De Werkschool
Uitvoeringsplan Regio Zuidoost Brabant
Den Haag, 7 september 2011
Colofon
Colofon Projectnummer: 32201
Auteurs: Sybille van Weert Oscar Papa
De Werkschool Postbus 95359 2509 CJ Den Haag e-mail:
[email protected] www.werkscholen.nl
© Copyright De Werkschool 2011. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op alle opdrachten en werkzaamheden zijn de Algemene voorwaarden van De Werkschool B.V. van toepassing, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Haaglanden onder dossiernummer: 52074935. De Algemene voorwaarden treft u als bijlage aan en kunt u tevens inzien op onze website, www.werkscholen.nl. 7-9-2011 17:44:00
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De regionale werkschool
5 6
2.1
Het werkschooltraject
7
2.2
e toegevoegde waarde van De Werkschool
9
3. Beeld van de regio Zuidoost Brabant
11
3.1
Algemeen beeld
11
3.2
Arbeidsmarktanalyse
11
3.3
Onderwijsanalyse
12
3.4
Doelgroep Werkschool
13
3.5 Bestaande organisaties en lopende projecten die raken aan de werkwijze van De Werkschool 14 3.6
Conclusie
15
4. Draagvlak in de regio 4.1
16
Conclusie
17
5. Succes- en faalfactoren
18
6. Financiën
20
6.1 fase
Financieringsmiddelen van De Werkschool in de reguliere 20
6.2
Extra financieringsbehoefte in de opstartfase
7. Van start Bijlage 1.Factsheet Zuidoost Brabant, bron Colo, Mérie Michels Bijlage 2.Overzicht scholen PRO en VSO (cluster 3 en 4) Bijlage 3.Gesprekspartners kwartiermaker
Pagina 3 van 30
22
23 25 28 29
1. Inleiding In het regeerakkoord maakte het kabinet zijn voornemen kenbaar om tot de oprichting van zogenoemde Werkscholen te komen. Het kabinet heeft de Commissie Werkscholen onder leiding van Hans Kamps, gevraagd advies uit te brengen over de uitwerking van deze Werkscholen. De Commissie heeft vervolgens haar rapport „Zicht op werk‟ in november 2010 aangeboden aan het kabinet. De Werkschool is bestemd voor een groep heterogene leerlingen vanaf 16 tot en met 21 jaar die zonder additionele begeleiding de arbeidsmarkt niet bereiken en geen startkwalificatie weten te verwerven. De doelgroep betreft leerlingen uit het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs. Onderzocht wordt nog of mbo1/AKA leerlingen behoren tot de doelgroep. Zij die in staat zijn regulier werk te verrichten, maar noch de brug naar de arbeidsmarkt weten te slaan, noch in staat zijn vervolgonderwijs te volgen, komen in aanmerking voor De Werkschool. Met name voor het VSO (cluster 3 en 4) en PrO is de urgentie van een „warme‟ en directe overdracht groot. De praktijk laat zien dat een hoog percentage van de leerlingen van het VSO en in mindere mate van het PrO in een uitkeringssituatie belanden. 40% Van deze jongeren stroomt in de zogenoemde Wajong. Deze wet is met ingang van 1 januari 2010 feitelijk afgesloten voor jongeren met een gedeeltelijke arbeidsbeperking. Zoals bekend wordt een groot deel van de Wajong op korte termijn naar de gemeenten gedecentraliseerd, en samen met een deel van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Wet Werk en Bijstand tot één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt geïntegreerd: de Wet Werken naar Vermogen. Van De Werkschool zal voor Rijk en gemeenten een preventieve werking uitgaan ten aanzien van instroom in ten minste de Wajong en de WIJ. Gelet op de bezuinigingsopgaven in de publieke sector is de urgentie groot. Tevens is De Werkschool een vehikel om de jeugdzorg (inclusief JJI‟s en gesloten jeugdzorg) te dwingen om het vizier op economische zelfstandigheid van deze jongeren te richten. De Werkschool zorgt voor een scherpe focus van betrokken partijen en de bijbehorende geldstromen. De Stichting De Werkschool die is opgericht naar aanleiding van rapport „Zicht op Werk‟, heeft er voor gekozen om in het voorjaar van 2011 een aantal arbeidsmarktregio‟s als koploper te laten fungeren, waaronder de arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant. Voor de regio Zuidoost Brabant heeft de gemeente Eindhoven bij de Stichting De Werkschool aangegeven een rol te willen vervullen als „sponsor‟ en „wegbereider‟ voor de regionale werkschool. Eind maart 2011 is vanuit de Stichting een kwartiermaker aangesteld voor de voorbereiding en opstelling van dit uitvoeringsplan. Onlangs heeft het kabinet binnenkort haar standpunt over de Werkscholen in een brief aan de Kamer verwoord. Dit standpunt is positief. Er wordt een landelijke toetsingscommissie geformeerd die de rechtmatigheid van het werkschooltraject beoordeelt.
Pagina 5 van 30
2. De regionale werkschool De regionale werkschool is een structurele en flexibele netwerkorganisatie van samenwerkende organisaties in een arbeidsmarktregio. Deze netwerkorganisatie heeft een regionale makel- en schakelfunctie tussen werkgevers/leerwerkbedrijven in de regio (werk, leerwerkplekken en stageplekken) onderwijsinstellingen (leren in de praktijk en aanvullende scholing, training, certificaten, branchegerichte cursussen) en gemeenten in de regio (ondersteunende voorzieningen). Het unieke en onderscheidende van De Werkschool is dat wordt gestart bij de werkgevers: hun vraag bepaalt het aantal jongeren dat instroomt in De Werkschool. De werkdoelstelling staat daarom voorop, in de vorm van baangarantie voor iedere jongere die zijn programma van De Werkschool met goed gevolg doorloopt. De Werkschool richt zich in tegenstelling tot het onderwijs, primair op werk, en niet op het voldoen aan onderwijsdoelstellingen. Bijscholing kan worden ingezet als dit de kans op de arbeidsmarkt voor de jongere vergroot. Daarnaast is een wezenlijk kenmerk dat De Werkschool ontzorgt: voor de werkgever door als enig aanspreekpunt te fungeren en de bureaucratie over te nemen, voor het onderwijs door de benodigde zorg en begeleiding te regelen en door ondersteuning te bieden voor de toeleiding naar De Werkschool, voor de gemeente door baangarantie te geven en, last but not least, voor de jongere die gedurende de werkschoolperiode een vaste begeleider (Werkschoolcoach) heeft die aanspreekpunt. Daarnaast regelt De Werkschool –––voor de jongere alle ondersteuning die nodig is om de brug naar werk te slaan. Te denken valt bijvoorbeeld aan scholing, (jeugd)zorg, werknemersvoorzieningen, maar ook bijvoorbeeld schuldsanering, indien de schuldsituatie de route naar werk belemmert. Hiertoe maakt De Werkschool harde afspraken met zowel werkgevers, onderwijsinstellingen, gemeenten en uitvoerende partijen. Vanuit de landelijke Stichting De Werkschool worden de regionale werkscholen ondersteund en gefaciliteerd. Zo is de kwaliteit van de regionale werkscholen geborgd. De Werkschool is bestemd voor een groep jongeren vanaf 16 tot en met 21 jaar die ten gevolge van een beperking zonder additionele begeleiding de arbeidsmarkt niet bereiken en geen startkwalificatie weten te verwerven. De Werkschool wil vanuit de verzamelde leerwerkplekken en reguliere vacatures de matching tussen vraag en aanbod tot stand brengen. Werkschooljongeren krijgen een baangarantie. De focus ligt op jongeren van 16 tot en met 21 jaar in het Praktijkonderwijs (pro) en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO). Op regionaal niveau is De Werkschool een lichte infrastructuur die partijen verbindt die betrokken zijn bij de uitvoering van De Werkschool. De regionale werkschool werkt met een vast format een heeft heel eigen regionale identiteit. Een beperkt aantal mensen draagt zorg voor matching en ondersteuning van jongere, werkgever en onderwijs. Betrokken partijen zijn in ieder geval scholen, gemeenten en werkgevers, kennisinstituten, brancheorganisaties, jeugdzorgaanbieders en UWV.
