Xavier, iedereen in onze stad, en zeker de senioren en medioren, heeft de stempel van de mijnindustrie meegekregen. De mijn beheerste ons leven. Jij als ex-mijnwerker wil dat allemaal in herinnering houden en bewaren voor het nageslacht. Xavier: De vereniging Mijn-Verleden, waar ik voorzitter van ben, organiseert rondleidingen in het mijnmuseum van Waterschei. En wie kan er meer en boeiender over de mijnen vertellen dan onze eigen oud-mijnwerkers? Om onze geleide wandelingen door het bruisende verleden lekker spannend te houden, zorgen we voor de nodige afwisseling. Zo voorzien we tentoonstellingen, speciale uitstappen en proberen we de jongeren te laten proeven van het rijke verleden. Ze mogen vijf meter onder de grond de vergane glorie van de mijnen gaan opsnuiven of kruipen in een pijler van zestig meter lang en maar 1,10 meter hoog. Ook kunnen ze zelf ervaren hoe het is om in luchttunnels te wandelen. Uit de vele positieve reacties van de bezoekers, zo’n 3500 vorig jaar, putten we de moed om verder te gaan. Heel wat bezoekers zijn bovendien oud-mijnwerkers. Net als hen verheugt het ons dat veel mensen het belang van de mijnen wel degelijk begrijpen.
Hoe ben je ertoe gekomen om dit te doen? Xavier: Zelf ben ik 20 jaar ondergronds mijnwerker geweest. Ik zeg altijd: eens mijnwerker, altijd mijnwerker! Voor mij zijn de mijnen ook vandaag nog pure passie. En wat is uiteindelijk de bedoeling? Xavier: Dat “mijnvuur” wil ik graag doen overslaan naar de jongere generatie in al haar diversiteit. Het is belangrijk dat ze weet waarom ze hier opgroeit en begrijpt welke impact de mijnen op onze stad hebben gehad. De mijnen betekenden niet alleen kameraadschap en welvaart. Soms was de toestand niet zo rooskleurig. Xavier: Dat is waar en daarom willen we de herinnering aan de vele mijnwerkers die in de mijnen hun leven hebben gelaten, levendig houden. In dat verband verwijs ik graag naar de internationale mijnwerkersdag. Naar aanleiding daarvan hebben we een speciaal herdenkingsprentje uitgegeven. De gedachtenis aan de mijnwerkers en hun werk mag namelijk niet verbleken. Een hartverwarmend initiatief, Xavier. Nog veel succes! 45
Naam:
XAVIER HUYGEN
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Binnenlaan 64, 3600 Genk Genk, 1953 Mijnwerker
GIDS IN HET MIJNDEPOT VAN WATERSCHEI, ANDRÉ DUMONT
GEDREVEN LEVEN
Berke, ik ken er niks van. Hoe composteer je? Berke: Je schaft je het best een composteerbak aan en daarin breng je afwisselend lagen aan: een laag bruin, d.w.z. houtsnippers, takjes en bladeren en daarop een laag groen, d.w.z. gras en keukenafval.
