Infokrantje
DIFAM door Patrick Van Speybroeck en Marijke Cambier
BELGIË-BELGIQUE P.B. - P.P. 9940 EVERGEM BC 18569
Rosalinda in de apotheek van het ziekenhuis
Verschijnt driemaandelijks, 6de jaargang, nr. 16, juli 2013 V.U.: Van Damme Lies en De Maesschalck Philippe, Kriekerijstraat 6, 9040 Gent Registratienr.: P708873
Kantoor van uitgifte: Evergem
VERHALEN VAN VROEGER EN NU door Dokter Hector en Patrick Deze morgen las ik een artikel “Sterven in het kraambed” en onbewust gingen mijn gedachten naar de vele ervaringen die ik mocht meemaken in Guatemala. Ervaringen die mij achteraf deden besluiten om mij 200% in te zetten voor de bouw van een ziekenhuisje voor de altiplano van San Miguel Ixtahuacán. De door mij beleefde voorbeelden schetsen een beeld van wat een ontwikkelingsvrijwilliger-verpleegkundige, allemaal meemaakt.
1992 Er werd plots hard geklopt op mijn deur, het was zondagmiddag. Ik had een hele morgen consultaties gedaan, ik was moe en was ingedommeld. Juan stond aan de deur en vroeg mij dringend mee te komen, zijn moeder moest een kindje krijgen en het ging niet goed. De comadrona (inlandse vroedvrouw) had hem gestuurd voor dringende hulp. Doña Fransisca woonde met haar gezin in Chilive, ze had al 7 kinderen en moest nu haar 8ste krijgen. Juan had al 2 uur gelopen voolareer hij bij mij thuis aankwam en nu moesten wij nog 1 uur terugrijden. Vlug nam ik mijn tas met materiaal mee. Niet altijd konden we de vrouwen naar het ziekenhuis voeren, was het heel hoogdringend dan deden we de bevalling thuis, beter zo dan onderweg in de auto. Ik leende de auto van de Zweden en ging samen met Juan, Christine (de Zweedse vroedvrouw), op weg. Toen we aankwamen in Chilive moesten we nog 20 min. stappen voor we de woning bereikten. Reeds van ver zagen we al dat het mis was, er liepen vele mensen over en weer op het erf bij Don Gualberto. Naarmate we dichter kwamen zagen we dat we te laat waren. Doña Fransisca was gestorven. De bevalling had te lang geduurd. Tijdens haar sterven was ook haar kindje doodgeboren.
Ze had enorm veel bloed verloren, wellicht een placenta loslating of een voorliggende placenta, wie zal het zeggen. In een tijd dat de echo nog niet bestond of voor onze indianen niet voorhanden was. Ze lag vredig op haar kraambed met haar kindje in haar armen. Rondom haar stonden de andere kinderen stilletjes te wenen. Je wordt stil en je kan niet anders meewenen.
1993 Christina kwam opgejaagd bij mij binnengelopen, kloppen was ze vergeten: “Patrick we moeten direct naar Agel. Een vrouw is er reeds 2 dagen aan het bevallen en het gaat niet. Ik kreeg pas bericht van Doña Eugenia, de comadrona en ze is nochtans een goeie.” Samen vertrokken we over de slechte zandwegen. Aan het dorp werden we aangehouden door het leger, de burgeroorlog was nog bezig. Nadat we hen uitlegden dat we op weg waren naar een spoedgeval, moesten onze medische tas tonen. Ze lieten ons gaan, met de woorden: “voorzichtig, er is guerrilla beweging gemeld in die richting.” Voor ons was dit geen probleem. Wij hebben nooit problemen gehad, niet met het leger en ook niet met de Guerrilla. Wat we zagen toen we eindelijk aankwamen, tart elke verbeelding; een vrouw lag te bevallen in wat niet beter was dan een schaapstal. Na een vlug onderzoek, zag ik meteen dat de baarmoeder uitgeput was, een bandvormige zwelling onderaan de buik deed vermoeden dat ze bij nog zware inspanningen zou kunnen scheuren. Na een vaginaal onderzoek voelde ik dat het kindje klaar zat, het hoofdje was heel goed voelbaar. De arme vrouw was gewoon uitgeput door de aanslepende bevalling en ondervoeding. We hadden nog 1 ampul oxytocine in onze tas, zouden we die geven? We hadden geen keuze, anders zouden beiden sterven. Ik herinner mij dat ik een kruis maakte voor ik het infuus plaatste en de ocytocine intra veneus
toediende. Christina ondersteunde de baarmoeder en bij de herwonnen kracht door de ocytocine werd het kindje geboren in 2 minuten, terwijl Christine de baarmoeder ondersteunde. Nu nog de placenta, ook die kwam vlot. We hadden geluk gehad, alles was in orde. Het kindje was gezond en de moeder moest nu herstellen. We gaven de man een voorschrift mee waarmee hij bij ons op het project gratis vitaminen en incaparina (eiwitrijke voeding) kon komen afhalen. Het is een kleine hulp, maar levensreddend. We praatten met hem ook over eventuele gezinsplanning, maar hoe doe je dat bij iemand die niet kan lezen of schrijven?
