Infectieziekten Jaarverslag 2012
Algemene Infectieziektebestrijding Inspectie & Hygiënezorg Seksuele Gezondheid Reizigers Advisering en Vaccinaties Tuberculosebestrijding
INHOUDSOPGAVE Voorwoord ................................................................................................................................... 3 1.
Algemene Infectieziektebestrijding ................................................................................... 5 Wat was opmerkelijk in 2012 ............................................................................................ 5 Infectieziekten en het Rijksvaccinatieprogramma .............................................................. 5 1.1
Meldingen en Casuïstiek ........................................................................................ 6 Kinkhoest .............................................................................................................. 6 Bof ........................................................................................................................ 6 Mazelen................................................................................................................. 7 Rubella .................................................................................................................. 7 Meningokokken ..................................................................................................... 7 Hepatitis A ............................................................................................................ 7 Acute en chronische hepatitis B ............................................................................. 8 Hepatitis C ............................................................................................................ 9 Shigella ................................................................................................................. 10 Paratyfus A + B ...................................................................................................... 10 Buiktyfus ............................................................................................................... 10 Listeriose............................................................................................................... 10 STEC...................................................................................................................... 10 Legionellose .......................................................................................................... 11 Invasieve groep A streptokokken ........................................................................... 11 Malaria .................................................................................................................. 11 Leptospirose .......................................................................................................... 11 Ziekte van Creutzfeldt-Jacob.................................................................................. 12 Psittacose .............................................................................................................. 12 Artikel 26 meldingen ............................................................................................. 13 Overzicht algemene infectieziekten 2008 t/m 2012 (tabel) .................................... 14 Casus: Het Streekbosmysterie ............................................................................... 15 Casus: Norotaartjes .............................................................................................. 17 Casus: Cluster pneumonieën ................................................................................. 18 Casus: Salmonella Thompson ................................................................................ 19
1.2
Activiteiten bij verschillende infectieziekten ........................................................... 20 Besmettingsaccidenten .......................................................................................... 20 Postexpositieprofylaxe (PEP) rabiës ........................................................................ 21 Beleidsadvisering ................................................................................................... 21 Publieksvragen ...................................................................................................... 22
2.
Inspectie en Hygiënezorg ................................................................................................... 23 2.1
Toezicht Wet Kinderopvang.................................................................................... 23 Inspectie gastouderopvang .................................................................................... 24 Vervolginspectie pedagogisch domein ................................................................... 25
2.2
Technische Hygiënezorg ........................................................................................ 26 Inspectie Warenwetbesluit Tatoeëren en Permanente make up ................................ 26 Inspectie seksinrichtingen ...................................................................................... 26
2
INHOUDSOPGAVE 2.3 3.
4.
Seksuele Gezondheid ......................................................................................................... 28 3.1
Soa bestrijding ...................................................................................................... 28
3.2
Sense .................................................................................................................... 31
3.3
Prostitutiezorg ...................................................................................................... 32
3.4
Preventie............................................................................................................... 37
3.5
Informatie en consultatie....................................................................................... 38
Reizigers Advisering en Vaccinaties .................................................................................... 39 4.1
5.
6.
Adviestaak Algemene Technische Hygiëne (ATH) .................................................. 27
Vaccinatiebureau................................................................................................... 39
Tuberculosebestrijding ...................................................................................................... 41 5.1
Meldingen ............................................................................................................. 41
5.2
Verrichtingen ........................................................................................................ 44
5.3
Verpleegkundigen en arts ..................................................................................... 46
5.4
Bijzonderheden ..................................................................................................... 47
Personeel en Organisatie .................................................................................................... 49
3
VOORWOORD Geachte lezer, De GGD Hollands Noorden vindt het belangrijk dat ketenpartners op de hoogte zijn van wat de GGD doet op het gebied van de Infectieziektebestrijding. In vergelijking met vorig jaar is het jaarverslag van 2012 uitgebreid met enkele onderwerpen, waardoor het geheel een completer beeld geeft. Bijkomend effect is wel dat het verslag ook aanmerkelijk in omvang is toegenomen. Ik hoop dat dit het doornemen van het jaarverslag niet hindert. U kunt zich uiteraard beperken tot datgene wat echt voor u van belang is. Graag hoort de GGD terug of het verslag in de behoefte voorziet. Met vriendelijke groet, Ad Olijhoek manager AGZ GGD Hollands Noorden
4
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 Algemene Infectieziektebestrijding
Wat was opmerkelijk in 2012?
Infectieziekten en het
Voor onze infectieziektebestrijders was de
Rijksvaccinatieprogramma (RVP)
kinkhoestepidemie van 2012 het opmerkelijkst: het aantal meldingen van kinkhoest in de regio NoordHolland Noord overtrof met 339 verre het aantal meldingen van de afgelopen jaren. Het was zelfs een ruime verdubbeling ten opzichte van het vorige piekjaar, 2008. De kinkhoestepidemie van 2012 beperkte zich niet tot de regio Noord-Holland Noord, maar manifesteerde zich in het hele land. Kinkhoest betekent voor de infectieziektebestrijding in het algemeen in ons land een grote uitdaging: met al onze inzet op het gebied van preventieve (met name het Rijksvaccinatieprogramma) en curatieve gezondheidszorg lukt het kennelijk niet om de bevolking afdoende te beschermen. Voor gevaccineerden is kinkhoest niet meer dan een vervelende ziekte, voor ongevaccineerden daarentegen en met name voor de allerjongsten, de pasgeborenen tot ongeveer 4 maanden oud, kan de ziekte zeer ernstig en zelfs fataal verlopen.
Vaccineren is, onder zekere voorwaarden, de meest kosteneffectieve medische handeling die er bestaat. Het Rijksvaccinatieprogramma is dan ook zeer succesvol: difterie, tetanus, poliomyelitis, mazelen, rode hond, meningitis C en infecties (met name meningitis) door Haemophilus Influenzae B en pneumokokken bij jonge kinderen zien we in ons land niet of nauwelijks meer. Met de bestrijding van kinkhoest in ons land gaat het daarentegen niet goed. Hoe dit probleem het beste kan worden opgelost, is nog niet duidelijk. Ook de bescherming tegen bof in de bevolking blijkt niet optimaal te zijn: al enkele jaren is in ons land sprake van bofinfecties bij gevaccineerde jongvolwassenen, met name studenten in grote studentensteden. Ook in de regio Noord-Holland Noord waren in het gelopen jaar weer enkele gevallen van bof onder kinderen en adolescenten.
5
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 Meldingen en Casuistiek
Aantal kinkhoestmeldingen per jaar
70
60
400 Aantal meldingen
350
50
300
2012 40
250
2011 2010
200
2009
30
150
2008
100
20
50 10
0 2007
2008
2009
2010
2011
2012 0
Jaartal
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Grafiek 2: aantal gemelde kinkhoestpatiënten per maand Grafiek 1: aantal gemelde kinkhoestgevallen in regio Hollands Noorden van 2007 tot en met 2012
vanaf oktober 2008 (start van ons huidige registratiesysteem)
Kinkhoest: (339 meldingen)
Bof (parotitis epidemica): 11 meldingen
De kinkhoestverheffingen van de afgelopen jaren begonnen meestal aan het eind van de zomer om in het najaar een piek te bereiken. In 2012 begon het aantal kinkhoestmeldingen in februari al te stijgen. Op 8 mei 2012 zijn de huisartsen in de regio per brief gewaarschuwd voor de kinkhoestverheffing en werd geadviseerd om zonodig antibiotica te verstrekken aan hoestende gezinsleden van pasgeborenen ter bescherming van deze zeer kwetsbare kinderen. Tevens is de consultatiebureaus geadviseerd de eerste DKTP-Hib-HepB-inenting zo vroeg mogelijk, bij voorkeur al op de leeftijd van zes weken, toe te dienen
in de regio Hollands Noorden
Bof komt, ondanks de twee BMR-vaccinaties van het RVP, de laatste jaren weer meer voor in Nederland, vooral door verheffing van bof onder studenten in universiteitssteden. De meeste bofpatiënten in Nederland blijken één-, zo niet tweemaal gevaccineerd te zijn. Dat duidt op zogenaamd secundair vaccinfalen, dat wil zeggen: afname van de bescherming die het vaccin biedt in de loop der jaren na de vaccinaties. In 2012 hebben (huis)artsen in de regio 29 patiënten met een enkel– of dubbelzijdige parotiszwelling aan de GGD gemeld, variërend in de leeftijd van 2 tot 86 jaar. De meeste van deze patiënten hebben meegewerkt aan
om het risico voor de pasgeborenen te minimaliseren.
onderzoek van speeksel en urine op het bofvirus.
Pas in november 2012 was het aantal meldingen van
Bij tien van deze personen is bofvirus aangetoond. Bij
kinkhoest zo ver gedaald dat gesteld kon worden dat de epidemie voorbij was. Dit werd bevestigd door de landelijke cijfers.
de elfde persoon is op epidemiologische gronden de diagnose gesteld, dat wil zeggen dat deze persoon de typische verschijnselen van bof vertoonde en contact had gehad met één van de patiënten bij wie het bofvirus was aangetoond. In dergelijke ‘epidemiologisch gelinkte’ gevallen is virologisch onderzoek niet nodig.
6
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Mazelen (3 meldingen)
In 2002 is in Nederland een grote vaccinatiecampagne
Ook mazelen is in Nederland als gevolg van vaccinatie
gehouden tegen meningokokken C: Nederlandse
zeldzaam geworden. In 2012 heeft de GGD 3 meldingen van mazelen ontvangen. Twee van deze meldingen betroffen personen geboren tussen 1965 en 1978, die waarschijnlijk niet gevaccineerd waren en dus kennelijk ook niet eerder mazelen hadden doorgemaakt. De derde melding betrof een adolescent die volledig was gevaccineerd maar toch milde klachten van mazelen ontwikkelde na een vakantie in
jongeren t/m 18 jaar zijn toen massaal gevaccineerd. In datzelfde jaar is de vaccinatie tegen meningokokken C in het Rijksvaccinatieprogramma opgenomen. Dat betekent dat nu, anno 2013, de overgrote meerderheid van de Nederlanders van 28 jaar en jonger door vaccinatie is beschermd tegen de bacterie meningokok C. De meningokok C blijkt sinds 2002 als ziekteverwekker nauwelijks nog voor te komen in
Oeganda.
Nederland.
Eén van de twee andere mazelengevallen was ook in
Meningokokkenziekte: (1 melding)
het buitenland geïnfecteerd geraakt, namelijk in
Er circuleert echter nog een tweede meningokok in
Thailand. Van het derde geval was de bron niet te
Nederland, namelijk meningokok B. Tegen deze
achterhalen.
meningokok bestaat nog geen vaccin. In 2012 is in
Opmerkelijk bij deze drie gevallen is dat ze niet hebben geleid tot secundaire infecties, dus tot verspreiding van mazelen in de omgeving van de patiënten, terwijl mazelen de besmettelijkste infectieziekte is die op aarde bekend is. Met andere woorden: het BMR-vaccin dat de bevolking kennelijk in de loop van de jaren maar matig beschermt tegen de bof, beschermt verreweg de meeste mensen wel goed en langdurig tegen mazelen.
Noord-Holland Noord één geval geweest van een kindje dat helaas is overleden aan meningokokkenziekte B.
Hepatitis A: 4 meldingen Vaccinatie tegen hepatitis A is niet opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma en het is niet waarschijnlijk dat dat ooit zal gebeuren. De reden daarvoor ligt voor de hand: vaccinatie tegen hepatitis A voor iedereen in Nederland is niet kosteneffectief omdat hepatitis A in
Rode hond (Rubella) (1 melding)
Nederland niet meer endemisch voorkomt
Rubella of rode hond is erg zeldzaam. In 2012 kwam
Het aantal meldingen van hepatitis A in onze regio is
deze infectie slechts eenmaal voor in de regio,
de laatste jaren laag: in 2011 waren het er drie, in
namelijk bij een bewust niet-gevaccineerde vrouw die
2012 waren er 4 meldingen. Drie van deze vier
in Frankrijk op vakantie was geweest.
gevallen betroffen leden van één gezin. Zij hebben de
Hersenvliesontstekingen Infecties met Haemophilus Influenzae B leidden in het verleden nogal eens tot hersenvliesontsteking bij kinderen. Hetzelfde gold voor infecties met pneumokokken. Sinds de vaccinatie tegen Haemophilus Influenzae B in het RVP is opgenomen (in 1993) ziet de GGD deze bacterie nog maar zeer zelden als verwekker van meningitis. De vaccinatie tegen pneumokokken is in 2006 in het RVP opgenomen. Ook deze bacterie zien we sindsdien nog maar zelden als verwekker van invasieve infecties (zoals meningitis) bij
besmetting aan elkaar doorgegeven. De bron van hun besmetting is zo goed als zeker verblijf bij familie in een land in Zuidoost-Europa geweest. Bij de vierde persoon kon anamnestisch geen bron geïdentificeerd worden. In dergelijke gevallen kan virustypering op het RIVM uitkomst bieden. En inderdaad: deze persoon kon door virustypering worden gerelateerd aan een klein, landelijk verspreid cluster van besmettingen die vermoedelijk veroorzaakt zijn door uit Turkije geïmporteerde, gedroogde tomaten.
kinderen.
7
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Deze vier gevallen bevestigen dat hepatitis A in
Om het effect van deze universele vaccinatie tegen
Nederland een importziekte is en dat het van
hepatitis B te voorspellen, moet onderscheid gemaakt
groot belang blijft Nederlanders die op reis gaan,
worden tussen acute en chronische hepatitis B.
te vaccineren.
In Nederland is hepatitis B vooral een SOA (seksueel
Hoogst curieus in dit verband is een melding van
overdraagbare aandoening). Dat betekent dat hepatitis
hepatitis A die binnenkwam van een patiënt die,
B voor Nederlanders vooral een ziekte is van
pas na enig speurwerk en diverse telefoontjes,
volwassenen. Bij volwassen mensen verloopt een
niet hepatitis A bleek te hebben, maar recent
infectie met hepatitis B in 95% van de gevallen acuut,
gevaccineerd was tegen hepatitis A. Deze
met volledige genezing als resultaat.
persoon was onderzocht om te controleren of hij
Chronische hepatitis B is in Nederland een
na vaccinatie antistoffen had aangemaakt. Hij
importziekte. Chronische hepatitis B treffen we vooral
bleek inderdaad antistoffen te hebben
aan bij buitenlanders die naar Nederland zijn
aangemaakt, ook antistoffen van het type IgM.
gekomen, vooral bij mensen uit hoog-risicogebieden
Aanwezigheid van IgM-antistoffen zijn voor het laboratorium hét kenmerk van infectie, maar ze kunnen ook ontstaan na vaccinatie. Het onderzoekende laboratorium had echter niet de informatie gekregen dat deze man zojuist was gevaccineerd en had hem aan de GGD gemeld als
geval van hepatitis A.
