INFORMATIEBLAD VAN DE REDERSCENTRALE
SEPTEMBER 2015
INHOUD
Rederscentrale H. Baelskaai 25, 8400 Oostende Contactadres: Ierse Zeestraat 50 8380 Zeebrugge Tel. 050 37 72 57 Fax 050 37 72 58 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Rederscentrale - Emiel Brouckaert (EB) Medewerkers: Sander Meyns (SM) Céline Van den bosch (CV) Marc Vieren (MV) Iedere auteur behoudt de verant woordelijkheid over de inhoud van zijn/ haar bijdrage.
Opstart van de werkgroepen onder het Convenant 'Visserij Verduurzaamt'
3
Een realistische kijk op de Belgische visserijsector vanuit de Rederscentrale
5
Aandachtspunten van de Rederscentrale
7
Overlevingsproject – update
11
De grijze Noordzeegarnaal in de kijker
13
Opleidingen 14 Aanvoer & besomming
15
Quotaruilen 2015
15
Stand der vangsten
16
Innoverend vissen
18
Procedure repatriëring
21
Ruimtelijke Ordening
22
Scheepsafval visserij
23
Overzicht projecten van de Rederscentrale
24
Wijzigingen aan de vloot
25
Aanvullende quotamaatregelen
27
Marktsituatie 29 Vergelijkende zeevisserijstatistieken
30
Lijst der adverteerders
32
De projecten vermeld in deze editie worden veelal uitgevoerd met de steun van: Wenst u ook te adverteren in ons blad? Neem vrijblijvend contact met ons op via bovenstaande gegevens.
ı REDERSCENTRALE ı
1
TRANSPORT & LOGISTIC SOLUTIONS Dagelijkse lijndienst van en naar West-Vlaanderen. 24uurs distributie Nederland en D/Ruhrgebied. Int. express en koeriersdiensten koel/vries/droog. Non stop ‘coast to coast’ van en naar Denemarken.
Specialiteit vistransport / rederijservice. Wij komen uit de visserij en begrijpen onze vissers.
Schulpengat 9 • 8321 WC Urk-Holland Tel.: +31 (0)527 690943 • Mobiel: +31 (0)6 33317293 • Fax: +31 (0)527 690968 E-mail:
[email protected] • www.vebatrans.com
2
ı REDERSCENTRALE ı
OPSTART VAN DE WERKGROEPEN ONDER HET CONVENANT ‘VISSERIJ VERDUURZAAMT’ Het Convenant ‘Visserij Verduurzaamt’ werd reeds op 23 juni voorgesteld in Nieuwpoort. Nu het zomerreces definitief achter ons ligt is het tijd voor het echte werk. In de loop van de maand september gaan de vier werkgroepen van start. De werkgroepen vertrekken allen vanuit een andere optiek, met als gezamenlijk doel de ambities van het Vistraject te realiseren.
Convenant ‘Visserij Verduurzaamt’
Vanuit de sector werd in de zomer van 2011 een maatschappelijk convenant uitgewerkt waarin een engagement tot het streven naar een duurzame visserij werd aangegaan. Gedurende drie jaar heeft de Vlaamse visserijsector op basis van een beleid met duurzaamheid als doelstelling, ingezet in initiatieven tot verduurzaming van de visserij die nog verder doorgaan. Dankzij de specifieke inbreng van de convenantpartners en andere betrokkenen, en vooral de bereidheid om met elkaar in gesprek te gaan, resulteerde dit in het ‘Vistraject’, een uniek rapport waarin deze duurzaamheidsaspecten evenwichtig aan bod komen. Zeven hoofddoelen geven de hoofdlijnen weer van het beoogde transitieproces in de visserijsector. Met de ondertekening van het tweede Convenant ‘Visserij Verduurzaamt’, willen Vlaamse minister bevoegd voor visserij, Joke Schauvliege, het Departement Landbouw en Visserij, het ILVO, de Provincie West-Vlaanderen, Natuurpunt en de Rederscentrale verder gaan op de ingeslagen weg. Het nieuw maatschappelijk Convenant 2015 - 2020 gaat uit van de ambities binnen een hernieuwde aanpak zowel naar inhoud als naar organisatie en met uitbreiding van partners. Zo kan de Belgische visserij vanuit verantwoord ondernemerschap verder duurzaam evolueren en de consument bedienen met verse vis die hoog scoort op het vlak van kwaliteit met respect voor biologische evenwichten in zee. De organisatie van het Convenant bestaat uit een Task Force, vier werkgroepen (Visserij, Beleid, Vernieuwing en Kust) en een klankbordgroep. De Task Force bepaalt de strategische lijnen op basis van het Vistraject, de werkgroepen staan in voor de concrete uitwerking en de klankbordgroep bestaat uit alle leden
van de werkgroepen en andere belanghebbenden rond de Vlaamse visserijsector om de resultaten af te wegen aan de gestelde doelen en de evoluties in de realiteit.
Werkgroep Visserij
De werkgroep Visserij wordt getrokken door de Rederscentrale, die een aantal bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij de marktwerking heeft uitgenodigd om deel te nemen aan de werkzaamheden. De intentie is om in samenwerking een beter inzicht te krijgen in de marktbehoeften, het opzetten van afzet- en verwerkingsopportuniteiten in binnen- en buitenland en de realisatie van opgenomen doelstellingen in het productie- en marketingplan. Deze inspanningen moeten leiden tot een optimaal rendement voor de Vlaamse visserijsector. De Rederscentrale neemt de trekkersrol op zich als producentenorganisatie en erkende beroepsvereniging. Elke werkvergadering zal slechts een aantal doelstellingen coveren, die tot een bepaald thema behoren. Voor de startbijeenkomst, die doorgaat op dinsdag 29 september in de kantoren van de Rederscentrale, zal in eerste instantie door de Rederscentrale een overzicht gegeven worden van de acties die betrekking hebben tot de werkgroep Visserij en wat de stand van zaken is hiervan. Op basis van de input van de aanwezigen zullen dan prioriteiten worden gelegd en is er duidelijkheid welke thema’s of doelstellingen aan bod zullen komen tijdens de volgende werkgroepen.
Werkgroep Kust
Voor deze werkgroep is de Provincie West-Vlaanderen de initiatiefnemer.
Binnen dit forum zal gehouden worden aan de zes thema’s uit de Vistraject doelstellingen die aan Kust kunnen gelinkt worden, namelijk de kleinschalige professionele visserij, de recreatieve visserij, de afzet dicht bij huis, scholing en opleiding, veiligheid en kwaliteit aan boord, en afval… . Tijdens een eerste overlegmoment wordt de globale groep uitgenodigd, terwijl in een later stadium met subgroepen zal gewerkt worden. Voor de startvergadering, die doorging op woensdag 23 september (bij het ter perse gaan van dit informatieblad), waren een zestal sprekers voorzien, die telkens tien minuten aan bod kwamen met verschillende thema’s, met de bedoeling daarna een discussie te laten doorgaan.
Werkgroep Beleid
De werkgroep Beleid volgt in eerste instantie een aantal aspecten van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid op, waaronder de regionalisering, de input van de sector via de AC’s, de aanlandingsverplichting, meerjarige beheerplannen, Maximale Duurzame Opbrengst enzovoort. Daarnaast komt ruimtelijke planning op zee ook terecht onder deze werkgroep, waarbij zowel nationale als internationale ruimtelijke aspecten worden behandeld. Een derde werkdomein is de problematiek van de vloot, waarbij deze werkgroep bijvoorbeeld het evenwicht tussen capaciteit en vangstmogelijkheden bekijkt en de aspecten van quotahopping wenst onder de loep te nemen. Deze werkgroep wordt getrokken door de Vlaamse overheid. Een eerste bijeenkomst was bij het ter perse gaan nog niet vastgelegd.
Werkgroep Vernieuwing
De werkgroep Vernieuwing, onder de vleugels van het ILVO, wenst een aantal projectvoorstellen uit te werken waarbij de nadruk ligt op innovatieve vismethoden, de bescherming van paaiplaatsen en kwetsbare soorten, datacollectie Lees verder p. 5 ı REDERSCENTRALE ı
3
bvba SNAUWAERT JOËL
4 MARINE CONSTRUCTIE EN REPARATIE
4 ALLE SCHEEPSHERSTELLINGEN
4 ONTWERPER + PRODUCTIE ECOROLL Minder brandstofverbruik Minder bodemberoering Minder slijtage
Kotterstraat 93 - 8380 Zeebrugge Gsm 0475 74 50 79 E-mail:
[email protected]
4
ı REDERSCENTRALE ı
en een betere communicatie tussen de verschillende stakeholders binnen de visserijsector. Belangrijk hierbij is de samenwerking met de andere werkgroepen, van waaruit input kan gegeven worden met betrekking tot project ideeën gericht op innovatie, onderzoek en ontwikkeling. De essentie van deze werkgroep kan
aan de hand van een aantal kernwoorden worden geschetst: ecosysteem – bestanden – vistuig – vaartuig – visserijsector – product – keten – consument. Alle Vistrajectdoelstellingen toegewezen aan de Werkgroep Vernieuwing vallen onder het ecosysteem t.e.m. de sector, terwijl de bedrijfsvorm, wat een onderwerp kan zijn voor Vernieuwing
daarin niet aan bod komt. Het ILVO heeft reeds een eerste gesprek aangeknoopt over de aanpak binnen deze werkgroep, waarbij nog niet alle punten ter voorbereiding van een eerste bijeenkomst zijn besproken. SM
■
EEN REALISTISCHE KIJK OP DE BELGISCHE VISSERIJSECTOR VANUIT DE REDERSCENTRALE In het weekblad Trends verscheen op donderdag 27 augustus een artikel over de Belgische Zeevisserij. De algemene toon van het artikel is kritisch, soms terecht, maar is volgens de Rederscentrale niet altijd gestoeld op correcte interpretaties. Daarom wordt hieronder een aantal van de quotes uit het Trendsartikel belicht en afgewogen tegen de interpretatie van de Rederscentrale.
Investeringen en bedrijfsrekeningen
Heel wat rederijen hebben op het einde van het jaar met bedrijfsverlies af te rekenen. Dit klopt inderdaad, maar in de visserij, zoals in andere primaire sectoren, wegen investeringen zwaar door vooraleer er een inkomen tegenover kan staan. Er zijn inderdaad financiële steunmogelijkheden, maar niet voor nieuwbouw, waardoor rederijen te kampen hebben met zware afschrijvingen voor investeringen in noodzakelijk onderhoud en modernisering aan boord van de vaartuigen. Omwille hiervan laten verschillende rederijen een bedrijfsverlies optekenen. Nieuwbouw daarentegen zou het mogelijk maken om alle investeringen te spreiden over bijvoorbeeld vijftien jaar, terwijl huidige vernieuwingen zoals het vervangen van de motor over maximaal vijf jaar kunnen gespreid worden. De kritiek vanuit de media over de uitzonderlijk slechte resultaten van bepaalde rederijen worden niet genuanceerd. De reconversie van een Belgisch traditioneel boomkorvaartuig gaat meestal gepaard met enorme investeringen. De zware afschrijvingslast leidt hierdoor tot een negatief beeld van de resultaten. Omwille van deze reden is het steeds moeilijk om individuele rederijen te
bekijken en wordt beter een sector op haar geheel benaderd.
Inkrimping van de visserijsector
Leidt een nog verdere inkrimping tot het einde van de visserijsector? Momenteel nog niet, omdat de Belgische vissers er jaarlijks in slagen om de vangstmogelijkheden binnen het door Europa toegekende quotum, te benutten. Bij een correcte prijsvorming voor het product blijft de totale omzet ook met minder vaartuigen op eenzelfde niveau. Het visplan, dat jaarlijks wordt opgemaakt door de Rederscentrale, en een constante opvolging ervan, maakt dit mogelijk. Er wordt dus nog steeds efficiënt gevist, wat een belangrijk criterium is op vlak van het voortbestaan van de sector. Desondanks blijft het moeilijk te voorspellen waar nu het kritisch minimum ligt van het aantal vaartuigen, waarbij de mogelijke omzet onvoldoende blijft voor het behoud van de economische sector. We zien inderdaad dat het aantal actieve rederijen jaar na jaar daalt. Momenteel bestaat de Belgische vissersvloot uit nog slechts 67 actieve vaartuigen. Het opvolgingsproces, zowel in de bedrijfsvoering als aan boord, is niet optimaal en ook hier is het voor geïnteresseerden in overname of nieuwe start niet makkelijk om de financiering rond te krijgen. We zien daardoor wel een evolutie in de interesse van buitenlandse investeerders, maar daarbij is er de uitdaging om de link te behouden met het Belgische socio-economische aspect. Er zijn reeds enorme inspanningen geweest om energiezuinig te vissen, zoals de investeringen in energiezuinigere motoren, die op vandaag tot meer dan de helft minder verbruiken dan zo’n
tien jaar geleden. Toch blijft de visserij enorm afhankelijk van de fluctuerende brandstofprijzen, waardoor de huidige lage prijzen welgekomen zijn om rederijen wat meer zuurstof te geven.
Subsidies en vermarktingsmogelijkheden
De juiste subsidiecijfers zijn dat tussen 2014 en 2020 5,75 miljard euro vanuit de Europese Unie naar de visserij- en aquacultuurketens vloeide, waarvan 26 miljoen euro naar België. Slechts een beperkt gedeelte van deze subsidies kan door individuele rederijen worden gebruikt. Een groot deel van deze Europese steun wordt ingezet voor de vermarktingsmogelijkheden en onderzoeken voor het primaire product binnen Europa, die onder zware druk van buitenlandse ingevoerde vis zoals pangasius en tilapia komen te staan. Gelukkig kunnen we, onder andere door de heropleving van de economie in de ZuidEuropese landen, stellen dat de platvismarkt zich stilaan aan het heroriënteren is waardoor de Belgische visserijsector zijn marktpositie terug handhaaft. De prijszetting van de kwalitatieve schol begint zich stilaan opnieuw op een aanvaardbaar niveau te begeven. De schol doet het ook enorm goed op biologisch vlak. De quota voor deze doelsoort nemen jaarlijks toe, wat de toekomst van de platvis-zeevisserij verzekert. De geleverde duurzaamheidsinspanningen voor de scholvisserij levert zijn vruchten af. De wetenschap bevestigde reeds dat ook in 2016 bijkomende quota mogelijk zijn.
Bemanning en sociale aspect
In het voorbije academiejaar behaalden slechts vier leerlingen hun diploma in de middelbare beroepsopleiding die kan leiden tot schipper en/of motorist op een vissersvaartuig, waarvan twee Lees verder p. 7 ı REDERSCENTRALE ı
5
ACTIVITEITEN 2015 Dag van de Garnaal 3 oktober
Oesterbeurs
23 - 24 - 25 oktober Meer info: Stedelijke vismijn Nieuwpoort
[email protected] - www.nieuwpoort.be T 058 22 49 70 - F 058 23 67 20
Alle industriële en scheepsherstellingen mekaniek en plaatwerk
bvba BEMA BRANDSTOFFEN
VAN EYGEN b.v.b.a Johan Vermander
Nieuwe Werfkaai 14 • 8400 Oostende T: 059 33 22 15 • F: 059 33 01 55 GSM Johan: 0477 31 54 15 GSM Ludo: 0477 33 54 35
6
ı REDERSCENTRALE ı
Mazout Petroleum Oliën Brugsesteenweg 101 8433 Middelkerke - Mannekensvere
[email protected] tel. 058 23 36 72 fax 058 23 10 68
via het deeltijds onderwijs. Naast de opleidingen via het Maritiem Instituut Mercator biedt ook de VDAB een aantal opleidingstrajecten voor mensen die interesse hebben in een job als zeevisser. Vier binnenkomers via het middelbaar onderwijs is inderdaad lager dan het gemiddelde van de laatste jaren, maar anderzijds zijn er de andere starters en het nieuws dat bij de start in september het aantal leerlingen in het maritiem onderwijs opnieuw een verhoging kent ten opzichte van de voorgaande jaren. Afgewerkte studies in het middelbaar visserij-onderwijs leiden tot een A2diploma. Na een volwaardige secundaire opleiding dient voldoende praktijkervaring behaald te worden. Na het afstuderen en in het bezit zijn van diploma’s worden er talloze stagedagen verwacht vooraleer een bemanningslid als motorist of stuurman aangemonsterd kan worden. Deze lange stagetijd heeft een ontredderend effect op ambitieuze jonge vissers. Een nieuwe formule, het deeltijds onderwijs, kent een enorme opmars. Deze succesvolle opleidingsvorm biedt echter geen onmiddellijke
oplossing voor de huidige noden aan hoger gekwalificeerde bemanningsleden, zoals motorist en schipper. Wat de omstandigheden aan boord en als bemanningslid van een vissersvaartuig betreft, is de situatie onmogelijk nog te vergelijken met enkele decennia geleden, de periode die blijkbaar in het collectief geheugen is blijven hangen. Niet alleen de infrastructuur en comfort aan boord zijn sterk veranderd, maar ook de ontspanning- en communicatiemogelijkheden. De voorzieningen die door de sociale partners in het paritair comité voor de zeevisserij overeengekomen zijn, worden als voorbeeld gebruikt in Europa en erbuiten.
