26/03/2015
Infomoment voor partners uit hulpverlening en gezondheidszorg 26 maart 2015 Patrick Lancksweerdt, directeur CLB-Roeselare
Overzicht 1. Inleiding 2. Context voor verandering 3. Enkele cijfers 4. Denkkaders 4.1. Handelingsgericht werken 4.2. Zorgcontinuüm in onderwijs
5. Inhoud M-decreet 6. Inbreng van externe diensten 7. Vragen en bedenkingen
1
26/03/2015
1. Inleiding (1) Officiële naam: “Decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften” Let op de opvallende terminologie
“Buitengewoon” onderwijs BuO dateert van begin jaren 1970 Omschrijving types BuO (KB 28.06.1978) Wet en systeem bestaan dus 45 jaar
2. Inleiding (2) Historiek 2000-2004: “Maatwerk in samenspraak” (Minister
Vanderpoorten) 2005: Leerzorgkader (Minister Vandenbroucke) 2006: Conceptnota leerzorg 2008: Voorontwerp van decreet leerzorg 2009: Nieuwe regering: terug naar “af” 2012: Voorontwerp DAM (dringende en andere maatregelen) 2013: Ontwerpdecreet BNM (belangrijke en noodzakelijke maatregelen) 2014: M-decreet (Maatregelen-decreet) (Minister Smet)
2
26/03/2015
2. Context voor verandering (1)
Maatschappelijke evolutie
Gewijzigde visie op mens en functioneren
Bedenkingen bij handicapgerelateerd onderwijs en typologie Bedenkingen bij te automatische koppeling van stoornis aan BuO/GON Interactioneel denken Tendens naar inclusief onderwijs (met druk vanuit oudergroepen) VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (2006, geratificeerd in 2009): “recht op onderwijs” + “recht op redelijke aanpassingen” + “waarborgen van inclusief onderwijs” Kostprijs buitengewoon onderwijs
2. Context voor verandering (2) Geleidelijke uitholling van bestaande systeem Onduidelijke criteria voor verwijzing naar BuO en
GON Overlapping tussen T1 en T8 niet meer duidelijk (eigen onderzoek in WVL) Overlapping tussen T1 en T2 ASS-problematiek in T1, T2, T3, T4, T7, T8 Evolutie GON van specifiek “technische” aanpak naar “extra ondersteuning”
3
26/03/2015
2. Context voor verandering (3) Zorg en zorgcoördinatie met groeiende vraag
naar een kader 2000: ± 2.500 FTE (CLB) en ± 500 FTE (“zorgklas”, A-klas, taakklas) 2002: start “zorgcoördinatie” in BaO, nadien uitgebreid naar SO 2015: ± 2.500 FTE (CLB) en ± 5.700 FTE (zorgcoördinatie, GOK, …) + ??? FTE GON
3. Enkele cijfers (1) Enkele samenvattende cijfers 1991
BuO 32.930
GON 726
Totaal 33.656
2001 2011
43.676 49.688
1.755 11.264
45.431 60.952
4
26/03/2015
3. Enkele cijfers (2)
Evolutie aantal BuO-leerlingen
4. Denkkaders van M-decreet Twee heel belangrijke denkkaders hebben de basis gevormd waarop het decreet is opgebouwd. Concept van handelingsgericht werken Concept van zorgcontinuüm
5
26/03/2015
4.1. Handelingsgericht werken (1) Vertrekt vanuit 7 principes: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Onderwijsbehoeften staan centraal Afstemming en wisselwerking De leerkracht doet ertoe Positieve aspecten zijn van groot belang Constructieve samenwerking Doelgericht werken Systematisch en transparant
4.1. Handelingsgericht werken (2) 1.Onderwijsbehoeften staan centraal Van “Wat heeft de leerling?” naar “Wat heeft de leerling
nodig?” Klemtoon ligt niet meer op het probleem (of de stoornis, of de handicap), maar op de manier van aanpak Vertalen van gegevens naar doelen Omgaan met verschillen; kinderen hebben recht op ongelijke behandeling Hulpzinnen om onderwijsbehoeften te formuleren: Welke instructie, opdrachten, leerkrachten, klasgenoten, materialen, hulp, ondersteuning, ouders is er nodig om het gestelde doel te bereiken Nieuwe manier van in kaart brengen van behoeften (t.o.v. in kaart brengen van stoornissen) ICF t.o.v. DSM
6
26/03/2015
4.1. Handelingsgericht werken (3) 2. Afstemming en wisselwerking Kind en omgeving beïnvloeden elkaar Leerlingen verschillen, maar ook klassen,
leerkrachten, scholen en ouders Klemtoon ligt dus ook op context, niet enkel op leerlingenkenmerken In beeld brengen van kenmerken van kind, onderwijsleersituatie en opvoedingssituatie Waarom heeft dit kind, deze leerling, uit dit gezin, in deze school met deze leraar(s) en deze medeleerlingen deze problemen en hoe kunnen we deze het best oplossen?
