Informatie- en uitvoeringsafspraken voor Glasvezelprojecten in Stedin-gebied

Informatie- en uitvoeringsafspraken voor Glasvezelprojecten in Stedin-gebied

Status : Versienummer : Datum :

Definitief 1.2 17-04-2014

Akkoord namens Reggefiber:

Akkoord namens Stedin:

Directeur gebiedsontwikkeling

Directeur Techniek

Datum: v1.0 ondertekend op 21 mei 2012 Datum: v1.0 ondertekend op 21 mei 2012

Informatie- en uitvoeringsafspraken Reggefiber-Stedin

Blad Status Versie Datum

Glasvezelprojecten in Stedin-gebied

: : : :

2 / 21 Definitief 1.1 + update 17-04-2014

Documentbeheer Versie 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 1.0 1.0 1.1 1.2

Datum 01-11-2011 09-11-2011 14-12-2011 03-02-2012 14-02-2012 01-05-2012 02-05-2012 21-05-2012 04-06-2012 17-04-2014

Status Concept Concept Concept Concept Concept Concept Definitief Definitief Definitief Definitief

Auteur Frans Vlek Frans Vlek Frans Vlek Frans Vlek Frans Vlek Frans Vlek Frans Vlek Frans Vlek Frans Vlek Frans Vlek

Reden Eerste opzet e 1 commentaar Stedin e 2 commentaar Stedin Commentaar Reggefiber Aanpassing par. 3.3 e 2 commentaar Reggefiber Akkoord Reggefiber Ondertekening directies Aanpassing bijlage 3 Aanpassing bijlage 1 en 3

Primaire verspreiding Organisatie Reggefiber

Stedin

Functie Manager Bouw Centraal Regiomanager Regiomanager Regiomanager Directeur Techniek Manager Strategie Hoofd Decentrale NetCoördinatie Hoofd Risico- en Portfoliomanagement Teamleider Decentrale NetCoördinatie Teamleider Decentrale NetCoördinatie Teamleider Decentrale NetCoördinatie

Naam

Secundaire verspreiding De ontvangers kunnen dit document binnen hun eigen (project)organisatie beschikbaar stellen aan belanghebbenden. Voor verspreiding buiten Reggefiber, Stedin en/of de projectorganisatie s.v.p. overleggen met de documentbeheerder.

Informatie- en uitvoeringsafspraken Reggefiber-Stedin Glasvezelprojecten in Stedin-gebied


: : : :


Inhoudsopgave DOCUMENTBEHEER ............................................................................................................................. 2 PRIMAIRE VERSPREIDING ................................................................................................................... 2 SECUNDAIRE VERSPREIDING ............................................................................................................. 2 1

INLEIDING ....................................................................................................................................... 4 1.1 1.2 1.3 1.4

2

GLOBALE WERKWIJZE ................................................................................................................. 5 2.1 2.2

3

GAS.......................................................................................................................................... 10 ELEKTRICITEIT........................................................................................................................... 10 HOE TE HANDELEN BIJ BESCHADIGINGEN EN STORINGEN.............................................................. 11

PROCESBEWAKING .................................................................................................................... 12 6.1 6.2 6.3

7

VOORTRAJECT ............................................................................................................................ 7 VOORBEREIDING UITVOERING....................................................................................................... 7 UITVOERING ................................................................................................................................ 7

RISICO’S BIJ HET WERKEN NABIJ ENERGIE-INFRASTRUCTUREN ..................................... 10 5.1 5.2 5.3

6

STRATEGISCH NIVEAU.................................................................................................................. 6 TACTISCH NIVEAU ........................................................................................................................ 6 UITVOEREND NIVEAU ................................................................................................................... 6

INFORMATIE- EN UITVOERINGSAFSPRAKEN ........................................................................... 7 4.1 4.2 4.3

5

REGGEFIBER ............................................................................................................................... 5 STEDIN ....................................................................................................................................... 5

COMMUNICATIE ............................................................................................................................. 6 3.1 3.2 3.3

