INFOKAART MILIEUBELEVING Regio ZuidoostBrabant De GGD-gezondheidsmonitor volwassenen 2012 beschrijft hoe volwassenen in ZuidoostBrabant hun woonomgeving ervaren in relatie tot milieubronnen zoals wegverkeer, hoogspanningslijnen, industrie/bedrijven, vliegveld en veehouderij.1 Deze infokaart gaat specifiek in op de ervaren hinder van geur en geluid en geeft suggesties voor lokaal beleid. Gegevens per gemeente zijn te raadplegen op www.ggdgezondheidsatlas.nl.
BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN 14% van de volwassenen is bezorgd over gezondheidseffecten van bronnen in de woonomgeving. In de regio wordt ‘drukke straat’ het meest genoemd als bron van zorg, maar er zijn lokale verschillen met ‘veehouderij’, ‘vliegveld’ of ‘hoogspanningslijnen’ als belangrijkste bron. Ruim een kwart van de volwassenen is bezorgd over de invloed van zoönosen, resistente bacteriën en fijnstof op de gezondheid. Jongvolwassenen zijn het minst bezorgd over ongezonde effecten van omgevingsfactoren. 16% van de volwassenen is ernstig gehinderd door geluid. De belangrijkste bronnen van geluidhinder in de regio zijn ‘brommers/scooters’ en ‘buren’. In sommige gemeenten wordt ‘wegverkeer’ of ‘vliegverkeer’ het meest genoemd. Er lijkt in de regio sprake te zijn van een dalende trend in de ervaren ernstige geluidhinder naar bron. Mensen met een laag inkomen ervaren meer ernstige geluidhinder dan mensen met een hoger inkomen, maar de eerste groep woont ook vaker in een stedelijke omgeving. 8% van de volwassenen is ernstig gehinderd door geur. ‘Open haarden/allesbranders’ zorgen voor de meeste geurhinder in de regio. In de gemeenten Reusel-De Mierden, Someren, Gemert-Bakel en Deurne zijn bronnen die te maken hebben met landbouw en veeteelt verantwoordelijk voor de meeste geurhinder. De trend in ernstige geurhinder is in de regio min of meer stabiel. Vrouwen en oudere leeftijdsgroepen geven vaker ernstige geurhinder aan dan respectievelijk mannen en jongere volwassenen.
1
BEZORGDHEID OMGEVINGSFACTOREN Naast feitelijke blootstelling aan bijvoorbeeld geluid of aan luchtverontreiniging, speelt ook de bezorgdheid van mensen een rol in de mate waarin men hinder ervaart van omgevingsfactoren. Deze bezorgdheid hangt onder andere samen met angst voor de bron, verwachtingen voor de toekomst en vertrouwen in betrokken partijen.2-4 14% van de volwassenen is bezorgd over de gezondheidseffecten van bronnen in de woonomgeving De meeste volwassenen (86%) maken zich geen zorgen over mogelijk ongezonde effecten van de woonomgeving. Veertien procent is echter wel bezorgd. In Asten en Nuenen is deze groep het kleinst (7%) en in Eersel het grootst (19%). In de regio is men vooral bezorgd over ‘het wonen in een drukke straat’ (4%), ‘zendmasten voor radio en TV en antennes voor mobiele telefoons in de buurt’ (3%) en ‘bedrijven of industrie in de buurt’ (3%). Deze top 3 is niet in alle gemeenten hetzelfde. In Reusel-De Mierden, Gemert-Bakel, Oirschot, Bladel, Deurne, Someren en Cranendonck zijn relatief veel mensen bezorgd over ‘veehouderij in de buurt’. In Eersel, Veldhoven en Best zorgt ‘vliegveld in de buurt’ voor veel bezorgdheid. In andere gemeenten zijn het juist ‘hoogspanningslijnen in de buurt’ die meer mensen bezorgd maken dan elders in de regio. Dit geldt voor Oirschot, Helmond, Best en Heeze-Leende. Tabel 1. Percentage 19- t/m 64-jarigen dat bezorgd is over gezondheidseffecten van bronnen in de woonomgeving in de regio Zuidoost-Brabant in 2012 Regio ZuidoostBrabant (%) Bezorgd over gezondheid door 14 omgevingsfactoren (totaal) Bezorgd door aanwezigheid van:
drukke straat
4
zendmasten en antennes
3
bedrijven / industrie
3
vliegveld
3
hoogspanningslijnen
2
veehouderij
2
route voor gevaarlijke stoffen
2
akkerbouw / tuinbouw
verontreinigde grond
windturbines
0
anders
3
1 0,5
Ruim een kwart van de volwassenen is bezorgd over de invloed van zoönosen, resistente bacteriën en fijnstof op de gezondheid In de regio is 28% van de 19- t/m 64-jarigen bezorgd over de invloed van infectieziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens (zoönosen), van resistente bacteriën en/of fijnstof op de gezondheid. Inwoners van Oirschot, Gemert-Bakel en Helmond zijn het meest bezorgd over zoönosen. Dit betreft gemeenten die in het verleden te maken hebben gehad met Q-koorts. In Waalre en Eindhoven maakt men zich relatief het meeste zorgen over blootstelling aan fijnstof.
