Info regelgeving en voorzieningen
NUMMER 18 – april 2010
Graag bieden wij jullie de nieuwste en belangrijkste wijzigingen aan in de regelgeving voor chronisch zieke mensen. Deze soms droge en moeilijke informatie is vertaald in hopelijk toegankelijke en vlot leesbare teksten. Deze teksten zijn zonder problemen te gebruiken in eigen publicaties, in het eigen ledentijdschrift. Bronvermelding wordt door ons sterk gewaardeerd.
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Pijnstiller paracetamol beter terugbetaald Apothekers voortaan vergoed voor adviesfunctie De maximumfactuur:inkomensschijven en plafonds voor 2010 Nieuwe brochures brengen Belgische sociale bescherming in kaart Europa bestrijdt in 2010 armoede en sociale uitsluiting Recht op vergoeding bij medsiche fout Meer mensen op invaliditeit Premies voor niet-belastingbetalers
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
1
1. Pijnstiller paracetamol beter terugbetaald Paracetamol is bij goed gebruik een veilig en breed toepasbaar geneesmiddel. Al jaren zetten heel wat verenigingen zich in voor een betere terugbetaling ervan. De Vlaamse Pijnliga en Ziekenzorg CM speelden daarin een grote rol. Ze ondernamen onder andere acties als de paracetamolbus naar Hulst in Nederland, waar de medicatie wel goedkoper te verkrijgen was. Sinds 1 april 2010 wordt paracetamol beter terugbetaald voor chronischepijnpatiënten. •
Het remgeld bedraagt nog slechts 25 procent voor gewoon verzekerden en 15 procent voor mensen met recht op de verhoogde tegemoetkoming. Dit remgeld wordt opgenomen in de maximumfactuur. Voorheen kregen chronischepijnpatiënten voor bepaalde pijnstillers op basis van paracetamol een terugbetaling van 20 procent, maar niet veel patiënten deden een beroep op het systeem. Het had bovendien slechts een heel beperkte invloed op de prijs van de bestaande specialiteiten.
•
De terugbetaling geldt in geval van kankerpijn, pijn als gevolg van chronische arthritis of artrose, zenuwpijn, multiple sclerose, bepaalde spierpijn, pijn na chirurgische ingrepen en fibromyalgie.
•
De behandelende arts of de arts die het globaal medisch dossier van de patiënt beheert, zal de vergoeding aanvragen bij de adviserend geneesheer. Patiënten die aan de voorwaarden voldoen, krijgen terugbetaling gedurende een jaar. De verlenging gebeurt automatisch.
Er is bovendien een voordelige grote verpakking met 100 tabletten van 500 mg op de markt. Deze kost 7,85 euro. Chronischepijnpatiënten die gewoon verzekerd zijn, betalen 1,29 euro. Hebben ze recht op de verhoogde tegemoetkoming, betalen ze 0,77 euro. Ter vergelijking: een verpakking van 30 tabletten paracetamol kost al vlug 4,43 euro.
2. Apothekers voortaan vergoed voor adviesfunctie Apothekers moeten hun klanten bijstaan met gespecialiseerd advies. Ze zijn dus meer dan loutere verkopers. Van deze zienswijze was tot nu toe evenwel weinig terug te vinden in het vergoedingssysteem waarbij apothekers hun inkomen halen uit een marge per verkocht geneesmiddel. Daar komt nu verandering in. Vanaf 1 april krijgen apothekers een honorarium voor hun intellectuele functies, zoals raad en advies, en dit naast een, minder belangrijke, economische marge. De hervorming heeft geen gevolgen voor de portemonnee van de patiënt. De invoering van het nieuwe vergoedingssysteem voor apothekers kent een lange voorgeschiedenis. Al in 2004 sloot Rudy Demotte, de toenmalige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, een akkoord met de apothekers. Het is de taak van apothekers om patiënten geneesmiddelen te leveren en kwaliteitsvolle farmaceutische diensten te bieden tegen de meest aangewezen kost en met een zo groot mogelijke transparantie. Deze ‘apothekersrol’ kreeg onlangs een wettelijke basis in de vorm van de farmaceutische zorg, die vanaf 1 januari 2010 in voege is getreden. Nieuwe rol, nieuwe vergoeding Tot eind maart streken apothekers een marge op per verkocht product. Een duurder geneesmiddel verkopen zorgde voor een hober inkomen. Deze puur economische vergoeding gaat voorbij aan de intellectuele handelingen die de apotheker moet stellen, zoals zijn patiënt bijstaan met raad en advies.