Toekomstvisie
Ondanks een aantal uitdagingen, zoals het dalend aantal rederijen en de moeilijkheid om voldoende gekwalificeerde bemanningsleden te vinden, durft de Rederscentrale de toekomst van de zeevisserij positief te aanschouwen. Via het Productie- en Marketingplan van de producentenorganisatie werkt de Rederscentrale samen met de andere
stakeholders aan inspanningen zoals het marktgericht vissen en optimale afstemming van vraag en aanbod. Het primaire product bij eerste verkoop kent hierdoor een betere prijszetting. Andere hoopgevende signalen zijn de goede staat van de visbestanden en de duurzame inspanningen die de sector durft te leveren via de opvolging van het Vistraject onder de koepel van het nieuwbakken Convenant ‘Visserij Verduurzaamt’. Toch beseft de Rederscentrale dat er de Belgische zeevisserij nog heel wat uitdagingen te wachten staan, zoals de implementatie van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid, met onder meer de invoering van de aanlandingsverplichting vanaf 1 januari 2016. Maar met de inspanningen van de vissers zelf, de goede drive vanuit de productenorganisatie en beroepsvereniging Rederscentrale, de samenwerking met de andere stakeholders en een vertrouwen vanuit de overheid, kan de toekomst van de Belgische zeevisserij gevrijwaard worden. SM
■
AANDACHTSPUNTEN VAN DE REDERSCENTRALE Fonds voor Scheepsjongens van 20 augustus
Op donderdagvoormiddag 20 augustus 2015 vond de 86ste vergadering van de Raad van het Fonds voor Scheepsjongens plaats. Tijdens de bijeenkomst werd de begrotingstabel 2016 met bijhorende toelichting goedgekeurd. Vervolgens werd er – na beraadslaging – een consensus bereikt om de verplichte redersbijdragen van 0,10% van de bruto besomming van de vangsten verkocht in Belgische en buitenlandse havens, ingesteld vanaf 1 augustus 2015, ook voor 2016 te behouden.
Overlegmoment met de Dienst Zeevisserij
Op 25 augustus was er een overlegmoment met de Dienst Zeevisserij. Daar werd de intentie van de Rederscentrale aangekondigd om een brief aan minister Joke Schauvliege te richten rond pulsvisserij. Verder werd gesproken over mogelijke systemen voor een optimale eerste verkoop van de vangsten. Een derde onderwerp was de opslagsteun, het enige overblijvende
interventiesysteem voor vangsten niet verkocht aan een richtprijs. Ook het elektronisch logboek – een stand van zaken met de werking en gebruik – werd uitvoerig besproken, net als een samenwerking met de federale overheid om recreatieve en buitenlandse vooral hengelvisserijen onder een Belgisch beroepssysteem te brengen. Voor alle onderwerpen vertrokken beide partijen van de vergadering met een lijstje van verder af te handelen details om de intenties tot een goed einde te brengen.
Stuurgroep HAROkit van 2 september
Tijdens de tweede stuurgroep van dit As 4 project werkten promotoren Natuurpunt, ILVO en het VLIZ samen met de Rederscentrale, de Vlaamse Visveiling en het Maritiem Instituut Mercator, verder aan een identificatiekit voor haaien- en roggensoorten. Een eerste doelstelling onder dit project is het opstellen van determinatatietools waarop de verschillende soorten haai-
en en roggen aan bod komen. In eerste instantie worden fiches ontwikkeld van 14 haaien- en 15 roggensoorten. Tijdens deze vergadering werd een consensus bereikt over welke informatie op de fiches zal terechtkomen. Zo wordt bijvoorbeeld voor elke soort aangeduid of die mag opgevist worden en of er al dan niet een meldingsplicht bestaat. Daarnaast wordt ook een zoekkaart opgemaakt, waar aan de hand van een aantal vragen met betrekking tot fysieke kenmerken duidelijk wordt welke soort werd opgevist. Een andere determinatietool is een filmpje, waarin de kenmerken van de verschillende haaien en roggen worden beschreven en een aantal tips aan bod komen hoe de soorten kunnen onderscheiden worden. Eens alle tools zijn ontwikkeld, worden in de loop van de maand oktober een aantal contactmomenten georganiseerd met leerlingen van het Maritiem Instituut Mercator, reders en medewerkers van de Vlaamse Visveiling. Lees verder p. 9 ı REDERSCENTRALE ı
7
Het Erkend Sociaal Secretariaat van de Kust verwerkt reeds 68 jaar de lonen van de Belgische Zeevisserij, en hiervoor hebben we 6 medewerkers die dagelijks ter beschikking staan: Patricia, Christa, Vanessa, Katrien en Frederiek in onze burelen in Knokke-Heist en Karin in onze burelen in Oostende. Begin maart verhuist Karin naar onze nieuwe burelen in de Victorialaan 69A te Oostende, gezien we in Oostende ook met loonadministratie beginnen voor andere sectoren en dit onder onze nieuwe naam : besox!
EEN NIEUWE NAAM, DEZELFDE SERVICE! P A TR IC IA D E BAENE : PATRICIA.DEBAENE@SOCS E C .B E , 050/ 6 3 0718 C HR ISTA ME YSSEMAN : CHRISTA.MEYSSEMAN@S OC S E C .B E , 050/ 6 3 079 0 VA N E SSA B IL :
[email protected], 050/6 3 0701 K A TR IE N VA N DEN BRUAENE : KATRIEN.VAN.DEN.B RU ANE @ S OC S E C .B E , 050/ 6 3 072 3 F R E DE R IE K MOBOUCK : FREDERIEK.MOBOUCK@S OC S E C .B E , 050/ 6 3 079 3 K A R IN P Y F F EROEN : KARIN.PYFFEROEN@SOCSEC .B E , 059 / 44702 5 I N DI E N U E E N OFFERTE WENST VOOR UW LOONADMI NI S T RAT I E KAN U S T E E DS V RI J B L I J V E ND C ONT AC T OP NE ME N ME T O N ZE C OMMERCIËLE VERANTWOORDELIJKE I N OOS T E NDE V OOR E E N GE S P RE K OF E E N P RI J S OF F E RT E : HE ID I VA N O OTEGHEM : HEIDI.VANOOTEGHEM@S OC S E C .B E , 049 9 / 9 4076 2
!"#$$%"&'(")''*"+',"$$-./'(&0-,".//(".'(1'".21"2-"3%$$-4'('Afdeling Zeebrugge !"#$%&'()*$$+,-(($ Noordzeestraat 201 !""#$%&&'(#))(*+,8380 Zeebrugge ./.,*0&&1#233&
Afdeling Oostende !"#$%&'()./01$'#$ Maritiemplein G)#@(@&HI5&@A*-1 8400 Oostende .<,,*J"'(&A$&
:);*7/+*8,*8<*=>*9<
:);*7/+*89*/<*,.*9. ?*6*@AB"?C@'H@KA""'(&A$&D1& E&16*FFFDC@'H@KA""'(&A$&D1&
Tel: +32 50 55 99 33 4&56*7/+*8,*88*99*// Fax +32 50 54 50 18
?*6*@AB"?%CD1& E&1*6*FFFD%CD1&
8
ı REDERSCENTRALE ı
Tel: +32 59 33 90 90 4&56*7/+*89*//*9,*9, Fax +32 59 34 08 98 @:
[email protected] • Web: www.vlvis.be
Daarnaast wordt binnen dit project ook een analyse van de verbeterdoelen opgemaakt op vlak van traceerbaarheid van de specifieke soorten na aanlanding. Door middel van een aantal interviews met belangrijke spelers in het proces van aanlanding tot verkoop in de winkel worden de knelpunten in de identificatie geïnventariseerd en mogelijke oplossingen onderzocht. Dit zal leiden tot een rapport met een overzicht van mogelijke verbeterpunten voor de aangelande soorten.
Werkgroep Veilingen van 3 september
Tijdens de werkvergadering op donderdag 3 september was één van de agendapunten het vloerreglement. In het huidige vismijnreglement staat dat het eerst gelote vaartuig sowieso de eerste blijft. Dit kan aanleiding geven tot misbruik en laat binnenkomen. De productieleider zal beslissen of er al dan niet misbruik is en of de betrokken rederij naar de laatste plaats verwezen wordt. Er werd nogmaals gevraagd om aandacht te besteden aan het aanvangsuur van sorteren. Bij weinig aanvoer is het veelal moeilijk om sorteertijden kort te houden. De Vlaamse Visveiling moet ook rekening houden met een minimum prestatie van hun werknemers. De werkgroep werd ook ingelicht over de opmerkingen die het FAVV richt aan de Vlaamse Visveiling. De visveiling vraagt dan ook de medewerking van de reders en hun medewerkers om zich te houden aan de basisregels en geen restafval na te laten in de vismijn. Ook het personeel van de Vlaamse Visveiling werd er reeds op gewezen om zich aan de opgelegde regels te houden. Ondertussen werd de voorbereiding aangevat van de infrastructuurwerken nodig voor de inplanting van de nieuwe sorteermachine te Zeebrugge. De fabricage van de nieuwe sorteermachine is volop aan de gang. Volgens de laatste planning zou de nieuwe sorteerlijn eind dit jaar operationeel moeten zijn. Half januari 2016 is de verhuis van één van de sorteermachines van Zeebrugge naar de locatie Oostende voorzien. Ook de mogelijkheden en faciliteiten in de Deense havens Hanstholm en Thyboron werden besproken.Voornamelijk de opslag van viskisten vormt een probleem en valt aldaar moeilijk te coördineren vanuit de Vlaamse Visveiling. De rubriek commercialisatie genoot ook de nodige aandacht. De Vlaamse
Visveiling kent een toename van geregistreerde viskopers op de visveiling. Vooral de buitenlandse handelaars hebben interesse en kunnen de kwaliteit van de aangeboden visproducten appreciëren. De uitvoer van visproducten buiten de grenzen van Europa vormt een groter probleem. Voorlopig zijn er problemen met certificaten voor de uitvoer naar China. Het verplichte autocontroleboek dient opgevolgd te worden en er dient eerst een audit te gebeuren alvorens de certificaten kunnen afgeleverd worden. Alternatieven en contacten om goedkopere vissoorten te exporteren naar Afrikaanse landen worden momenteel bekeken met diverse partners. Tot slot kwam de afvalproblematiek aan bod. Na herhaalde oproepen om de kade en vismijnsite proper te houden werd begin augustus opnieuw bedrijfsafval achter gelaten op de kade. De Vlaamse Visveiling vraagt een dringende oplossing voor de inzameling van bedrijfsafval. Een mogelijke optie is dat de VVC instaat voor de inzameling van het scheepsafval, deze mogelijkheid zal besproken worden met de bevoegde instantie OVAM.
Quotacommissie
Op de zitting van de Quotacommissie van 4 september werden zoals gewoonlijk de stand der vangsten, de stand der visserij-inspanning en de quotaruilen besproken. Dit leidde tot adviezen over tong in de Ierse Zee, schol in het Engels Kanaal en rog in de Noordwestelijke Wateren. Verder kwamen de onderwerpen van het overleg met de Dienst Zeevisserij aan bod, die van belang zijn voor opvolging in de Quotacommissie.
Project Qualitubfish
Ook op 4 september was de Rederscentrale uitgenodigd op een eerste stuurgroep van een project van de VLV dat uiteindelijk de naam Qualitubfish meekreeg. De details die aan bod kwamen bij dit initiatief om te starten met leveringen vanuit de VLV in tubs, waren de betreffende wetgeving opgevolgd door het FAVV, de noodzakelijke wetenschappelijke opvolging en de betrokkenheid van de aanvoerders en de producentenorganisatie. Promotor VLV ging de resultaten van de besprekingen voorleggen aan het kabinet van minister Joke Schauvliege om een aanpassing aan de criteria te bepleiten.
EAPO Uitvoerend Comité 7 september
Tijdens dit overleg tussen de 15 leden
van EAPO die de ExCom vormen kwamen de volgende onderwerpen aan bod voor verdere opvolging: • een antwoord op de consultatie van de Europese Commissie over de meerjarig beheerplan voor de Noordwestelijke Wateren; • de opstart van een Zuidwestelijke Wateren werkgroep; • een nieuwe voorzitter voor de Noordzeewerkgroep; • onderwerpen voor de marktenwerkgroep (o.a. importvrijstellingen); • voorbereiding van een tweede advies over de invoering van de aanlandingsverplichting; • het onaangepast zijn van het kabeljauw herstelplan; • de financiële situatie van de asso ciatie.
Overleg Kabinet minister Joke Schauvliege
De opvolgingsproblematiek in de Vlaamse visserij begint meer en meer naar voor te komen als het hete hangijzer in de sector. Dit was een conclusie bij een ontmoeting van de Rederscentrale met de kabinetsmedewerkers op 8 september, waarbij over de grote lijnen van een aantal aandachtspunten voor de Vlaamse visserijsector werd overlegd.
Zeevissersfonds
In de Raad van Bestuur van het Zeevisserfonds die samenkwam op 8 september, werd onder andere overeenstemming bereikt over de nieuwe personeelsstructuur. Naast de opvolging van de uitvoering van rechten en plichten van het fonds werd zoals gewoonlijk ook uitgebreid gesproken over de uitdagingen binnen het project Previs. Verder werd tussen de sociale partners overeengekomen om een cao over deeltijds leren af te werken op de volgende zitting van het paritair comité voor de zeevisserij.
Overleg MDK van 11 september
De Rederscentrale had een overleg met het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) over het aanmeren van vaartuigen uit het kustvlootsegment langs de visserskaai in Oostende. Dit overleg kadert binnen het abrupte verbod sinds juli voor kustvaartuigen om aan te meren langs de visserskaai. MDK kondigde dit verbod reeds aan met het oog op volgend jaar, om deze zone in te richten als uitbreiding van de jacht haven.
ı REDERSCENTRALE ı
9
Tijdens deze vergadering werd duidelijk gemaakt dat de ligplaatsen langs de visserskaai slechts gebruikt worden bij overmacht, wanneer de vissluizen naar de Hendrik Baelskaai niet functioneren. Een andere optie is laden en lossen aan de vistrap, maar door de huidige werken aan de vistrap is dit momenteel niet mogelijk. Omwille van deze reden werd een akkoord bereikt om nog zeker tot het einde van het jaar te mogen aanmeren langs de visserskaai. Indien de werken aan de vistrap ook in 2016 nog niet zijn afgerond, zal MDK overwegen om deze toelating te verlengen.
Ierse Zee
Op 14 en 15 september was de Rederscentrale aanwezig op een workshop over de impact van het ecosysteem en de milieudrijfveren op het visserijbeheer in de Ierse Zee. Dit ICES project is een eerste waar de ecosysteem benadering van een visserijbeheer op de voorgrond treedt en dit wordt als mogelijk voorbeeld van een situatie die veralgemeend zal worden in alle Europese gebieden. Het waren vooral de wetenschappers die presentaties gaven over de uitdagingen wat het ecosysteem betreft, wat de visserij betreft en wat de wetgeving betreft. Hun bevindingen werden dan becommentarieerd door de aanwezige stakeholders. De Belgische samenwerking tussen visserij en ILVO rond tong in de Ierse Zee kwam zo ook aan bod, maar tot frustratie van de Rederscentrale zonder enige evolutie sinds de vorige voorstellingen in NWWAC en in Quotacommissie. Daarbij kwam naar voor dat ook in 2016 nog geen resultaten mogen verwacht worden van het geleverde werk en dat de visie dat het niet zo goed gaat met de tong – in tegenstelling tot wat de vissers vaststellen – nog altijd als wetenschappelijke waarheid zal worden beschouwd.