2
Figuur 1. Percentage 19- t/m 64-jarigen dat bezorgd is over gezondheidseffecten van resistente bacteriën (geel), fijnstof (oranje) en zoönosen (blauw) per gemeente in Zuidoost-Brabant in 2012.
Praktijkvoorbeeld Luchtkwaliteit Gemeente Best Luchtkwaliteit in beleid Naar aanleiding van de vele klachten van inwoners over lucht en geluid (ten gevolge van spoor, vliegveld en (snel)wegen) is er een themabijeenkomst georganiseerd door de gemeente voor de bewoners.
Jongvolwassenen zijn het minst bezorgd over ongezonde omgevingsfactoren De mate waarin mensen bezorgd zijn over de gezondheidseffecten van bronnen in de woonomgeving hangt sterk samen met de leeftijd; 8% van de 19 t/m 24 jarigen, 13% van de 25 t/m 29 jarigen en 16% van de 40-plussers is bezorgd. Ook de bezorgdheid voor zoönosen, resistente bacteriën en fijnstof hangt samen met leeftijd; dit loopt op van 14% in de jongste groep (19 t/m 24 jaar) tot 41% in de oudste groep (55 t/m 64 jaar). Er is geen verband tussen bezorgdheid en opleidingsniveau of inkomen. Fijnstof altijd schadelijk voor de gezondheid De Europese Unie heeft grenswaarden opgesteld voor de blootstelling aan fijnstof in de lucht. In stedelijk gebied leveren de industriële activiteiten en verkeer de belangrijkste bijdrage aan fijnstof. Ook zonder normoverschrijding van de luchtkwaliteit lopen bewoners risico in gemeenten met drukke wegen langs gevoelige bestemmingen als woningen en scholen. De invloed van een snelweg op luchtkwaliteit is tot op een afstand van circa 1.000 meter merkbaar, met de hoogste concentraties binnen de eerste 100 meter vanaf de wegrand.5 De samenstelling van fijnstof in landelijke gebieden verschilt van fijnstof in stedelijk gebieden. Dit zit hem in de samenstelling en de grootte van de deeltjes. Fijnstof uit verkeer bevat vooral ultrafijne deeltjes waaronder roet en is met allerlei chemische stoffen beladen. Fijnstof uit landbouw en veeteelt behoort vooral tot de ‘grove’ fijnstoffractie. De grovere stofdeeltjes dringen weliswaar minder diep door in de longen, maar ze bevatten wel biologische componenten zoals endotoxinen en micro-organismen.6
Dit heeft geresulteerd in een luchtkwaliteitsplan met maatregelen op gebied van: - Verkeer (doorstroming, fietsgebruik, openbaar vervoer) - Aandacht voor luchtkwaliteit in ruimtelijke plannen, beperking van het bouwen van gevoelige bestemmingen bij drukke wegen. - Luchtkwaliteit als afwegingsfactor bij herijken groenbeleidsplan. - Verbetering binnenmilieu in scholen en woningen. - Communicatiecampagne om luchtkwaliteit onder aandacht van Bestse burgers en bedrijven te brengen. Het resultaat is dat de Bestse burgers meer inzicht en begrip hebben gekregen voor de situatie in Best. Lucht en geluid worden minder negatief beoordeeld.
GELUIDHINDER Hinderlijk geluid in de woonomgeving kan (indirect) gezondheidsklachten veroorzaken door hoge bloeddruk, ernstige slaapverstoring of doordat men deuren en ramen gesloten houdt. Het laatstgenoemde kan leiden tot slechte ventilatie in huis, waardoor men ook meer kans heeft op 3
hoofdpijn, luchtwegirritaties en allergische reacties. Bewoners van grote steden hebben het vaakst geluidsoverlast.7 Figuur 2. Percentage 19- t/m 64-jarigen met ernstige geluidhinder (totaal) per gemeente in Zuidoost-Brabant in 2012.
