Individuele Talentontwikkeling een beschrijving van het proces van individuele talentontwikkeling, in 2004-2005 ingevoerd bij de Basketbalklas van Rotterdam Basketbal
Erik Braal Ronald van der Geest Jaap Kooman Het doel van het samenstellen van dit stuk was duidelijkheid te verschaffen wat er in de afgelopen jaren door Erik Braal en Ronald van der Geest en met name in het seizoen 2004-2005 door Ian Garrett aan spelers evaluatie en ontwikkeling bij de basketbalklas is ingevoerd. Het is verder een samenbundeling van diverse uitwerkingen die door Jaap Kooman, Ronald van der Geest en Erik Braal gerealiseerd zijn. Dit kan als basis worden gebruikt voor de verdere ontwikkeling van de jeugdopleiding van Rotterdam Basketbal. Rotterdam, November 2005 versie A2.02
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
1/18
November 2005
Inleiding Een topbasketballer is een solist. Een talent met buitengewone gave zul je verder moeten gaan ontwikkelen. Je moet spelers ‘ongelijk’ maken, maar wel met gelijkwaardige rechten behandelen. Talenten moet je uit de groep halen en omhoog zetten. Je moet talenten niet ondergeschikt maken aan het teambelang. Het is een ongeschreven wet dat je talent met talent moet laten spelen. Niveau zoekt niveau om zich te ontwikkelen. Jeugdbasketballers van de basketbalklas van Rotterdam Basketbal worden in beginsel allround opgeleid. Belangrijk is echter wel dat het technisch kader de sterke punten van deze jeugdbasketballers kan herkennen en dat er tijdens trainingen extra aandacht besteed wordt aan deze sterke punten. Zo creëer je optimale omstandigheden voor talenten om aan de eisen, die bij het meetrainen bij Heren 1 gesteld worden, te kunnen voldoen. Dit is dan ook de belangrijkste taak van de coaches bij de basketbalklas van Rotterdam Basketbal. Met welke basketbalfilosofie van de basketbalklas wordt er dan gewerkt en hoe vertaald dit zich naar de eisen die we aan onze jeugdbasketballer stellen? Welke vaardigheden zijn van belang en wat is de inzet van de coaches? Waar letten we op en wat moeten wij onze jeugdbasketballers bijbrengen? Langs welk proces kunnen wij onze talenten het beste laten ontwikkelen? Een antwoord op deze vragen is beschreven in ‘de Opleidingsgedachte bij de Basketbalklas’ dat door Erik Braal, Ronald van der Geest en Jaap Kooman is uitgewerkt. Hierin staat de basketbalfilosofie (met oa. de speelwijze) centraal, die door Erik Braal in de afgelopen 9 jaar Basketbalklas is uitgewerkt en nu de basis vormt van de speelstijl van het huidige Heren 1. Een aanvulling op deze notitie is ‘9 jaar Basketbalklas’, dat een beschrijving van het model voor talentontwikkeling bij Rotterdam Basketbal stond. Erik Braal, Ronald van der Geest en Jaap Kooman hebben dit stuk samengesteld om vast te leggen wat er in negen jaar aan ontwikkeling en resultaten binnen de Basketbalklas is gerealiseerd. Bij het ontwikkelen van jeugdbasketballers in de basketbalklas zijn drie facetten van belang: a) allereerst dient de basketbalfilosofie van de Basketbalklas duidelijk en helder te zijn. De Basketbalklas heeft alleen dan bestaansrecht als er gemiddeld twee talenten jaarlijks aan de selectie van Heren 1 toegevoegd kunnen worden. Daarom is het van belang dat er een eenduidig uitgewerkte spelopvatting komt van waaruit vanaf de aspiranten gewerkt kan gaan worden. Zie hiervoor het stuk ‘de Opleidingsgedachte bij de Basketbalklas’. b) vervolgens een professionele technische staf (liefst full time) die een helder beeld dient te hebben over hoe je jeugdbasketballers binnen de basketbalfilosofie van de Basketbalklas selecteert, begeleidt en beoordeelt. c) tenslotte dient met krachtig individueel ontwikkelprogramma (IDP) ingevoerd te worden om het belangrijkste doel van de basketbalklas te kunnen realiseren, het ontwikkelen van talenten. Met een IDP wordt de voortgang van de jeugdbasketballers door de coach samen met de basketballers besproken en geëvalueerd om te eindigen in het opstellen van een gezamenlijke plan van aanpak om te gaan werken aan de verbeterpunten. Dit stuk, ‘Individuele Talentontwikkeling’ beschrijft het evaluatieproces voor persoonlijke ontwikkeling van spelers en van talenten in het bijzonder binnen Rotterdam Basketbal en is opgezet en uitgewerkt door Erik Braal, Ronald van der Geest en Jaap Kooman met verdere medewerking van Ian Garrett.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
2/18
November 2005
I. Basketbalfilosofie Basketbalklas. In alles wat we doen met het team wordt een agressieve of dominante instelling gepropageerd. Dat wil zeggen dat we vanuit onszelf, een aanvallende en dwingende manier van spelen hebben door een proactieve houding op het veld in te nemen. Zowel aanvallend als verdedigend moet het team proberen het initiatief te nemen op het veld. Aanvallend vertaalt zich dat in het constant aanvallen van de basket en verdedigend betekent het dat we proberen weg te nemen wat een tegenstander graag doet. Deze laatste opmerking wordt hierna verder uitgewerkt bij de specifieke verdediging- en aanvalfilosofie. Deze speelstijl, pressie-basketbal, is het herkenningspunt geworden van Rotterdam Basketbal. De opleidingsgedachte die achter deze speelwijze zit, is de volgende: de graadmeter voor het resultaat van het welslagen van de jeugdopleiding is het aantal spelers (of speelsters) dat wordt afgeleverd op het hoogste en 1-na-hoogste niveau, die fundamenteel geschoold zijn. Behalve technische en tactische fundamentals (en het juist toepassen van deze fundamentals tijdens het spel, de zogenaamde gameskills) dienen spelers ook getraind te zijn in mentale en fysieke fundamentals. De houding die nodig is om deze vorm van aanvallen en verdedigen te kunnen spelen, heeft naar onze mening het meest vormende effect voor een speler in de (nabije) toekomst. Om onze doelstelling te verwezenlijken, is deze vorm (pressie-basketbal) gekozen. Binnen het opleidingsplan heeft de verdedigende opbouw prioriteit. Dat heeft een tweetal redenen. Ten eerste krijgt talent alleen een kans op het hoogste niveau als de verdedigende fundamentals in orde zijn. Ten tweede is de opbouw van de aanvallende fundamentals