Indios no Brasil 14.10.2011 - 19.02.2012
Lesmap
Jubelparkmuseum - Brussel - www.kmkg.be www.europalia.eu
korte inhoud Inleiding
2
3
1. Even voorstellen: Brazilië
4-5
2. De ontdekking van Brazilië
6-7
2.1 De eerste Portugese zeevaarders De klas aan het werk 2.2 Franc e antarctique, de eerste Franse kolonie De klas aan het werk
6 7 8 9
3. Brazilië in de wereld, de wereld in Brazilië
10
3.1 Indianen in het westerse denken. Onbekend is onbemind? De eerste getuigenissen: Pêro Vaz de Caminha en Hans Staden De nobele wilde. Jean-Jacques Rousseau versus Charles Darwin 1822: Onafhankelijkheid Modern onderzoek. Antropologie Tot slot De klas aan het werk 3.2 Métissage en de Braziliaanse identiteit Bandeirantes en Afrikanen. Alle kleuren van de regenboog ‘Brazilianisering’ En de indianen? De klas aan het werk (Manifesto Antropófago) Verder lezen
10 10 11-12 13 14 14 15 16 16 17 17 18-19 20
4. De indianen en het woud
4.1 Sociale organisatie 22 4.2 Het dorp 23-24 De klas aan het werk 25 4.3 Levensonderhoud: de landbouw, de jacht, de visvangst, het verzamelen 25-27 De klas aan het werk 28 4.4 De versierde mens: lichaamsbeschildering, lichaamsversiering, verenkunst 28-31 De klas aan het werk 32 4.5 De spirituele wereld 32-34 De klas aan het werk 34 Verklarende woordenlijst 36 Verder lezen ?
5. En nu?
21
5.1 Kunst: indiaans of Braziliaans? De klas aan het werk 5.2 Ecologie en economie: welkom in het Wilde Westen! Ontbossing, bevolking, de Belo Monte-dam De klas aan het werk Verder lezen
Hoe een bezoek in de leerplannen in te passen? Bijlagen
37 37-38 39 40 40-43 44 44
45 47-52
Inleiding
3 cultuur van de inheemse bevolking van het land. De tentoonstelling nodigt dan ook uit om de westerse bril even af te zetten en de veelheid aan Braziliaanse indianen te ontdekken.
In deze lesmap stellen we een aantal teksten en documenten voor die je zullen helpen bij het voorbereiden van een bezoek aan de europalia.brasiltentoonstelling ‘Indios no Brasil’ die van 14 oktober 2011 tot 19 februari 2012 plaatsvindt in het Jubelparkmuseum. Aanvullend vind je oefeningen en lesideeën om na het bezoek in de klas verder uit te werken. Op de tentoonstelling kun je zo’n 300 recente stukken zien die gemaakt werden door verschillende volkeren uit het Amazonegebied. Het merendeel werd geselecteerd uit de collecties van de grote antropologische musea van Rio de Janeiro, Belém, Brasília en Sao Paulo in Brazilië. Zelfs nu Brazilië als opkomende economische grootmacht regelmatig in de belangstelling staat, niet in het minst naar aanleiding van ecologische vraagstukken, heersen er in Europa nog heel wat vooroordelen over de kunst en
Het grote aantal stukken toont aan hoe de indianen een identiteit opbouwen. De Kayapó zeggen immers dat je bij de geboorte nog geen indiaan bent, maar er gaandeweg één wordt. Wapens, werktuigen, manden en aardewerk geven een helder beeld van het dagelijkse leven in de dorpen en illustreren onder andere hoe mannen en vrouwen de taken onderling verdelen. De tentoonstelling legt ook uit hoe de mens zich tot zijn omgeving verhoudt, niet alleen tot de natuur en de dierenwereld, maar ook tot andere inheemse groepen. Maskers, verentooien en muziekinstrumenten zijn stille getuigen van de ceremonies die de sociale banden aanhalen en de geestenwereld te vriend houden. In de lesmap zetten we de stukken van de tentoonstelling in hun geografische, historische en etnografische context. Maar we willen vooral de hedendaagse
Amazone-indianen op de voorgrond plaatsen: een waaier aan volkeren die zich constant aan de wereld en de moderniteit aanpassen en binnen dat kader hun creativiteit de vrije loop laten. Zo verdedigen ze hun cultuur en tonen de wereld met welke moeilijkheden ze vandaag te kampen hebben. In deze lesmap tref je een aantal foto’s aan van stukken uit de verzameling Amerika van het Jubelparkmuseum, onder meer van een van onze meesterwerken: de verenmantel van de Tupinamba. Een van de zalen Amerika is volledig gewijd aan de Amazoneindianen. Een bezoek aan dit zaaltje mag zeker niet ontbreken!
1. even voorstellen: Brazilië
Staatsvorm - Federale Republiek: República Federativa do Brasil - Officiële taal: Portugees - Hoofdstad: Brasília - Vlag - Motto: Ordem e progresso (Orde en vooruitgang) - Munteenheid: Real (BRL of R$) (ca 2,3 real is 1 euro) - Huidige president: Dilma Rousseff Geografie - Brazilië ligt in Zuid-Amerika en is het vijfde grootste land ter wereld (na Rusland, Canada, VS, China). - Oppervlakte: 8,5 miljoen km² (8.514.877 km²) waarvan 12% terra indígena, gebieden die enkel de inheemse bevolking mag bewonen en ontginnen (ca 1 miljoen km²). Brazilië is zo’n 280 keer zo groot als België. - Het Amazonewoud is het grootste regenwoud ter wereld met
een oppervlakte van ca 7 miljoen km². Het ligt voor 60% op Braziliaans grondgebied. - De Amazonerivier (río Amazonas) is de langste rivier ter wereld: ca 6530 km. - Buurlanden: Frans-Guyana, Suriname, Guyana, Venezuela, Colombia, Peru, Bolivia, Paraguay, Argentinië, Uruguay. Demografie - Het land telt ongeveer 190 miljoen inwoners (190 732 694 volgens de volkstelling van 2010) waarvan 0,4 % indianen (+/- 750 000). Het is onduidelijk hoeveel personen de geïsoleerde volkeren tellen, waarschijnlijk enkele honderden. - Met 54% van de bevolking vormen de blanken de meerderheid, dan volgen de mestiezen (mestiços een verzamelnaam voor mensen van gemengde afkomst), samen goed voor 39%. De zwarte bevolkingsgroep maakt 6% van het totaal uit. de Sinds het einde van de 19 eeuw stroomden ook grote groepen Italianen, Duitsers, Japanners, Polen en mensen uit het Midden-Oosten in Brazilië toe. Samen vormen ze 1% van de totale bevolking.
4 - Mensen van Europees-Afrikaanse afkomst noemt men brancos, pardos, mulatos of murenos; mensen van indiaans-Europese afkomst mamelucos of caboclos; mensen van indiaans-Afrikaanse afkomst cafuzos. - De grootste groepen indianen zijn de Tikuna (ongeveer 20 000), de Yanomami (ongeveer 11 000) en de Guaraní (ongeveer 30 000). - 60% van de Braziliaanse indianen woont in het Amazonewoud. - De levensverwachting van Braziliaanse mannen is 69,1 jaar, van vrouwen 76,7 jaar. In België is dat respectievelijk 76,3 en 82,8 jaar. - Scholingsgraad: 86% is geletterd tegenover om en bij de 99,5% in België.
Meer? https://www.cia.gov/library/ publications/the-world-factbook/ geos/br.html http://unstats.un.org/unsd/ demographic/ http://www.ibge.gov.br/english/ http://www.brazil.org.uk/resources/ documents/bs-primary03.pdf
5 Fauna en flora: Amazone - Ongelofelijke diversiteit: 1600 soorten vogels en 40 000 soorten insecten op 1 hectare bos, 3000 soorten vis en 300 boomsoorten per hectare in het Amazonewoud. Ter vergelijking: in Europa vind je gemiddeld 15 boomsoorten per hectare. - Belang voor de farma-industrie: de westerse landen importeren elk jaar tienduizenden ton planten om te verwerken in medicijnen. Meer dan een kwart van alle geneesmiddelen die in de Verenigde Staten worden voorgeschreven, zijn afgeleid van planten uit de tropische wouden. 1400 planten uit het Amazonewoud bevatten stoffen die verwerkt worden in geneesmiddelen tegen kanker. Er is een enorm potentieel aanwezig in het Amazonewoud en de hoop leeft dat er nog nieuwe plantensoorten ontdekt zullen worden die ziekten kunnen aanpakken die vooralsnog ongeneselijk zijn. - Ontbossing: elk jaar verdwijnt zo’n 52.000 km² bos, veelal kleinere percelen van kleine boeren die toegevoegd worden aan de percelen van de
grootgrondbezitters. De grote stukken grond worden gebruikt voor het kweken van runderen waarbij men de ranchingtechniek toepast: de runderen grazen op enorme lappen grond. Braziliaans rund wordt vooral naar Europa uitgevoerd. Daarnaast heeft men veel grond nodig voor de sojateelt, een monocultuur die de vruchtbare grond snel uitput en waarbij de pesticiden en meststoffen die men gebruikt het grondwater en de aarde vervuilen. De gekapte bomen worden gebruikt als brandstof voor verwarming, voor de productie van houtskool, als bouwmateriaal en als grondstof in de papierindustrie. Exotisch hout is ook zeer gegeerd in het Westen als luxeartikel. Ontbossing draagt in grote mate bij tot het broeikaseffect: een bos is als een omgekeerde long die koolstofdioxide (CO²) opneemt en zuurstof uitstoot. Hoe minder bomen en planten er zijn om de CO² op te nemen, hoe meer er in de atmosfeer blijft hangen. Bovendien worden er zware rooimachines gebruikt. Zo is de ontbossing van het Amazonewoud verantwoordelijk voor 75 % van de koolstofemissie. Aan dit
tempo zal er binnen dit en 20 jaar 80 à 120 miljard ton CO² vrijgekomen zijn. Het gevolg hiervan is dat de gemiddelde temperatuur in de hele wereld zal stijgen en dat veroorzaakt op zich weer een hele reeks problemen zoals de stijging van de zeespiegel. De Braziliaanse overheid erkent het probleem en probeert via wetten de ontbossing beter te reguleren. - Goudkoorts: sinds 1970 zijn er goudzoekers aan de slag in Amazonië, onder andere in het gebied van de Yanomami. Westerlingen drongen hun gebieden binnen, vernietigden hun dorpen brachten vreemde ziekten mee, waardoor op 7 jaar tijd 20% van de Yanomami werd uitgeroeid. Met hogedrukstralen vernietigt men rivierbeddingen om aan het kostbare goudpoeder te geraken. Om het goud uiteindelijk uit de riviermodder te filteren wordt kwik gebruikt, ook al is dat bij wet verboden. Kwik is heel giftig voor mensen, dieren en planten. > Bron: http://www.brazil.org.uk/resources/ documents/bs-secondary01.pdf
Meer? http://www.brazilianbeef.org.br/ http://www.greenpeace.org/raw/ content/international/press/reports/ eating-up-the-amazon.pdf http://www.seniorennet.be/Dossier/ Natuurbehoud/amazonegebied_ ontbossing.php http://www.wardgreve.nl/pages/ natuurbehoud/amazone.htm http://www.iselinge.nl/Scholenplein/ pabolessen/01022aindianen/index.htm Hieronder zie je de kaart van Europa die over die van Brazilië is gelegd. Kan je België vinden?
2. de ontdekking van brazilië
2.1 De eerste Portugese zeevaarders Na het succes van de expeditie van Vasco da Gama naar Indië (1497-1499) beslist Emanuel I van Portugal (14951521) een nieuwe vloot in te leggen naar het Oosten, één die nóg groter en sterker is om zoveel mogelijk specerijen van de Aziatische markt te kunnen meebrengen. De nieuwe zeevloot wordt onder het commando van Pedro Alvares Cabral geplaatst, een edelman van in de dertig, en bestaat uit dertien schepen bemand door zo’n duizendtweehonderd zielen waaronder ook een kleine groep franciscanen. Dit maakte hem tot een van de meest indrukwekkende vloten van zijn tijd. Onder de kapiteins vinden we twee doorwinterde zeemannen: Bartolomeu Dias, die de eerste was om in 1488 Kaap de Goede Hoop te ronden (het puntje van Zuid-Afrika), en Nicolau Coelho, die deelgenomen had aan de reis van Vasco da Gama.
De armada vertrekt van de rivier de Taag op 9 maart 1500 en vaart langs de Canarische en Kaapverdische eilanden waar men al een van de schepen kwijtspeelt. Vervolgens zet de vloot koers richting zuidoosten met als doel het ronden van Kaap de Goede Hoop, maar op 22 april 1500 zien de opvarenden een land dat Cabral het ‘Land van het Ware Kruis’ zal dopen. Hiermee is de ontdekking van Brazilië een feit! De volgende dag zet Nicolau Coelho een sloep uit op zoek naar een betere ankerplaats. Die vindt hij iets ten noorden van Porto Seguro: de Baia Cabraia, of Baai van Cabraia, vlakbij Rio Mutati in het zuiden van de staat Bahia. Ondertussen keert een van de schepen terug naar Lissabon om het nieuws van de ontdekking te melden. Aan boord bevindt zich ook de brief die geschreven werd door de schrijver van de vloot, Pêro Vaz de Caminha. Na een tiental dagen kiest de vloot opnieuw het ruime sop richting Indië waar hij in augustus 1500 aanmeert.
6 Wie was Pêro Vaz de Caminha? Pêro Vaz de Caminha is de kroniekschrijver van Cabrals expeditie. Op 19 mei 1500 stelt hij een lange brief op die bestemd is voor de koning van Portugal, Emanuel I. Hierin beschrijft hij de ontdekking van het ‘Land van het Ware Kruis’ en zijn bewoners. De brief werd in de 19de eeuw teruggevonden en is erg belangrijk. Hij beschrijft immers tot in de details de ontmoeting met de inheemse bevolking en de eerste mis die op de Braziliaanse kust werd gevierd.