4

ACHTERGROND ........................................................................................................................... 4 DOEL .......................................................................................................................................... 4 DOELGROEP ............................................................................................................................... 4 SCOPE ........................................................................................................................................ 4

DAGELIJKS CONTACT/TOEZICHT.................................................................................................. 12 SCHADERAPPORTAGE................................................................................................................ 12 PERIODIEK OVERLEG MANAGEMENT ............................................................................................ 12

BIJLAGEN ..................................................................................................................................... 13

BIJLAGE 1: INSTRUCTIEKAART ZORGVULDIG GRAVEN .............................................................. 14 BIJLAGE 2: AANBEVELINGEN AGENTSCHAP TELECOM ............................................................. 14 BIJLAGE 3: INHOUD TOOLBOXMEETINGS ...................................................................................... 16 BIJLAGE 5: GEBIEDSINDELING REGGEFIBER ............................................................................... 19 BIJLAGE 6: GEBIEDSINDELING STEDIN .......................................................................................... 19 BIJLAGE 7: FOLDER KLIC/WION STEDIN (GEDEELTELIJK).......................................................... 21



: : : :


1 Inleiding 1.1

Achtergrond

In 2010 werd duidelijk dat Reggefiber Netwerk Exploitatie Maatschappijen (NEM) opricht welke opdrachtgever zijn van de aanleg van glasvezelnetten binnen het verzorgingsgebied van Stedin. Vanwege het ontbreken van communicatielijnen tussen de partijen kon Stedin in eerste instantie niets anders doen dan het oplossen van de elektriciteits- en gasstoringen die het gevolg waren van graafschade. Intussen zijn er op alle niveaus contacten ontstaan en wordt gezocht naar de meest effectieve wijze van communiceren waar nodig en samenwerken waar mogelijk.

1.2

Doel

Het primaire doel is om de veiligheid van uitvoerenden en omwonenden te waarborgen en schades die het gevolg kunnen zijn van de aanleg van glasvezelnetten te voorkomen. In plaats van te reageren op ontstane (gevaarlijke) situaties wordt actief gezocht naar de mogelijkheden om elkaar tijdig te informeren en te instrueren. Stedin werkt proactief aan de verbetering van de veiligheid van haar assets en werkmethoden. Van partners wordt dezelfde houding verwacht. Het tweede doel is om voor aanvang van de aanleg door Reggefiber in een aansluitgebied eventuele combinatiewerken te herkennen.

1.3

Doelgroep

Dit document is bedoeld voor iedereen die betrokken is of wordt bij de aanleg van een glasvezelnet in opdracht van Reggefiber binnen het verzorgingsgebied van Stedin.

1.4

Scope

De hierna beschreven informatie- en uitvoeringsafspraken gelden uitsluitend tussen Reggefiber en Stedin. Zij hebben betrekking op het gehele traject vanaf het beslismoment binnen Reggefiber om een NEM op te richten tot en met het opleveren van het glasvezelnet door de aannemer aan de NEM. Bij elk binnen het verzorgingsgebied van Stedin nieuw te starten glasvezelproject worden de beschreven afspraken en maatregelen gehanteerd.



: : : :


2 Globale werkwijze 2.1

Reggefiber

Reggefiber ontvangt aanvragen voor de aanleg van een glasvezelnet in een bepaalde gemeente en voert zelf ook marktonderzoek uit. Wanneer er voldoende perspectief/draagvlak is, kan Reggefiber besluiten tot de aanleg van een glasvezelnet over te gaan. Na de interne voorbereiding en het vergunningstraject (doorlooptijd: 12-14 maanden) wordt het besluit tot aanleg extern gecommuniceerd en wordt door de desbetreffende NEM een aannemer gecontracteerd. Dat moment ligt doorgaans 4 maanden voor de start van de daadwerkelijke uitvoering. De NEM besteedt aan o.b.v. een bestek, waaraan in toenemende mate uitvoeringsregels worden toegevoegd. De dagelijkse operatie binnen een project wordt geleid door een projectleider of – manager. Deze kan meerdere projecten tegelijkertijd onderhanden hebben. De projectleiders worden ondersteund door toezichthouders.