direct gerelateerd aan het spelen tegen een goede verdediging. Een speler zal 1-tegen-1 over een goede balvaardigheid en aanvallend vermogen kunnen beschikken, uiteindelijk is doorslaggevend of hij dit tegen een pressie-verdediging kan uitvoeren, zonder daarbij de fundamentele uitvoering teniet te doen. Behalve technische aspecten worden daarmee ook mentale aspecten getraind. Daarom dient al in de trainingssituatie aan deze omgevingsfactoren voldaan te worden. Al deze fundamentals moeten worden toegepast met veel ‘druk’ en op hoge snelheid. Hiermee komen we toe aan de gedachte dat spelers moeten worden getraind om (goede) beslissingen te nemen onder tijdsdruk. Dit is één van de eigenschappen die een fundamenteel goede speler beheerst. Vanaf de start bij de Basketbalklas spelen de teams de 5-out aanval. De 5-out ontleent zijn naam aan de posities van de aanvallers. Alle 5 aanvallers spelen ‘buiten’, dat wil zeggen op de perimeter of driepuntlijn. De 5-out zoals wij die spelen is begonnen in 1997. In de loop van de tijd is er steeds meer aan geschaafd en tot op heden is het proces van verbetering niet klaar. Veel invloed hebben de werkzaamheden van Erik Braal bij het Nederlands Junioren Team gehad. Zijn samenwerking met Marco v.d. Berg heeft veel ideeën opgeleverd, die uiteindelijk ook in deze vorm van de 5-out zijn uitgewerkt. Deze aanval noemt met een passing game. Naast de passing game kent het basketbal grofweg nog twee ander soorten aanvallen. Dit zijn de motion-offense en de set-offense. De passing game en de motion offense onderscheiden zich van de set-offense door de veel grotere vrijheid die de aanvallers hebben. Ze reageren op de verdediging en zo ontstaat een aanval. Er worden opties gecreëerd voor alle spelers. Die aanval loopt via bepaalde regels – je passt en snijdt weg, je passt en screent de bal etc. Geprobeerd wordt de verdediging een (vooraf ingecalculeerde) vorm te laten aannemen, waarna met bepaalde screens, gekomen wordt tot een optie voor een bepaalde speler. Nog steeds is hierbij de verdedigende actie en reactie daarop belangrijk, maar het is niet het startpunt van de aanval. Het is een reactie op de verdediging. Vooral dit laatste punt is belangrijk binnen onze opleiding. We proberen waar mogelijk spelers te laten anticiperen op verdedigende acties en we leren hen hierin een proactieve houding te hebben. Individuele Talentontwikkeling, A2.05
3/18
November 2005
II. Selecteren, begeleiden en beoordelen. Het selectiebeleid Door spelers van gelijkwaardig niveau met en tegen elkaar te laten basketballen, wordt het beste leerklimaat gerealiseerd. Grote krachtsverschillen, kunnen de ontwikkeling van de individuele basketballers negatief beïnvloeden. Er moeten voorwaarden worden gecreëerd, waardoor de jeugdbasketballers zich optimaal kunnen ontplooien overeenkomstig hun leeftijd, aanleg, talent, interesse, motieven, ambities en persoonlijke omstandigheden. Hierbij moet voortdurend worden gekeken naar wat het kind zelf kan en wat de waarde is van het zelf laten ontdekken. Het selecteren van talentvolle spelers begint vanaf de 1e jaars Aspiranten en valt onder de verantwoording van het hoofd Opleidingen op voorstel van de selectiecoach.
Selectie methodiek voor de Basketbalklas.
Selectiecriteria voor de Basketbalklas.
Beoordelingslijst van een selectiespeler van de Basketbalklas. De vooruitgang van de individuele speler gaat gedurende het hele seizoen door. De Coördinator en coaches dienen de vorderingen van alle spelers in het oog te houden en deze te melden aan de leden van de Technische Commissie. De Coördinator en de coaches vullen het beoordelingsformulier waarin de progressie wordt vermeld.
Het beoordelen van de ontwikkeling van de jeugdspeler van de Basketbalklas. Bij de analyse van een speler gaan we uit van vier hoofdgroepen: de technische kwaliteiten; de tactische kwaliteiten; de mentale kwaliteiten; de lichamelijke kwaliteiten.
Organisatie selectiebeleid van de Basketbalschool. De coaches fungeren als een scout. Ze bekijken dus meerdere wedstrijden De Technisch Coördinator fungeert naast zijn coördinerende en ondersteunende taak ook als scout. De Technische Commissie is verantwoordelijk voor het selectiebeleid en verantwoordelijk voor het indelen van de jeugdteams. Een duidelijke eerlijke consequente aanpak is hierbij van groot belang, waarbij een goede uitleg en motivatie duidelijk op z’n plaats zijn en dat leidt dan ook sneller tot acceptatie. Als je als Basketbalklas van Rotterdam Basketbal de jeugdbasketballers wilt gaan begeleiden en beoordelen en de talenten bij wedstrijden en selectietrainingen eruit wilt pikken zul je moeten kunnen selecteren. Om dit te kunnen doen moet je weten aan welke criteria spelers voor de Basketbalklas moeten voldoen. Algemeen is dit uit te drukken in de volgende criteria: T=
Techniek
de individuele en team fundamentals, nodig om in het spelconcept van de Basketbalklas te kunnen functioneren.
I=
Inzicht
het lezen van het basketbalspel, vrijlopen, waar naar toe en wanneer, wanneer het schot, het sturen van medespelers, etc.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
4/18
November 2005
P=
Persoonlijkheid
uitstraling hebben, laten zien dat je de beste bent, een beetje flair, uniek durven zijn.
S=
Snelheid
in het bijzonder snelheid in handelen, zien, denken, doen. Ook wendbaarheid, draaien, keren en het spel omzetten van handelingen.
M=
Mentaal
de bereidheid om hard en veel aan jezelf als basketballer te willen werken, maar ook de bereidheid om met je teamgenoten te willen spelen en probeert om daar in een goede harmonie mee om te gaan. Denk daarnaast ook aan de psychosociale kenmerken zoals gericht zijn op je eigen prestatie (ego oriëntatie) en taak oriëntatie.
F=
Fysiek
zaken als motoriek, lichaamsbouw en lengte. Als je lengte mee wilt nemen in de selectiecriteria dan zal je in de praktijk soms voor problemen komen te staan, vooral bij aspiranten. Op deze leeftijd zijn de kinderen nog in de groei en is het moeilijk voorspelbaar hoe lang iemand gaat worden. Verder is de lengte een gegeven, waar je als coach en speler niet aan kan werken, de andere aspecten wel.