1993 27 maart: Christine wordt dringend geroepen naar Chilive. Dilma, een jong meisje van 16 jaar moet bevallen, de bevalling was reeds 2 dagen bezig en de comadrona had niemand verwittigd. Dat gebeurde soms, ze vertrouwen ons niet, hun moeders hadden het altijd alleen gedaan, waarom moesten die vreemdelingen er zich nu mee moeien? Wij gaven opleiding aan vroedvrouwen, maar niet iedereen was verplicht die te volgen. Zij was er zo een, ze volgde de opleiding niet en deed het nog zoals vroeger. Ze had niet gezien dat het kindje dwars lag, zo ging veel kostbare tijd verloren. Christine was gelukkig met de auto gekomen en Dilma werd in spoed naar San Marcos gereden, meer dan 3 uur ver, waar met een dringende keizersnede Felipe op de wereld werd gebracht. Hij woog 3 kilo. 3 weken later nog 2.170 kilo. Zijn moeder had geen borstvoeding en had een infectie op de operatiewonde. Ze was ook nog zo jong. Ik adopteerde Felipe en na 1 jaar ontdekten we dat hij met zuurstof gebrek was geboren. Hij zou blijvend gehandicapt zijn en zo zijn er velen in San Miguel. Ze overleven meestal niet lang want een gehandicapt kind brengt heel veel zorgen mee en ook veel kosten en geld is er niet.
1994 Doña Andrea moest bevallen en onze diaken Saul kwam mij halen. De bevalling ging niet goed en men had eerst de diaken gehaald en niet de verpleegkundige. Ik ging direct met hem mee. Toen we daar aankwamen, zagen we wat er gaande was, Doña Andrea, pas bevallen zat te wenen, met haar kindje op haar schoot, zo grauw als as, het ademde nauwelijks. Binnen een paar minuten was het dood. Saul had het nog gedoopt, iedereen had het nog een kruisje gegeven op zijn voorhoofdje. Juanito, de oudste zoon, was misdienaar en de vader, Don Alfonso, was catechist en heel gelovig en zei: nu kan het de reis beginnen naar zijn Schepper. Wij waren hier ook overtuigd dat we niets meer konden doen. We zaten uren van een ziekenhuis. Maar niet alles is slecht, toen ik een jaar nadien na mijn verlof in België terugkwam stond na 2 dagen Doña Andrea aan mijn deur. Don Patrick, zei ze, ik ben zo gelukkig, God heeft mij een nieuw kindje gegeven. Wat kan je daar op zeggen, de vrouw was zo gelukkig,…
1996 Doña Julia, de vrouw van Don Antulio moest bevallen en ook hier ging het aanvankelijk niet vlot. Toen ik bij hen thuis kwam om te zien hoe het zat, zat het handje al buiten…. Hier kon ik niets aan doen. Alles werd klaargemaakt om haar te vervoeren naar Huehuetenango, op dat moment de dichtste route naar een ziekenhuis. Nog 2.5 uur rijden. In Huehuetenango hebben ze hen gelukkig goed kunnen helpen. Hun kindje werd gezond en wel geboren. Ook nu nog komt Doña Julia elke keer bij mij met haar zoontje, ik ben er peter van geworden.