Pagina 6 van 30
WERKSCHOOL
De Werkschool moet niet worden gezien worden als een extra instituut naast en in concurrentie met de bestaande voorzieningen. Integendeel, De Werkschool is er om de versnippering vanuit de diverse vormen van onderwijs richting bedrijfsleven tegen te gaan; het is de regionale focus voor bedrijven om vacatures te melden en voor de scholen om hun leerlingen in contact met de ondernemingen te brengen. De Werkschool werkt daarnaast voor alle branches in de regio. Ze richt zich op verschillende branches als techniek, zorg, handel en groen en werkt intensief samen met de betreffende kenniscentra. Daarnaast benut De Werkschool bij het vormgeven van de werkschooltrajecten alle diensten en initiatieven die zijn of worden ontwikkeld in de regio. Denk daarbij aan de diensten die op het terrein van arbeidstoeleiding zijn ontwikkeld door o.a. onderwijsinstellingen, en brancheorganisaties maar ook aan diensten op het terrein van jobcoaching.
2.1 Het werkschooltraject Een werkschooltraject bestaat uit 2 routes die parallel lopen en samenkomen in de matching aan een werkplek: 1. de route die een leerling doorloopt, van: instroom, onderzoek tot matching en nazorg; en 2. de route van de werkgever van: beschrijving werkplek, toerusten, tot matching aan leerling en nazorg.
Pagina 7 van 30
De voorfase In de voorfase worden alle voorbereidende werkzaamheden voor het werkschooltraject verricht nog voordat sprake is van een individuele werkgever of leerling. In deze fase gaat het om het verzamelen van „namen en rugnummers‟ van werkgevers en leerlingen. Hoewel deze fase binnen het primair proces valt zijn er nog geen individuele (aan de leerling gekoppelde) middelen beschikbaar. In deze fase zullen werkgevers worden benaderd. Daarbij wordt aangesloten bij de kansrijke sectoren. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt bij de werkgevers welk uitzicht er is op vervolg en doorgroei binnen het bedrijf en welke mogelijkheden er zijn voor doorstroom naar een “andere” werkgever in een verwante sector/branche. Deze werkgevers worden benaderd via lokale kenniscentra, verenigingen, branches, bijeenkomsten, netwerken. Uitgangspunt is de aansluiting bij de “vraag” van de werkgever. Ook worden de werkgevers geïnformeerd over De Werkschool waarbij de meerwaarde voor de ondernemer benadrukt wordt, over de kansen die de inzet van de jongeren hen biedt en over het ontzorgingsarrangement dat De Werkschool verzorgt. Naast de werving van werkgevers vindt in deze fase ook de werving van leerlingen plaats. Scholen worden geïnformeerd over De Werkschool en de mogelijkheden die dit jongeren biedt. Ook zullen ouders worden benaderd en geïnformeerd. Er worden afspraken gemaakt over omvang van de instroom van leerlingen in De Werkschool, met bijbehorende financiering. Deze afspraken worden vervolgens vastgelegd in inkoopcontract. De onderzoeksfase De onderzoeksfase gaat in vanaf het moment dat er met een individuele werkgever of leerling gestart wordt met de voorbereiding van een (mogelijk) werkschooltraject. In deze fase vallen alle activiteiten die kunnen/moeten worden ondernomen met werkgever en/of leerling tot het moment waarop er een match tussen de werkgever en leerling is gemaakt. De twee sporen van werkgever en leerling lopen gelijk op en zijn in interactie met elkaar. Wanneer de opties en mogelijkheden van de jongere in beeld zijn, wordt het traject met de werkgever nader ingevuld. Na afronding van de onderzoeksfase bestaat er een concreet beeld van het aanbod en de vraag van de werkgever en hebben De Werkschool en de leerling een concreet beeld van wat de leerling kan, wat de leerling nodig heeft en hoe een werkschooltraject er voor de leerling uit moet zien. De voorbereidingsfase De voorbereidingsfase start op het moment dat er een match tussen werkgever en leerling tot stand is gebracht. In deze fase worden de voorbereidingen getroffen bij de werkgever en leerling om het werkschooltraject volledig gecommitteerd in te kunnen gaan. Wanneer aan alle randvoorwaarden is voldaan breekt de fase van werkend-leren aan en start het werkschooltraject (fase van werkendleren). Er is een plan van aanpak waarin het werkschooltraject is uitgeschreven, relevante partijen hebben hun instemming verleend, de financiering is rond, voorzieningen en aanpassingen zijn toegekend en gerealiseerd.
Pagina 8 van 30
WERKSCHOOL
De leerwerkfase De voorbereidingsfase wordt dan ook afgesloten met een matching aan de werkplek. Dit wordt formeel bekrachtigd met een proefplaatsing. In deze leerwerk fase regisseert De Werkschool de uitvoering van het arbeidstrajectplan voor de jongere: het wegnemen van drempels in begeleiding, thuis of op de werkvloer; het begeleiden en ontzorgen van de werkgevers: werkgevers geven aan wat zij nodig hebben, welke voorwaarden zij stellen om een jongere een leerwerkplek aan te kunnen bieden. De Werkschoolregisseur regisseert het traject voor de leerling. Hij treedt daartoe in overleg met alle betrokken partijen, waaronder de onderwijsinstelling. Hij kan indien nodig/gewenst diensten of faciliteiten vragen, huren of kopen. In de uitvoeringsgerichte aanpak creëert de Werkschoolregisseur samen met de jongere en de werkgever een aanbod op maat en betrekt uit het netwerk die sleutelpersonen, clubs en organisaties die nodig zijn om het doel te realiseren. Zijn mogelijkheden worden gefaciliteerd door de inrichting van de ingekochte trajecten, producten en bijbehorende ketenpartners. Ook zet de regisseur een Werkschoolcoach in voor de begeleiding van de jongere en werkgever vanaf het moment dat de jongere start bij een werkgever, zolang dat nodig is. Interventies kunnen gericht zijn op de persoon, het persoonlijk netwerk, de werkplek, ander leefdomeinen, of op de fysieke omgeving. De Werkschoolcoach maakt waar mogelijk gebruik van eigen netwerken van leerling en werkgever. Veel ervaringen wijzen er op dat plaatsing van een jongere in eigen netwerk leidt tot duurzame arbeidsrelatie. De leerwerkfase wordt afgesloten met een omzetting naar vast dienstverband. De Werkschoolcoach regelt dat de ervaring van de leerling wordt omgezet naar EVC en/of branchecertificaat en realiseert de noodzakelijk doorlopende ondersteuning van de werkgever. Indien nodig bespreekt de Werkschoolcoach de mogelijkheid van een nieuwe proefplaatsing. Na beëindiging van het werkschooltraject draagt de Werkschoolcoach zorg voor de nazorg: de monitoring van de voortgang en verloop van het dienstverband en het regelen van ondersteuning waar nodig. Deze nazorgperiode beslaat minimaal 2 jaar, afhankelijk van wat nodig is om duurzame arbeid te realiseren.
2.2 e toegevoegde waarde van De Werkschool Het onderscheidende van de aanpak van De Werkschool is dat er gewerkt wordt vanuit een landelijke formule die regionaal wordt ingekleurd. Alle bestaande netwerken, kennis en initiatieven kunnen worden ingezet en benut voor het werkschooltraject. Door de regionale opschaling komt het gehele regionale bedrijvennetwerk beschikbaar voor alle scholen waarmee zij kunnen worden ondersteund in hun contacten naar bedrijven en hun wettelijk arbeidsmarkt-toeleidingstaak. Tevens kan de expertise die de verschillende onderwijsinstellingen hebben opgebouwd worden benut binnen de gehele regio. Het integrale plan van aanpak dat in het Werkschooltraject voor de jongere is opgesteld biedt helderheid voor alle partijen, de jongere, de ouders, de school en de werkgever. Maar ook voor alle andere partners die betrokken worden in het traject. Wat bijzonder is in het werkschooltraject is de
Pagina 9 van 30
WERKSCHOOL
baangarantie die de jongere wordt gegeven met daarbij de opbouw van het curriculum dat voor de jongere de basis is voor het branchediploma/EVC. Ook is de nazorg na uitstroom geregeld. Voor de werkgevers is het van belang dat zij een centraal aanspreekpunt krijgen. De Werkschool is dat voor hen. De Werkschool draagt daarnaast zorg voor de afhandeling van alle administratieve taken en bijkomende lasten. De Werkschool leidt op deze wijze tot besparingen door een integrale aanpak vanuit de domeinen sociale zekerheid, onderwijs, arbeidsmarkt, arbeidstoeleiding, jeugdzorg en welzijn.