Acute en chronische hepatitis B Vaccinatie tegen hepatitis B wordt in het kader van het RVP al gedaan sinds 2002, maar alleen voor kinderen uit bepaalde risicogroepen. Ook hebben we in Nederland sinds eind 2002 een vaccinatieprogramma hepatitis B voor risicogroepen onder volwassenen, vooral voor mensen die seksueel risico lopen, te weten MSM (mannen die seks hebben met mannen) en prostituees. Sinds oktober 2011 is in het Rijksvaccinatieprogramma de universele vaccinatie tegen hepatitis B ingevoerd. Dat wil zeggen: de hepatitis B-vaccinatie wordt sindsdien aangeboden aan alle Nederlandse pasgeborenen van 2 maanden en ouder. Dat betekent dat de overgrote meerderheid van de kinderen geboren vanaf 1 augustus 2011 in de toekomst beschermd zal zijn tegen hepatitis B.
als Zuidoost-Azië (China, Vietnam, Thailand) en Centraal-Afrika. Deze mensen zijn meestal op zeer jonge leeftijd, vaak rond de geboorte, door hun besmettelijke moeder besmet geraakt. Wanneer mensen op zo jonge leeftijd besmet raken, hebben ze een kans van minder dan 10% op genezing oftewel een kans van 90% op chronische, zelfs levenslange hepatitis B. De RVP-vaccinatie tegen hepatitis B heeft uiteraard geen effect op de import van chronische hepatitis B in ons land. Alleen de vaccinatieprogramma’s in de landen van herkomst kunnen in de toekomst effect hebben op de import van chronische hepatitis B in ons land. Wel zal het RVP effect hebben op het voorkomen van acute hepatitis B, maar dat effect wordt pas over minimaal 15 jaar zichtbaar, als de kinderen die gevaccineerd worden, seksueel actief gaan worden.
Acute hepatitis B: 1 melding In 2012 is één geval van acute hepatitis B ontdekt in onze regio. Het is bekend dat acute hepatitis B in twee van de drie gevallen symptoomloos verloopt. Dat gold ook voor deze casus: hij had geen typische klachten en verschijnselen. Hij is ontdekt bij routineonderzoek op de SOA-poli van de GGD. Deze vondst was hoogst toevallig: een week na ons onderzoek was het virus al niet meer in zijn bloed aantoonbaar. Bij deze persoon
8
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
verliep de acute hepatitis B dus zoals bij 95% van de volwassenen, met volledige klaring van het virus, dus genezing als resultaat.
Chronische hepatitis B: 35 meldingen In 2011 was het aantal gemelde gevallen van chronische hepatitis B in de regio 83. Dat is ongeveer een verdubbeling ten opzichte van het meerjarige
Acute hepatitis C: 3 terechte meldingen In 2012 zijn 33 meldingen van hepatitis C binnengekomen. Niet alle gevallen van hepatitis C zijn meldingsplichtig. Hepatitis C dient alleen aan de GGD gemeld te worden als het gaat om een recente infectie, d.w.z. in de laatste 12 maanden opgelopen. Dat was slechts bij 3 van de 33 casussen het geval.
gemiddelde. Die hoge score was te danken aan het
Voor degenen die de meldingen van hepatitis C doen
project ‘Vietnam tussen de tulpen’, een project
(meestal de medisch-microbiologische labs) is het
waarmee de GGD mensen met chronische hepatitis B
echter niet mogelijk vast te stellen of de te melden
heeft willen opsporen in de Vietnamese populatie in de
persoon de infectie recent dan wel langer dan een jaar
regio. Het jaar 2012 was weer een normaal jaar.
geleden heeft opgelopen. Het is aan de
De meeste gevallen van hepatitis B die in 2012 aan de
infectieziektebestrijders van de GGD om dat uit te
GGD zijn gemeld, betroffen mensen die opnieuw
zoeken en dat vergt soms veel speurwerk.
waren onderzocht, maar die al lang wisten dat ze hepatitis B hadden. Sommige van deze mensen waren nooit eerder gemeld, in de meeste gevallen doordat ze vóór 1999, toen chronische hepatitis B meldingsplichtig werd, waren ontdekt. Ietwat tragisch is de casus van de 70-jarige man die al
De laatste tijd krijgt de GGD meldingen van personen uit een nieuwe risicogroep voor hepatitis C, namelijk mannen die seks hebben met mannen (MSM) en die tevens een HIV-infectie hebben. Twee van de 3 terechte meldingen behoorden tot deze nieuwe risicogroep.
sinds 1997 weet dat hij hepatitis B heeft en bij wie in 2012 levercarcinoom is vastgesteld. De ontwikkeling van zijn ziekte tot leverkanker had met een tijdige behandeling misschien voorkomen kunnen worden. Een belangrijk middel voor de opsporing van chronische hepatitis B is de zwangerenscreening. In 2012 zijn 3 vrouwen als nieuwe gevallen ontdekt door de zwangerenscreening. De meeste andere vrouwen die in 2012 aan de GGD zijn gemeld, waren in het verleden al ontdekt in de zwangerenscreening.
9
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Voedselgerelateerde infecties: 20 meldingen Shigella: 7 meldingen Paratyfus A en B: 3 resp. 2 meldingen Buiktyfus: 1 melding Listeriose: 4 meldingen STEC (shigatoxineproducerende E-coli): 3 meldingen Bij één van de zeven shigella-meldingen betrof het een persoon die niet in het buitenland was geweest. De zes andere meldingen betroffen personen van 6 tot
Van Escherichia coli O157 zijn ons in 2012 drie gevallen gemeld. Dit type E-colibacterie produceert shigatoxine en wordt daarom STEC genoemd. Twee personen moesten wegens ernstige diarree met dehydratie worden opgenomen in een ziekenhuis. De vermoedelijke bronnen lagen in België, Tunesië en Nederland. De bacterie heeft zich niet in de omgeving van de patiënten weten te verspreiden.
68 jaar die in Marokko, Egypte, Kenia of Azië waren geweest. Twee shigellapatiënten moesten worden opgenomen in een ziekenhuis. Gezinsleden van twee gemelde personen hadden ook diarree, maar bij geen van hen is Shigella aangetoond in de ontlasting. Er zijn vijf meldingen van paratyfus ontvangen, drie van type A en twee van type B. De drie personen met paratyfus A waren in het buitenland geweest en de twee met paratyfus B niet. Eén persoon was gevaccineerd tegen tyfus voor een reis naar Azië, maar dat vaccin beschermt niet tegen paratyfus. Bij de twee personen die paratyfus in Nederland hadden opgelopen, is het niet gelukt een bron te achterhalen. Besmetting van mens op mens is zeldzaam bij paratyfus en transmissie naar contacten is dan ook niet gevonden. In 2012 was er slechts één melding van buiktyfus bij een man die vaak in Marokko komt. Een saillant detail was dat hij in een keuken werkte als voedselbereider. Met deze man zijn daarom afspraken gemaakt over zijn werkzaamheden. Secundaire besmettingen hebben zich niet voorgedaan. Bij twee meldingen van Listeriose betrof het hoogbejaarden met een vooraf al verzwakte gezondheid. Beiden moesten worden opgenomen in een ziekenhuis. Een mogelijke bron voor de besmettingen werd niet gevonden en er zijn geen anderen in hun omgeving ziek geworden. De derde en de vierde Listeriose-meldingen waren respectievelijk een prematuur geboren kindje en de moeder die tijdens haar zwangerschap in Spanje was geweest.
10
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Legionellose: 21 meldingen Zeven van de 21 legionellapatiënten in 2012 zijn waarschijnlijk in het buitenland besmet geraakt. De patiënten varieerden in leeftijd van 45 tot bijna 90 jaar. Twee personen zijn als gevolg van hun legionellainfectie overleden. Wat opviel was: - dat slechts 4 van de 21 patiënten vrouw waren.; - het aantal in Nederland opgelopen legionellainfecties in 2012 14 bedroeg tegenover slechts 3 in 2011. We hebben geen verklaring voor deze forse stijging. Twee legionellapatiënten bleken hetzelfde tuincentrum te hebben bezocht. Andere mogelijke bronnen waren: een tuinslang, een fonteintje, een wasstraat, een brandslang, een wasdroger en een kraan op een schip. Bronopsporing bij legionellose is notoir teleurstellend: de enige manier om met zekerheid de bron van een infectie te achterhalen is door de bacterie uit de patiënt én uit de potentiële bron te isoleren en die twee vervolgens met elkaar te vergelijken. Als die twee isolaten identieke bacteriën bevatten, kunnen we stellen dat we de bron hebben geïdentificeerd. Dat lukt echter slechts zelden. Bij de legionellapatiënten heeft de GGD diverse potentiële bronnen laten bemonsteren, maar het is niet gelukt ook maar één bron met zekerheid te identificeren.
Invasieve groep A-streptokokken (IGAS): 5 meldingen Infecties met groep A-streptokokken zijn alleen meldingsplichting als ze invasief verlopen, d.w.z. als ze streptokokken-toxischeshocksyndroom (STSS),
gedaan. Drie zeventigplussers met een vooraf al matige conditie ontwikkelden sepsis en één van hen overleed daaraan. Twee jongere, gezonde mannen ontwikkelden een ernstig beeld van fasciitis necroticans na een kleine verwonding. Een andere, gezonde man ontwikkelde een ernstige longontsteking met een STSS: hij heeft de infectie ternauwernood overleefd. Huishoudcontacten bestonden meestal uit de partner en kinderen en soms ouders of verzorgers van deze patiënten. Zij hebben òf voorlichting gehad over hoe het ziektebeeld bij zichzelf te herkennen òf profylactisch antibiotica gekregen. Secundaire gevallen hebben zich niet voorgedaan.
Malaria: 4 meldingen In 2012 zijn vier personen gemeld wegens een malariainfectie. De infecties zijn opgelopen in Nigeria, in Togo en (tweemaal) in Ghana. Bij allen gingen het om malaria tropica, dus om infectie met plasmodium falciparum, de gevaarlijkste malariaparasiet. Malaria tropica verloopt ook bij Nederlanders niet zelden fataal. Deze vier patiënten zijn geïnfecteerd geraakt doordat ze óf in het geheel niet óf niet adequaat hun malariaprofylaxe hadden genomen.
Leptospirose: 3 meldingen Er zijn drie meldingen ontvangen van de Ziekte van Weil. Deze drie personen zijn in het buitenland besmet geraakt: in Cuba, Laos en Borneo. Ze hadden daar in zoet water gezwommen en werden alle drie ernstig ziek, zodanig dat ze in ziekenhuizen moesten worden opgenomen.
fasciitis necroticans of puerperale sepsis veroorzaken. Deze patiënten dienen binnen één werkdag aan de GGD gemeld te worden, zodat de infectieziektebestrijders zonodig antibioticaprofylaxe kunnen regelen voor hun huishoudcontacten. Er zijn wetenschappelijke aanwijzingen dat snelle profylaxe bij nauwe contacten secundaire infecties kan voorkomen. Er zijn in 2012 vijf meldingen van IGAS
11
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Ziekte van Creutzfeldt-Jakob klassieke vorm: 2 meldingen In 2012 zijn twee personen gemeld met de klassieke vorm van de Ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Deze uiterst zeldzame ziekte (komt voor bij ongeveer 1 op 1 miljoen Nederlanders) is meldingsplichtig omdat in sommige gevallen sprake is van besmetting als oorzaak. Bij de twee genoemde gevallen is geen besmettingsbron vastgesteld. De klassieke vorm dient onderscheiden te worden van de variantvorm. De variantvorm, die verband houdt met de zogenaamde gekkekoeienziekte, is in onze regio in 2012 niet vastgesteld.
Psittacose (papegaaienziekte): 1 melding Bij een vogelhouder werd een chlamydia psittaciinfectie vastgesteld waarvoor hij opgenomen moest worden in een ziekenhuis. Enkele van zijn vogels waren eerder ziek geweest en overleden. Het ligt voor de hand dat hij door één van zijn eigen vogels besmet is geraakt. Onderzoek van de vogels door de NVWA heeft echter geen duidelijke bron opgeleverd.
12
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Artikel 26 Artikel 26 van de Wet Publieke Gezondheid (Wpg) luidt
Bij één instelling, waar de GGD onderzoek had ingesteld, bleek het rotavirus de oorzaak van de
dat het hoofd van een instelling waar een voor
uitbraak.
infectieziekten kwetsbare groep mensen verblijft of
Bij de overige instellingen is geen diagnostiek verricht
samenkomt, de GGD op de hoogte dient te stellen van het optreden van een ongewoon aantal zieken in de instelling. Dergelijke instellingen zijn: verpleeghuizen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen, instellingen voor verstandelijk gehandicapten, (semi-)residentiële jeugdinstellingen, kinderdagverblijven, scholen voor basisonderwijs, aanmeld- en opvangcentra voor asielzoekers en opvanghuizen voor dak- en thuislozen. Deze instellingen moeten de GGD waarschuwen bij een ongewoon aantal zieken, niet slechts onder de bewoners, maar ook onder het personeel. Deze meldingen zijn nodig om de GGD in staat te stellen nader onderzoek te verrichten en eventueel maatregelen te treffen teneinde verdere verspreiding van de ziekte zowel binnen als buiten de instelling tegen te gaan. Alle kinderdagverblijven en scholen hebben in 2012 een informatiebrief en een stroomschema van de GGD ontvangen, om hen te attenderen op artikel 26 Wpg en hen te instrueren hoe en wanneer de GGD gewaarschuwd moet worden.
Artikel 26-meldingen In 2012 heeft de afdeling infectieziektebestrijding 52
- onder meer doordat alle zieken inmiddels weer waren hersteld - maar was het norovirus de meest voor de hand liggende verwekker. Alle instellingen hebben hygiënerichtlijnen van de GGD ontvangen. Ook is de instellingen een link toegestuurd naar de voorlichtingsfilm getiteld: ‘Norovirus: het is er wel maar je ziet het niet’. b. Kinderdagverblijven De meldingen door de kinderdagverblijven waren zeer divers. Bij 7 kinderdagverblijven was sprake van hand, voet- en mondziekte. Bij 4 kinderdagverblijven was een groot aantal kinderen ziek met braken en/of diarree, waarschijnlijk veroorzaakt door het rotavirus. Bij 4 kinderdagverblijven was sprake van zieke kinderen met uitslag, gedacht werd aan de vijfde ziekte. Bij 6 kinderdagverblijven was er sprake van kinderzeer, door de huisarts vastgesteld. Bij 2 kinderdagverblijven heerste waterpokken en bij één kinderdagverblijf was sprake van roodvonk. c. Scholen Er zijn 9 artikel 26-meldingen van scholen ontvangen. Ook deze meldingen liepen sterk uiteen. Er waren meldingen van bof, vijfde ziekte, kinderzeer, hand-, voet en mondziekte en longontsteking.
meldingen volgens artikel 26 ontvangen. Deze meldingen waren afkomstig van verpleeg- en verzorgingshuizen, kinderdagverblijven, basisscholen, en een ziekenhuis. In alle gevallen leveren onze infectieziektebestrijders hulp bij de bestrijding door informatie en voorlichting. a. Verpleeg- en verzorgingshuizen 13 Verpleeg- en verzorgingshuizen meldden zieken die braakten en/of diarree hadden. Bij 3 instellingen is door middel van diagnostiek het norovirus als verwekker vastgesteld.
