FAILLISSEMENTSVERSLAG
NUMMER: 4
DATUM: 24 maart 2015
Gegevens onderneming
: ADMINISTRATIEKANTOOR GROKAM B.V.
Faillissementsnummer
: F/141141146
Datum uitspraak
: 6 mei 2014
Curator
: mr. W.M. Stroek
Rechter-connmissaris
: mr. M.C. Schenkeveld
Activiteiten onderneming
: administratiekantoor
Omzetgegevens Boekjaar
Netto omzet
2013
Nog niet bekend
2012
Geen omzet
2011
€ 62.400,00
2010
€ 100.068,00
Personeel gemiddeld aantal
: geen
Verslagperiode
: 24 december 2014 tot en met 24 maart 2015
Faillissementsrekening
: NL45KASA0223241911
Saldo faillissementsrekening
: € 4.461,33
Aantal bestede uren in verslagperiode
: 19,65 uur
Totaal aantal bestede uren
: 65,5 uur
Informatie uit eerdere verslagen is klein en cursief weergegeven.
Dit verslag dient ter informatie aan belanghebbenden op grond van artikel 73A Faillissementswet. Aan de inhoud van dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend.
1. INVENTARISATIE 1.1 Directie en organisatie (1e openbaar verslag) Op verzoek van TTL (TandTechnisch Laboratorium Asto 8. V.) is op 6 mei 2014 het faillissement uitgesproken van Administratiekantoor Grokam B. V., gevestigd te Spierdijk. De vordering van de aanvrager ziet op een niet terugbetaalde lening van ongeveer € 38.000,00.
De onderneming is opgericht in 1988. In 2001 is de statutaire naam gewijzigd van ASTO (Algemeen Serviceburo Tandartsen Ondersteuning) B. V. in haar huidige statutaire naam. Alhoewel de bedrijfsomschrijving bij de Kamer van Koophandel mede handel en verhuur van (on)roerend goed aangeeft, kan de onderneming het best worden omschreven als administratiekantoor. Van de overige activiteiten is niets gebleken.
De onderneming werd in het verleden feitelijk geleid door de heer Van Groen, die na een ziekbed medio mei 2011 is overleden. Vervolgens bekleedde zijn partner, mevrouw Van Groen-Gaal, de functie van directeur/groot aandeelhouder.
Door de ziekte van de heer Van Groen is in 2011 de klantenportefeuille, de goodwill en de inventaris overgenomen door een derde partij. Vanaf dat moment zouden er geen werkzaamheden binnen de onderneming hebben plaatsgevonden. Wel is de onderneming blijven bestaan in afwachting van betaling van de koopsom van de overname, incasso van de debiteuren en afwikkeling van de stamrechtvoorziening. Op deze elementen wordt in dit verslag nader ingegaan.
(2e openbaar verslag) Geen aanvullingen. Dit onderdeel is afgewikkeld.
1.2 Winst en verlies (1' openbaar verslag) Boekjaar
Winst/verlies
2013
Nog niet bekend
2012
-/- € 3.403,00
2011
-/- € 28.757,00
2010
€ 7.900,00
(2" openbaar verslag) Verdere gegevens zijn nog niet beschikbaar gekomen nu het boekjaar 2013 niet zou zijn afgerond. Wel gaf de boekhouder aan dat het beeld van 2012 is voortgezet in 2013, te weten geen omzet en verdere afname van de rekening courant verhouding met de DGA. Nu er geen bedrijfsactiviteiten waren is er geen verdere boekhouding gevoerd/beschikbaar.
(3' openbaar verslag) Afgewikkeld.
1.3 Balanstotaal
(1e openbaar verslag) Uit de gedeponeerde jaarrekeningen komen de volgende balanstotalen naar voren;
Boekjaar
Balanstotaal
2013
Nog niet bekend
2012
€ 209.229,00
2011
€ 218.937,00
2010
€ 267.325,00
(2e openbaar verslag) Geen aanvullingen. Over 2013 is geen verdere boekhouding gevoerd wegens beëindiging van de activiteiten.
(3e openbaar verslag) Afgewikkeld.
1.4 Lopende procedures (1e openbaar verslag) Voor zover bekend zijn er geen lopende procedures.
(2' openbaar verslag) Afgewikkeld. Van lopende procedures is niet gebleken.