Figuur 2a. Percentage 19- t/m 64-jarigen met ernstige geluidhinder (totaal) per postcodegebied in Zuidoost-Brabant in 2012*.
* De cijfers per postcodegebied zijn gebaseerd op het gemiddelde cijfer van de gemeente, gecorrigeerd voor achtergrondkenmerken van inwoners in het postcodegebied.
16% van de volwassenen is ernstig gehinderd door geluid De meeste volwassenen in Zuidoost-Brabant zijn niet ernstig gehinderd door omgevingsgeluid. Bij 1 op de 6 is dat wel het geval. Dit varieert van 8% in Heeze-Leende tot 21% in Eindhoven. Geluidhinder van brommers/scooters en buren wordt hierbij het meest genoemd in de regio (beide 5%). Er zijn echter lokale verschillen: in Son en Breugel heeft men relatief veel ernstige geluidhinder van wegverkeer op wegen waar je harder mag dan 50 km/uur; 5% van de volwassenen geeft dit aan. In Waalre geldt dit 4
juist voor wegen waar je niet harder mag dan 50 km/uur (4%). In gemeenten rondom vliegveld Eindhoven geeft men relatief vaak geluidhinder van vliegverkeer aan: Eersel 9%, Son en Breugel 6% en Best 3%. Ook in Cranendonck is vliegverkeer een belangrijke bron van ernstige geluidhinder (4%). In Eindhoven heeft men het meeste last van brommers/scooters (9%) en buren (7%), beide percentages zijn hoger dan gemiddeld in de regio.
Praktijkvoorbeeld Geluidhinder Gemeente Geldrop-Mierlo Stille gevels
Tabel 2. Percentage 19- t/m 64-jarigen met ernstige geluidhinder naar bron in Zuidoost-Brabant in 2012 Zuidoost-Brabant (%) Wordt ernstig gehinderd door geluid 16 Ernstige geluidhinder van:
buren brommers / scooters (eventueel ook als ze stilstaan) verkeer op wegen waar je niet harder mag dan 50 km/uur verkeer op wegen waar je harder mag dan 50 km/uur vliegverkeer
bouwen, verbouwen, slopen of graven
treinverkeer bedrijven / Industrie
2 1 1
overig
2
5
In de gemeente GeldropMierlo zijn langs een drukke weg nieuwe woonblokken gepland. De geluidbelasting op de bouwblokken is hoger dan toegestaan (hoger dan 48 dB). Ontheffing was noodzakelijk. Men heeft onderzocht of er ook een ‘stille gevel’ te realiseren is. Een stille gevel heeft een geluidbelasting onder de 48 dB. Met een stille gevel kun je een raam openen om een ruimte te luchten, zonder dat er binnen teveel overlast is van wegverkeerslawaai.
5 3 2 2
De realisatie van een stille gevel verhoogd de kwaliteit van de leefomgeving in de woningen.
Figuur 3. Percentage 19- t/m 64-jarigen met ernstige geluidhinder van vliegverkeer per gemeente in Zuidoost-Brabant in 2012
Vliegverkeer zorgt vooral voor geluidoverlast rondom de aanvliegroute Inwoners van de gemeenten ten noordoosten en ten zuidwesten van vliegveld Eindhoven ervaren de meeste geluidhinder van het vliegverkeer. In 2012 is deze geluidhinder zowel nagevraagd via de GGD-Gezondheidsmonitor 19- t/m 64-jarigen als via het Belevingsonderzoek Leefomgeving rondom Vliegveld Eindhoven bij bewoners van18 jaar en ouder. Beide onderzoeken laten zien dat de gemeenten Eersel, Best en Son en Breugel relatief veel hinder 5
ervaren. Ook wordt er veel hinder ervaren in de delen van Eindhoven en Veldhoven die dicht bij de landingsbaan liggen.8
Praktijkvoorbeeld Geluidhinder
Figuur 4. Percentage volwassenen en ouderen (18 jaar en ouder) met ernstige geluidhinder van vliegverkeer naar geluidszones rondom vliegveld Eindhoven in 2012 (Bron: Beleving leefomgeving rondom vliegveld Eindhoven)
Vliegveld Eindhoven Belevingsonderzoek In 2010 heeft de Alderstafel Eindhoven, in opdracht van de rijksoverheid, advies uitgebracht over uitbreiding van burgervliegverkeer op vliegveld Eindhoven. Deze uitbreiding wordt gerealiseerd in twee fases. Vanwege de klachten van omwonenden over het geluid en het vliegverkeer is besloten om vóór en na de eerste fase van uitbreiding een belevingsonderzoek uit te voeren. Zo wordt in beeld gebracht wat de gevolgen zijn van deze uitbreiding en de tegelijkertijd geplande hinderbeperkende maatregelen. De resultaten van het onderzoek geven inzicht in de ervaren hinder (geluid, geur), slaapverstoring, bezorgdheid en gezondheidsklachten die samenhangen met het vliegverkeer.