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
2
In het nieuwe systeem ontvangen apothekers een tweeledige vergoeding bij de verkoop van een terugbetaalbaar geneesmiddel. • 80 procent van de vergoeding is een honorarium voor de geleverde intellectuele diensten. • 20 procent van de vergoeding is een economische marge. Deze economische marge dient de variabele en economische kosten te dekken maar is ondergeschikt aan de intellectuele prestatie van de afleveringsakte. Het systeem is enkel van toepassing op de terugbetaalbare geneesmiddelen. Er werd immers vastgesteld dat voor niet-vergoedbare geneesmiddelen, die in het algemeen goedkoper zijn, er een negatief effect zou zijn voor de patiënten. Voor deze geneesmiddelen zal in een latere fase een beslissing genomen worden. Budgetneutraal Het nieuwe vergoedingssysteem is budgetneutraal en dit zowel voor de apothekers (op macroniveau), als voor het RIZIV en de patiënten. Het remgeld ten laste van de patiënt blijft dus ongewijzigd. www.riziv.be
3. De maximumfactuur: inkomensschijven en plafonds voor 2010 Om in aanmerking te komen voor de maximumfactuur, wordt gekeken naar het inkomen van het gezin en de uitgaven wat betreft gedeeltelijk terugbetaalde gezondheidszorgen. Het te bereiken bedrag van de remgelden verschilt in functie van het netto jaarinkomen van het gezin. Voor 2010 zijn dit de drempels om in aanmerking te komen. • indien het inkomen tussen 0 en 16.106,04 EUR ligt moet het gezin 450 EUR aan remgelden hebben betaald • voor een inkomen tussen 16.106,05 en 24.760,02 EUR: 650 EUR • voor een inkomen tussen 24.760,03 en 33.414,03 EUR: 1.000 EUR • voor een inkomen tussen 33.414,04 en 41.707,44 EUR: 1.400 EUR • voor een inkomen hoger dan 41.707,45: 1.800 EUR
4. Nieuwe brochures brengen Belgische Sociale Bescherming in kaart De DG (Directie-generaal) Beleidsondersteuning en de DG Sociaal Beleid van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid publiceerden twee nieuwe brochures. Een eerste brochure "Indicatoren van sociale bescherming in België: België Europees gesitueerd", bespreekt thema's als overkoepelende aspecten van sociale bescherming, vergrijzing en pensioenen, de arbeidsmarkt, gezondheid, huishoudens en het gezin, en huisvesting. Voor elk van deze thema's worden bereikte resultaten, ingezette middelen en contextfactoren gepresenteerd. De Belgische resultaten worden steeds vergeleken met de Europese. Het is niet de bedoeling om in de brochure een diepgaande analyse en bespreking te geven van de situatie op het vlak van de sociale bescherming. Wel om op een transparante en beschrijvende
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
3
manier een aantal beleidsaspecten van de sociale beschermingssituatie belichten en om geïnteresseerden bewust maken van het bestaan van de beschikbare indicatoren en het statistische materiaal. We geven meteen al een paar resultaten mee. • Sociale uitkeringen spelen in België een grotere rol in het garanderen van een minimuminkomensniveau dan in de EU als geheel. Een groter deel van de bevolking wordt boven de armoederisicogrens gebracht door de sociale uitkeringen dan in de EU. Het totaal armoederisicopercentage, het percentage van de bevolking met een inkomen onder de