13
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK Overzicht algemene infectieziekten 2008 t/m 2012
Groep A Groep B1
2008
2009
2010
2011
2012
Nieuwe Influenza A (H1N1)
0
79
0
12
0
Pokken
0
0
0
0
0
Polio
0
0
0
0
0
Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS)
0
0
0
0
0
Virale hemorragische koorts
0
0
0
0
0
Difterie
0
0
0
0
0
Humane infectie met aviair influenzavirus
0
0
0
0
0
Pest
0
0
0
0
0
Rabiës
0
0
0
0
0
Buiktyfus
1
1
0
1
1
Cholera
0
0
0
0
0
Hepatitis A
9
5
3
3
3
Hepatitis B Acuut
4
4
12
0
1
Hepatitis B Chronisch
37
43
35
83
35 3
Groep B2
Hepatitis C Acuut
0
2
0
0
Invasieve groep A-streptokokkeninfectie
0
7
0
4
5
Kinkhoest
153
127
47
134
339
Mazelen
0
1
0
4
3
Paratyfus A
0
0
1
0
3
Paratyfus B
1
0
1
0
2
Paratyfus C
0
0
0
0
0
Rubella
0
0
0
1
1
STEC/enterohemorragische E.coli-infectie
1
1
1
1
3
Shigellose
5
0
9
5
7
Voedselinfectie
1
2
1
3
20
Antrax
0
0
0
0
0
Bof
0
0
6
14
11
Groep C
Botulisme
1
0
0
0
0
Brucellose
1
0
0
0
0
Gele Koorts
0
0
0
0
0
Hantavirusinfectie
0
0
0
0
1
Invasieve Haemophilus influenzae type b-infectie
0
0
0
0
0
Invasieve pneumokokkenziekte (bij kinderen)
0
1
2
1
0
Legionellose
16
10
14
7
21
Leptospirose
2
2
0
1
3
Listeriose
0
1
1
2
4
MRSA-infectie (clusters buiten ziekenhuis)
0
3
0
0
0
Malaria
7
11
7
3
4
Meningokokkenziekte
13
11
6
3
1
Psittacose
0
0
1
0
1
Q-koorts
2
3
9
1
0
Tetanus
0
0
0
0
0
Trichinose
0
0
0
0
0
West-Nilevirusinfectie
0
0
0
0
0
Ziekte van Creutzfeldt-Jakob - Klassiek
2
0
0
0
2
Ziekte van Creutzfeldt-Jakob - Variant
0
0
0
0
0
256
314
156
283
474
Totaal meldingsplichtige ziekten
Tabel 1: Overzicht algemene infectieziekten 2008 t/m 2012
14
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Casus: Het streekbosmysterie Na een warm voorjaarsweekeinde werd de GGD gebeld door een bezorgde burger; haar kinderen en die van haar vriendin waren ziek geworden na het zwemmen in natuurwater. Via Facebook wist ze dat er nog meer kinderen ziek waren geworden na het zwemmen in hetzelfde meer. Ook bij het Recreatieschap waren diverse telefoontjes binnengekomen van ouders die zieke kinderen meldden. Dit leek een uitbraak waarbij tientallen zieken betrokken waren. Het gebied staat op de zwemwaterkaart van de provincie, wat wil zeggen dat de kwaliteit van het betreffende zwemwater wordt gecontroleerd. Toen de GGD bij de provincie informeerde naar de kwaliteit van dit zwemwater, bleek dat het zwemwater eens in de twee weken wordt onderzocht en dat bij de laatste controle geen overschrijdingen van de microbiologische normen waren ontdekt. De GGD heeft vervolgens een persbericht doen uitgaan. In dat persbericht werden mensen die het recreatiegebied recent hadden bezocht en die vervolgens ziekteverschijnselen hadden gekregen, opgeroepen zich te melden. Deze oproep leverde 63 reacties op. De zieken waren merendeels kinderen. De klachten bestonden uit braken, diarree, buikpijn en koorts. Een enkeling had huidklachten, beginnend twee tot drie dagen na het bezoek aan het zwemmeer (zie epicurve). In totaal voldeden 51 gevallen aan de casusdefinitie (buikklachten binnen een week na bezoek aan het recreatiegebied). Gezien de lange incubatietijd waren toxines als oorzaak van de klachten niet waarschijnlijk. Potentiële verwekkers waren: Cryptosporidium (een parasiet), Salmonella, Shigella of Campylobacter (bacteriën). Ook virussen behoorden tot de mogelijkheden. In overleg met de arts-microbioloog werd besloten de ontlasting van vijf zieken te onderzoeken op parasieten, Salmonella, Shigella en Campylobacter en op Entero- en Parechovirussen. Vijf mensen hebben meegewerkt aan onderzoek van de ontlasting, waarvan bij twee het onderzoek al door de huisarts was ingezet.
Grafiek 3: Epicurve, in kleuren de dag van het bezoek aan het recreatiegebied
18
29-mei
16
28-mei
14
27-mei
12
26-mei
10
25-mei
8
24-mei
6 4 2 0
24 -0 51 25 2 -0 512 26 -0 51 27 2 -0 512 28 -0 51 29 2 -0 512 30 -0 512 31 -0 51 01 2 -0 612 02 -0 61 03 2 -0 612 04 -0 61 05 2 -0 612
aantal zieken
20
e e rs te zie k te dag
15
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Alle mensen kregen telefonisch dezelfde vragenlijst voorgelegd om de bron te identificeren (zie tabel 1). Ja
Nee
Onbekend
Gezwommen in het water (96%)
49
2
0
Bij de steiger gezwommen (24%)
12
28
11
In het zand gespeeld (76%)
39
7
5
Drinken uit de kraan bij toiletten (4%)
2
38
11
Bij toilet geweest, niet gedronken (4%)
2
38
11
22
26
3
5
39
8
Softijsje of milkshake gehad (43%) Patatje gegeten (10%) Tabel 2: resultaten epidemiologisch onderzoek
Faecesonderzoek 2x Campylobacter en 3x geen verwekker gevonden. Twee weken na de uitbraak meldde zich nog iemand met buikklachten na bezoek aan het water. Bij deze persoon werd ook Campylobacter in de ontlasting gevonden. Conclusie Omdat er relatief weinig faecesonderzoek was ingezet, kon niet gesteld worden dat de gehele uitbraak te wijten was aan de Campylobacter. De controles van het zwemwater op Enterokokken, E. Coli en blauwalg bleven steeds binnen de norm. De bevindingen van het faecesonderzoek waren wel reden voor de inspecteur van de Provincie om een bezoek te brengen aan het water om de vogelpopulatie te bekijken. Watervogels kunnen aan het einde van de dag als de mensen weg zijn, ongestoord hun gang gaan. Vogels zijn een reservoir voor Campylobacter en de inspecteur vermoedde dat de watervogels ’s avonds het water en de poeltjes bij de waterlijn bevuilden. Omdat het hier inderdaad een vogelrijk gebied betreft, werd de beheerder van het recreatiegebied geadviseerd om elke avond de kuilen dicht te trekken met tractoren. Vanwege ongunstig zwemweer bleek het niet mogelijk het effect van deze maatregel te evalueren. De GGD heeft ook geen meldingen van diarree na het zwemmen meer ontvangen.
16
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Casus: Norotaartjes De GGD werd gebeld door de eigenaresse van een taartenbedrijfje met de melding dat binnen een week drie van haar klantengroepen ziek waren geworden na het eten van een stuk door haar gebakken taart. Ook haar eigen gezin, bestaande uit zes personen inclusief zijzelf, had die week buikgriepklachten. Kort voordat zijzelf en haar gezin ziek werden, had ze contact gehad met twee kinderen met buikgriep (diarree en braken). Gezinsleden van die kinderen zijn ook ziek geworden. In totaal hebben 37 personen taart gegeten, daarvan zijn er maar liefst 36 ziek geworden met als voornaamste klachten braken en diarree. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) was op dat moment al door een van de klanten ingeschakeld. Er was ook een stuk taart meegenomen voor onderzoek door de NVWA. De GGD heeft met alle groepen contact opgenomen om een duidelijk beeld te krijgen van deze uitbraak. Alle zieken gaven aan een stuk taart van het betreffende bedrijfje te hebben gegeten waarna men binnen twee dagen ziek werd met als voornaamste klachten diarree en braken. De duur van de ziekte lag tussen één en zeven dagen, gemiddeld was men drie dagen ziek. De infectieziektebestrijders van de GGD hebben aan alle groepen zieken informatie en voorlichting gegeven, zowel mondeling als door middel van een ISI (Informatie Standaard Infectieziekten) om verdere verspreiding te voorkomen. Ook heeft de GGD faecesonderzoek ingezet van de eigenaresse en haar gezinsleden. Bij drie personen werd het norovirus gevonden, de andere drie faecesmonsters waren negatief. Helaas is het stuk taart dat de NVWA had meegenomen, zoekgeraakt, waardoor het sluitende bewijs in deze casus niet geleverd kon worden. Omdat er norovirus in het eigen gezin was aangetoond, kan geconcludeerd worden dat deze voedselinfectieuitbraak veroorzaakt is door het eten van taart die met het norovirus besmet was door de taartenbakster.
17
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Casus: Cluster pneumonieën op een basisschool Een school meldde aan de afdeling infectieziektebestrijding dat in de afgelopen periode 5 kinderen uit 2 groepen een longontsteking hadden gehad. Verder waren veel kinderen ziek of aan het kwakkelen. De longontstekingen waren vastgesteld door verschillende huisartsen. Na een eerste inventarisatie bij de huisartsen ontstond het volgende beeld: leerlingen van één school in de leeftijd van 4 tot 8 jaar, met als verschijnselen hoesten, koorts en matig ziek zijn. Huisartsen hadden meer kinderen gezien met een vergelijkbaar klinisch beeld. Bij één van de kinderen was een kweek ingezet maar die leverde geen verwekker op. Bij 2 kinderen was longontsteking vastgesteld met een X-thorax (longfoto). Verder leken de kinderen goed te reageren op een antibioticumkuur. Op basis van deze gegevens werd gedacht aan een virale of een atypische luchtweg- of longinfectie. De GGD besloot nader onderzoek in te stellen. In overleg met de arts-microbioloog werden alle huisartsen in de regio gevraagd om bij een kind met verdenking van een pneumonie zowel bloedonderzoek (serologie op mycoplasma) als een keeluitstrijk (PCR op respiratoire virussen) in te zetten en dit te melden aan de GGD. Na deze actie werden geen nieuwe kinderen met een longontsteking meer gezien door de huisartsen. De “uitbraak” was spontaan ten einde gekomen.
18
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.1 MELDINGEN EN CASUÏSTIEK
Casus: Salmonella Thompson Begin augustus 2012 sloeg de salmonellasurveillance van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) alarm: in twee weken tijd waren in het land vijftien gevallen van Salmonella Thompson ontdekt, terwijl dat er normaal
in een jaar slechts gemiddeld vier zijn. Salmonella Thompson veroorzaakt gastroenteritis. De meldingen bleken uit het hele land te komen en het aantal bleef stijgen. Het RIVM is direct begonnen met een groot casus-controleonderzoek. Een casus-controleonderzoek is een onderzoek waarbij zieken worden vergeleken met in alle opzichten met hen vergelijkbare, maar niet-zieke controlepersonen. De vorm van het onderzoek is meestal een vragenlijstinterview waarmee wordt geprobeerd vast te stellen wat de zieken anders hebben gegeten dan de niet-zieken. In de regio Noord-Holland Noord waren al diverse mensen door deze verwekker ziek geworden, dus ook de GGD heeft meegedaan aan het onderzoek. De infectieziektebestrijders hebben de zieken benaderd om met hen na te gaan wat ze gegeten hadden in de zeven dagen voor het begin van hun ziekteverschijnselen. Uiteindelijk heeft de GGD 35 zieken geïnterviewd. De bevindingen zijn vervolgens gerapporteerd aan het RIVM. Het RIVM heeft per casus vier controlepersonen in dezelfde gemeenten, van dezelfde leeftijd en met het zelfde geslacht, geïnterviewd. Na de epidemiologische analyse door het RIVM konden enkele producten als mogelijke bron van de besmetting worden geïdentificeerd. De NVWA heeft de verdachte producten in diverse winkels aangekocht en bemonsterd. Uiteindelijk is gerookte zalm van een specifieke importeur als infectieziektebron ontdekt. De zalm is vervolgens uit de schappen van de diverse winkels gehaald en het publiek is geïnformeerd. Daarna daalde het aantal S. Thompsonbesmettingen snel tot het normale jaarlijkse aantal. Van zeker 866 mensen in Nederland is bekend dat ze ziek zijn geworden door deze infectie. Een derde van dit aantal moest in het ziekenhuis worden opgenomen.
19
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.2 Activiteiten bij verschillende infectieziekten
Besmettingsaccidenten De GGD krijgt regelmatig telefoontjes van mensen die zich in hun beroep of vrije tijd hebben verwond waarbij mogelijk een besmetting is opgetreden, door bijvoorbeeld prikaccidenten met injectie- of
besmetting. Dit betrof een accident (receptief anaal contact met condoomfalen) bij een man die seks had met mannen. De bronpersoon wilde zich niet laten onderzoeken. Prikaccident
37
mondbeademing, of onbeschermde sekscontacten.
Bijtaccident
3
De infectieziektebestrijders hebben inmiddels veel
Krabincident
2
en hebben met enkele bedrijven afspraken gemaakt
Hulp bij ongeval
4
om besmettingsaccidenten bij die bedrijven af te
Seksaccident
9
Spataccident
3
Bespuging
2
Overige
2
tatoeagenaalden, bijtverwondingen, mond-op-
ervaring met de afhandeling van dergelijke incidenten
handelen. In 2012 hebben zich bij de GGD Hollands Noorden 62 mensen gemeld vanwege een besmettingsaccident, zie tabel 3. De meeste slachtoffers van deze accidenten waren (para-)medici (31) die zich hadden geprikt tijdens hun werk aan een naald of scherp instrument
Totaal
of het waren mensen werkzaam bij politie of bewaking
Tabel 3: Overzicht besmettingsaccidenten
(7). Daarnaast zijn ook 18 niet-werkgebonden accidenten beoordeeld en/of afgehandeld. Van deze 62 besmettingsaccidenten werden er door de
Insulinenaald
62
13
Vingerpriknaald
5
Hechtnaald
3
Verdovingsnaald
1
van deze accidenten kan eenvoudig zijn: als de
Intramusculair naald
5
verwonde persoon gevaccineerd is tegen hepatitis B en
Morfinenaald, subcutaan
1
dan is verdere actie niet nodig. Anders dient de
Intraveneuze naald
2
verwonde te starten met vaccinaties tegen hepatitis B.