1.5 Verzekeringen (1e openbaar verslag) De curator is niet bekend geraakt met lopende verzekeringen.
(2e openbaar verslag) Afgewikkeld. Van lopende verzekeringen is niet gebleken.
1.6 Huur (1e openbaar verslag) Voor zover bekend zijn er geen huurovereenkomsten.
(2e openbaar verslag) Afgewikkeld. Van enige huurovereenkomst is niet gebleken.
1.7 Oorzaak faillissement (1e openbaar verslag) Begin 2011 is de onderneming, bestaande uit klantenportefeuille, inventaris en goodwill, overgenomen door een derde voor een koopsom ad € 50.000,00, welk bedrag gedurende vijf jaar in maandelijkse termijnen van rond de € 833,00 aan de onderneming zou worden voldaan. De door de overnemende partij te betalen bedragen waren voldoende om de rente- en aflossingsverplichtingen aan de bank te voldoen.
Naar ik heb begrepen is verschil van inzicht ontstaan met de overnemende partij over de wijze van afwikkeling van de overname overeenkomst, hetgeen ertoe heeft geleid dat niet langer op de koopsom werd betaald. Daarnaast werd op een aan een derde partij verstrekte lening niet afbetaald. Het gevolg hiervan was dat de liquiditeit van de onderneming wegviel en zij op haar beurt niet aan de verplichtingen richting de bank kon voldoen.
Nu binnen de onderneming in de loop der jaren een voorziening was opgebouwd, bestaande uit een stamrechtverplichting die aan de DGA een direct ingaande lijfrenteuitkering gaf van jaarlijks € 9.060,00, welke verplichting jaarlijks werd opgerent met 4% per jaar kon evenmin aan deze verplichting worden voldaan.
Voor de bank is een en ander medio mei 2013 reden geweest om de financiering op te zeggen met een opzegtermijn van 7 maanden. Gedurende deze periode zou de onderneming de vorderingen op derden kunnen innen, alsmede de overname overeenkomst verder kunnen afwikkelen, in welk kader de kredietfaciliteit van € 35.000,00 is opengehouden.
De incasso van de debiteuren en de verdere afwikkeling van de overname overeenkomst heeft ondanks de inschakeling van een of meerdere incassobureau's - zo begreep ik - tegen gezeten. Een van de schuldeisers, de aanvrager van het faillissement die een lening aan de onderneming had verstrekt waarop niet (langer) werd afbetaald, heeft uiteindelijk het faillissement aangevraagd.
De door de directie weergegeven oorzaken zijn getoetst aan de administratie. Beziet men de jaarrekening over 2012 dan zijn er slechts twee schuldeisers: De Rabobank, die aan de onderneming een kredietfaciliteit had verstrekt en een vordering heeft van ongeveer € 39.000,00, en de aanvrager van het faillissement, die in 2006 aan de onderneming een lening had verstrekt, welke inmiddels eveneens tot rond de € 38.000,00 is opgelopen.
Tegenover de schuldenlast blijkt uit de balans over 2012 een financieel actief van afgerond € 115.000,00. Dit actief wordt gevormd door een verstrekte lening aan een derde van ongeveer
€ 80.000,00 en de restant koopsom uit hoofde van de overname van de activiteiten. Daarnaast zou het actief bestaan uit enkele vorderingen op debiteuren en een vordering in rekening courant op de directie. Tegenover deze vordering staat overigens een stamrechtverplichting. In dat kader wordt verwezen naar paragraaf 4.
Alhoewel er tegenover de schuldenlast "op papier" voldoende actief staat bestaande uit vorderingen op derden, heeft de incassoproblematiek er inderdaad voor gezorgd dat de liquiditeit binnen de onderneming wegviel en daarmee niet aan de verplichtingen richting de schuldeisers kon worden voldaan. Dit kan als een directe oorzaak van het faillissement worden gezien.
Nu de weergegeven oorzaken van het faillissement steun vinden in de administratie en de curator verder niet van andere oorzaken is gebleken kan dit onderdeel worden afgesloten.