armoederisicogrens, is ook lager dan het EU-cijfer. • Op basis van de beschikbare indicatoren lijkt België goed te scoren op het vlak van gezondheid. Het deel van de bevolking dat geconfronteerd wordt met een langdurige ziekte is lager dan in de EU15. • Personen met betaald werk hebben een duidelijk lager armoederisico dan in de EU het geval is, terwijl personen zonder betaalt werk geconfronteerd worden met een relatief hoger rmoederisico. Je kan de borchure downloaden via deze link: http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/belgian-social-protection-2010-nl.pdf.. De tweede brochure "De sociale zekerheid in een oogopslag : Kerncijfers 2008: de Belgische sociale bescherming in cijfers", behandelt de voornaamste financiële gegevens over de ontvangsten en uitgaven van de sociale zekerheid en de zeven voornaamste sociale risico's als geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid, het verlies en niet vinden van werk, de arbeidsmarktpolitiek en werkgelegenheidsbeleid, ouderdom, overleving en het hebben van een gezin. De brochure doet dit door een combinatie van een globaal financieel overzicht met een voorstelling via twee grote sporen: 1. Het aantal mensen dat bescherming geniet van een sociaal risico. 2. De uitgaven die aan de geboden hulp gekoppeld zijn. Je kan de brochure downloaden via deze link: http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/brochure-kerncijfers-2010-nl.pdf
5. Europa bestrijdt in 2010 armoede en sociale uitsluiting Op 21 januari 2010 lanceerde de Europese Commissie officieel het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting in Madrid. In Europa leven er ongeveer 84 miljoen onder de armoedegrens, dat is ongeveer 17% van de bevolking van Europa. Zij hebben zo weinig middelen dat zij niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Armoede wordt vaak geassocieerd met ontwikkelingslanden waar ondervoeding, sterfte en gebrek aan drinkwater deel uitmaken van het dagelijkse leven. Maar armoede en sociale uitsluiting komt ook in Europa voor. Het probleem is weliswaar minder ernstig, maar toch is het onaanvaardbaar. Armoede en uitsluiting van een individu leiden tot degradatie van de samenleving. Europa is alleen sterk als het volle potentieel van ieder individu wordt benut. Europa wil werken aan de volgende punten: •
Stimuleren van politieke betrokkenheid op elk gebied van de samenleving om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden, van Europees tot lokaal niveau, zowel openbaar als privé;
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
4
•
De Europese burgers inspireren om samen de strijd aan te gaan tegen armoede en sociale uitsluiting;
•
Aandacht besteden aan de zorgen en behoeften van mensen die worden geconfronteerd met armoede en sociale uitsluiting;
•
Betrokken zijn bij de samenleving en niet-gouvernementele organisaties die armoede en sociale uitsluiting bestrijden;
•
Stereotypen en stigmatisatie van armoede en sociale uitsluiting tegengaan;
•
Promoten van een samenleving die een goede levensstandaard ontwikkelt en onderhoudt en zorgt voor sociaal welzijn en gelijke kansen voor iedereen;
•
Solidariteit tussen verschillende generaties aanmoedigen en instaan voor duurzame ontwikkeling.