Na de tocht van Cabral verkent een kleine Portugese vloot onder leiding van de Florentijn Amerigo Vespucci van mei 1501 tot september 1502 een stuk van de Braziliaanse kust. Vespucci begrijpt al gauw dat Brazilië geen eiland is, maar een continent. De volgende drie jaar verkennen Portugese handelaars de kust verder en zetten er een bloeiende houthandel op. Een van de belangrijkste exportproducten is brazielhout (paubrasil) dat een rode kleurstof oplevert die sterk gewaardeerd wordt in de
Europese textielnijverheid, een industrie in volle ontwikkeling. De handelaars geven de indianen bijlen om de stammen om te hakken en verzamelen het hout in handelsposten (feitoria) in afwachting van de schepen die de kostbare waren naar Europa brengen. Pas in 1530 beslissen de Portugezen om permanente vestigingen op te zetten in de nieuwe kolonie. De eerste is die van Sao Vicente in 1532 waar adellijke families zich installeren. Ze brengen slaven mee die de suikermolens moeten doen draaien. Door de intensieve suikerrietteelt groeit het land in enkele decennia tijd uit tot een heus suikerimperium. In 1549 benoemt koning Johan III van Portugal Tomé de Sousa tot gouverneurgeneraal. Zijn voornaamste taak is het stichten van een hoofdstad voorzien van een haven en beschermd door een vesting. Als locatie voor de nieuwe stad kiest hij de Allerheiligenbaai en sticht er Salvador de Bahia. De nieuwe gouverneur brengt meer dan duizend mensen mee, onder meer talrijke
7 ambtenaren die de basis zullen leggen voor de administratie, maar ook veel vaklieden gespecialiseerd in de bouw. Vele van de eerste kolonisten zijn bannelingen of veroordeelde criminelen. Bij de eersten die aankomen in de baai zijn er ook jezuïeten. Deze geestelijken zullen een essentiële rol spelen in de verdere kolonisatie van het land. Ze kerstenen, onderwijzen en beschermen de indianen. Ze begrijpen al snel dat Brazilië bevolkt wordt door verschillende etnische groepen die elk een eigen taal spreken. Ze stellen zich tot taak deze te bestuderen en zijn de eersten die de Tupi-Guarani talen in kaart trachten te brengen.
> Een stereotype voorstelling van een indiaan fragment van een arrenslede uit het einde van de 18de eeuw. KMKG TR 89.
De klas aan het werk: Secundair onderwijs In 1500 schreef Pêro Vaz de Caminha: ‘[…] Ze leken me mensen van een dusdanige onschuld dat ze, als wij hen en zij ons zouden kunnen begrijpen, al gauw christenen zouden worden, aangezien ze geen geloof hebben en er ook geen schijnen te kennen. Daaruit volgt dat ik er niet aan twijfel dat ze, zoals Uwe Hoogheid wil, christenen zullen worden en ons heilige geloof zullen omarmen als de ballingen die hier moeten blijven hun taal leren en hen begrijpen. Dat het God moge believen hen die kennis te brengen, want het is duidelijk dat deze mensen oprecht goed en eenvoudig zijn en iedere stempel die we hen willen opleggen zal snel in hen worden gedrukt. Dat de Heer hen mooie lichamen en mooie gezichten zoals aan volmaakte mensen gaf en dat hij ons tot hier heeft geleid is, geloof ik, niet zonder reden. Daarom kan Uwe Hoogheid, die een brandend verlangen heeft het heilige katholieke geloof te verspreiden, zich om hun verlossing bekommeren en
als het God belieft zal dat zonder al te veel moeite gaan. Ze bewerken de grond niet en houden geen vee. Er is hier geen rund, koe, schaap, geit, kip of enig ander dier dat het gewend is in de buurt van de mensen te leven. Ze eten uitsluitend yamswortels die hier overvloedig groeien en de granen en vruchten die de aarde en de bomen vanzelf voortbrengen. Desondanks zijn ze zo volmaakt, sterker en steviger dan wij, met alle tarwe en groenten die wij eten […]’ Uit de brief die Pêro Vaz de Caminha schreef aan Emanuel I van Portugal, in J. Penjon en A.-M. Quint, 1992, Lisbonne hors les murs 1415-1580. L’invention du monde par les navigateurs portugais, Paris, p.188 (vertaling C. Willemen).
- Welke doelen streefden de Portugezen na volgens de tekst? - Herschrijf de brief in je eigen woorden - Je bent etnoloog en ontdekte net een geïsoleerde groep indianen in het Amazonewoud. Je schrijft een brief naar de universiteit (of het museum) waar je werkt om je
ontdekking te beschrijven. Zoek inspiratie in de voorwerpen en teksten in de tentoonstelling Indios no Brasil. - Bedenk een antwoord op de volgende vraag: is het vandaag nog mogelijk etnieën te vinden die nooit contact gehad hebben met de hedendaagse Westerse beschaving? Je kunt alvast hier een kijkje nemen: http://www.indigenouspeoples.nl/ site3/pages/voorlichting/Dossiers/ DossierINdBrazilie.htm http://www.uncontactedtribes.org/ fotosbrazilie http://www.osriosprofundos.org/
8 2.2. France antarctique, de eerste Franse kolonie Ook de Franse zeevaarders werden aangetrokken door de rijkdommen van Brazilië. Ze dreven er handel en werden tamelijk goed ontvangen door de inheemse bevolking. In de 16de eeuw was de stad Rouen een van de centra die handel voerden met Amerika, meer bepaald in het befaamde rode brazielhout, dat als kleurstof gebruikt werd bij het maken van wandtapijten. In 1550 gaat de blijde intrede van Hendrik II van Frankrijk in Rouen gepaard met allerlei festiviteiten: een groep Tupinamba en als indiaan verkleedde Fransen wordt geïnstalleerd op het eiland Lacroix, een eiland in het midden van de Seine. Op 14 augustus 1555 vertrekt vanuit de Franse havenstad Dieppe een expeditie onder leiding van Nicolas Villegagnon met als doel het oprichten van een Franse kolonie. De Fransen beslissen om zich te vestigen op Fort Coligny, een eiland genoemd naar de geldschieter van de expeditie: admiraal de Coligny.
Dit eiland ligt aan de ingang van de baai van Rio de Janeiro in een deel van Brazilië dat de Portugezen nog niet bezet hadden. De Franse handelaars ruilen met de Tupinikin brazielhout tegen metalen werktuigen, hemden of glazen parels. De kapelaan die vanuit Europa met Villegagnon was meegereisd heet André Thévet. Deze geestelijke moet na een schamele tien weken ter plaatse alweer naar huis omdat hij ziek geworden was. Twee jaar later, in 1557, publiceert hij Singularités de la France antarctique (Bijzonderheden van France antarctique). Het werk, een van de eerste in het genre, draagt bij tot een betere kennis van de fauna en flora van het land en van de gewoonten van de Tupinamba. De verwonderde Europeanen ontdekken maniok, ananas, de toekan en cashewnoten dankzij de eenenveertig houtsneden die het succes van het boek garanderen. Doordat er verdeeldheid ontstaat tussen de kolonisten zal France antarctique slechts vijf jaar bestaan. De reden voor de onenigheid zijn de godsdienstoorlogen die ondertussen in alle hevigheid woeden in Europa.
Villegagnon was oorspronkelijk lutheraan, maar bij zijn bekering tot het calvinisme wilde hij zijn nieuwe godsdienst aan de gemeenschap van Fort Coligny opleggen. Er ontstaat een opstand en in de verwarring wordt de kolonie in 1560 ingenomen door de Portugezen. Hiermee wordt er de facto een einde gemaakt aan de Franse aanwezigheid in Brazilië.
> Verenmantel, Tupinamba. KMKG AAM05783.
Wie was Jean de Léry? Jean de Léry werd in 1534 geboren in Bourgondië. Hij was van bescheiden komaf en ging eerst in de leer als schoenmaker. Zijn bekering tot het calvinisme opent voor hem plots vele deuren. De Léry vlucht naar Genève en in 1556 maakt hij deel uit van een groep van veertien calvinisten die naar de jonge Franse kolonie gestuurd wordt met de bedoeling de kolonisten te verzoenen en terug te brengen tot het ware geloof. Nicolas Villegagnon slaagde er immers niet in de rebellie te kalmeren. Bij zijn terugkeer in Frankrijk wordt De Léry dominee en in 1578, 20 jaar na zijn reis, publiceert hij in Genève Histoire d’un voyage faict en la terre du Brésil (Relaas van een reis gemaakt in het land van Brazilië). In 1613 sterft hij aan de pest.
Het boek van Jean de Léry is belangrijk omdat het waardevolle informatie geeft over het leven bij de Tupinamba. Daarnaast is het ook een literair werk geschreven tegen de achtergrond van
9 de godsdienstoorlogen in Europa. Hij vergelijkt de wreedheden die daaruit voortvloeiden met het kannibalisme van de indianen. Het werk past dan ook perfect binnen de literaire context van het 15de-eeuwse Frankrijk. Net zoals zijn tijdgenoot Rabelais maakt De Léry karikaturen van de Tupinamba: goedlachse indianen.
De klas aan het werk: Secundair onderwijs Jean de Léry aan het woord: ‘[…] Bovendien hebben ze de gewoonte om bij alle jongens vanaf hun kindertijd de onderlip vlak boven de kin te doorboren. In het gat draagt iedereen gewoonlijk een mooi gepolijst bot, wit als ivoor. Het doet denken aan een van die kleine kegels waarmee men op tafel speelt door ze te laten tollen. Het puntige uiteinde steekt zo’n duimbreed of twee vingers uit en zit vast tussen het tandvlees en de onderlip. Ze kunnen het bot naar eigen goeddunken dragen
of eruit halen. […] […] Daarenboven schilderen onze Brazilianen vaak het lichaam in bonte kleuren. Ze maken, gewoonlijk met het sap van een vrucht die ze ‘genipat’ noemen, vooral dijen en benen zo zwart, dat je zou denken dat ze zwarte priesterkousen droegen als je hen van op een afstand zag. De zwarte kleurstof van dit sap kleeft zodanig op hun huid dat ze zich in het water kunnen wassen zo vaak ze willen, het komt er pas na tien of twaalf dagen af. […] […] Wanneer onze Brazilianen ten oorlog trekken […], doden ze op plechtige wijze een gevangene om hem op te eten. Om beter voor de dag te komen en moediger te lijken, wikkelen ze zich in stoffen en dragen hoofddeksels, armbanden en andere sieraden uit groene, rode, blauwe en anders gekleurde veren die natuurlijk, eenvoudig en van een grote schoonheid zijn. Zodanig dat, eens de veren uitgezocht, gemengd en met minuscule stukjes riet en katoendraad stevig aan elkaar vastgebonden zijn, geen enkele Franse ambachtsman ze beter kan bewerken of handiger naaien. Je zou denken dat de gewaden die
ervan gemaakt worden van hoogpolig fluweel zijn. Op dezelfde manier maken ze de versiering van hun zwaarden en houten strijdknotsen die even rijk gedecoreerd zijn met die pluimen die zo goed geschikt en gebruikt zijn. Het is fantastisch om te zien. […]’ Uit: Jean de Léry, 1578, Histoire d’un voyage faict en la terre du Brésil, hoofdstuk 8, p. 216 & 222 (vertaling C. Willemen).
- Heeft de auteur werkelijk indianen ontmoet? Is hij neutraal? Koestert hij vooroordelen tegenover deze mensen die hij voor de eerste keer ontmoet? De foto’s en objecten op de tentoonstelling zullen je helpen bij het beantwoorden van deze vragen. - De Léry beschrijft de fysieke verschijning van de indianen tot in detail. Stel een lijst op van alle lichaamsversieringen die in de tekst beschreven worden. Maak tijdens je bezoek aan de tentoonstelling een tweede lijst met versieringen die de indianen vandaag dragen. Vergelijk de twee lijsten: zien de indianen er vandaag nog hetzelfde uit als in de
16de eeuw? - In de klas: voer een debat over stijlen en trends: zijn die belangrijk voor jongeren? Zijn kleding en sieraden een middel om je identiteit vorm te geven, om tot een groep te behoren?
3. Brazilië in de wereld, de wereld in Brazilië
De inheemse volkeren van wat de westerse wereld Brazilië genoemd heeft, naar het kostbare brazielhout dat alleen daar te vinden was, kenden noch schrift, noch steen- of metaalbewerking, maar ontwikkelden hun culturen over minstens 20 000 jaar totdat de pletwals van de kolonisatie grote delen ervan vernietigde. De 3 à 6 miljoen indianen die de Europeanen in 1500 aantroffen, waren te verdeeld om in één klap te worden veroverd in tegenstelling tot de Inca’s in Peru of de Azteken in Mexico. De indianen van Brazilië werden dus langzaam vernietigd door ziekten en door de stelselmatige bezetting van hun gebieden zodat hun cultuur, die onlosmakelijk verbonden is met de natuur die hen omringt, zelf bedreigd werd. Ten slotte werden velen opgenomen in de nieuwe bevolking die Brazilië uitmaakt. Volledige groepen zijn zo ‘uitgestorven’ omdat hun cultuur niet meer te onderscheiden is van de
grootste gemene deler. Alleen met veel geduld kunnen we enkele fragmenten van de geschiedenis van de Braziliaanse indianen opnieuw in elkaar puzzelen. De grote kracht van Brazilië is zijn bevolking. Zelfs Cabral en zijn kornuiten hadden bij de ontdekking weinig aandacht voor de natuurlijke rijkdommen van het ‘Land van het Ware Kruis’, maar zagen het voornamelijk als missiegebied.