4.1. Handelingsgericht werken (3) 3. De leerkracht doet ertoe De leerkracht maakt een/het verschil: een andere
aanpak door de leerkracht kan een belangrijke verandering bij de leerling veroorzaken Op vlak van leren maar ook werkhouding en sociaal-emotioneel functioneren Ondersteuningsbehoeften van leerkrachten definiëren in termen van: kennis van…, materialen waarmee…, collega’s die…, zoco en directie die…, CLB-medewerkers die…
7
26/03/2015
4.1. Handelingsgericht werken (4) 4. Positieve aspecten zijn van groot belang Klemtoon niet teveel leggen op het probleem, maar veel
meer op de oplossing Bij alle kinderen zijn er ook positieve, helpende factoren aanwezig die benoemd moeten worden: kansen en krachten Gericht zoeken er naar uitzonderingen, situaties waarin probleem zich niet voordoet Doelgericht zoeken, benoemen, noteren en benutten in de aanpak
4.1. Handelingsgericht werken (5) 5. Constructieve samenwerking Aanpak is teamwerk, waarbij vertrouwen en
goede communicatie tussen alle betrokkenen essentieel is (in eerste plaats tussen school en ouders/kind) Transparante communicatie tussen school en ouders/leerling en CLB Vragen, zorgen, verwachtingen ernstig nemen Alle partijen zijn betrokken Leerling is betrokken actor Ouder is ervaringsdeskundige Leerkracht is onderwijsprofessional
8
26/03/2015
4.1. Handelingsgericht werken (6) 6. Doelgericht werken Wat men doet moet men duidelijk omschrijven
met het waarom men dit doet.
Leerling (en ouders) bij betrekken: moeten
akkoord zijn Haalbare en concrete doelen, ambitieus, (SMART) Wat willen we weten en wat hebben we nodig Weten, onderzoeken om te adviseren Gericht op veranderbare kenmerken Onderzoeksresultaten vertalen naar doelen Belangrijk : als….dan…. principe
4.1. Handelingsgericht werken (7) 7. Systematisch en transparant Dit hangt samen met constructieve samenwerking:
een stapsgewijze aanpak waarbij men open is over wat men doet, wat werkt en wat niet werkt We zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen Voor alle betrokkenen Formulieren en checklists
9
26/03/2015
4.2. Concept zorgcontinuüm (1) “Aanbod en uitbouw van zorg (of hulpverlening) in
toenemende mate, waarbij de verschillende gradaties van intensiteit naadloos op elkaar aansluiten” “Zorg” als begrip in onderwijs Gekend begrip in hulpverlening en gezondheidszorg (idem voor “zorgcontinuüm”) Enigszins andere invulling in kader van “zorg” binnen onderwijs Continuüm “Zorg” -> “Begeleiding” -> “Hulpverlening” Zorgcontinuüm onderwijs: PRODIA-model (PROtocollering DIAgnostiek)
4.2. Concept zorgcontinuüm (2)
10
26/03/2015
4.2. Concept zorgcontinuüm (3) Fase 0: Preventieve basiszorg “Goede zorg start met goed onderwijs in de klas” Voor wie? Gericht op alle leerlingen Door wie? Georganiseerd door de school Spilfiguren: de leerkracht in de klas Rol CLB:
Geen actieve rol op dit niveau Hooguit signalerend en adviserend t.o.v. beleid, niet op leerlingenniveau
Wat? Maximale ontwikkeling stimuleren Problemen voorkomen
Hoe? Organisatie van zorgbeleid op school Didactische en pedagogische aanpak Opvolging (alle) leerlingen
4.2. Concept zorgcontinuüm (4) Fase 1: Verhoogde zorg “Goede zorg (fase 0) is soms onvoldoende om aan de
onderwijsbehoeften van bepaalde leerlingen tegemoet te komen”
Voor wie?