Met dit Europees Jaar 2010 wil men het bewustzijn van de oorzaken en gevolgen van armoede en sociale uitsluiting vergroten, en de betrokken partijen mobiliseren om hieraan iets te doen. Er zijn tal van activiteiten gepland voor 2010, georganiseerd in de 29 deelnemende landen (dat zijn de 27 EUlanden, Noorwegen en Ijsland). Er werd een budget van 17 miljoen euro vrijgemaakt voor de bewustmakingscampagnes op Europees en nationaal vlak, gericht op verschillende prioriteiten. De activiteiten zullen gefinancieerd worden door het Europees Sociaal Fonds, Het Europees Fonds voor aanpassing van de globalisering en het PROGRESS-programma. http://www.2010againstpoverty.eu
6. Recht op vergoeding bij medische fout De plenaire Kamer heeft het wetsontwerp op de medische risico's en de medische fout goedgekeurd. De wettekst creëert voor de patiënt het recht op vergoeding van het medisch risico, ongeacht dus of er sprake is van een fout vanwege de zorgverstrekker of niet. Als er sprake is van een fout, betaalt de verzekeraar. Zo niet komt een nieuw fonds tussen. Sinds 2007 bestaat er al een wet die een regeling invoert voor patiënten die een schadevergoeding willen omdat ze vinden het slachtoffer te zijn van een medische fout of "therapeutisch risico". Tot de inwerkingtreding van die wet kwam het evenwel niet. Bevoegd minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx werkte daarna een nieuwe tekst uit, die gebaseerd is op het Frans model. Nieuw fonds Het uitgangspunt is dat er een nieuw recht in het leven wordt geroepen voor de patiënt en zijn entourage, namelijk het recht op de vergoeding van het medisch risico, ongeacht of er sprake is van een fout van de zorgverstrekker. Bij een fout zal de verzekering betalen, zonder fout komt een nieuw fonds tussen. Dat fonds wordt door de staat gespijsd. Het fonds zal de schade volledig herstellen. De tussenkomst is niet onderworpen aan plafonds en franchises. Wel moet de schade een bepaald niveau bereiken: een permanente invaliditeit van minstens 25 procent, een tijdelijke invaliditeit gedurende zes opeenvolgende maanden of zes maanden op een periode van een jaar, zeer ernstige stoornissen - ook economische - in de bestaansomstandigheden of het overlijden van de patiënt. Gratis voor patiënt De procedure bij het fonds is gratis voor de patiënt. Zonder problemen zou de procedure voor de patiënt definitief moeten afgerond zijn binnen het jaar, het fonds zal zelf alle informatie verzamelen en
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
5
het slachtoffer moet ook geen fout meer aantonen. Het slachtoffer behoudt altijd de mogelijkheid om rechtstreeks tegen een zorgverstrekker een rechtszaak aan te spannen. Dat kan altijd en op elk moment in de procedure. Wanneer uit de expertise van het fonds blijkt dat er sprake is van een fout, maar de verzekeraar die betwist, zal het fonds het slachtoffer onmiddellijk vergoeden en daarna de kosten verhalen op de verzekeraar. De ziekenhuisinfecties worden eveneens vergoed, indien ze het gevolg zijn van een zorgprestatie. Puur esthetische chirurgie werd niet opgenomen in het toepassingsgebied van de wet. Terugbetaalde chirurgische ingrepen zijn dat wel. (belga/sps) (Het laatste nieuws, 4 maart 2010)
7. Meer mensen op invaliditeit De laatste jaren zijn de uitgaven in invaliditeit sterk gestegen. Dat is in belangrijke mate te wijten aan een stijging is het toegenomen aantal invaliden. De oorzaak van deze stijging kan gezocht worden in de combinatie van een aantal factoren: • •
•
Ten eerste is er de verhoging van de pensioenleeftijd voor vrouwen die er vanaf 1997 heeft toe geleid dat meer vrouwen in invaliditeit terecht kwamen. Een tweede verklarende factor is het feit dat de groep mensen die kans heeft om invalide te worden, de uitkeringsgerechtigden, de laatste jaren enorm is toegenomen. Deze stijging is niet enkel het gevolg van een groeiende bevolking maar vooral van de toegenomen participatie op de arbeidsmarkt. Hierbij valt het vooral op dat vrouwen de laatste jaren meer op de arbeidsmarkt actief zijn en dit tot op latere leeftijd. Een derde verklarende factor voor de toename van het aantal invaliden is de invaliditeitsgraad. De stijging van de invaliditeitsgraad de afgelopen jaren is niet zozeer het gevolg van het feit dat de kans op invaliditeit per leeftijdscategorie is gestegen maar doordat er door de vergrijzing van de bevolking meer mensen terecht zijn gekomen in de oudere leeftijdscategorieën waar de kans op invaliditeit hoger ligt.
Ten slotte zijn er ook belangrijke verschuivingen opgetreden in de ziektebeelden die leiden tot invaliditeit. Onder andere door de vooruitgang van de medische wetenschap kunnen bepaalde ziekten goed worden behandeld. Dit is het geval voor hart- en vaatziekten waar het aantal invaliden, die tot deze ziektegroep behoren, in de afgelopen 10 jaar is gedaald. Daartegenover staat een forse toename van invaliden die lijden aan psychische stoornissen, gezwellen en ziekten van het bewegingsstelsel en het bindweefsel. www.riziv.be .