3.1. Indianen in het westerse denken. Onbekend is onbemind?
Bij het openbreken van de wereld als gevolg van de grote ontdekkingsreizen kwam er een hoop nieuwe informatie naar het ‘oude Europa’ en de ‘anderen’ die men in de Nieuwe Wereld aantrof, moesten een plaats krijgen in het heersende eurocentrische wereldbeeld: Europa, wieg van de beschaving. De spullen en verhalen die de ontdekkingsreizigers mee naar huis brachten, deden de fantasie van de Europeanen op hol slaan, maar er groeide ook een zekere angst bij het
zien van al die vreemde rijkdommen. Europa moest zichzelf en zijn positie in de wereld grondig herdenken om het kolonialisme te kunnen verantwoorden. Men wilde de andere niet leren kennen, maar de eigen superioriteit bevestigd zien. Zelfs de knapste koppen van de tijd konden en wilden niet buiten het Europese denkkader denken. Naar de mening van de indianen werd nooit gevraagd. De eerste getuigenissen: Pêro Vaz de Caminha en Hans Staden Pêro Vaz de Caminha was de eerste die de inwoners van Brazilië beschreef. Zijn brief was zeer belangrijk voor de manier waarop het Westen eeuwenlang zou blijven kijken naar de indianen. Hij schreef onder andere dat hij ervan overtuigd was dat de inheemse bevolking (de natuurlijken) mooier, sterker en gezonder waren dan de westerlingen. De Caminha vergeleek de inheemse bevolking met wilde dieren in al hun kleurenpracht: exotisch en mooi, maar te temmen.
10 ‘[…] Die nacht werden ze heel goed behandeld, niet alleen met lekker voedsel, maar ook met een bed met matras en lakens, om ze makkelijker te kunnen temmen. […] […] Ze zijn gefrustreerd en onwetend, daarom zijn ze zo wild. Maar desondanks zijn ze zeer verzorgd en proper. Daardoor lijken ze op vogels of wilde dieren aan wie het buitenleven mooiere pluimen en vacht geeft dan aan gedomesticeerde dieren. […]’ Uit de brief die Pêro Vaz de Caminha schreef aan Emanuel I van Portugal. J. Penjon en A.-M. Quint, 1992, Lisbonne hors les murs 1415-1580. L’invention du monde par les navigateurs portugais, Paris, p. 183 en 189 (vertaling C. Willemen).
De indianen werden getypeerd als onschuldig en snel onder de indruk. De westerlingen kwamen de inheemse bevolking beschaven voor hun eigen bestwil. En dat was nodig, want er was een enorme schaduwzijde aan deze idylle. Naast de vrolijkheid en liefde voor feesten die verschillende Europese reizigers de inheemse bevolkingsgroepen toedichtten, waren de westerlingen
11 ook getuige van het kannibalisme van bijna alle stammen en de grote rivaliteit die er tussen de verschillende groepen heerste. Oorlogszucht en het eten van mensen maakten van de indianen baarlijke duivels. Toen duidelijk werd dat de Europeanen gekomen waren om zich met de traditionele gang van zaken in de dorpen te mengen, keerde de woede van de indianen zich tegen de blanken. Ze waren immers niet van plan de roof en onderdrukking van hun mensen zomaar te ondergaan. Sommige vochten lang en hard, terwijl andere groepen zich terugtrokken in het dichte woud, waar ze vandaag nog steeds wonen. In Europa groeide het beeld van de ongetemde en wreedaardige indiaan door de verspreiding van ooggetuigenverslagen. Een van de eerste was het boek van de Duitse ontdekkingsreiziger Hans Staden.
Gravure uit het boek van Hans Staden < Bron: http://commons.wikimedia.org/wiki/ File:Cannibals.23232.jpg?uselang=de
Wie was Hans Staden? In 1552 werd Hans Staden een tijdlang vastgehouden in een Tupinambadorp. Hij was daar getuige van de kannibalistische praktijken van dit volk en berichtte er uitvoerig over in zijn bestseller Warhaftige Historia und beschreibung eyner Landtschafft der Wilden Nacketen, Grimmigen Menschfresser-Leuthen in der Newenwelt America gelegen (Waarachtig verhaal en beschrijving van een land van wilde, grimmige, mensenetende mensen gelegen in de Nieuwe Wereld, Amerika - 1557) voorzien van veel gravures om het geheel nog aanschouwelijker te maken.
Het rituele karakter van het kannibalisme is onvergefelijk in christelijke ogen. De indianen eten immers geen mensen omdat ze honger hebben, maar uit wraakzucht (oog om oog, tand om tand). Dieren hebben nog het voordeel dat ze uit instinct reageren – mensen hebben die luxe niet, die hebben de Rede. Vanuit westers oogpunt was Brazilië een vagevuur: een plaats om je zonden af te branden. Portugal probeerde dan ook het land te bevolken met veroordeelde criminelen en prostituees die in het thuisland niet meer welkom waren. Ze kregen er ‘een tweede kans’. De nobele wilde. Jean-Jacques Rousseau versus Charles Darwin. Naar aanleiding van de ontdekking van Amerika ontstaat in het Europa van het einde van de 16de eeuw het concept van de ‘nobele wilde’. De basisideeën werden neergepend door de Franse denker Michel de Montaigne (1533-1592). Latere Franse filosofen, Denis Diderot (1713-1784), Voltaire (1694-1778) en vooral Jean-Jacques Rousseau (1712-1778), werkten het idee verder uit. Dit zijn allen
belangrijke filosofen uit de periode van de Verlichting. Rousseau schreef in 1755 Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes, vertaald als Het vertoog over de ongelijkheid.
> Bron: http://commons.wikimedia.org/wiki/ File:DOI_Rousseau.jpg?uselang=fr
[…] Als de natuur ons heeft voorbestemd om gezond te zijn, durf ik bijna zeker te stellen dat de toestand van nadenken een tegennatuurlijke toestand is, en dat de mens die nadenkt een ontaard dier is. Als we aan de goede gesteldheid van de Wilde Mensen denken, althans van díe wilden die wij niet met onze
12 sterke drank te gronde hebben gericht; als men beseft dat zij bijna geen andere ziekten kennen dan verwondingen en ouderdom, is men ten zeerste geneigd te geloven dat men, door de geschiedenis van de burgerlijke maatschappijen te volgen, tevens de geschiedenis van de menselijke ziekten beschrijft. […] J.-J. Rousseau, 1755, Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes, http://verbodengeschriften.nl/doc/ Vertoog%20over%20de%20ongelijkheid. doc Het principe achter het concept van de nobele wilde is eenvoudig: natuur versus cultuur. De primitieve mens kent geen bezit, taal of schaamte. Hij leeft in volmaakte onschuld in een paradijs zonder ingewikkelde clan- of familieverbanden; de mens is ‘radicaal onafhankelijk’. Niemand voelt de drang zich te profileren als ‘beter’, ‘rijker’ of ‘sterker’ dan de ander. De uitvinding van de landbouw en later de metaalbewerking is het begin van het einde van deze perfecte staat van zijn. Bezit en het verzamelen daarvan veronderstellen bepaalde
machtsverhoudingen die ondersteund moeten worden met wapengekletter. Cultuur of maatschappij (samen-leving) oefent druk uit op het individu dat dus trucs zoals leugens, achterbaksheid en schaamte moet uitvinden om zich staande te houden. […] door zich aan te passen aan de maatschappij en slaaf te worden, wordt hij zwak, vreesachtig, kruiperig, en zijn verwekelijkte en verwijfde manier van leven verzwakt uiteindelijk tevens zijn kracht en moed. […] J.-J. Rousseau, 1755, z.p. Ook vandaag lopen sommige film- en televisiemakers nog in de val door een eenzijdig beeld op te hangen van niet-westerse volken. Ze stellen dat ‘natuurvolkeren’ dichter bij het ideaal van de onbezoedelde mens leven en dus een model zijn om na streven, om van te leren. De nobele wilde is een museumstuk om aan te gapen en liefst zo ver mogelijk van de verwezenlijkingen van de moderniteit te houden. Dus geen auto’s, televisies en telefoons voor hem, maar ook geen medicijnen of onderwijs.
Rousseau maakte enkele scherpe analyses en we mogen zijn ideeën zeker niet vergeten, maar het is altijd opletten geblazen praktische toepassingen te vinden voor een filosofische theorie. Het is een uitgangspunt voor verdere discussie – en dat mag iets creatiever dan Voltaires ’belachelijk!’. Ten tijde van de industriële revolutie verandert het westerse standpunt tegenover deze ‘gelukzaligen’. In Europa groeit het besef dat welvaart, geluk en vooruitgang van een samenleving onlosmakelijk verbonden zijn met hard werken en technologische vooruitgang. De wereld wordt gesplitst in ‘zij die mee zijn’ en de achterblijvers.
De bijdrage van Charles Darwin Toen Charles Darwin (1809-1882) in 1859 zijn magnum opus On the origin of species (Over het ontstaan van soorten) publiceerde, werd de theorie van de natuurlijke selectie door sommigen nogal breed opgevat. Het oorspronkelijke idee is dat soorten voortdurend evolueren door zich aan te passen aan de leefomgeving. De dieren die het best zijn aangepast, overleven en geven hun genen door aan de volgende generaties.
Het biologisch wetenschappelijke argument van het ‘voortbestaan van de best aangepaste’ (survival of the fittest) is in geen geval te verwarren met het ‘recht van de sterkste’. Toch is net dát wat verschillende laat 19de-eeuwse denkers doen. Ze opperden dat het geïndustrialiseerde Westen een evolutionaire trap hoger stond dan niet-westerse (niet-geïndustrialiseerde, niet-christelijke) beschavingen. Het sociaal darwinisme werd gebruikt om de westerse overheersing van vreemde continenten goed te praten.
13 1822: Onafhankelijkheid In de periode vlak na de Braziliaanse onafhankelijkheid stond de indiaan symbool voor vrijheid. Heel wat families veranderden hun achternaam in iets wat meer indiaans (dan Portugees) klonk. Tegen het midden van de 19de eeuw speelde het nieuwe gedachtegoed van de romantiek hier gretig op in door verschillende indianenvolkeren te bestuderen en op te hemelen. Zo verschenen er een woordenboek van de taal van de Tupi en tal van romans met indianen als helden-hoofdpersonages zoals Iracema en O Guarani van José de Alencar, beide uit 1857 (en jammer genoeg bijna onvindbaar in het Engels, Nederlands of Frans). > Van het boek O Guarani van De Alencar zijn een opera, een toneelstuk, twee
Bron: http://www.movieposterdb.com/ poster/447adfef
Het ideaal van de nobele wilde herleefde, ook al hielp het de indianen geen sikkepit vooruit. Het was de ‘idee’ van de indiaan die de moderne mens aansprak en niet de harde realiteit. De inheemse volkeren werden nog steeds onderdrukt, genegeerd en soms zelfs tegen hun wil ingelijfd in het leger. De nieuwe golf Europese immigranten organiseerde strafexpedities tegen de lokale bevolking ter vergelding van de hevige indiaanse reactie op de bezetting van hun land. De nieuwe tochten stonden onder leiding van de zogenaamde bugreiros, mannen gespecialiseerd in het jagen op indianen. In 1850 werd dan eindelijk een wet gestemd die de inname van indiaanse gronden verbood evenals het plunderen en onteigenen van hun gebieden en gedwongen vertrek.
televisieseries en verscheidene films gemaakt. Dit is de poster van de filmversie uit 1979.
Op het moment van de onafhankelijkheid (1822) wordt het aantal indianen op zo’n 360 000 geschat. Tegen 1900 bleef daarvan nog een 100 000tal over. Pas
in 1910 probeerde men het tij te keren door de oprichting van de Serviço de Proteçao ao Índio (SPI). Het doel van deze organisatie was de integratie van de indianen in het economische weefsel van het land door van hen zelfredzame landbouwers te maken. De overheid en academici hadden de mond vol van de ‘maakbare’ indiaan: voor zijn eigen bestwil moest hij zich aanpassen aan de moderne maatschappij en zijn eigen cultuur opgeven omdat die toch achterhaald was. Het initiatief kwam net te laat, de interesse voor de inheemse bevolking was alweer doodgebloed en de fondsen droogden op. De sociaal darwinistische mode die dicteerde dat er inferieure en superieure rassen bestonden, waaide over vanuit Europa en in academische kringen was het bon ton om te zeggen dat al die rassenvermenging het Braziliaanse bloed slechter maakte. De barbaarse rassen, bloeddorstige indianen en onbetrouwbare Afrikanen, verpestten namelijk het zuivere blanke bloed. Men ging zelfs zo ver te stellen dat infectieziekten veroorzaakt en doorgegeven werden door al dat ‘slechte
bloed’. Ook gingen er stemmen op het rechtssysteem aan te passen omdat ‘barbaren’ en ‘wilden’, net zomin als kinderen en mensen met dementie, verantwoordelijk gesteld konden worden voor hun daden. Anderen zagen in de vermenging van het bloed dan weer de oplossing voor het rassenprobleem: tot aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog bleef men geloven dat het Braziliaanse volk vanzelf weer blank zou worden als men maar bleef mengen. Na 1918 stapte men gelukkig van deze zienswijzen af en werd net de veelkleurigheid van het volk als hét kenmerk van Brazilië aangenomen. Die bonte mengelmoes is het gevolg van de eeuwenlange vermenging van mensen en culturen waaruit een nieuwe, sterke cultuur is ontstaan.
14 Modern onderzoek. Antropologie Het Westen is altijd aangetrokken geweest door andere oorden en culturen, maar ging er meestal heen met een bepaald doel: christianisatie, grondstoffen of vlucht uit de miserie. In de 20ste eeuw krijgt de antropologie meer aanzien. Een antropoloog is iemand die mensen bestudeert. En deze wetenschap wil een tegengif bieden voor het oude zwart-witdenken: primitiefbeschaafd en natuur-cultuur. Hoe deze culturen dan wel geïnterpreteerd moeten worden, hangt af van welk soort antropoloog je voor je neus krijgt. Er zijn namelijk talrijke deelgebieden binnen deze wetenschappelijke discipline, van culturele tot biologische antropologie. De werkwijze van deze onderzoekers is sterk ervaringsgericht. Ze gaan bij zogenaamde primitieve volkeren wonen om hen te observeren. Dit noemen we veldwerk. De onderzoeker houdt een dagboek bij en analyseert de gegevens op een zo wetenschappelijk mogelijke manier. Het doel is niet om tussen te komen in de levensstijl van deze mensen, maar om deel te nemen aan hun dagelijkse leven om hen beter te kunnen begrijpen.