1998 Norma, de verpleegster van het Centro de Salud, kwam mij roepen. Ze moest een bevalling gaan doen in Mulevac. Toen we aankwamen lag de moeder op de grond. Wij probeerden met al onze regels van hygiëne de mensen wijs te maken dat er op de grond allerlei infecties konden opgelopen worden, waaronder het dodelijke tetanus. Maar volgens hun Mayageloof moet elk pasgeboren kind in contact met moeder aarde geboren worden. We hebben ze toch kunnen overtuigen dat een steriel doek op de grond toch wel beter zou zijn. Dat aanvaardden ze toch. Heel vlot verliep de bevalling, maar het kindje was heel klein. En, na enkele minuten kwamen er terug sterke weeën opzetten. Norma dacht dat dit voor de placenta was, maar een tweede hoofdje was voelbaar. De vrouw kreeg een tweeling. Zonder echo kan je dit niet weten op voorhand. De kindjes waren allebei heel gezond en leven nog altijd.
1999 Don Pedro kwam mij halen. Zijn vrouw, Doña Margarita moest bevallen. Ze waren nochtans verschillende keren naar de vergaderingen geweest over gezinsplanning, maar hadden blijkbaar toch niet zo goed geluisterd. Margarita was zwanger van een tweeling. De jongen werd eerst geboren, een heel kloeke gezonde baby en enkele minuten later kwam het meisje, ze woog amper 1.5 kilo. De vader dacht dat ze vrij snel zou sterven. De hulpverpleger die mee was noemde Mozes en we mochten samen peter zijn van beide kindjes, de jongen noemden ze Mozes en het meisje noemden ze: Patricia. Mijn petekind zou het moeilijk krijgen, haar grote broer van 3 kilo, zou wel alle melk krijgen van moeder. Maar moeder had veel melk en Patricia was klein en dapper en overleefde.
Tijdens mijn laatste bezoek in maart kwam ze mij bezoeken, Mozes is nog altijd heel sterk en groot. Patricia is klein en slank gebleven, maar studeert heel goed. Zij krijgt van ons een studiebeurs, ze doet het heel goed en zit al in haar 1ste middelbaar.
2005 Graag vermeld ik nog de bevalling van Enma. Enma liep hoogzwanger toen ik in november aankwam, ze moest bevallen op 17 december, zo was ze uitgerekend. Ze vroeg mij om haar zeker naar het ziekenhuis te voeren, toen al minder ver, want de wegen waren al een stuk geasfalteerd. Maar de natuur wilde het anders, het was haar 2 de kindje en de bevalling ging zo rap dat ik haar niet meer durfde te vervoeren. Mijn tante Jeannine, ook verpleegster, was toen mee en samen hebben we de klus geklaard. Junior werd het kerstekind voor 2005 en is nu een heel pientere en flinke jongen van ruim 7 jaar. Junior is zo speciaal, een schat van een kind, hij weende niet maar lachte toen hij geboren werd, hoe zou dit komen?
Het is en blijft een groot risico: bevallingen doen zonder dichte medische bijstand. Gaat alles goed dan heb je geluk, maar gaat iets verkeerd dan heb je problemen zowel voor moeder als kind. Daarvoor is ons ziekenhuisje er meer dan nodig. Via echografie zullen we kunnen zien of het kindje goed ligt of de placenta niet voorligt of het bekken ruim genoeg is… enz. We hebben uw hulp meer dan nodig om dit project verder af te werken. Nog verschillende toestellen moeten we kopen. De vele moeders die wij in ons ziekenhuisje helpen, kunnen dankzij jullie hun kinderen gezond en wel ter wereld brengen. Verder in dit infokrantje zie je enkele foto’s van ons ziekenhuisje in werking.
Vooraanzicht ziekenhuis Madre e Hijo
Marijke en Hector. Dankzij hun inzet is het ziekenhuis gebouwd en nu al 2 maanden operationeel.