8. Premies voor niet-belastingbetalers Mensen met een laag inkomen betalen vaak géén of zeer weinig belasting. In het aanslagjaar 2007 ging het om 2.76 miljoen Belgen, die over het aanslagjaar 2007 geen personenbelasting moesten betalen omdat hun inkomen niet het belastbare minimum bereikte. Ze hebben daarom geen recht op de klassieke fiscale aftrekposten. Hierin komt stilaan verandering via het belastingkrediet. In tegenstelling tot aftrekken en belastingverminderingen zijn de uitgaven die recht geven op een belastingkrediet niet beperkt tot de verschuldigde belasting. Men spreekt ook van negatieve belasting omdat het fiscale voordeel dat
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
6
hieraan is verbonden, betaald wordt aan de belastingplichtige. Dit gebeurt zelfs wanneer geen enkele belasting op jouw naam wordt ingekohierd. Voorbeeld: een uitkeringsgerechtigde die niet onderworpen is aan de personenbelasting heeft een onderhoud aan zijn verwarmingsketel laten uitvoeren voor een bedrag van 150 euro, en heeft een 'Internet voor iedereen'-pakket gekocht. Hij geniet geen belastingvermindering voor zijn verwarmingsketel want hij betaalt geen belasting. Hij zal wel een belastingkrediet ontvangen voor het 'Internet voor iedereen' -pakket. 1. Energie besparen In 2008 werd door de Vlaamse Regering een premie ingevoerd voor personen die energiebesparende investeringen uitvoerden in bestaande woningen en die niet kunnen genieten van de belastingvermindering voor energiebesparende investeringen omdat zij geen of te weinig inkomsten hebben om de belastingvermindering te kunnen toepassen. Volgende investeringen komen voor de premie in aanmerking : het plaatsen van dakisolatie, de plaatsing van hoogrendementsbeglazing ter vervanging van enkele beglazing en de plaatsing van een condensatieketel.. Deze zogenaamde ‘premie voor niet-belastingbetalers’ zorgde ervoor dat de ongelijkheid met belastingbetalers, die kunnen genieten van een belastingvermindering van 40% van de energiebesparende uitgaven, werd gecompenseerd door een Vlaamse alternatieve subsidieregeling. De federale regering heeft ingezien dat de ongelijkheid die in het systeem van belastingverminderingen is ingebakken, niet langer houdbaar is. Zij heeft daarom de beslissing genomen om voor diegenen die geen of te weinig belastingen betalen om van de belastingvermindering te kunnen genieten, een belastingkrediet in te voeren. Dit belastingkrediet houdt in dat men van de federale overheid een bedrag zal ontvangen, dat overeenstemt met de belastingvermindering waarvan belastingbetalers kunnen genieten (40% van het factuurbedrag). Vanaf inkomstenjaar 2010 geldt dit belastingkrediet voor o.a. investeringen in dakisolatie, de vervanging van een bestaande cv-ketel door een condensatieketel en de plaatsing van hoogrendementsbeglazing. Door de invoering van een belastingkrediet voor alle maatregelen waarvoor de Vlaamse premie voor niet-belastingbetalers van toepassing is, heeft de Vlaamse premie voor niet-belastingbetalers vanaf 2010 geen zin meer. De premie kan immers niet worden gecombineerd met de regeling voor een belastingvermindering. Niet-belastingbetalers worden dus voortaan doorverwezen naar de federale overheid om het belastingkrediet aan te vragen voor de plaatsing in een bestaande woning van dakisolatie, hoogrendementsbeglazing of een condensatieketel ter vervanging van een bestaande cvketel. Dit belastingkrediet zal kunnen aangevraagd worden via de belastingaangifte over de inkomsten van 2010 (belastingbrief van juni 2011). Waarvoor kan je een premie krijgen? U kunt de premie aanvragen voor een of meer van de volgende energiebesparende investeringen