Gunstige ontwikkelingen op het gebied van ernstige geluidhinder Uit landelijke cijfers van het CBS blijkt dat de groep inwoners die (soms) last heeft van geluid van verkeer en/of industrie de laatste jaren (1995-2011) hetzelfde blijft. De geluidsbelasting van weg-, rail- en vliegverkeer neemt de laatste jaren juist af.9 In de periode 2009-2013 lijkt er in Zuidoost-Brabant een dalende trend te zijn in ervaren ernstige geluidhinder naar bron. Vooral de ernstige hinder van wegverkeer op binnenwegen is in verschillende gemeenten afgenomen. Dit is het geval in Asten, Eindhoven, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Son en Breugel en Valkenswaard. In Cranendonck is de ernstige geluidhinder van vliegverkeer gedaald met 9% (van 13% naar 4%), in Eindhoven en Reusel-De Mierden is deze afname kleiner, namelijk 2%. Of dit ook geldt voor de direct 6
De website www.samenopdehoogte.nl, een initiatief van de Alderstafel Eindhoven, zorgt voor transparante informatie over het civiele vliegverkeer op Eindhoven Airport. Omwonenden kunnen hier ook een vraag of melding indienen. Via WebTrak kan men zien welke vluchten er boven de regio zijn of zijn geweest.
omwonenden van vliegveld Eindhoven zal blijken na de herhaling van het belevingsonderzoek in 2015.8
Praktijkvoorbeeld
Geluidhinder hangt samen met hoogte inkomen en leeftijd Mensen met een laag inkomen ervaren meer ernstige geluidhinder dan mensen met een hoger inkomen (resp. 20% en 15%). Deze lage inkomensgroepen zijn echter ook meer vertegenwoordigd in de grotere steden. Er is geen relatie tussen geluidhinder en opleidingsniveau of gezinssamenstelling. Jongvolwassenen hebben vaker geluidhinder van buren en minder van wegverkeer op binnenwegen dan oudere leeftijdsgroepen.
GEURHINDER Geur kan, naast de hinder, zorgen voor o.a. luchtwegklachten, misselijkheid en hoofdpijn. Klachten verschillen van persoon tot persoon, afhankelijk van individuele gevoeligheid.2,10 Belangrijke bronnen van geurhinder in de woonomgeving zijn industrie, landbouw, verkeer en huishoudens.7 In Noord-Brabant is er relatief veel geurhinder door agrarische bedrijven ten opzichte van gemiddeld in Nederland.9
Geurhinder Gemeente Oirschot Visie veehouderij Naar aanleiding van klachten van omwonenden over de ontwikkeling van de veehouderij heeft de gemeente Oirschot een eigen gemeentelijke visie opgesteld over de gewenste ontwikkeling van deze sector. Een van de uitgangspunten is dat de gezondheid van mens en dier een bepalend criterium is bij de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast heeft Oirschot samen met de gemeenten Reusel-De Mierden, Oirschot en Gemert-Bakel en de GGD een toetsingsinstrument ontwikkeld waarmee, met verschillende gezondheidskundige criteria, bedrijfsuitbreidingen van veehouderijen beoordeeld kunnen worden. Hierbij laten zowel de gemeente als de ondernemer zien welke inspanningen gedaan worden om gezondheidsrisico’s redelijkerwijs te beperken.
Figuur 5. Percentage 19- t/m 64-jarigen met ernstige geurhinder (totaal) per gemeente in Zuidoost-Brabant in 2012
8% van de volwassenen is ernstig gehinderd door geur Een relatief klein aandeel van de volwassenen in de regio ZuidoostBrabant (8%) ervaart ernstige hinder van geur in de woonomgeving. Dit percentage varieert van 5% in Geldrop-Mierlo tot 13% in Reusel-De Mierden. Open haarden en allesbranders zorgen gemiddeld voor de meeste geurhinder, maar de meeste lokale variatie in ernstige geuroverlast wordt veroorzaakt door landbouw en veeteelt: ‘landbouw- en veeteeltactiviteiten’, ‘stallen met (pluim)vee’ en ‘mest uitrijden’. Deze factoren spelen vooral een rol in de gemeenten Reusel-De Mierden, Someren, Gemert-Bakel en Deurne.