NWWAC
Twee dagen vergadering van de NWWAC startten op 16 september met de Algemene Vergadering. Daar werd meegegeven dat werkjaar 10 normaal gezien zal rondgekomen worden met de beschikbare middelen, na een aantal aanpassingen aan de planning. De kosten zijn vooral gestegen door de regionalisering van het Europees beleid, wat extra werkzaamheden met zich meebrengt ten opzichte van de lidstaatgroeperingen.Voor boekjaar 11 worden minder vergaderingen begroot om dit op te vangen, meer gebruik makend van
10
ı REDERSCENTRALE ı
vergaderen via internet. Ook zal aan de betrokken lidstaten nogmaals een voorstel worden gedaan om hun bijdrage aan de NWWAC te verhogen.
WAC secretariaat ingelicht over de Belgische visie over die thema’s.
Na de Algemene Vergadering volgde de Executive Committee. Daarin is qua werking overeengekomen om naast de regionale organisatie (Westen van Schotland, Keltische Zee, Engels Kanaal en Ierse Zee) meer gebruik te maken van een thematische structuur van werken via focusgroepen over specifieke onderwerpen.
Deze vergadering van het As 4 Dagelijks Bestuur werd georganiseerd om de lopende projecten, die eind 2015 allemaal worden afgerond, op een correcte manier administratief af te handelen. Voor inhoudelijke vragen over de projecten kan door de promotoren contact opgenomen worden met Sandrine Pattyn van de Provincie West-Vlaanderen. Zij staat ook in voor de administratieve afhandeling van het subsidiegedeelte voorzien door de provincie. Nu Stephanie Maes andere uitdagingen heeft opgezocht, neemt Sandrine dit van haar over. Voor wat betreft de administratieve afhandeling van het gedeelte FIVA/ EVF kan steeds beroep gedaan worden op de diensten van Veronique Moerman, die werkt voor de Dienst Zeevisserij. Uiteraard kan ook steeds contact opgenomen worden met het secretariaat van de Rederscentrale bij vragen over As 4 projecten.
De derde vergadering van dag één was de focusgroep over tong in het Engels Kanaal, voorgezeten door de Rederscentrale. Op het in juni afgewerkt advies waarin kort gezegd een vaste TAC wordt voorgesteld van 2016 tot en met 2020, kwam een commentaar van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij (STECF in het Engels) dat er te veel risico is met het NWWAC voorstel dat MSY niet wordt gehaald. Het Engelse CEFAS en het Franse IFREMER denken dit te kunnen tegenspreken. Hun analyse zal gebruikt worden om in een tweede advies van de NWWAC het eerste te bevestigen en zelfs te versterken. De laatste vergadering van 16 september was de opstart van een werkgroep rond de aanlandingsverplichting. Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie heeft hier een eerste insteek gegeven over een lijst van vragen die door de leden van de NWWAC begin juli zijn overgemaakt. De vragen werden gegroepeerd in de categorieën Quota Uplift, definitie van visserijen, uitzonderingen (De Minimis, overleving), praktische implicaties, inter-soorten flexibiliteit en verdere uitvoering na 2016.Voor de meeste vragen verwees de Commissie naar een vergadering met de lidstaten op 22 en 23 september. In de oktober-editie van dit informatieblad wordt hierover zeker in meer detail gerapporteerd. Op 17 september werd verder vergaderd met de werkgroep Aanlandingsverplichting. Andere vergaderingen die dag gingen over een antwoord op de consultatie van de Europese Commissie over een meerjarig beheerplan voor de Noordwestelijke Wateren, de opstart van focusgroepen voor rog en zeebaars, en een focusgroep over technische maatregelen in de Ierse Zee. De Rederscentrale kon die dag niet aanwezig zijn, maar heeft vooraf het NW-
Dagelijks Bestuur As 4 van 16 september
Colruyt
De 17e september waren het Departement Landbouw en Visserij, het ILVO, de VLV en de Rederscentrale uitgenodigd op de hoofdzetel van de Colruyt Groep in Halle. Na een presentatie door de Colruyt directie over hun duurzaamheidsbeleid, stelde de Rederscentrale de Belgische visserij voor en de stappen die genomen zijn rond verduurzaming. Dit vloeide over in een voorstelling van Vistraject en het maatschappelijk Convenant ‘Visserij verduurzaamt’ door het ILVO. Een tweede presentatie door het ILVO ging over hun bestaande samenwerking met Colruyt rond de categorisering van de vissoorten. Opnieuw kon worden vastgesteld dat er geen systeem bestaat om de Belgische visserij correct te quoteren. Bij de verwijzing naar Valduvis werd dit erkend. Voor de Rederscentrale leek het dat er zeker mogelijkheden zijn voor vis gevangen door Belgische vaartuigen op basis van duurzaamheidscriteria, maar dan zal er zeker ook moeten samengewerkt worden aan de interesse van de consument – in dit geval de klant van de winkels in de Colruyt Groep – in het aangeboden product.
EB/SM/CV/MV
■
OVERLEVINGSPROJECT – UPDATE De aanlandingsverplichting voor de demersale visserij wordt vanaf 1 januari 2016 gefaseerd ingevoerd. Om deze Europese maatregelen leefbaar te houden wordt mede via het overlevingsproject aangetoond dat bepaalde soorten, zoals schol, voldoen aan de voorwaarden van overleving om een uitzondering te krijgen voor de aanlandingsplicht. Op dinsdag 1 september ging een stuurgroep van het project door, waar door de Rederscentrale een stand van zaken met het invoeren van de aanlandingsverplichting werd meegegeven en door de medewerkers van het ILVO een stand van zaken met het project zelf.
Het Europese verhaal achter de aanlandingsverplichting
Het aanlandingsverplichting kadert binnen het Gemeenschappelijk Visserijbeleid, een regeling voor het beheer van de Europese vissersvloten en voor het
behoud van de visbestanden. Het belangrijkste doel van het visserijbeheer in het kader van het GVB is het garanderen van hoge lange termijn opbrengsten, de zogenaamde maximaal duurzame opbrengsten, of MSY in het Engels, waar mogelijk al in 2015 maar uiterlijk in 2020 voor alle bestanden. Spijtig genoeg hebben Europese beleidsmakers zonder kennis van zaken een aanlandingsverplichting als andere belangrijke doelstelling naar voor gebracht, zonder goed te luisteren naar de sector zelf, die een maximale selectiviteit wenst na te streven zonder het opleggen van een onrealistische maatregel. Deze Discard Ban leidde tot de introductie van het project Overleving. Bij de start van het project in maart 2014 was enkel gekend dat deze regeling voor de demersale visserij zoals de Belgische, zou worden ingevoerd vanaf 1 januari 2016. Op dit moment hebben de regionale lidstaatgroeperingen hun huiswerk af en hun Discardplan-
nen voor 1 januari 2016 bezorgd aan de Europese Commissie. Voor de visserij in de Noordzee werden volgende toepassingen aanbevolen: • Boomkor, netmaaswijdte vanaf 120 mm: aanlandingsverplichting voor schol. • Boomkor, netmaaswijdte 80119 mm: tong. • Borden en zegen, netmaaswijdte vanaf 100 mm: schol en schelvis. • Borden en zegen, netmaaswijdte 7099 mm: langoustines en tong. • Staand want: tong. Verder stelt de Scheveningengroep (de regionale lidstatengroepering voor de Noordzee) ook een fasering voor, die erop mikt dat alle gereguleerde vissoorten tegen 1 januari 2019 aan de aanlandingsverplichting zullen onderworpen zijn. In dit kader kan een vervolgproject op het lopende overlevingsproject, dat afloopt eind dit jaar, nuttig zijn. In het bestaande project ligt de focus op schol, een vervolgproject zou uitgebreid worden naar verschillende andere soorten die onder de fasering vallen. Voor de andere gebieden ziet de situatie er momenteel ietwat anders uit; in de Noordwestelijke Wateren wordt voor de toewijzing van de doelsoort gekeken naar de vangstsamenstelling in 2013 en 2014. Voor de Vlaamse visserij zou dit betekenen dat de boomkorren tong zullen moeten aanlanden vanaf 1 januari 2016, uitgezonderd in de Ierse Zee (VIIa) en het Westelijk Engels Kanaal (VIIe). Het voorstel houdt ook in dat het staand want in het Oostelijk Engels Kanaal (VIId) eveneens alle tong zal moeten aanlanden vanaf 1 januari 2016. Voor borden- en zegenvisserij zal de vangsthistorie de aan te landen soort(en) bepalen.Van de Zuidwestelijke Wateren Groep is nog niet veel rechtstreekse info ontvangen, maar het ziet er naar uit dat ook voor de VIIIab vanaf 1 januari 2016 de tong onder de aanlandingsplicht zal vallen.
Belgisch Overlevingsproject
Afbeelding 1: testen aan boord van de Z.483 Jasmine in de maand augustus 2015
Op de recentste stuurgroep werd door de ILVO-medewerkers een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken. Op dit moment werden tien zeereizen
ı REDERSCENTRALE ı
11
tuig O.190 werd al snel duidelijk dat vooral de RAMP-methode en de lengte van de vis belangrijke factoren zijn om de overleving van de vis correct in te schatten. Na de vierde reis bleek dat ook andere factoren zoals het temperatuurverschil en de interactie tussen golfhoogte en sleepduur belangrijk zijn. Nu al kan geconcludeerd worden dat de aanwezigheid van één factor niet significant is voor de overleving van schol, maar wel een combinatie van factoren, zoals bijvoorbeeld de sleepduur en de weersomstandigheden. In het eindrapport zal de vaststelling van deze factoren dan ook sterk doorwegen. Voor wat betreft de overleving zelf is het nog te vroeg om percentages naar voor te schuiven, gezien niet voldoende zeereizen werden ondernomen om voldoende data te verzamelen die het overlevingspercentage wetenschappelijk aanvaardt. Om die reden staan in de maanden september en oktober nog een aantal zeereizen op het programma met de O.190 en de Z.201. Afbeelding 2: testen aan boord van de O.190 Renilde in de maand september 2015
uitgevoerd, waarvan vier met het kustvaartuig O.190, vier met de eurokotter Z.201 en twee met een vaartuig uit het groot vlootsegment, namelijk de Z.483. Tijdens elke zeereis wordt de sterfte/ overleving gemonitord en in kaart gebracht aan de hand van een overlevingscurve. De periode van monitoring bedraagt ongeveer twee weken. Vanaf dan zien we dat de overlevingscurve afvlakt en is het niet noodzakelijk om de vissen nog verder te monitoren. Naast de monitoring van gevangen vis, wordt ook gewerkt met een aantal controlevissen, die in een zeer goede toestand verkeren. Indien alle controlevissen
overleven, kan er gesteld worden dat er geen extra sterfte is door de monitoring in de overlevingsbakken. De gevangen vis wordt vervolgens onderworpen aan de RAMP-test. Hierbij wordt de overleving bepaald aan de hand van reflextesten. Tijdens de overlevingstesten worden vervolgens ook verbanden gelegd tussen de overlevingscurves en een aantal gemeten factoren, zoals technische, operationele, biologische of omgevingsfactoren die mogelijks een invloed kunnen hebben op de overlevingsgraad. Uit de eerste zeereizen aan boord van het kustvaar-
Het projectvoorstel voorziet naast het in kaart brengen van de overleving van schol ook een aantal testen rond aanpassingen aan het vistuig, aan de sleepsnelheid en/of aan dek om de overleving te verbeteren. Deze testen kunnen onmogelijk worden uitgevoerd vooraleer voldoende data is verzameld van de reguliere werkwijze. Het verdere projectverloop zal uitsluitsel geven of deze onderdelen nog kunnen worden meegenomen, maar mogelijks worden deze testen geïntegreerd in een vervolgproject vanaf 2016, dat zal ingediend worden onder het Nieuw Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij.
TE KOOP GEVRAAGD
BARNSTEEN TEGEN GOEDE BETALING
Tel. 0031 06 14340371 12
ı REDERSCENTRALE ı
SM
■
DE GRIJZE NOORDZEEGARNAAL IN DE KIJKER De Rederscentrale is gecontacteerd in het kader van een economische publicatie waarbij de Vlaamse grijze Noordzeegarnaal belicht wordt en die in het najaar zal verschijnen. Ter info wordt ook in dit informatieblad het interview weergegeven. Wat is de globale visie van de Rederscentrale op de rol en het belang van de garnalenvisserij binnen de Belgische visserij? Rederscentrale: De grijze Noordzeegarnaal gevangen door de Belgische vissersvloot bestaat enerzijds uit aangelande vangsten van de kustvissers en anderzijds beoefenen vooral tijdens de zomermaanden ook enkele vaartuigen uit het klein vlootsegment (‘eurokotters’) de garnaalvisserij. De garnaalvisserij biedt tijdens de zomermaanden een alternatief voor het verbruik van jaarlijkse visquota voor de vaartuigen uit het klein vlootsegment. Alhoewel er vragen zijn in andere Europese lidstaten om een beheersysteem voor de visserij op grijze garnaal uit te werken, zijn er momenteel geen aanduidingen van overbevissing. De Rederscentrale werkt actief mee aan de analyse van een eventueel Europees beheer, rekening houdend met de nichesituatie van de Belgische garnaalvisserij. Ook werkt de Rederscentrale mee aan initiatieven om de reputatie van de garnaal te behouden en te verbeteren. Vooral de vangsttechniek komt hierbij aan bod. Eigen analyse maakt dat de Rederscentrale en de Belgische overheid voorstander zijn van een vrije garnaalvisserij voor de kleinschalige Belgische activiteiten, vooral voor de eigen kust. De grijze Noordzeegarnaal is niet schaars, er zijn geen quota of vangstbeperkingen en er zijn geen lange vaarafstanden af te leggen. Tegelijk is de vraag van de consument naar dit gastronomische product groot. Toch is het aandeel van de Belgische vissers in dit segment zeer beperkt en stagneert het aantal garnaal-vissersschepen en het jaarlijkse opgeviste garnalenvolume van onze vloot. Hoe verklaart u deze situatie? Waarom komen er geen nieuwe Belgische initiatieven voor de garnalenvangst? Waarom vissen er niet meer reders op de grijze Noordzeegarnaal? RC: Op heden telt de Belgische vissersvloot minder dan 70 actieve vaartuigen waarvan er momenteel een 17-tal onder het kustvlootsegment vallen. Deze vaar-
tuigen zijn hoofdzakelijk actief voor onze Belgische kust (slechts 67 km lang), dus ook wanneer ze de garnaalvisserij beoefenen. Deze specifieke visserij is periodiek op basis van het percentage grote exemplaren die kunnen gevangen worden, wat vooral vanaf het midden van de zomer is. Gedurende de wintermaanden is de bedrijvigheid zeer laag omdat er dan minder grote garnalen aanwezig zijn en ook omdat de weersomstandigheden de mogelijkheden tot uitvaren vaker beperken. De kustvisserij is ook op bedrijfsgebied kleinschalig en zelfs in sommige gevallen een familiegebeuren, waarbij de reder op zee gaat en de vrouw aan land de garnaal verkoopt (zie vistrap te Oostende). Ondertussen wordt steeds meer gebiedsbeheer opgelegd waarbij visrijke gebieden gereserveerd worden voor andere activiteiten dan visserij. Ondanks de kleinschaligheid vraagt een opstart en het uitbaten van een (garnaal) visserijbedrijf aanzienlijke investeringen. Als onderdeel van de primaire sector zijn er wel steunmogelijkheden, maar steun voor nieuwe vaartuigen is momenteel niet aan de orde, waardoor het moeilijk wordt om jonge schippers te laten investeren. Verder legt het Europees visserijbeleid strenge beperkingen op voor de visserijcapaciteit van de lidstaten. In België wordt daarmee rekening gehouden in het Marien Ruimtelijk Plan van het Belgische deel van de Noordzee, waarin onder andere bepaald wordt dat enkel bestaande vaartuigen mogen vissen binnen zone 1 (Nieuwpoort-De Panne) en in de vervanging mogen voorzien, wat dus ook een beperking van uitbreidingsmogelijkheden inhoudt. Tenslotte – en binnen de Belgische visserij-economie het meest doorwegend – is er het feit dat garnaalvisserij enkel toepasselijk is op kleinere vaartuigen en de Belgische vloot voor de helft uit grotere vaartuigen bestaat die andere visserijactiviteiten beoefenen. Dit alles maakt dat uitbreiding voor de Belgische garnaalvisserij praktisch onmogelijk wordt. Hoe ziet u de Belgische garnaalvisserij in de toekomst verder evolueren? Welke doelstellingen of verwachtingen stelt de Redercentrale daarbij? RC: We zien de garnaalvisserij gunstig evolueren omdat er via collectieve acties binnen de Rederscentrale en onder het Vlaams initiatief ‘Visserij verduurzaamt – Maatschappelijk Convenant in uitvoering van de doelstellingen van Vistraject’ enorme duurzaamheidsinspanningen geleverd
worden. Dat houdt ook een begeleiding in van het tegemoetkomen aan de vereisten onder het Marien Ruimtelijk Plan van het Belgisch gedeelte van de Noordzee waarbij rolsloffen en zeeflap verplicht worden. De Rederscentrale is een erkende producentenorganisatie die de verplichting heeft om in een Productie- en Marketingplan voor alle onderdelen van de Belgische zeevisserij – dus ook de garnaalvisserij – concrete doelstellingen uit te schrijven, uit te voeren en te evalueren. De algemene doelstelling voor de Rederscentrale is een economische, sociale en ecologische duurzaamheid van de Belgische visserijsector en we zijn er van overtuigd dat met bovenstaande initiatieven, in samenwerking met de overheid, de wetenschap en de milieuorganisaties deze doelstelling voor alle onderdelen van de Belgische visserij zal bereikt worden. Hoe kijkt de Redercentrale aan tegen de pogingen van een aantal WestVlaamse actoren uit de garnaalvisserij om meer toegevoegde waarde te creëren voor de grijze Noordzeegarnaal via het Purus-label? RC: De Rederscentrale vindt het belangrijk dat een label een toegevoegde waarde biedt, zowel voor producent als voor consument en dus als dit zo beoordeeld wordt, staan we achter dergelijke initiatieven. Binnen de Rederscentrale is een werkgroep Kust- en Garnalenvisserij opgericht waarbij ook de Vlaamse visveilingen betrokken worden. Onder andere op dit forum komen commercialisatie-initiatieven aan bod en ook vragen naar en noodzaak tot certificering en/of labeling. Er wordt rekening mee gehouden dat het product garnalen zeer gekend is bij de Belgische consument. Maar liefst 54% van de totale aanvoer binnen Europa wordt in België geconsumeerd. Gezien de Belgische vloot amper twee procent vertegenwoordigt binnen Europa van de totale garnaalvangst, is het moeilijk om de kleinschalige lokale Belgische garnaalvisserij te laten passen in een plan-Europees initiatief tot certificering, zoals het duurzaamheidslabel MSC. Een kwaliteitslabel zoals Purus biedt daarentegen wel mogelijkheden voor de Belgische nicheproductie van garnaal. Verder streeft de Rederscentrale naar algemene erkenning van de vele inspanningen tot verduurzaming die de Belgische visserij ondernomen heeft en we zijn er van overtuigd dat een certificering door een al dan niet commerciële entiteit tot de mogelijkheden behoort. EB/MV
ı REDERSCENTRALE ı
■
13
OPLEIDINGEN Opleidingen en onderwijs zijn thema’s waar de Rederscentrale als sectorvertegenwoordiger veel belang aan hecht. Het is immers van essentieel belang dat er een voldoende instroom is van gekwalificeerd personeel om aan de huidige regelgeving inzake vaarbevoegdheidsbewijzen te voldoen. De Rederscentrale zet dan ook – met de start van het nieuwe schooljaar – graag de trajectbegeleiding van het Maritiem Instituut Mercator in de kijker. Ook herinneren wij u aan de opleiding roerganger en kondigen we reeds de cursus stuurman/schipper 2016 aan.