Tandartstechniek
2
Bij hoogrisico-accidenten bestaat er ook kans op
Intracutaan
2
Biopteur
1
onderzoek van de bronpersoon.
Onbekend (zwerfnaald)
2
De afdeling infectieziektebestrijding heeft 14
Totaal
accidenten zelf afgehandeld. In 31 gevallen heeft de
Tabel 4: Overzicht prikaccidenten
artsen infectieziektebestrijding 40 beoordeeld als een laagrisico-accident en 22 als hoogrisico-accident. Bij een laagrisico-accident is er alleen risico op besmetting met het hepatitis B-virus. De afhandeling
als hij ooit in het leven een goede antistoftiter had,
besmetting met hepatitis C en HIV en dienen andere maatregelen te worden genomen, onder andere
afdeling adviezen gegeven over de afhandeling. 16
37
Keer was er geen actie noodzakelijk omdat de verwonde persoon beschermd bleek te zijn. Er is eenmaal een indicatie gesteld voor postexpositieprofylaxe (PEP) ter voorkoming van een HIV-
20
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.2 Activiteiten bij verschillende infectieziekten
Postexpositieprofylaxe (PEP) rabiës
Beleidsadvisering Gemeenten
In Nederland komt rabiës alleen voor bij
Op verzoek van een gemeente heeft de GGD
vleermuizen. In 2012 is de GGD drie keer gebeld
geïnventariseerd wat de risico’s van zoönotische
door mensen in onze regio die een zodanig contact
infecties op een openbare weg zijn, als daar mensen
hadden gehad met een vleermuis dat besmetting
mogen wandelen terwijl er ook schapen aanwezig zijn.
met rabiës niet kon worden uitgesloten. In deze
Deze risicoinventarisatie is gebruikt door de gemeente
drie gevallen is volledige rabiës-PEP uitgevoerd,
voor een geschil dat diende bij de Raad van State.
d.w.z. de patiënten hebben menselijk antirabiës immunoglobuline (MARIG) en 5 vaccinaties gekregen.
Een andere gemeente wilde een gezondheidseffectscreening (GES) waarin de risico’s door het uitbreiden van een geitenboerderij nabij een woonkern werden
Cliënten van de afdeling reizigersadvisering krijgen
beschreven. Deze GES is opgesteld samen met de
van onze adviseurs informatie over het rabiësrisico
afdeling medische milieukunde en is door de
in de diverse landen en wat ze moeten doen als ze
gemeente gebruikt voor de beoordeling van de
worden gebeten of gekrabd door een zoogdier.
vergunning.
Veel van deze reizigers wenden zich daarom tot ons als ze in het buitenland een beet of krab van een dier oplopen.
In 2010 is de procedure ‘afhandelingen meldingen haven Den Helder infectieziekten’ opgesteld in samenwerking met de gemeente Den Helder, de
In 2012 is aan 10 teruggekeerde reizigers rabiës-
havendienst, de verkeerscentrale en enkele huisartsen.
PEP toegediend. In 6 gevallen ging het om
Dit was naar aanleiding van de invoering van de wet
bezoekers van het Monkey Forest in Ubud op Bali.
publieke gezondheid. In 2012 is deze procedure met
Dit apenpark is inmiddels berucht vanwege de
de betrokken instanties geactualiseerd.
brutaliteit van de apen die er geen been in zien om toeristen van onder tot boven te onderzoeken op lekkere hapjes in zakken of tassen. De toerist die laat blijken daar niet van gediend te zijn, kan een beet of een krab verwachten. Omdat met rabiës geen enkel risico genomen kan worden, hebben deze mensen allemaal PEP toegediend gekregen, zij het dat de behandeling niet altijd heeft bestaan uit MARIG en 5 vaccinaties.
Beleidsadvisering GGD Nederland Op verzoek van GGD Nederland heeft de GGD geïnventariseerd hoe de plaagdierbestrijding in onze regio georganiseerd is. Deze inventarisatie is gebruikt door voor advisering aan het ministerie van VWS. Daarnaast heeft de GGD een bijdrage geleverd aan het aanpassen van het modelconvenant tussen GGD’en en de medisch-microbiologische laboratoria. Ook is een bijdrage geleverd aan een landelijk document over het elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen door GGD’en.
Casus voorbeeld: twee jonge Nederlandse vrouwen die in Ubud waren gebeten. Zij hadden vanuit Bali contact opgenomen met de SOS-dienst van hun reisverzekering in Nederland. Op kosten van hun reisverzekering zijn zij naar Singapore gevlogen om daar de juiste PEP te halen: MARIG is namelijk op Bali zelden beschikbaar. Bij de GGD hebben zij alleen de laatste vaccinaties van de reeks van 5 gehaald.
Beleidsadvisering JGZ Er zijn adviezen gegeven aan de afdeling JGZ naar aanleiding van de kinkhoestepidemie in 2012 met betrekking tot de uitvoering van het RVP bij zuigelingen (zie ook hoofdstuk kinkhoest). Op verzoek van de lactatiekundige zijn adviezen over hygiëne bij spenen en kolf-materiaal gegeven. Deze adviezen zijn verwerkt in een hygiëneprotocol voor thuiskolvers.
21
1 ALGEMENE INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING 1.2 Activiteiten bij verschillende infectieziekten
Externe contacten en publieksvragen In 2012 zijn in totaal 535 publieksvragen geregistreerd en beantwoord door de sociaalverpleegkundigen en artsen infectieziektebestrijding. Deze vragen betroffen: 133 van particulieren 74 van huisartsen 64 van kinderopvanginstellingen 23 van AWBZ-instellingen 91 van onderwijsinstellingen 12 van bedrijven 8 van gemeenten 10 van ziekenhuizen 10 van RIVM/LCI 4 van verloskundigen 2 van de thuiszorg 33 van GGD intern (GGD-medewerkers van andere afdelingen) 4 van GGD extern (medewerkers van andere GGD’en) 3 van Arbodiensten 63 van overigen (apotheken, NVWA, P.I.’s, verpleegkundigen, ambulancediensten enz.)
De belangrijkste onderwerpen van deze vragen waren: 45 prik-/besmettingsaccidenten 30 bof 39 hand-, voet- en mondziekte 39 vijfde ziekte 81 kinkhoest 19 kinderzeer/krentenbaard 17 waterpokken 12 roodvonk 19 rabiës (hondsdolheid) 19 hepatitis B 16 hantavirus 11 salmonella 9 MRSA 17 legionella 63 overig
22
2 INSPECTIE & HYGIENEZORG 2.1 Toezicht Wet Kinderopvang
Toezicht Wet Kinderopvang
De peuterspeelzalen kregen in 2012 een volledig
Eind 2011 werd door het ministerie van SZW
onderzoek gevolgd door een nader onderzoek in
aangegeven dat in 2012 alle kinderopvanginstellingen bezocht dienden te worden door de GGD. Onder de wet kinderopvang vallen de kinderdagverblijven, de locaties voor buitenschoolse opvang, de gastouderbureaus en de gastouders. In 2012 kwamen daar de inspecties voor 157 peuterspeelzalen bij. De peuterspeelzalen kregen net als de nieuwe locaties
opdracht van de gemeenten, als bleek dat zij nog niet aan alle eisen voldeden om te kunnen worden opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang. In onze regio waren in het begin van het jaar 170 peuterspeelzalen aanwezig, begin 2013 zijn dat er 159. Er hebben 73 nader onderzoeken plaatsgevonden bij deze peuterspeelzalen in 2012.
voor kinderopvang in 2012 voor de eerste keer een volledige (aangekondigde) inspectie op basis van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Meer dan 80 % van de peuterspeelzalen voldeed de eerste keer niet aan de wettelijke eisen en daarom volgde er een herinspectie bij deze peuterspeelzalen. De peuterspeelzalen kunnen pas door de gemeenten worden ingeschreven in het Landelijk Register nadat zij aan alle eisen voldoen. In 2012 zijn twee grote handhavingszaken geweest i.v.m. mogelijke kindermishandeling. De GGD Hollands Noorden en de gemeenten merken dat er jaarlijks meer meldingen en signalen binnen komen over (mogelijke) misstanden op kinderdagverblijven. Het is goed om te zien dat ouders en pedagogisch medewerkers de GGD steeds beter weten te vinden voor deze meldingen. Een goede samenwerking met de gemeenten is hierbij van essentieel belang. In 2012 zijn 487 locaties voor kinderopvang bezocht door de inspecteurs. Deze inspecties zijn op de reguliere wijze of volgens risicogestuurd toezicht (RGT) uitgevoerd. Er zijn 57 voorinspecties uitgevoerd in verband met exploitatie van een nieuw kindercentrum of een verhuizing/verbouwing van een bestaand kindercentrum. Er zijn 43 nader onderzoeken uitgevoerd in verband met gevonden tekortkomingen van een reguliere inspectie of een risico gestuurde inspectie bij een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang.
23
2 INSPECTIE & HYGIENEZORG 2.1 Toezicht Wet kinderopvang
Inspecties gastouderopvang
2012
In 2012 zijn er enkele zaken veranderd met betrekking tot de inspecties van de gastouders. In 2011 werd door de GGD alleen een inspectie bij de gastouder uitgevoerd op het opvangadres van de gastouder. Sinds 2012 worden ook de (nieuwe) gastouders die op vangen op het adres van de vraagouder geïnspecteerd. Op verzoek van de gemeenten toetst de GGD of de aanvraag en bijbehorende documenten (beroepskwalificatie, EHBO-diploma, verklaringen omtrent gedrag) voldoen aan de eisen uit
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
2012
TKA
toetsingskader A (documentenonderzoek). Indien dit
TKB
opvangwoning voldoen aan de eisen uit toetsingskader B (praktijkonderzoek). Binnen een termijn van 10 weken na het indienen van de aanvraag bij de gemeente, dient de gemeente een beschikking af te geven voor wel/geen opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). In onze regio zijn om en nabij 2.800 gastouders. In 2012 zijn 191gastouder bezocht door de toezichthouders van de GGD. Dit betreft nieuwe
TKB neg.
Steekproef
Inspecties gastouders
het geval is, wordt er een huisbezoek uitgevoerd, waarbij beoordeeld wordt of de gastouder en
TKA neg.
Grafiek 4: Inspecties gastouders
TKA: 75 inspecties TKB: 169 inspecties (nader onderzoeken, overgehevelde TKB inspecties van 2011) TKA neg. 2 TKB neg. 10 Steekproef: 191
aanvragen en herinspecties.
24
2 INSPECTIE & HYGIENEZORG 2.1 Toezicht Wet Kinderopvang
Vervolginspecties pedagogisch domein Sinds 2005 worden kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en gastouderbureaus getoetst aan de eisen uit de Wet kinderopvang en de bijbehorende beleidsregels. Hieronder valt ook
Elke GGD heeft sinds 2012 een specialist-observatie (meestal de VPD-inspecteur) die in haar team de ervaringen en knelpunten betreffende het instrument inventariseert en inbrengt in een landelijk overleg. Op basis van deze inbreng zal het instrument in de loop
toetsing van het pedagogisch beleid en de
van 2013 worden geëvalueerd.
pedagogische praktijk. Vanaf april 2009 hebben de
Op basis van deze inbreng wordt het instrument in de
inspecteurs kinderopvang de mogelijkheid om een pedagogisch meetinstrument in te zetten ter beoordeling van de pedagogische praktijk. Deze ‘Vervolginspectie Pedagogisch Domein’ (VPD) wordt uitgevoerd aan de hand van een meetinstrument dat is ontwikkeld door het Kohnstamm Instituut. Als bij de inspectie de inspecteur twijfelt of een of meer indicatoren op de pedagogische praktijk voldoen, kan zij een VPD inzetten. Deze VPD wordt uitgevoerd door een pedagoog, die in 2009 hiervoor een opleiding heeft gevolgd via GGD Nederland.
loop van 2013 geëvalueerd. Het doel is om te komen tot een zo groot mogelijke landelijke uniformiteit en objectiviteit in het werken met het instrument. De opzet is om eveneens in 2013 te komen tot implementatie van het instrument. In 2012 heeft er 1 VPD plaatsgevonden in een kinderdagverblijf. Daarnaast zijn er in het kader van een nader onderzoek in drie kinderdagverblijven en in een peuterspeelzaal uitgebreide observaties gedaan door de VPD-inspecteur.
Omdat bij de inspectie steeds meer nadruk komt te liggen op het inspecteren van de pedagogische praktijk is in 2011 door GGD Ned. en het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) een vernieuwd observatieinstrument ontwikkeld op basis van het meetinstrument, dat werd gebruikt voor de VPD. Vanaf 2012 wordt dit instrument (dat officieel nog in de concept-fase verkeert) door alle inspecteurs (ook de VPD-inspecteurs) gebruikt ten behoeve van het observeren en beoordelen van de pedagogisch praktijk. Hoewel dit misschien in de toekomst zal veranderen bestaat nog steeds de mogelijkheid om een VPD aan te vragen bij twijfels over de kwaliteit van de pedagogische praktijk. De VPD biedt namelijk de mogelijkheid voor een uitgebreide observatie van maximaal vier uur. De beoordeling op grond van deze observatie wordt opgenomen in het reguliere inspectierapport.
25
2 INSPECTIE & HYGIENEZORG 2.2 Technische Hygiënezorg
Inspectie warenwetbesluit tatoeëren, piercen en permanente make-up Sinds 1 juni 2011 worden de vergunningen voor tatoeëren, permanente make-up en piercen voor drie jaar afgegeven in plaats van voor twee jaar. Er wordt gecontroleerd op met name hygiëneaspecten. Deze hygiëneaspecten staan beschreven in de richtlijnen van
Sinds 2008 wordt jaarlijks een grote Tattoo-Conventie in Alkmaar bezocht door de GGD, zo ook weer in 2012. De GGD heeft tijdens het evenement voornamelijk gekeken naar de materialen die gebruikt werden voor tatoeëren en/of piercen, naar de hygiënische staat van de werkplek en of de werkwijze overeenkomt met de hygiënerichtlijnen.
het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. De richtlijnen zijn gebaseerd op de Wet Tatoeëren en Piercen, die vanaf 1 juni 2007 van kracht is. In regio GGD Hollands Noorden zijn ongeveer 90 ondernemers actief, waarvan het merendeel bestaat uit schoonheidsspecialisten die permanente make-up zetten. De overige ondernemers houden zich bezig met tatoeëren en/of piercen. Ieder jaar komen er nieuwe ondernemers bij. Het afgelopen jaar hebben 41 ondernemers een aanvraag voor een vergunning ingediend bij de GGD Hollands Noorden, waarvan 16 nieuwe ondernemers. In 2012 zijn geen vergunningen geweigerd. Wel waren er verbeterpunten. Deze werden binnen de wettelijke termijnen opgelost waardoor de
Inspectie seksinrichtingen Er zijn in totaal 12 Seksinrichtingen in onze regio, waarvan er in 2012 8 zijn bezocht. In overleg met de gemeenten worden de overige vier in 2013 bezocht voor een inspectie. Tijdens de inspecties in 2012 zijn de informatiemappen ‘Safe-seks’ uitgedeeld aan de exploitanten. Tijdens de inspecties kwam een aantal verbeterpunten met betrekking tot de Hygiënerichtlijnen voor Seksinrichtingen naar voren. Begin 2013 zullen er nieuwe afspraken gemaakt worden met de eigenaren om de verbeterpunten op te lossen.
vergunning alsnog kon worden afgegeven. Inspecteurs van de GGD geven een vergunning af, indien een ondernemer heeft aangetoond te werken volgens de hygiënerichtlijnen. Sinds de invoering van het Warenwetbesluit Tatoeëren en Piercen wordt er door tatoeëerders aangegeven dat er veel ‘thuistatoeëerders’ zijn die zonder vergunning werken. Een doorn in het oog van de collega’s die wel een vergunning hebben en van de Nieuwe Voedsel– en WarenAutoriteit, waarmee de GGD een samenwerkingsovereenkomst heeft. In het laatste kwartaal van 2012 heeft de NVWA als pilot onaangekondigde bezoeken gebracht aan ondernemers met een vergunning. Doel was om te controleren of ook buiten de inspecties om de richtlijnen worden nageleefd. Een enkele keer werd een waarschuwing gegeven in verband met het werken met oude naalden en (niet toegestane) alcoholdoekjes.