Pagina 10 van 30
3. Beeld van de regio Zuidoost Brabant 3.1 Algemeen beeld Op 21 maart jl. heeft de kwartiermaker een start gemaakt in de regio Zuidoost Brabant. Na een aanvangsperiode waarin inventarisatie van het onderwijsveld en het werkgeversveld heeft plaatsgevonden, zijn de eerste gesprekken gevoerd met onderwijsinstellingen en werkgevers. In deze gesprekken is gesproken over De Werkschool en wat deze voor de onderwijsinstellingen en werkgevers kan betekenen. (In de bijlage 3 van dit document wordt een overzicht gegeven van de verschillende partijen waarmee is gesproken.) De insteek van de gesprekken is onderzoekend en wederzijds informerend geweest en hebben plaatsgevonden binnen diverse geledingen: van bestuurder tot stagebegeleider. De bereidheid tot het voeren van een gesprek en het uitwisselen van informatie is groot. Omdat er niet een eenduidig bestand voorhanden is waaruit broninformatie kan worden gehaald is gebruik gemaakt van verschillende informatiebronnen betreffende leerlingaantallen en arbeidsmarktinformatie. Deze informatie is benut bij het schetsen van het beeld in de regio Zuidoost Brabant.
3.2 Arbeidsmarktanalyse Werk en werkgevers In Bijlage 1 bij deze rapportage wordt een overzicht gegeven van de arbeidsmarktsituatie in Zuidoost Brabant en de verschillende initiatieven en samenwerkingsverbanden die er zijn. Het betreft een factsheet opgesteld door COLO. Hieronder worden een aantal specifieke punten benoemd: - De regio Zuidoost Brabant is door het karakter als maakindustrie conjunctuurgevoelig. Dit heeft na een periode van economische neergang ook een positieve ontwikkeling laten zien. Het aantal leerwerkbanen en stageplekken lijkt aan te trekken onder invloed van de verbeterde economische situatie. Zo positief, dat in de industrie snel tekorten aan goed opgeleid personeel zijn ontstaan. - Vanuit het MKB en Kenteq wordt geïnvesteerd in het opzetten van trajecten ter bevordering van stage- en leerwerkplekken in de technieksector voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. - Zorg en techniek zijn de twee grootste speerpunten in de arbeidsmarkt van de regio Zuidoost Brabant. - Opvallend is dat de meeste initiatieven zich richten op jongeren die een startkwalificatie kunnen halen. Werkzoekenden/jongeren - Blijkens de Basisset regionale arbeidsmarktsituatie van het UWV van april 2011 stonden er eind april 19.127 niet-werkende werkzoekenden (nww) ingeschreven bij de werkpleinen in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant. Van dit aantal niet-werkende werkzoekenden wonend in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant is 10,2% jonger dan 27 jaar. Het aantal jongeren in het nww-bestand is een onderschatting van de werkelijke jeugdwerkloosheid, omdat werkzoekende jongeren die geen recht op een uitkering hebben niet verplicht zijn zich als werkzoekende in te
Pagina 11 van 30
WERKSCHOOL
schrijven. Het aanbod op de arbeidsmarkt is dus groter dan het aantal dat is ingeschreven bij UWV WERKbedrijf. 46,5% Van het totaal aantal werkzoekenden heeft geen startkwalificatie. 1732 niet-werkende werkzoekende jongeren zitten op het beroepsniveau elementaire en lagere beroepen. Het hoogste aantal niet-werkende werkzoekende jongeren is woonachting in de gemeenten Eindhoven (443) en Helmond (401). (bron: Basiscijfers Jeugd februari 2011; Colo/UWV) Vacatures Eind april stonden bij UWV WERKbedrijf in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant 2.745 openstaande vacatures geregistreerd. Een jaar eerder waren dat er 2.355. Ten opzichte van 2010 is dit een stijging met 16,6%. Er zijn vooral vacatures voor de technische en industrieberoepen, verzorgende en dienstverlenende beroepen en economisch-administratieve beroepen in de regio Zuidoost-Brabant. De arbeidsmarkt in de regio Zuidoost-Brabant wordt in april als krap gekarakteriseerd, wat betekent dat er weinig kortdurend niet-werkende werkzoekenden zijn ten opzichte van de openstaande vacatures. Voor onder andere de beroepen boekhouder en secretaresse, commercieel employés en kantoorhulp, inpakker en colporteur is er een tekort aan kortdurend niet-werkende werkzoekenden in zowel de regio als in de rest van Nederland. Van de openstaande vraag heeft 22,3% van de openstaande vraag (613 vacatures) betrekking op elementaire beroepen. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal openstaande vacatures op elementair niveau met 49,1% toegenomen. (bron: Basisset regionale arbeidsmarktsituatie van het UWV van april 2011).
3.3 Onderwijsanalyse Onderwijsaanbod In de regio Zuidoost Brabant is een groot aantal VSO- en Pro-scholen actief. In zijn totaliteit gaat het om 6 Pro-scholen en 11 VSO scholen, cluster 3 en4. Een aantal van deze scholen werkt samen in een stichting (Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven en De Aloyiusstiching). Daarnaast is er School23 van het ROC Eindhoven waar leerlingen die overbelast zijn en dreigen zonder startkwalificatie vroegtijdig de school te verlaten, worden ondersteund op weg naar een diploma, werk of vervolgopleiding. In Bijlage 2 bij deze rapportage is een overzicht van alle scholen opgenomen. De afgelopen weken heeft de kwartiermaker met verschillende scholen gesproken in de regio. Binnen het onderwijs bestaan er al geruime tijd twee samenwerkingsverbanden die onder meer tot doel hebben de arbeidsintegratie voor mensen met een beperking te bevorderen. Zo is er een samenwerkingsverband voor de regio Eindhoven-De Kempen en een samenwerkingsverband voor de regio Helmond-Peelland. In deze samenwerkingsverbanden nemen, naast de onderwijsinstellingen, ook andere partijen deel als MEE, Stichting Platform Gehandicapten, Ergon, UWV, Gemeente en soms re-integratiebedrijven als USG-Restart en Atlantgroep. In beide samenwerkingsverbanden is MEE onafhankelijk voorzitter. De samenwerkingsverbanden hebben drie overleggen: een beleidsoverleg, een afstemmingsoverleg en een leerlingenoverleg.