Trajectbegeleiding Instituut Mercator
Maritiem
Het Maritiem instituut Mercator (MIM) deelt ons mee dat steeds meer jongeren met vissersambitie de weg vinden in het deeltijds zeevisserijonderwijs. Het MIM in Oostende, de enige school in Vlaanderen die zeevisserijonderwijs organiseert, focust zich – voor het bevorderen van de instroom en de verjonging in de zeevisserijsector – op de opleidingen in het Centrum Deeltijds Leren dat aan de school is verbonden, het CDO Mercator. De school baseert de organisatie hiervan op het decreet betref-
14
ı REDERSCENTRALE ı
fende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap van 10 juli 2008. Dit is een goede zaak voor de visserijsector. De instroom van nieuwe vissers wordt hierdoor verzekerd. Het Maritiem Instituut Mercator vraagt de medewerking van de gehele sector om deze studenten te begeleiden, kansen en vaart aan te bieden zodat ze hun opleiding efficiënt kunnen afwerken. Om de opleiding van de leerlingen optimaal te laten verlopen stelt het MIM vanaf schooljaar 2015-2016 een trajectbegeleider aan. De trajectbegeleider zal de contactpersoon zijn tussen de school, de reders en de leerlingen. Hij begeleidt de leerlingen gedurende hun gehele opleiding. Deze functie zal verzorgd worden door schipper/leerkracht Philippe Godfroid. Philippe draait al meer dan 30 jaar mee in de visserijsector en kent goed de verwachtingen en noden die een rederij heeft ten aanzien van nieuwe vissers. Hij kan dus kort op de bal inspelen op de gang van zaken en eventueel bijsturen waar nodig. Philippe is steeds bereikbaar via het Maritiem Instituut Mercator op 059 70 40 19, of voor dringende gevallen die verband houden met leerlingen uit het Centrum Deeltijds Leren op het gsm-nummer 0495 22 61 86.
Opleiding roerganger
Dit voorjaar konden vier matrozen hun opleiding tot roerganger succesvol afwerken. Na een stage en het invullen van het bijhorende stageboek zullen zij dan ook hun VBB roerganger verkrijgen. Op maandag 26 oktober 2015 start de twee weken durende cursus roerganger opnieuw. Er is nog plaats voor enkele kandidaten. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met het Zeevissersfonds (059 50 95 55 of
[email protected]).
Opleiding stuurman/schipper
De Rederscentrale is verheugd dat men in samenwerking met de verschillende partners erin geslaagd is om opnieuw een opleiding stuurman/schipper te organiseren. De precieze start- en einddatum van deze cursus zijn momenteel nog niet vastgelegd, maar er werd reeds meegedeeld dat de opleiding zal doorgaan in de periode februari - mei/juni 2016. We hopen alvast op een soortgelijk positief resultaat zoals bij de opleiding in 2014. Geïnteresseerden kunnen voor deze opleiding contact opnemen met het Zeevissersfonds, waar de inschrijvingen worden gecoördineerd. CV
■
AANVOER & BESOMMING BELGISCHE VAARTUIGEN IN BELGISCHE HAVENS Augustus 2015 (voorlopige cijfers) Gewicht (kg)
Waarde (€)
G.P. (€/kg)
Stedelijke vismijn Nieuwpoort Vlaamse Visveiling
15.245
89.678
5,88
1.240.794
4.975.768
4,01
TOTAAL
1.256.039
5.065.446
4,03
QUOTARUILEN 2015 België krijgt van Duitsland
Duitsland krijgt van België
8 ton kabeljauw II, IV
8 ton leng IV Noorse zone
België krijgt van Nederland
Nederland krijgt van België
1 ton kabeljauw VIIa
1 ton kabeljauw VIId
België krijgt van Nederland
Nederland krijgt van België
30 ton kabeljauw II, IV
40 ton heek Vb,VI,VII
België krijgt van het Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk krijgt van België
3 ton wijting VIIb-k,VIII 3 ton tong VIIhjk 1 ton tong II, IV
15 ton kabeljauw VIIb-k,VIII
België krijgt van Spanje
Spanje krijgt van België
1 ton witte koolvis VIIIabde
1 ton zeeduivel VIIIabde
ı REDERSCENTRALE ı
15
STAND DER VANGSTEN
Kabeljauw Schelvis Zwarte koolvis Witte koolvis Leng Wijting Schol Tong
16
QUOTUM 2015 (RUIL INBEGREPEN)
IIa(EU);IIIa(≠SK,≠KT);IV VIIa VIIbc;VIIe-k;VIII;IX;X VIId Totaal IIa(EU);IV VIb,XII,XIV(EU+IW) Vb,VIa(EU+IW) VIIb-k,VIII,IX,X VIIa Totaal IIa(EU);IIIa;IIIbc(EU);IV VII,VIII,IX,X Vb(Faeröer) Totaal Wi VIIIabde Totaal IV(EU) V(EU+IW) VI,VII,VIII,IX,X,XII,XIV(EUIW) Totaal IIa(EU);IV VIIa VIIb-k VIII Totaal IIa(EU);IIIa(≠SK,≠KT);IV VIIa VIIde VIIfg VIIhjk VIII,IX,X Totaal II,IV(EU) VIIa VIId VIIe VIIfg
AANVOER
1.317 12 237 76 1.642 227 8 7 122 17 380 11 6 60 77 420 1 421 23 9 82 114 280 1 342 10 633 8.186 160 1.172 226 5 5 9.753 901 38 1.156 51 653
%
494,76 37,57 10,14 83,75 113,31 47,90 72,32 94,56 690,53 42,05 21,74 9,59 0 0,00 0 0,00 111,14 91,14 4,83 28,62 137,71 36,21 2,70 25,47 0,63 10,50 0 0,00 3,33 4,35 31,10 7,40 0,14 14,00 31,24 7,42 4,36 18,75 0 0,00 29,90 36,47 34,26 29,99 35,65 12,73 1,15 85,50 236,11 69,10 Gesloten Gesloten 274,79 43,41 2.493,99 30,47 98,04 61,47 926,32 79,06 172,44 76,39 3,52 64,96 Gesloten Gesloten 3.696,41 37,90 499,15 55,43 24,05 62,63 793,69 68,68 16,03 31,47 Gesloten Gesloten
* EU=EU-wateren; IW=internationale wateren; NW=Noorse wateren; SK=Skagerrak; KT=Kattegat ı REDERSCENTRALE ı
OP BASIS VAN GEGEVENS VERSTREKT DOOR DE DIENST ZEEVISSERIJ
VISBESTAND
VERSIE VAN 21/09/2015
VISBESTAND
QUOTUM 2015 (RUIL INBEGREPEN)
AANVOER
Tong VIIhjk 51 VIIIab 307 Totaal 3.156 Tarbot en griet IIa,IV(EU) 295 Rog IIa,IV(EU) 241 VIab,VIIa-c,VIIe-k(EU) 879 VIId(EU) 99 VIII,IX(EU) 7 Totaal 1.226 Schar en bot IIa,IV(EU) 808 Tongschar en witje IIa,IV(EU) 679 Roodbaars Vb(Faeroer) 8 IIa(EU);IIIa;IIIbc(EU);IV 114 Makreel Vb(EU+IW);VI,VII,VIIIabde 18 Totaal 132 Sprot IIa,IV(EU) 2.506 VIIde 26 Totaal 2.532 Horsmakreel IVbc,VIId(EU) 53 IIa,IVa(EU);VI,VII(≠d),VIII;Vb 5 Totaal 58 Heek IIa,IV(EU) 48 Vb(EU+IW);VI,VII;XII,XIV(IW) 145 VIIIabde 17 Totaal 209 Zeeduivel IIa,IV(EU) 363 VII 2.127 VIIIabde 339 Totaal 2.830 Schartong IIa,IV(EU) 17 VII 712 VIIIabde 3 Totaal 732 Langoustine IIa,IV(EU) 1.024 VII 27 VIIIabde 6 Totaal 1.057 Haring I,II(EU+IW) 1 IVc,VIId(≠Blackwater-bestand) 195 Totaal 196 Torsk IV(NW) 6
%
35,39 68,96 Gesloten Gesloten 2.324,78 73,66 102,25 34,66 150,13 62,29 818,61 93,13 Gesloten Gesloten Gesloten Gesloten 1.075,75 87,77 365,73 45,26 164,55 24,23 0 0,00 34,32 30,00 0,03 0,17 34,35 25,95 0,03 0,00 0 0,00 0,03 0,00 45,07 85,04 0,79 15,80 45,86 79,07 24,83 52,02 9,09 6,27 Gesloten Gesloten 40,89 19,55 66,44 18,30 634,00 29,80 Gesloten Gesloten 881,41 31,15 0,01 0,06 211,67 29,72 Gesloten Gesloten 216,37 29,56 231,47 22,59 5,43 20,07 Gesloten Gesloten 237,15 22,43 0 0,00 9,05 4,65 9,05 4,62 0 0,00
ı REDERSCENTRALE ı
17
Binnen het project TECHVIS wordt door ILVO het initiatief genomen om een Kenniskring “Innoverend vissen” op te richten, dit om samen met de brede visserijsector het informeren, verbeteren, ontwikkelen en toepassen van duurzamere visserijtechnieken en werkwijzen in de praktijk te brengen. Deze Kenniskring wil de ervaring en kennis die reeds aanwezig is in de visserijsector en de wetenschap samenbrengen en verder aanscherpen om deze vervolgens te vertalen in concrete en realistische acties die bijdragen tot het verduurzamen en rendabeler maken van de sector.