in een bestaande woning, op voorwaarde dat zij voldoen aan de minimum technische voorwaarden (zie verder): • plaatsing van dakisolatie (niet in nieuwbouw); • plaatsing van hoogrendementsbeglazing ter vervanging van enkel glas; • plaatsing van een condensatieketel ter vervanging van een of meer verwarmingstoestellen. Wie komt er in aanmerking? Je komt in aanmerking als je voldoet aan vier voorwaarden: • je bent eigenaar of huurder van een woning die of een appartement dat in het Vlaamse Gewest ligt en werd gebouwd voor 1 januari 2006; • je bent onderworpen aan de Belgische personenbelasting; • uit het (gezamenlijke) aanslagbiljet(ten) voor de inkomsten van 2007 blijkt dat de (gezamenlijke) gecorrigeerde basisbelasting lager is dan 2770 euro. Dat bedrag kan jaarlijks geïndexeerd worden;
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
7
•
uit de facturen en de betalingsbewijzen blijkt ondubbelzinnig dat de factuur/facturen aan jou zijn gericht en dat je alle uitgaven voor de werkzaamheden waarvoor je een premie aanvraagt, hebt betaald. De eindfactuur werd betaald in 2010 en je moet één van de facturen al betaald hebben in 2009.
De gecorrigeerde basisbelasting is het bedrag dat je verkrijgt door van de basisbelasting de volgende bedragen af te trekken: de belastingvermindering op belastingvrije sommen, de vermindering voor langetermijnsparen en bouwsparen, de vermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten en de vermindering voor inkomsten uit het buitenland. De gezamenlijke gecorrigeerde basisbelasting is de som van de gecorrigeerde basisbelasting voor beide partners die op hetzelfde adres verblijven, ongeacht of ze gehuwd zijn, wettelijk samenwonen of niet. Je vindt het begrip 'gecorrigeerde basisbelasting' niet terug op uw belastingaanslagbiljet. De gecorrigeerde basisbelasting is ook niet gelijk aan de verminderde basisbelasting die je mogelijk wel terugvindt op je belastingaanslagbiljet. Je moet zelf de berekening maken zoals hierboven uiteengezet. Als de naam van een van de hoger opgesomd verminderingen niet voorkomt op uw belastingbiljet, moet je dit gelijk aan nul stellen. Als de (gezamenlijke) gecorrigeerde basisbelasting voor uw inkomsten van 2007 hoger is dan 2770 euro, komt u niet in aanmerking voor de Vlaamse premie. Als uw inkomenstoestand sindsdien echter zodanig gewijzigd is dat u in 2010 aan de voorwaarde voldoet, kunt u toch in aanmerking komen voor de premie. U licht uw situatie dan toe op het aanvraagformulier. De premie wordt pas uitbetaald nadat u het aanslagbiljet voor de inkomsten in 2010 hebt voorgelegd. De premie voor het plaatsen van dakisolatie bedraagt 8 euro per m² (9,6 euro per m² voor beschermde afnemers). Als er al een isolatielaag aanwezig is, bedraagt de premie 4 euro per m² (4,8 euro per m² voor beschermde afnemers). De premie voor het vervangen van enkele beglazing door hoogrendementsbeglazing bedraagt 150 euro per m² vervangen glasoppervlak (180 euro per m² voor beschermde afnemers). De premie voor het plaatsen van een condensatieketel ter vervanging van een of meer verwarmingstoestellen bedraagt 1500 euro (1800 euro voor beschermde afnemers). Per aanvrager bedraagt de premie in 2010 maximaal 2770 euro. Voor bepaalde categorieën, de zogenaamde beschermde afnemers (zie verder), gelden per investering hogere premiebedragen en wordt het totale premiebedrag voor 2010 opgetrokken tot maximaal 3324 euro per aanvrager. Technische voorwaarden Dakisolatie De warmtegeleidbaarheid lambda van het isolatiemateriaal mag maximaal 0,050 W/mK bedragen. De R-waarde (warmteweerstand) van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal moet minimaal 3 m²K/W zijn. De