Gericht op bepaalde leerlingen die op één of meerdere gebieden
van ontwikkeling beneden de verwachtingen vallen Door wie? Georganiseerd door de school, Spilfiguren: leerkracht en zorgcoördinator Rol van CLB Niet op leerlingenniveau De school kan adviserende inbreng krijgen vanuit CLB Die bestaat uit advies over planmatige aanpak en interventies Wat? Een gerichte aanpak en interventie Binnen de reguliere werking en omkadering van de school Hoe? Zorgoverleg (intern overleg) Informatie verzamelen en bespreken Onderwijsbehoeften en aanpak bepalen Plannen, handelen en evalueren
11
26/03/2015
4.2. Concept zorgcontinuüm (5) Fase 2: Uitbreiding van zorg
“Verhoogde zorg volstaat voor sommige leerlingen niet. Er is versterking
nodig”
Voor wie?
Gericht op sommige leerlingen
Door wie?
Georganiseerd door school en CLB (CLB neemt ‘regie’ over) Spilfiguren: leerkracht, zorgcoördinator, CLB-medewerker Rol van CLB
Reflecteren over aanpak in fase 0 en 1 (vraag of aanpassingen dienen te gebeuren) (= schoolondersteuning) Actieve rol op leerlingenniveau (cfr handelingsgerichte diagnostiek HGD) Brug tussen school en extern hulpverleningsnetwerk
Wat?
Handelingsgericht diagnostisch traject (HGD)
Bekomen van een individuele probleemanalyse Bekomen van bijkomende inzichten in de onderwijsleersituatie
Hoe?
Gezamenlijk overleg over begeleidingsaanbod en zorgtraject Verder zetten of intensifiëren van ondersteuning uit fase 1 Optimaliseren van onderwijs- en opvoedingsaanbod
4.2. Concept zorgcontinuüm (6) Fase 3: Overstap naar school op maat “Uitbreiding van zorg blijkt niet te volstaan om de
onderwijsbehoeften aan de leerling optimaal te verstrekken. Een overstap naar aangepaste onderwijsvormen is nodig..” Voor wie? Gericht op specifieke leerlingen met specifieke problemen Door wie? Georganiseerd door CLB (CLB draagt verantwoordelijkheid over attestering) Spilfiguren: team van CLB-medewerkers Rol van CLB Inschatten van onderwijsbehoeften van het kind en uitschrijven van verslag en/of gemotiveerd verslag Opvolgen en begeleiden van ouders en leerling in overstap Wat? Inschalen van zorgnoden en aftoetsen op BuO-criteria Hoe? Inschatten van specifieke onderwijsbehoeften Inschatten van draagkracht van actoren (leerling, ouders, school)
12
26/03/2015
5. M-decreet (1)
Huidige indeling buitengewoon onderwijs: Type 1: voor kinderen met een licht mentale beperking Type 2: voor kinderen met een matig of ernstig mentale beperking Type 3: voor kinderen met ernstige emot. of gedr. probl Type 4: voor kinderen met een lichamelijke beperking Type 5: voor kinderen in een ziekenhuis of preventorium Type 6: voor kinderen met een visuele beperking Type 7: voor kinderen met een auditieve beperking
Type 8: voor kinderen met ernstige leerstoornissen GON Rechtstreeks: enkel voor T2, T4, T6 en T7 Na BuO: T3 en T8
5. M-decreet (2)
Belangrijke wijzigingen (1) Oriëntering naar BuO én GON zijn exclusieve
bevoegdheid van CLB Vroeger ook andere diensten (vb COS) Ook voor instappers in onderwijs (rechtstreeks naar BuO of GON) Aanpassing van types en criteria Duidelijker definiëring van de types en onderwijsvormen Duidelijker definiëring van toegangsvoorwaarden (incl. vereiste formele diagnoses) Loskoppeling van GON en Buitengewoon onderwijs Voor GON is geen attest BuO meer nodig