Dr. Hector met het echo-toetsel
24 april 2013, de eerste patiënt komt op consultatie: de kleine Mynor met zijn papa.
Onze 2 verpleegkundigen Clara en Rosalinda samen met Dokter Hector. Rosalinda studeerde met een studiebeurs van DIFAM.
Vrouwenzaal met 3 patiënten. Dr. Hector plaatst een infuus.
Dr. Hector onderzoekt een kindje
Marijke met één van de patiëntjes
AFSCHEID door Marijke Cambier
Nog een laatste keer bekijk ik mijn dagboekje vanuit Guatemala… GROOT NIEUWS: we zijn gestart in het ziekenhuisje Centro Medico Madre e Hijo La Fraternidad. Op woensdag 24 april kwam een papa met zijn zieke zoontje Mynor langs,… de eerste consultatie!. We waren net de farmacia aan het ordenen. Ondertussen installeerden we ook nog een röntgen- en echoapparaat. En in tussentijd kwamen steeds meer mensen op consultatie. Onze Difam-projecten lopen goed verder, vooral in de “gezonde voedselvoorziening” blijven we werken. Het is een lange maar erg belangrijke educatieve route die we volgen. Maandag 29 april werkte ik samen met de vrouwengroep in Tierra Colorada. Het was even omgekeerd, nu gaf één van de vrouwen een kooklesje aan de andere vrouwen. Het was best gezellig en de caldo de pollo alto peno was best lekker! Een bouillon met vele groenten, kip, gebakken stukjes tortilla’s, avocado’s, een gekookt ei en een mengeling van koriander, ui en hierbabuena. Jammer genoeg kan ik dit niet klaarmaken in België want het ontbreekt ons aan een aantal ingrediënten, maar het is een aanrader. Vrijdag 3 mei hadden we een dag op “den akker” in El Triunfo met een groep van een 30-tal mannen en vrouwen. We gaven uitleg rond milieuvriendelijke en propere landbouw in een mooie, groene omgeving. Het was een actief gebeuren waarbij Gustavo, onze landbouwingenieur, de mensen actief uitdaagde om de akker op te ruimen en te zoeken hoe we met eigen middelen de vruchtbare grond kunnen bewaren en/of verbeteren. De mensen trokken tevreden huiswaarts met
nieuwe informatie, dennenboompjes om te planten en een boodschappentas om “mee te markten”. Gedaan met de vele plastiekzakjes hopen we, want afval wordt hier een enorm probleem! Maandag 6 mei stapten we naar Zatla, om onze cafetal te bekijken; zo'n 4000 koffieboontjes zijn aan het schieten. Ze blijken een beetje ziek dus sproeien zal nodig zijn. Na een deskundige uitleg konden we aan de slag om de plantjes één per één te besproeien. Hopelijk herstellen ze zich. Ook in de grotere koffieplantages zijn er veel ziektes. De verspreiding van de ziekte la Roya (roest) in de koffiesector, zorgde voor 71.000 directe arbeidsplaatsen minder. Dit cijfer zou verdubbelen tegen 2014. Dinsdag 7 mei was ik in Tierra Colorada bij een groepje vrouwen, er was snoeiles voor de perzikenbomen. Stap voor stap werd er geleerd hoe we deze fruitbomen moesten snoeien want de bomen dragen steeds minder en kleinere vruchten. Na een paar stevige voorbeelden ging de groep aan de slag om de overige bomen te kortwieken. Hopelijk dragen ze snel opnieuw veel en sappige vruchten. Op 10 mei wordt hier Moederdag gevierd. Aangezien alle moeders die dag een vrije dag hebben, gaven de scholen een optreden op 8 of 9 mei. Op 8 mei ging ik naar het optreden van de kleuterschool waar Lucio, het zoontje van Aureliano, onze boekhouder optrad. Hij bracht samen met vijf vriendjes een versje voor de madrecitas. Op 9 mei ging ik mee naar de lagere school waar de kinderen van de andere collega’s optraden. In een overvolle warme zaal werd er gedanst, gezongen en veel poëzie gebracht. Het leken wel onze schoolfeesten met een Guatemalteeks chaotisch sausje. Daarna werd iedereen verrast op tamales en een beker horchata. Zaterdag 11 mei trok ik met doña Olga, een lieve buurvrouw, naar Totonicapan. Een stevige busreis van 5 en een half uur om dan te genieten