R-waarde wordt bepaald door de dikte van de isolatie (in meter) te delen door de lambdawaarde (in W/mK). De R-waarde van een bestaande isolatielaag mag niet mee verrekend worden om aan de minimumeis van 3 m²K/W te komen. Als er al een isolatielaag aanwezig is, moet de R-waarde van de totale isolatielaag minstens 4 m²K/W bedragen om in aanmerking te komen voor de premie. De lambda- en R-waarden van de isolatiematerialen moeten worden bepaald volgens de richtlijnen van de norm NBN B 62-002. De lambdawaarden volgens de ATG-keuring zijn onder meer terug te vinden op de website www.butgb.be. Vervanging van enkele beglazing door hoogrendementsbeglazing De warmtedoorgangscoëfficiënt of U-waarde van de nieuwe beglazing mag niet groter zijn dan 1,3 W/m²K, berekend volgens NBN B 62-002. De U-waarde bepaalt in welke mate de warmte verloren gaat via de beglazing. Hoe lager die waarde, hoe minder warmteverlies er is door het glas. Plaatsing van een condensatieketel ter vervanging van een of meer verwarmingstoestellen Er bestaan condensatieketels op aardgas, butaan/propaan en stookolie. Gasgestookte of oliegestookte condensatieketels moeten voorzien zijn van een CE-markering, voldoen aan de
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
8
rendementseisen zoals opgenomen in het koninklijk besluit van 18 maart 1997 en de installatie moet in overeenstemming zijn met norm NBN B 61-002. Algemene voorwaarden Je kan geen premie aanvragen voor nieuwbouwwoningen of appartementen en de premieaanvraag geldt alleen voor nieuw aangekochte materialen die geplaatst zijn door een geregistreerde aannemer. Uw aanvraag voor 2010 moet uiterlijk op 28 februari 2011 in het bezit zijn van het Vlaams Energieagentschap. Ze is alleen geldig als ze volledig is ingevuld en ondertekend, en als de volgende bewijsstukken erbij zijn gevoegd: een kopie van alle facturen van de geregistreerde aannemer, de bewijzen van betaling, waarvan minstens één van de facturen betaald werd in 2009 en de betaling van de eindfactuur dateert van 2010 en het aanslagbiljet voor de inkomsten van 2007 van u en uw partner. Als je in aanmerking wilt komen voor de verhoogde premiebedragen (maximaal 3324 euro) voor een beschermde afnemer, voegt u een kopie van het attest dat bewijst dat u een beschermde afnemer bent, bij de aanvraag. Informatie over wie een beschermde afnemer is, vind je op www.energiesparen.be/sociaal of kan je verkrijgen door te bellen naar het gratis nummer 1700. De som van al de aangevraagde premies voor energiebesparende investeringen door nietbelastingbetalers mag in 2010 niet meer bedragen dan 2770 euro (3324 euro voor beschermde afnemers). Het gecumuleerde bedrag van deze premie en eventuele andere premies van de Vlaamse overheid, de distributienetbeheerders of lokale besturen mag de werkelijke investeringskosten niet overschrijden. De premiebedragen worden beperkt tot het gedeelte van de woning of het appartement dat door de aanvrager of de huurder als private woning wordt gebruikt. Voor het gedeelte van de woning of het appartement dat bestemd is voor professionele doeleinden, mag je geen premie aanvragen. Het Vlaams Energieagentschap behoudt het recht om zich – in elke fase van het project – ter plaatse te komen vergewissen van de situatie en indien nodig contact op te nemen met de geregistreerde aannemer die de installatie heeft geleverd of geplaatst. Als de installatie niet overeenstemt met de beschrijving in de aanvraag, zal het Vlaams Energieagentschap de uitbetaalde premies terugvorderen. Belangrijk Als je in 2010 de Vlaamse premie voor energiebesparende investeringen door niet-belastingbetalers aanvraagt, mag je in de aanslagjaren 2010 