7
Figuur 6. Percentage 19- t/m 64-jarigen met ernstige geurhinder van landbouw- en veeteeltactiviteiten per gemeente in ZuidoostBrabant in 2012.
Praktijkvoorbeeld Geurhinder Reusel-De Mierden Geurvisie
Ernstige geurhinder min of meer stabiel Landelijk is de groep mensen die (soms) geurhinder ervaart van industrie, verkeer en landbouw sinds 1990 ongeveer gehalveerd. Dit betekent niet dat er lokaal geen overbelaste gebieden meer zijn. Geurhinder door openhaarden en allesbranders is echter niet afgenomen.9 In Zuidoost-Brabant is in de periode 2009-2013 het aantal personen dat ernstige geurhinder ervaart in veel gemeenten grotendeels gelijk gebleven. In Someren is het aantal mensen dat ernstige geurhinder ervaart van wegverkeer toegenomen van 0% naar 2% en in Gemert-Bakel heeft men minder hinder van open haarden en allesbranders (van 6% naar 2%). In Reusel-De Mierden heeft 6% van de volwassenen ernstige geurhinder van landbouw en veeteelt tegen 4% in 2009. Deze toename is echter niet statistisch significant. Geurhinder hangt samen met leeftijd en geslacht Ernstige geurhinder hangt niet samen met opleiding of inkomen. Gemiddeld geven vrouwen iets vaker ernstige geurhinder aan dan mannen (9% versus 7%) en oudere leeftijdsgroepen (40 t/m 54 jaar: 9%, 55 t/m 64 jaar: 10%) meer dan jongvolwassenen (19 t/m 24 jaar: 5%). Ook uit landelijke gegevens blijkt dat vrouwen vaker geurhinder ervaren dan mannen, een uitsplitsing naar leeftijd is hier echter niet gemaakt.11
8
In de kern van Reusel zijn veel geurklachten ten gevolge van agrarische bedrijven, terwijl wel aan de wettelijke eisen wordt voldaan. Ten zuiden van Reusel ligt een concentratiegebied van veehouderijen. De geuruitstoot van bedrijven in dit gebied werd niet of nauwelijks beperkt door gevoelige bestemmingen in de omgeving. In januari 2012 is de Nota plattelandsontwikkeling aangenomen. Bij de behandeling van de nota in de raad is een motie aangenomen om zo mogelijk in regionaal verband een toetsingsinstrument voor gezondheid in relatie tot de intensieve veehouderij te ontwikkelen. Daarnaast is de geurverordening aangepast. De geurnormen zijn zodanig aangescherpt dat een geuremissie standstill wordt bereikt. Veehouders kunnen alleen nog uitbreiden door emissiearme technieken toe te passen. Daarbij moet de 50% regeling van de Wet geurhinder en veehouderij worden toegepast (de helft van de reductie voor meer dieren en de andere helft voor minder emissie). Voor het woon- en leefklimaat is een indeling gemaakt in vier geurklassen: ‘optimaal plus’, ‘optimaal’, ‘aanvaardbaar’ en ‘niet-aanvaardbaar’. In de klassen ‘optimaal plus’ en ‘optimaal’ zijn geen of weinig geurklachten te verwachten. In de klasse ‘aanvaardbaar’ wordt voldaan aan de (wettelijke) eisen, maar zijn er toch (geur)klachten. Door de scherpere geurnormen verbetert het woon- en leefklimaat en vallen steeds minder woningen in de lagere klassen.