Naam:
BERKE BERVOETS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Buitenlaan 140, 3600 Genk Diest, 1940 Stoffeerder Velda
COMPOSTMEESTER
Hoe ben je ertoe gekomen om dit te doen? Berke: Vroeger deed ik veel aan sport nadat ik gestopt was met roken, maar na een tijdje kreeg ik last van mijn hart en moest stoppen met sporten. Gelukkig belde Annick De Paepe van het Heempark dat er in Genk een project zou starten rond composteren en zij vroeg mij om samen met haar de cursus compostmeester te volgen. Zo is alles eigenlijk begonnen. Via Thieu Bollen (toen schepen van leefmilieu) heb ik achter ons huis van de stad Genk een stuk grond in pacht gekregen om te starten met een educatief compostproject. Veel mensen zeiden mij: ‘Dit lukt je nooit op die oude vuilhoop’. Maar in 1998 is het project officieel geopend in het bijzijn van personaliteiten en medewerkers. Wat houdt je rol in? Berke: Beheren van het educatief compostproject te Winterslag. 46
Uitleg geven aan scholen en andere doelgroepen over composteren en een ecologische groente- en siertuin aanleggen. Wat doe je als compostmeester? Berke: Vooral jongeren sensibiliseren over het ecologische belang van composteren. De compost gebruik ik vooral in de tuin. Het jeugdhuis El Dorado heeft zo’n stukje tuin dat enkel en alleen voor hen bestemd is. Tweemaal per week komen twee volwassenen van Tevona Zwartberg mij helpen in de tuinen. Ik organiseer er ook jaarlijks een pompoenwedstrijd. Pompoenen gedijen namelijk fantastisch op compost. In mijn tuin komen jaarlijks ongeveer 2000 bezoekers. Op het compostterrein werk ik ook met raskippen die bijdragen tot het composteren van tuinafval. Ik ben ook verantwoordelijk voor de Belgische kippenrassen in het Heempark te Genk. Waarom doe je dit? Berke: Met mijn kennis en ervaring is het eigenlijk dom om dit alleen voor mij te houden. Ik wil dit doorgeven aan de mensen en hen warm maken om ook te composteren.
GEDREVEN LEVEN
Wat doe je als ziekenbezoekster? Margriet: Ik bezoek oudere mensen, zieken en gehandicapten, soms ook kinderen. Dat appreciëren ook de ouders. Ben je vaak op pad? Margriet: Meestal eenmaal per maand. Maar daar houdt het niet mee op. Als er feestdagen zijn, nodigt iedere ziekenbezoeker zijn leden uit om mee in een zaal te feesten. Als dat voor hen niet mogelijk is, krijgen zij thuis een geschenkje, bijvoorbeeld met Pasen of Kerstmis. Geschenkjes kosten geld… Margriet: We verkopen lotjes… We zijn in Vlaanderen, hè! En we proberen via activiteiten om subsidie van de stad of de mutualiteit te krijgen. De geschenkjes worden gemaakt als we samenkomen met andere vrijwilligers of kernleden. Dan bespreken wij ook moeilijkheden of wat we met onze zieken zouden kunnen organiseren. Zo maken wij eens per jaar een “grote uitstap” met een bus of met eigen vervoer naar het Heempark, Bokrijk of andere plaatsen in de streek. Er wordt ook een bezinningsdag georganiseerd. Ik ga ook op bezoek bij mensen in het rusthuis.
Hoe ben je er toe gekomen dit te doen? Margriet: Het is al gegroeid van bij de kajotsters in mijn jeugd. Het sociaal engagement is steeds maar gegroeid door veel priesters in de familie, die allemaal zorg voor anderen droegen. Je hoorde niets anders. Hier in Waterschei is het eerst gestart als parochiaal werk. De pastoor gaf ons adressen waar wij eens op bezoek moesten gaan. Later kwam het initiatief meer vanuit de mutualiteit: het promoten van Ziekenzorg. Het is dat sociaal engagement dat je stimuleert om dit vrijwilligerswerk te doen? Margriet: Ik probeer een steun te zijn voor mensen die het moeilijk hebben wegens ziekte. Bij mensen die een overlijden in het gezin hebben, ga ik regelmatig op bezoek of ik bel hoe het gaat. Men moet de eenzaamheid doorbreken. Nu met ouder te zijn, weet ik wat eenzaamheid is. Ik probeer met gewone, hartverwarmende woorden iets te betekenen voor de mensen, zodat zij en ook ik er een goed gevoel aan overhouden.
47
Naam:
MARGRIET PAUWELS
Adres: Kruipmosstraat 10, 3600 Genk Geboren: Beringen, 1923 Vroeger: Gemeentebediende werk bij Philips – huisvrouw Nu: ZIEKENBEZOEKSTER
GEDREVEN LEVEN
Hoe ben je bij Kind en Preventie terecht gekomen? Rina: Na een carrière van 35 jaar in de verzekeringen moest ik wegens reorganisatie in Brussel gaan werken. Daar bedankte ik voor. Zelf heb ik geen kinderen, maar ik vond het wel altijd fijn met kinderen bezig te zijn. Ze hebben me dan gevraagd om comitédame te worden in Winterslag.