26
2 INSPECTIE & HYGIENEZORG 2.3 Adviestaak
Adviestaak Algemene Technische Hygiëne (ATH) 2012 is het tweede jaar dat er, binnen het product Inspectie & Hygiënezorg, werkzaamheden worden verricht gericht op algemene technische hygiënezorg.
De daaraan gekoppelde nieuwe interventiemethode is verder uitgewerkt en toegepast bij 2 van de 4 geïnspecteerde justitiële instellingen in de regio. In het najaar heeft er bij deze instellingen een tweede hygiëneonderzoek plaatsgevonden.
Publieksevenementen
Asielzoekerscentra
De samenwerking met bureau GHOR heeft in 2012
In de regio Noord-Holland Noord zijn 2
verder gestalte gekregen. In de loop van het jaar is de
asielzoekerscentra (AZC). AZC Alkmaar is in 2012 één
opgestelde werkinstructie over de advisering voor de
keer bezocht en AZC Den Helder twee keer in verband
vergunningsvoorwaarden geëvalueerd en aangepast.
met controle van verbeterpunten op het gebied van
De adviezen worden integraal, eenduidig en binnen
hygiëne.
vaste termijnen opgesteld en verzonden aan de gemeenten. De in samenwerking met bureau GHOR opgestelde brochures over onderwerpen met betrekking tot publieksevenementen zijn inzichtelijk op de website van GGD Hollands Noorden. Ze zijn aan het einde van het jaar herzien.
Naast de reguliere inspectiebezoeken gericht op hygiënecontroles, is in samenwerking met de afdeling infectieziektebestrijding een voorlichting aan medewerkers gegeven met als het doel de hygiëne binnen de instelling te verbeteren.
De hygiëneadviseurs hebben dit jaar door middel van
Basisscholen
een steekproef vijf hygiëneonderzoeken uitgevoerd bij
In 2012 is er een start gemaakt met het inventariseren
uiteenlopende evenementen in de regio. Aan de hand
van risico’s op overdracht van infectieziekten op
van de vergunningsvoorwaarden zijn de verschillende
basisscholen. Het voornemen is dit in 2013 meer
THZ onderwerpen gecontroleerd. Van alle
concreet te maken en hygiëneadvisering aan
onderzoeken is een hygiënerapport opgesteld dat is
basisscholen op te starten samen met de afdeling
verzonden aan organisatie van het evenement en de
Infectieziekte bestrijding.
gemeente. In totaal zijn er 16 steekproeven/ onderzoeken uitgevoerd door de THZ en zijn er 180 schriftelijke adviezen verwerkt. Dorcas (internationale hulporganisatie in Noord-Holland) In 2012 heeft Dorcas drie keer een aanvraag voor
Door middel van de website van GGD Hollands Noorden kunnen mensen informatie vergaren over het onderwerp technische hygiënezorg. Tevens is het mogelijk telefonisch of door middel van e-mail vragen te stellen of een klacht te melden aan de hygiëne adviseurs.
exportcertificaten gedaan. Het hygiëne onderzoek dat eens per 2 jaar plaatsvindt, zal weer in 2013 worden verricht. Justitiële Inrichtingen In 2012 is het project ‘implementatie van de hygiënerichtlijnen in justitiële inrichtingen’ van het LCHV, waar de GGD Hollands Noorden aan deelnam, gecontinueerd en afgerond.
27
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.1 Soa bestrijding
De afdeling Seksuele Gezondheid van GGD Hollands Noorden heeft als belangrijkste taken het bestrijden van soa’s, bevordering van seksuele gezondheid onder
Personen met een soa-gerelateerde klacht.
Personen gewaarschuwd (door partner) en/of verwezen in verband met een soa.
Personen met veel wisselende contacten (3 of meer in de laatste 6 maanden.
Personen met een partner uit de doelgroep MSM, prostituee, prostituant of afkomstig uit soa-
jongeren tot en met 24 jaar (Sense) en prostitutiezorg. Deze taken hebben zowel curatieve als preventieve aspecten. De curatieve activiteiten bestaan uit het uitvoeren van de soa-, Sense- en prostitutiespreekuren. In het kader van preventie vindt uitvoering plaats van het landelijke Hepatitis B vaccinatieprogramma voor risicogroepen. Daarnaast worden diverse vormen van collectieve voorlichtingsen outreachactiviteiten aangeboden. Ook heeft de afdeling Seksuele Gezondheid een taak in de informatievoorziening aan burgers, instellingen en gemeenten in de regio en biedt zij een consultatiemogelijkheid voor medische beroepsuitoefenaars.
endemisch gebied Cliënten tot 24 jaar behoren tot de doelgroepen en zijn te allen tijde welkom. Wel is het testbeleid voor hen veranderd en worden ze in principe alleen op chlamydia getest. Als ze ook andere risicofactoren hebben (MSM, klachten, 3 of meer partners, etc) worden zij ook op de andere soa getest. Mocht blijken dat er sprake is van chlamydia, dan wordt ook verder getest op andere soa.
Algemene informatie
Soa-bestrijding
In 2012 bood de GGD wekelijks 10 soa-spreekuren aan,
Het jaar 2012 begon voor de afdeling Seksuele
verspreid over 4 locaties, in Alkmaar, Hoorn, Den Helder
Gezondheid met een belangrijke verandering. Met ingang van 1 januari werden de regelingen ‘aanvullende curatieve soa-bestrijding’ en ‘aanvullende seksualiteitshulpverlening’ geïntegreerd tot de regeling ‘aanvullende seksuele gezondheidszorg’ (ASG). Waar voorheen iedereen bij de GGD terecht kon voor onderzoek op en behandeling van soa, werden onder deze regeling soaconsulten bij de GGD alleen nog vergoed voor mensen die behoren tot een aantal scherp omschreven doelgroepen. Deze doelgroepen worden door het RIVM als volgt omschreven:
Mannen die seks hebben met mannen (MSM)
Prostituees
Prostituanten
Personen afkomstig uit een soa-endemisch gebied( Suriname, Nederlandse Antillen, Turkije,
en Schagen. Afspraken voor het spreekuur kunnen telefonisch worden gemaakt. Aan de hand van een triagelijst wordt bepaald of de cliënt in aanmerking komt voor een consult en of het een spoedconsult (binnen een werkdag) of een regulier consult (binnen 10 werkdagen) wordt. Tijdens het consult neemt de sociaal verpleegkundige een uitgebreide anamnese af op grond waarvan een risico-inschatting gemaakt wordt. Naar aanleiding van deze risico-inschatting wordt lichamelijk onderzoek verricht, diagnostiek ingezet en voorlichting op maat gegeven. Indien een soa wordt gevonden, vinden behandeling of verwijzing, contactonderzoek en aanvullende voorlichting plaats.
Marokko, Afrika overig, Zuid Amerika overig, Azië, Oost Europa)
28
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.1 Soa bestrijding
Aantal consulten
Gevonden soa
In 2012 heeft GGD Hollands Noorden 2978 soa-
Het aantal gevonden soa is gebaseerd op de gegevens uit
consulten verricht. Dit is een afname van 1,1 % (34
het landelijke registratiesysteem van het RIVM. De soa die
consulten) ten opzichte van 2011. Deze afname is
hierin opgenomen zijn betreffen chlamydia, gonorroe,
waarschijnlijk veroorzaakt doordat vooral in de eerste
infectieuze syfilis (stadium 1, 2 en syfilis latens recens),
maanden veel potentiële patiënten, naar aanleiding
hepatitis B, HIV, genitale wratten en herpes simplex. In
van de berichtgeving rondom de verscherpte
2012 werd bij 20,6 % (613) van de consulten een soa
triagecriteria, dachten dat ze niet meer in aanmerking
aangetroffen. Dit is een stijging ten opzicht van 2011,
kwamen voor een soa-consult bij de GGD.
waarin het vindpercentage18,9 % was (571 gevonden soa). Dit past in het landelijke beeld, waarbij jaarlijks een lichte
Al jaren is chlamydia landelijk met afstand de meest
stijging in het aantal gevonden soa te zien valt.
gevonden soa. In de regio GGD Hollands Noorden werd bij 426 consulten chlamydia gevonden.
Chlamydia
Chlamydia werd het meest gevonden bij mannen (220 gevallen). Bij vrouwen werd 206 keer chlamydia aangetroffen.
Hetero mannen
17,7 %
MSM
12,5 %
Hetero vrouwen
13,5 %
Tabel 5: Chlamydia
Aantal consulten naar geslacht (N)
3000 2750 2500 2250 2000 1750 1500 1250 1000 750 500 250 0 2008
2009
2010 mannen
vrouwen
2011
2012
totaal
Grafiek 4: Soa-consulten naar geslacht
Diagnoses naar jaar (N) Chlamydia
2008
2009
2010
2011
2012
266
342
347
432
426
Gonorroe
63
64
44
92
67
Genitale wratten
47
72
85
69
65
Herpes genitalis
8
8
14
14
19
11
8
6
3
4
HIV
4
9
1
7
1
Trichomoniasis
2
1
6
1
3
401
504
503
618
585
Vroege syfilis
Totaal Tabel 6: Diagnoses naar jaar
29
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.1 Soa bestrijding
Gonorroe staat op de tweede plaats in het rijtje met
Herpes genitalis werd vastgesteld bij 20 patienten (7
meest gevonden soa’s bij GGD Hollands Noorden en
mannen en 13 vrouwen)
werd bij 67 consulten aangetroffen. Gonorroe wordt
Bij 12 mensen werd syfilis aangetroffen. Het ging hierbij
meer gevonden bij mannen dan bij vrouwen. Het
in 10 gevallen een man en in 2 gevallen een vrouw. In 3
betreft dan voor het grootste deel mannen die seks
gevallen ging het om stadium 1, in 2 gevallen betrof het
hebben met mannen.
stadium 2 en bij 5 gevallen was er sprake van een lues
Genitale wratten werden gevonden bij 65 patiënten (30
latens tarda.
mannen en 35 vrouwen).
Bij 1 patiënt was de HIV-serologie positief, dit betrof een
Bij 22 consulten was serologie voor hepatitis B
man die seks heeft met mannen. De patiënt is
positief. In 1 geval ging het om een chronische
doorverwezen naar een HIV-poli.
(infectieuze) hepatitis B, in de overige gevallen betrof het een doorgemaakte en genezen hepatitis B. De patiënt met chronische hepatitis B werd verder
Gonorroe
geëvalueerd via het “Korte Keten” project van de afdeling Algemene Infectieziektebestrijding en er werd bron-en contact onderzoek verricht.
Hetero mannen
0,9 %
MSM
8,7 %
Hetero vrouwen
1,4 %
Tabel 7: Gonorroe
Gonorroe naar leeftijd en geslacht in 2012 (N)
20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
mannen
40-44
45-49
50-54
>55
vrouwen
Grafiek 5: Gonorroe naar leeftijd en geslacht Positieve testen per jaar (%) 2008
2009
2010
2011
2012
12,1
13,3
13,1
15,0
14,6
Gonorroe
2,4
2,4
1,6
3,1
2,6
Vroege syfilis
0,1
0,3
0,2
0,1
0,3
HIV
0,2
0,5
0,4
0,2
0,3
Chlamydia
Tabel 8: Positieve testen per jaar
30
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.2 Sense
Sense Sense staat voor gratis en, desgewenst, anonieme hulpverlening op het gebied van seksualiteit aan jongeren tot en met 24 jaar. De regeling, gesubsidieerd door het Ministerie van VWS, is bedoeld voor jongeren die niet naar de huisarts willen (durven) of kunnen met hun vragen. De jongeren kunnen het Sense spreekuur bij de GGD bezoeken voor vragen en hulp op het gebied van:
SOA
Anticonceptie
(ongewenste) Zwangerschap
Seksualiteit
Seksueel geweld
Aantal consulten In 2012 zijn 1000 Senseconsulten gedaan. Het betrof 328 consulten bij mannen, 670 bij vrouwen en 2 bij een transgender. Dit is een daling ten opzichte van 2011 met 139 consulten (12,2%). De vergelijking is echter moeilijk te maken, omdat de definitie van consulten die als Senseconsult gedeclareerd mogen worden is aangepast. De daling wordt waarschijnlijk dan ook veroorzaakt door deze aanpassing.
Onderwerp Anticonceptie (onbedoelde) Zwangerschap Fertiliteit Seksualteitsproblematiek Seksueel geweld SOA Overige/anders
Aantal 169 10 3 428 21 353 16
Tabel 9: hulpvraag bij Senseconculten
31
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.3 Prostitutiezorg
Algemene informatie Al sinds 1990 heeft de GGD Hollands Noorden een
werkplekken (“busjes”), enzovoort. Voor de kamers op de Achterdam bestaat inmiddels een wachtlijst.
spreekuur voor prostituees die werkzaam zijn op de
Uit de contacten die de hulpverleners van GGD
Achterdam. Dit spreekuur vond oorspronkelijk plaats
Zevenhuizen hebben met de vrouwen is de indruk
op de Achterdam, in een ruimte die ter beschikking
ontstaan dat hun positie is verslechterd na de sluiting van
werd gesteld door de exploitanten. In oktober 2010 is
de ramen. De vrouwen geven aan dat er minder
de zorg voor prostituees verplaatst naar een speciaal
prostituanten naar de Achterdam komen, waardoor er
daarvoor ingerichte ruimte op de locatie Zevenhuizen
minder klandizie is.