13
26/03/2015
5. M-decreet (3)
Belangrijke wijzigingen (2) Andere verwijscriteria Niet enkel leerlingenkenmerken
Doorbreken van automatisme “stoornis = BuO of GON” Draagkracht school t.o.v. onderwijsbehoeften van leerling Zijn de fasen van het zorgcontinuüm doorlopen? Zijn de (te nemen of genomen) maatregelen onvoldoende of onredelijk? Geen ‘sociale’ criteria (geen verwijzingen o.b.v. enkel sociaaleconomische status) Geen ‘medische’ criteria (geen verwijzingen o.b.v. enkel stoornis of medische diagnose)
5. M-decreet (4) Nieuwe indeling buitengewoon onderwijs: Korte omschrijving (!) Basisaanbod (BA) : voor kinderen die het gemeenschappelijk curriculum niet kunnen volgen Type 2: voor kinderen met een verstandelijke beperking Type 3: voor kinderen met emotionele of gedragsstoornis Type 4: voor kinderen met een motorische beperking Type 5: voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis, een residentiële setting of verblijven in een preventorium Type 6: voor kinderen met visuele beperkingen Type 7: voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak- en taalstoornis Type 9: voor kinderen met een autismespectrumstoornis GON Rechtstreeks: T2, T4, T6, T7 en T9 Na BuO: mogelijk in de toekomst BA en T3
14
26/03/2015
5. M-decreet (5) Terminologie Zie afzonderlijk blad: verklarende woordenlijst
Nieuwe terminologie Begrippenkader uit zorgcontinuüm en uit HGW Verslag (BuO): verantwoording voor overstap naar BuO (blijft: attest en protocol) Gemotiveerd verslag (GON): verantwoording voor overstap naar GON Disproportionaliteit (of onredelijkheid) REDICODIS: REmediërende, DIfferentiërende, COmpenserende en DISpenserende maatregelen Oude terminologie Inschrijvingsverslag: enkel nog van toepassing op “oude” attesten (vòòr M-decreet) STICORDI: wordt vervangen door REDICODIS
5. M-decreet (6) Toelatingsvoorwaarden en definities Voor alle types (met uitzondering van T5)
Fasen van zorgcontinuüm zijn aanwijsbaar doorlopen CLB doet inschatting van het afgelegde traject (verleden) o.b.v. door de school aangeleverde gegevens CLB doet (samen met de school) inschatting van de draagkracht van de school Doorverwijzing naar BuO of GON zonder intens voortraject kan niet (meer)
15
26/03/2015
5. M-decreet (7) Toelatingsvoorwaarden en definities (vervolg) Aanpassingen in gewoon onderwijs zijn
disproportioneel of onredelijk om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen CLB doet inschatting van genomen (of te nemen) REDICODIS-maatregelen in school
REmediërend: leerhulp DIfferentiërend: beperkte variatie COmpenserend: inschakelen van hulpmiddelen DISpenserend: doelen toevoegen of weglaten
5. M-decreet (8) Toelatingsvoorwaarden en definities (vervolg)
Klassenraad beslist over disproportionaliteit of onredelijkheid van maatregelen (draagkracht van de school). CLB “ondersteunt” klassenraad in het maken van de afweging Doorverwijzing naar BuO of GON met enkel een diagnose van een stoornis kan niet meer, maar hangt af van inspanningen die school kan leveren (en de noden van het kind) Zelfde probleem in een andere school kan een andere beslissing opleveren
16
26/03/2015
5. M-decreet (9)
Toelatingsvoorwaarden en definities (vervolg) Onderwijsbehoeften worden in kaart gebracht o.b.v.