Wie was Claude Lévy-Strauss? De Franse denker Claude LévyStrauss (1908-2009) was een bekende antropoloog die onderzoek deed bij de autochtone bevolking van Brazilië. Samen met zijn vrouw verrichtte hij veldwerk bij de Guaycuru, Bororo, Nambikwara en Tupi-Kawahib. Zijn ervaringen schreef hij neer in het boek Triste tropiques (vertaald als Het trieste der tropen, 1955). Vergis je niet, ook op de antropologische werkwijze is veel kritiek te geven.
Een Belgische onderzoeker die zich specialiseerde in de Braziliaanse indianen is Gustaaf Verswijver. Van 1974 tot 1991 verbleef hij lange periodes bij de Kayapó en leerde zo hun gebruiken en geschiedenis kennen als geen ander. Hij is vandaag verbonden aan het Africamuseum als cultureel antropoloog en is curator van de tentoonstelling Indios no Brasil.
Tot slot Zelfs vandaag blijft het nog steeds moeilijk te ontsnappen aan een te makkelijke en eenzijdige voorstelling van ‘de ander’. Belangrijk is dat je beseft dat het alleen mogelijk is de ander te begrijpen als je jezelf begrijpt. Als je stevig in je eigen cultuur zit, heb je een punt van vergelijking. De grote val die te allen tijde te vermijden is, is die van het waardeoordeel: respectievelijk wij, of de ander, zijn ‘beter’. Ook moet je goed voor ogen houden dat veel indiaanse groepen helemaal geen ‘primitieve’ ‘stammen’ zijn die ver van de ‘beschaving’ wonen in volmaakte harmonie met de natuur, maar mensen die actief deelnemen aan de Braziliaanse maatschappij. Mensen die elke dag gaan werken en van wie de kinderen naar school gaan. Het is gevaarlijk een label op mensen te kleven, zeker als je hun meningen en opvattingen totaal negeert. En dat is net wat denkers eeuwenlang probeerden te doen.
15 De klas aan het werk: Lager onderwijs De moraal van het verhaal Verhalen zijn niet alleen leuk, maar leren ons ook iets over de wereld rondom ons, ze bieden een venstertje waardoor we naar de wereld kunnen kijken. De indianen vertellen elkaar over het ontstaan van de nacht, over hoe de mensen aan vuur zijn geraakt en waar we vandaan komen. De geschiedenis is als een verhaal dat verschillende mensen tegelijk aan het vertellen zijn. Hieronder lees je het begin van het verhaal van de jaguar en de geitenbok. Verdeel de klas in groepjes en laat elk groepje een eigen einde aan de fabel breien. Vergelijk het met het echte verhaal dat je hier kunt lezen: http://www.beleven.org/ verhaal/de_jaguar_en_de_geitenbok. Wat willen de indianen hier eigenlijk vertellen? Een jaguar wilde wel eens een huis bouwen; hij zocht een plek uit, rooide het bos en was van plan de volgende
dag te beginnen met bouwen. Een geitenbok die ook van plan was een huis te bouwen, kwam langs de plek waar de jaguar al had gerooid en sprak: “Bravo! Wat een mooie plek om mijn huis te bouwen!” De geitenbok sneed direct een paar gevorkte takken af en stak die op de bewuste plaats in de grond en vertrok. De volgende dag kwam de jaguar terug en toen die de gevorkte takken ontdekte, zei hij: “O, wie helpt me daar! Bravo! Het is God die me helpt.” Hij legde vervolgens de balken in de vorken en ook de dakbalken en ging weg. Toen de geitenbok opnieuw kwam verwonderde hij zich en zei: “O, wie helpt me?! Het is God die me helpt.” Hij legde de daklatten op hun plaats en ging weg. Toen de jaguar kwam, was die nog meer verbaasd. Hij legde niettemin de pannen neer, maakte de afdekking en ging weer weg. De geitenbok kwam en dekte nog beter af. Zo waren ze, elk op hun manier, druk bezig en maakten het huis af. Toen het klaar was, kwam de jaguar, maakte zijn bed op en ging erin liggen. Direct
daarna kwam de geitenbok en toen hij de ander zag, riep hij: … Secundair onderwijs Klasdebat Splits de klas in drie groepjes en zoek een antwoord op de volgende vragen. Achteraf worden de argumenten naast elkaar gelegd. Bescherming of integratie? - Legt de Braziliaanse overheid een heleboel wetten en beperkingen op aan de bevolking om de inheemse bevolking te beschermen? - Als we eerlijk zijn, komt de traditionele levenswijze van de indianen ons dan niet goed uit net nu natuurbehoud en de bescherming van onze planeet helemaal in de mode zijn? - We hebben veel te leren: de opwarming van de aarde, kernenergie en het gat in de ozonlaag zijn maar enkele voorbeelden van hoe het rijke Westen zijn best doet de planeet kapot te maken. Is het dan geen troost voor de moderne mens te weten dat het ‘eenvoudige’ leven nog bestaat? - Stimuleert de Braziliaanse overheid
ontwikkelingsinitiatieven voor de indianen omdat ze wil dat deze groep zich economisch ontwikkelt? En steunt ze scholingsprojecten zodat de indianen mondiger zouden worden? - Wat willen de indianen? Eeuwenlang werden ze als derderangsburgers beschouwd, maar dankzij de moderne media en de aandacht van de internationale gemeenschap zijn deze groepen actiever dan ooit. De indianen gebruiken de nieuwe media om de wereld bewust te maken van de problemen waarmee ze te maken krijgen. Maar nu bestaat het risico dat deze internationalere manier van werken ervoor zal zorgen dat hun folklore verloren zal gaan, of niet?
16 3.2. Métissage en de Braziliaanse identiteit Brazilië bleek een levende schatkist aan grondstoffen: exotische dieren, tropisch hout, goud, uitgestrekte gronden voor koffie- en suikerteelt, noem maar op. Algauw werd duidelijk dat de inheemse bevolking alleen niet voldoende was om de koloniale machine draaiende te houden zodat er Afrikaanse slaven moesten worden ingevoerd om het vuile werk te doen. De eeuwenlange vermenging van Afrikaans, indiaans en westers bloed creëerde een bonte mengeling van mensen. Tot in de 20ste eeuw werden immigranten uit de hele wereld aangetrokken met de belofte van werk en een beter leven. Onder andere Zwitsers, Italianen, Duitsers, Japanners en Arabieren gooiden zich in de Braziliaanse smeltkroes. Vandaag is deze vermenging, of métissage, onderwerp van verwondering en studie. Bandeirantes en Afrikanen. Alle kleuren van de regenboog In de 15de en 16de eeuw vormde zich onder de kolonisten een nieuwe groep: de
bandeirantes. Voornamelijk afkomstig uit São Paulo, de zgn. Paulistas, en meestal van gemengd bloed, joegen ze op de zogenaamde ‘zwarten van het land’, indianen die ingezet werden als slaven. Daarnaast ontsloten ze door hun ‘ontdekkingstochten’ door het binnenland van Brazilië ook een groot stuk van het land. Door roof, ziekte en vlucht slonk de voorraad indianen zienderogen, dus werd een aantal koninklijke besluiten verordend die stelden dat de inheemse bevolking geen slaven konden zijn. De Europeanen moesten dus op zoek naar een alternatief dat werd gevonden in Afrika, eerst in de Golf van Guinea, en vanaf 1575 in Angola. De beestachtige behandeling van de slaven en het zware werk dat ze moesten verrichten, beperkte hun productieve periode tot zo’n 5 à 8 jaar. Na verloop van tijd werd de houding van de bazen menselijker, maar het principe van de slavernij (van Afrikanen, niet van indianen!) werd nooit in vraag gesteld. De Afrikanen leerden Portugees en namen de religie van hun meesters over. Uiteindelijk gingen de slaven en hun kinderen zich met Brazilië
identificeren. Slechts een enkeling eiste de terugkeer naar het moederland, de overgrote meerderheid wou vrij zijn in Brazilië als Braziliaan.
Wie was Jean-Baptiste Debret? Jean-Baptiste Debret (1768-1848) was een Franse schilder die woonde en werkte in Brazilië. Hij schilderde het leven en de mensen van zijn tijd zoals hier waar hij verschillende zwarte vrouwen in westerse kledij afbeeldt.
> Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/File:E70_ p22.jpg
Naast te weinig geschikt inheems werkvolk was er in de groeiende kolonie van bij het begin een tekort aan vrouwen. De Portugese kroon probeerde wel vrouwen naar de kolonie te sturen, o.a. als straf voor prostitutie. In afwachting daarvan knoopten de kolonisten relaties aan met inheemse vrouwen. De kinderen die daaruit voortkwamen werden caboclos, of ‘koperkleurigen’ genoemd en waren het startsein voor de opbouw van een veelkleurige samenleving. Ook al definieert de Braziliaanse bevolking zich vandaag nog steeds als blank, zwart of indiaan, er zijn talloze schakeringen mogelijk. Naargelang de mix die door je aderen stroomt, krijg je een andere naam. Zo zijn er naast caboclos of mamelucos (blank en indiaan) ook nog brancos, pardos, mulatos of murenos (blank en Afrikaan) en cafuzos (indiaan en Afrikaan). En alle kleuren daar tussenin, dat spreekt vanzelf.
17 « Brazilianisering » In de 18de eeuw groeit er een hecht nationaliteitsbesef bij de heterogene Braziliaanse bevolking: iedereen voelt zich Braziliaan. Let wel: dit betekent niet dat er geen racisme was. Iedereen werd verondersteld zijn plaats in de maatschappij te kennen en ook op die plaats te blijven. Acculturatie, waarbij een volk door intense contacten met een ander volk bepaalde cultuurelementen overneemt, is echter niet tegen te houden. In de regio Nordeste, waar van oudsher de suikermolens gevestigd zijn en dus een grote concentratie Afrikanen aanwezig is, zijn heel wat gebruiken van de Afrikaanse slaven het dagelijkse leven binnengeslopen.
Wat is feijoada? Feijoada is een Portugese stoofpot van bonen en goedkoop vlees zoals de poten en oren van varkens. Dit voedsel was vaste kost voor de slaven en groeide uit tot het nationale gerecht van Brazilië. Een recept vind je hier: http://www.braziltravelnet.com/feijoada.html, maar er zijn wel meer variaties.
Zelfs de godsdienst slorpte Afrikaanse elementen op. Candomblé is een belangrijke Braziliaanse religieuze beweging die elementen van het katholicisme vermengt met traditionele Afrikaanse rituelen. De Portugezen brachten olijfolie, wijn, wapens en een bepaalde manier van leven mee (opera, theater, luxe, …), terwijl de Hollanders het gebruik van boter, bloem, gezouten vlees en vis toevoegden. En zo bracht elk volk wel een stukje van thuis mee naar de kolonie waar het werd opgenomen in het grote geheel.
En de indianen? Natuurlijk hebben de indianen, naast de Europeanen en de Afrikanen, een uiterst belangrijke invloed gehad op het land en zijn mensen. Ze bepaalden het ritme van het leven: trager dan in Europa en met andere prioriteiten. Naar het voorbeeld van de inheemse bevolking liepen de kolonisten op blote voeten, gingen jagen voor hun plezier, gebruikten ze de inheemse geneeskrachtige planten en aten het lokale voedsel zoals wild, vruchten en wortels. Veel producten die vandaag vaak gebruikt worden in de Braziliaanse keuken zijn voedingswaren waarvan de indianen het gebruik aan de westerlingen leerden. Denk maar aan tapioca, maniok, aardappelen, maté of guaraná.
Wat is maniok? Maniok of cassave is een eetbare wortelknol die gegeten wordt als groente. Oorspronkelijk komt hij uit Brazilië, maar vandaag wordt hij vaak gegeten in heel Zuid-Amerika en Afrika. Ook in België kun je hem in bepaalde winkels vinden.
> Bron: http://kim-thomas.blogspot. com/2008/06/wonderful-world-of-cassava. html
18 De indianen leerden de Europeanen ook omgaan met het land, hoe het te bewerken en er de vruchten van te plukken. En dat was nodig, want men had een land op te bouwen naar westers model. Zelfs in de architectuur is in het kleurgebruik en de motieven de inheemse invloed te ontwaren. Toch blijft de inheemse bevolking enigszins in de marge en wordt ze door grote delen van de Braziliaanse bevolking als achtergesteld en arm beschouwd. Veel Brazilianen geloven immers dat de indianen de economische vooruitgang in de weg staan omdat ze stug vasthouden aan hun tradities en verleden. Anderen koketteren dan weer met hun indiaans verleden door juwelen te dragen die door traditionele gemeenschappen gemaakt werden of door gevlochten manden of hoofdtooien als versiering aan de muur te hangen. Spijtig genoeg ís het wel zo dat de meeste van deze gemeenschappen zeer arm zijn. Het tegendeel kan evenwel ook waar zijn: zo verdienen de Kayapó miljoenen dollars aan de mijnbouw- en houtkapvergunningen die ze aan grote
bedrijven verkopen. In ieder geval is het heel moeilijk om alle indiaanse volkeren onder één noemer te brengen. En ook al doen de moderne stadsbewoners laatdunkend over de indiaanse bevolking, deze groepen zijn zeer bepalend geweest in de ontwikkeling van de Braziliaanse samenleving.