2. PERSONEEL 2.1 Aantal ten tijde van faillissement (1e openbaar verslag) Geen.
2.2 Aantal in jaar voor faillissement (1e openbaar verslag) Geen.
2.3 Datum ontslagaanzegging (1e openbaar verslag) Alhoewel mevrouw Van Groen mededeelde dat er - inclusief zijzelf - geen personeel binnen de onderneming aanwezig was, is de curator tijdens zijn onderzoek gestuit op een aantal salarisspecificaties. Teneinde te voorkomen dat de boedel te zijner tijd geconfronteerd wordt met mogelijk nog bestaande arbeidsovereenkomsten is mevrouw Van Groen ontslagen voor zover er (toch) een dienstverband aanwezig zou zijn. Daarbij is tevens het UWV geïnformeerd om te beoordelen of zij voor de loongarantieregeling in aanmerking komt. Volgens de laatste informatie zou dit niet het geval zijn.
(2e openbaar verslag) Afgewikkeld. Voor zover er al een dienstverband zou zijn kon door mevrouw Van Groen geen aanspraak worden gemaakt op overname van de salarisbetaling door het UWV. Nu zij zelf stelde dat er geen arbeidsovereenkomst bestond kan dit onderdeel worden afgewikkeld.
3. ACTIVA ONROERENDE ZAKEN (1' openbaar verslag) Er zijn geen onroerende zaken aanwezig.
3.1 Beschrijving 3.2 Verkoopopbrengst 3.3 Hoogte hypotheek 3.4 Boedelbijdrage
N.v.t. BEDRIJFSMIDDELEN
3.5 Beschrijving Oe openbaar verslag) De bedrijfsmiddelen zijn in 2011 - in het kader van de overname van de activiteiten verkocht.
3.6 Verkoopopbrengst 3.7 Boedelbijdrage 3.8 Bodemvoorrecht fiscus VOORRADEN/ONDERHANDEN WERK 3.9 Beschrijving (1' openbaar verslag) Sinds de overname werd er geen voorraad aangehouden, noch was er een onderhanden werk positie.
3.10 Verkoopopbrengst 3.11 Boedelbijdrage ANDERE ACTIVA 3.12 Beschrijving (le openbaar verslag) Het saldo van de ABN Amro bank is inmiddels aan de boedel overgemaakt.
(2' openbaar verslag)
roef advocaten
Vooralsnog is geen verder actief aangetroffen, behoudens de openstaande debiteuren.
(3' openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag Geen aanvullingen.
3.13 Verkoopopbrengst (1 openbaar verslag) Saldo bank: € 61,33.
(2' openbaar verslag) Geen mutaties.
(3' openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4. DEBITEUREN
4.1 Omvang Debiteuren (1' openbaar verslag) De onderneming heeft een aantal vorderingen op derden, welke geanonimiseerd zullen worden behandeld. Behoudens de incasso van 1 vordering is met de bank overeengekomen dat de boedel de incasso van de vorderingen op zich neemt tegen een boedelbijdrage van 15% over de geïncasseerde gelden.
In 2006 is een lening verstrekt aan partij A. In 2011 hebben partijen vastgesteld dat de omvang van de lening € 80.000,00 bedroeg. Vervolgens is een aflossingsschema overeengekomen van € 500,00 per maand. Toen niet aan de aflossingsverplichtingen werd voldaan is een procedure in Kort Geding gevoerd, waarbij de rechter partij A veroordeelde om de inmiddels opgelopen achterstand ad € 8.500,00 te voldoen, een en ander te vermeerderen met rente en kosten. Voorts is partij A veroordeeld om het aflossingsschema na te komen. Naar ik heb begrepen is naderhand getracht om de zaak tot een oplossing te brengen, echter zonder resultaat. Betalingen zouden verder zijn uitgebleven. Inmiddels is met deze partij contact gelegd en zij is in de gelegenheid gesteld om op korte termijn met een voorstel tot inlossing te komen.
Een tweede vordering heeft betrekking op niet nakoming van de aflossingsverplichtingen wegens overname van de onderneming. Deze vordering bedraagt ongeveer € 20.000,00. Ook deze partij is in de gelegenheid gesteld om een voorstel tot inlossing bij de curator neer te leggen.