Vragen, ideeën, samenwerken, … ? Laat het de Kenniskring “Innoverend Vissen” weten! www.facebook.com/ILVOinnoverendvissen
[email protected],
[email protected], 059/56 98 75
Reduceren van bijvangst in sleepnetvisserij door middel van een eBRP, oftewel een ontsnappings paneel met elektrische pulsen Elektrisch geladen ontsnappingspanelen kunnen ongewenste bijvangst substantieel reduceren met een minimaal verlies aan maatse tong, zo blijkt uit veldexperimenten uitgevoerd door Maarten Soetaert, Bart Verschueren en hun collega’s. Klassieke ontsnappingspanelen kampten met zakvorming en schade en met een te groot verlies aan maatse tong. Door ontsnappingspanelen in te bouwen in een vierkant gebreid net trad er geen schade meer op en werd het verlies aan tong verkleind. Als bovendien nog elektrische pulsen gegenereerd werden in het paneel, werd er geen tong groter dan 25 cm meer verloren. Om ongewenste bijvangst van stenen, bodemdieren en kleine visjes te vermijden, wordt soms een stuk net met grote vierkante mazen ingebouwd in de buik van een boomkornet. Een groot deel van de bijvangst valt of zwemt dan door dit ontsnappingspaneel en komt zo niet in de kuil terecht. Dergelijke technische aanpassingen zijn van groot
18
ı REDERSCENTRALE ı
belang in het kader van de Europese aanlandingsverplichting. Volgens deze maatregel moeten alle vangsten, ook de ondermaatse, van quota-gereguleerde soorten aan boord worden gehouden, aangeland en tegen de quota worden afgeboekt. De effectiviteit van ontsnappingspanelen werd al meermaals bewezen, maar de netaanpassing kampte nog al te vaak met neveneffecten. Zo ontstonden loos en zakvorming op de plaats waar het paneel met vierkante mazen is vastgehecht aan de rest van het net dat is opgebouwd uit ruitvormige mazen met ronde bodempees. Bovendien heeft tong de reflex van te duiken, waardoor deze soort vaak door het paneel ontsnapte en de opbrengst voor de visser daalde. Om deze neveneffecten op te vangen werden testen gedaan met ontsnappingspanelen (1,80 x 1,20 m) van verschillende maaswijdtes ingebouwd in een vierkant gebreid net. Vervolgens werden elektrische pulsen toegevoegd aan het paneel om ontsnapping van maatse tong tegen te gaan. Tijdens tests op zee met de nieuwe netconfiguratie bleek geen zakvorming of schade meer te ontstaan. Ontsnappingspanelen met maaswijdtes van 15, 20 en 24 cm zorgden allemaal voor een significante reductie in ongewenste bijvangst van ongewervelden en kleine visjes, maar er werd steeds verlies van maatse tong vastgesteld in configuraties zonder elektri-
sche stimulatie. Het tongverlies in de oude configuratie was wel groter, vermoedelijk omdat de tong in de gevormde zak terecht kwam en daar makkelijker kon ontsnappen dan via een strak gespannen paneel zoals gebruikt in deze tests. Bij toepassing van 80Hz kramppulsen, dat zijn dezelfde pulsen die worden gebruikt door commerciële pulsvissers, in het ontsnappingspaneel van 240 mm werd alle tong groter dan 25 cm weerhouden, en werd het verlies van maatse tong teruggedrongen van 41 tot 17%. Dat komt omdat de spieren van tong door de puls in kramp gaat, zodat de vis zich niet meer door de mazen heen kan wringen. Het beperkte verlies van tongen van 24 en 25 cm komt vermoedelijk doordat deze toch nog door de grote mazen van 12 op 12 cm konden vallen. Bij de test met het elektrische ontsnappingspaneel bleef het verlies aan ongewenste bijvangst gelijk of nam het zelfs toe. Uit deze resultaten blijkt duidelijk het potentieel van een ontsnappingspaneel met elektrische stimulus om bijvangst te verminderen zonder de vangst van maatse tong aan te tasten. Nieuwe tests met kleinere maaswijdtes en geoptimaliseerde elektrische pulsen moeten uitwijzen of ook de verliezen van 24-25cm tong kunnen worden vermeden. Meer info via
[email protected] of
[email protected]
Nieuwe inzichten over het lot van teruggooi in de visserij plaatst aanlandingsverplichting in perspectief Op vrijdag 18 september 2015 om 16:00u verdedigde Jochen Depestele zijn doctoraatsonderzoek “THE FATE OF DISCARDS FROM MARINE FISHERIES - A disregarded viewpoint in fisheries management”. De promotoren van het doctoraat zijn Prof. Dr. Magda Vincx van de Universiteit Gent en Dr. Ir. Hans Polet van het Instituut voor Landbouwen Visserijonderzoek. Introductie Er zijn zowel gunstige als minder gunstige ecologische effecten te verwachten als de Europese aanlandingsverplichting voor ongewenste bijvangst in de visserij helemaal wordt gerealiseerd. Dat concludeert drs. Ir. Jochen Depestele (UGent/ILVO) in zijn doctoraat. Momenteel wordt het verbod op de teruggooi gefaseerd ingevoerd in heel Europa. Dat betekent dat alle te kleine vis en vis waarvoor de quota op zijn, door de vissers aan land moeten gebracht worden in plaats van ze, levend of dood, terug in zee te gooien. Onderzoeker Depestele voorspelt dat de druk om meer selectieve vistechnieken te ontwikkelen en gebruiken zal leiden tot minder ongewenste sterfte van jonge visjes en andere zeedieren. Maar de aanlandingsverplichting heeft ook tot gevolg dat jonge visjes die teruggooi kunnen overleven voortaan niet meer zullen kunnen terugkeren naar de vispopulaties om zich voort te planten. Ook het huidige voedingspatroon voor zeevogels en het voedselaanbod voor aas-etende zeebodemdieren kan drastisch veranderen. Via observaties, case studies, experimenten en modelleringen is er voor het eerst meer duidelijkheid over
het lot van teruggegooide zeedieren, en die kennis kan bijdragen tot een aangepast visserijbeleid. Samenstelling van teruggooi Bij het vissen met sleepnetten en ander vistuig worden er naast grote, eetbare vissen, ook kleine visjes, zeesterren, schaaldieren en andere commercieel oninteressante dieren gevangen. In de huidige visserijpraktijk wordt elke vangst aan boord gesorteerd in enerzijds marktwaardige vis die opgeslagen wordt in het ruim en anderzijds teruggooi die direct weer overboord gaat. Het aandeel van de teruggooi binnen een vangst varieert sterk tussen vissoorten, types visserij, gebieden en seizoenen. Zo belanden maatse tongen steevast in de ijskist, terwijl ondermaatse platvisjes, zeesterren en zwemkrabbetjes aan het einde van de transportband weer in zee vallen. Tijdens zijn wetenschappelijke observaties bestudeerde Jochen Depestele de teruggooipraktijk voor vier belangrijke commerciële vissoorten in de Belgische boomkorvisserij, meer bepaald voor tong, schol, kabeljauw en wijting. Tong en schol blijken alleen overboord te gaan wegens ondermaats (te klein). Bij kabeljauw en wijting gaat ook soms maatse vis overboord, hetzij wegens opgebruikte quota hetzij wegens lage marktwaarde van de vis in vergelijking met wat wordt gewonnen in latere vangsten. De lengteverdeling van de vissen, zoals die tegenwoordig wordt bepaald door zeegaande waarnemers is volgens dit onderzoek dus een onjuist (te smal) criterium om de hoeveelheid teruggooi
ı REDERSCENTRALE ı
19
te voorspellen. De totale teruggooifractie kan in extreme gevallen oplopen tot meer dan 50% in aantallen en in gewicht. Teruggooi wordt maatschappelijk en door de Europese beleidsmakers ervaren als een vorm van verspilling. Binnen het Europees visserijbeleid is daarom recent de aanlandingsverplichting ingevoerd. Volgens deze maatregel moeten alle vangsten van quota-gereguleerde soorten aan boord worden gehouden, aangeland en tegen de quota worden afgeboekt. Op die manier moet teruggooi tot een minimum worden herleid. Het lot van teruggooi Tot ruim één vierde van de teruggooi-fractie wordt opgepikt door de zeevogels die de vissersvaartuigen volgen. Meeuwen, Jan-van-Genten en andere zeevogels selecteren met name voedselrijke rondvis zoals wijting en horsmakreel uit de teruggooi. Bij het overige teruggooi-deel blijkt een deel van de visjes een behoorlijke overlevingskans te hebben. Daarbij zijn niet alle vissoorten even taai. Bij roggen stelde Jochen Depestele 72% kans op overleving vast na 80 uur observatie. Bij kabeljauw was dat 66% na 88u, bij schol 48% na 77u en bij tong slechts 14% na 91u. Wijting en bolken overleefden het vangstproces niet of nauwelijks. Van de schaal- en schelpdieren blijken drie kwart het te overleven. Het deel van de teruggooifractie dat niet wordt opgegeten door zeevogels zinkt uiteindelijk naar de bodem van de zee. Daar wordt het materiaal opgenomen in het voedselweb van aasetende zeedieren zoals zwemkrabben, garnalen en zeesterren. Deze data werden verzameld tijdens commerciële vangsten met de boomkor in de Zuidelijke Noordzee. Daarbij stonden waterbakken met zeewaterdoorstroming aan boord om opgeviste dieren bestemd voor de teruggooi gedurende enkele dagen te observeren. De methode was erg arbeidsintensief, relatief kleinschalig en kon niet meteen naar andere visserijtechnieken of gebieden worden uitgebreid. Bij ILVO/UGent loopt nog een ander project om grondiger onderbouwd en goedkoper te kunnen voorspellen in welke mate welke vissoort overleeft na teruggooi. Europa voorziet namelijk binnen zijn aanlandingsverplichting mogelijke uitzonderingen om de reproductiekansen van be-
20
ı REDERSCENTRALE ı
paalde vissoorten te vrijwaren. De voorspellingsmethode op basis van verwondingen en reflexen wordt op internationaal niveau onderzocht door verschillende Europese landen. Besluit Het fenomeen ‘teruggooi’ blijkt in elk geval bijzonder complex en variabel. De nieuwe data in dit doctoraat plaatsen de Europese aanlandingsverplichting, zoals die nu wordt uitgerold, in perspectief. Europa heeft zich voornamelijk gericht op effecten binnen de visserijsector en binnen de commerciële vispopulaties. In de Belgische visserij is tot nu toe vooral gewerkt aan optimalisaties en een betere selectiviteit van de vistuigen, om teruggooi te vermijden of verminderen. Netaanpassingen zoals grote mazen in de rug van het net en een grofmazige extensie in de buik van het net worden in de praktijk toegepast om teruggooi van rondvis en ongewervelde bodemdieren te reduceren. Andere mogelijkheden blijven nog onderbenut. Van sommige technische (net)aanpassingen hoopt het visserijbeleid bij introductie op vlootniveau op voelbare effecten, terwijl de efficiëntie ervan enkel op experimentele schaal is vastgesteld. Visserijtechnische aanpassingen moeten volgens onderzoeker Jochen Depestele meer toegepast en nauwgezet opgevolgd worden. Daarnaast is er teruggooireductie te boeken met bijkomende maatregelen zoals het tijds- en plaatsafhankelijk beheer van de visserij. Deze vorm van beheer steunt op het principe dat ongewenste vangst moet vermeden worden door niet te gaan vissen op visgronden waar een hoge teruggooi verwacht wordt. Om dat mogelijk te maken is er een real-time interactie nodig waarbij vissers vangstgegevens doorgeven aan elkaar en samenwerken om te kunnen voldoen aan de aanlandingsverplichting. Jochen Depestele: “Finaal zullen de gevolgen van het teruggooiverbod worden gevoeld in het bredere ecologische systeem en binnen het volledige mariene voedselweb. Het is dus essentieel dat we verder in kaart brengen wat teruggooi betekent voor het ecosysteem, en dat die informatie wordt ingebouwd in het visserijbeleid. In dat licht zal teruggooi wellicht nooit helemaal verdwijnen uit de zeevisserij.”
PROCEDURE REPATRIËRING De Rederscentrale werkt, als werkgeversvertegenwoordiger, al jaren samen met Previs om de veiligheid aan boord te optimaliseren. Er werden al verschillende initiatieven op poten gezet, zoals bijvoorbeeld het handboek Vissers Vissen Veilig. Toch kan een arbeidsongeval of een plotse ziektetoestand nooit helemaal worden vermeden. Daarom leek het ons nuttig om aan de procedure in het geval van noodzakelijke repatriëring te herinneren.
Leidraad voor repatriëring
Bij een arbeidsongeval aan boord of een plotse ziektetoestand dient de reder het nodige te ondernemen om het getroffen bemanningslid zo snel mogelijk de nodige medische zorgen te laten verstrekken. Dikwijls dient men hiervoor terug te keren naar de dichtstbijzijnde haven of moet de hulp worden ingeroepen van een helikopter. Eens een bemanningslid de nodige zorgen verkregen heeft, kan het zijn dat hij om medische redenen een tijdje in het lokale hospitaal moet verblijven of dat hij – in samenspraak met de behandelende artsen – mag overgebracht worden naar een hospitaal in de buurt van zijn woonplaats. Indien de verwondingen van die aard zijn dat het beman-
ningslid op eigen kracht naar huis kan gaan, doch in zijn woonplaats nog verdere verzorging nodig heeft, zal de arts beslissen welk vervoermiddel hiervoor het meest geschikt is. Het voorgaande zorgde in het verleden voor heel wat problemen vermits het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) niet instond voor de kosten van de repatriëring of de reiskosten van de familie. Bij ernstige ongevallen nam de reder soms het initiatief om in het nodige transport te voorzien maar meestal tegen een hoge kostprijs. Het Zeevissersfonds ontwikkelde daarom, in samenwerking met Callant Verzekeringen en de bijstandsmaatschappij IPA Assistance, een repatriëringspolis.
Wat nu te doen bij een repatriëring?
Het bemanningslid wordt op zee door een helikopter of reddingsboot geëvacueerd of het bemanningslid wordt door het vaartuig zelf in een haven overgedragen aan de hulpdiensten. Vraag en noteer dan de gegevens (adres en telefoonnummer) van de bestemming (hospitaal/hulpdienst). Bel naar IPA Assistance met de melding dat u een ongeval onder de verzekeringspolis van het Zeevissersfonds
wenst aan te geven. Directe lijn voor aangifte bij IPA: 02 552 53 85 (24 op 24 uur - 7 dagen op 7). Verstrek de nodige gegevens die u noteerde; aard van de verwondingen, waar het slachtoffer naar toe werd gebracht en een telefoonnummer of adres van die plaats. Geef ook de naam van de rederij, naam en nummer van het vaartuig en de identiteit (rijksregisternummer, naam , adres en geboortedatum) van het slachtoffer door en een nummer waarop men u, de reder, kan bereiken. Maak ook melding van het ongeval bij verzekeringskantoor Callant op het nummer 050 34 33 23. Zij zullen u bijstaan en informeren over het verdere verloop van het dossier. Indien het om een arbeidsongeval gaat, gelieve dan ook melding te geven aan preventiecoördinator Ronny Lagast van Previs (0476 36 40 33). Bij een spijtig overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval worden de kosten voor de repatriëring wel door het Fonds voor Arbeidsongevallen terugbetaald. U kan hiervoor contact opnemen met Marleen De Craemer via het nummer 02 506 85 74 en via het e-mailadres:
[email protected]. CV
ı REDERSCENTRALE ı
■
21
RUIMTELIJKE ORDENING Ruimtelijke ordening op zee blijft een gegeven waar de Rederscentrale een continue aandacht voor heeft. Via de Kaderrichtlijn Mariene Strategie en mariene beschermde gebieden op zee tracht men maatregelen te nemen ter bevordering of behouden van een goede milieutoestand. Bovendien dient de visserij rekening te houden met het energieatol, offshore windmolenparken, kabelprojecten en dergelijke meer. Deze maand staan we stil bij het mega-windproject Doggerbank in de Noordzee.
Doggerbank-zone
Het Doggersbank windmolenpark ligt in de Noordzee, ten oosten van East Yorkshire. Het is in potentie het grootste offshore windmolenproject ter wereld. Wanneer alle deelgebieden in ontwikkeling komen, dan omvat het park ruim 2.000 windturbines die kunnen voorzien in tien procent van de elektriciteitsbehoefte van het Verenigd Koninkrijk. Zoals de plannen er nu uit zien, zal het Doggerbankgebied bestaan uit 6 zones, te zien op afbeelding 1. Het volledige gebied strekt zich uit over ongeveer 8660 vierkante meter en heeft potentieel voor ongeveer 7,2 GW capaciteitsontwikkeling.
Voor het Doggerbank-windmolenpark in de Noordzee werd reeds door alle betrokken lidstaten een ‘Statement of Common Ground’ opgemaakt. Dit is ook het geval voor de Belgische visserij, ondanks de beperkte activiteit in deze zone. Dit document biedt een overzicht van een aantal duidelijke afspraken tussen de Rederscentrale en de ontwikkelaar, Forewind in dit geval.
Inperking van de capaciteit
Vorige maand werd door projectontwikkelaar Forewind officieel meegedeeld dat de capaciteit van het windmolenpark zal teruggeschroefd worden. De gebieden Teesside C en D, bovenaan op afbeelding 1, worden voorlopig geschrapt. De reden die Forewind opgaf is dat zij zich in eerste instantie willen concentreren op de uitbouw van de eerste vier zones. Desondanks is dit nog steeds een zeer ambitieus project, dat mogelijkheid biedt voor 4,8 GW aan windenergie. In eerste instantie werd door de Britse staatssecretaris een vergunning verleend voor de zones Creyke Beck A & B in februari van dit jaar. Op 5 augustus kwam daarbij de goedkeuring van de zones Teesside A & B, waarmee het totale Doggerbank-
Afbeelding 1: Het Doggerbank gebied, waar voor vier zones goedkeuring voor windenergie werd verleend.
22
ı REDERSCENTRALE ı
project een capaciteit van 4,8 GW kan ontwikkelen. Na de goedkeuring van Teesside A&B kan het Doggerbank project het grootste offshore windproject ter wereld worden. De capaciteit van het windproject komt ongeveer overeen met de huidige totale offshore windcapaciteit in het Verenigd Koninkrijk.Vervolgens is dit project ook uniek omwille van de lange afstand tot de kust en de hoge windsnelheden die in dit gebied worden opgemeten. In de Doggerbank-zone is momenteel geen Belgische visserijactiviteit aan wezig. Toch wordt dit dossier nauwlettend opgevolgd door de Rederscentrale en Belgische overheden, gezien de historische rechten die de Belgen hier bezitten. Voor de visserijsectoren uit andere lidstaten, zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk, betekent de inplanting van dit project een serieuze aderlating, zeker in combinatie met de Natura 2000 sluitingsintenties in hetzelfde gebied.