De klas aan het werk: Lager onderwijs Voor spek en bonen De Braziliaanse keuken is een mengelmoes van plaatselijke gewoonten en buitenlandse invloeden. Haal dus maar de schorten en pannen boven, dan maken we samen iets lekker Braziliaans! Inspiratie kan je hier vinden: http:// brazilianrecipes.org/. Ondertussen drinken we daar een frisse caipirinha bij, zowat het nationale drankje van Brazilië. Volwassenen mogen dit met cachaça drinken, een alcohol gemaakt van suikerriet. Voor jullie hebben we nog iets beters!
Dit heb je nodig: 1 onbespoten limoen, goed gewassen en in kleine blokjes, 2 eetlepels rietsuiker, 3 à 4 eetlepels gemalen ijs, 1/8 l ijskoude ginger ale (bv. Canada Dry), 1 schijfje limoen om af te werken. Doe de limoenblokjes en de rietsuiker in een breed glas en kneus alles flink met een stampertje of een houten lepel tot de suiker oplost in de limoen. Voeg het ijs toe en vul het glas verder aan met de ijskoude ginger ale. Versier het glas ten slotte met het schijfje limoen. Saúde! Regenboogklasjes Ook al zijn jij en al je klasgenootjes waarschijnlijk Belg, het is best mogelijk dat de mama’s, papa’s, grootouders of nog verdere familie ooit ergens anders vandaan kwamen. Maak een grote wereldkaart en teken je portret, of schrijf je naam, in het land/de landen waar je wortels hebt. Teken of schrijf er dan bij wat je familie naar België meebracht. Misschien is het wel iets om te eten, een speciaal feest dat de anderen niet kennen, of een mooi verhaal.
Secundair onderwijs Manifesto Antropófago, Oswald de Andrade, 1928 Oswald de Andrade (1890-1954) was een Braziliaanse dichter met een politieke pen. In 1928 publiceerde hij het Manifesto Antropófago, het ‘kannibalenmanifest’. Een manifest somt ondubbelzinnig in een aantal krachtlijnen een visie of idee op en is meestal politiek getint. In de vroege 20ste eeuw was het in artistieke kringen heel modieus om dergelijke manifesten op te stellen, elke vernieuwende kunststroming had er minstens eentje.
19
Bron: http://pt.wikipedia.org/wiki/ Ficheiro:Abaporu.jpg
Abaporu Abaporu is een schilderij gemaakt door de Braziliaanse kunstenares Tarsila do Amaral. Ze schilderde het in 1928 als een verjaardagsgeschenk voor haar toenmalige echtgenoot Oswald de Andrade. Die gebruikte het dan ook als illustratie voor zijn Manifesto Antropófago. De titel is afgeleid van de woorden aba en poru uit het Tupi-Guaraní. Samen betekenen ze zoveel als ‘de man die eet’. Het doek is vandaag een van de bekendste Braziliaanse kunstwerken.
De Andrade vat op een paar pagina’s de Braziliaanse geschiedenis samen en stelt dat de Brazilianen kannibalen zijn. De openingszin maakt dit meteen duidelijk: Enkel kannibalisme verenigt ons. Sociaal. Economisch. Filosofisch. De auteur bedoelt hier niet dat de Brazilianen letterlijk mensen eten, maar dat ze zich andere culturen eigen maken. Net zoals bepaalde primitieve culturen aan kannibalisme deden en doen omdat ze geloven dat ze de levenskracht van hun slachtoffers kunnen opnemen door hun vlees te eten, zo ook neemt de Braziliaanse maatschappij de krachten van andere culturen op om er sterker van te worden. De tekst is tamelijk moeilijk te lezen omdat hij vol dubbele bodems zit en toespelingen op de Braziliaanse geschiedenis. Een prachtig voorbeeld is volgende zin: Tupi or not Tupi that is the question. De auteur schreef hem in het Engels omdat hij niet te vertalen valt. Het is namelijk een zinspeling op ’to be or not to be, that is the question‘ (zijn of niet zijn, dat is de vraag) uit Hamlet, het beroemde toneelstuk van
William Shakespeare. De Tupi waren een inheemse bevolkingsgroep uit Brazilië en hun naam klinkt toevallig net als het Engelse to be. De Tupi waren ook notoire kannibalen: na een oorlog werden enkele krijgsgevangenen ritueel opgegeten om zo de kracht van de vijand op te nemen. Vandaag bestaan de Tupi als volk niet meer, maar zijn ze helemaal opgegaan in de grote Braziliaanse mengelmoes. Aan jullie nu! Ook al begrijp je misschien niet alles van wat er in de tekst staat, het is vrij duidelijk wat de auteur wil vertellen. En met de voetnoten die we er voor jullie bijplaatsten, zal hij al heel wat helderder worden. Lees de tekst een paar keer door en probeer een antwoord te vinden op de volgende vragen: - De Andrade wil een nieuw Brazilië. Eentje dat het koloniale verleden opstapelt alsof het om een legoblokje gaat. Nu is het tijd om zelf met die blokjes aan de slag te gaan. Zijn invalshoek is erg anti-christelijk, anti-Europees, anti-academisch en
anti-conservatief. Zoek voor elk ‘anti’ een voorbeeld in de tekst. - De auteur gebruikte een schilderij van zijn echtgenote ter illustratie van zijn tekst. Denk in groep na over de beelden die het manifest bij jullie oproept en zoek samen een nieuwe foto/tekening/schilderij. Je kunt er ook zelf één tekenen, of waarom maak je geen collage? - In een manifest zet je beknopt uiteen waar je in gelooft. Waar geloof jij in? Dat de natuur beschermd moet worden? Dat je op maandagen alleen rode dingen mag eten? Dat de wereld beter af zou zijn zonder regeringen? Zoek iets waarvan je overtuigd bent en schrijf je eigen manifest.
Bijlage 1 manifest (p.47-50)
20 Verder lezen: Primaire bronnen - DE ANDRADE, O., 1928, Manifesto Antropófago. • Portugees: http://www.lumiarte.com/ luardeoutono/oswald/manifantropof. html • Engels: http://www.scribd.com/ doc/50630407/Andrade-CannibalisticManifesto-annotated • Portugees/Frans: http://www.scribd. com/doc/38120060/Manifesteanthropophage-Manifestoantropofago-1928 - DE LÉRY, J., 1578, Histoire d’un voyage fait en la terre de Brésil, Paris. • Of: http://www.mafua.ufsc.br/ BT1730002.html - LEVY-STRAUSS, C., 2004, Het trieste der tropen, Amsterdam/Antwerpen. • Of: http://www.archive.org/details/ tristestropiques000177mbp (Engels) - PERO VAZ DE CAMINHA, 1500, in: PENJON, J. en QUINT, A.-M., 1992, Lisbonne hors les murs 1415-1580. L’invention du monde par les
•
-
•
-
•
navigateurs portugais, Paris, p. 171-192 Of: http://isc.temple.edu/evanson/ LASC050/Readings/PeroVaz.pdf (Engels) ROUSSEAU, J.-J., 1755, Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes, Paris. Of: http://verbodengeschriften.nl/ doc/Vertoog%20over%20de%20 ongelijkheid.doc WHITEHEAD, N. (ed.), 2008, Hans Staden’s true history: an account of cannibal captivity in Brazil, North Carolina. Of facsimile van de eerste editie op http://www.s4ulanguages.com/ staden.html
• Achtergrond - BENNASSAR, B. en MARIN, R., 2000, Histoire du Brésil, Paris. - CARELLI, M., 1987, Brésil. Epopée Métisse, Paris. - CHANDEIGNE, M. e.a., 1992, Lisbonne hors les murs. 1415-1580: l’invention du monde par les navigateurs portugais, Paris. - STOLS, E., 2002, Brazilië: vijf eeuwen geschiedenis in dribbelpas, Leuven/ Heusden. - VERSWIJVER, G., 1992, Kaiapó Amazonië. De kunst van de lichaamsornamentiek, Gent. - VERSWIJVER, G., 1996, Mekranoti: Living Among the Painted People of the Amazon, München/New York. - http://modules.quaibranly.fr/emalette/ : meer informatie over le bon sauvage (Frans)
• Romans - DE ALENCAR, J., 1857, O Guaraní, S.l.
4. de indianen en het woud
Een Kayapó ontstaansmythe vertelt dat lang, lang geleden de mensen in een wereld woonden zonder zon, maan, rivier of hemel. Op een dag zat een jager een reuzengordeldier op de hielen, maar het dier kon ontsnappen door een groot gat te graven en zich erin te verstoppen. Toen de jager het hol binnenging, werd hij verblind door een fel licht. Hij boog zich over de rand van het gat en ontdekte tot zijn grote verbazing dat er nog een andere wereld bestond! Eén met een blauwe hemel, zon, rivieren, schildpadden en vissen in alle kleuren. Terug in het dorp vertelde hij honderduit over de fantastische dingen die hij had gezien. De leider van het dorp besliste dat iedereen de volgende dag het gordeldier zou volgen tot aan het hol. Daar vlochten ze een lang touw en klauterden ze één voor één dit aardse paradijs binnen waar ze vandaag nog leven.
21
Met zijn verstikkende hitte, weelderige plantengroei, veelkleurige vogels en wilde dieren schildert deze mythe een wereld die met niets te vergelijken is. In het gigantische Amazonewoud wonen talrijke volkeren die perfect in harmonie leven met het natuurlijke milieu. Hoewel de indianen een aantal culturele kenmerken delen, heeft elk volk toch een eigen sociaal systeem, religie en eigen tradities. Elke groep heeft bovendien een eigen taal waarvan de belangrijkste zijn ondergebracht in vier taalfamilies: het Aruak, Tupi-Guaraní, Karib en Gê. Vandaag telt de inheemse bevolking van Brazilië ongeveer 750 000 indianen (460 000 volgens andere bronnen), verdeeld over zo’n 234 volkeren die samen 180 verschillende talen spreken. Op een totaal van 190 miljoen Brazilianen vertegenwoordigen ze dus tussen de 0,2 en 0,4% van de bevolking. Niet alle inheemse groepen zijn op dezelfde manier in contact gekomen met de Europeanen. Sommige indianen, zoals de Guaraní, gaan al 500 jaar met de westerlingen om, terwijl andere nog maar recent contact zochten en nog
> kaart verdeling inheemse volkeren in het Braziliaanse Amazonewoud © Sophie Decrée (Koninklijke Museum voor midden Afrika)
andere nog steeds in totale afzondering in het woud wonen.
22 4.1. Sociale organisatie De indianen leven in kleine gemeenschappen die over immense afstanden verspreid zijn. Meestal is een groep gestructureerd volgens verwantschap: de populatie is verdeeld in clans en een clan groepeert enkele families met een gemeenschappelijke voorouder. De leden van een clan dragen dezelfde naam en leven in één huis, of in enkele woningen die aan elkaar grenzen. Bij de Bororo bepaalt de clan je naam, de riten en dansen die je moet uitvoeren, het kostuum en de lichaamsversiering die je tijdens de ceremonies draagt. Elk dorp heeft zijn eigen politieke systeem met één of meerdere leiders en een eigen manier om die leiders te kiezen. Voor de mensen uit de Hoge Xingu moet een aanvoerder bewijzen dat hij goed kan spreken en dat hij tolerant en moedig is, terwijl elders een leider alleen kan komen uit de clan die de gemeenschap stichtte. Voor de Bororo en de Yanomami is leiderschap erfelijk.
De manier waarop mannen en vrouwen samenleven, verschilt sterk van groep tot groep. Sommige volkeren zijn monogaam en huwen dus één enkele partner, terwijl bij andere stammen de mannen meerdere vrouwen, of de vrouwen meerdere mannen kunnen hebben. De plaats die je in de gemeenschap inneemt, verandert naarmate je ouder wordt. Per leeftijdsklasse gelden er andere sociale regels en draag je andere versieringen. Bij de Kayapó noemt men zuigelingen ‘kleine mensen’ (me-prire). Van alle leeftijdsklassen zijn zij het uitbundigst versierd. Enkele dagen na de geboorte van een jongetje doorboort de vader de oortjes en de onderlip van de baby en steekt er houten ornamentjes door die naarmate het kind groeit telkens vervangen worden door een groter exemplaar. De moeder bindt rode katoenen linten aan de armen, enkels en knieën van het kind. 0ok die moeten geregeld worden vervangen tijdens het opgroeien. Het lichaam van de zuigeling wordt bedekt met ingewikkelde
lineaire motieven die met een fijne palmstengel worden aangebracht. Als het kind 3 of 4 jaar wordt, gaat het over naar een nieuwe leeftijdsgroep, naar ‘zij die op het punt staan het huis van de mannen te betreden’ (meboktire). De oude versieringen worden verwijderd, de haren kortgeknipt en de lichaamsbeschilderingen verminderd. Als de jongen 8 jaar is, verlaat hij zijn familie om te gaan wonen in het mannenhuis dat in het midden van het dorp staat. Vanaf dan maakt hij deel uit van de ‘geschilderde’ mannen (meopre) en mogen enkel nog de mannen lichaamsversieringen aanbrengen. Bij de puberteit krijgt de jongeman een peniskoker en een eerste lipschijf die zijn fysieke volwassenheid symboliseren. Hij mag zijn haar laten groeien omdat dat in verband wordt gebracht met zijn seksuele vermogen. Als de jongeling zelf vader wordt, treedt hij toe tot de ‘vaders’ (me-kranire). Hij mag nu een grote lipschijf dragen die aantoont dat hij een groot spreker is en gaat met zijn familie in zijn eigen huis wonen.