en 2011 (inkomsten 2009 en 2010) niet gebruikmaken van de federale belastingvermindering voor energiebesparende investeringen. Op het aangifteformulier voor de personenbelasting voor de inkomsten van 2009 en 2010 mag je code 1363 en 2363 (voor eigenaars) of code 1369 (voor huurders) dus niet invullen. Je mag bij die codes evenmin eventuele andere energiebesparende investeringen opnemen (bijvoorbeeld installatie van zonneboiler of thermostatische kranen) die je in hetzelfde inkomstenjaar hebt uitgevoerd, of energiebesparende investeringen in andere woningen die je bezit. Dit geldt zowel voor u als aanvrager als voor uw samenwonende partner. Het Vlaams Energieagentschap zal dat systematisch controleren. Als blijkt dat je die richtlijn niet hebt nageleefd, wordt de uitbetaalde premie teruggevorderd. Hoe verkrijgen? Om de Vlaamse premie voor energiebesparende investeringen door niet-belastingbetalers aan te vragen, vul je het aanvraagformulier 2010 (pdf-bestand) in. Enkele belangrijke aandachtspunten: 1. Lees aandachtig de algemene voorwaarden en de actievoorwaarden. 2. Vul het aanvraagformulier duidelijk en volledig in en onderteken het. 3. Laat de geregistreerde aannemer het attest achteraan op het aanvraagformulier invullen en ondertekenen. 4. Voeg bij het aanvraagformulier een kopie van de aankoopfacturen met vermelding van:
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
9
• uw naam; • het adres van de werkzaamheden; • soort materiaal, merk en type van het geplaatste materiaal. 5. Voeg bij het aanvraagformulier ook een kopie van de betalingsbewijzen, waarvan minstens één van de facturen betaald is in 2009 en de betaling van de eindfactuur dateert van 2010, en een kopie van het aanslagbiljet voor de inkomsten van 2007 van u en uw partner. 6. Gelieve de formulieren en de bijlagen niet te nieten. Dit vertraagt de dossierbehandeling. 7. Stuur uw aanvraag uiterlijk op 28 februari 2011 naar: Vlaams Energieagentschap Premie voor energiebesparing niet-belastingbetalers Koning Albert II-laan 20 bus 17 1000 BRUSSEL Meer informatie: www.energiesparen.be
2. Dienstencheques Op fiscaal vlak is de aankoop van dienstencheques voordelig: • Het bedrag dat u voor Dienstencheques betaalt, geeft u recht op een belastingvermindering. • Het aftrekbare bedrag mag niet meer dan € 2.510 /jaar (belastingsjaar 2011, inkomsten 2010) bedragen. • Uw belastingvermindering wordt berekend aan een belastingsvoet van 30%. • Zo kunt u voor het belastingsjaar 2011, inkomsten 2010, van een maximale belastingvermindering van € 753 genieten! • De werkelijke kost voor een dienstencheque bedraagt dus 5,25 €. Sodexo stuurt u elk jaar op 1 april een fiscaal attest dat u bij uw belastingaangifte moet voegen. Belastingskrediet Sinds aanslagjaar 2009 (inkomsten 2008) kunnen ook gebruikers met een laag inkomen genieten van dit voordeel via een “terugbetaalbaar belastingkrediet”. De aanvraag tot terugbetaling gebeurt door indiening van de belastingaangifte met toevoeging van het fiscaal attest. Krijg je geen aanslagbiljet thuisgestuurd? Dan kan je dat aanvragen bij de belastingsdienst in je regio. Voor meer informatie hierover kan je terecht bij het Contactcenter van de FOD Financiën op het nummer 0257/25757 (gewoon tarief).
3. Internet voor iedereen De afgelopen maanden lanceerde overheid ook een campagne om internet toegang te stimuleren. Wie een basispakket met computer en internetaansluiting koopt en het aankoopbedrag met bewijsje bij de belastingsbrief van het volgende jaar steekt, kan een deel van het bedrag aftrekken van de belastingen of treedt het belastingskrediet in werking.
Info regelgeving & voorzieningen – april 2010 - Ziekenzorg CM
10