De begeleiding van de jeugdspelers van de Basketbalklas De Basketbalklas is meer dan een instituut dat alleen opleidt voor basketballen het is ook een instituut waar een speler breder ontwikkelt (vorming) kan worden tot een sociaal wezen met een zekere mate van verantwoordelijkheid. Dat betekent dat degene die de begeleiding van de speler op zijn schouders heeft genomen met name een pedagogische taak heeft, van waaruit hij/zij er op toeziet dat de normen & waarden die zijn vastgesteld nageleefd worden. Belangrijke voorwaarde is dat de trainer en/of leider voorbeeldgedrag vertoont. Andere uitgangspunten zijn: respect, fair play en dat er geen onderscheid wordt gemaakt naar geslacht, huidkleur, nationaliteit, religie, geaardheid, etnische afkomst, talen en ambitie. Een spelersreglement met richtlijnen, rechten & plichten is een middel dat er voor zorgt dat iedereen precies weet wat de gedragsregels bij de club zijn. Binnen de Rotterdam Basketbal Organisatie basketballen jongens en meisjes en allochtoon en autochtoon met elkaar, uit onderzoek is gebleken dat gemengd basketbal leidt tot veel socialer gedrag. Jongen, meisje, allochtoon of autochtoon men leert altijd van elkaar! Een mogelijke overgang van een speler naar de Heren 1 moet geleidelijk en gestroomlijnd verlopen, daarbij gelden de volgende aandachtspunten: De Coördinator houdt zich bezig met de overgang, hij begeleidt de betrokken spelers, hij/zij doet dat in overleg met de hoofdtrainer en Coordinator van de Heren 1 en coach van de Basketbalklas. Talentvolle spelers die overgaan naar de Heren 1, mee laten trainen (aantal malen per maand vast stellen in overleg) met de selecties om vast te wennen aan de snelheid, fysieke, sfeer e.d.. Als bankspeler invallen in wedstrijden van de Heren 1, wel altijd in overleg met betrokken trainer en ervoor zorgen dat de speler te allen tijde dan ook speelminuten krijgt. Talentvolle spelers die eerder de overstap kunnen maken naar de Heren 1 dienen die kans te krijgen. Spelers die niet in aanmerking komen voor de Basketbalklas worden daarover individueel benaderd. Met betrekking tot de begeleiding van de spelers van de Basketbalklas moet er niet vergeten worden dat zij ook een fijn clubleven willen hebben met leeftijdgenoten in een Individuele Talentontwikkeling, A2.05
5/18
November 2005
sfeer waarin zij thuis voelen en met een coach waarmee te praten is. Dat fijne clubleven en een prettige sfeer kan gerealiseerd door middel van het organiseren van nevenactiviteiten. De spelers hebben niet alleen behoefte aan dialoog met de coach, maar naarmate de spelers ouder worden neemt ook de behoefte aan dialoog met de trainer en het bestuur toe. Bij de spelers van de Basketbalklas kan bijvoorbeeld een Schoolspelersraad ingesteld worden, spelers kiezen dan zelf een afvaardiging die op zijn beurt communiceert met het bestuur. Ouders hebben dezelfde behoefte aan communicatie, dat kan worden gerealiseerd door middel van thema-avonden en met behulp van een up to date informatieboekje, de internetside, e-mail en het clubblad. Tenslotte het is enorm belangrijk dat de Basketbalklas op de hoogte is van de school- en thuissituatie van de spelers. De coaches zijn daarvoor de eerst verantwoordelijken, zij spreken spelers en ouders of leggen de contacten met de ouders, desnoods nemen zij telefonisch contact op of gaan een keer thuis praten met de ouders. De Coördinator is het centrale meldpunt m.b.t. sociale problematiek en deze dient dan ook te alle tijden op de hoogte gesteld te worden van de geconstateerde sociale problematiek. De Coordinator zoekt ook regelmatig contact met de studiebegeleiders van spelers op hun betrefende school. Coaches: Zoveel mogelijk in het bezit zijn van NBB diploma’s of bereid zijn om de trainerscursusen te volgen. Bereid zijn tot bijscholing en onderhouden van kennis en basketbalkennis. Deze kennis over te dragen en te delen aan andere coaches. Het profiel van een coach is gerelateerd aan de leeftijdsgroep, omdat elke leeftijdsgroep verschillende kenmerken heeft. Taken en verantwoordelijkheden kader Basketbalklas Een algemeen uitgangspunt voor alle kaderleden is: zij moeten zich conformeren aan het beleidsplan van de Rotterdam Basketbal Organisastie.
Bestuur en coordinerend kader Basketbalklas. Leiding geven aan de gehele Basketbalklas en zorgen dat de gestelde regels in acht worden genomen en uitgevoerd. In het kader van het totale beleid een beleidsvisie neerzetten voor de langere termijn en deze beleidsvisie ook bewaken m.b.t. de uitvoering en jaarlijks evalueren. Het onderhouden van contacten aangaande wedstrijden en eventueel daaraan verbonden problemen met het bondsbestuur van de NBB en/of betreffende clubs.
Coaches Basketbalklas. Zijn eind verantwoordelijk voor de uitvoering van het selectieproces en zijn groep. Legt verantwoording af bij de Basketbalklas Coördinator. Bezoekt de uitgeschreven vergaderingen en draagt daarin zijn verantwoording als coach. Traint teams vier maal in de week en coacht tijdens de wedstrijd. Bepaalt in overleg met de hoofdcoach de oefenstof. Traint en coacht volgens de omschreven taken.
Begeleider team. Treden buiten het speelveld samen met de coach op als vertegenwoordiger van het team.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
6/18
November 2005
Zij begeleiden hun team vanaf het vertrekpunt tot aan het tijdstip van terugkomst. Stelt de speler centraal, sportplezier gaat voor de must om te winnen. Wel onder het Rotterdam Basketbal motto “Samen werken, trainen en spelen om te winnen”. Zorgt dat hun team, zowel uit & thuis, tijdig aanwezig is op het speelveld. In geval van waarschuwingen, veldverwijdering of staken van de wedstrijd zorgt hij dat de benodigde formulieren volledig worden ingevuld. Communicatie binnen de Basketbalklas Een goede communicatie is zeer belangrijk, het betekent elkaar op tijd informeren, informatie avonden houden voor coaches, leiders en ouders met thema’s. Ouders op tijd bellen/informeren en bevragen. Een jeugdraad en of ouderraad laten meedenken, praten en doen.
Overlegstructuur. Er moet gestreefd worden naar korte lijnen, zodat we geen vergadercultuur krijgen. Het is wenselijk om structuur aan te gaan brengen om deze doelstelling te bereiken. Technische Commissie overlegt in oktober, januari, maart en april/mei. Coachoverleg voor d gehele Rotterdam Basketbal Organisatie 4 maal per jaar (september/ december/ april & juni). Coachoverleg bij Rotterdam Basketbalklas 4 maal per jaar (september/ december/ april & juni). Toetsmomenten voor over- of teruggang selecties in oktober, januari en maart. Begeleidersoverleg 2 maal per jaar. Het opstellen van deze planning gebeurt onder verantwoording van de Coördinator, de planning is afhankelijk van seizoensstart en seizoenseinde. M.a.w. het kan van seizoen tot seizoen verschillen, elk seizoen moet er een planning gemaakt worden.
