Informatie voor ouder en begeleider
Welkom Het Kleine Weeshuis is gemaakt voor kinderen vanaf 4 t/m 10 jaar en hun (groot)ouders of begeleiders. De presentatie geeft een indruk van het leven in het Amsterdamse Burgerweeshuis in de 17de eeuw. Vier eeuwen lang was het weeshuis in het huidige museumgebouw gevestigd. Kinderen vanaf 7 jaar ontdekken het bijzondere verhaal van Jurriaan, een echte weesjongen uit die tijd. Voor kinderen onder de 7 jaar staan dieren centraal. Er mag veel worden aangeraakt, er zijn activiteiten en diverse voorwerpen ‘fluisteren’ hun verhaal.
Spelregels • Haal bij de kassa één armbandje per persoon. • Log in vóór de ingang van Het Kleine Weeshuis. • Wacht totdat jouw groepje aan de beurt is om naar binnen te gaan. • In de presentatie zie je dit symbooltje: Houd het armbandje ervoor en het weeshuis komt tot leven! Ze fluisteren, dus ga er maar dicht bij staan. • Gebruik ook het activiteiten overzicht (zie achterzijde boekje)
De Toegangspoort De poorten van het weeshuis zorgden ervoor dat niet iedereen zomaar naar binnen of naar buiten kon gaan. Binnen de muren was alles voor de bewoners aanwezig: slaapzalen, eetzalen, keukens, schooltjes, ziekenzalen inclusief eigen dokter, werkplaatsen, een bierbrouwerij, een koeienstal (tot 1632), een bakkerij etc. Eigenlijk was het weeshuis een klein dorp binnen de drukke stad.
Introductie Het 17de-eeuwse Amsterdam groeide uit zijn voegen. Door de slechte hygiëne en enkele pestepidemieën waren er veel weeskinderen in de stad. Amsterdam had verschillende weeshuizen. Het Burgerweeshuis was nog nooit zo vol geweest: in de 17de eeuw waren er zo’n 900 weeskinderen. De weesjongen Jurriaan heeft echt bestaan. Hij leefde van 1665 tot 1745.
De Portiersloge
De Regentenkamer
Kinderen mochten niet zomaar het weeshuis uit. Een uitzondering waren de oudere jongens, want zij gingen in de leer bij een meester in de stad. Van de portier kregen ze dan een ‘werkpenning’ mee. Meisjes mochten veel minder vaak weg. Soms moesten ze iets afgeven of boodschappen halen, dan kregen ze een ‘boodschappenpenning’ mee. De portier nam ook goederen in ontvangst. Op de briefjes is te zien wat er zoal binnenkwam. Aan de binnenzijde van de sleutelkast staan alle ruimtes beschreven van het enorme weeshuis.
Het weeshuis werd bestuurd door regenten en regentessen. Deze rijke Amsterdammers beheerden het geld en schreven regels en straffen uit. De heren vergaderden in de Regentenkamer, de mooiste kamer in het weeshuis. Op de reproductie aan de wand in Het Kleine Weeshuis is te zien dat daar nieuwe kinderen werden ingeschreven. Het Burgerweeshuis had een goede reputatie. Vergeleken bij veel andere weeshuizen hadden de kinderen het hier lang niet slecht.
Het Schijthuis
De school bevond zich in het weeshuis en de onderwijzer woonde intern. In de klas leerden kinderen veel minder dan nu: lezen, schrijven, rekenen en bijbelles. En er werd flink gestraft! Toch was school een luxe. Arme kinderen, buiten het weeshuis, gingen vaak al werken als ze zes jaar waren. Weeskinderen gingen omstreeks hun twaalfde jaar werken.
Er was nog geen stromend water, laat staan een echte wc met afvoer op een riolering. De kakdoos stond boven een emmer of zoals hier boven een sloot. Omdat er geen riolering was konden ziektes zich gemakkelijk verspreiden door ratten.
Het Leslokaal
De Eetzaal De kinderen aten in grote eetzalen. ’s Middags werd er warm gegeten. De maaltijden waren voedzaam en varieerden dagelijks. Weeskinderen aten met z’n vieren uit één diep bord. Elk kind had zijn eigen lepel, want vorken werden nog niet gebruikt in het weeshuis. Omdat het water vervuild was, dronken kinderen licht bier. Tijdens de maaltijd was het stil en werd er voorgelezen uit de bijbel.
De Keuken De ketels waarin gekookt werd voor de 900 weeskinderen waren enorm. Het menu voor de hele week stond vast. In de keuken was een ‘keukenmoeder’ de baas. In deze keuken zien we alleen Hollandse kruiden, want exotische kruiden zoals kaneel en kruidnagels waren er al wel, maar werden alleen in rijke huishoudens gebruikt.
De Pomp Het enige schone water was regenwater uit de pomp. Kinderen wasten zich niet meer dan één keer per week. Hierbij werd het hoofd overgeslagen, omdat dokters dachten dat water de hersenen zou kunnen aantasten. Zeep was er wel maar shampoo bestond nog niet. Er werden geen tanden gepoetst, soms werd met een stokje het ergste vuil tussen de tanden weggehaald.
De Slaapzaal
De kinderen sliepen in grote slaapzalen. Omdat het weeshuis zo vol was, waren er niet genoeg bedden. In de tijd van Jurriaan sliepen kinderen soms met z’n drieën in één bed. Alle wezen droegen hetzelfde kostuum. Rood en zwart, de kleuren van het Amsterdamse stadswapen. Veel opslagruimte hadden de kinderen niet nodig, want ze hadden geen persoonlijke bezittingen. Kinderen hadden vaak luizen. De grote kinderen hielpen de ‘binnenmoeders’ dan om de kleine kinderen te kammen.