van wetenschappelijk classificatiesysteem ICF (International Classification of Functioning)
CLB doet inschaling van onderwijsbehoeften op basis van ICF Doorverwijzing naar BuO of GON op basis van probleemschets kan niet meer
5. M-decreet (10) Type basisaanbod
“Voor kinderen en jongeren voor wie de
onderwijsbehoeften dermate zijn en voor wie aantoonbaar blijkt dat de aanpassingen ofwel disproportioneel ofwel onvoldoende zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum mee te nemen.” Aanvulling:
Type BA vervangt T1 en T8 Geen criteria omtrent IQ Geen (andere) diagnose nodig Gericht op terugkeer naar gewoon onderwijs: verslag BuO is geldig voor 2 jaar, daarna reïntegratie in gewoon onderwijs of nieuw verslag BuO
17
26/03/2015
5. M-decreet (11) Type 2:
Voor kinderen met een verstandelijke beperking
die voldoen aan volgende voorwaarden:
Beperking in intellectueel functioneren: totaal IQ ≤ 60 (rekening houdend met betrouwbaarheidsintervallen) Beperking in sociaal aanpassingsgedrag: 3 SD < gemiddelde van normgroep Probleem is ontstaan < leeftijd van 18 jr Na periode van procesdiagnostiek
Aanvulling:
Schaal voor sociaal aanpassingsgedrag: nog niet duidelijk bepaald Probleem: wat met ll met IQ < 60, maar sociaal aanpassingsgedrag > 3 SD (of omgekeerd)? Geen verdere diagnose nodig
5. M-decreet (12) Type 3:
Voor kinderen met een emotionele- of
gedragsstoornis, behorende tot één van volgende lijst:
Een aandachtstekortstoornis met (!) hyperactiviteit Een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis Een gedragsstoornis in enge zin, ‘conduct disorder’ Een angststoornis Een stemmingsstoornis Een hechtingsstoornis
Aanvulling:
Expliciet vermeld: mag niet voldoen aan de criteria voor T2 Multidisciplinaire diagnostiek m.i.v. psychiatrisch onderzoek nodig
18
26/03/2015
5. M-decreet (13) Type 4:
Voor kinderen met een motorische beperking,
d.w.z. een uitval op minstens één van volgende items:
De functies van gewrichten en beenderen De spierfuncties De bewegingsfuncties “Restcategorie”: door medische diagnostiek geobjectiveerde problematiek in beweginggerelateerd functioneren met duidelijke impact op schoolse activiteiten
Aanvulling:
Verslag van medisch deskundige nodig Restcategorie laat opening voor DCD
5. M-decreet (14) Type 5: Voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis,
een residentiële setting of preventorium Bijkomende voorwaarden (allebei vereist):
Opvang of begeleiding laat niet toe dat kinderen voltijds in een school aanwezig zijn Behoefte aan individueel aanbod in residentiële omgeving
Aanvulling
Verslag van medisch deskundige nodig en voldoende CLB-verslag niet nodig
19
26/03/2015
5. M-decreet (15) Type 6:
Voor kinderen met een visuele beperking, die
beantwoordt aan minstens één van volgende criteria
Gezichtsscherpte < 3/10 voor het beste oog Gezichtsvelddefecten die > 50% van de centrale zone of gezichtsveld concentrisch verkleind tot < 20° Altitudinale hemianopsie, oftalmoplegie, oculomotorische apraxie of oscillopsie Gezichtsstoornis t.g.v. geobjectiveerde cerebrale pathologie zoals cerebrale visuele inperking (CVI) Restcategorie van geobjectiveerde visuele problematiek met duidelijke impact op schools functioneren
Aanvulling
Verslag van oogarts nodig
5. M-decreet (16)
Type 7:
Voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak-
en taalstoornis (STOS) Auditieve beperking:
Gehoorverlies op 500, 1000 en 2000 Hz van 40 dB of meer voor beste oor Bij gehoorverlies < 40 dB: foneemscore van 80% of minder bij spraakaudiometrie op 70 dB geluidsterkte Restcategorie van geobjectiveerde auditieve problematiek met duidelijke impact op schools functioneren
20
26/03/2015
5. M-decreet (17)
Type 7:
Spraak- of taalstoornis (STOS)
Leerlingen > 6 jr: diagnose ontwikkelingsdysfasie of kinderafasie Leerlingen < 6 jr: kinderafasie met terugval in de taalontwikkeling of een vermoeden van ontwikkelingsdysfasie, gebaseerd op de vaststelling van een zeer moeizame spraak- en taalontwikkeling en met een duidelijke impact op schoolse activiteiten
Aanvulling
Auditieve beperking: audiologisch onderzoeksverslag NKOarts nodig STOS: multidisciplinair onderzoek door erkend team Mag niet voldoen aan criteria voor T2
5. M-decreet (18) Type 9: Voor kinderen met een autismespectrumstoornis Aanvulling:
Expliciet vermeld: mag niet voldoen aan de criteria voor T2 Multidisciplinaire diagnostiek m.i.v. psychiatrisch verslag nodig
21
26/03/2015
5. M-decreet (19)
GON
Zelfde toelatingsvoorwaarden én definities (inclusief
diagnostiek van derden) Enkel van toepassing voor T2, T4, T6, T7 en T9 Mogelijk later ook voor BA, T3 en T2 kleuters Geen attest voor BuO, wel “gemotiveerd verslag” School moet kunnen aantonen dat:
Minstens CODIS-maatregelen genomen zijn (compenserende of dispenserende) Én dat GON nodig en voldoende is om gemeenschappelijk curriculum te kunnen volgen
Gemotiveerd verslag omvat motivatie voor GON én
integratieplan GON
Dus: input van beide scholen nodig bij opmaak gemotiveerd verslag Dus: ernstig probleem bij schoolverandering én CLB-verandering
5. M-decreet (20) Overgangsmaatregelen Bestaande attesten blijven behouden (zowel voor BuO als
voor GON) Dus: geen “herinschalingen” vb. leerling heeft T2-attest maar voldoet niet aan nieuwe IQbepaling: kan T2 blijven vb. leerling met T7 GON met Ass: kan verder GON krijgen vanuit T7 Enkel bij wijziging van bestaande attest wordt M-decreet
van toepassing Nieuwe instappers in BuO en/of Gon Wijzigingen van bestaande attest
Niveau: wel van BaO naar SO, niet van kleuter naar lager Type (zowel Type als OV) Van “matig” naar “ernstig” en omgekeerd
22
26/03/2015
5. M-decreet (21) Overgangsmaatregelen Programmatie voor nieuwe types:
Type Basisaanbod: alle leerlingen met attest T1 en T8 schakelen over naar T BA (geen attestwijzigingen nodig) Type 9: programmatienorm voor de scholen (BaO: 14, SO: 1): pragmatische aanpak: enkel attestwijzigingen (nodig) om programmatienorm te halen
6. Inbreng van externe diensten (1) Algemeen Medische diagnose vereist voor bijna alle types:
Type Vereiste diagnostiek van derden (externen) BA T2 T3 T4 T5 T6 T7 T9
Nihil Nihil Multidisciplinaire diagnostiek m.i.v. psychiatrisch verslag Specifieke medische diagnostiek Attest behandelende geneesheer Specifieke oogheelkundige diagnostiek Auditieve stoornis: audiologisch verslag door NKO-arts STOS: multidisciplinair verslag van “erkend team” Multidisciplinaire diagnostiek m.i.v. psychiatrisch verslag
23
26/03/2015
6. Inbreng van externe diensten (2) Algemeen Medische diagnose geldt als noodzakelijke, maar niet als
voldoende voorwaarde:
Beslissing voor BuO of GON kan niet meer enkel o.b.v. medische diagnose Opletten met het maken van beloftes aan ouders!
Verslaggeving vanuit hulpverlening moet aan juiste criteria
BuO/GONvoldoen Verslaggeving vanuit hulpverlening moet (vaak) multidisciplinaire beslissing zijn Volgende dia’s: in kleur de richtlijnen vanuit CLBoverkoepelende organisatie i.s.m. overheid (dd 25.03.2015)
6. Inbreng van externe diensten (3) Basisaanbod en Type 2 Geen inbreng van externe diensten vereist Gegevens uit bestaande diagnostiek én
begeleiding/therapie dienen uiteraard ingebracht te worden in het verslag BuO Voor Type 2 is nog veel verduidelijking nodig ivm criteria (o.a. “sociale aanpassing”)
24
26/03/2015
6. Inbreng van externe diensten (4) Type 3 en Type 9 Multidisciplinair onderzoek m.i.v. psychiatrisch onderzoek is
vereist Volledig door externe dienst: duidelijk aanwijsbare multidisciplinaire besluitvorming nodig Monodisciplinaire diagnostiek: nauw samenspel met CLB kan oplossing bieden vb. multidisciplinair overleg met CLB-team én psychiater Voor classificerende diagnostiek worden diagnoses door COS of CAR als voldoende beschouwd (= als medische diagnose)
6. Inbreng van externe diensten (5) Type 4 “Specifieke medische diagnostiek” is vereist CLB-arts kan deze diagnostiek zelf ook aanleveren,
indien bijkomend onderzoek niet nodig of niet wenselijk is
25
26/03/2015
6. Inbreng van externe diensten (6) Type 6 en Type 7 auditief Oogarts resp. NKO-arts levert de diagnose als noodzakelijke,
maar niet als voldoende voorwaarde
Type 7 STOS Diagnose door een erkend multidisciplinair team:
minstens logopedist, audioloog én NKO-arts
COS en CAR worden als erkend team beschouwd, ongeacht de samenstelling Andere teams: wel logo, audio én NKO noodzakelijk Apart verzamelen van individuele verslagen is onvoldoende
Bij kinderen jonger dan 7 is “vermoeden” voldoende.
Wel dient afspraak gemaakt over herevaluatie van dit “vermoeden”
7. Vragen en bedenkingen
26