NAAM:
RINA GOIJENS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Zouwstraat 19, 3600 Genk Bocholt, 1947 Verzekeringen Vrijwilligster bij
KIND
EN
PREVENTIE
Wat is een comitédame? Rina: Kind en Preventie nodigt de jonge ouders regelmatig uit met hun baby’s om de evolutie van hun kind op te volgen, vaccinaties toe te dienen, ... Een comitédame vangt ouders en kind op en helpt bijvoorbeeld bij het meten en wegen. Vroeger noemde men dat “Het Kinderheil”. Ik doe dat met veel plezier zo’n twee- tot driemaal per maand. In 1998 ben ik verkozen tot bestuurslid en sindsdien secretaresse en contactpersoon. Ik moet verslagen maken, vergaderingen voorbereiden, aankopen doen, ... Enfin , ervoor zorgen dat alles goed draait. Ook de vormingen en congressen zijn verrijkend. Ik heb ook een opbouwende en aangename samen48
werking met de dokters en verpleegkundigen. Maar je werkt nu ook op provinciaal niveau. Rina: Vijf jaar geleden werd ik verkozen in het Provinciaal Overleg in Hasselt. Dat neemt de bevoegdheden op provinciaal niveau waar en is verantwoordelijk voor de werking op provinciaal vlak. Het is samengesteld uit telkens 2 vertegenwoordigers van CM, KAV, KVLV en Markant en per regio is er 1 vertegenwoordiger van het Consultatiebureau van Kind en Preventie, alsook de povinciaal verantwoordelijke en de voorzitster. Voornaamste taak van het overleg is de plaatselijke vrijwilligers ondersteunen via suggesties voor begeleiding, rekrutering, informatie en vorming, zoals studiedagen en cursussen. Ik probeer de plaatselijke problemen te signaleren. En je motief om dit werk te doen? Rina: Op de eerste plaats: ik doe het graag. Als jong meisje had ik al veel interesse voor sociaal engagement. Vandaar!
GEDREVEN LEVEN
Het lijkt me een boeiende bezigheid waar je veel geduld moet voor opbrengen. Albert: Mijn rol is de honden op te leiden tot ze bekwaam zijn om blinden of slechtziende mensen te begeleiden. In hun eigen woning hebben de blinden weinig problemen, maar buiten hun huis helpt de hond. Op straat zoeken ze de zebrapaden en wachten er tot de weg vrij is. De honden helpen hindernissen ontwijken, zoals verkeersborden op trottoirs. Waar een hoogteverschil is, geeft de hond dat aan door te blijven staan. Opgeleide honden moeten soms bevelen negeren, bv. als de blinde voor een vijver komt te staan gaat de hond dwars voor de blinde staan om zo de weg te versperren. Hij moet deuren aantonen, de klink van de deur geeft de hond aan door zijn kop onder de klink te plaatsen. Verder toont de hond de stoel voor de blinde aan en ook de plaats in de trein. De hond is het zicht van de blinde. Hoelang duurt zo’n opleiding? Albert: Dertig maanden. Labradors zijn het best aangewezen voor deze opleiding, soms ook Duitse herders. Het eerste jaar leert de hond gehoorzamen.