De Koeienstal
Het weeshuis had een eigen koeienstal. Kinderen dronken veel minder melk dan nu. Maar met een koe in huis had je ook kaas en vlees. De stad was nog zo klein dat het vee ’s zomers vlakbij op een weiland kon grazen.
Het bureau van de Chirurgijn
In de 17de eeuw bestonden veel medicijnen nog niet en er was weinig bekend over hygiëne. In 1664 stierf ruim tien procent van de Amsterdams bevolking aan de pest, in totaal zo’n 25.000 mensen. Het weeshuis zat vol met kinderen die hun ouders waren verloren aan deze dodelijke ziekte. In het huis waren aparte zalen waar een ‘ziekenmoeder’ voor de zieken zorgde. Soms kwam de chirurgijn langs. Hij bekeek urine van de zieke kinderen in een zogenaamde ‘piskijker’.
De Poort
Het weeshuis was onderverdeeld in het Kinderhuis, het Meisjeshuis en het Jongenshuis met elk een eigen binnenplaats. Kinderen zaten tot een jaar of tien in het Kinderhuis. Daarna verhuisden ze naar het Meisjes- of het Jongenshuis. Je mocht nooit in een ander deel komen, zelfs niet als je eigen broer of zus daar woonde. Als je geluk had zag je elkaar op zondag tijdens de kerkdienst of bij familiebezoek.
Het Rommelhok let op: je kunt pas naar binnen als de uil dit heeft gezegd
Hier werd van alles opgeslagen. Als weeskinderen spullen hadden geërfd van hun ouders, werden die geveild. De Regenten beheerden de opbrengst en bij het afscheid kreeg de jong volwassene het geld uitgekeerd. De meeste weeskinderen verlieten de instelling op achttienjarige leeftijd. Op de eerste zondag van mei werd het vertrek van kinderen gevierd.
Uitgang
Rechts na de uitgang van de presentatie moeten de armbandjes weer worden ingeleverd. Mocht u het verhaal van kinderen boven de 6 jaar hebben gevolgd, dan kunt u hier met de hele familie het verhaal van Jurriaan afsluiten. Hier hangt namelijk het schilderij dat de echte Jurriaan in de 17de eeuw heeft gemaakt: in het medaillon heeft hij zichzelf geportretteerd.
Let op
Je bent nu weer het ‘Grote-Mensen-Museum’. Hier hangen echte originele oude voorwerpen en schilderijen die je niet mag aanraken.
Bezoek Het Kleine Weeshuis ook virtueel Kinderen kunnen het weeshuisspel spelen of een knutselpakket downloaden op hetkleineweeshuis.amsterdammuseum.nl
Kijk op onze website amsterdammuseum.nl voor kinderactiviteiten.
Museumshop De Museumshop heeft een uitgebreid assortiment boeken op het gebied van (kunst) geschiedenis over Amsterdam. Daarnaast zijn er speciale producten voor kinderen, zoals kinderboeken. Museumcafé Mokum Het museumcafé is gelegen aan de jongensbinnenplaats van het voormalige weeshuis. Op het menu worden speciale kindergerechten aangeboden. Eet smakelijk! Dit project werd mede mogelijk gemaakt door
Uitgave: Amsterdam Museum © 2011 Foto’s: Monique Vermeulen Ontwerp: Lokaalwerk, Yvonne Willems
Activiteiten overzicht
HET LESLOKAAL
INTRODUCTIE RUIMTE 1. Collectebus & Muis DE POR TIERSLOGE 1. Inktpotje 2. Penningenkistje Speel het penningenspel. De penningen die belicht worden in het penningenkistje. HET SCHIJTHUIS 1. Kakdoos & rat DE REGENTENKAMER 1. Namenboek Aai de poes.
= Fluistervoorwerp = Activiteit = Historisch voorwerp
DE KEUKEN 1. Stuk brood 2. Balg 3. Ketel Ruik aan de kruiden. - Blaas met de balg. - Roer in de pap. Het keukengerei boven het aanrecht.
HET LESLOKAAL 1. Pechvogel 2. Schrijf/rekentafel - Schrijf met de ganzenveer en DE POMP ontdek de geheime boodschap. 1. Pomp - Kruip door het gat en spiek 2. Kip naar de regentenkamer. DE SL AAPZAAL DE EETZAAL 1. Bed 2. Kledingkist 1. Stapel borden 2. Bierkan 3. Spiegel 3. Lessenaar met bijbel 4. In duivennest bij duif Kruip door de tunnel - Ga op het eerste bed liggen. naar het nest van de muis. - Verkleed je als wees en maak Let op: er is een doorgang naar een foto voor de spiegel. de keuken. De foto wordt naar het Stapel borden en ander opgegeven e-mailadres gestuurd. tinwerk in de hoekvitrine. - Bezoek het duivennest.
DE KOEIENSTAL 1. Koe 2. Zwaluw Raak de uiers van de koe aan en het melken begint. HET BUREAU VAN DE CHIRURGIJN 1. Stoel 2. Stoof 3. Schedel Zoek de veroorzaker van de pest op de rat. DE POOR T 1. Poort HET ROMMELHOK Voor de deur van het Rommelhok: Speel een Oudhollands spelletje. Op de kast: 1. Uil Door de kast: 2. Kistje Na het verlaten van Het Kleine Weeshuis: schilderij van Jurriaan.