Over de geboorte In Xingu mag een vrouw die ontdekt dat ze zwanger is bepaald voedsel niet meer eten omdat men denkt dat het slecht is voor de baby. Als het tijd is voor de geboorte verlaat de aanstaande moeder, alleen of vergezeld van enkele vroedvrouwen, haar huis om op een kleine afstand van het dorp te bevallen. De navelstreng wordt met een scherp stuk bamboe doorgesneden en onder een boom uit hardhout begraven om de groei van het kind te bevorderen en om het kracht en gezondheid te geven. Bij de Yanomami smeert de moeder wat van haar eigen bloed aan de lippen van het kindje zodat het sneller zou leren spreken. Bij de Asurini is het de nieuwe vader die bepaalde dingen niet meer mag eten en die zich enkel nog met zijn nieuwe kind mag bezighouden.
23 In veel traditionele gemeenschappen is de overgang van kind naar volwassene een moeilijke periode die voorafgegaan wordt door een tijd in afzondering. De jongen moet de sociale waarden, de religieuze regels en de ontstaansmythen van de clan leren en enkele pijnlijke rituelen ondergaan zoals het tatoeëren, scarificatie* en het doorboren van oren, neustussenschot of lippen. De jongere bouwt zo weerstand tegen pijn op die hem minder kwetsbaar zal maken voor de beproevingen die het verdere leven nog zal brengen. Op deze manier toont hij zijn moed en wordt hij een volwaardig lid van de gemeenschap.
Een zware beproeving De Wayana hebben een toch wel bijzonder overgangsritueel: de maraké proef. De jonge mannen die deelnemen aan het ritueel krijgen op verschillende plaatsen van het lichaam een doosje met enkele honderden levende mieren en wespen geplaatst. De pijn van de beten en steken is intens, bijna ondraaglijk. Deze proef moet zowel de zintuigen aanscherpen, als moed en uithoudingsvermogen bijbrengen. De jongere verandert omdat hij de levenskracht van de dieren opneemt. Na de rite is hij sterker, een betere jager en zal hij ook goede nakomelingen hebben.
4.2. Het dorp Omdat de indianen hun woningen aanpassen aan de natuurlijke omgeving verschillen deze per regio. Zo zijn er ronde, veelhoekige of rechthoekige huizen, al dan niet op palen. Het
traditionele huis is gebouwd uit natuurlijke materialen en bestaat uit een houten structuur, samengehouden door lianen, met een dak uit palmbladeren of boomschors. De muren zijn bedekt met bamboe of klei. Meestal worden dorpen in de buurt van water gebouwd, weg van het overstromingsgebied en vlak bij goede gronden om te bewerken. De grootte van het dorp en de periode dat het bewoond wordt, zijn o.m. afhankelijk van de vruchtbaarheid van de velden, rondwarende ziekten en oorlogen tussen verschillende groepen. Over het algemeen wordt een dorp om de 5 jaar verplaatst. Bepaalde volkeren verkiezen een seminomadisch leven en trekken geregeld het bos in om te jagen of te vissen, waarbij ze in tijdelijke onderkomens leven. De sociale organisatie van de gemeenschap wordt weerspiegeld in de structuur van het dorp. De Gê bouwen hun woningen rond een centraal plein dat dienst doet als sociale en religieuze ruimte. In het midden daarvan staat het mannenhuis dat een
essentiële rol speelt in het culturele leven van de indianen. Vrouwen worden absoluut niet toegelaten! Het is de plaats waar mannen samenkomen om zich te ontspannen, maar het is vooral daar dat de politiek van de gemeenschap besproken en gevoerd wordt. Het huis speelt ook een belangrijke religieuze rol: de ceremonies worden er voorbereid en spelen zich er ook deels af. Hier ontvangt men tevens de bezoekers.
> Yanomamidorp © Mário Vilela
24
Wat is een shabono? De Yanomami leven in een shabono*, een gemeenschapshuis dat tot 400 personen kan huisvesten. De shabono is cirkelvormig met in het midden een grote open ruimte waar dansen en ceremonies plaatsvinden. In de huizenkring beschikt elke familie over zijn eigen haardvuur.
Het dorp is meestal verdeeld in twee fratrieën* waartoe verschillende clans behoren. Iedere fratrie heeft z’n eigen chef en sjamaan. De twee dorpshelften vullen elkaar aan, zo veronderstelt elk sociaal of religieus evenement de aanwezigheid van beide partners. En als een man wil huwen, kan dat alleen met iemand van de andere fratrie. Na de bruiloft verlaat hij het eigen huis om bij de nieuwe schoonouders te gaan wonen. Ouders, kinderen en kleinkinderen vormen één huishouden en elke deelfamilie slaapt op een houten platform dat op verschillende hoogtes dicht bij het vuur is opgesteld.
Het meubilair is sober en wordt in de woning opgehangen aan balken: manden, kalebassen en aardewerken potten voor voedsel en drank, maar ook voor andere waren zoals katoen, tabak en kleurstoffen. Ook wapens, werktuigen en allerlei kostbaarheden zoals mooie dozen en gevederde etuis behoren tot het meubilair van de familie.
De rol van de hangmat Bij de Wayana weerspiegelt de plaats waar de hangmat hangt, de plaats van het individu binnen de gemeenschap. De hangmat wordt ook gebruikt bij verschillende rituelen zoals bij de Asurini die een gat in het midden van de stof maken waarop vrouwen bij de bevalling schrijlings gaan zitten. De Tukano wikkelen de doden in een hangmat alvorens ze te begraven.
> Een hangmat is comfortabel en makkelijk overal mee te nemen. Je kunt erin liggen en zitten © Gustaaf Verswijver
De taakverdeling tussen mannen en vrouwen is zeer uitgesproken. De mannen houden zich bezig met het politieke leven van de gemeenschap, met de jacht en de visvangst. Ook zijn ze verantwoordelijk voor de bescherming
van het dorp, het maken van de wapens en de constructie en het onderhoud van de huizen. Voor de vrouwen de akkers en tuinen kunnen bewerken, maken de mannen de velden klaar. De vrouwen moeten in het woud allerlei materialen verzamelen en het zijn de vrouwen die het eten bereiden, katoen weven, kleren, hangmatten en vaatwerk maken.
25 De klas aan het werk Lager onderwijs • In veel culturen moeten adolescenten verschillende initiatieriten doormaken voordat ze als volwassen aanzien worden. Stel je voor dat jij en je klasgenootjes deel uitmaken van een bepaald volk dat een initiatierite voorbereidt. De jongens die hun uithoudingsvermogen en de meisjes die hun behendigheid bewezen hebben, mogen overgaan naar een hogere leeftijdsgroep. De proef is pas helemaal geslaagd als de geïnitieerde een voorwerp uit zijn kindertijd aan de hele groep aanbiedt.
een stuwdam op zijn gebied. Probeer de ‘indringers’ van hun ongelijk te overtuigen met goed onderbouwde argumenten. • Organiseer een klasdebat over de volgende onderwerpen: - mondelinge overlevering en de problemen die ze met zich meebrengt. - overgangsriten: bestaat er iets gelijkaardigs in onze huidige westerse maatschappij?
elke nacht uitgestrekt in haar hangmat droomde van een blonde jongeman. Elke ochtend was Mara ontroostbaar wanneer ze besefte dat hij niet bestond. Enige tijd later voelde ze een stekende pijn in haar buik: ze was zwanger. Tot ieders verbazing schonk Mara het leven aan een meisje met een blanke huid en blonde haren, de kleine Mani. Jammer genoeg stierf de baby al gauw en Mara begroef haar dochtertje in huis. Op een dag groeide er een lange stengel uit de grond en toen Mara in de aarde begon te graven, vond ze allemaal witte wortels. Mani was veranderd in maniok…
de overblijvende bomen. De assen zijn een goede voedingsbodem voor allerlei gewassen. Het veld kan er misschien wanordelijk uitzien, maar in feite is het erg gestructureerd. De planten met grote bladeren beschermen de grond tegen hevige regen en uitdroging, andere trekken insecten aan die zich voeden met plantenetende rupsen.
4.3. Levensonderhoud
Hier kan je inspiratie vinden: http://hrsbstaff.ednet.ns.ca/waymac/ Sociology/A%20Term%201/2.%20Culture/ Rituals.htm
De jacht, visvangst, landbouw en het verzamelen van voedsel en andere materialen zijn de kernactiviteiten van de inheemse economie. Het werk wordt verdeeld tussen mannen en vrouwen volgens een strak patroon en wisselt naargelang de seizoenen.
Secundair onderwijs
De landbouw
• Je bent een groot Kayapóhoofdman die zich verzet tegen de bouw van
Er is een Tupi legende die het verhaal vertelt van Mara, een jong meisje dat
De volkeren van het Amazonegebied willen een winstgevende landbouwactiviteit opzetten in harmonie met de natuurlijke cyclus van het woud. Om de grond de kans te geven zich na intensief gebruik te herstellen, wisselen ze de oogstperiode (3 jaar) af met een periode waarin het land braak blijft liggen (8 à 15 jaar). Om de grond vruchtbaar te maken, passen de indianen de slash-and-burn-techniek toe: nadat de ondergrond grotendeels vrijgemaakt is, verbranden de mannen
> Deze maniokspatel van de Mehinaku heeft de vorm van een vogel © Denise Andrade
Maïs en zoete aardappelen zijn belangrijke voedingsgewassen, maar zeker 90% van een veld wordt voorbehouden aan de teelt van zoete en bittere maniok. Maniok groeit gemakkelijk in het oerwoud en rijpt in acht maanden. De knollen kunnen tot twee jaar in de grond blijven zitten en op elk moment van het jaar geoogst worden.
26
De bereiding van maniok Meestal plant men bittere maniok omdat die de meeste voedingswaarde heeft, maar het sap van deze soort is zeer giftig. Om de wortel eetbaar te maken, moet hij worden gewassen, geschild en geraspt. Wat overblijft, is een puree die vervolgens door een tipiti*, een lange koker in riet, geduwd wordt. Eenmaal het gif verwijderd is, kan men er soep, saus, koeken (cassava), bloem (couac) of bier (cachiri) van maken.
De jacht De Matis vertellen dat een van hen lang geleden zag hoe een harpij zijn klauwen in een bepaalde liaan zette voor hij zijn prooi aanviel. Wanneer de roofvogel zijn slachtoffer dan greep, stierf dat onmiddellijk. Zo leerde de koning van de vogels de mensen het gebruik van curare*. Mannen moeten jagen om de gemeenschap van eten te voorzien, maar
ook van allerlei materialen. Zo worden veren, huiden, tanden, klauwen en botten verzameld. De Braziliaanse indianen gebruiken vooral pijl en boog. Die boog kan rond of ovaal zijn, er hol of net bol uitzien. De vorm van het wapen verraadt de identiteit van de jager. Afhankelijk van het dier dat je wilt vangen, gebruik je een ander soort pijl: pijlpunten in been of bamboe voor het jagen van klein en groot wild, stompe pijlpunten om vogels te vangen zonder hun verenkleed te beschadigen. Groepen die in het westen en noordwesten van het Amazonegebied wonen, zoals de Yanomami, gebruiken een blaaspijp. Deze houten koker van 2 tot 4 m lang is het ideale instrument om apen en vogels mee te vangen omdat dit geruisloos gebeurt. De Yanomami strijken hun pijltjes in met curare, een dodelijk gif uit verschillende lianen, dat kleine dieren onmiddellijk verdooft en doodt. De indianen onderhouden zeer nauwe banden met de dieren van het woud. Om de geesten te vriend te houden, jagen ze slechts het aantal dieren nodig om te overleven.
> Wajãpi-indiaan schiet met pijl en boog © Mário Vilela
De visvangst De Kayapó vertellen dat er lang geleden geen vissen in de rivieren leefden. In die tijd woonde er in het Kayapódorp een mooie jongeman die alle vrouwen van de groep verleidde. De andere mannen waren jaloers en vroegen aan de magiër om een vloek uit te spreken over de jongeling. De magiër was zeer machtig en veranderde de jongen in een tapir. Tijdens een jachtpartij doodden de mannen de tapir en boden het dier de vrouwen te eten aan. Verontrust
omdat ze de jongeman al een tijdje niet meer gezien hadden, vroegen ze de jagers net zolang uit tot ze de waarheid achterhaalden. Daarop gaven de vrouwen hun eten weer over en beschilderden hun lichaam met traditionele tekeningen. Ze dansten naar de rivier en gooiden zich erin. Toen ze het water raakten, veranderden ze in allerlei soorten vis. Hun schubben vertoonden de schilderingen die ze voordien op hun lichaam aangebracht hadden. Enkele wanhopige mannen probeerden de vrouwen nog te redden en sprongen ook in het water. Zij veranderden in roggen en sidderalen.
27 Omdat vis een goede bron van eiwitten is, loont de visvangst meer dan de jacht. Er zijn verschillende vistechnieken: visnetten en fuiken voor kleine vissen, pijl en boog en vishaken voor middelgrote exemplaren en harpoenen voor grote vissen. Soms wordt vergif gebruikt: men slaat met stukken liaan, timbo*, op het water om het giftige sap van de planten vrij te geven. Het water krijgt een melkachtige kleur en het zuurstofgehalte in de rivier daalt zodat de vissen stikken en komen bovendrijven. Het teveel aan vis of vlees wordt gerookt op een rooster van jong hout en bewaard.
Het verzamelen Het verzamelen van zaden, vruchten, kleine dieren, insecten, larven en ander lekkers uit het woud is van levensbelang voor het dorp en wordt zowel door mannen als vrouwen gedaan. Ook bouwmateriaal, zoals hout en palmvezels, en materiaal voor het maken van gebruiksvoorwerpen worden uit het woud gehaald. Men maakt er huizen en bootjes van, maar ook wapens, textiel en vlechtwerk.
Om te vlechten gebruikt men plantaardig materiaal zoals hout, lianen, bladeren, stro, vezels, hars, zaden en riet. Soms wordt het voorwerp beschilderd met een plantaardige verf op basis van boomschors. De motieven die in de werkjes gevlochten worden, verraden de herkomst ervan. Meestal worden elementen uit de bovennatuurlijke wereld getoond. Zo weerspiegelen de manden van de Wayana het beschilderde lichaam van de mythische slang Tuluperê.