SM
■
SCHEEPSAFVAL VISSERIJ Eind mei kondigde SDVO aan dat de activiteiten rond het afvalpark voor de Vlaamse zeevisserij zouden worden stilgelegd. OVAM en een aantal andere partijen contacteerden daarop de Rederscentrale met de vraag om te assisteren bij het zoeken naar alternatieven op langere termijn, maar ook met de vraag hoe dit in de sector met onmiddellijke ingang zou kunnen worden opgevangen. Het eerste advies kon niets anders zijn dan dat het voldoen aan de MARPOL wetgeving en de Europese richtlijnen rond scheepsafval, omgezet in een Vlaamse wetgeving, door de reders zelf in handen zou moeten worden genomen. VVC Equipment werd daarop gecontacteerd met de vraag of er kan meegewerkt worden aan een systeem dat het wegvallen van het SDVO afvalpark zou kunnen opvangen.
er tot dan waren geweest over de aanpak van het bedrijfsafval uit de visserij. Voor huishoudelijk afval kwam de VLV aan het woord met hun visie over het in ontvangst nemen ervan bij de aanloop van Belgische vissersvaartuigen in Oostende en Zeebrugge. Er werd echter aangegeven dat huishoudelijk afval van aan boord van vissersvaartuigen ook als bedrijfsafval wordt aanzien. De conclusie van de vergadering was dat zowel de VVC als het AGHO een voorstel met kostenraming zouden uitwerken tegen een volgende vergadering begin oktober. OVAM zou ook de havenautoriteiten Zeebrugge contacteren. De volgende doelstellingen moeten in die voorstellen zijn opgenomen: iemand/een organisatie moet de rol van havenbeheerder opnemen. Die rol kan ook verdeeld worden
tussen meerdere instanties en desnoods opgelegd worden aan één of meerdere organisaties. De voornaamste plichten zijn het uitwerken van een kostendekkings- en inzamelsysteem voor al het scheepsafval afkomstig van de visserij en de opmaak van een afvalbeheersplan. De kosten voor de inzameling en verwerking van het scheepsafval dienen gecompenseerd te worden door bijdragen van de vissersschepen. Voor Nieuwpoort werd bevestigd dat de inzameling blijvend wordt georganiseerd door het stadsbestuur. Ook met Nieuwpoort neemt OVAM nog contact om na te kijken hoe de inzameling daar praktisch georganiseerd wordt. EB
■
OVAM organiseerde op 11 september een vergadering over de problematiek waarop vertegenwoordigers van de drie visserijhavenautoriteiten en stadsbesturen, de FOD Milieu, de Vlaamse Visveiling en de Rederscentrale werden uitgenodigd. In het kader van de aan de gang zijnde analyse werd ook VVC Equipment aan de aanwezigheidslijst toegevoegd. OVAM opende de vergadering met een presentatie over hoe de inzameling van scheepsafval uit de visserij dient aangepakt te worden. Het wettelijk kader daarvoor werd beschreven en de noodzaak tot een nieuw afvalbeheerplan. Er werd input vanuit de sector gevraagd over hoe dit zou moeten aangepakt worden. FOD Leefmilieu bevestigde dat een Fishing For Litter project door hen verder gefinancierd en opgevolgd zou worden. De vertegenwoordiger van Haven Oostende wees op de hiaten in het vorige afvalplan en eiste een snelle regeling, anders komt er in Oostende een specifiek vergunningensysteem met rechtstreekse afrekening aan de vaartuigen die de haven aanlopen. De havenkapitein toonde foto’s van geborgen materiaal bij het uitbaggeren van de havengeul. Bijgaande afbeelding toont ontegensprekelijk dat er daarbij heel wat visserijmateriaal zit. De Rederscentrale heeft beloofd om de leden beroepsvissers daarover aan te spreken (hierbij), maar vraagt ook dat de recreatieve vissers hierop worden gewezen. Daarna introduceerde de Rederscentrale de VVC en lichtte de gesprekken toe die
ı REDERSCENTRALE ı
23
OVERZICHT PROJECTEN VAN DE REDERSCENTRALE Lopende projecten Overleving Voor een stand van zaken van het project Overleving wordt verwezen naar het specifiek artikel elders in deze editie. Op dinsdag 1 september ging de derde stuurgroep van dit project door, waardoor voldoende informatie werd aangebracht om te rapporteren over de vooruitgang van het project in een apart artikel.
te investeren, waardoor zij de mogelijkheid krijgen om ook in de toekomst de verschillende zones binnen het Natura 2000-gebied de Vlaamse banken te blijven bevissen. Dit zou ertoe leiden dat zowel zones 1, 2 en 4 van het Natura 2000-gebied zouden kunnen behouden blijven als visgronden. Met dit project tracht de Rederscentrale de Vlaamse reders te ondersteunen in het verduurzamen van hun vistuig.
Steun voor Productie- en Marketingplan 2015 In het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) wordt steun voorzien voor producentorganisaties voor de voorbereiding en implementatie van het Productie- en Marketingplan.
Tegen eind 2015 wenst de Rederscentrale dat de meeste vaartuigen met een tonnage van <70 BT uitgerust zijn met een tuig dat voorzien is van rolsloffen en meer hydrodynamisch is dan de klassieke boomkor. Het invoeren van een groepsaankoop en mogelijke overheidssubsidiëring maakt deze doelstelling haalbaar. Op dit moment hebben de meeste rederijen reeds hun deelname aan dit project bevestigd en lopen onderhandelingen met mogelijke leveranciers over het aanschaffen van de innovatieve vistuigen.
Dit project beoogt in eerste instantie een ontwikkeling van de strategie van de Rederscentrale om de doelstellingen van het Productie- en Marketingplan uitvoerbaar te maken. Er worden contacten gelegd met diverse stakeholders om een geïntegreerd plan van aanpak te ontwikkelen. Dit plan van aanpak zet zich voort in een aantal concrete maatregelen voor de spreiding van het aanbod van bepaalde soorten. Dit gebeurt door het huidige quotabeheerssysteem te bestuderen en oplossingen voor de hiaten in de huidige marktwerking te onderzoeken. Naast de spreiding van de vangstmogelijkheden wil de Rederscentrale namelijk ook andere marktmechanismen – die kunnen leiden tot een betere prijszetting – onderzoeken en eventueel toepassen. Alternatieve verkoopmethoden zoals blokverkoop en contractverkoop worden in beschouwing genomen. Ook kan opslagregeling een oplossing bieden om de vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. In dit geval wordt overaanbod gestockeerd en opnieuw op de markt gebracht wanneer de marktsituatie gunstiger is. Innovatuig In het kader van het Koninklijk Besluit rond mariene ruimtelijke planning organiseert de Rederscentrale op dit moment een groepsaankoop voor vaartuigen van het klein vlootsegment (<70 BT). De betrokken rederijen worden geassisteerd om in innovatieve vistuigen
24
ı REDERSCENTRALE ı
Projecten in aanvraag Netaanpassing II Teneinde een minder drastische daling van het tongquotum 2015 in het oostelijk Engels Kanaal te bekomen, kon de Belgische delegatie op de december ministerraad bijkomende technische maatregelen argumenteren voor de boomkorvisserij. Vanaf 1 april 2015 is het op sommige visgronden verboden boomkortuigen te hebben en te gebruiken waarvan de laatste drie meter van de staart, vóór de kuil, niet bestaat uit netmateriaal met minimale maaswijdte van 120 mm, gemeten tussen de knopen. De eerste testen van het ILVO op een commercieel vaartuig met twee boomkorren, waarvan één met een kleine maaswijdte en één met een grote maaswijdte voor de laatste drie meter van de staart, vonden plaats in februari 2015. Na 48 slepen werd aangetoond dat het netmateriaal met een grote maaswijdte 19,7% minder tong ving. De vangst voor tong kleiner dan 24 cm werd zelfs verminderd met 40,3%. Analyses tonen aan dat alle tong groter dan 31 centimeter in meerdere mate werd gevangen met de grote maaswijdte, terwijl tong onder de 31 centimeter algemeen meer werd gevangen met de kleine maaswijdte. Dit toont aan
dat dergelijke technische aanpassingen een effectieve methode zijn voor het vermijden van ondermaatse tong. De Rederscentrale werd reeds op de hoogte gesteld dat dit project positief werd geadviseerd door het managementcomité binnen het Departement Landbouw en Visserij en momenteel voorligt aan de Inspectie van Financiën, die de functie van financieel en budgettair adviseur vervult binnen de Vlaamse overheid. Het project voorziet een subsidie voor alle rederijen die deze investeringen hebben doorgevoerd in het kader van deze technische maatregelen. VSAT Een Very Small Aperture Terminal, vaak afgekort tot VSAT, is een grondstation dat draadloos in verbinding staat met een communicatiesatelliet. Het grondstation gebruikt voor zenden en ontvangen een kleine, meestal parabolische schotel. De scheepsvaart is één van de toepassingen waarvoor VSAT wordt gebruikt, gezien de nood aan datacommunicatie van/naar verafgelegen gebruikers. Het VSAT-projectvoorstel omvat volgende doelstellingen: • De algemene verspreiding binnen de Belgische visserijvloot van een compleet en veilig werkend communicatiesysteem ter verbetering van de veiligheid aan boord van vissersvaartuigen tijdens het varen op zee en de daarbij horende manoeuvres. • Het sensibiliseren van de sector en het promoten van een preventief beleid voor de veiligheid aan boord van vissersvaartuigen. • Bemanningsleden de kans geven om tijdens rustmomenten contact te houden met familie en vrienden. Het Zeevissersfonds werkt ook mee aan dit project. Het projectvoorstel werd positief geëvalueerd als bijdragend aan de veiligheid en het welzijn van de vissers en werd op 20 mei ingediend bij de FIVA/EVF cel van de Vlaamse overheid. Dit project werd gunstig geadviseerd, maar zal pas worden uitgevoerd in 2016 omdat vanaf dan middelen voorhanden zijn uit het nieuw Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij voor de uitvoering van het Belgisch Operationeel Programma.
Ierse Zee Actieplan Met dit project trachten het ILVO en de Rederscentrale om een betrouwbare en realistische datareeks aan te leveren van de commerciële vloot die het grootste aandeel van het tongquotum in de Ierse Zee heeft. Een commerciële reeks ontbreekt nu helemaal uit de assessment wat de betrouwbaarheid van de data over oudere leeftijden (bevisbare) in twijfel kan trekken en tevens ook kan zorgen voor wantrouwen uit de sector. Binnen de globale doelstelling om het wetenschappelijke advies gebaseerd op de Engelse surveys positief te beïnvloeden, kaderen volgende subdoelstellingen: • Verkennen van de werkingssfeer, doelstellingen en aanpak voor een ecosysteem benadering voor visserijmanagement in de Ierse Zee. • Vaststellen van de vereiste gegevens
om tot een ecosysteem benadering voor visserijmanagement te komen. • Ontwikkelen van een gecoördineerd visserij datacollectie programma om de hiaten met betrekking tot informatieverzameling op te vangen en de bijdrage van de sector op het visserijbeheer van de Ierse Zee te verhogen. • Samenwerking tussen de visserijsector, het beleid en de wetenschap uitbouwen met als doel de visserijbestanden in de Ierse Zee via co-management te beheren. • De visserijsector mogelijkheden bieden om voldoende informatie te verkrijgen waardoor een correcte en kwalitatieve bestandsevaluatie kan bekomen worden. • Erkennen van de inspanningen van de Belgische visserijsector naar het zoeken van oplossingen voor de Ierse Zee problematiek.
• Uitwerken van verschillende scenario’s voor de Belgische visserijsector in de Ierse Zee op basis van de visserijmogelijkheden (inclusief Risk Assessment). Net als voor het projectvoorstel VSAT wordt pas officiële goedkeuring verwacht in 2016, gezien het project loopt tot eind 2016 en binnen het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij zal worden gefinancierd. De Rederscentrale wenst uitdrukkelijk de FIVA/EVF cel van de Dienst Zeevisserij te bedanken voor de optimale samenwerking voor de bestaande projecten en hoopt deze ook in de toekomst op dezelfde manier verder te zetten. SM ■
WIJZIGINGEN AAN DE VLOOT De afgelopen maanden veranderden een aantal vissersvaartuigen van eigenaar. In de april editie van het informatieblad verscheen er al een artikel over de herintrede van Z.181 Dubbele Senior (ex Z.738). Hierna volgt een overzicht van de andere wijzigingen aan de vloot.
O.2
Eind maart heeft de Oostende reder Michel Deley de O.2 gekocht om er de kustvisserij mee te beoefenen. Het schip zelf is een kotter die in 1964 werd gebouwd. De vorige eigenaars waren de gebroeders Schroeyers uit Zandvliet, Antwerpen. Eerder beschikte reder Michel Deley acht jaar lang over de O.116 Caroline, maar die werd verkocht en krijgt Nieuwpoort als nieuwe thuishaven. Zijn nieuwe O.2 krijgt de naam Mike Michel Jr, een verwijzing naar de twee zonen van de reder.
N.116
De Rederscentrale is verheugd om twee nieuwe reders in de Belgische visserijsector te verwelkomen, namelijk Diederik Jacob en Sam Zwertvaegher. In mei namen ze met hun vennootschap Annemie BVBA de O.116 over van Michel Deley. Het vaartuig kreeg Nieuw-
poort als thuishaven en werd omgedoopt tot N.116 Nostalgie. Vrijdag 21 augustus 2015 om 8 uur vond de officiële eerste verkoop plaats van hun vissersvaartuig. Traditioneel is de eerste koper peter of meter van het vaartuig. Het te verkopen lot was twee kg garnalen. Het was Francky Bedert, van vishandel Francky en Fabienne uit Middelkerke, die afklokte op 349,78 euro/kg. De Rederscentrale wenst de jonge reders veel succes met hun nieuwe onderneming.
B.462
Het vaartuig B.462 Vidar (bouwjaar 2000) was 13 jaar lang eigendom van NV Shannon, werd toen gekocht en verbouwd door BVBA Rederij Ladram en heeft sinds eind augustus alweer een nieuwe eigenaar: BVBA Rederij Macduff, een Belgische satelliet van Macduff Shellfish Ltd in Peterhead (Schotland). Het vaartuig blijft als B.462 geregistreerd in België maar de naam is veranderd van William of Ladram in Flowing Stream. CV
ı REDERSCENTRALE ı
■
25
We keep you fishing
Bruinisse (NL) Stellendam (NL) Kilmore Quay (IRL)
Officieel Dealer Mitsubishi Dieselmotoren
Bezoek/correspondentieadres: Deltahaven 18, Postbus 23, 3250 AA Stellendam (NL) +31 (0)187 49 80 20 @
[email protected] www.padmos.nl
☎
Padmos Z53.indd 1
12-03-13 09:23
VANQUATHEM-LOMBAERTS-EGGERMONT ADVOCATENASSOCIATIE Georges VANQUATHEM Jean-Luc LOMBAERTS Marijke EGGERMONT Invalidenlaan 14 8301 KNOKKE-HEIST Tel. 050/51 43 43 Fax 050/51 03 06 G.S.M. 0475/68 00 69 E-mail
[email protected] BTW BE 0502.301.830
26
ı REDERSCENTRALE ı
Nieuwbouw
Visserijreglementering Maritiem recht Handels- en vennootschapsrecht Faillissementsrecht Bouwrecht en contracten Huurrecht: handel en privaat Verkeersrecht Invorderingen Familierecht
AANVULLENDE QUOTAMAATREGELEN De Dienst Zeevisserij maakte op het einde van augustus en midden september verschillende aanvullende quotamaatregelen bekend. Ook werd er in hun schrijven aandacht gevraagd voor de aanvullende EUmaatregelen ter bescherming van zeebaars. Hierna volgt een samenvatting. Quotamaatregelen vanaf 1 september Schol VIIfg De scholvangsten in het Bristolkanaal worden gedurende de periode 1 september tot 31 december 2015 beperkt tot 100 kg per dag voor het KVS en 200 kg per dag voor het GVS. Vereveningsdagen In de beschermde gebieden kabeljauw Noordzee, Oostelijk deel Engels Kanaal en de Ierse Zee, worden voor de periode 1 februari 2015 tot 31 januari 2016 12 vereveningsdagen ter beschikking gesteld. Het totaal maximum komt aldus op 192 dagen. Hiervan kunnen de vaartuigen van het GVS, die met BT of TR vissen, maximaal 172 dagen in de Noordzee en het Oostelijk deel van het Engels Kanaal presteren. De vaartuigen van het GVS kunnen voor de Ierse Zee over 20 extra vereveningsdagen voor de periode 1 februari 2015 tot 31 januari 2016 beschikken. Dit betekent dat in de lopende beheerperiode 40 dagen Ierse Zee kunnen verwezenlijkt worden die niet gekort worden op de hogervermelde 172 dagen in de Noordzee en het Oostelijk deel van het Engels Kanaal. Uiteraard blijft de inlevering van 30 dagen voor de vaartuigen die op de lijst “Visvergunning Golf van Gascogne 2015” voorkomen, onverkort van kracht. Voor vaartuigen van het KVS, die voor 2015 een speciale vismachtiging VIIfg 2015 hebben bekomen, geldt een korting van 10 dagen op het maximum van 192 dagen. Voor betrokken vaartuigen gelden derhalve 182 dagen in de beschermde gebieden kabeljauw. Quotamaatregelen vanaf 19 september Rog VIIa-c,e-k De rogvangsten worden vanaf 19 september tot 31 december 2015 in de
ICES-gebieden VIIa-c,e-k per zeereis beperkt tot 250 kg per vaartdag voor het KVS en 500 kg per vaartdag voor het GVS. Tong VIIfg en alle soorten VIIIab Ingevolge quota-uitputting is het voor Belgische vissersvaartuigen vanaf zaterdag 19 september tot eind 2015 verboden te vissen op tong VIIfg en alle soorten VIIIab. Eveneens het aan boord houden, overladen en lossen van deze soorten, welke na 19 september 2015 gevangen zijn in de respectievelijke gebieden, zijn verboden. Quotamaatregelen vanaf 1 oktober Schol VIIde De scholvangsten in het Engels Kanaal worden gedurende de periode 1 oktober tot 31 december per zeereis beperkt tot 300 kg per vaartdag voor het KVS en 600 kg per vaartdag voor het GVS. Schol Noordzee (in combinatie met schol Engels Kanaal) Ingeval gedurende een visreis, de vangsten zowel in de ICES-gebieden II, IV als VIIde worden verwezenlijkt, worden de gevangen hoeveelheden schol in de Noordzee aan een beperking per zeereis onderworpen in functie van het aantal vaartdagen in de Noordzee en wel als volgt: 400 kg voor het KVS en 800 kg voor het GVS.