2.2

Stedin

Vanaf 1 november 2011 kan Stedin via contacten met de gemeentes (het “nutsoverleg”) worden geïnformeerd over de voorgenomen aanleg van een glasvezelnet. In zijn algemeenheid is het eerste formele (en wettelijk vastgelegde) moment waarop Stedin wordt geïnformeerd de KLIC-aanvraag. Op dat moment is een preventiemedewerker in staat om te bepalen of er een noodzaak is tot preventieve activiteiten en/of bezoeken ter plaatse. De aanwezigheid van een hoogspanningskabel en/of een hogedrukleiding binnen een opgegeven graafpolygoon zal altijd leiden tot het zoeken van contact met degene die de KLIC-melding heeft verzorgd. Binnen Stedin is de Operationeel Netcoördinator (ONC) de feitelijke beheerder van een (deel-)net, of dat nu gas of elektriciteit is. Deze ONC bepaalt de mate van toezicht op werken van derden, die plaatsvinden nabij eigendommen van Stedin. Tevens kan hij aanwijzingen geven voor de bescherming van kabels en leidingen, wanneer derden werken in de nabijheid daarvan.




: : : :


3 Communicatie 3.1

Strategisch niveau

De directies van Reggefiber en Stedin overleggen met elkaar op strategisch niveau.

3.2

Tactisch niveau

De regiomanagers van Reggefiber overleggen 3-4 keer per jaar met de teamleiders van StedinNetcoördinatie over plannings- en uitvoeringsaspecten. Daarnaast overleggen de regiomanagers en vertegenwoordigers van Stedin-Realisatie over aanbestedingen en combi-aanleg.

3.3

Uitvoerend niveau

Voor de dagelijkse gang van zaken vindt overleg plaats tussen de projectleiders/-managers en uitvoerders van de plaatselijke aannemer van Reggefiber en de ONC’s en preventiemedewerkers van Stedin. De Projectmanager van Reggefiber geeft tijdens de eerste Toolbox op het werk uitleg over de gemaakte afspraken met Stedin en overige van belang zijnde zaken. Stedin geeft eveneens voorlichting. De Regiomanagers van Reggefiber en de Teamleiders van Stedin komen 3 x per jaar bijeen om de opvolging van gemaakte afspraken, eventuele nieuwe ontwikkelingen te bespreken en de uitrol van nieuwe door Reggefiber te verglazen plaatsen kenbaar te maken. Contactmatrix Aannemer Uitvoerder

Stedin Preventiemedewerker KLIC/WION

Inhoud Gang van zaken, mate en wijze van toezicht, schades Instructies, werkafspraken, escalaties

Frequentie Dagelijks; naar behoefte

Projectleiders/manager

Operationeel NetCoördinator

Reggefiber Kwaliteitsmedewerker Projectmanager

Stedin Preventiemedewerker KLIC/WION Operationeel NetCoördinator

Inhoud Eerste Toolbox

Frequentie 1-malig bij start werk; bij escalaties 1-malig bij start werk; bij escalaties; Evt bij Bouwvergaderingen

Reggefiber Regiomanagers

Stedin Teamleiders Decentrale NetCoördinatie

Inhoud Opvolging afspraken en nieuwe ontwikkelingen. Uitrol plaatsen kenbaar maken.