Alle volkeren van het Amazonewoud zijn zeer bedreven in het maken van vlechtwerk. Er zijn talrijke technieken, vormen en versieringen mogelijk. Meestal zijn het de mannen die de stukken maken, maar de vrouwen die de spullen gebruiken. Sommige stukken vlechtwerk dienen als huisraad, om voedsel in te vervoeren en te bereiden of om de persoonlijke spullen van de familie in op te bergen. Andere worden gebruikt als sieraad of bepalen iemands identiteit. > Ye’kuanamand © Denise Andrade
> Ingarikófuik © Denise Andrade
> Aardewerken pot van de Asurini © Cesar Barreto.
Het aardewerk van de indianen is heel divers van vorm en decor en wordt zowel tijdens rites als in huis gebruikt. Het zijn de vrouwen die het maken. Hoe het precies gebeurt, wordt angstvallig geheim gehouden en alleen van moeder op dochter doorgegeven. De Asurini uit Xingu maken potten door ‘worstjes’ klei in elkaar te draaien tot het stuk de gewenste vorm heeft. Nadat de buitenkant glad werd gemaakt, wordt het voorwerp gebakken. Daarna kleuren de vrouwen de potten geel met gestampt pigment; met rode en zwarte pigmenten brengen ze geometrische patronen aan met een stukje katoen of met een veer van een wilde kalkoen. Deze tekeningen
28 stellen bovennatuurlijke wezens voor of elementen uit de natuur. Ten slotte wordt de pot ingesmeerd met een laagje hars die de kleuren fixeert. De Caduveu maken potten versierd met spiralen en geometrische motieven. Het zijn dezelfde tekeningen die de vrouwen op de lichamen van de dorpelingen schilderen en die vertellen wie je bent.
Secundair onderwijs
De klas aan het werk
Hier vind je vast wel inspiratie: http://www.sojaconnectie.be/home.php http://www.deforestation-amazonie.org/ http://www.unesco.org/ new/en/unesco/worldwide/ latin-america-and-the-caribbean/brazil/
Lager onderwijs Zoek in de tentoonstelling: - 2 wapens om mee te jagen - 2 wapens om mee te vissen - 2 voorwerpen die te maken hebben met het verzamelen van materialen/ voedsel - 2 landbouwwerktuigen Teken ze en schrijf erbij hoe ze gebruikt worden.
•
•
Zoek op het internet meer informatie over de manier waarop er aan landbouw gedaan wordt in Brazilië en meer bepaald in het Amazonegebied vandaag. Is die duurzaam voor het woud, of juist niet? Zijn er andere manieren om met natuurlijke bronnen om te gaan?
Je maakt deel uit van een indianengroep uit het Amazonegebied waarvan de gebieden bedreigd worden door ontbossing. Probeer argumenten te vinden om de overheidsinstanties ervan te overtuigen dat de bescherming van het woud broodnodig is.
4.4 De versierde mens Lichaamsbeschildering De Wayana vertellen dat Maan verliefd was op zijn zus en haar iedere nacht stilletjes bezocht. Het jonge meisje was nieuwsgierig naar haar stiekeme nachtelijke bezoeker en maakte daarom wat verf die ze in een kalebas onder haar hangmat verstopte. Toen de man die nacht terugkwam, doopte ze haar hand in de kleurstof en streek ermee langs het gezicht van haar zwijgzame minnaar. Het was onmogelijk de verfstof weg te wassen, dus werd de jongeman ‘s ochtends herkend. Tot op de dag van vandaag kan men zijn gezicht herkennen aan de markeringen die zijn zus erop achter liet. Gelukkig heeft ze hem al lang weer vergeven. Net zoals de sterren en de geesten houden de Amazonevolkeren ervan zich kleurig te beschilderen. De Xikrin en de Kayapó worden beschilderd vanaf hun geboorte tot de dag dat ze sterven, zowel voor speciale rituelen en oorlog, als voor het leven van alledag.
De Kayapó gebruiken plantenaftreksels en mineralen om hun lichamen rood, zwart en wit te kleuren. Rood, roucou*, wordt gemaakt van de zaden van de orleaanboom. Zwart, genipapo*, komt van de vruchten van de genipapo of van houtskool. En wit wordt gemaakt van klei. Elk deel van het lichaam krijgt een specifieke kleur. Rood wordt alleen aangebracht op de uiteinden van het lichaam: het gezicht, de voorarmen en handen, de onderbenen en voeten. Rood staat voor energie, gezondheid en snelheid. Zwart wordt altijd gebruikt voor het beschilderen van de romp en de bovenste delen van de ledematen. Soms brengt men het ook aan op de kaken en het voorhoofd. Zwart wordt in verband gebracht met het inwendige functioneren van het individu. Het is ook de kleur die het individu bindt aan de groep. Wit ten slotte wordt maar zelden gebruikt, alleen bij bepaalde rituelen omdat het de kleur van de geesten is. De tekeningen stellen dieren voor of motieven uit de natuur. Elke
29 leeftijdsklasse heeft zijn eigen stijl van lichaamsbeschildering. Bij veel groepen zijn de schilderingen voorbehouden voor belangrijke gebeurtenissen: geboorte, huwelijk, initiatierite en andere rituelen. Tatoeages worden minder gebruikt en verdwijnen stilaan. We zien ze wel nog bij de Matis, Surui en Karaja. Lichaamsversiering De meest voorkomende versiering is de peniskoker (mudjé). Hij wordt gemaakt van een jong palmblad van de babaçu dat gedroogd wordt en tot een soort trechter gevlochten. Jongens dragen de mudjé vanaf de pubertijd (18 jaar) tot aan hun dood. Samen met de lipplug en de lange haren is het een teken van fysieke en seksuele volwassenheid. Bij veel volkeren uit het Amazonegebied doorboren zowel mannen als vrouwen de onderlip en versieren die met een lipplug of labret*. Bij de Kayapó is het dragen van een labret een mannenzaak. Enkele dagen
na de geboorte van een Kayapójongetje wordt de onderlip doorboord. Eerst brengt men een katoenen draad in om die later te vervangen door een stokje ter grootte van een lucifer. Wanneer de jongen rond achtjarige leeftijd zijn intrede doet in het mannenhuis, wordt het gaatje weer vergroot en wordt de pin vervangen door een rolvormig staafje uit hout. Beetje bij beetje plaatst men steeds bredere staafjes en vervolgens lipschijven. Als de jongeman klaar is om te trouwen, krijgt hij een schijf van zo’n 10 cm doorsnede. Deze schijf symboliseert het spreken. Het gezag van de leiders en dorpsouderen steunt immers op het talent om overtuigende redevoeringen te houden. Hij die het best kan spreken is degene die binnen de groep opklimt in rang en stand. Aangezien het alleen de mannen zijn die de redevoeringen houden, is het logisch dat alleen de mannen een labret dragen.
Er is nog een manier om te tonen dat men tot een bepaalde groep behoort: de tonsuur. Ze wordt aangebracht bij Xikrin en Kayapó mannen en vrouwen vanaf het voorhoofd tot aan de kruin. Het overige haar wordt tot op de schouders gedragen en ingesmeerd met roucou. De indianen vinden een behaard lichaam maar lelijk. Wimpers, wenkbrauwen, baard, oksels en genitaliën worden geëpileerd.
> Labret, Urubu-Kaapor. Veren, katoendraad. Inv. ETAM 2002.1.1 ©KMKG
Samen met de onderlip worden ook de oorlellen doorboord. Dit gebeurt meestal vlak na de geboorte door een oudere vrouw of door de vader van het kind. De kegelvormige pluggen worden telkens door grotere exemplaren vervangen tot ze ongeveer 4 cm groot zijn. > Deze jonge Kayapó draagt de gele akkàtitooi © Gustaaf Verswijver
30 Verenkunst De Kayapó vertellen dat mensen en vogels ooit een verbond smeedden om de grote waterslang te vernietigen. De grote slang viel immers alle levende wezens aan. De aalscholver nam een duikvlucht en verwondde het monster, dat zich onder water schuilhield, dodelijk. Onder bloedstollend gekrijs sleurden de mensen het beest uit het water en doodden en vilden het. De vogels waaierden uit om de huid te verdelen. Ze kwamen overeen dat ieder het stuk dat hij in z’n bek hield mocht houden. De huid had de prachtigste kleuren: rood, geel, groen, zwart en wit. De vogels tooiden zich met de ongeziene kleuren. Toen gebeurde er een mirakel: vogels waren altijd somber van kleur geweest en nu werden ze plots wit, geel, blauw,… Papegaaien versierden zich met groen en rood. De ara’s, die er voordien maar saai uitzagen, werden plots roze, paars en goudkleurig. De aalscholver, die het hele gebeuren in gang zette, restte enkel nog de kop die zwart was. Maar hij was er tevreden mee.
‘Om een echte mens te zijn, moet men zich met veren tooien, moet men een mens met veren zijn’ zeggen de Kayapó. Het is duidelijk dat pluimen alomtegenwoordig zijn bij grote gebeurtenissen en belangrijke tijdstippen in het leven van de indianen die leven in het Amazonegebied. De zoektocht naar veren is een belangrijk onderdeel van het leven van alle inheemse groepen van Brazilië. Alle vormen en kleuren van pluimen zijn in trek: van adelaar tot toekan, van ara tot papegaai. Veren kan men samenvoegen met natuurlijke materialen zoals boomschors, zaden, schelpen, parelmoer, plantaardige vezels en katoen. Om het verenkleed van de vogels niet te beschadigen, maken de jagers hun pijlpunten bot. De buitgemaakte veren worden bewaard in dozen, bamboe etuis of kalebassen die men aan de nokbalken van het huis hangt. Het bewerken van veren is mannenwerk. Jongens leren de stiel vanaf de pubertijd en op nog jongere leeftijd leren ze wapens te maken om vogels te vangen zonder hun veren te beschadigen. Ook
moeten ze onder de knie zien te krijgen hoe een vogel te plukken en hoe de veren naar vorm en kleur te klasseren. De indianen zijn bijzonder handig in het samenvoegen en verknippen van veren. De ‘krôkrôkti’ of grote dubbele hoofdtooi is daarvan het uitzonderlijkste voorbeeld. Ze wordt gedragen door jonge Xikrin bij belangrijke feesten. Hiervoor zijn zo’n 60 à 120 slagpennen van de ara nodig die men aan een structuur bevestigt. De tooi wordt op het achterhoofd gedragen met behulp van een draagschijf. De veren worden vastgemaakt aan ringetjes die op hun plaats worden gehouden door een touw. Elders steekt men de schachten in bamboekokers die aan elkaar worden gekleefd.
Veren in alle kleuren van de regenboog Sommige groepen kunnen de kleur van de veren aanpassen. Er zijn drie technieken. De eerste is de gemakkelijkste: men drenkt de veren in een rode kleurstof op basis van een extract van brazielhout. De tweede manier legt de getemde vogels een bepaald dieet op waardoor hun veren van kleur veranderen. Ten slotte kan men de veren van kleur doen veranderen door na het plukken van de vogels een plantenmengsel aan te brengen op hun huid zodat de veren die oorspronkelijk groen en blauw waren, geel en roze zullen zijn als ze teruggroeien.
31 We kunnen de vraag stellen waarom de indianen veren gebruiken als het woud hen reeds zo’n rijkdom aan materialen aanreikt? In de eerste plaats heeft de wereld van de vogels in de ogen van de indianen zeer nauwe banden met die van de mensen. Net zoals de mensen vormen vogels een specifieke groep van levende wezens. Vogels bouwen huizen en hebben eigen voedselpatronen. Net zoals de mensen heeft elke vogelsoort een eigen taal, een eigen lied. Vogels danken hun belang ook aan hun band met het bovenaardse. Ze kunnen immers tot aan de wereld van de geesten vliegen en daar dingen zien die onzichtbaar blijven voor andere levende wezens.
> Grote Gorotirehoofdtooi van de Kayapó © Denise Andrade
> Halssnoer uit veren van bij de Ka’apor © Dalton Camargos
De Kayapó zijn kampioen in de transformatie van mens in vogel. Het aangezicht wordt versierd met turkoois, wit dons en veelkleurige veren worden in het haar en op de rest van het lichaam gekleefd. Het is de rituele uitrusting bij uitstek. Ze wordt toegepast op de meest cruciale momenten in het leven van een Kayapó: het tijdstip dat men
een Kayapó wordt (initiatierite) en het ogenblik dat men stopt er één te zijn (begrafenisritueel).
32 De klas aan het werk:
Secundair onderwijs
Lager onderwijs
•
•
Zoek in tijdschriften en kranten naar beelden van verschillende mensen. Verander en versier die personen door lichaamsversieringen toe te voegen (beschilderingen, tatoeage, juwelen, piercings in verschillende materialen, ...)
•
De indianen dragen bij elke ceremonie specifieke kostuums en versieringen die bepaalde natuurelementen voorstellen. Verzin nu zelf een kledingstuk of versiering die je kunt dragen geïnspireerd op de natuur (wind, water, zon, wolk, rots, …). Gebruik hiervoor enkel materialen die je in de natuur gevonden hebt, zoals hout, boomschors, pluimen, bladeren, schelpen, zaden, wortels, fruit, raffia, ...
Sinds mensenheugenis brengen personen veranderingen aan het eigen lichaam aan. Men vervormt het, doorboort het of bedekt het met kleuren. Deze markeringen zijn ook vandaag nog sterk aanwezig. Stel een lijst op van de verschillende manieren waarop iemand vandaag zijn lichaam kan veranderen en probeer er de betekenis van te achterhalen. Is die nog dezelfde als in meer traditionele gemeenschappen, waar lichaamsversiering je een identiteit geeft en een band is met het bovennatuurlijke?