10. GGD Zevenhuizen richt zich op prostituees die
Er is meer onderlinge concurrentie tussen de vrouwen,
wonen en/of werken in Alkmaar en wordt gefinancierd door de gemeente Alkmaar.
waardoor de prijzen zijn gezakt en de vraag naar onveilige seks is toegenomen. Er is weinig verloop,
Bij de prostituees is GGD Zevenhuizen inmiddels een
waardoor er wachtlijsten zijn ontstaan voor de kamers en
begrip geworden. Zij weten het centrum goed te
de kamerhuur is gestegen. Al met al lijkt de
vinden voor onderzoek naar soa’s, werkgelateerde en
afhankelijkheidspositie van de vrouwen toegenomen te
overige gezondheidsproblemen en vragen op sociaal-
zijn en hun veiligheid afgenomen.
maatschappelijk gebied. Op 1 september 2011 is een aanzienlijk deel van de
Kenmerken patiënten GGD Zevenhuizen
140 ramen op de Achterdam gesloten. Later is alsnog
De prostituees, die spreekuren bezoeken, komen
een nieuwe vergunning afgegeven voor een aantal
grotendeels uit het buitenland en dan voornamelijk uit
ramen, waardoor uiteindelijk ongeveer de helft van het
voormalige Oostbloklanden. Hun leeftijd loopt uiteen van
oorspronkelijke aantal ramen overbleef. E.e.a.
19 tot 54 jaar.
veroorzaakte destijds veel onrust onder de prostituees, voor wie onzeker was hoe ze verder in hun broodwinning moesten voorzien. In de periode direct na de sluiting nam het aantal consulten aanvankelijk niet merkbaar af, maar in de loop van 2012 trad er toch een daling op. Er is duidelijk minder verloop, de prostituees die er al zitten blijven langer en er komen minder nieuwe prostituees bij. Het sluiten van de ramen heeft niet geleid tot een toename van de vraag naar uitstaptrajecten.
Land van herkomst
Aantal
Roemenië
124
Bulgarije
124
Hongarije
104
Nederland
15
Litouwen
12
Tsjechie
3
Slowakije
3
Polen
1
Een deel van de vrouwen, die voor de sluiting op de
Onbekend/overig
5
Achterdam werkten, is uit beeld verdwenen en niet
Tabel 10: Land van herkomst bij GGD Zevenhuizen
Het merendeel van de vrouwen lijkt aan het werk te willen blijven.
meer teruggekeerd naar de Achterdam. Waar zij gebleven zijn is onbekend. Het kan zijn dat ze in een andere stad of ander land zijn gaan werken of dat ze hun werkzaamheden nu uitoefenen vanuit een andere locatie in Alkmaar of omgeving. Hierbij kan gedacht worden aan hotels, eigen woning, op straat, mobiele
32
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.3 Prostitutiezorg
Leeftijd
Aantal
< 20 jaar
5
20-24 jaar
162
25-29 jaar
111
30-34 jaar
84
35-39 jaar
19
40-44 jaar
3
45-49 jaar
5
50-54 jaar
5
Tabel 11: Leeftijd bij GGD Zevenhuizen
Bemensing GGD Zevenhuizen Voor uitvoering van de werkzaamheden op GGD Zevenhuizen maakt de GGD gebruik van medewerkers die, vanuit hun GGD-achtergrond, al een groot deel van de benodigde kennis en ervaring hebben. Zo zijn alle op GGD Zevenhuizen werkzame verpleegkundigen via de GGD geschoold in soa-bestrijding en seksuele hulpverlening en hebben ook werkervaring op dat gebied. Dit geldt ook voor de artsen. Voor de artsen is het daarnaast belangrijk dat ze ervaring hebben met curatieve gezondheidszorg om de benodigde zorg te kunnen bieden. Naast de al
Vrijwel geen van de uit het buitenland afkomstige prostituees spreekt Nederlands, een enkeling spreekt een beetje Engels of Duits. Zij zijn vaak alleen naar Nederland gekomen en hebben hier geen sociaal netwerk. Hun familie verblijft in het land van herkomst en niet zelden hebben ze kinderen, die ze voor verzorging hebben achtergelaten bij familieleden of vrienden. Vaak rust de verantwoording voor het financiële onderhoud van hun familie op de schouders van deze vrouwen. Door taalproblemen en gebrek aan sociaal netwerk weten ze hun weg in de Nederlandse samenleven meestal maar matig te vinden.
aanwezige kennis en ervaring is het ook belangrijk om ervaring op te doen met het werken met de prostituees, rekening houdend met hun diverse achtergronden. In dit kader worden de medewerkers on-the-job getraind door ervaren collega’s.
Samenwerkingsverbanden In het kader van de prostitutiezorg werkt de GGD samen met een aantal overheidsinstellingen en welzijnsorganisaties. Hieronder bevinden zich de Sociale Dienst en de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Alkmaar, de belastingdienst, de politie, Comensha, P&G 292 Amsterdam, SOA AIDS Nederland,
Op het spreekuur verloopt de communicatie door de
Femme Fatale, Fairwork en Geisha. Een arts en
taalbarrière, maar ook door andere culturele
verpleegkundige van GGD Zevenhuizen nemen ook deel
verschillen, vaak moeizaam. Met handen en voeten en
aan het Casuïstiekoverleg Mensenhandel, dat
Google Translate komen we een heel eind en zo nodig
gecoördineerd wordt door het Veiligheidshuis.
wordt de Tolkentelefoon ingeschakeld. Er is vaak een groot verschil tussen het functioneren van de zorg in
Gezondheidsspreekuur
het land van herkomst en in Nederland. De vrouwen
Op Zevenhuizen is 3 keer per week een spreekuur. Bij 1
zijn over het algemeen gewend dat ze zelf naar een
van de spreekuren is naast de verpleegkundige ook een
specialist kunnen stappen (zonder verwijzing van een
arts aanwezig. De andere 2 spreekuren zijn
huisarts). Ook wordt in hun eigen land vaak veel
’verpleegkundige spreekuren’. Daarbij is altijd een arts
gemakkelijker medicatie, zoals antibiotica en
telefonisch bereikbaar voor overleg.
kalmerende middelen, verstrekt dan in Nederland. Tijdens de consulten is er dan ook relatief veel tijd nodig om het verhaal duidelijk te krijgen en om de vrouwen de weg te wijzen in de Nederlandse gezondheidszorg.
33
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.3 Prostitutiezorg
Tijdens de spreekuren worden routineonderzoeken op
Doorverwijzingen door GGD Zevenhuizen in 2012
soa en wordt gevaccineerd tegen hepatitis B. Tevens
Huisarts
worden klachten op het gebied van gezondheid
Tuberculoseafdeling van de GGD
3
besproken, adviezen gegeven op het gebied van
Spoedeisende Hulp
1
anticonceptie en veilig en gezond werken. Ook kunnen
Tandarts
1
Abortuskliniek
8
Medisch specialist
2
Maatschappelijk Werk
9
Fysiotherapeut
1
Stichting MEE
1
psychosociale klachten en maatschappelijke problematiek aan bod komen, waarvoor zo nodig kan worden doorverwezen naar het spreekuur ‘sociaalmaatschappelijke ondersteuning’.
Hulpvragen In 2012 zijn er tijdens de spreekuren 471 hulpvragen
18
Tabel 12: Doorverwijzingen door GGD Zevenhuizen
behandeld. In 2011 was er sprake van 655 hulpvragen. De daling is te verklaren door de sluiting van de helft van de ramen op de Achterdam, waardoor er minder vrouwen werkzaam zijn. Er werd 223 keer een soaonderzoek uitgevoerd. In 34 gevallen had de hulpvraag betrekking op anticonceptie, ongewenste zwangerschap, pijn bij de uitvoering van het werk, enzovoort. 214 Maal betrof de hulpvraag overige
Vaccinatie hepatitis B Alle vrouwen, waarvan de immuunstatus nog niet bekend is, wordt een test op hepatitis B aangeboden. Indien er geen sprake is van immuniteit of aanwezigheid van het virus, worden zij, in het kader van een landelijke campagne, gratis gevaccineerd indien zij dit willen. In
medische of psychosociale problematiek.
2012 zijn op GGD Zevenhuizen 37 vaccinaties toegediend
Gevonden soa
vaccinatie). Vorig jaar was dit aantal nog 82. Dit verschil
Er is in totaal 223 maal een soa-test uitgevoerd, hierbij werd in 12 gevallen ook daadwerkelijk een soagevonden, Dit komt neer op een vindpercentage van
(hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen 1e, 2e en 3e kan worden veroorzaakt doordat er minder verloop is. De vaccinaties zullen over het algemeen plaatsvinden bij prostituees die nieuw zijn op de Achterdam. Vrouwen die
5,4%, wat in de lijn is met de landelijke bevindingen wat betreft soa’s bij prostituees. Gevonden soa’s worden direct behandeld volgens de geldende richtlijnen. Het is belangrijk dat het optreden van complicaties en besmetting van anderen zo veel mogelijk wordt voorkomen.
Doorverwijzingen Bij GGD Zevenhuizen worden eenvoudige lichamelijke aandoeningen behandeld, maar als er sprake is van ernstigere problematiek, wordt er doorverwezen naar een huisarts, specialist of andere behandelaar. Ook kan doorverwezen worden naar instellingen of organisaties voor sociaal maatschappelijke hulpverlening. In 2012 zijn 44 vrouwen doorverwezen.
34
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.3 Prostitutiezorg
er al een tijdje zitten zijn in een eerder stadium al gevaccineerd.
Spreekuur Sociaal Maatschappelijke Hulpverlening
-
Zwanger, maar geen verzekering of geldig paspoort
Omdat gebleken is dat lang niet alle prostituees de mogelijkheid kennen om hulp te krijgen voor sociaal maatschappelijke problematiek bij GGD Zevenhuizen, is in
Naast bovengenoemde activiteiten, vooral op
2012 een folder ontwikkeld, waarin hierover informatie
gezondheid gericht, biedt GGD Zevenhuizen ook een
wordt gegeven. Deze folder kan tijdens het wekelijkse
spreekuur ‘sociaal-maatschappelijke hulpverlening’.
rondje over de Achterdam (zie hieronder), de
Hier wordt praktische hulp en advies geboden over
maandelijkse voorlichtingsbijeenkomsten of
bijvoorbeeld:
spreekuurbezoek worden uitgereikt.
-
Huisvesting
-
Financiële- en belastingzaken
Outreachende activiteiten
-
Opleiding
Wekelijks loopt een sociaalverpleegkundige van de GGD
-
Werk en inkomen
een rondje over de Achterdam. Tijdens dit rondje wordt
-
Zorgverzekering en toegang tot zorg
contact gezocht met nieuwe prostituees en contact
-
Hulp bij (besluitvorming rond) aangifte doen
onderhouden met de prostituees die daar al langer
-
Toeleiding naar een noodopvangplek bij een
werken. Zij worden attent gemaakt op de mogelijkheid tot
crisissituatie
gratis medische en maatschappelijke hulp en vaccinatie
-
Zorgverzekering en toegang tot zorg
tegen hepatitis B via GGD Zevenhuizen. Ter plekke kunnen
-
Hulp bij (besluitvorming rond) aangifte doen
eenvoudige medische vragen worden beantwoord en
-
Toeleiding naar een noodopvangplek bij een
wordt ook voorlichting gegeven over veilig werken,
crisissituatie
condoomgebruik en anticonceptie, en aandacht besteed
Daarnaast wordt hulp aangeboden bij psychosociale
aan weerbaarheid. Ook is er maandelijks een
problematiek, waarbij zo nodig verwezen kan worden
voorlichtingsavond, georganiseerd door de GGD en
voor gespecialiseerde hulpverlening.
ketenpartners, waarbij alle aspecten van het werk
Situaties waarvoor in 2012 sociaal maatschappelijke hulp is verleend, zijn onder andere:
uitgebreid aan de orde komen. Er zijn folders beschikbaar in 17 talen en allerhande andere materialen, bijvoorbeeld om een condoomdemonstratie te geven.
-
Niet ingeschreven bij zorgverzekeraar
-
Begeleiding naar de Belastingdienst
Een van de verpleegkundigen heeft samen met de
-
Begeleiding naar de Weering
contactpersoon van de exploitanten alle prostituees
-
Verwijzing naar een boekhouder voor
benaderd om de problemen rond de prijzen en onveilige
begeleiding bij financiële problemen
seks te bespreken. Ter ondersteuning zijn alle kamers
-
Begeleiding bij ongewenste zwangerschap
voorzien van nieuwe stickers over de prijs en veilige seks.
-
Relationele problemen
Ook is tijdens de maandelijkse
-
Loverboy problematiek
voorlichtingsbijeenkomsten over deze zaken gesproken.
-
Begeleiding bij een uitstaptraject i.s.m. Geisha
In samenwerking met Femme Fatale is onderzocht hoe de
en Femme Fatale
positie van de prostituees kan worden verbeterd.
-
Drugsgebruik
Oprichting van of deelname aan een vakbond voor
-
Geen geldig identificatiebewijs
prostituees lijkt een belangrijke optie. In 2011 is de
-
Huiselijk geweld
stichting Geisha opgericht. Deze stichting komt op voor de rechten en sociale positie van sekswerkers in brede zin en kan hierbij mogelijk een rol spelen. Tijdens de voorlichtingen op de Achterdam wordt daarom informatie
35
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.3 Prostitutiezorg
gegeven over Geisha en worden folders uitgedeeld. In 2013 zal op de Achterdam een bijeenkomst worden georganiseerd voor de prostituees waar Geisha, Femme Fatale en de GGD meer informatie zullen geven. De GGD heeft ook bij de gemeente Alkmaar aandacht gevraagd voor de zorgelijke situaties van de sekswerkers van de prostituees. In dit kader heeft inmiddels een gesprek plaatsgevonden. Tijdens de gesprekken met prostituees kwam verder naar voren dat er bij de vrouwen vooral behoefte is aan informatie over gezondheid en het kunnen volgen van Nederlandse les. Bij de voorlichtingsbijeenkomsten wordt daarom steeds aandacht besteed aan onderwerpen op het gebied van gezondheid. De verpleegkundige die zich bezig houdt met de sociaal-maatschappelijke hulpverlening onderzoekt wat de mogelijkheden zijn wat betreft het aanbieden van Nederlandse les. Om veilig te kunnen werken is het van belang dat preventiemiddelen (condooms, beflapjes) gemakkelijk te verkrijgen zijn. De GGD heeft daarom in 2012 een aantal drogisterijen en seksshops in de omgeving van de Achterdam bezocht om te inventariseren welke middelen waar verkrijgbaar zijn. Dit kan dan weer onder de aandacht van de prostituees worden gebracht, zodat zij weten waar ze terecht kunnen. En ook in 2012 is er aan alle vrouwen een kleine Kerstattentie verstrekt, natuurlijk ook met als doel de spreekuren en vaccinatiemogelijkheden bij GGD Zevenhuizen nog eens onder de aandacht te brengen. Niet alle prostituees in Alkmaar werken op de Achterdam, ook vanuit andere locaties vindt prostitutie plaats. De GGD heeft deze prostituees echter niet goed in het oog. Daarom is er in 2012 een begin gemaakt met een project waarin thuiswerkers benaderd gaan worden. Zij zullen worden uitgenodigd voor soa-onderzoek en vaccinatie tegen hepatitis B. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van een stappenplan dat is opgezet door SOA AIDS Nederland.