Eerste Toolbox tbv: Instructies, werkafspraken. Escalaties

Maandelijks

Frequentie 3x per jaar; evt. bij escalaties




: : : :


4 Informatie- en uitvoeringsafspraken 4.1

Voortraject

In het tactisch overleg informeren de regiomanagers van Reggefiber Stedin over nieuw aan te leggen gebieden. Contactgegevens: District Stedin West Oost

4.2

Functie Coördinator Overleg Overheden Teamleider Netcoördinatie Gas Coördinator Overleg Overheden Teamleider Netcoördinatie Gas

Mailadres FM_NutsoverlegNoord [email protected] FM_NutsoverlegMidden [email protected]

Telefoon 088-89 63298 088-89 63787 088-89 63659 088-896 3288

Voorbereiding uitvoering

4.2.1 Kennismaking Wanneer de projectleider en de aannemer bekend zijn, neemt de Projectmanager van Reggefiber z.s.m. contact op met de preventiemedewerker KLIC/WION van Stedin. Er volgt dan uiterlijk 2 weken voor de start uitvoering een kennismakingsgesprek tussen de projectleider van Reggefiber, de uitvoeringsverantwoordelijke van de aannemer en de preventiemedewerker en de betrokken ONC’s elektriciteit en gas van Stedin. Reggefiber en de aannemer brengen daarbij de planning en voorgenomen werkwijze in; Stedin vermeldt de gebiedsspecifieke kenmerken van de netten en de eventuele bijzondere voorzorgsmaatregelen. Tevens worden de Stedin-huisaansluitschetsen ingebracht, voor zover beschikbaar. District Stedin West Oost

Functie Preventiemedewerker KLIC/WION Preventiemedewerker KLIC/WION

Mailadres FM.KLIC.Noord FM.KLIC.Midden

Telefoon 0646161553 0615068838

4.2.2 Start uitvoering Voorafgaand aan de daadwerkelijke start van de uitvoering wordt door Reggefiber een toolboxbijeenkomst georganiseerd, waarin aan alle uitvoerenden wordt uitgelegd wat er van hen verlangd wordt. Stedin zal daarbij een presentatie verzorgen over de risico’s, voorzorgsmaatregelen en wat verder voor haar van belang is. Deelname wordt vastgelegd in notulen, presentielijst en/of het persoonlijke Veiligheidspaspoort van de betrokken medewerker(s).

4.3

Uitvoering

4.3.1 Instructies en aanbevelingen 1. KLIC (WION)-gegevens (inclusief huisaansluitingschetsen, indien geleverd) dienen altijd op het werk aanwezig te zijn.



: : : :


2. Zonder KLIC (WION)-gegevens mag er niet machinaal worden gegraven/geschoten (bodempersluchtraket). 3. Het tracé wordt bepaald door de gemeente; al dan niet aan de hand van standaard dwarsprofielen. Voordat met het graven van de geul kan worden gestart, dient aan de hand van proefsleuven het aangewezen tracé te worden worden gecontroleerd op aanwezigheid van onder meer leidingen en kabels. 4. Proefsleuven moeten conform de CROW-instructiekaart Zorgvuldig graven worden uitgevoerd. 5. Wanneer in het te graven tracé bestaande kabels en leidingen van overige Nutsbedrijven liggen mag uitsluitend de bovenste laag machinaal worden ontgraven. Zoals in de richtlijn omschreven, is voorsteken hierbij een vereiste. 6. In de openbare grond mag alleen d.m.v. een persluchtraket worden geschoten wanneer de grondeigenaar dit eist. 7. Voordat een tuinboring (bodempersluchtraket) kan worden gemaakt moet bekend zijn waar de nutsvoorzieningen in de woningen zijn ingevoerd. (normaliter is dit t.h.v. de meterkast, maar dit is niet altijd het geval). 8. Een tuinboring (bodempersluchtraket) wordt vanuit de hoofdgeul naar de woning geschoten (geperst). Hiervoor worden twee gaten gegraven (schiet- en ontvangstgat). Een raketboring (bodempersluchtraket) mag niet diagonaal vanaf de hoofdgeul naar de woning worden geschoten. Het ontvangstgat moet zodanig worden uitgevoerd dat zeker kan worden gesteld dat er geen reeds aanwezige leidingen of kabels worden geraakt. 9. Wanneer een tuinboring (bodempersluchtraket) wordt gemaakt moet de betreffende raket vanaf het schietgat uitgezet kunnen worden. Per persoon mag slechts één raketboring tegelijkertijd worden uitgevoerd. De medewerkers die de tuinboring uitvoeren moeten vakbekwaam zijn. De tuinboring moet op veilige afstand, bij voorkeur minimaal 1 meter, naast een gas/elektra leiding te worden gemaakt. De aanpak moet per locatie door de projectleider van de aannemer van Reggefiber vooraf worden overlegd met de ONC van Stedin. 10. Bij het invoeren van de nieuwe aansluiting moet worden zeker worden gesteld dat naburige (onder)doorvoeringen van andere voorzieningen niet worden geraakt. 11. Wanneer ondanks het zorgvuldig graven en alle beheersmaatregelen toch een kabel/buis wordt beschadigd dient - nadat de richtlijnen voor het melden van en handelen na schades zijn gevolgd altijd de projectleider van Reggefiber hierover geïnformeerd te worden (U hebt een meldingsplicht betreffende kabel- leidingschade). 12. Een ieder is verantwoordelijk voor de werkzaamheden die hij/zij uitvoert.