Dat gebeurt in een pleeggezin. De pleeggezinnen komen eenmaal per maand naar de school om alles te evalueren. Na een jaar komen de honden terug bij mij gedurende een gans jaar. Dan leer ik ze de knepen om een blinde overal te begeleiden. Dat vraagt heel veel geduld. Nadat ze hier worden afgehaald, wordt de blinde gedurende een half jaar vertrouwd gemaakt met zijn hond. Hoe is het allemaal begonnen? Albert: Door mijn dochter. Die ging in het schooltje naar een demonstratie hoe men honden moet leren gehoorzamen. Toen zij het niet meer kon doen, heb ik het overgenomen. Zo is mijn hobby uit de hand gelopen en nu heb ik een blindengeleidehondenschool. Ik werk voor het Vlaamse gedeelte van België. Ik veronderstel dat je voor dit werk erg gewaardeerd wordt. Albert: Absoluut. Zo kreeg ik ter gelegenheid van het 25-jarige bestaan van de hondenschool de oorkonde en de medaille van Ridder in de Orde van Leopold 2. Dat waardeer ik erg. Het is een boeiende hobby en ik hoop het nog lang te kunnen doen. 49
Naam:
ALBERT VANHENGEL
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
De Hutten 28, 3600 Genk Genk, 1939 Schrijnwerker – keukens
OPLEIDER BLINDENGELEIDEHONDEN
GEDREVEN LEVEN
De aangeboden kledij is behalve divers ook heel goedkoop. Treeske: Als je nagaat welke mensen tot ons doelpubliek behoren, is dat vanzelfsprekend. Bij ons ligt de focus op een hartverwarmend en hartelijk onthaal en een klantvriendelijke bediening. Zelf doet het me altijd enorm veel plezier wanneer we iemand aan een kledingstuk kunnen helpen. Het gebeurt wel eens dat ik iemand met een mooi kleedje van Sint-Vincentius in het centrum van Genk zie lopen. Jij werkt in de afdeling kledij. Wat doe Dan denk ik: leuk dat zoveel mensen ons werk appreciëren. je daar precies? Treeske: Naast voeding is kledij een Hoe ver gaat je persoonlijk engagement? basisbehoefte. Daar kun je niet zonTreeske: Ik probeer de mensen altijd der. Toch beschikken heel wat mente helpen. Bij Sint-Vincentius krijgen sen niet over de nodige middelen we dikwijls heel mooie kleren binnen, om daarin te voorzien. Bovendien maar soms zitten daar ook wat vuile kleedt iedereen zich wel eens graag spullen tussen. Normaal gezien wormooi voor een feestelijke gelegen- den die door Sint-Vincentius gewasheid. Zo krijgen we geregeld cliënten sen. Maar geregeld neem ik ook wel over de vloer die op zoek zijn naar eens wat bijzondere kledingstukken een mooie jurk of een leuk jasje. mee naar huis om te reinigen. Mensen Ook dat moet kunnen. uit de buurt brengen hun oude kleren Zelf sorteer ik de binnengebrachte dikwijls bij mij binnen. Dan hoeven ze kledij. Weet je, eigenlijk hebben we niet naar Sint-Vincentius. In de loop een fantastisch team. Alle neuzen der jaren heb ik ook een band kunstaan in dezelfde richting, iedereen nen opbouwen met heel wat cliënten. werkt samen aan het gemeenschap- Dat kan enkel als je je het leed van die pelijke doel: minder gegoede men- mensen ook persoonlijk aantrekt en sen een waardiger bestaan proberen met hen begaan bent. En dat zijn we in het diepst van ons hart bij Sint-Vinte geven. centius allemaal.
Sint-Vincentius helpt mensen met financiële problemen ondermeer met kledij en voeding. Hoeveel mensen krijgen jullie jaarlijks over de vloer? Treeske: Een precies getal kan ik daar niet op plakken. Maar ik kan je verzekeren dat heel wat mensen een beroep doen op onze steun. Dit jaar is er bovendien een duidelijke stijging van het aantal cliënten. De financiële crisis is daar zeker niet vreemd aan.
Naam:
TREESKE BELLINCKX
Adres:
Dominikanenlaan 22, 3600 Genk Olmen, 1939 Huisvrouw
Geboren: Vroeger: Nu:
VRIJWILLIGSTER SINT-VINCENTIUS
50
GEDREVEN LEVEN
Wat houdt je sociaal dienstbetoon concreet in? Silvano: Tweemaal per week kunnen Italiaanse en Belgische bezoekers terecht op mijn zitdag. Elke dinsdag en vrijdag staat mijn deur open voor iedereen die vragen heeft over uiteenlopende thema’s. Welke vragen komen het meeste terug tijdens je zitdagen? Silvano: Ik merk vooral dat de mensen langskomen met vragen over hun Italiaans pensioen. Voor heel wat onder hen ben ik het eerste aanspreekpunt. Ik ken veel van mijn klanten nog voor ze bij me binnenstappen. Dat schept een band en werkt drempelverlagend. Eén voorbeeld: niet zo lang geleden kreeg ik iemand over de vloer die in Italië enkel militaire dienst had gedaan. Hij had horen waaien dat je daarvoor ook een pensioen kunt aanvragen. En inderdaad: ik heb hem doorverwezen naar het Sociaal Huis van de stad Genk voor een pensioenaanvraag. Nu is het enkel wachten op de beslissing van Rome. En daar blijft het niet bij. Silvano: Nee, zeker niet. Als het lente wordt en de vogels broeden op hun ei, legt de overheid naar goede gewoonte een belastingbrief in de bus. Heel wat Italiaanse gepensioneerden en soms ook andere mensen hebben problemen om die in te vullen en dan springen ze even binnen.