Pagina 12 van 30
WERKSCHOOL
Onderwijsuitstroom De jongeren die in De Werkschool terecht kunnen zijn de jongeren tussen 16 en 21 die op het PrO of VSO cluster 3 of 4 zitten en die geen startkwalificatie kunnen halen maar wel arbeidsmarktpotentieel hebben. Blijkens cijfers van het RMC nemen 2345 leerlingen deel in het VSO cluster drie en vier in de regio zuidoost Brabant. Het aantal leerlingen dat tussen de 16 tot en 21 jaar is, is 1480. In het PrO in de regio zitten 824 leerlingen. 295 Leerlingen zitten in het vierde tot en met zesde leerjaar. In totaal betreft het 3169 leerlingen die in de regio Zuidoost Brabant op het PrO en VSO cluster 3 en 4 zitten. Van deze totale groep leerlingen zijn bijna 1800 leerlingen tussen de 16 en 21 jaar oud. Van MEE Zuidoost Brabant hebben we de volgende uitstroomcijfers van het Pro en VSO in de regio ontvangen: Voor het samenwerkingsverband Eindhoven-De Kempen hebben we de volgende uitstroomcijfers ontvangen voor het schooljaar 2008/2009: Totaal aantal leerlingen/schoolverlaters 213 Uitstroom naar betaald werk 31% Uitstroom naar (vervolg)opleiding 31% Uitstroom naar dagbesteding 16% Uitstroom maar nog geen daginvulling (onbekend of ze in beeld zijn) 13% Uitgestroomd wegens verhuizing/overlijden 9% Voor het samenwerkingsverband Helmond-Peelland hebben we de volgende uitstroomcijfers ontvangen voor het schooljaar 2008/2009: Totaal aantal leerlingen/schoolverlaters 97 Regulier werk, gesubsidieerde arbeid, Werk in WSW 49,5 Dagbesteding 12,3% Ander (vervolg) onderwijs 26,8% Geen werk (wel in beeld,nog traject) 9,3% Deze cijfers geven een beeld over de uitstroompercentages die jaarlijks gemiddeld worden gehaald. Uit gesprekken met verschillende scholen komt naar voren dat er sprake is van een beperkt aantal leerlingen dat uitvalt (Pro Eindhoven geeft aan dat 90% van hun leerlingen met arbeidsmarktprofiel uitstroomt naar werk). De leerlingen die uitvallen zijn vaak leerlingen bij wie sprake is van meervoudige problematiek.
3.4 Doelgroep Werkschool Het aantal leerlingen dat tot tussen de 16 en 21 jaar is en op het VSO cluster 3 of 4 of het PrO zit in de regio is 1800 leerlingen. Jaarlijks verlaten gemiddeld in de regio 12% van de leerlingen school zonder startkwalificatie. Dit zou feitelijk betekenen dat van de groep leerlingen in de leeftijd van 16 tot 21 jaar 216 leerlingen uitvalt. Deze groep is de eerste doelgroep van De Werkschool.
Pagina 13 van 30
WERKSCHOOL
Ook blijkt uit de bovengenoemde cijfers dat vanuit VSO en PrO ca. 30% van de jongeren doorstroomt naar vervolgonderwijs. Een belangrijke reden voor deze jongeren en hun ouders om door te willen stromen is, zo werd door verschillende scholen aangegeven, dat zij per se een diploma willen behalen. Uit verschillende gesprekken met PrO en VSO scholen komt naar voren dat een flink deel van deze groep voortijdig uitvalt op het vervolgonderwijs en de school verlaat omdat achteraf blijkt dat zij het vervolgonderwijs niet aan kunnen. Zij komen alsnog in een uitkeringssituatie terecht. Doelstelling van De Werkschool is om de uitval van deze jongeren te voorkomen door met hen al op het PrO of VSO het werkschooltraject in te gaan en hen te laten kiezen voor een reguliere baan in plaats van vervolgonderwijs. Immers, ook in het werkschooltraject kunnen zij een branchediploma of EVC behalen dat hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Dit is de tweede doelgroep van De Werkschool.
3.5 Bestaande organisaties en lopende projecten die raken aan de werkwijze van De Werkschool Er zijn in de regio verscheidene initiatieven die raken aan het werkschoolconcept. Toch is er een evident verschil, namelijk dat het bij De Werkschool gaat om leerlingen die nog op school zitten en die door inzet van het gehele regionale netwerk worden begeleid naar duurzame arbeid. Daarnaast zijn de initiatieven veelal branchespecifiek of richten zich op schoolverlaters. Deze initiatieven en organisaties zouden een bijdrage kunnen leveren in een werkschool traject. Hieronder wordt een tweetal initiatieven en organisaties genoemd: Project ‘Werkschool Regio Helmond’ Uit het samenwerkingsverband Helmond-Peelland is het zogenoemde project “Werkschool Regio Helmond” voortgekomen. Dit project dat financieel wordt ondersteund door de gemeente Helmond heeft raakvlakken met De Werkschool Zuidoost Brabant zoals die door De Stichting De Werkschool wordt voorgestaan, met dien verstande dat er evidente verschillen zijn. De Helmondse Werkschool is in feite een „plek‟ waar het zoeken naar stageplaatsen en het matchen plaatsvindt. De begeleiding wordt verzorgd door de aanleverende school. Het grote verschil met de Regionale Werkschool Zuidoost Brabant is dan ook met name de overdracht van de leerling voor het werkschooltraject aan De Werkschool. De Werkschoolcoach verzorgt naast de matching ook de gehele invulling van het maatwerktraject met de jongere. Uitgangspunt bij de invulling van dit maatwerktraject is werk: het doel is namelijk begeleiding van de jongere in het maatwerktraject van stage naar leerwerkplek en uiteindelijk een duurzame reguliere baan. Een ander verschil is dat binnen De Werkschool Zuidoost Brabant de werkgeversnetwerken arbeidsmarktregionaal kunnen worden ingezet. Ook beschikt De Werkschool Zuidoost Brabant over mogelijkheden tot het ontschot inzetten van middelen en draagt zij zorg voor de maximale ontzorging van de werkgevers. Blijkens het projectplan van de Helmondse Werkschool is uit een behoeftepeiling naar voren gekomen dat in de regio Helmond-Peelland voor het schooljaar 2011/2012 ca. 84 leerlingen in aanmerking zouden kunnen komen voor een Helmonds werkschooltraject. In september 2010 is de Helmondse Werkschool van start gegaan en zijn er inmiddels 62 leerlingen die deelnemen. Uit gesprekken met partners in het Helmondse samenwerkingsverband is naar voren gekomen dat een aantal van deze jongeren nog geen stageplek heeft kunnen vinden en om die reden goed zou kunnen passen in het werkschooltraject van De Werkschool Zuidoost Brabant. In een gesprek met
Pagina 14 van 30
WERKSCHOOL
de betrokken beleidsmedewerker van de gemeente Helmond is naar voren gekomen dat aansluiting van het initiatief van de Helmondse Werkschool bij De Werkschool Zuidoost Brabant gewenst kan zijn om meer structurele inbedding te krijgen. Trabajo Trabajo staat voor doorstroming naar een baan via werk, training en coaching. Een samenwerking van Ergon en de gemeenten Eindhoven, Heeze-Leende, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. Trabajo is een „werkbedrijf‟. In het leven geroepen om mensen binnen drie maanden terug naar de arbeidsmarkt te leiden. Zij worden tijdelijk werknemer van Trabajo en vervullen een fulltime dienstverband. Gedurende drie maanden verrichten deze mensen werkzaamheden voor opdrachtgevers uit de regio. Daarnaast werken zij aan hun persoonlijke loopbaanontwikkeling. Bij Trabajo gaat het om een andere doelgroep dan de doelgroep van De Werkschool. Immers, het gaat om mensen die niet op school zitten. Daarnaast richt Trabajo zich specifiek op de technische branche. De Werkschool werkt brancheoverschrijdend en beoogt voor jongeren een passende baan te vinden in het door hem of haar gewenste en passende werkveld.
3.6 Conclusie Er is sprake van een toenemend krapte op de arbeidsmarkt in de regio Zuidoost Brabant en een toename van bijna 50% van het aantal vacatures op elementair niveau. Tezamen met de informatie van de werkgevers waarmee is gesproken en de gegevens van UWV mag worden geconcludeerd dat er sprake is van een toenemende vraag naar arbeidskrachten die behoren tot de doelgroep van De Werkschool. Uit de informatie betreffende de onderwijsuitstroom en de gegevens van RMC kan worden afgeleid dat er arbeidspotentieel niet wordt benut door uitval op school. Het gaat hier regionaal om een percentage van meer dan 10% van de leerlingen Op het PrO en VSO gaat het om een groep van 216 leerlingen tussen de 16 en 21 jaar dat uitvalt zonder startkwalificatie en zonder werk. Deze groep is de eerste doelgroep van De Werkschool.