: : : :


13. Het is noodzakelijk dat leidinggevenden preventief controles uitvoeren betreffende het zorgvuldig graven en het naleven van de beheersmaatregelen. Uitvoerende ploegen moeten er altijd rekening mee houden dat er structureel en preventief gecontroleerd wordt. De voorman/uitvoerder is uiteindelijk de eind verantwoordelijke voor de uitvoering van de door zijn ploeg uitgevoerde werkzaamheden. 14. Bij vragen of twijfel altijd contact opnemen met verantwoordelijke projectleider/uitvoerder of opdrachtgever.

4.3.2 Toezicht en werkbezoeken 4.3.2.1

Toezicht Reggefiber

De aannemer is en blijft verantwoordelijk voor alle werkzaamheden welke onder haar regie worden uitgevoerd. Omdat Reggefiber ook graag in het werk op de hoogte blijft van de geleverde kwaliteit worden door kwaliteitsmedewerkers van Reggefiber op basis van steekproeven controles uitgevoerd. Hierbij wordt d.m.v. de instructies en de KLIC-gegevens, die aanwezig moeten zijn op de locatie, beoordeeld of de desbetreffende werkploeg volgens de afgesproken richtlijnen hun werkzaamheden uitvoeren. Bij constatering van een afwijking zal de kwaliteitsmedewerker in overleg met de projectmanager van Reggefiber beoordelen welke maatregel genomen moet worden. Van elk werkbezoek wordt een rapport opgemaakt welke aan de Projectmanager van Reggefiber en de Kwaliteitsmedewerker Centraal wordt toegezonden.

4.3.2.2

Toezicht Stedin

De ONC en preventiemedewerker van Stedin zullen de werklocaties regelmatig bezoeken. De frequentie en inhoud daarvan zijn afhankelijk van de voortgang en werkwijze van (de aannemer(s) van) Reggefiber. E.e.a. wordt bij voorkeur gecombineerd met het bouwoverleg tussen Reggefiber en aannemer(s).

4.3.3 Rapportages Schadeoverzichten: Stedin houdt overzichten bij in Excel. Deze worden op het werk getoetst bij de aannemer en gecommuniceerd met de projectleider van Reggefiber. Deze rapportage wordt periodiek aangeleverd bij de projectmanager van Reggefiber zodat dit besproken kan worden in het bouwoverleg tussen Reggefiber en de aannemer.

4.3.4 Sancties Mocht blijken dat overeengekomen afspraken door de aannemer van Reggefiber onvoldoende of niet worden nagekomen dan is het ter beoordeling van de Projectmanager van Reggefiber om hierop passende maatregelen te nemen. Overigens is Reggefiber voornemens op termijn aannemers en hun personeel te certificeren, waardoor sancties mogelijk voorkomen kunnen worden.