van een kleurrijke markt met een groot aanbod van typische stoffen. Het is echt bijzonder te zien hoe de vrouwen zich daar opmaken: haarspeld, oorringen, ketting, bloes, riem, rok en schoenen in eenzelfde kleurenschakering. Echt prachtig! ’s Avonds was er een heerlijke barbecue ten huize Olga. Haar kinderen hadden dit georganiseerd als verrassing voor Moederdag. Ondertussen vaccineren we nog steeds het pluimvee van onze groepen. Steeds met meer en meer successen, minder sterfte door de pest en andere ziektes. Dit jaar gaven we vaccins aan zo’n 670 klein en 3730 groot gevogelte! Maandag 13 mei waren we in El Zapote, waar onze vrouwengroep Flor del café ons zat op te wachten. Er werd uitleg gegeven over het belang om het inlandse zaaigoed te bewaren en meer te gebruiken. Na de uitleg gingen we aan de slag om frijoles en habas (2 bonensoorten) te planten samen met de maïs. De bonen geven voedsel aan de grond en zo wordt de maïsoogst beter. Nu het regenseizoen geleidelijk komt, wordt het hoog tijd om te zaaien. De meeste akkers krijgen opnieuw hun groene kleur…. Half mei intussen, de vrouwen in Zapote hebben hun pila (wasbak). Ze installeerden het onder een afdakje en kunnen er nu rustig schoteltjes wassen, groenten spoelen, kleren wassen,…. Ook de buren van Las Maravillas zijn in blijde verwachting van hun pila. Alleen jammer dat er vaak te weinig of geen water is voor deze gemeenschappen. Dit probleem moet dringend aangepakt worden!!! Een nieuwe belevenis was het maken van pastel (taart) met banaan, wortel of appel. Een heel gebeuren. Het maken van het beslag verliep vlot maar de houtoven van adobe wilde maar niet opwarmen. Dus op zoek naar beter brandhout en dan pas hadden we voldoende hitte.
Na 6 uren hadden we 6 grote taarten klaar met de vrouwen van Sicabe. Dit onder leiding van Reyna, die hier in het centrum pastel verkoopt. De kinderen werden toch wel wat ongeduldig, ze hadden zo zin in taart!
Intussen neem ik van iedereen en alles afscheid. De laatste bezoeken aan de verschillende groepen, de laatste keer met mijn box op stap om kippen te vaccineren, de laatste keer op de vergadering met de collega’s, de laatste keer naar het ziekenhuisje, de laatste uitnodiging voor een lekkere maaltijd, de laatste dans,… Het geeft me een bijzonder raar en triest gevoel… afscheid nemen van het vele mooie hier, de warme mensen, de lieve collega’s van Difam, de vele groepen van Difam, de vrienden, de buren, de schattige kinderen. Het was een prachtige leer- en leefschool en de vele herinneringen en belevenissen, die blijven voor eeuwig bewaard in mijn hart! Ik zal dit alles erg missen! Lieve mensen in Guatemala, bedankt voor alles en verzorg jullie goed! Dank ook aan jullie, lieve Belgen om dit te lezen. Dank voor de mails, dank omdat jullie er waren, veraf maar ook dichtbij…. GRACIAS! “Waar het verleden je heeft gebracht, staat vast. Hoe je verder reist, bepaal je zelf.”
Microscoop geschonken door het LABO van AZ JAN PALFIJN
STEUN DIFAM Giften ZONDER fiscaal attest:
BE42 7474 1525 0054
van ‘Projecten Guatemala Patrick Van Speybroeck’ Giften MET fiscaal attest (voor giften vanaf 40 euro): BE59 4300 8369 5126 van DISOP vzw, Spastraat 32, 1000 Brussel AUB STEEDS met vermelding: ‘DIFAM Guatemala’