De derde vordering zou in hoofdsom € 70.000,00 bedragen wegens onder andere een verstrekte lening. Het dossier dat bij het incassobureau liep zou op verzoek van gefailleerde medio 2013 zijn gesloten. Naar ik heb begrepen zou de debiteur geen verhaal bieden. Inmiddels is vastgesteld dat enkele jaren geleden al een voorziening was opgenomen in de balans. Het dossier zal nader worden bestudeerd om de verdere incassokansen te beoordelen.
De vierde vordering bedraagt in hoofdsom € 1.342,00. Het incassotraject zou tot op heden niet succesvol zijn geweest.
Ten aanzien van de vijfde vordering, in hoofdsom groot € 12.390,00 is een toewijzend vonnis verkregen. Nu deze partij mondjesmaat betalingen aan de deurwaarder verricht zal de bank zelf afspraken met de deurwaarder maken.
De laatste vordering betreft een vordering in rekening courant met de aandeelhouder van afgerond € 75.000,00. Tegenover deze vordering staat de stamrechtverplichting betreffende een levenslang direct ingaande lijfrenteuitkering ten gunste van de DGA. In verband met zijn overlijden is de uitkering volledig overgegaan naar de partner, mevrouw Van Groen. Onderzocht zal worden of een beroep op verrekening zal slagen.
(2e openbaar verslag) In deze en volgende verslagen zullen de 6 vorderingen alfabetisch worden weergegeven.
De incasso van de vordering op debiteur A verloopt moeizaam. Met deze debiteur is meerdere malen telefonisch overleg gevoerd, waarbij de toezegging is gedaan dat een voorstel zal worden neergelegd. Inmiddels is een indicatief voorstel ontvangen. Om dit voorstel op haar waarde te kunnen beoordelen is om verdere (financiële) gegevens van de debiteur gevraagd. De debiteur heeft zich bereid verklaard deze beschikbaar te stellen.
Debiteur B dient nog een deel van de koopsom wegens overname van de onderneming te voldoen. In deze kwestie zijn verdere onderliggende stukken beschikbaar gekomen en is inmiddels correspondentie op gang gekomen. Het verweer van de debiteur is nader in onderzoek.
Ten aanzien van debiteur C gold dat in het verleden al een voorziening was opgenomen. Naar de vordering is een eerste onderzoek gedaan. Uit de onderliggende stukken blijkt dat deze debiteur enkel een bijstandsuitkering heeft, zodat de verhaalsmogelijkheden beperkt lijken. Bovendien was de door deze debiteur gedreven eenmanszaak begin 2012 uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het dossier zal nader worden bestudeerd op aanknopingspunten, waarna overleg met de pandhouder zal worden gevoerd over eventuele verder te ondernemen stappen.
Ten aanzien van debiteur D zijn nog geen onderliggende stukken beschikbaar gekomen. Wel heeft de curator de beschikking over een jaarrekening, waaruit weinig tot geen verhaalsmogelijkheden naar voren komen. Met de bank zal overleg worden gevoerd over voortzetting van de incasso.
De incasso van de vordering op debiteur E wordt door de bank verzorgd. Deze vordering zal in het vervolg van het faillissement niet meer behandeld worden.
Ten aanzien van de laatste vordering, de vordering op debiteur F, is het onderzoek nog gaande.
(3' openbaar verslag) De door debiteur A ter beschikking gestelde financiële gegevens zijn beoordeeld. Op basis daarvan is het indicatieve voorstel afgewezen en is debiteur A verzocht met een beter voorstel te komen. Na de reactie van de debiteur zal nader overleg worden gevoerd met de bank over de vervolgstappen.
Het verweer van debiteur B wordt door de curator verworpen. De debiteur is aangeschreven en verzocht c. q. gesommeerd tot betaling van de achterstallige termijnen over te gaan. Onder voorbehoud van toestemming van de bank en de rechter-commissaris is een voorstel tot een minnelijke regeling gedaan.
Ten aanzien van debiteur C heeft de curator aan de bank voorgesteld de incasso te staken, vanwege het feit dat de debiteur geen verhaal biedt.
Gezien het feit dat de vordering op debiteur D een relatief geringe waarde vertegenwoordigt en het feit dat er geen verhaalsmogelijkheden lijken te zijn, heeft de curator de bank voorgesteld de incasso te staken, aangezien de kosten die gemoeid zouden zijn met nadere werkzaamheden ter zake van deze debiteur niet in het belang van de boedel zijn.