Je doet je werk ook niet alleen. Silvano: Ik word inderdaad geflankeerd door Robert Beerten, die me vooral bijstaat wanneer er vragen binnenkomen over beroepsziekte. Een geëngageerd iemand als jij heeft waarschijnlijk een missie in zijn leven. Waarom is jouw dienstbetoon noodzakelijk voor de Italiaanse gemeenschap? Silvano: Even zeggen: ik help niet alleen Italiaanse mensen, maar iedereen die zich bij ons aandient. Maar zoals je zegt, beschouw ik mijn engagement als een opdracht in het leven. Dankzij mijn ervaring als bediende in de sociale sector kan ik mensen die minder afweten van bepaalde sociale aangelegenheden een handje helpen. Toen ik in België aankwam, bleef ik aanvankelijk met wat Italiaanse vrienden op een eiland zitten. Maar gaandeweg voelde ik de noodzaak om me te integreren en een sociaal engagement aan te gaan. Mijn aandacht ging daarbij uit naar de hele maatschappij. Ik ben dus van mijn eiland afgestapt en aangemeerd in de diverse Genkse samenleving. Toch ben ik trouw gebleven aan mijn roots en heb ik Casa Papa Giovanni opgericht, met de bedoeling mijn opgedane ervaringen door te geven aan Italiaanse en andere nieuwkomers. Tot de dag van vandaag neem ik het lot van die mensen ter harte en wil ik hen enthousiasmeren om met een open geest naar onze soms best ingewikkelde maatschappij te kijken en er met volle overtuiging deel van uit te maken. 51
Naam:
SILVANO GROSSI
Adres: Geboren: Vroeger:
Zavelputstraat 1, 3600 Genk Lomaso (Italië), 1930 Ondergronds mijnwerker tot 1965, daarna bediende ACV en CVM
Nu:
SOCIAAL
DIENSTBETOON
GEDREVEN LEVEN
Eerst en vooral: hoe ben je hier terecht gekomen? Janina: Mijn verhaal begon toen ik als jonge vrouw naar België kwam om mijn tante te bezoeken. Daar maakte ik kennis met Klemens Wojtkowiak. Er moet die speciale vonk geweest zijn want korte tijd later (in 1969) kwam ik definitief naar België om te trouwen.
Naam:
JANINA WOJTKOWIAK
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Steendaalstraat 31, 3600 Genk Nowa Wies (Polen), 1942 In de tuinbouw
VRIJWILLIGERSWERK VOOR POOLSE GEMEENSCHAP
Indien er sponsoravonden of sponsoractiviteiten op touw worden gezet, ben ik altijd van de partij... Mijn typische Poolse gebakjes zijn wijd en zijd bekend: maanzaadkoek, kaaskoeken, appelkoek met kruimeltjes, ‘babca’ - een soort rond cakegebak met een gat in het midden, ... In 1996 werd ik de uitbaatster van de Poolse feestzaal in Waterschei in de Steenbeukstraat. Een engagement dat ik voor 7 jaar aanging. Ondanks dat ik nu de Poolse feestzaal niet meer uitbaat, gaat er geen feest voorbij zonder dat ik mee help koken of het gebak lever. Uiteraard kook ik niet alleen. Veel Poolse vrouwen van de derde of zelfs vierde generatie helpen regelmatig mee.