Pagina 15 van 30
4. Draagvlak in de regio Onderwijs Het algemene beeld dat uit de gesprekken met onderwijsinstellingen en werkgevers naar voren komt is dat De Werkschool als een goed en zeer welkom initiatief wordt ervaren. Vanuit de onderwijsinstellingen wordt het met name gezien als een aanvulling op hetgeen er al is voor jongeren. Wat zij vooral omarmen is de vorm waarin De Werkschool wordt gegoten; een kleine organisatie die door het benutten van het hele regionale bedrijvennetwerk, een optimaal en flexibel maatwerktraject voor jongeren kan inrichten. Daarnaast wordt het gecombineerd kunnen inzetten van middelen gezien als bijzondere toegevoegde waarde van De Werkschool. Ook geven scholen aan dat zij de door hen opgebouwde expertise ook graag via De Werkschool zouden willen inzetten in het netwerk van De Werkschool. Ook wordt aangegeven dat door inzet van De Werkschool, de school zich weer kan focussen op onderwijs. Het zoeken naar stages en de begeleiding kost de school veel tijd en zij hebben veelal slechts een beperkt en lokaal werkgeversnetwerk. Er zijn door een drietal scholen al concrete leerlingen besproken waarmee vanaf september kan worden gestart. Andere scholen zijn zeer geïnteresseerd en blijven gesprekspartner en zullen mogelijk op een later moment inschuiven. Voordat echte concrete afspraken kunnen worden gemaakt zullen de landelijke afspraken rondom de financiering gereed moeten zijn en zal de landelijke toetsingscommissie het werkschooltraject moeten hebben beoordeeld. Er zijn door de onderwijsinstellingen een aantal aandachtspunten benoemd waar bij de uitwerking rekening mee gehouden moet worden: aandacht voor en aansluiting bij bestaande initiatieven en netwerken; regie- en verantwoordingsvraagstuk: waar ligt de regie over de leerling nadat hij doorgestroomd is naar De Werkschool ( in verband met ontschotten middelen bij De Werkschool, in verband met de verantwoordelijkheid voor „je eigen jongeren over de eindstreep trekken‟ bij de school); mogelijkheden tot regionale invulling van het concept De Werkschool zichtbaar maken; positionering van het Helmondse initiatief „De Werkschool‟; bezuinigingen in het onderwijs veroorzaken terughoudendheid als het gaat om budgetten doorsluizen. Werkgevers Ook werkgevers zien De Werkschool als een goed initiatief waarbij zij met name de rol van De Werkschool als centraal aanspreekpunt, als ook de maximale ontzorging en ondersteuning van werkgevers rondom administratieve werkzaamheden als belangrijke toegevoegde waarde zien. Wel wordt aangegeven dat werkgevers niet beknot moeten worden in hun ondernemerschap en dat er ook aandacht moet zijn voor de toegevoegde waarde voor het bedrijf van de inzet van werkschooljongeren. Het gaat dan niet om financiële toegevoegde waarde maar om intrinsieke en imagobevorderende toegevoegde waarde. Van werkgeverszijde zijn verschillende toezeggingen gedaan. Zo heeft een grote facilitaire dienstverlener aangegeven 100 stage- en/of leerwerkplekken te hebben voor de doelgroep.
Pagina 16 van 30
WERKSCHOOL
Daarnaast is contact gelegd met het bestuur van de Vereniging voor Evenementenmakers. Zij hebben aangegeven zeker passende plaatsen voor Werkschooljongeren te kunnen aanbieden. In de zomer volgt hierover nader overleg en invulling. Ook is er contact gelegd met het MKB en ZLTO. Afgesproken is dat zij onderzoek doen bij hun leden naar plaatsen voor werkschooljongeren. Het onderzoek hiernaar loopt nog. In juni 2011 is bij SPOMM een presentatie gehouden voor verschillende grote bedrijven in de regio in de metaal- en mechatronica industrie, om hen te informeren over De Werkschool. Het gaat hier om bedrijven als VDL, DAF en AEE. Deze bedrijven zijn geïnteresseerd en vervolggesprekken worden gepland. Ook JUMBO Supermarkten en IKEA hebben interesse getoond. Naast de gesprekken met werkgevers heeft de kwartiermaker gesproken met Kenniscentra COLO, Kenteq en Calibris, Savantis en KC Handel over de arbeidsmarktsituatie in de regio. Aangegeven wordt dat de handel, zorg en de techniek twee grote speerpunten voor de regio Zuidoost Brabant. Ouders/Jongeren Inmiddels zijn er ook ouders die zich hebben gemeld bij de Werkschool. Zijn zien de Werkschool als uitstekend alternatief voor hun kind wanneer het op school niet goed gaat en het via werk ook gecertificeerd raakt en daarmee de kansen op de arbeidsmarkt vergroot.
4.1 Conclusie Gegeven het draagvlak bij de werkgevers en het onderwijs kunnen we de komende periode toewerken naar concrete afspraken met scholen en werkgevers over leerlingen, maatwerktrajecten en werkplekken, zodat het kwartiermaken naadloos kan overgaan in de uitvoering. Vacatures zijn er in overvloed, de eerste 5 leerlingen zijn ook al aangeleverd.
Pagina 17 van 30
5. Succes- en faalfactoren De Werkschool is een nieuw concept dat in de praktijk van het doen verder wordt uitontwikkeld. Dat betekent dat er rekening moet worden gehouden met inmiddels bekende feiten en een aantal onzekerheden. Wat telt voor De Werkschool is dat er in de afgelopen maanden een groot draagvlak is ontstaan voor De Werkschool, niet alleen in de regio Eindhoven, maar ook landelijk. Vanuit diverse geledingen, werkgevers, scholen, overheden, wordt de toegevoegde waarde benoemd van de landelijke werkschoolformule. De kerncriteria van deze werkschoolformule zijn de volgende: - het werk is leidend; de leerling wordt zo snel mogelijk naar een duurzame baan geholpen vanuit de gedachte van employability (duurzaam op de arbeidsmarkt), waarbij wordt gestreefd naar 100% baangarantie; - de leerling kan pas naar De Werkschool als a) de financiering is geregeld en b) er een baan is of zicht op een baan; - de regionale werkschool is een samenwerkingsverband c.q. netwerkorganisatie en is onafhankelijk in de regio; de werkorganisatie is ‘lean and mean’; - de regionale werkschool voert niet zelf uit, maar voert regie over de uitvoering van de partners; daarvoor beschikt de regionale werkschool over de verschillende budgetten die kunnen worden ingezet; - de werkschooltrajecten komen integraal, vraaggericht en onafhankelijk tot stand. De Werkschoolregisseur handelt vanuit een onafhankelijke positie en stelt een integraal traject vast en ziet toe op de uitvoering; - er wordt gestart met leerlingen van het VSO en Pro. Op termijn vindt verdieping en verbreding plaats met leerlingen die niet op school zitten en bijzondere doelgroepen. Het vasthouden aan deze criteria bepaalt ook het succes en onderscheidend vermogen van De Werkschool. Bepalende succesfactoren voor de regionale werkschool betreffen (de drie O’s): Ontzorgen: op individueel niveau is de regionale werkschool het ene aanspreekpunt voor werkgevers, leerlingen/ouders en scholen en; zij regelt alles wat nodig is en is direct aanspreekbaar. Opschalen: de regionale werkschool functioneert op regionaal niveau en ontsluit daarmee op dat niveau werkgeversnetwerken voor de scholen, bundelt middelen en faciliteiten voor de leerling, biedt scholen de mogelijkheid effectiever in te kopen en zorgt er voor gemeenten voor dat in regionaal verband middelen en kennis wordt ingezet. Ontschotten: de regionale werkschool bundelt en coördineert op een slimme manier verschillende middelen waardoor een grotere effectiviteit en minder bureaucratie ontstaat; op landelijk niveau wordt de regionale werkschool hierin gefaciliteerd door de Stichting De Werkschool.