Ten aanzien van debiteur F is het onderzoek nog gaande.
4e openbaar verslag
Met debiteur A is met toestemming van de rechter-commissaris een minnelijke regeling getroffen. Debiteur A zal - tegen finale kwijting voor het restant van de vordering - gedurende twaalf maanden maandelijks een bedrag ad € 1.000,-- op de faillissernentsrekening voldoen. De eerste twee termijnen zijn inmiddels voldaan. De regeling zal lopen tot en met januari 2016.
Met debiteur B is eveneens met toestemming van de rechter-commissaris een minnelijke regeling getroffen. Debiteur B heeft een bedrag ineens van € 16.000,-- op de faillissementsrekening voldaan, tegen finale kwijting voor het restant van de vordering.
In overleg met de bank is de incasso op debiteur C en debiteur D gestaakt. Deze debiteuren zullen in volgende faillissementsverslagen niet meer worden vermeld.
Ten aanzien van debiteur F is in overleg met de bank de incasso tevens gestaakt. Deze vordering betreft de vordering in rekening-courant op aandeelhouder en bestuurder mevrouw Van Groen. Tegenover deze vordering staat een stamrechtverplichting van gefailleerde, inhoudende een levenslange lijfrente-uitkering ten gunste van mevrouw Van Groen.
Mevrouw Van Groen ontvangt de lijfrente-uitkering niet omdat gefailleerde niet over de middelen beschikt om deze uitkering te voldoen. Bovendien staat tegenover de vordering uit hoofde van de lijfrente-uitkering een vordering van gefailleerde uit hoofde van de rekening-courantpositie. In plaats van uitkering van de lijfrente-uitkering werd voorafgaand aan het faillissement het bedrag van de uitkering in mindering gebracht op de rekening-courantpositie. Een en ander blijkt uit de jaarstukken. De vordering uit hoofde van de lijfrente-uitkering overstijgt thans de rekeningcourantvordering, zodat mevrouw Van Groen ter zake een beroep op verrekening zou kunnen doen.
Desondanks is de verhaalspositie van mevrouw Van Groen onderzocht. Bij de bank en de Belastingdienst zijn in dat kader gegevens opgevraagd. Onder andere gegevens omtrent inkomen, banksaldi, onroerend goed en hypothecaire leningen zijn onderzocht. Uit de gegevens blijkt dat mevrouw Van Groen geen verhaal zou kunnen bieden voor de rekening-courantpositie. In volgende verslagen zat deze debiteur niet meer worden vermeld.
4.2 Opbrengst Oe openbaar verslag) Er is nog geen opbrengst verkregen.
(2' openbaar verslag)
Nog geen opbrengst.
(3" openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag De aflossingsregeling met debiteur A zat uiteindelijk € 12.000,-- opbrengen. Tot op heden is € 2.000,-- op de faillissernentsrekening ontvangen.
Debiteur B heeft een bedrag ad € 16.000,-- voldaan.
De debiteurenopbrengst is verpand aan de bank. De boedel heeft met de bank reeds afgerekend over de opbrengst van debiteur B. Een bedrag ad € 13.600,-- is doorgestort naar de bank.
De boedel zal periodiek met de bank afrekenen over de opbrengst van debiteur A. Tot op heden is dat nog niet gebeurd.
4.3 Boedelbijdrage (1' openbaar verslag) 15% over de door de boedel geïncasseerde gelden.
(2e openbaar verslag) Geen verdere ontwikkelingen.
(3' openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag Geen wijzigingen.
5. BANK/ZEKERHEDEN
5.1 Vordering van bank(en) (1' openbaar verslag) De Rabobank heeft een vordering ad € 39.930,89 aangemeld.
(2e openbaar verslag) Geen aanvullingen.
(3' openbaar verslag) Geen aanvullingen.
4e openbaar verslag Geen wijzigingen. Wegens de opbrengst van de verpande debiteuren zal de vordering van Rabobank lager uitvallen. 5.2 Leasecontracten (1' openbaar verslag) Er zijn geen leasecontracten.