36
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.4 Preventie
-
Preventie
de thema-avond “Naughty Night” bij van het COC.
Naast de curatieve zorg is preventie voor de GGD een
Er werd op locatie gevaccineerd tegen hepatitis B
kerntaak. In dit kader voert zij in de regio Noord-
en ook hier is de mogelijkheid tot gratis testen en
Holland Noord de landelijke Hepatitis B
vaccineren onder de aandacht gebracht door middel
vaccinatiecampagne voor risicogroepen uit. Verder zijn er in 2012 diverse voorlichtings- en outreachactiviteiten georganiseerd. We richten ons hierbij vooral op groepen waarvan bekend is dat ze een hoger dan gemiddeld risico lopen op soa,
van flyeren en het ophangen van posters. -
Op een ROC in Den Helder zijn 11 gastlessen gegeven. Bij deze school bestaat daarnaast voor leerlingen de mogelijkheid om via email een afspraak te maken bij een van onze
Hepatitis B vaccinatie programma voor
verpleegkundigen. Deze afspraak kan dan op
risicogroepen
locatie bij het ROC plaatsvinden.
In het kader van dit programma kunnen mensen uit
-
risicogroepen zich gratis laten vaccineren tegen hepatitis B. In 2012 betroffen deze risicogroepen voor
leeftijd tussen de 14 en 16 jaar. -
condooms en andere goodies werd het belang van
waarbij 170 vaccinaties plaatsvonden, en prostituees
veilig vrijen en de mogelijkheid tot een Sense
waarbij 71 vaccinaties plaatsvonden (waarvan 34 via
consult onder de aandacht gebracht.
tussen 1 , 2 en 3 vaccinatie.
-
Voorlichtings-en outreachactiviteiten soa/Sense
-
e
Op het Zandstock-festival in ’t Zand was de GGD aanwezig. Door middel van een kennisquiz, folders,
de GGD mannen die seks hebben met mannen (MSM),
Zevenhuizen). Er werd geen onderscheid gemaakt
In Alkmaar zijn op een VMBO-school 7 gastlessen gegeven aan in totaal 150 leerlingen met een
een aantal door de overheid vastgestelde
e
Op 2 ROC’s in Hoorn zijn in totaal 16 gastlessen gegeven.
ongewenste zwangerschap en seksueel geweld.
e
De afdeling Seksuele Gezondheid was aanwezig bij
In Den Helder zijn 2 clubs waar prostituees werken in de avonduren bezocht voor soa-onderzoek, voorlichting en hepatitis B vaccinatie.
2012 -
In het kader van de voorlichtings- en
Project Boystalk is een initiatief van Stichting Majo en tienercentrum Foxy te Alkmaar die 6 bijeenkomsten heeft georganiseerd voor jonge allochtonen over sekualiteit. Wij hebben tijdens
outreachactiviteiten worden contacten gelegd en
1 bijeenkomst voorlichting geven over soa en
onderhouden met een aantal organisaties, zoals
anticonceptie.
het COC, Super Sissy, enz.
-
In de nieuwsbrief van het COC heeft een artikel gestaan over de mogelijkheid tot gratis onderzoek op soa en vaccinatie tegen hepatitis B bij de GGD.
-
De GGD heeft in 2012 voor de tweede keer meegedaan aan de ‘Roze Week’, met als hoogtepunt de Grachtenparade. Twee verpleegkundigen voeren mee om bekendheid te geven aan de mogelijkheid zich bij de GGD gratis te laten testen op soa en vaccineren tegen hepatitis B.
37
3 SEKSUELE GEZONDHEID 3.5 Informatie en consultatie
Informatie en consultatie De GGD verzorgde in 2012 een telefonisch spreekuur (maandag tot en met donderdag, van 15.00-16.30 uur), waarbij inwoners en instellingen uit de regio terecht konden met hun vragen over soa en seksualiteit. Daarnaast was de GGD bereikbaar voor vragen en overleg op het gebied van de soabestrijding door medische beroepsuitoefenaars. In 2012 heeft in dit kader met diverse collega’s overleg plaatsgevonden over onderzoek, behandeling en verwijzing, is advies gegeven over contactonderzoek, enzovoort. De dienstdoende soa-arts was hiervoor dagelijks te bereiken.
Kwaliteit Voor de zomer is er door de regio Noord-Holland/ Flevoland een vacature voor een programmamanager seksuele gezondheid ingevuld. De manager heeft als taak de regio beter te laten samenwerken, surveillance en subsidie aanvragen regionaal te coördineren. Voor deze functie is Maaike van Veen aangenomen. Zij was eerder werkzaam bij het RIVM en heeft nu als standplaats GGD Amsterdam. Ze is al regelmatig op werkbezoek geweest bij GGD Hollands Noorden. In juli 2012 ontvingen wij het definitieve verslag van de Inspectie van de Gezondheidszorg, waarin staat dat na het doorvoeren van een aantal verbetermaatregelen, de GGD voldoet aan de gestelde eisen op alle punten waarop is getoetst. In september 2012 is de afdeling gevisiteerd door het RIVM op basis van het nieuwe kwaliteitsprofiel. Dit was een nieuwe en spannende ervaring voor de afdeling. Een aantal complimenten werden in het uiteindelijke verslag genoemd waar de afdeling uiteraard erg trots op is. Ook heeft de afdeling een aantal aanbevelingen opgepakt en/of verwerkt in het jaarwerkplan voor 2013. In oktober 2012 heeft de afdeling een externe audit gehad en is op grond daarvan de HKZ-certificering verlengd.
38
4 REIZIGERSADVISERING en VACCINATIES 4. Vaccinatiebureau
In 2012 heeft het vaccinatiebureau van de GGD
visumaanvraag. Sommige landen eisen van
Hollands Noorden 13.126 cliëntcontacten gehad. Dat
mensen die het land binnen willen komen, een
waren er minder dan in de jaren daarvoor (2010:
verklaring dat ze niet geïnfecteerd zijn met HIV.
14.034, 2011: 13.949). In 2012 zijn 17.524 stuks vaccin toegediend (2010: 19867, 2011: 19127). De meesten van ode cliënten waren reizigers die niet slechts voor vaccinaties, maar ook voor adviezen en zonodig malariaprofylaxe kwamen. Er komen echter ook veel cliënten die niet komen vanwege een aanstaande reis, maar die geïmmuniseerd willen worden, voornamelijk tegen hepatitis B vanwege hun werkzaamheden (bijvoorbeeld in de gezondheidszorg) of vanwege seksueel risicogedrag. Het gaat deze mensen vooral om bescherming tegen hepatitis B.
Een belangrijke meerwaarde van het vaccinatiebureau is dat het onderdeel is van de afdeling Infectieziektebestrijding en Milieuhygiëne (I&M). Daardoor wordt nauw samengewerkt met de afdeling tuberculosebestrijding zodat de cliënten zonodig adviezen, onderzoek op en vaccinatie tegen tuberculose aangeboden kunnen worden. Samen met de afdeling infectieziektebestrijding is er postexpositieprofylaxe voor rabiës, d.w.z. dat mensen geïmmuniseerd worden nadat zij mogelijk met hondsdolheid besmet zijn geraakt door een beet of
Voorts laten de GGD op indicatie bloedonderzoek
krab van een zoogdier (zie het jaarverslag
verrichten bij cliënten. In 2012 zijn 579
infectieziektebestrijding).
bloedonderzoeken uitgevoerd. Bij die bloedonderzoeken gaat het om serologisch onderzoek, dat wil zeggen onderzoek om vast te stellen of de betreffende persoon antistoffen in het bloed heeft, bijvoorbeeld: -
vaccinatiecentrum. In 2012 zijn 1.389 stuks gelekoortsvaccin (plus de bijbehorende documenten) uitgegeven. De vaccins die het meest toegediend worden zijn:
de bepaling van de hoeveelheid antistoffen (de ‘titer’) na vaccinatie tegen hepatitis B bij mensen die in hun werk kans lopen op besmetting en die daarom zeker willen weten
-
Het vaccinatiebureau is een erkend gelekoorts-
Hepatitis A
incl. juniorvaccin
dat ze beschermd zijn;
DTP (difterie-, tetanus-,
de bepaling van de hoeveelheid antistoffen na
poliovaccin)
vaccinatie bij reizigers die “immuungecompromitteerd” zijn, d.w.z. reizigers wier immuunsysteem, meestal door medicatie voor een ernstige ziekte, niet optimaal functioneert
4.899
Combinatievaccin hepatitis A en B Buiktyfus-vaccin
4.530
2.583 incl. juniorvaccin 2.464
en die dus niet gegarandeerd beschermd zijn na vaccinaties. Het aantal immuungecompromitteerde reizigers lijkt de laatste jaren toe te nemen; -
de bepaling van de aanwezigheid van antistoffen bij cliënten die mogelijk in het verleden al hepatitis A of B hebben doorgemaakt. Als die antistoffen aanwezig zijn, hoeven deze mensen niet gevaccineerd te worden;
-
Controle op HIV-besmetting ten behoeve van
39
4 REIZIGERSADVISERING en VACCINATIES 4. Vaccinatiebureau
De GGD beschouwen zich als een expertisecentrum voor vaccinaties. Daarom worden ook vaccinaties aangeboden waarnaar de vraag gering is:
BMR-vaccin
111
(tegen bof, mazelen en rode hond) voor volwassenen Vivotif
14
(oraal buiktyfusvaccin Boostrix polio
6
(vaccin tegen DTP en kinkhoest voor volwassenen): Fendrix
3
(vaccin tegen hepatitis B voor zogenaamde nonresponders): Het vaccinatiebureau is sinds 2009 HKZgecertificeerd. Bij het bureau werken 8 adviseurs (verpleegkundigen) en 6 artsen (van wie 4 zijn geregistreerd als arts-infectieziektebestrijding). Deze 14 medewerkers zijn allen geregistreerd als reizigersadviseurs en –geneeskundigen bij het landelijke coördinatiecentrum reizigersadvisering (LCR). Voorts was in 2012 één artsinfectieziektebestrijding-in-opleiding verbonden aan ons bureau
40
5 Tuberculosebestrijding 5.1 Meldingen
Tuberculosebestrijding is een apart georganiseerd on-
Opvallend is dat er 2 personen na een LTBI
derdeel van de publieke wettelijke infectieziektebe-
behandeling een tuberculose hebben ontwikkeld. Bij
strijding bij de GGD Hollands Noorden. De medewer-
een van de twee is gekozen voor een DOT begeleiding
kers van de afdeling houden zich bezig met het voor-
(directly observed therapie) door de thuiszorg. Er zijn
komen, bestrijden, opsporen en behandelen van tu-
dit jaar geen LTBI’s naar aanleiding van het screenen
berculose. Dit kan gaan om een patiënt met de ziekte
voordat ze gaan starten met een zogenaamde
tuberculose of een persoon die latent geïnfecteerd is
biological (o.a. TNF alpha remmers). Dit zijn
met tuberculose bacteriën (LTBI). Activiteiten zijn hier-
medicijnen die een verminderde afweer veroorzaken.
in begeleiden van patiënten tijdens de behandeling,
Voorafgaand aan de start wordt met een THT
bronopsporing & contactonderzoek, screening van
(Mantoux) en/of de Igra test bepaald of zij
risicogroepen, vaccineren, geven van voorlichting etc.
geïnfecteerd zijn met tuberculose bacteriën. Anders bestaat het gevaar dat zich tuberculose ontwikkeld
Meldingen
onder de behandeling met deze biologicals. Er is
In totaal zijn aan onze GGD 27 nieuwe tuberculosepa-
echter wel 1 longtuberculose gemeld, die is ontstaan
tiënten gemeld waarvan 2 patiënten overgenomen van
tijdens de behandeling met TNF-alpharemmers. De
een andere GGD. Er is 1 patiënt gemeld waarbij later
GGD Hollands Noorden heeft zelf tuberculose
bleek dat het ging om een atypische Mycobacterium.
vastgesteld bij 2 patiënten (7%).
Daarnaast zijn in totaal 32 personen met een latente tb-infectie gemeld of geconstateerd d.m.v. screening naar aanleiding van contactonderzoek.
Alle nieuwe tuberculosepatiënten zijn door de GGD gemeld aan het RIVM en KNCV voor landelijke surveillance (Nationale Tuberculose Registratie).
Figuur 1 . Aa nta l ge me ld e e n ge vond e n p e rsone n me t tub e rculose 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2008
2009 nieuwe tb-patiënten
2010 personen met LTBI
2011
tb-patiënten overgenomen
2012
atypische tb
41
5 Tuberculosebestrijding 5.1 Meldingen
2012
Totaal
Totaal
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
2012
2011
Nieuwe tb-patiënten
4
7
7
6
24
35
Tb-patiënten overgenomen
1
0
1
0
2
5
Personen met LTBI
4
7
7
14
32
36
Atypische tb
0
0
0
1
1
2
Totaal
9
14
15
21
59
78
Tabel 1.
Aantal gemelde en gevonden personen met tuberculose Casuistiek;
In 2012 was er geen enkele MDR (=Multi Drug Resistance) tuberculose , maar hadden 2 een resistente vorm tegen één van de tuberculostatica. Er zijn in 2011 geen patiënten overleden. Bij 4 patiënten is de medicatie onder dagelijks toezicht verstrekt (DOT).
Eind 2012 is er een groot onderzoek geweest ivm met een open TBC, van een Nederlandse vrouw in WestFriesland. Er is in de 1e ring bij alle 4 de familieleden een infectie gevonden, de 2e ring zijn 2 infecties gevonden ,het onderzoek is verder uitgebreid.(85 perso-
Van de 27 patiënten zijn er 9 van Nederlandse afkomst
nen). De 3e ring is niets meer gevonden en het onder-
(35%), 5 patiënten met een Somalische achtergrond
zoek is afgerond begin 2013.
(19%), 2 patiënten uit Turkije (8%), 8 uit Aziatische landen (31%),1 uit Polen (4%), 1 uit Colombia en 1uit Ethiopië. De twee meest voorkomende lokalisaties van de tuberculose was 13 maal in de longen (50 %), 6 maal in een klier (23%), 4 maal in bot/bindweefsel (15%), 2 maal in buikklieren (8%), 2 maal een primo infectie (8%) en 1 maal een meningitis-tbc (4%).