Pagina 18 van 30
WERKSCHOOL
Met de eerste twee O’s is in deze kwartiermakersfase een start gemaakt. Er zijn een aantal scholen en werkgevers die hebben aangegeven leerlingen en banen te hebben die zouden passen in De Werkschool. Er is een VSO school in Helmond en Mierlo, een PrO school in Bladel die al concreet een leerling in beeld hebben en een PrOschool in Eindhoven die vanaf september leerlingen wil gaan voordragen voor geschiktheid voor een werkschooltraject. Werkgevers die interesse hebben getoond zijn GOM, VDL en JUMBO. Daarnaast heeft ook het MKB aangegeven passende banen te hebben voor de doelgroep. De gemeente Eindhoven heeft aangegeven ook banen te kunnen aanbieden voor de doelgroep en is nu bezig met een inventarisatie. Inmiddels zijn landelijk ook de voorbereidingen gaande voor de laatste ‘O’ van ontschotting. Met de koploperregio’s worden concrete casussen gemaakt voor de ontschotting. Onze inschatting is dat de bureaucratische hobbels die we zeker nog gaan tegen komen, met politieke druk tegemoet moeten worden getreden. Dat is ook de kracht van nu ook snel starten met het ‘doen’ in de regio’s. Voor de integrale inzet van gemeentelijke middelen moet inzicht worden verkregen van de gemeente. Hiertoe volgt nog een inventarisatie van gemeentezijde. (PM) Hieronder een overzicht van de financiële stromen.
Pagina 19 van 30
6. Financiën De werkschool moet zichzelf financieel zelfstandig gaan bedruipen. Dat betekent dat gebruik wordt gemaakt van de bestaande onderwijsgeldstromen die er zijn voor de leerling en de bestaande reintegratiemiddelen. We noemen dat de reguliere fase. Hierbij is het van belang de overheadkosten van de Werkschool lean en mean te houden. De regio Eindhoven is koploperregio. Dat betekent dat aan de hand van ondermeer deze regio in een pilot de financiering en de rechtmatigheid (plus de vermindering van de bureaucratie) wordt ontwikkeld. De activiteiten van De Werkschool moeten na de eerste 2 tot 3 jaar zichzelf kunnen bedruipen uit de bestaande middelen, en daarmee financieel onafhankelijk kunnen draaien.
6.1 Financieringsmiddelen van De Werkschool in de reguliere fase In het primaire proces (de trajecten voor de leerling) is de actuele stand van zaken de volgende. Een van de belangrijkste voorwaarden waaraan voldaan moet zijn voordat een leerling kan deelnemen aan De Werkschool, is dat vooraf de financiering moet zijn vastgelegd. De financiering van de individuele trajecten voor leerlingen, gebeurt door de inzet van bestaande financieringsstromen. Allereerst betreft dat de onderwijsbekostiging die beschikbaar is voor leerlingen die staan ingeschreven op een school van Pro of Vso. Jaarlijks ontvangt de school voor deze leerlingen een bedrag van respectievelijk € 12.000,- en € 15.000,- per jaar. Een deel van deze middelen zal door de Pro of Vso school zelf worden behouden voor het schoolspecifieke deel, via een inkoopcontract tussen de betreffende school en de regionale werkschool, wordt het bedrag vastgelegd waarmee De Werkschool haar activiteiten financiert. De landelijke Stichting zorgt er voor dat, mede op basis van de eerste concrete trajecten in Eindhoven, de rechtmatigheid van de inzet van deze onderwijsmiddelen is vastgelegd. Daarnaast zijn er via het UWV re-integratiemiddelen beschikbaar per traject van arbeidstoeleiding. De besprekingen met het UWV zijn nog niet afgerond, maar het lijkt er op dat een bedrag van circa € 7.500,- beschikbaar is. Dit wordt op landelijk niveau door de Stichting De Werkschool vastgelegd in een overeenkomst met het UWV. Op deze wijze worden de belangrijkste financieringsbronnen voor de regionale werkschool meerjarig vastgelegd. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de leerlingen die De Werkschool doorlopen, zullen ook andere middelen hier aan worden gekoppeld. Denk aan de inzet van jeugdzorg, schuldhulpverlening, WMO en dergelijke. Veel van de posten liggen (straks) in het domein van de gemeente. (PM) De regionale werkschool kent, ook al is ze lean en mean, ook overheadkosten. Minimaal zijn een directeur/acquisiteur en een Werkschoolcoach/regelaar nodig. De dekking van deze kosten komt uit de financieringsmiddelen zoals hiervoor benoemd. Omdat dit naar verhouding een klein percentage
Pagina 20 van 30
WERKSCHOOL
zal zijn (de hoofdmoot van de financiering is benodigd voor de financiering van het leerlingtraject), moet er massa met leerlingen worden gemaakt om de vaste overheadkosten goed te maken. Daarnaast wordt een bijdrage aan de faciliteiten van de landelijke Stichting gedekt. Het gaat daarbij om faciliteiten als: • • • • • • • •
Communicatie en pr Landelijke mantelovereenkomsten met O&O-fondsen, specifieke branches, etc. Overleg met het Rijk Ontschotting van middelen en goedkeuring op rechtmatigheid Monitoring en kennisdeling in en tussen de regionale werkscholen in het land Instrumenten ten behoeve van de ontzorging van de werkgevers Voorbeeldcontracten en SLA‟s Beschikbaarheid van een CVS en administratieve ondersteuning
Onderstaand wordt een schematische weergave gegeven van de inkomsten- en kostenstructuur van de regionale werkschool. De exacte invulling van dit plaatje is a) afhankelijk van de afspraken die in de pilot gemaakt worden en b) afhankelijk van de „zwaarte‟ van de individuele leerling.
De regionale werkschool komt na 2 tot 3 jaar in de zogenaamde reguliere fase. Dat is de fase waarin De Werkschool na de opstartfase in terechtkomt en waarin De Werkschool voldoende
Pagina 21 van 30
WERKSCHOOL
leerlingen als deelnemer heeft om de regionale overheadkosten (zoals kosten voor personeel, huisvesting, exploitatie en communicatie) te kunnen dekken uit de reguliere financiering.
6.2 Extra financieringsbehoefte in de opstartfase In de opstartfase kent De Werkschool een opbouw van aantallen leerlingen. In de eerste jaren zullen de aantallen nog te laag zijn, om uit de reguliere middelen de regionale overhead en de bijdrage aan de landelijke Stichting te kunnen financieren. In de opschaling van 0 leerlingen naar het break-even aantal leerlingen, loop je als regionale werkschool aanloopkosten die moeten worden gedekt. In de start van de kwartiermakerfase zijn deze gesteld op € 250.000,- ex 19% BTW. (Er wordt overleg gepleegd over de belastbaarheid van dit project met de belastinginspectie). Er is sprake van communicerende vaten. De inkomsten uit de trajecten zullen oplopen en de bijdrage vanuit de middelen voor de onrendabele top zullen aflopen. Bij een oplopend leerlingaantal van de regionale werkschool zou de regionale werkschool Zuidoost Brabant zich vanaf circa 200 leerlingen per jaar zichzelf kunnen bedruipen. Dit zijn allemaal veronderstellingen die pas tijdens de uitvoering van de pilot helder worden. Duidelijk mag zijn dat De Werkschool zich hierna zelfstandig moet bedruipen vanuit de beschikbare geldstromen rondom de leerling. Op basis van de verkenningen van de kwartiermaker zal vanaf september 2011 tot en met december 2013 wordt de volgende instroom begroot in De Werkschool: Jaar 2011 (resterende maanden) 2012 2013
e
1 jaar (instroomjaar) 15 85 150
e
2 jaar (vervolgjaar) 15 85
e
3 jaar (vervolgjaar)
pm
Totaal 15 100 235
Op deze wijze wordt het aantal van 200 bereikt in het jaar 2013. Tot die tijd bouwen de aantallen zich op (1e jaars leerlingen, 2e jaars leerlingen, etc.) en zijn de beschikbare geldstromen voor deze aantallen onvoldoende om de overhead volledig te kunnen dekken. Voor deze periode is derhalve financiering van de onrendabele top nodig. Separaat zal een begroting worden opgesteld. In de opstartfase worden leerlingen in de Werkschool geplaatst die op school staan ingeschreven. Voor de start is dat de doelgroep van de Werkschool. Voor deze leerlingen zijn immers de onderwijsmiddelen inzetbaar. Als eenmaal na de opstartfase de Werkschool zelfstandig draait, kunnen in overleg met betrokken partijen ook andere doelgroepen via de Werkschool naar werk worden toegeleid. Wie dat zijn en hoe dat gebeurt, zal moeten worden bezien.