: : : :


5 Risico’s bij het werken nabij energie-infrastructuren 5.1

Gas

De risico’s van beschadiging van een gasleiding vallen uiteen in directe gevaren en indirecte gevaren:

5.1.1 Directe gevaren gas Wanneer een gasleiding zodanig beschadigd raakt dat het gas eruit stroomt, dan kan er met de omringende lucht een explosief mengsel ontstaan. Een mengsel van aardgas en lucht is explosief (brandbaar) in een verhouding gas-lucht tussen 5% en 15%. Daarboven (dus nog meer gas in de lucht) ontstaat kans op verstikking (zuurstofgebrek). In een sleuf zijn die grenzen (soms zeer) snel bereikt! Een beschadiging van een gasleiding moet dus onmiddellijk worden gemeld via het landelijk storingsnummer. Medewerkers van Stedin en van aannemers die in opdracht van Stedin werken mogen daarom niet werken in een gebied waarin de gasconcentratie hoger is dan 10% van de onderste explosiegrens, dus meer dan 0,5%. Om de veilige zone te kunnen bewaken beschikken zij over detectie-apparatuur op de man. Zie ook bijlage 4.

5.1.2 Indirecte gevaren gas Aardgas kan worden getransporteerd door de wind, maar ook door (glasvezel)mantelbuizen, riolen en gaten in de fundering van een gebouw. Het kan dus voorkomen dat een beschadigde gasleiding niet onmiddellijk wordt opgemerkt, maar pas aan het licht komt wanneer een bewoner gas ruikt op enige afstand van de beschadiging. Dit zijn zeer gevaarlijke situaties, die zo snel mogelijk moeten worden gemeld via het landelijk storingsnummer.

5.1.3 Voorzorgsmaatregelen Maak gebruik van de aansluitschetsen; vraag deze eventueel aan via de preventiemedewerker (zie 4.2.1). De overige eisen zijn verwoord in 4.3.1 en in bijlage 1.

5.2

Elektriciteit

Ook voor elektriciteit bestaan de risico’s uit directe en indirecte gevaren:

5.2.1 5.2.1.1

Directe gevaren elektriciteit Algemeen

Eén van de directe gevaren bij het raken van een kabel zijn vlambogen. Zo’n vlamboog (“steekvlam”) ontstaat als de isolatie van de kabel zodanig wordt beschadigd dat er een kortsluiting ontstaat. De temperatuur van de vlamboog kan oplopen tot 7000˚C. Een ander direct gevaar is elektrocutie. Als een ader zodanig is geraakt dat de aders komen bloot te liggen is dit levensgevaarlijk. In de elektriciteitsnetten van Stedin bestaan geen aardlekschakelaars die afschakelen bij een te hoge lekstroom. Als deze situatie niet direct wordt veiliggesteld is dit een gevaar voor de omgeving (denk aan onoplettende grondwerkers en spelende kinderen). 5.2.1.2

Middenspanning

Bij beschadiging van een middenspanningskabel (10.000 - 23.000 Volt), is er uitval van een groot leveringsgebied. Het gevaar wat er daarna ontstaat is dat er na afschakeling een restontlading op de MS-kabel blijft staan. Dat betekent dat na een beschadiging niemand de kabel mag aanraken, ook al is overal het licht uit! De moffen in middenspanningskabels kunnen bij een kabelschade dicht bij de mof of door mechanische belasting exploderen.


5.2.1.3


: : : :


Openbare verlichting

Een beschadigde of onderbroken kabel hoeft overdag niet gevaarlijk te zijn. Het kan zo zijn dat de beschadiging niet wordt opgemerkt, doordat de kabel overdag spanningsloos is. Na inschakelen van de openbare verlichting komt er pas spanning op de kabel, zodat pas op dat moment een gevaarlijke situatie ontstaat.