42
5 Tuberculosebestrijding 5.1 Meldingen Tabel 2
Aantal tuberculosepatiënten en personen met LTBI naar gemeente Aantal tuberculosepatiënten
Gemeente Alkmaar
Aantal personen met LTBI
2011
2012
2011
2012
10
9
11
6
Hoorn
8
4
3
5
Den Helder
4
4
0
2
Bergen
2
0
1
0
Medemblik
2
0
4
4
Heiloo
2
1
5
1
Schagen
2
1
2
0
Hollands Kroon
3
2
4
1
Stede Broec
1
0
0
4
Texel
1
0
0
0
Zijpe
2
0
1
0
Heerhugowaard
3
1
1
7
Koggenland
0
0
1
0
Enkhuizen
1
1
3
1
Castricum
0
0
0
0
Drechterland
0
0
0
1
Graft de Rijp
0
0
0
0
Harenkarspel
1
0
0
0
Langedijk
1
0
0
0
Opmeer
0
0
0
0
Schermer Totaal
0
0
0
0
43
23
36
32
In 2011 is n.a.v. tuberculosepatiënt of persoon met
Met de DNA fingerprinting techniek (vntr) kan de
ltbi 22 maal een bronopsporing- en/of contactonder-
patiënt bij positieve match gekoppeld worden aan een
zoek (bo/co) opgestart. Niet alle bo/co zijn volledig
eerdere patiënt of cluster. In 2012 was dit 3x het
uitgevoerd en een aantal zijn nog niet beëindigd.
geval. Dit heeft geleid tot verder onderzoek en het
Voortijdige beëindiging vindt plaats als er sprake is
vinden van nog twee geïnfecteerde personen.
van een atypische tuberculose (dat wordt pas later duidelijk) of als duidelijk wordt dat de bron zich niet onder de contacten bevindt.
43
5 Tuberculosebestrijding 5.2 Verrichtingen
Verrichtingen
IGRA
De medisch-technisch medewerkers verrichten diverse
Sinds enkele jaren is er een test IGRA
onderzoeken voor diagnostiek of ter preventie. Zie ook
(Interferongamma release assays) beschikbaar om
tabel 3. Zij doen dit conform de bepalingen in de Wet
latente tuberculose infecties te diagnosticeren. Deze
BIG. Hierbij gaat het om maken van digitale
test heeft over het algemeen een betere specificiteit
röntgenologische longfoto’s, het zetten en na 3 dagen
voor de diagnose LTBI vooral bij personen die BCG-
aflezen van een tuberculine huidtest (ook wel
gevaccineerd zijn of in aanraking zijn geweest met non
Mantouxtest) , het vaccineren met BCG .Het aantal BCG
-tuberculeuze mycobacteriën. Deze test gebeurt
vaccinaties is toegenomen en het aantal Mantoux is
middels een bloedafname, en in het kader van de
verminderd. De dalende trend voor het aantal
klantvriendelijkheid zijn we gestart aan het eind van
gemaakte longfoto’s zet zich niet voort in 2012.
2012 om dit bloed op de GGD zelf af te nemen. Er zijn in 36 Igra’s afgenomen, waarvan er 13 positief waren. In 2011 waren dit er nog 17. Deze mensen zijn gestart met een LTBI behandeling. Bij 23 personen was de test negatief en zij hoefden uiteindelijk geen preventieve behandeling te starten.
Figuur 2 . Aantal verrichtingen d oor mtm'ers 1200 1000 800 600 400 200 0 2008
2009 Longfoto's
2010 Mantoux
2011
2012
BCG-vaccinaties 44
5 Tuberculosebestrijding 5.2 Verrichtingen Bekijken we de activiteiten naar belangrijkste risicogroepen dan zijn de volgende activiteiten uitgevoerd. Mantoux
Foto’s
BCG
221
200
8
5
435
2
Contacten bo/co Immigranten Reizigers
294
10
11
Asielzoekers
0
204
29
Beroepsrisico
28
11
0
Gedetineerden
0
1
0
“Pasgeborenen”
124
0
242
0
11
0
Tb geïnfecteerden (ltbi) Tb patiënten
0
5
0
Overig
47
46
1
Totaal
734
922
291
Tabel 4.
Aantal activiteiten naar risicogroep
In ons werkgebied zijn een 5-tal penitiaire inrichtingen
Kinderen tot 12 jaar die wonen in Nederland waarvan
(Schutterswei is gesloten per maart ‘12, Westlinge,
minimaal een ouder afkomstig is uit een land met hoge
Zuyder Bos, Amerswiel en Zwaag). Gedetineerden wor-
prevalentie op tuberculose worden uitgenodigd voor
den bij binnenkomst op tb gescreend in opdracht van
een BCG vaccinatie. In de uitnodiging staat verder dat
DJI. Dit wordt uitgevoerd door de backoffice van onze
een BCG vaccinatie vooral zinvol is als familie in het
regio (GGD Amsterdam) in samenwerking met GGD
geboorteland bezocht gaat worden. Aan deze
Flevoland die de MRU verzorgd. In 2012 zijn 1105
doelgroep is 291 maal een BCG-vaccinatie gegeven. Bij
longfoto’s gemaakt en gelezen .
2 kinderen was al een litteken aanwezig van de BCG vaccinatie. Voorafgaand aan de BCG vaccinatie is bij
Er zijn n.a.v. deze screening 8 gedetineerden opgeroe-
125 kinderen eerst een Mx gezet. Kinderen onder de
pen voor nader onderzoek bij onze GGD i.v.m. bevin-
leeftijd van 1 jaar wordt direct een BCG gezet bij
dingen op de röntgenfoto. Er is in 2012 bij geen van
ontbreken van een BCG litteken.
de gedetineerden tuberculose vastgesteld. PI Zwaag is een PI die meedoet met de pilot gedifferentieerd screenen. Hierdoor hoeven ongeveer 37% minder röntgen foto’s worden gemaakt.
Tabel 5.
Kinderen met minimaal 1 ouder afkomstig uit een hoog prevalentieland 2012
2011
aantal
%
aantal
%
Totaal uitgenodigde kinderen
895
100
486
100
Totaal gereageerd
588
66
273
56
Totaal gekomen
322
36
194
40
Totaal BCG vaccinatie
291
33
192
40
Totaal nvmb
266
30
79
16
Totaal nvzb
207
23
213
44
45
5 Tuberculosebestrijding 5.3 Verpleegkundigen en arts
Verpleegkundigen en arts De verpleegkundigen hebben in totaal 467 maal begeleidingscontacten gehad. Hiervan is 135 maal een huisbezoek en 6 maal een ziekenhuisbezoek geweest. De contacten voor het begeleiden van de tuberculosepatiënten namen met 354 maal (76%) de meeste tijd in. Andere contacten waren die met personen met ltbi 77 (16%). De verpleegkundigen van de GGD hebben tijdens de begeleiding contact met de behandelend specialist (veelal de longarts). Het totaal aantal personen dat nieuw onder begeleiding kwam (59 personen) was minder dan dat van het voorgaande jaar. Zie ook de tabel 1. Aan het begin van het jaar werden nog 23 personen begeleid uit 2011. In totaal zijn in 2012 met 95 patiënten/cliënten begeleidingsafspraken gemaakt. Aan het einde van het verslagjaar waren nog 32 personen onder begeleiding. In de omgeving van een tuberculosepatiënt, vooral in werksituaties, kunnen veel vragen ontstaan. In die situaties geeft de sociaal verpleegkundige collectief voorlichting. Op het spreekuur van de arts tuberculosebestrijding zijn 145 patiënten/cliënten geweest (in 2011 was dit 135 patiënten/cliënten). De meeste consulten waren contacten uit een bron- en contactonderzoek met een afwijkende uitslag, asielzoekers, tb-patiënten of personen met ltbi. Daarnaast vinden door de arts tuberculosebestrijding nog veel telefonische consulten plaats met tuberculosepatiënten, personen met ltbi, instellingen waar deze personen verblijven of behandelend artsen.
46
5 Tuberculosebestrijding 5.4 Bijzonderheden
Regionalisering
Arbeidsmigranten uit Midden en Oost Europa
Eén van de punten uit het Nationaal Plan
In 2012 is contact onderhouden met de Stichting
Tuberculosebestrijding is schaalvergroting. In 2011
Kompas. Zij bezoeken de woonverblijven van
werd met GGD Amsterdam als backoffice voor de regio
arbeidsmigranten in West-Friesland m.b.t. adequate
Noord Holland en Flevoland nauw overlegd voor een
woning, sociale lasten etc. Zij zijn akkoord gegaan om
nieuwe overeenkomst. Deze is eind 2011 tot stand
bij bezoeken ook een folder in het Pools uit te delen
gekomen voor een regionale samenwerking. Wekelijks
voor een gratis tb onderzoek bij klachten of eerder
komt een arts tuberculosebestrijding naar onze GGD.
direct contact met een tuberculosepatiënt. Doel is
Het nieuwe contract artsen raamregeling is ingegaan
eerder tuberculose op te sporen en zo de verspreiding
per 1-1-’12.
te beperken.
Landelijke ontwikkelingen
Al eerder was er specifieke aandacht voor prostituees
Het CIb/RIVM en het KNCV Tuberculosefonds werken
uit Oost-Europese landen op de Achterdam. Een flyer
sinds 1 januari 2012 ook intensiever samen door de
in de eigen taal attendeert hen op gratis tb-onderzoek
gedeeltelijke detachering van 3 KNCV
bij de GGD. Door het vrije dienstenverkeer voor de
Tuberculosefondsmedewerkers bij het CIb/RIVM, op
aangesloten EU-landen worden personen uit deze
het terrein van DNA fingerprinting, (ondersteuning
landen niet meer verplicht gecontroleerd op
van) ziektesurveillance en bestrijding en regionalisatie.
tuberculose door de GGD (via de IND).
Het KNCV Tuberculosefonds blijft als kennis- en expertisecentrum de richtlijnontwikkeling en het kwaliteitsbeleid ondersteunen, verzorgt de
Casuïstiek;
deskundigheidsbevordering. In dec 2012 zijn regionaal
We hebben in 2012 een onderzoek(46personen) ge-
tuberculose consulenten aangesteld als verbindende
daan naar aanleiding van caverneuze tuberculose van
schakel tussen RIVM en regio (NH-Fl en Utrecht).
een Poolse werknemer. Bij dit onderzoek zijn 9 infec-
Somaliërs Al enige jaren zijn Somaliërs een doelgroep in Nederland bij wie tuberculose veel voorkomt. Zo ook in ons werkgebied. Na de verplichte screening bij binnenkomst van Nederland komen Somaliërs regelmatig niet meer voor de vrijwillige
ties ontdekt: 5 hebben een LTBI behandeling voltooid en 4 zijn gecontroleerd middels x-thorax controle. De samenwerking met de betrokkenen verliep goed, en er is op locatie voorlichting gegeven, met behulp van goede medewerking van de werkgever zijn al(100%) de contactpersonen gescreend.
vervolgscreeningen opdagen. Het aandeel van nieuwe tuberculosepatiënten bedroeg 19% (5 patiënten) in 2011 was dit 35% (14 patiënten). Waar mogelijk wordt door ons een meer pro-actieve benadering uitgevoerd. Met behulp van contactpersonen uit deze groep is er een eerste voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd. Er is in samenwerking met Pharos (Kennis- en adviescentrum migranten, vluchtelingen en gezondheid) en de KNCV een voorlichtingsplan is opgesteldmet de bedoeling om dit ook te gaan gebruiken in andere delen van Nederland.
47
5 Tuberculosebestrijding 5.4 Bijzonderheden
Persbericht Er is wederom een persbericht uitgegaan in verband met de landelijke tuberculosedag. Met als onderwerp; Tuberculosepatiënten intensief begeleid door GGD; voorkoming van antibioticaresistentie. We hebben de Thuiszorg in Den Helder bedankt met het aanbieden gebak voor bij de koffie voor de goede samenwerking. Zij gaven intensieve begeleiding bij een MDR- patiënt die intraveneuze medicatie in de thuissituatie kreeg toegediend, en bij twee andere patiënten voerden zij de DOT verstrekking uit.
BCG-vaccinatie campagne Na de zomervakantie hebben we een schrijven geplaatst in de JGZ-nieuwsbrief over de jaarlijks terugkomende BCG-vaccinatie campagne. BCG vaccinatie wordt aangeboden aan kinderen die in aanmerking komen omdat een of beide ouders uit een land komt waar tuberculose meer voorkomt. Dit omdat er regelmatig op de afdeling regelmatig vragen kwamen van de consultatiebureaus over wel of niet geven van de andere vaccinaties.
48
5 PERSONEEL EN ORGANISATIE Sectormanager Infectieziekten & Milieu Ad Olijhoek Operationeel manager Infectieziekten & Milieu Anja Buis
Algemene Infectieziektebestrijding
Tuberculosebestrijding
Seksuele Gezondheid
Coördinator
Coördinator
Coördinator
Anita de Boer
Marja Karels
Debbie Burgering
Artsen
Artsen
Artsen
Harm Menger
Sytze Keizer
Yda Abma
Ondine Mourits
Harm Menger
Roland de Nijs
Verpleegkundigen
Ondine Mourits
Fred Slijkerman Megelink
Aleid ter Horst
Roland de Nijs
Joyce Elshoff
Marja Karels
Fred Slijkerman Megelink
Liesbeth Martens Karin Westra
Joyce Elshoff Medisch Technisch Medewerkers
Liesbeth Martens
Joke van IJzendoorn
Karin Westra
Verpleegkundigen
Wende de Haan
Meta Bakker
Geesje Muller
Verpleegkundigen
Anita de Boer
Sabine Starke
Debbie Burgering
Carla Korver
Anita van Veen
Aleid ter Horst Nicolette van Huizen
Administratie
Marsha Kaarsbaan
Anita van Veen
Astrid Kostelijk
Eva ten Hoeve
Liesbeth Wagenaar
Inge Ouwendijk
Daniel Vis Administratie Maria Fokker Claudia Hendrix Inge Ouwendijk Lia Geenen
49
5 PERSONEEL EN ORGANISATIE Sectormanager Infectieziekten & Milieu Ad Olijhoek Operationeel manager Infectieziekten & Milieu Anja Buis
Inspectie & Hygiënezorg
Reizigersadvisering en Vaccinaties
Coördinator
Coördinator
Mirjam Bedeke
Paulien Rustenburg
Toezichthouders/inspecteurs
Artsen
Marjon Andela
Harm Menger
Agetha Berkhout
Ondine Mourits
Carola Bruin
Roland de Nijs
Tineke van Dijk
Fred Slijkerman Megelink
Erna Groenewoud
Yda Abma
Karin Herfkens
Joyce Elshoff
Evelien Horvath
Liesbeth Martens
Anouk de Jonge
Karin Westra
Sonja Koolhaas José Kramer
Adviseurs
Marjo Kunst
Tineke van Dijk
Linda Lakenman
Karin Herfkens
Paulien Rustenburg
Ellen de Jong
Ankie Veldhuis
Alette Jongerius
Marjan Wiese
Sonja Koolhaas
Judith van Zanten
Heleen Lammes Paulien Rustenburg Ankie Veldhuis
Administratie
Marjan Wiese
Lars Brouwer Eva ten Hoeve
Administratie
Lia Geenen
Carolien Schuitemaker
Maria Fokker
Marit Heederik
Claudia Mulder
Riet Pottegieter
Mirella Taam
50