Dialoog met de ouders. Het overleg met ouders beperkt zich vaak rondom het veld of in de kantine. Zodra spelers middelbaar onderwijs genieten wordt de belangstelling minder. Dit is een bekend verschijnsel in de basketbalwereld en de oorzaken zijn o.a.: Het niet beschikbaar willen zijn om iets voor de club te willen doen. Zich niet willen binden aan de club. Te druk met eigen zaken en of hobby’s. Externe belangen bij andere sporten. Middelen om ouders van jeugdleden te binden aan de Basketbalklas: 2 maal per jaar een thema- avond houden voor pupillen en junioren. Activiteiten ontplooien waarbij ouders en hun kinderen samen meedoen. Een familie dag houden. Presentatie van dit Basketbalklas beleidsplan. Op de Rotterdam Basketbal website ruimte vrij maken voor contact met de ouders en kaderleden, echter de side moet niet ontaarden in een klaag- en babbelbox. Bij problemen met spelers, contact maken via bestuur, coach en Coordinator. Het maken en uitgeven van een eigen informatiegids met de bedoeling om informatie te geven over het nieuwe seizoen.
Internet. De Rotterdam Basketbal website op internet is een medium om door onze leden te gaan gebruiken. Hoe beter de site is afgestemd op de Basketbalklas, hoe meer de website zal worden gebruikt. We gaan een toekomst tegemoet, waarin internet het zal gaan winnen van het oorspronkelijke clubblad.
Participatie jeugdspelers Basketbalschool.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
7/18
November 2005
Ondanks alle goede bedoelingen kent de Rotterdam Basketbal Organisatie geen jeugdraad en zijn dus de inspraakmogelijkheden voor de jeugd beperkt. Er komen op dit moment dan ook geen vragen of suggesties om zaken anders aan te pakken. Toch is het beter om wel een participatieplan te hebben, waarin jeugdleden zelfstandig of met begeleiding met plannen of activiteiten komen. Het opzetten van een jeugdraad zorgt voor binding met de club en jeugdleden, en nodigt uit tot andere activiteiten dan alleen basketbal. Voor het opzetten van een Jeugdraad is een enquête onder de jeugd een hulpmiddel. Taken en verantwoordelijkheden aan jeugdleden (durven) afstaan. Zichtbaar iets doen met hun ideeën (niet alleen luisteren!). Het werkt voor jongeren heel motiverend als ze zien dat zij daadwerkelijk invloed op hun vereniging hebben. Stel bijvoorbeeld een budget beschikbaar, waaraan een jeugdafvaardiging een bestemming mag geven. Zorg voor een lage “drempel” bijvoorbeeld door een introductiemiddag of een tijdje proefdraaien bij de Rotterdam Basketbal Organisatie. Nb. Bij de Rotterdam Basketbal Organisatie fungeren jeugdleden al zeer lang en zeer succesvol als scheidsrechter bij wedstrijden en krijgen zij ook de kans om de opleiding als scheidsrechter te volgen. Aanbod van activiteiten binnen de Basketbalklas. Trainingen en wedstrijden. Trainingen en basketbalwedstrijden vallen als eerste onder activiteiten. De teams van de Basketbalklas trainen minimaal 4 maal per week. Er wordt getraind van maandag t/m vrijdag op de beschikbare trainingsvelden in de Alexanderhal. De wedstrijden splitsen we in 3 soorten: 1. Oefen en selectiewedstrijden; 2. Competitiewedstrijden; 3. Toernooien. In het voor en naseizoen worden oefenwedstrijden gehouden. Het initiatief gaat uit van coach/begeleider in samenspraak met de Wedstrijdsecretaris van de club. Bij afkeuring is het gewenst dat men dan een training organiseert. Het doel moet dan ook zijn: zo vaak mogelijk basketballen! Randvoorwaarden Om met dit beleidsplan succesvol aan de slag te kunnen moeten er voldaan worden aan een aantal randvoorwaarden, prioriteit genieten daarbij de financiën, materialen & accommodatie en de planning van de uitvoering van dit plan.
De financiele positie van de Basketbalklas. Om dit plan te realiseren zal er veel geld nodig zijn vooral opleidings & salariskosten van coaches, kosten ten behoeve van de teams (kleding, reiskosten) en voor het organiseren van nevenactiviteiten (trainingskampen, tournooien). Om het hoogste rendement uit Rotterdam Basketbalklas te halen moeten er op de teams gediplomeerde trainers werkzaam zijn, minimaal in het bezit van een .. diploma. Voorts moet er een substantieel deel van de financiën beschikbaar zijn voor het organiseren van nevenactiviteiten, om op die manier de spelers nog meer te binden aan de club. Het geld komt nu nog grotendeels van het bestuur. Om een grotere financiële onafhankelijkheid van het bestuur te bewerkstelligen zal er een groot aantal sponsors dienen te worden gevonden. Deze dienen voor langere tijd schriftelijk te worden vastgelegd, minimaal 3 tot 5 jaar voor specifieke en algemene sponsoring. Op deze wijze ontstaat er een continuïteit in de inkomstenstroom ten behoeve van de Rotterdam Basketbalklas. Er dient elk jaar door de Coordinator in overleg met de
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
8/18
November 2005
penningmeester een meerjaren begroting opgesteld te worden. Met daarin de verwachte uitgaven & inkomsten voor de komende 3 jaar en de begroting en werkelijke uitgaven & inkomsten van het lopende jaar.
Materialen en Accommodatie Ten aanzien van de materialen kan dit beleidsplan kort zijn, elk jaar dient in het jaarplan te worden vastgesteld aan welke materialen behoefte is. Met betrekking tot de accommodatie zijn er wel speerpunten van toekomstig beleid, met name uitbreiding van trainingsfaciliteiten is noodzakelijk zodat alle teams in staat kunnen worden gesteld om 4 maal (1,5 uur) per week te trainen. Er zijn twee mogelijkheden om de trainingscapaciteit uit te breiden: Volledige beschikking van de Alexanderhal. Uitbreiding van de Alexanderhal met nog eens 3 velden, die eenvoudig tot centrecord om te bouwen zijn. In beide gevallen is een houten vloer niet overbodig. De huidige belijning werkt negatief op het spel van onze teams. Een houten vloer veert meer en voorkomt onnodige blessures. Tenslotte, de opgeknapte kantine moet aangepast worden, om overdag het huiswerk van de Basketbalklas mogelijk te maken. Voor ’s avonds zou een sfeervolle aanpassing (videohoek), een welkome aanvulling zijn om de jeugd nog meer te binden.