Tong VIIa Er wordt geraamd dat er boven het wetenschappelijk tongquotum Ierse Zee ongeveer 10 ton beschikbaar blijft voor de visserij in VIIa in de periode 1 oktober - 31 december 2015. In laatste genoemde periode mag per vaartuig maximaal een totale hoeveelheid tong VIIa van 1.000 kg gevist en aangevoerd worden. Indien het beschikbare quotum verminderd met het wetenschappelijk quotum is benut, wordt de visserij gesloten. Aanvullende EU-maatregelen zeebaars Met de laatste herziening van de TAC & quotaverordening werd door de Europese Unie een pakket (tijdelijke) maatregelen ter bescherming van de zeebaars aangenomen. Zo zijn het aan boord houden, overladen, verplaatsen en aanlanden van zeebaars in ICES-gebieden VIIa en VIIg, buiten de 12 mijlszone van het Verenigd Koninkrijk verboden. In de ICES-gebieden IVb, IVc, VIId, VIIf en VIIh, alsmede binnen de 12 mijlszone van het VK in gebieden VIIa en VIIg, is de vangst van zeebaars onderworpen aan onderstaande maandelijkse plafonds in functie van het vistuig: - Alle types demersale trawls (inclusief boomkor): 1.800 kg/maand. - Alle types staand want: 1.000 kg/ maand. - Beuglijnen en hengels: 1.300 kg/ maand. CV ■ Lees verder p. 25 ı REDERSCENTRALE ı
27
Reeds 56 jaren ten dienste van de Belgische Zeevisserij ! Reeds 56 jaren ten dienste van de Belgische Zeevisserij ! Vier bedienden staan dagelijks ter beschikking voor alle loonadministratie van reders en bemanning: Vier bedienden staan dagelijks ter beschikking voor alle loonadministratie van reders en bemanning: Patricia en Vanessa staan alle dagen ter beschikking in onze burelen:
N.V. LEMAHIEU H.K. Patricia en12 Vanessa staan alle dagen beschikking burelen: Bayauxlaan te Knokke-Heist - tel. ter (050)62 16 16 • in faxonze (050)61 48 66
Oude Vaartstraat 4is- 8730 Beernem Bayauxlaan te Knokke-Heist - de tel.lokalen (050)62van 16 de 16Zeebrugse • fax (050)61 48 66 Christa elke12morgen te vinden in Visveiling. ☎ (050) 25 04Christa 80 - Fax (050) 78tel. 19(050)55 68vinden is elke morgen te in de lokalen van de Zeebrugse Visveiling. 11 55 • fax (050)55 13 00
[email protected] - www.lemahieu.eu tel. (050)55 11 55 uurrooster) • fax (050)55 Fabienne is dagelijks beschikbaar (variabel in 13 de 00 lokalen van EVO Oostende. Fabienne is dagelijks beschikbaar (variabel uurrooster) in de lokalen van EVO Oostende. tel. (059)33 90 94 • fax (059)32 04 46 THERMO - ISOLERENDE VERPAKKING tel. (059)33 90 94 • fax (059)32 04 46 IN EXPANDEERBAAR POLYSTYREEN VOOR: verse vis en viswaren vers vlees en vleeswaren groenten en fruit zuivelproducten diepvriesproducten breekbare mechanische, elektrische of precisie-instrumenten het groeperen van bokalen potten en bekers in glas, plastiek of aardewerk (paletten) pootbakjes voor horticultuur en tuinbouw isolatieplaten
RKEND S SOCIAAL OCIAAL S SECRETARIAAT ECRETARIAAT EERKEND VAN DE DE KUST KUST VAN
Neem NU NU contact contact met met ons ons op op !! Neem
ALLE TOEPASSINGEN IN EXPANDEERBAAR POLYSTYREEN
VJ VJ
Tel. 050 54 45 41 Tel. Fax 050 050 54 54 45 58 41 37 n.v. Fax 050 54 58 37 n.v. Scheepsherstelling Scheepsherstelling Afwerking nieuwbouwschepen Afwerking nieuwbouwschepen Metaalconstructie Metaalconstructie Draai-, frees- en schaafwerk Draai-, frees- en schaafwerk Inox- en aluminiumconstructie Inox- en aluminiumconstructie Verhuur telescopische kranen Verhuur telescopische kranen
SDS n.v. n.v. SDS
Leveren, plaatsen en herstelling van: Leveren, plaatsen en herstelling van: alle dieselmotoren, alle dieselmotoren,pompen keerkoppelingen, keerkoppelingen, pompen en compressoren e.a. en compressoren e.a. ABC-dealer ABC-dealer DROOGDOK DROOGDOK Schroeven en schroefassen Schroeven en schroefassen Las- en leidingswerk Las- en leidingswerk
Bureel - Werkplaatsen: Bureel - Werkplaatsen: Boomkorstraat 7/8 - 8380 ZEEBRUGGE Boomkorstraat 7/8 - 8380 ZEEBRUGGE GSM 0477 41 20 93 GSM 0477 41 20 93 24u/24u 24u/24u 4
4 4
ı REDERSCENTRALE ı 28 ı R E D E R S C E N T R A L E ı
Tel. 050 54 51 78 Tel. Fax 050 050 54 55 51 03 78 67 Fax 050 55 03 67
MARKTSITUATIE IN DE ZEEVISSERIJ JULI 2015 (teneinde seizoenschommelingen te neutraliseren worden de gegevens vergeleken met de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar)
AANVOER OP BELGISCHE VEILINGEN KENT STERKE STIJGING, PRIJSZETTING STIJGT FORS IN JULI
AANVOERWAARDE
De totale aanvoerwaarde gerealiseerd door Belgische vaartuigen in Belgische havens, daalde met 20% tot 4,96 miljoen euro. De besomming voor de demersale vissoorten bedroeg 4,53 miljoen euro, een toename met 24%, wat overeenkomt met 91% van de totale aanvoerwaarde (+3%). De rondvissoorten brachten gezamenlijk € 231.700 op, een forse toename van 49% t.o.v. vorig jaar.
Zeeduivel kende een omzet van € 422.000 (-4%). De aanvoerwaarde van roggen bedroeg € 223.000, een stijging met 35% tegenover vorig jaar. De opbrengst van de garnalen kende een halvering in aanvoerwaarde door de mindere aanvoer. Deze daalde van € 203.000 in 2014 tot € 111.000 in 2015.
PRIJZEN
De gemiddelde visprijs bedroeg in juli 4,65 euro/kg t.o.v. 4,17 euro/kg vorig jaar, een stijging van 12%. In de vismijn
Voor onze economisch belangrijkste vissoort tong noteerde men een prijsstijging met 12% tot 11,05 euro/kg. De spreiding van de aanvoer uit de Golf van Biskaje resulteerde in een betere en constante prijsvorming.
Stijgers
Dalers
Soort
Ton
%
Soort
Schelvis 12 +6% Wijting Kabeljauw 57 +85% Schol Tong 241 +19% Bot Heek 10 +49% Tongschar Griet 11 +34% Zeeduivel Schartong 21 +18% Langoustines Ponen 26 +18% Garnaal Rog 136 +43% Octopus Hondshaai 42 +35% Zeekat 16 +865% Sint-Jakobsschelpen 6 +26%
Ton
%
8 267 20 28 44 28 17 5
-22% -10% -11% -26% -8% -19% -59% -34%
Tabel 1: Evolutie aanvoer demersale vissoorten, schaal- en weekdieren t.o.v. dezelfde maand 2014
Tong: Volgende prijzen in euro/kg werden bekomen per grootteklasse: Grootte Klasse
Juli 2014
1 2 3 4 5 Totaal
Juli 2015
15,76 14,02 9,88 8,44 7,96 9,88
Evolutie
20,63 18,22 11,86 10,30 8,51 11,05
+31% +30% +20% +22% +7% +12%
Tabel 2
Stijgers
Dalers
Soort
Euro/kg
%
Soort
➞
De schol was goed voor een aanvoerwaarde van € 404.000 een toename met 8% (d.i. 8,14 % van de totale omzet). Voor tong werd een opbrengst gerealiseerd van 2,66 miljoen euro wat 33% hoger is dan in juli vorig jaar. Dit komt overeen met 54% van de totale besomming, wat 6% hoger ligt dan in 2014. Bij de platvissoorten bracht tongschar € 138.000 op (-2%), schartong steeg met 46% tot € 40.000.
Voor de demersale vissoorten betaalde men gemiddeld 4,66 euro/kg, een stijging met 13% t.o.v. vorig jaar. Voor kabeljauw werd 2,96 euro/kg betaald, een
prijsstijging van 2%. De prijs voor schol steeg tot 1,51 euro/kg. Per klasse 1-2-34 betaalde men respectievelijk volgende prijzen in euro/kg: 3,22 (+13%); 1,67 (+14%); 1,24 (+28%) en 1,07 (+35%).
➞
De aanvoer van rondvissoorten kende een sterke stijging van 44%. De aanvoer van schol daalde met 10% tot 267 ton, terwijl de aanvoer van tong vermeerderde met 19% tot 241 ton. Opmerkelijke daler is garnaal, met 59% goed voor 17 ton.
van Zeebrugge bedroeg de gemiddelde visprijs 4,97 euro/kg (+16%), in Oostende werd gemiddeld 4,00 euro/kg betaald (+4%). De dagverse visserijproducten in Nieuwpoort brachten gemiddeld 6,70 euro/kg op (+28%), dit o.m. door de grotere aanvoer van tong.
➞
De aanvoer van visserijproducten in Belgische havens door Belgische vaartuigen steeg in juli met 7% tot 1.067 ton. Hiervan werden 675 ton, d.i. 63%, aangevoerd in de vismijn van Zeebrugge (-3%), 376 ton of 35% in Oostende (+4%) en 16 ton of 2% in Nieuwpoort (+1). De totale hoeveelheid aangelande demersale vissoorten nam met 10% toe tot 973 ton, wat 91% vertegenwoordigde van de totale aanvoer.
➞
AANVOER
Euro/kg %
Kabeljauw 2,96 +2% Schelvis 1,97 -6% Tongschar 4,84 +31% Wijting 1,47 -8% Tong 11,05 +12% Rog 1,64 -6% Schol 1,51 +20% Bot 0,39 -17% Tarbot 11,64 +8% Griet 9,13 -1% Schartong 1,92 +24% Pijlinktvis 3,63 -60% Zeeduivel 9,53 +4% Ponen 0,90 +2% Hondshaai 0,43 +5% Sint-Jakobsschelpen 2,48 +13% Langoustines 7,08 +9% Garnaal 6,49 +33% Tabel 3: Evolutie prijzen demersale vissoorten, schaal- en weekdieren t.o.v. zelfde maand 2014
MV ı REDERSCENTRALE ı
■
29
VERGELIJKENDE ZEEVISSERIJSTATISTIEK JULI 2014-2015
DIENST ZEEVISSERIJ Vrijhavenstraat 5 DIENST ZEEVISSERIJ 8400 OOSTENDE
MARKTRESULTATEN BELGISCHE HAVENS (Belgische vaartuigen) MARKTRESULTATEN BELGISCHE HAVENS maand: JULI
Vrijhavenstraat 5 8400 OOSTENDE
KG Demersaal
Demersaal
EURO/KG
11.582
24.3312010
KABELJAUW
KG 30.927
89.336 EURO2,89
KOOLVIS SCHELVIS
149 127.570
2,10
KG
EURO
12.245
EURO/KG 57.085
EURO/KG
2011 1,97
24.141
KG 168.781
EURO 2,96
289
1,94 157.414
321 1,23
578 112.587
1,80 158.053
WIJTING KABELJAUW
9.740 310.04115.445
1,59 945.448
7.533 3,05
11.084 261.980
1,47 859.964
POLLAK
1.543
6.738
15.852
4,37
1.875
6.121
3,26
LENG
1.253
3.746
2,99
1.266
3.867
3,05
9
0,41
13.859
1,41
11.971
WIJTING
166.718
TORSK
POLLAK
4
2
6.610
13.368
31.117
HEEK
LENG
25.425
STEENBOLK
TORSK SCHOL HEEK BOT SCHAR STEENBOLK TONG SCHOL TARBOT
141.702 0,42
89.855 2,02
47.779
24.974
81.524 52.101
0,59
4.265
1,26
266.675
17.55711.084 23.520
29.465 0,47
10.405 261.323 5.717
0,55 68.815
7.745 0,26
6.192 245.418
0,80 106.421
206.691 2.033.5091.836.402 9,84 1.557.222
241.092 1,18
2.664.578 1.991.842
11,05 2.345.690
15
12.212 7.739
0,39
25.178
193.461
11,64
10.687
97.527
9,13
3,69
28.432
1,56
20.568
38.502
142.054
SCHARTONG
17.411
27.085
97
1.432
14,77
2.166.756
22.254.269
116.876
1.282.177
148.735 9.6101.045.111 5.392 1,78 255.179 38
1,51
16.620
124.923
TONGSCHAR ROG
0,78
9,22
231.067
HEILBOT
1,68 19.657
3.309 403.746 26
10,81 55.770
TONGSCHAR
GRIET HONDSTONG (WITJE)
1,88
25.914
1.485 137.520
2.932
75.739
TARBOT
22
2,89
9.827
123.571
380.536
181.696 150.144
TONG
0,85
879
4.951
8.213
SCHAR
1,32
302.238
16.812
BOT
GRIET
0,54
208.862 203.373
137.686
4,84
39.585
1,92
241
12,69
10,27
2.073.354
10,97
129.135
19
7,03 2.306
155.301 5.906
92.529 111.717
22.746.604 1.523.148
1.201.831 2,56
4,02 240
326.518 307
1.503.842 1,28
10.319 118.96816.908
1,64 135.691
15.589 1,14
19.925 129.891
1,28 278.736
GRAUWE POON HEILBOT
10.571 2.942 2.416
0,23 26.341
9.064 8,95
2.719 416
0,43 505.650
1.242 2,17
538 201.735
1.347 232.628
ZEEWOLF
1651.025.085 4,35
0,37
RODE POON SCHARTONG ENGELSE ROG POON
584
1.797
6.785
47.992
438.889
1.548
1.878
MUL
771
5.148
ZEEBAARS
814
RODE POON
210.671
ZEEDUIVEL
GRAUWE POON
16.474
KONGERAAL
ENGELSE POON
184.650
ZEEWOLF
17.78511.999
ZEEDUIVEL HONDSHAAI
5.575
19.632
3,52
44.322
422.424
9,53
1,21
1.322
1.750
1,32
6,68
2.092
4.828 135.152 50.294 14,74
1,35
0,29 0,73
2,83
1.053
14.928 0,41
0,96 999
726
1,34 3
525 0,81
6.109 19.550 6.568
1,08 109.710
BLONDE ROG
24.400
54.315
ZANDROG
16.518
ZEEBAARS DOORNHAAI HONDSHAAI
ANDERE DEMERS. LIPVISSEN GROOTOOGROG PALING
DUNLIPHARDER
GEVLEKTE ROG
Subtotaal
VLEET
Pelagisch
HORSMAKREEL
Pelagisch
MAKREEL
ZANDROG
Subtotaal ZONNEVIS
1,98
1,73
20.304
32.817
1,62
6,53
1.383
10.627
7,68
1,39
2.732
1.945
0,71
164.313
3.014
129.031 23
7.079 1.096 15
40.635
DIENST ZEEVISSERIJ ZWARTE ZEEBRASEM STEKELROG Vrijhavenstraat 5 KATHAAI 8400 OOSTENDE BLONDE ROG
1,44
1.452
2,13 0,56
0,48
25.497 128
333.954 822
520.645 0,67
4,04 15
122.487 7
61.932
1,52 3
56.169 14
MARKTRESULTATEN BELGISCHE HAVENS 55 1,08 42 62 470.585 2,23 236.300 (Belgische vaartuigen) 416 343 0,83 1.220 687 153.168 403.874 2,64 200.315 maand: JULI 51 211.155 18
23
35.178 07/2014 900.974 3.699.616 30 KG
1,26
76.480 4,11 40
30
EURO 22
EURO/KG 0,72
46
78
1,69
7.497.017 34.336.914 3.013 15.427 15,12
3
2,17 972.651 1,34
1
53.746 07/2015 4.529.400
KG 108
EURO 91
3
2
4,58 1.836
34.001 22.498
1,01 125.151
100.333
292.355
788
7.374 20.042
50.627
8,15
8.652 159.024
1,36
2,23
1.796
1.084
ZANDHAAI
0,26
82.306
842
PIETERMAN
7.265 5,61
714
245.336
2.397.659 0,43
57.276
298.324
ZANDTONG
2,06 13,50
10.137
1,63
36.617
28.629
4.319
14.217
17.962 255
130
541
78.468
221.537 262.688 18.016
15.626 315
48.215
27.241
9,85 41.518
ANDERE DEMERS. ROODBAARS STEKELROG
160.839
5.206
0,43 434.034
9,15
KONGERAAL ZANDHAAI
4
0,30
3,78
285.277
197.99312.7461.949.533 31.259 0,41
GROOTOOGROG MUL
8.041.332 12.046
82 178.381 426
0,47 533.036 4,65
89.881
1,47 509.302 0,56 551.910 0,39
4,66
EURO/KG 0,84
63.480
230.730
0,70
119.582 143.941
37.015.189 6,56
Pelagisch
HORSMAKREEL Subtotaal
3.089 6.181 15.526
1.944 5,03
0,31 1.947
15.884 12.138
6,23
Schaaldieren
HARING GARNAAL
42.440
930 208.184
471 4,91
0,51 17.089
3.151 110.899
6,49
1.642
LANGOUST.(GEH.) MAKREEL
34.708
225.824 489
6,51 851
28.115 1,74
199.131 11.483
7,08
19.961
LANGOUST.(ST.) SPROT
2.231
1119.753
8,85 11
4.370 1,00
5.521
2.648
0,48
34.108 73 3.430
7,81
NOORDZEEKRAB
ANDERE PELAG.