En was je direct geïntegreerd in de maatschappij? Janina: Mijn sociaal engagement maakte dat ik op zeer korte tijd aansluiting vond in allerlei projecten van de Poolse gemeenschap in Waterschei. Ik werd bestuurslid van de Poolse Vrouwenbeweging, lid van de Poolse Bond van de Rozenkrans. Ik werd verantwoordelijk voor de bloemenverzorging van de Poolse kapel. Waarom doe je dit ? Janina: Omdat ik niet nee kan Je was dus vooral actief in het Poolse zeggen. Ik zou vooral graag hebverenigingsleven? ben dat ik mijn kennis zou kunnen Janina: Niet alleen zet ik me in doorgeven aan jongere mensen. Ze voor de Poolse gemeenschap, maar kunnen gerust bij mij komen leren ik help ook bij vrienden en kennis- bakken en koken en stilaan mijn sen. Ik verzorg regelmatig feestjes taak overnemen. Gelukkig heb ik of kook voor communiefeesten, een echtgenoot die altijd begripvol verjaardagen, huwelijksverjaarda- is geweest en ook veel meegeholpen gen… heeft als het al eens ietsje te druk werd. 52
GEDREVEN LEVEN
Je vroeger beroep was schrijnwerker. Je hebt dus zowat je hele leven in het hout gezeten. Daarbovenop ben je nu houtdraaier. Mathieu: Toch zijn het verschillende disciplines. Als schrijnwerker was het vooral het grote opgelegde werk. Houtdraaien daarentegen is subtiel, kunstzinnig, creatief! Waaruit bestaat het precies? Mathieu: De naam houtdraaier dekt meteen ook de lading: ik stop een eenvoudig stuk hout in mijn machine en draai er als het ware een mooie figuur van. Zo maak ik kommetjes, vazen, potten en zelfs kandelaars. Je stelt het eenvoudig voor, maar zo probleemloos zal het wel niet zijn. Mathieu: Het lijkt misschien vrij gemakkelijk, maar de moeilijkheid schuilt in de voorbereidingen. Je kunt namelijk niet zomaar beginnen en moet eerst een gedetailleerde tekening maken. Eerst leg ik op papier vast hoe het eindproduct er moet uitzien. Dan breng ik een eerste stuk hout in de machine en draai het in de juiste vorm. Als de verschillende stukken klaar zijn, worden ze samengelijmd.
Dat hele proces kan enkele uren, maar ook enkele weken duren. In Limburg zijn er in het totaal zo’n 110 houtdraaiers, maar het eigenlijke centrum vind je in ons eigen Genk. In Hoevenzavel vinden immers de vergaderingen plaats. Houtdraaien is dus je passie? Mathieu: Zo zou je het kunnen zeggen. Voor mij is houtdraaien een soort roeping. Ik doe het ondertussen 14 jaar en beleef er nog altijd evenveel plezier aan. Ik hou ervan om een stukje van mezelf in mijn creaties te steken. Niet elk werkje hoeft even gemakkelijk te zijn. Het is leuk om een uitdaging met jezelf aan te gaan. Voor mij is houtdraaien pure ontspanning, het leidt me wat af van de dagelijkse beslommeringen. Ik kan moeilijk stilzitten en wil voortdurend creatief bezig zijn. En in mijn kunstwerkjes kan ik mijn hele streven naar schoonheid en originaliteit kwijt. Gemaakte dingen gebruik ik graag zelf, maar af en toe geef ik ook wel eens iets weg. Naast een hart voor hout, heb ik er namelijk ook een voor mijn medemensen!
53
Naam:
MATHIEU MAURISSEN
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Oudasserstraat 90, 3600 Genk Bilzen, 1935 Schrijnwerker
HOUTDRAAIER
GEDREVEN LEVEN
Carnaval kan in Genk op veel sympathie rekenen. Ik denk aan De Gulle Lach, de pronkzitting en de fantastische jaarlijkse stoet! Edgard: Inderdaad het carnaval leeft in Genk.