Algemene doelstellingen & uitgangspunten plan van aanpak De belangrijkste doelstelling voor de Basketbalklas is talenten opleiding voor de AA Heren 1.
Voorwaarden voor de opleiding/ontwikkeling van jeugdspelers voor de Basketbalklas. Een goede jeugdopleiding valt of staat met het voorhanden hebben en op de juiste wijze benutten van een goed kader (Basketbalklas Coordinator, trainer/coaches, begeleiders, etc.) Als de Rotterdam Basketbal Organisatie kiest voor de eigen jeugd, dan kiest zij ook voor schommeling in de prestatiecurve. Hieraan mag men het functioneren van de Basketbalklas niet toetsen. Elk kaderlid (vrijwilligers in 1e fase) heeft een omschreven taak en is daar verantwoordelijk voor. Zij functioneren zelfstandig en zij moeten binnen de Basketbalklas de opleiding & ontwikkeling vorm geven. De Rotterdam Basketbal Organisatie is niet alleen verantwoordelijk voor het technische deel van de opleiding binnen de Basketbalklas. Zij is ook belangenbehartiger van de totale ontwikkeling (vorming) van de basketballers. Normen & waarden dienen gerespecteerd te worden, fair play is een voorwaarde die daaraan voldoet. En respect tonen naar leiders, trainers en bestuursleden maar ook voor tegenstanders, scheidsrechters, juryleden, leiders/trainers tegenpartij en toeschouwers. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar geslacht, huidkleur, nationaliteit, religie, geaardheid, etnische afkomst, talent en ambitie.
De algemene doelstellingen van het opleiden voor de Basketbalklas. Het continu selecteren van talentvolle spelers vanaf de 2 e jaars mini’s. Puntsgewijs houdt het selecteren in: o Spelers (leeftijd is niet bepalend) en teams in competitieverband zo hoog mogelijk laten spelen; o Spelers laten spelen op verschillende plaatsen binnen het team; o Selectie mag niet ten koste gaan van de minder getalenteerde, de hoeveelheid aandacht dient evenredig verdeeld te worden; o Individuele begeleiding en/of training, het gaat bij het basketbalproces om de ontwikkeling van de individuele basketballer. De zorg dragen voor doorstroming naar de Heren 1 (topsport).Te realiseren d.m.v. continu selecteren, verhogen van de trainingsbelasting, opvoeren van de moeilijkheidsgraad.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
9/18
November 2005
Het verzorgen van trainings- en oefenactiviteiten. Het ontwikkelen van basketbal in de breedte (talenten). Zowel toptalenten als talenten dienen de dezelfde trainings- en opleidingsmogelijkheden te krijgen. Het realiseren van aan verschillende prestatieniveau ‘s en leeftijdscategorieën aangepaste training, coaching en begeleiding. De leeftijdtypische kenmerken zijn daar de basis voor, hierbij vindt een koppeling plaats van leeftijd aan de consequenties voor de trainings- & wedstrijdpraktijk.
De uitgangspunten van het opleiden van de spelers voor de Basketbalklas. Vanuit de algemene doelstellingen die de Rotterdam Basketbal Organisatie voor de Basketbalklas heeft geformuleerd ten aanzien van het opleiden van basketballers leidt men de volgende uitgangspunten af: Het leveren van resultaten komt na de opleiding, het gaat om doelen op de lange termijn, om het winnen op lange termijn. Is dit niet het geval, dan gaat de opleiding ten gronde door de zucht naar wedstrijdresultaat. Bij elke leeftijdscategorie hoort een aparte doelstelling met specifieke aandachtspunten. Er dient wel opgemerkt te worden dat er bij de Basketbalklas een wedstrijdresultaat verlangd mag worden, indien de kwaliteiten van de groep op dat moment het toelaat. Spelen om te winnen. Daarbij leren omgaan met mede en tegenstanders en leren relativeren van winst en verlies. Elke speler heeft zijn individuele kwaliteiten, en deze kwaliteiten moeten ontwikkelingskansen geboden worden. Bij het opleiden wordt de individuele speler geholpen bij zijn mogelijkheden. Indien zijn psychische- en lichamelijke eigenschappen het toelaten, moet hij op een zo hoog mogelijk niveau spelen. De speler ontwikkelt zich op jonge leeftijd sterk, geef hen speelmogelijkheden op verschillende plaatsen in een team. Streven naar vier maal per week trainen voor alle leeftijdsgroepen. Kwaliteit aanbieden in de trainingen zoveel mogelijk onder leiding van gediplomeerde trainers (minimaal …) en daarbij moet ook bal/spel materiaal afgestemd op de leeftijdskenmerken. Methodiek/didactiek in de training is afgestemd op de leeftijdsgroep. Rode draad t.a.v. de methodiek/didactiek zijn drie hoofdmomenten van het basketbal: offence, defence en transition game. Talenten die zich op het hogere basketbalniveau beter kunnen ontwikkelen dienen gesteund te worden. Een vaste speelwijze als een rode draad in de Basketbalklas. Een vaste speelwijze binnen de opleiding is heel belangrijk. Communicatie is een voorwaarde voor goede begeleiding. Elkaar op tijd informeren o.a. door het houden van informatie/thema/introductie avonden voor Coordinator, coaches, begeleiders en ouders. Ouders opbellen, informeren en bevragen. Een evenwichtige verdeling van financiële middelen. Met name wat betreft leiding/training/materiaal etc. met als uitgangspunt gelijkwaardigheid. Coaching is aangepast aan leeftijd, niveau e.d. van de jeugdbasketballers. De coaching geschiedt vanuit een positieve attitude waarneming, een goede organisatie en juiste informatie zijn daarbij belangrijke voorwaarden. a) Training Tijdens de trainingssessies proberen we de instructies zo te geven dat aan alle leerstijlen in de groep tegemoet wordt gekomen en alle spelers ook daadwerkelijk leren. We geven via de Whole-Part methode les. Dit om spelers het verband te laten zien, maar ook om aan de 4 verschillende leerstijlen tegemoet te komen:
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
10/18
November 2005
1. zo leggen we steeds uit waarom we een oefening doen (abstracte begripsvorming), 2. laten we de groep de oefening doen (actief experimenteren), 3. proberen dit terug te koppelen naar een vorige wedstrijd of ander trainingsmoment (concrete ervaring) en 4. reflecteren hierop voor, tijdens en na de oefening (beschouwen, observatie).