(2e openbaar verslag) Afgewikkeld.
5.3 Beschrijving zekerheden (1' openbaar verslag) De zekerheden bestaan voor de bank uit verpanding van voorraad, inventaris en vorderingen op derden. Daarnaast staat de directie borg.
(2 openbaar verslag) Geen aanvullingen.
(3' openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag Geen wijzigingen. 5.4 Separatistenpositie (1' openbaar verslag) Behoudens 1 vordering zal de boedel de debiteuren incasseren.
(2e openbaar verslag)
Geen aanvullingen.
(3' openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag Geen wijzigingen. 5.5 Boedelbijdragen (1e openbaar verslag) Zie paragraaf 4.3.
5.6 Eigendomsvoorbehoud (1e openbaar verslag) Niet ingeroepen. Dit speelt ook niet.
(2e openbaar verslag) Afgewikkeld. Niet ingeroepen.
5.7 Reclamerechten (1e openbaar verslag) Niet ingeroepen. Dit speelt ook niet.
(2' openbaar verslag) Afgewikkeld. Niet ingeroepen.
5.8 Retentierechten (1e openbaar verslag) Niet ingeroepen. Dit speelt ook niet.
(2' openbaar verslag) Afgewikkeld. Niet ingeroepen.
6. DOORSTART/VOORTZETTEN (1e openbaar verslag) Dit speelt niet. De activiteiten zijn reeds in 2011 overgenomen.
(2' openbaar verslag) Afgewikkeld.
7. RECHTMATIGHEID 7.1 Boekhoudplicht (1' openbaar verslag) Voor zover kan worden overzien is aan de boekhoudplicht voldaan.
(2' openbaar verslag) Over 2013 is er geen boekhouding gevoerd, zodat over deze periode niet aan de boekhoudplicht is voldaan. Er is in die periode geen omzet gegenereerd. De bedrijfsactiviteiten waren door de overname van de onderneming immers gestaakt.
(3e openbaar verslag) Geen aanvullingen.
7.2 Depot jaarrekeningen (1e openbaar verslag) Boekjaar
Datum deponering
2012
11-10-2013
2011
10-04-2012
2010
05-09-2011
2009
29-12-2010
De jaarrekeningen zijn tijdig gedeponeerd.
(2e openbaar verslag) Afgewikkeld.
7.3 Goedkeurende verklaring accountant (1' openbaar verslag) N.v.t.
7.4 Stortingsverplichting aandelen
(1' openbaar verslag) Niet bekend. Gezien de oprichtingsdatum van de onderneming is een eventuele vordering terzake verjaard.
(2' openbaar verslag) Afgewikkeld.
7.5 Onbehoorlijk bestuur (1' openbaar verslag) Nu aan de boekhoudplicht is voldaan en de jaarrekeningen tijdig zijn gedeponeerd, zal de curator moeten bewijzen dat het bestuur haar taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld. Het bestuur kan op dit punt tegenbewijs leveren.
Slaagt de curator erin om aannemelijk te maken dat het bestuur haar taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld, dan dient de curator - eveneens met de mogelijkheid van tegenbewijs door de directie - aannemelijk te maken dat het onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
Bezien tegen de achtergrond van bovenstaande en de oorzaken van het faillissement is de curator niet gebleken van feiten of omstandigheden die in de richting van kennelijk onbehoorlijk bestuur wijzen. De curator zal niet overgaan tot aansprakelijkheidsstelling van de directie. Dit onderdeel kan daarmee worden afgewikkeld.
(28 openbaar verslag) Nu vooralsnog blijkt dat over 2013 niet aan de boekhoudplicht is voldaan is de vraag of mogelijke aansprakelijkheid van de directie moet worden heroverwogen. In beginsel leidt het niet voldoen aan de boekhoudplicht tot het niet voor tegenbewijs vatbare vermoeden dat het bestuur haar taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld. Vervolgens treedt het wel voor tegenbewijs vatbare vermoeden in dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
De directie is daarmee aan zet. Zij dient aannemelijk te maken dat andere oorzaken in belangrijke mate tot het faillissement hebben geleid. Gezien de oorzaken van het faillissement - verwezen wordt naar paragraaf 1.7 - meen ik dat andere oorzaken dan kennelijk onbehoorlijk bestuur in belangrijke mate aan het faillissement hebben bijgedragen. Het standpunt van de curator om het bestuur niet aansprakelijk te stellen is daarmee ongewijzigd. Dit onderdeel blijft daarmee afgewikkeld.