Naam:
EDGARD GELDERS
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Elshaag 15, 3600 Genk Genk, 1939 Spiegelmaker
MEDEORGANISATOR VAN CARNAVAL BIJ DE SPASBINKEN
En jij helpt het hele gebeuren organiseren. Wat houdt dat in? Edgard: Als medeorganisator van de Genkse carnavalsvereniging Spasbinken scout ik artiesten voor de verschillende zittingen, zoals de prinsenpronkzitting en de seniorenzitting. Ik ga graag op zoek naar opkomend talent. Ik dweil zowat de hele regio af. Soms scout ik zelfs in het buitenland. Aan de kant van het podium of langs de weg zie ik heel wat nieuwe wagens en leuke muziekgroepen. Die kunnen we dan weer uitnodigen om deel te nemen aan de stoet in Genk. Zo komt het dat we dikwijls niet enkel groepen van buiten de provincie hebben, maar zelfs uit Nederland. Die variatie maakt het enkel nog leuker. Zo wordt onze carnavalsstoet een gezonde mix van Genkse en andere groepen en misschien zelfs een beetje een afspiegeling van de veelzijdige Genkse maatschappij.
54
Carnaval maakt je enthousiast of laat je onverschillig. Is het een speciale manier van leven? Edgard: Carnaval zit me al zo’n veertig jaar in het bloed. Destijds ben ik bij de Meeënrijders begonnen als begeleider van de dansmariekes. Ondertussen ben ik al vierentwintig jaar bij de Spassbinken. En de passie is nog altijd even groot. Er kruipt heel wat tijd in, vooral in de periode van oktober tot februari. Maar tijd die goed wordt besteed, vliegt. Ik zie mijn functie als medeorganisator dan ook als een hobby, niet als een opdracht. Wat vind je bij heel die organisatie jouw belangrijkste opdracht? Edgard: De bewaking van de kwaliteit van de stoet! Voor mij moet de stoet af zijn. Een nieuwe carnavalsstoet is als een zuigeling: hij kan enkel groot en sterk worden als hij liefdevol wordt omringd met goede zorgen.
GEDREVEN LEVEN
Je inzetten voor de vrouwen in Afghanistan ligt niet voor de hand. Het is immers een gevaarlijk gebied waar de verdedigers van de vrouwen niet direct geapprecieerd worden… Wat houdt je huidige maatschappelijke rol in? Anita: Enkele keren per jaar ga ik voor één maand naar Afghanistan. Daar werk ik als coördinator in een vrouwenhuis. Ik help er bij de organisatie van alfabetiseringsklassen. De lage alfabetiseringsgraad bij de vrouwen legt een zware hypotheek op hun ontwikkeling. Wie niet kan lezen of schrijven, heeft zijn toekomst eigenlijk niet echt in eigen handen. Maar mijn engagement reikt verder. Ik help namelijk ook bij de organisatie van medische zorg en de ateliers voor pottenbakken, textiel, landbouw, ... Behalve mijn steun op het terrein zelf is het ook bijzonder belangrijk de mensen hier te enthousiasmeren voor ons project. Daarom geef ik regelmatig voordrachten over en ten voordele van het vrouwenhuis in Istalif. Ten slotte organiseer ik ook de verzending van hulpgoederen naar Afghanistan.
Waarom vervul je je huidige rol? Hoe ben je ertoe gekomen om dit te doen? Anita: Mijn belangrijkste drijfveer is om vrouwen in Istalif weer een toekomst te geven. Onrecht heeft me altijd al heel diep geraakt. Door 23 jaar van oorlog en conflicten waren de levensomstandigheden van de Afghaanse vrouwen onmenselijk geworden. Zonder werk, onderwijs of enige medische verzorging, geslagen, verkracht, verminkt, bespot en vernederd… Ik kon niet langer aan de zijlijn blijven staan. Na mijn eerste bezoek in 2003 aan Afghanistan was ik overtuigd van de noodzaak van het project en heb ik zonder nadenken onmiddellijk mijn volledige medewerking toegezegd. Op dat moment had ik niet kunnen denken dat mijn Afghaans engagement bijna mijn hele leven zou inpalmen. Soms wordt het zelfs wat veel, maar dan bedenk ik wat voor een geluksvogel ik ben dat ik hier ben uitgebroed. Een beter argument om wat nestwarmte te delen met veel minder bedeelde vrouwen duizenden kilometers verderop bestaat niet.