Om op een goede en duidelijke manier op de criteria te kunnen selecteren hebben we een formulier hiervoor uitgewerkt. Aan de hand hiervan moet je regelmatig (minimaal eens in de 6-8 weken) kunnen beoordelen hoe het met de jeugdbasketballer op een bepaald moment gesteld is, zodat je adequaat op veranderingen kunt inspelen. Omdat je steeds bezig moet zijn met talent te ontdekken en te ontwikkelen zul je regelmatig moeten beoordelen. Belangrijk is bovendien dat jeugdbasketballers ook steeds een herkansing krijgen en daarmee dus steeds het gevoel krijgen dat ze serieus genomen worden. Basketbalteams worden door het hoofd opleidingen ingedeeld op sterkte en spelers worden beoordeeld aan de hand van de eerder genoemde selectiecriteria (dit zal per seizoenshelft bekeken worden, omdat je bij sommige jeugdteams niet altijd op kwaliteit kan indelen). De selectiecriteria en de wijze waarop geselecteerd wordt moeten bij alle betrokkenen (trainers, spelers, etc.) bekend zijn. De spelers waarvan tevoren bekend is dat het een ingrijpende wijziging of een te verwachten teleurstelling betreft zullen persoonlijk worden ingelicht door het hoofd opleidingen. Om een zekere aanwas van talenten te waarborgen moer er worden gescout. Met behulp van een beoordelingsformulier wordt bij wedstrijden en toernooien gekeken naar talenten. Voor de coaches van de Basketbalklas houdt dit in dat ze in ieder geval in het Rayon alle wedstrijden van andere clubs proberen te volgen, contact met spelers proberen te krijgen en op deze manier een goed beeld ontwikkelen welke talenten er in ieder geval in het rayon rond lopen. Wat ik in deze paragraaf tot uitdrukking wil brengen is dat er een profesionele inzet voor nodig is voor het selecteren, begeleiden en beoordelen. Naar mijn mening zijn dit drie verschillende aspecten die beheerst moeten worden door de professionele staf. Deze paragraaf dient ook niet langer dan ca. 1 a4-tje te zijn. Hebben jullie suggesties of toevoegingen? Selectie, Scouting, Recrutering De start van de basketbalklas in 1997 leverde 9 spelers op. Deze spelers waren in principe de ‘durfals’, want alles was nog gebaseerd op een idee. Dit idee bestond uit een combinatie van intensieve basketbaltraining in een combinatie met school. De eerste lichting werd door middel van berichten en oproepen in kranten, een krantje van de NBB en veel publiciteit via Rotterdam Topsport gerecruteerd. Hoewel we wel wat eisen hadden bij deze lichting, moesten we het doen met degenen die zich aanmelden. Dat waren er te weinig om te selecteren. Het tweede jaar van bestaan, seizoen 1998-1999, werd de recrutering serieuzer genomen. Het initiatief werd door basketballend Nederland gevolgd en we kwamen in een aantal publicaties voor. Daarnaast zorgde ook de (opkomende) bekendheid van het Thorbecke Topsport plan voor meer publiciteit. In de loop van dit seizoen ben ik dan ook begonnen met het samenstellen van een informatiefolder die het reilen en zeilen van de basketbalklas vertelde. In principe werd toen de grondslag gelegd voor de selectie zoals die in latere jaren verder is ingevuld.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
11/18
November 2005
Ten eerste: een speler meldt zichzelf aan. Dit was belangrijk in de beginfase van het project omdat we nieuw of vernieuwend bezig waren en geen negatieve verhalen van andere clubs konden gebruiken. Ten tweede: als een speler zich aanmeldt voor informatie, krijgt hij een informatie folder thuisgestuurd. In deze folder staat de hele procedure van selectie. Het inschrijfformulier geeft een formele status aan het verzoek om mee te mogen doen met de selectiedagen. Ten derde: als dit inschrijfformulier binnen was, ging de coach (minimaal) 2 keer bij een wedstrijd van de betreffende speler kijken. Dit om te zien hoe een speler zich gedroeg in zijn eigen omgeving en met zijn eigen teamgenoten. In deze fase werd door Paul de Vos ook het bestuur van de club ingelicht dat ik op de tribune kon zitten en welke reden hiervoor was. Ten vierde: een speler werd daarna uitgenodigd om deel te nemen aan de selectiedagen. Die bestonden uit 3 ronden, waarbij steeds een aantal spelers afvielen. Aan het einde van de 3e ronde werden de spelers bekend gemaakt die het gehaald hadden. Zij werden alleen geplaatst na een positief gesprek met speler en ouders. Over het algemeen had ik die al wel eerder gesproken, maar dit eindgesprek was naar beide kanten om duidelijkheid te krijgen en eventuele overgebleven vragen te beantwoorden. Ten vijfde: de spelers hadden ook nog een eindgesprek bij het Thorbecke. Ook als dit gesprek positief werd afgesloten werd een speler geplaatst voor de basketbalklas. Met andere woorden: doordat er veel tijd verstreek tussen aanmelding en uiteindelijke selectie, maar wel met voldoende contactmomenten, werden een aantal zaken ondervangen. De spelers gingen bijna zonder uitzondering twijfelen of ze dit wel echt willen. Immers, ze moeten school en club achterlaten en dat gaat bij vrijwel niemand zonder slag of stoot. Verder stuurde ik alle kandidaten een nieuwsbrief, de Passing Lane, op zodat er vaak veel (toekomstige) spelers kwamen kijken naar het team. Ook dit gaf al snel aan hoe graag men wilde (of niet). Gesprekken en contactmomenten met mij en de ouders (vaak op huisbezoek, maar niet standaard bij iedereen) gaven een goede indruk of de speler naast talent een meerwaarde kon hebben voor de opleiding. Ik selecteerde ook en vooral karakter, omdat we ons ook naar de buitenwereld moesten verkopen als nieuw initiatief.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
12/18
November 2005
III. Het ontwikkelen van talenten met een Individueel Development Plan Algemeen Het ontwikkelen van talenten binnen de Rotterdam Basketbalklas met een Individual Development Plan (IDP) is een uitwerking, waarmee talentvolle spelers (en coaches) van Rotterdam Basketbal individuele ontwikkelingswensen, mogelijkheden en presteren op elkaar afstemmen. Uit het IDP komen allerlei acties op het gebied van persoonlijke en professionele (basketbal) ontwikkeling naar voren, gericht op het bereiken van expliciet gemaakte ontwikkeldoelen. Het IDP helpt een Persoonlijke Reflectie van een speler en een Spelers Evaluatie van de coach om te zetten in een actieplan, waarbij de nadruk ligt op een betere individuele ontwikkeling en een meer effectieve manier van presteren in de toekomst. Aan de hand van dit IDP werkt een speler systematisch door zijn Persoonlijke Reflectie en zet woorden om in daden. Dit IDP is echter meer dan zo maar een actieplan. Het IDP is ook een vorm van ‘contract’ tussen coach (Rotterdam Basketbal) en speler. In het contract maakt de speler beloftes betreffende zijn eigen commitment naar het IDP en, indien nodig, zal de coach (of club) hulp en ondersteuning ten dienste van de speler bieden. Tenslotte: het IDP is om de speler te helpen. Echte persoonlijke ontwikkeling wordt niet gerealiseerd door de formulieren in te vullen, maar komt van acties die de speler en zijn coach uitvoeren in het komende seizoen. Uitwerking Bij Rotterdam Basketbal was men gericht op de fundamentele ontwikkeling van de basketballerspeler. Binnen de Rotterdam Basketbalklas is steeds meer aandacht gekomen voor de andere competenties. Deze