7.6 Paulianeus handelen (1' openbaar verslag)
Van paulianeus handelen is de curator - ook na bestudering van de bankafschriften - niet gebleken. Dit onderdeel kan eveneens worden afgesloten.
8. CREDITEUREN
8.1 Boedelvorderingen (1' openbaar verslag) Tot op heden zijn geen boedelvorderingen aangemeld. Deze worden - behoudens de faillissementskosten - ook niet verwacht.
(2' openbaar verslag) Geen ontwikkelingen. Dit onderdeel wordt afgesloten. Indien zich in de toekomst ontwikkelingen voordoen zal dit onderdeel heropend worden.
8.2 Preferente vordering(en) van de fiscus (1e openbaar verslag) De fiscus heeft nog geen vordering ingediend. Volgens de directie was men fiscaal "bij".
(2' openbaar verslag) Van de fiscus is nog geen vordering ontvangen. Dit onderdeel wordt afgesloten. Mocht de fiscus zich alsnog melden, dan zal dit onderdeel worden heropend.
4e openbaar verslag De fiscus heeft op grond van artikel 29 lid 2 Wet op de omzetbelasting een preferente vordering ad € 7.576,-- aangemeld. 8.3 Preferente vordering(en) van het UWV (1e openbaar verslag) Het UWV heeft nog geen vordering ingediend. Een vordering is ook niet te verwachten.
(2' openbaar verslag) Afgewikkeld. Geen vordering. Een vordering wordt niet verwacht.
8.4 Andere preferente crediteuren (1' openbaar verslag)
roe
advocaten
Andere preferente crediteuren hebben zich nog niet gemeld. Wegens kosten voor de aanvraag van het faillissement wordt nog wel een preferente vordering van de aanvrager verwacht.
(2' openbaar verslag) De aanvrager van het faillissement heeft een preferente vordering van € 2.501,79 aangemeld.
(38 openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4' openbaar verslag Dit onderdeel wordt afgewikkeld. Mocht er zich nog een preferente crediteur melden, dan zat dit onderdeel worden heropend. 8.5 Aantal concurrente crediteuren (1' openbaar verslag) De aanvrager van het faillissement lijkt de enige concurrente crediteur te zijn naast de vordering van de bank. Zij heeft haar vordering formeel nog niet aangemeld.
(2' openbaar verslag) Tot op heden 1. De crediteuren kan nog toenemen met de vordering van de bank, voor zover zij niet uit de gestelde zekerheden kan worden voldaan.
(38 openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag Geen wijzigingen. 8.6 Bedrag concurrente crediteuren (1' openbaar verslag) Nog geen vordering aangemeld. Er wordt rekening gehouden met een concurrente vordering van ongeveer € 38.000,00.
(2' openbaar verslag) € 41.698,92.
(3' openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag
Geen wijzigingen. 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling (1' openbaar verslag) Nog niet bekend. Een en ander is volledig afhankelijk van het resultaat van de debiteurenincasso.
(2' openbaar verslag) Zie verslag 1.
(3e openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag Nog niet bekend. Verwezen wordt naar hetgeen reeds in het eerste verslag is opgemerkt. 9. OVERIG
9.1 Termijn afwikkeling faillissement (le openbaar verslag) Nog niet bekend.
(2e openbaar verslag) Nog niet bekend.
(3' openbaar verslag) Nog niet bekend.
4e openbaar verslag
Nog niet bekend. In elk geval dient de betalingsregeling met debiteur A te worden afgewacht. Deze loopt tot en met januari 2016. 9.2 Plan van aanpak
(l e openbaar verslag) Debiteurenincasso.
(2' openbaar verslag) Zie verslag 1.
(3' openbaar verslag) Geen wijzigingen.
4e openbaar verslag Afwachten betalingsregeling debiteur A. 9.3 Indiening volgend verslag In beginsel drie maanden na dato. Hoorn, 24 maart 2015
mr. W.M. Stroek Curator