Pagina 22 van 30
7. Van start Na afsluiting van de kwartiersmakersfase, zal in juli worden gestart met de eerste uitvoeringsactiviteiten. Onderstaand is een eerste overzicht opgenomen. Al werkendeweg zal dit plan verder worden uitgewerkt en ingevuld met activiteiten. De verschillende activiteitssporen waarlangs gewerkt wordt, lopen naast elkaar. De beoogde doelgroep is 200, zijnde de jongeren tussen de 16 en 21 jaar die school zullen gaan verlaten zonder startkwalificatie en zonder arbeid. Doorlopend zal sprake zijn van werving van leerlingen en werkplekken bij werkgevers. Dat is de taak van de werkschooldirecteur. De matching van leerling en werkgever gebeurt door de werkschoolcoach/regelaar. Vanaf 1 juli zal de Werkschool concreet de volgende activiteiten uitvoeren: a. De formele aftrap van de eerste regionale Werkschool in Eindhoven In september vindt een officiële aftrap plaats van de werkschool. Samen met de gemeente Eindhoven wordt dit georganiseerd. Het ministerie heeft laten weten dat de minister bereid is „acte de presence‟ te geven, op verzoek van het college van B&W. De minister wil de aftrap graag laten plaatsvinden aan de hand van een concrete casus. b. Matchen van concrete leerlingen aan concrete banen De kwartiermakersfase heeft de eerste bereidheid van bedrijven en scholen opgeleverd. De eerste leerlingen zullen concreet worden gematcht. c. Voorstel ontschotte inzet van middelen voorleggen aan de landelijke toetsingscommissie Aan de hand van het maatwerktraject in Eindhoven als koploperregio, wordt een concreet voorstel ter goedkeuring voorgelegd aan de landelijke toetsingscommissie. Doel: maximale ontschotting, zo min mogelijk bureaucratie en vastlegging van rechtmatigheid in de besteding van de middelen. d. Inzetten overige partners Aan de hand van de maatwerktrajecten die uit de matching van leerlingen en werkgevers volgt, zullen andere uitvoerders dan scholen en werkgevers bij de uitvoering worden betrokken (bv de jeugdzorg, schuldhulpverlening enz.). Met hen zullen afspraken worden gemaakt en worden vastgesteld in SLA‟s. e. Communicatie en publiciteit Structurele communicatie over de Werkschool, haar producten en deelnemers, is essentieel voor de bekendheid en het succes. De landelijke communicatie zal worden verzorgd door de landelijke Stichting. Regionale informatievoorziening en publiciteit vinden op voorspraak van de regionale Werkschool plaats. Via de website, folders, bijeenkomsten wordt de Werkschool bekend gemaakt. Deze publiciteit is gericht op leerling/ouders, werkgevers en scholen.
Pagina 23 van 30
WERKSCHOOL
f. De regio betrekken bij de Werkschool Er zal overleg met gemeente moeten worden gevoerd over hoe om te gaan met de regio. Doel is immers een werkschool voor de gehele regio Zuidoost Brabant.
Pagina 24 van 30
Bijlage 1. Factsheet Zuidoost Brabant, bron Colo, Mérie Michels Arbeidsmarktregio
Samenwerking
Arbeidsmarkt
Zuidoost Brabant
Algemene opmerking De Regio Zuidoost Brabant kent vele overlegstructuren waar overheid en onderwijs reeds velen jaren samenwerken.
Brancheservicepunten
Centrum Gemeenten Eindhoven Helmond Lokale gemeenten 18 Werkpleinen Mercado Eindhoven Werkplein Helmond
7 praktijkscholen 824 deelnemers 12 VSO scholen 2148 deelnemers Regionale
PACT Brabant: bestuurdersoverleg Brabant onder voorzitterschap van Provincie, gedeputeerde Lily Jacobs. Colo is agendalid. Zuidoost Brabant Brainport: Doelstelling: In 2020 staat zuidoost Nederland in de Top 3 van toptechnologie regio in Europa. Er komen 3 grootschalige technologische proeftuinen voor: eHealth, slimme voertuigmobiliteit en voor duurzame energieopwekking. Voorzitter Bert van Gijsel; burgermeester Eindhoven
Servicepunt techniek, zorg en welzijn, detailhandel en horeca uitvoeringsoverleg zakelijke dienstverlening
Arbeidsmarktinformatie Basisset jeugdwerkloosheid Arbeidsschets techniek Barometer zorg, welzijn en sport Calibris Reguliere arbeidsmarktinformatie UWV UWV info maart 2011 Aanbodzijde 22.228 niet werkende werkzoekenden 50,6% > 45 jaar 11,5% < 27 jaar
Pagina 25 van 30
Ontwikkelingen E-portfolio via Brainport De 4 ROC‟s in Zuidoost Brabant: ROC Ter AA, Eindhoven, de Leijgraaf en KW1College bouwen op de HTA campus in Helmond de komende jaren het MBO Automotive Centre (MAC) Centres of expertise en Centra voor Innovatief Vakmanschap. Richt zich op de versterking van de Nederlandse economie en innovatie. € 23 Mio is gegaan naar expertise centra voor béta talent in het hbo en mbo. Zuidoost Nederland: Automotive Centrum voor innovatief vakmanschap zie www.platformbetatetechniek.nl/?
Regionale ontwikkelingen en kansen Brainport Samenwerking doorlopende leerlijnen techniek (breed), chemie, zorg, transport Fontys Hogeschool Zoekt afstemming en samenwerkingmogelijkheden rondom doorlopende leerlijnen, AD trajecten. Eerste focus op: Laboratoriumdiagnostiek, accountancy, ICT, technische bedrijfskunde, zorg, smaal business & retail management, techniek
Afstemming arbeidsmarkt onderwijs Afstemming met onderwijsveld
WERKSCHOOL
Arbeidsmarktregio
Samenwerking
opleidingscentra ROC Eindhoven ROC Ter AA St. Lucas de Eindhovense school De rooi pannen
Leerbedrijven Aequor 1.210 Calibris 1.857 Ecabo 2.040 Fundeon 527 GOC 390 Innovam 407 KC Handel 1.875 Kenteq 974 Kenwerk 689 KOC 434 PMLF 145 Savantis 544 SH&M 218 SVGB 175 SVO 180 VOC 101
Leren en werken ZuidoostBrabant Er zijn 2 leerwerkloketten: Mercado Eindhoven en in Helmond In Brabant worden de Leerwerkloketten HRM servicepunten genoemd en gedeeltelijk gefinancierd door de provincie. Kenniscentra werken in de sector servicepunten samen met de HRM servicepunten. Afstemming vindt plaats in het kernteam overleg waarin de projectleiders van de HRM servicepunten, beleidsmedewerkers van de gemeenten, UWV en Colo afstemmen onder voorzitterschap van de Provincie Brabant. SRE; samenwerkingsverband Eindoven. Bestuurlijke samenwerking van 21 gemeenten Afhankelijk van het thema en/of de sector sluit Colo/kenniscentrum aan
Arbeidsmarkt
Ontwikkelingen
Regionale ontwikkelingen en kansen
46,5% heeft géén startkwalificatie 37,1 MBO niveau 16,4 HBO of hoger
pid=227
(Pro, VSO, VMBO, MBO) over:
Hoogste werkloosheid in de beroepgroepen: Productiemedewerkers Chauffeurs Interieurverzorgers Receptionisten Administratieve krachten Hulpkrachten horeca en verzorging Vraagzijde 2.675 openstaande vacatures 1.113 uitzendbureaus 526 industrie 124 handel 190 gezondhieds en welzijnszorg 146 bouwnijverheid
Pagina 26 van 30
stage en leerwerkbanen beroepenvoorlichting loopbaanoriëntatie docentenstages snuffelstages Bovenstaande kan gekoppeld worden met VSV middelen Unit Ambulant Eindhoven Zoekt instroomprojecten en/of stage leerwerkbanen voor jongeren die niet werken of leren. Werkcheque Zuidoost Brabant Voor jongen tot 27 jr. en ouderen vanaf 45 jaar ontvangt de werkgever maximaal € 5.500 Werkschool Zuidoost Brabant Ma 14 mrt is het eerste overleg in de regio over het vormgeven van De Werkschool. Werkwijze zal grotendeels de “Boris methodiek”zijn. Inmiddels is er
WERKSCHOOL
Arbeidsmarktregio
Samenwerking
VTL 259 Totaal 12.025
Jeugdwerkloosheid Gemeente zet focus op 45+ gezien de daling van het aantal schoolverlaters en de noodzaak bij ouderenwerkloosheid. Succesvolle projecten zijn doorgezet. G30 contactpersoon is aangesloten bij jeugdwerkloosheid en werkt hierin samen met de werkpleinen en gemeenten.