55
Naam:
ANITA PURNAL
Adres:
Hermesdijkstraat 28, 3600 Genk Genk, 1944 Adjunct-directeur in een transportbedrijf
Geboren: Vroeger: Nu:
COÖRDINATOR VROUWENHUIS IN ISTALIF (AFGHANISTAN)
GEDREVEN LEVEN
56
GEDREVEN LEVEN
DEZE PAGINA IS VOOR JOU! Er zijn in Genk zo’n 2000 senioren als vrijwilliger aan de slag. We pikten er voor deze brochure een vijftigtal uit. Maar er zijn er zovelen die zich gepassioneerd inzetten in de samenleving en een geëngageerde meerwaarde betekenen. Vanzelfsprekend kunnen we niet iedereen aan het woord laten. En sommigen willen dat ook helemaal niet en zijn liever een stille kracht op de achtergrond. Hun inzet verdient evenveel respect en dezelfde dankbaarheid. Aan hen is deze pagina gewijd, hier staan zij centraal, in al hun anoniemiteit.
Naam:
ANONIEM
Adres: Geboren: Vroeger: Nu:
Ergens in Genk Inderdaad Werken
IDEM, MAAR NU ALS VRIJWILLIGER
57
GEDREVEN LEVEN
58
GEDREVEN LEVEN
DANKWOORD Toen het idee gelanceerd werd om een eigen rollenboek te maken, was de Genkse seniorenraad meteen enthousiast. De dienstencentra en de Dienst Sociaal Welzijn sprongen op de kar en ondersteunden het project in ruime mate. Zo’n rollenboek biedt echter niet enkel een buitenkans. Ook de omvang van de uitdaging werd al vlug duidelijk. Daarom moesten heel veel verschillende mensen samenwerken. Enkel zo kon een resultaat op de plank komen om trots op te zijn. De vele inbrengen, ideeën en voorstellen werden gebundeld en verwerkt door de Dienst Sociaal Welzijn. Allereerst gaat onze dank uit naar de interviewers Julienne Olaerts, Els Willems, Marcel Beutels, Thieu Bollen, Remy Vandekerckhove, Lieve Remans, Frans Geerkens, Remy Daniëls, Josette Croonen, Jef De Wachter, Hugo Daglinckx, Louis Broekmans en Nadia Poleszczuk. Een speciale vermelding verdient René Swartenbroekx. Met veel doorzicht en kennis van zaken kneedde hij een uniform geheel van het veelvoud aan interviews. De realisatie van het rollenboek kadert in het Europese Interreg IVBproject “Cities in Balance” waaraan het OCMW van Genk meewerkt en waarbij tien steden uit Noord-West-Europa actief ouder worden promoten. Tot slot werd dit project mee mogelijk gemaakt door de financiële steun van de provincie Limburg.
59
GEDREVEN LEVEN
COLOFON INTERVIEWERS
Julienne Olaerts, Els Willems, Marcel Beutels Thieu Bollen, Remy Vandekerckhove, Lieve Remans, Frans Geerkens, Remy Daniëls, Josette Croonen, Jef De Wachter, Hugo Daglinckx, Louis Broekmans Nadia Poleszczuk
REDACTIE
René Swartenbroekx
COÖRDINATIE
Dienst Sociaal Welzijn - stad Genk
FOTOGRAFIE
Dienst Communicatie - stad Genk
VORMGEVING
Dienst Vormgeving & Druk - stad Genk
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
EEN
PUBLICATIE VAN
Geert Swartenbroekx, Stadsplein 1, 3600 Genk
VLAAMSE OUDERENRAAD
Koloniënstraat 18-24 bus 7, 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 - Fax: 02 209 34 53 E-mail:
[email protected] Website: www.vlaamse-ouderenraad.be 60
VZW
Vlaamse Ouderenraad vzw Koloniënstraat 18-24 bus 7, 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 - Fax: 02 209 34 53 E-mail:
[email protected] Website: www.vlaamse-ouderenraad.be