5.2.2 Indirecte gevaren elektriciteit Een indirect gevaar is het veroorzaken van een sluimerende storing. D.w.z. een storing waarbij geen kortsluiting wordt gemaakt, maar waarbij de isolatie wel degelijk is beschadigd. Na verloop van tijd zal er door vocht in de grond hier toch een kortsluiting ontstaan. Voorafgaand hieraan zullen de buurtbewoners last hebben van spanningswisselingen, wat weer schade aan apparatuur tot gevolg heeft. Het lokaliseren en repareren van zo’n storing is een tijdrovende klus waarbij mensen een lange tijd zonder spanning komen te zitten. Gelet op het feit dat mensen steeds afhankelijker worden van elektriciteit (denk ook aan mensen die afhankelijk zijn van medische apparatuur) is dit een ongewenste situatie.

5.2.3 Voorzorgsmaatregelen Maak gebruik van de aansluitschetsen; vraag deze eventueel aan via de preventiemedewerker (zie 4.2.1). De overige eisen zijn verwoord in 4.3.1 en in bijlage 1.

5.3

Hoe te handelen bij beschadigingen en storingen

5.3.1 Gas en elektriciteit Mocht er een gasleiding of elektriciteitskabel worden geraakt, neem dan meteen van afstand van de beschadiging en meld dit bij het landelijk storingsnummer energie: 0800-9009. Meld de soort werkzaamheden waarbij de schade of storing is ontstaan. Zorg ervoor dat voorbijgangers die zich niet bewust zijn van de situatie ook op een veilige afstand blijven, zet de locatie ruim af.

5.3.2 Glasvezel Schades aan het glasvezelnet van Reggefiber moeten direct worden gemeld via het centrale telefoonnummer 088-0063700.



: : : :


6 Procesbewaking 6.1

Dagelijks contact/toezicht

Zie 4.3.2.

6.2

Schaderapportage

Dit is beschreven onder 4.3.3, voor zover het de rapportage van Stedin aan Reggefiber betreft.

6.3

Periodiek overleg management

Eenmaal per kwartaal vindt overleg plaats tussen de regiomanagers van Reggefiber en de teamleiders NetCoördinatie van Stedin. Daarbij worden in ieder geval besproken: - planning - uitvoeringsaspecten - verbeterpunten


7 Bijlagen 1. Instructiekaart Zorgvuldig graven CROW 2. Aanbevelingen AT 3. Inhoud toolboxen 4. Explosiegrenzen Gronings aardgas 5. Gebiedsindeling Reggefiber 6. Gebiedsindeling Stedin 7. Folder KLIC/WION Stedin


: : : :



Bijlage 1: Instructiekaart zorgvuldig graven

Noot: deze instructiekaart is verkrijgbaar bij CROW, zie www.crow.nl


: : : :




: : : :


Bijlage 2: Aanbevelingen Agentschap Telecom

Bron: “Graafschade bij aanleg Glasvezel”, Agentschap Telecom, juli 2011



: : : :


Bijlage 3: Inhoud Toolboxmeetings Tijdens de toolboxmeetings dient minimaal aan de orde te komen:

Bespreking afspraken (Reggefiber) De afspraken uit dit document worden behandeld en toegelicht, waarbij de nadruk ligt op hoofdstuk 4.

Uitvoering tuinboring (Reggefiber)


Bijzonderheden gasnet (Stedin) Te denken valt aan: • Lagedruk/hogedruk • Materiaal • Herkenbaarheid • Diepteligging en -verloop • Eventuele bijzondere risico’s

Bijzonderheden elektriciteitsnet (Stedin) Te denken valt aan • Hoog-/midden-/laagspanning • Materiaal • Herkenbaarheid • Diepteligging en -verloop • Eventuele bijzondere risico’s


: : : :



•

Bijlage 4: Explosiegrenzen Gronings aardgas


: : : :



Bijlage 5: Gebiedsindeling Reggefiber

Noordoost Noordwest Midden Zuid


: : : :



Bijlage 6: Gebiedsindeling Stedin


: : : :



Bijlage 7: Folder KLIC/WION Stedin (gedeeltelijk)


: : : :


Informatie- en uitvoeringsafspraken voor Glasvezelprojecten in Stedin-gebied

Recommend Documents