AKA Leerbedrijven Economie 526 Groene sector 65 Techniek 874 Zorg en welzijn 276
Arbeidsmarkt
Ontwikkelingen
Regionale ontwikkelingen en kansen een taakgroep opgesteld van managers van de samenwerkende kenniscentra die samen kijken wat de kenniscentra bijdragen aan het concept werkschool en wat de voorwaarden zijn.
VSV overleg regio Eindhoven ROC‟s , VMBO scholen en praktijkscholen, MinOCW (VSV) en Colo
Pagina 27 van 30
Bijlage 2. Overzicht scholen PRO en VSO (cluster 3 en 4) Praktijkonderwijs regio Zuidoost Brabant Pleincollege Eindhoven, Praktijkschool PiusX College Bladel, Praktijkschool Varendonckcollege Someren, Praktijkschool Peelland College Deurne, Praktijkschool Commanderijcollege Gemert, Praktijkschool Praktijkschool Helmond VSO regio Zuidoost Brabant Prins Willem Alexanderschool, Veldhoven (Cluster 3) De Groote Aard Eersel, VSO (Cluster 3) De Berkenschutse Heeze-Leende, VSO (Cluster 3) Antoon van Dykschool Helmond, VSO (cluster 3) Mytylschool Eindhoven, VSO (Cluster 3) Mgr. Bekkerschool Eindhoven, VSO (Cluster 3) De Korenaer Eindhoven, VSO school (Cluster 4) De Korenaer Deurne, VSO (Cluster 4) De Hilt Helmond, VSO (Cluster 4) De Zwengel Helmond, VSO (Cluster 4) De Zwengel Veldhoven, VSO (Cluster 4)
Pagina 28 van 30
Bijlage 3. Gesprekspartners kwartiermaker Allianza maatschappelijk ondernemen Beursgebouw Eindhoven Calibris COLO COLO
Esther Hofstede
Directeur
Chris Aelberts Barbara Vos Wil Seignette Renske Hamstra
Directielid Strategisch adviseur Senior beleidsmedewerker Coördinator arbeidsmarktvraagstukken regio Oost Regiocoördinator samenwerkende kenniscentra Adjunct-directeur Senior beleidsmedewerker/adviseur Onderwijs&Jeugd Beleidsadviseur SW Economie en Arbeidsmarkt Personeelsmanager Personeelsadviseur Districtsmanager Zuid Locatiedirecteur Karel de Grotelaan Senior Consulent Manager Raad van Bestuur Directeur Teamleider praktijkschool Coördinator Arbeids Toeleidingscentrum
COLO
Marion Liebregts,
COLO
Mérie Michels
De Hilt VSO
Hanneke Wijdeveld
Gemeente Eindhoven
Hans Tilman
Gemeente Helmond
Gerrit Wunderink
GOM Schoonhouden BV GOM Schoonhouden BV Kenteq De Korenaer MEE MEE MEE MKB Eindhoven Pius X college PRO Pleincollege Praktijkschool Eindhoven Pleincollege Praktijkschool Eindhoven
Chantal Vorstenbosch Joyce van de Laar Michiel de Ruyter Eric Bloem Carla de Martines Jozef Schrover L. Middelhoff Evelien Meister H. Backx
REA College Nederland
Bert Kersten
REA College Nederland
Raymond Vaessen
REA College Nederland
Herma Veltman
REA College Nederland School23/ROC Eindhoven Sterk in Werk Sterk in Werk Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven
Maarten Boon
Bestuur- en Directiesecretaris / GZPsycholoog Clusterleider REA College Pluryn Locatie Hoensbroek Directielid Rea Nederland en Manager REA College Pluryn Nijmegen, Groningen en Hoensbroek Senior Accountmanager
Jos Roothans
Directeur School23
Paul van Alphen Ben van Rosmalen
Directeur Manager
Addie Smolders
Directeur/Bestuurder
Theo Goossens
Directeur Mytylschool Eindhoven
Henk Smeets
Directeur Mgr. Bekkersschool
USG Restart
Annet de Graaf
USG Restart
Manette Peijneburg
Hans van den Broek Han Cornelissen
Directeur Praktijkschool
Regiomanager USG Restart Midden Nederland Regiomanager USG Restart Eindhoven
Pagina 29 van 30
WERKSCHOOL
USG Restart USG Restart UWV Werkbedrijf UWV Werkbedrijf UWV Werkbedrijf UWV Werkbedrijf UWV Werkbedrijf UWV Werkbedrijf UWV Werkbedrijf Van Tour Onderhoudend Goed Varendonck College Varendonck College VSO De Berkenschutse
Elanda de Wit Sjoukje Feenstra Jan Schaap Theo Hikspoors Piet Geleynse Caroline van Esch-Norder Aphra Rekkers Harry van Elderen Dorine van Hout
Contractmanager USG Restart Senior Mobiliteitscoach Manager Claim Staf Arbeidsdeskundige Arbeidsdeskundige Wajong Arbeidsdeskundige Wajong Arbeidsdeskundige Wajong Arbeidsdeskundige Wajong Arbeidsdeskundige Wajong
Patrick van Amerongen
Rayondirecteur
Antonie van Vugt Carlos de Kleyn Bram Krol
VSO De Berkenschutse
Joke Haarman
ZLTO JUMBO Supermarkten JUMBO Supermarkten VDL Nederland AAE SPOMM De Hilt VSO KC Handel De Groote Aard JobStap JobStap Atlant Groep Gemeente Eindhoven Gemeente Eindhoven Gemeente Eindhoven CJG Eindhoven Netwerkarbeidsintegratie Helmond Netwerkarbeidsintegratie Helmond
Marianne van der Heijden Nadine van Tiel Marcel Cox John van der Pas Manon Peijnenburg Harry Jannink Willemien van den Hout Monique Mol Jan Smets Ton van Trienen Sandra Mostert Rene Niks Peet Rijken Marieke van Hooff Joyce Boon Roseliek van Geel
Zorgcoördinator Coördinator Praktijkonderwijs Directeur Onderwijs Afdelingsleider Arbeidstoeleidingscentrum Specialist Landbouw&Zorg/Educatie Hoofd Opleidingen JUMBO Academy Hoofd Recruitment Personeelsfunctionaris Personeelsfunctionaris Manager Zorgcoördinator Adviseur HCM Stagecoordinator Algemeen Directeur Projectmanager Innovatie Manager HRM Sr Communicatie Adviseur Hoofd Jeugd Coordinator Jeugdwerkeloosheid Coordinator unit Ambulant
Maarten Jochems
Projectleider Werkschool Helmond
Charles Eijkelenburg
Coorinator Werkschool Helmond
Savantis
Jack Joosse
Ergon
Hans Lamers
Combinatie Jeugdzorg Combinatie Jeugdzorg Arisa Logistics ROC Eindhoven
Ben van Buxvoort Gerda Huijbregts Khalid Majdoubi Hans van Brussel
Bedrijfsadviseur schoonmaak en glazenwassen Concernhoofd Strategie en Communicatie Raad van Bestuur Sales manager Adjunct-directeur school voor techniek
Pagina 30 van 30