zorgen ervoor dat het ontwikkelen van de speler beter aansluiten bij wat binnen de club als belangrijke competenties zijn aangewezen om te voldoen als eredivisiespeler. Voorbeelden zijn … Een ander belangrijk gegeven dat bij IDP beter naar voren komt is dat naast de basketbal ontwikkeling van een speler ook aan zijn persoonlijke ontwikkeling werkt. Belangrijk is hierin de balans daartussen te behouden. Het vertrekpunt van de speler is zijn huidige situatie en deze werkt vervolgens naar een vertaling van zowel de professionele als de persoonlijke doelen toe. Het IDP bestaat uit drie delen, I (Individual), D (Development) en P (Plan). Individual komt tot uitdrukking in het IDP met de persoonlijke verantwoordelijkheid van de speler in zijn prestaties en resultaten zoals die in het document zijn opgenomen. Dit zogenaamde eigenaarschap in het IDP is een belangrijke succesfactor. Zonder eigenaarschap kan de speler als het ware niet leren en zich dus ook niet ontwikkelen. De speler is degene en de enige die, gebruikmakend van zijn capaciteiten, talenten en kwaliteiten, uiteindelijk de ontwikkeling daarvan kan realiseren. En tot slot, misschien wel de belangrijkste uitleg van het aspect Individual, krijgt elke IDP een op de speler gerichte, specifieke invulling. Elke speler ontwikkelt zijn eigen specifieke set van talenten, op zijn eigen specifieke manier, in zijn eigen tempo en met zijn eigen specifieke relatie tot de club. Development staat soms voor Opleiding, maar in deze context meer op Ontwikkeling. Bij Ontwikkeling moeten we denken aan een breed scala van leer- en ontwikkelmogelijkheden, zowel binnen de club als daarbuiten. Bij Opleiding beperken we ons alleen tot de Rotterdam Basketbalklas (kennisoverdracht spelers, club en coaches). Bij voorkeur moeten we dus in de context van het IDP over Ontwikkeling spreken. Het gaat namelijk niet alleen om het ontwikkelen van (team en persoonlijke) basketbal fundamentals, maar ook over het ontwikkelen van inzichten, fysieke vaardigheden, Individuele Talentontwikkeling, A2.05
13/18
November 2005
persoonlijke kwaliteiten en attitude. Aan de verschillende ontwikkelactiviteiten en ontwikkeldoelen moeten we ook verschillende ontwikkel- of leerstijlen koppelen. Zo leert de ene speler het liefst al doende (door fouten te maken) en de ander uit voorbeelden (bekijken speelsituaties, boeken of video). Development is het sleutelbegrip in een IDP. De club ontwikkelt zich en de speler ontwikkelt zich. Deels verlopen ontwikkel- en leerprocessen onbewust en informeel: bijvoorbeeld door een tip van een medespeler over de uitvoering van een dril, of feedback op concreet gedrag in de wedstrijd. Spelers leren al doende en zo onbewust. Het gaat er dus om dat IDP’s helpen om de ontwikkeling van spelers te bevorderen, op elkaar af te stemmen en te sturen. Plan. In sommige situaties heeft een IDP het karakter van een verslag van een ontwikkelgesprek, waarin speler en coach goede voornemens formuleren. In een ander voorbeeld heeft het IDP het karakter van een intentieverklaring met concrete afspraken, waarbij speler en coach hun commitment ten aanzien van ontwikkeling uitspreken. Ook zijn er IDP’s met het karakter van een contract waarbij het niet nakomen van gemaakte afspraken consequenties kan hebben. Een IDP maken is geen eenmalige gebeurtenis. Er zal een eerste keer zijn dat een IDP gemaakt wordt, maar de weerslag hiervan (het Plan) zal vervolgens een werkdocument worden waarop u terug gaat grijpen in het kader van voortgangsbesprekingen, evaluatie en beoordeling. De inhoud van het Plan zal ook aan voortdurende ontwikkeling onderhevig zijn. De ontwikkelafspraken worden afgerond, worden gewijzigd of worden aangevuld. Een plan kan gaan over de korte termijn, 6 tot 8 weken, tot een jaar. Wat wil de Rotterdam Basketbalklas nastreven en bereiken met de invoering van IDP’s? Een belangrijk doel van het IDP is om de speler te stimuleren om bewust en actief over zijn loopbaan op korte termijn en langere termijn na te denken. En te werken aan een helder zelfbeeld inzake eigen capaciteiten, interesses en mogelijkheden. Wat kun je met een IDP bereiken? Doelen van de speler. Een belangrijk doel van IDP’s is om de speler te stimuleren om bewust en actief over zijn carriere op kortere en langere termijn na te denken. En te werken aan een helder zelfbeeld inzake eigen capaciteiten, compettenties, behoeften, interesses en waarden. Deze verheldering kan leiden tot een richtinggevende arbeidsidentiteit, dwz dat de speler weet wat hij wil en wat hij kan betekenen voor de club. Steeds meer (vooral jongere) spelers willen ook zelf het heft in handen nemen als het gaat om hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Een ander doel kan zijn om spelers t ehelpen en te stimuleren actief bezig te zijn met continu leren en ontwikkelen. De aandacht voor de privé-situatie en schoolsituatie en de balans tussen deze twee en de ontwikkeling op basketbaltechnisch gebied wordt een steeds belangrijker aandachtsgebied. Een doel van de IDP kan dus zijn om zowel de carriere te plannen als ok de afstemming tussen basketbal en thuis/school bewust vorm en inhoud te geven. Doelen van de organisatie. De club kan mbv IDP’s de ontwikkeling van belangrijke competenties stmuleren en sturen. De club heeft tot doel om de prestaties van de speler in relatie tot de clubdoelstellingen te optimaliseren. Door bewuste aandacht voor de carriere en de ontwikkeling van de speler is deze beter in staat om keuzes te maken voor passende en uitdagende taken en functies. Hierdoor groeit de kans dat hij werk doet dat bij hem past en hij zich optimaler ontwikkelt. Gevolg hiervan is een positieve uitwerking op plezier, motivatie en prestaties en een verbetering van de bijdrage van de medewerker aan de productiviteit en het bedrijfsresultaat. IDP’s zijn daarmee een goed hulpmiddel om deze doelstelling na te streven. Een volgende doelstelling is dat de club door doelgerichte, bewuste en systematische aandacht voor leren en ontwikkelen, op het individuele niveau, teamniveau en clubniveau het lerende vermogen van de totale club kan vergroten. IDP’s dragen ook bij aan een goede monitoring. IDp’s kunnen informatie Individuele Talentontwikkeling, A2.05
14/18
November 2005
genereren over aanwezige en de gewenste kennis, vaardigheden, en competenties van spelers. Ze kunnen helderheid verschaffen over de ontwikkelcapaciteit en –bereidheid van spelers. IDP’s kunnen ook fungeren als onderlegger of contract om de ontwikkelafspraken te monitoren en de noodzakelijke of gewenste ontwikkeling zodoende te waarborgen. Integratie van doelen Ontwikkeling van spelers kunnen we bezien vanuit: Clubbelang: de juiste spelers in het juiste team, ofwel het ontwikkelen van optimaal functionerende en flexibele spelers. Wederzijds belang: de club investeerd in de speler via opleiding en coaching. De speler ontwikkeld zich via de club in een mede door hem gekozen richting. Het belang van de speler: op basis van zelfkennis en zelfbewustzijn eigen carriere trajectn door opleiding en werk uitzetten en zo nodig creeren. De uidaging voor de club is om te zoeken naar integratie van persoonlijke doelen en clubdoelen. Parallele groei van club en speler. Samen sporen.