TIPS VOOR LOKAAL BELEID 14% van de volwassenen is bezorgd over gezondheidseffecten van bronnen in de woonomgeving Neem ongerustheid van de burgers serieus, ook als het objectieve gezondheidsrisico klein of afwezig is. Goede communicatie is belangrijk. Tips hiervoor zijn: Maak zichtbaar wat de gemeente al doet om hinder te beperken: welke maatregelen neemt de gemeente, waar kunnen omwonenden klachten melden, hoe handhaaft de gemeente? Dit kan bijvoorbeeld via de website of een informatieavond. Neem gezondheid mee in de planontwikkeling rondom o.a. verkeer (weg-, rail- en vliegverkeer), veehouderijen en bedrijventerreinen. Betrek omwonenden bij het ontwikkelen van beleid rondom geluid, lucht, gezondheid of buitengebied. Lage inkomensgroepen wonen over het algemeen in gebieden waar negatieve gezondheidseffecten van verschillende omgevingsfactoren stapelen. Neem bijvoorbeeld extra maatregelen voor deze groep, zoals geluidsisolatie, extra groen of speelruimte in de omgeving. 16% van de volwassenen is ernstig gehinderd door geluid Beleid om geluidhinder terug te dringen heeft het meeste effect als het is gericht op de belangrijkste bronnen van geluidsoverlast. De gemeente kan hier als volgt mee omgaan: Inventariseer de vragen en klachten rondom geluid. Verifieer de klachten en koppel terug wat met de klachten is gedaan. Breng knelpunten met betrekking tot geluid in kaart. Onderzoek of er aanvullende geluidreducerende maatregelen mogelijk zijn (bijvoorbeeld gevelmaatregelen of stiller asfalt of andere bronmaatregelen). Jongvolwassenen ervaren meer geluidhinder van buren. Hierbij liggen de oplossingen vooral op het sociale vlak. Buurtbemiddeling kan dan een uitkomst bieden. 8% van de volwassenen is ernstig gehinderd door geur Beleid om geurhinder terug te dringen is het meest effectief als men zich richt op de belangrijkste bronnen van geurhinder. Mogelijkheden voor lokaal beleid zijn: Inventariseer de overbelaste gebieden op basis van vergunningen of klachtenpatroon. Breng het aantal omwonenden in kaart dat blootgesteld wordt aan geur. Onderzoek de knelpunten en ga na of er aanvullende maatregelen mogelijk zijn om de overlast te beperken. Communiceer naar omwonenden welke activiteiten de gemeente onderneemt op gebied van monitoring en handhaving van geurbronnen. Neem gezondheid mee in het geurbeleid en betrek omwonenden en belanghebbenden daarbij. Openhaarden en allesbranders: maak bewoners bewust van risico’s van hun stookgedrag en geef gedragsadviezen in bijvoorbeeld lokale huis-aan-huisbladen en de website.
9
Bronnen 1. Gezondheidsmonitor 19- t/m 64-jarigen 2012, GGD Brabant-Zuidoost 2. GGD-richtlijn risicocommunicatie, 13 december 2006 3. Houthuijs, DJM; Wiechen, CMAG van; Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Monitoring van gezondheid en beleving rondom de luchthaven Schiphol (RIVM rapport 630100003/2006) 4. Breugelmans, ORP; Wiechen, CMAG van, et al. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Gezondheid en beleving van de omgevingskwaliteit in de regio Schiphol: 2002 (rapport 630100001/2004) 5. Zee, SC van der; Walda, IC; Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), GGDrichtlijn medische milieukunde - Luchtkwaliteit en gezondheid (rapport 09330008/2008) 6. Heederik, DJJ; IJzermans, CJ (red); Mogelijke effecten van intensieve-veehouderij op de gezondheid van omwonenden: onderzoek naar potentiële blootstelling en gezondheidsproblemen; IRAS, NIVEL, RIVM; 2011 7. Nationale Atlas Volksgezondheid, RIVM; www.zorgatlas.nl 8. Ballegooij-Gevers, MC van. GGD Brabant-Zuidoost. Beleving leefomgeving rondom vliegveld Eindhoven 2012 9. Compendium voor de leefomgeving; www.compendiumvoordeleefomgeving.nl 10. Handboek Binnenmilieu 2007, RIVM 11. Centraal Bureau voor de Statistiek; www.cbs.nl Websites www.regionaalkompas.nl
www.ggdgezondheidsatlas.nl
www.compendiumvoordeleefomgeving.nl
www.zorgatlas.nl/beinvloedende-factoren/fysieke-omgeving/
www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/omgeving/milieu/
Infokaart Milieubeleving regio Zuidoost-Brabant Drs. A.M. van Gestel, GGD Brabant-Zuidoost; Drs. I.M. van den Broek, Bureau Gezondheid Milieu & Veiligheid GGD’en Brabant/Zeeland; Drs. L. Pouwels, GGD Brabant-Zuidoost; Drs. Ir. N. Homeijer, omgevingsdienst Zuidoost-Brabant GGD Brabant-Zuidoost, Postbus 810, 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100, www.ggdbzo.nl Copyright © 2013, GGD Brabant-Zuidoost Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Brabant-Zuidoost. De redactie besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten.
10