11
242
1.687
6,97
ANDERE SCHAALD.
137
66
0,48
5.274
10.283
90.553 5.090
6.777
10,88
5.088
0,51
176
1.882
125
237
1,90
1,95
5.193
11.367
2,19
468.446
5,17
61.845
361.054
5,84
11.351
2,23
6.248
15.526
2,48
332
2.842
8,56
1.524
5.534
3,63
ZEEKAT
1.989
3.997
2,01
15.540
33.331
2,14
OCTOPUS
7.982
3.294
0,41
5.206
3.778
0,73
880
878
1,00
1.788
2.129
1,19
16.273
22.363
1,37
30.306
60.296
1,99
1.010.889
4.205.951
4,16
1.066.749
4.962.888
4,65
KRABBENPOTEN Subtotaal
Weekdieren
1
ZEEKREEFT
8-sep-2011
ST.JAKOBS-SCH. PIJLINKTVIS
WULK Subtotaal Totaal
30
EURO
SCHELVIS
KOOLVIS
12-aug-15
(Belgische vaartuigen) periode: JANUARI tot JULI 07/2015
07/2014
ı REDERSCENTRALE ı
1
10,69
4.843
48 34.071
GECUMULEERDE VERGELIJKENDE ZEEVISSERIJSTATISTIEK (2014-2015)
DIENST ZEEVISSERIJ Vrijhavenstraat 5 DIENST ZEEVISSERIJ 8400 OOSTENDE Vrijhavenstraat 5 OOSTENDE
JAN-JUL 2014
Demersaal Demersaal
SCHELVIS SCHELVIS KABELJAUW KABELJAUW KOOLVIS KOOLVIS
KG
127.570 165.441157.414 95.928 1,72 310.041 761.797945.448 309.610 2,46 1,82 15.852
238.506
1,05
191.641
2,69
LENG
65.861
100.879
166.718
STEENBOLK
BOT
SCHOL
BOT TONG
24.974 59
52.101 0,34
2
39.264
2,01
19.241
26 33.302
294.010 17.557 101.236
0,34 29.465
245.455 1,68
123.616 12.212
1,14
2.408.133
0,55
224.004
1,53
2.395.968
2.743.371
257.059
141.850
159.629
84.557
0,53
150.144 2.170.678 19.393.549
55.770 8,93
261.323
68.815
1.836.402
1.903.615
3,78
121.047
1,63
2.465
13,69
148.735
HEILBOT
180
245.418
106.421
1,18
1.991.842
2.345.690
1
92.529 9,68
0
174.619
85.633
0,51 0,49
0,37 1.892.071
208.862 18.317.738
154.196 0,54
1.701.416 203.373
11,03 111.717
0
135.475 2.073.354 1.043.086 10,27
7,70 22.746.604
10
371.642
1.973.801
5,31
7
4
148.319 271
423.984 3.454
2,86
12,75
1.025.085 84.158 1,40
4,02 29.791
326.518 63.355
1.503.842 2,13
705 118.968
1.038135.691 1,47
1,14 509
709 129.891
1,39 278.736
1,16 2.942 346.546 26.341
451.211 8,95
547.245
11.560
38.282
232.628 210.671
21.025
285.277 3,31
1,35 17.431
160.839 58.942
245.336 3,38
1
0,29 245.714
27.241 2.450.265
8.652 9,97
0
19.912 221.537
1,06 159.024
124.036
34.001
4.828 10,40
33.070135.152 1,03
18.757 0,73
92.178
ZEEBAARS
29.461
273.967
50.294
2,83
1.949.533
9,85
6,16 9,30
15.626 168.551 14.928 293.025 0,58 1.507
4.573 19.550
4
35.812
36.617
STEKELROG
271.742
BLONDE ROG
243.629
842
0,28
2
12
434.034
14.958
ANDERE MUL DEMERS.
5.206
201.735
142.193
32.091 184.650
ROODBAARS ZANDHAAI
5.788
1,21
2,17
MUL
197.993
416
505.650
16.474 207.962 2.161.906 17.785
0
11
0,41
DOORNHAAI
114.684
1.201.831
0,22
ZEEBAARS
1,37
0,26
155.301
4.661
GROOTOOGROG
2
7,03
84.333
KONGERAAL HONDSHAAI
0
0,50 25.178
1.045.111
21.605
ZEEDUIVEL
15
1,73
1.523.148
205.610
DOORNHAAI
3.294.739
2,41
129.135
ENGELSE POON
ZEEWOLF
62.906
3,32
10,97
GRAUWE POON
POON
26.055
101.200
1.282.177
299.815
KONGERAAL ENGELSE
30.449
255.179 60.320
ROG SCHARTONG
POON
223.239
1,88 174
116.876
GRAUWE ZEEDUIVEL
1
47.779 0,24
74.185
RODE POON
1,72 1.485
20
504.074
ZEEWOLF
3.172 879
1
SCHARTONG
ROG
3
1.845 1,32
1,11
1
3
TONGSCHAR
HEILBOT
859.964 2,53
81.524
123.343 1.012.988 8,21 2.166.756 22.254.269
RODE POON
261.980 1.085.395
25.914
150.617 1.677.968124.923 11,14 231.067
TONGSCHAR HONDSTONG (WITJE)
3,05 428.816 201.578
158.053 1,81
2,89
GRIET TONG
GRIET
EURO
EURO/KG
89.855
TARBOT SCHAR
TARBOT
EURO
EURO
112.587 176.467
137.520
1.557.222
SCHAR
KG
1,23 97.335
123.571
19.516
SCHOL
JAN-JUL 2015
KG
0,85
25.425 85
STEENBOLK HEEK
EURO/KG
141.702
31.117
TORSK HEEK
28.204 25.797 9
0,96 471.991
88.335
10.137
277.884
262.688
14
17.962 357.311
3 0,50
0,81 3.445
1.477
6.939109.710 1,52
5.523 5,61
8.728 20.042
757 49.131
1,37
42.801
54.110
0,62
4,40
10,77
2
0
3
2.397.659
9
22.498 0,76
1
1,56 0,43
1,58 125.151 1,26
6
298.324
8,15
25.497
230.730
9
1.796
2,13
128
82
0
610.987
741.312
1,83
367.669
881.465
0,56 80.849
333.954 158.898
178.381 1,97
0
ZANDTONG ZANDHAAI
42.3133.014 221.288
5,23 1.452
35.575 0,48
233.388 822
6,56 426
0
PIETERMAN ANDERE
14.459 129.031
49.112520.645 3,40
16.741 4,04
62.420 122.487
3,73 533.036
3.718
1.429
LIPVISSEN
4.830
VLEET
ZANDROG
Subtotaal
Pelagisch
Subtotaal HORSMAKREEL
Pelagisch
HORSMAKREEL HARING MAKREEL HARING
1 240
8.811.961
MAKREEL
ZONNEVIS
SPROT
GEEP
16.213 6
PELAG.
930 489 11
2,20 76.480
9
EURO/KG 8,52
618
2,58
40
EURO
63.480
8 15
509.302
2
4,95
0,68
551.910 0,73
2
1,71 119.582
2
EURO/KG 7,97 3,01
143.941
1.944 0,46
0,31 8.233
15.884 4.181
4.843 0,51
0
1.564
1,19 471
2.507 0,51
2.139 3.151
0,85 1.642
0
321 77.427 5
0,89
1,74
11
1,00
4,78
0,78
423.818
5,86
87.800
599.233
6,82
LANGOUST.(ST.)
7.258
72.505
NOORDZEEKRAB
11.048
3,88
4,58 8.041.332 23.226 10.008 37.015.189 0,43
851
72.298
13
13.405 1
11.483
11
83.152
73
0
0,83
19.961 6,20
0
6
5.088 99.490
72.598
486.887
6,71
69.033
515.137
7,46
9,99
11.587
101.613
8,77
5.167
0,47
12.190
6.014
0,49 9,94
881
6.500
7,38
699
6.949
2.041
0,88
2.372
1.691
0,71
22.516
66.999
2,98
22.064
74.282
3,37
204.123
1.176.264
5,76
190.543
1.192.574
6,26
402.025
774.714
1,93
327.850
950.357
2,90
PIJLINKTVIS
23.136
167.741
7,25
179.966
734.192
4,08
ZEEKAT
66.345
169.698
2,56
234.635
532.989
2,27
OCTOPUS
35.044
15.997
0,46
38.686
22.608
0,58
KRABBENPOTEN Subtotaal ST.JAKOBS-SCH.
WULK Subtotaal
1
34.071 2,10
10,88 47.385
1
4
48
0,09
2.322
ANDERE SCHAALD.
2 0
5.959
34.336.914 4.991 0,38
11 2,04
ZEEKREEFT
1 5
4
1
34.927.212
1 90.266
GARNAAL
KG 1,34
2015 51 53.746
0,38
89.881
9.004.294
44.148
8-sep-2011LANGOUST.(GEH.)
2,17 30
2,40
1 3,82
33.697.903
13.0666.181 359
116
30EURO
7.497.017 13.188 1.316
SPROT
ANDERE Subtotaal
2014 53 35.178 KG
ATL. ZALM
0,38
40.635 61.932 1,52 56.169 MARKTRESULTATEN BELGISCHE HAVENS 2 13 6,47 10 50 (Belgische vaartuigen) 211.155 470.585 2,23 236.300 13.271 14.279 1,08 4.168 2.837 periode: JANUARI tot JULI 153.168 13.554403.874 2,64 200.315 18.154 0,75 26.533 19.338
DUNLIPHARDER GEVLEKTE ROG SARDINE
1.822
2,57
404.916
292.355 130.282164.313 62.635 2,08
DEMERS.
626.835
2,25
HONDSHAAI ZANDROG
GROOTOOGROG DIENST ZEEVISSERIJ PALING Vrijhavenstraat STEKELROG 5 ZWARTE ZEEBRASEM 8400 OOSTENDE BLONDE ROG KATHAAI
Totaal
3.274
71.281
LENG TORSK
Weekdieren
EURO/KG
227.801
POLLAK
Schaaldieren
EURO
POLLAK
WIJTING
12-aug-15
EURO
1.803 11.971
WIJTING
Demersaal
KG
CIJFERS VERSTREKT DOOR DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ - ZEEVISSERIJ
8400
MARKTRESULTATEN BELGISCHE HAVENS (Belgische vaartuigen)
MARKTRESULTATEN BELGISCHE HAVENS periode: JANUARI tot JULI (Belgische vaartuigen) periode: JANUARI tot JULI 2010 2011
40.337
39.101
0,97
44.652
44.978
1,01
566.887
1.167.250
2,06
825.789
2.285.125
2,77
9.627.119
36.131.684
3,75
10.068.011
38.504.401
3,82
ı REDERSCENTRALE ı
31
Surveys Naval architects, technical, nautical and cargo surveyors and consultants for marine, shore based industry and transport Kapelsesteenweg 286 2930 Brasschaat, Belgium Tel.: +32 (0)3 664 02 79 Fax: +32 (0)3 605 19 63
[email protected] www.bmtsurveys.com
Ketting & rubber bollen Visserijbenodigdheden Metaalconstructie Herstelling en onderhoud Zeebrugge (8380), Marcus Gerardsstraat 12 - Tel 050/54.48.33 - Fax 050/54.79.11
Zeebrugge (8380), Kotterstraat 42 - Tel 0473/65.02.37 - Fax 050/54.79.11 Oostende (8400), Ankerstraat 24- Tel 0475/30.39.87 - Fax 050/54.79.11
Met dank aan onze adverteerders binnenkaft p. 2 p. 4 p. 4 p. 4 p. 6 p. 6 p. 6 p. 8 p. 8 p. 15 p. 26
32
Alphatron Marine Belgium Vebatrans VVC Equipment Kramer machines Joël Snauwaert mariene constructies Bema Van Eygen brandstoffen Stedelijke Vismijn Nieuwpoort Besox Vlaamse Visveiling Zeebrugge & Oostende BNP Paribas Fortis Vanquathem-Lombaerts-Eggermont
ı REDERSCENTRALE ı
p. 26 p. 28 p. 28 p. 28 p. 32 p. 32
achterblad 3 achterblad 3 achterblad 4
Padmos Lemahieu verpakking Ketels werkhuizen Gardec BMT Surveys Aconstruct Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling Zeevissersfonds Imtech Marine Belgium