De club functioneerd beter als de individuele spelers beter functioneren en andersom. Samen sporen betekent afstemming zoeken tussen de doelen en belangen van de club aan de ene kant en de wensen en verlangens van de spelers aan de andere kant, zowel inhoudelijk als wat betreft tijd en tempo en zeker ook wat betreft ontwikkeling. Planning Om dit beleidsplan te kunnen uitvoeren/realiseren is een goede planning belangrijk, de planning is afhankelijk van seizoenstart en seizoenseinde. Er moet elk seizoen een nieuwe planning gemaakt worden. MAAND Augustus September Oktober November December
Januari
Februari Maart April Mei
ACTIVITEIT
Start trainingen en spelen van oefenwedstrijden en tournooien. Start competitie, vaststellen van de teams. Trainersoverleg. Thema- avond(en) voor ouders, begeleiders en coaches. Vergadering/bijeenkomst Technische Commissie. 1e Toetsmoment voor selectie. Evaluatie- & beoordelingsgesprekken met coaches door Coördinator. Beleidsplan actualiseren; Evaluatie spelers via beoordelingsformulieren; Trainersoverleg; Begeleidersoverleg. Vergadering/bijeenkomst Technische Commissie. 2e Toetsmoment voor selectie. Talentvolle spelers(sters) mee laten trainen met Heren 1.
Thema-avond(en) voor begeleiders en coaches. Vergadering/ bijeenkomst Technische Commissie. 3e Toetsmoment voor selectie. Vergadering/ bijeenkomst Technische Commissie. Voorbereiding voor samenstelling van selectiegroepen en teams. Trainersoverleg. Vaststelling selecties. Vaststelling jaarplan komende seizoen. N.a.v. het jaarplan functionerings- & planningsgesprek met de coaches, door Coördinator en voorzitter, m.b.t. de te realiseren doelstellingen en aandachtspunten voor komende seizoen. Coachesoverleg.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
15/18
November 2005
Begeleidersoverleg.
Juni
Juli
Oriëntatiegesprekken met kandidaat coaches. Vervolg gesprekken met de huidige en kandidaat coaches. Advies naar bestuur voor het aanstellen coaches voor het komende seizoen. Aanstellen coaches voor komend seizoen.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
16/18
November 2005
Het bovenstaande schema is ontwikkeld, rekening houdend met de Nederlandse situatie, waarbij de persoonlijke ambitie en inzet van de spelers en coaches altijd in verhouding met school en de thuissituatie gezien moet worden. Om optimale resultaten te bereiken zijn goede afspraken met ouders aan de ene kant en school aan de andere kant een voorwaarde. Aansluiting vinden met het Topsportmodel van de LOOT-scholen is daarom een must voor de jongste spelers. Daarnaast moet met middelbaar en hoger voortgezet onderwijs vergelijkbare afspraken gemaakt worden.
Het proces begint voor veel spelers met een scoutreport of een selectiereport bij aanvang van het seizoen (SR= Scout Report in het Personal Value system, zie figuur 1). Dit is voor de coach input samen met zijn eerste evaluatie aan het begin van het seizoen (CA= Coach assessment in figuur 1), weergegeven in ‘Start Season’s Player Progress Report’.
Figuur 1
Deze twee evaluaties vormen de basis voor het eerste overleg met de speler, waar de persoonlijke ambities en doelen van de speler aan de orde moeten komen (PR= Personal Reflection in figuur 2). Hiernaast moeten de ambities en de doelen die de Rotterdam Basketbalklas stelt vastgelegd worden (figuur 3).
Figuur 2
Uit dit overleg moet een afstemming gerealiseerd tussen speler en coach worden, waarbij de sterke punten en de nog te ontwikkelen Individuele Talentontwikkeling, A2.05
17/18
November 2005
punten besproken moeten worden. Dit wordt vervolgens vastgelegd in ‘Player Progress Report’. Belangrijk is de commitment van de speler met de resultaten in dit rapport. Indien dit eenzijdig wordt aangegeven zal de beoogde ontwikkeling minder worden. Figuur 3
Dit vormt de afronding van de eerste fase van het IDP voor de betreffende speler. De sterke punten van de speler evenals de verbeterpunten dienen in het coachoverleg besproken te worden. De hieruit te volgen acties moeten daarna nog kort met de speler besproken worden en een spelers actieplan uitgewerkt te worden. In de Kerstvakantie vindt een reflectie plaats (figuur 3), nadat de coach de voortgang vastgelegd heeft in ‘Winter Player Progress Report’. Samen met de ‘Personal Reflecion’ van de speler worden de de sterke punten en de nog te ontwikkelen punten in het ‘Player Progress Report’ bijgesteld of aangevuld. Figuur 4
Aan het einde van het seizoen wordt deze reflectie nogmaals uitgevoerd. Een mogelijke aanvulling hierbij kan de ‘Peer Assessment’ (PA in figuur 5) zijn. Hierbij wordt ook feedback van de medespelers verwerkt. In een hier genoemde ‘Joint Appraisal’ wordt feedback van het gehele team verwerkt. Ter afronding van het gehele proces wordt een evaluatie van alle coaches gemaakt. Met alle feedback worden de laatste punten in het ‘Player Progress Report’ vastgelegd en kan de speler met de nog te ontwikkelen punten aan de slag tijdens de zomermaanden. Figuur 5
Bij de start van het volgend seizoen begint het hier beschreven proces weer van voren aan.
Individuele Talentontwikkeling, A2.05
18/18
November 2005