Inspiratie nodig? http://www.columbusmagazine. nl/nieuws/3104/top-10_ lichaamsversieringen.html http://www.museumkennis.nl/lp.rmv/ museumkennis/i004219.html
4.5. De spirituele wereld Een Juruna mythe gaat als volgt: Sinaa, zoon van een indiaanse en een jaguar, was de sjamaan van de Juruna. Van zijn vader erfde hij de kunst om naar alle kanten tegelijk te kijken. Hij kamde de omgeving uit met zijn vrienden en leerde hen goed en moedig te zijn. Op een dag vingen ze een enorme slang die enkele indianen opgevreten had. De mannen verbrandden haar en uit de as van het dier ontstonden allerlei planten zoals maniok, maïs, pompoenen, pepers en fruitbomen die men voordien nog niet kende. Een vogel leerde hen hoe voedsel te bereiden met deze planten en hoe ze te doen groeien. Nadat het hard en lang geregend had, dreigden de Juruna ten onder te gaan in een grote overstroming. Om zijn volk te redden, bouwde Sinaa een grote kano waarin hij van elke plantensoort een zaadje meenam. Enkele dagen later trad de rivier uit haar oevers en overspoelde de hele regio, maar dankzij de vooruitziendheid van de sjamaan kon een hongersnood vermeden worden.
Ondertussen was Sinaa oud geworden en trouwde hij met een spin die kleren voor hem spon om hem beter te beschermen. Hij droeg een lange witte baard, maar dankzij zijn magische krachten kon hij na elk bad weer jeugdig worden zodat hij net zolang kon leven als zijn volk. Alleen hij houdt immers het lot van de Juruna in zijn handen: hij kan met één welgemikte slag van een machete de vork die de hemel stut doorkappen. Als hij dat doet, zal het hemelgewelf op zijn volk neerkomen en dat zal het einde van de wereld zijn. Dit verhaal stelt de sjamaan voor als een half menselijk en half dierlijk wezen met speciale krachten. Veel Zuid-Amerikaanse volkeren geloven dat de wereld bevolkt wordt door bovennatuurlijke wezens waarmee je constant contact moet houden. De sjamaan is degene die bemiddelt tussen de wereld van de mensen en die van de geesten. Hij bemiddelt in de gemeenschap en beschermt ze, is genezer en helderziende. Hij heeft een ongelofelijke autoriteit binnen de gemeenschap en wordt daarom
33 gerespecteerd en gevreesd. Je kan sjamaan worden als één een van je ouders dat al is, of je kan een bepaald visioen gehad hebben (bijvoorbeeld tijdens een zware ziekte). In ieder geval moet je om sjamaan te worden een lange en moeilijke initiatie doormaken. Zo moet je een tijd in afzondering gaan leven en mag je bepaalde dingen niet meer eten. Een sjamaan is voor alles een medicijnman. Volgens de volkeren van Latijns-Amerika worden ziekten veroorzaakt doordat een geest of een tovenaar een kwaadaardige energie het lichaam instuurt. Tijdens spectaculaire seances stelt de sjamaan vast welke ziekte zich meester van een persoon heeft gemaakt en nodigt daarbij de geesten uit die verantwoordelijk zijn voor het gedane kwaad. Na de oorzaak van de ziekte vastgesteld te hebben, neemt hij die weg door ze op te zuigen, uit te roken, of weg te masseren. Sjamanen gebruiken veel geneeskrachtige planten en plantaardige stoffen in al hun vormen: latex, sappen, bladeren, vruchten,
schors en stengels worden afgekookt, ingeademd of er worden papjes, poeders en infusies van gemaakt. Veel van deze planten zijn wereldwijd te verkrijgen en vormen de basis van talrijke geneesmiddelen. Een van de bekendste middeltjes is de koortswerende kinine. Om visioenen op te roepen, gebruiken sjamanen hallucinogene middelen, of ‘planten die onderwijzen’. Tabak, ayahuasca, kahé*, coca* en virola* zijn bewustzijnsverruimende middelen die de waarneming verhogen en de sjamaan toelaten naar de bovennatuurlijke wereld te reizen.
Wat is ayahuasca ? Ayahuasca is zowel de naam van een liaansoort uit het Amazonegebied (banisteriopsis caapi) als van een brouwsel op basis van deze liaan dat door sjamanen gebruikt wordt. Door ayahuasca te mengen met andere planten krijgt men een purgerend mengsel dat visioenen oproept. Dit traditionele hulpmiddel werd in 1997 gelegaliseerd in Brazilië en in 1996 in de VS, alleen voor het gebruik in het kader van specifieke rituelen. De substantie maakt sinds 2008 ook deel uit van het culturele erfgoed van Peru. In Frankrijk (wet van 2005) en andere Europese landen daarentegen, staat ayahuasca op de lijst van verboden middelen.
De gemeenschappen uit het Amazonegebied vieren hun band met de voorouders en de natuurgeesten door middel van verschillende ceremonies en riten. Op deze manier herbeleven ze de mythen en knopen ze weer aan bij het bovennatuurlijke.
Laten we het begrafenisritueel van de Bororo als voorbeeld nemen. Bij de Bororo zet de dood van een lid van de gemeenschap een hele rist aan riten in gang die de overgang van de ziel van de dode naar de overkant mogelijk moet maken. Het is ook de gelegenheid om leden van naburige dorpen te ontmoeten, jongeren in te wijden en de gemeenschap te reorganiseren nadat een van hen gestorven is. Als iemand sterft, kiezen de clanouders van de overledene een man uit de andere helft (of fratrie) van de gemeenschap om de dode te vertegenwoordigen. Hij wordt beschouwd als zijn plaatsvervanger en moet verschillende functies uitoefenen tijdens de begrafenisrituelen. De dode zelf wordt in een ondiep graf begraven waar men voortdurend water over giet om de ontbinding van het lichaam te versnellen. Daarna worden de botten weer opgegraven en gewassen. Vervolgens worden ze met roucou beschilderd en bedekt met dons en veren. Ze worden vervolgens in een mand gelegd die definitief begraven wordt op de bodem van een meer of een stroom.
34 Alle bezittingen en het huis van de dode worden verbrand. Later wordt op de plaats van de woonst een nieuw huis gebouwd.
Ze brengen in herinnering dat al deze wezens hetzelfde universum bewonen.
Niet alle Amazonevolkeren begraven hun doden. In de Lage Gebieden passen sommige groepen endokannibalisme toe. Dit betekent zoveel als het eten van de beenderen van de gestorven persoon. Wanneer iemand sterft, wordt het lichaam verbrand waarna de botten nauwgezet uit de as worden gehaald, vermalen en vermengd met een gefermenteerde drank. Dit mengsel wordt dan door de hele gemeenschap opgedronken tijdens een religieuze ceremonie. Dit gebruik heeft tot doel de ziel van de dode op de vlucht te jagen omdat die als gevaarlijk voor de levenden wordt beschouwd. Door de ziel te consumeren, wordt zij vernietigd en kan zij niet meer terugkeren naar het rijk van de levenden. Tijdens de rituelen worden talrijke maskers gebruikt. Het zijn de zichtbare voorstellingen van bovennatuurlijke wezens, woudgeesten, dieren en planten.
> Tikunamaskers stellen bovennatuurlijke wezens voor die in het bos leven. © Cesar Barreto
De Tikuna gebruiken maskers bij overgangsrituelen, vooral bij die van jonge meisjes. Als een meisje voor het eerst ongesteld wordt, hangt ze haar halssnoer in de nok van het dak om de gemeenschap hiervan op de hoogte te brengen. Op dat ogenblik wordt ze als onrein beschouwd en moet ze een tijdje helemaal alleen achter een afsluiting wonen. Gemaskerde personen die bovennatuurlijke geesten voorstellen, proberen het meisje mee te lokken, maar worden door de leden van de gemeenschap op de vlucht gejaagd. Op het einde van de ceremonie wordt het haar van het meisje uitgetrokken. Dat is het moment dat ze niet langer kind is, maar volwassen. Ten slotte worden de maskers verbrand of in het water gegooid. Bij de Tikuna zijn het de mannen die de maskers maken. Ze gebruiken hiervoor platgeslagen boomschors. Het onderstuk en de achterkant van de maskers zijn altijd versierd met franjes gemaakt van palmvezels. De buitenkant wordt met geometrische of figuratieve tekeningen in plantaardige verf versierd.
De klas aan het werk: Lager onderwijs Lees onderstaand stukje: Ooit leefden de indianen niet alleen op de aarde, maar ook in de hemel. Het was een tijd waarin de hemel helemaal niet zo hoog was als vandaag... Verzin nu zelf hoe het verder gaat. Gebruik hiervoor drie voorwerpen uit de tentoonstelling: een mand, een benen fluit en een hanger uit veren.
35 Secundair onderwijs •
Nadat je de legende van de Juruna over de overstroming gelezen hebt, ga je bij andere culturen op zoek naar verhalen die over hetzelfde thema gaan.
De indianen organiseren verschillende ceremonies om belangrijke gebeurtenissen te vieren of om de natuurgeesten respect te betonen. Zo is een van de belangrijkste feesten van de Yawalpiti de kuarup. Lees de tekst hieronder en probeer de verschillende fasen van het feest te onderscheiden. Waarom is het feest zo belangrijk? Ken je andere culturen die een gelijkaardige ceremonie houden? •
De kuarup ceremonie van de Yawalapiti van de Hoge Xingu […] Tijdens het droge seizoen wordt het anders zo vredige Yawalapitidorp opgeschrikt door een ongewone drukte. De reden voor deze wanorde zijn de voorbereidingen voor de kuarup, het feest ter ere van de overleden cacique* Paru. De vrouwen raspen maniok en de mannen uit de familie van de leider halen grote hoeveelheden vis uit de rivier. De adolescenten moeten binnenshuis blijven tijdens een periode van afzondering. Het tijdstip voor het feest wordt vastgelegd door de raad van ouderen die ook gezanten uitstuurt naar naburige gemeenschappen om ze uit te nodigen voor de feestelijkheden. Enkele dagen vóór de ceremonie worden enkele boomstammen (kuarup) gekapt en aan de rand van het dorp verstopt. De ochtend van de eerste dag van het ritueel worden de kuarup het dorp binnengebracht en op de plaats waar de doden begraven worden opgesteld. De boomstammen stellen de doden voor en worden beschilderd en versierd met de
spullen van de overledenen. Gedurende 24 uur huilen de ouders aan de voet van de boomstammen. De lamentaties eindigen de ochtend van de tweede dag, op het moment dat de andere groepen aankomen in het dorp om deel te nemen aan de huca huca gevechten. Het tornooi begint met het gevecht van de mannen. De strijders zijn beschilderd met de kleuren van dieren en zijn de hele nacht wakker gebleven om nachtmerries over een nederlaag te vermijden. Tijdens het tornooi vechten mannen van het thuisdorp tegen die van de naburige dorpen. Ze cirkelen om elkaar heen terwijl ze het gegrom van de jaguar nabootsen. Daarop gooien ze zich in de strijd waarbij het gaat om kracht en behendigheid. Ze proberen hun tegenstrever achter de knie te grijpen om hem uit zijn evenwicht te brengen en hem op de grond te gooien. Vervolgens is het de beurt aan de jongens van 16 om zich te meten met de vechtersbazen. Deze jongeren hebben enkele maanden in afzondering doorgebracht in hun malocas* . Om moed te verzamelen, alvorens te vechten tegen de tegenstanders die hun
ouders hebben uitgekozen, brengen ze scarificaties aan op hun lichamen met de tanden van hondsvissen om zich moed te geven. De gevechten zijn een rite die de overgang van de adolescentie naar de mannelijkheid symboliseren. De ceremonie eindigt met het voorstellen van de pubermeisjes aan de gemeenschap. Zij hebben een jaar in afzondering doorgebracht. Op het einde van het ritueel mag het meisje huwen. Ze hoeft helemaal niet trouw te blijven aan haar echtgenoot en mag, na haar terugkeer in de gemeenschap, haar minnaars blijven ontmoeten. De overgang van de jongens en meisjes naar de klasse van de volwassenen wordt gezien als een nieuwe geboorte die de personen die verdwenen zijn, vervangt. Wanneer de kuarup afgelopen is, worden de boomstammen opgegraven en in de rivier gegooid. De zielen van de doden worden bevrijd en het leven kan verder gaan. […] Fragment uit DEQUIDT, P., & GUIRAUD, S., 2005, Les gardiens de la forêt des ombres (vertaling C. Willemen).
36 Verklarende woordenlijst
Een maloca is een huis waarin verschillende families samenwonen.
Een cacique is de leider van een groep. Coca is een struik waarvan de bladeren gekauwd worden of vermalen tot poeder. Coca geeft energie en kracht, maskeert honger en vermoeidheid en leidt naar een euforie. Curare is een dodelijk gif dat kleine dieren onmiddellijk verdooft en doodt. Het wordt gemaakt van verschillende lianensoorten. Genipapo is een zwarte kleurstof die uit de vruchten van de genipapoboom gewonnen wordt. Een fratrie is een groep die verschillende clans verenigt. De kahé is een soort liaan waarvan de bladeren vaak gebruikt worden bij het maken van ayahuasca. Het bevordert visioenen en maakt dat de hallucinaties langer duren. Een labret is een lipschotel.
Roucou is een rode kleurstof die uit de zaden van de orleaanboom gewonnen wordt. Scarificatie is een gebruik waarbij men kleine sneetjes in de huid maakt en die dan inwrijft met plantenextracten die ervoor zorgen dat er duidelijke littekens ontstaan. Een shabono is een traditioneel Yanomamidorp dat bestaat uit een huizenkring met in het midden een grote open ruimte. Een sjamaan is een religieuze persoon en een genezer die bemiddelt tussen de wereld van de mensen en die van de geesten. Een tipiti is een rieten koker waarmee het giftige sap uit bittere maniok gefilterd kan worden. Timbo is een gif dat samengesteld wordt uit extracten van verschillende
giftige planten zoals de zeepnotenboom (serjania, sapindaceae), lonchocarpus en vlinderbloemen (leguminisaea). De virola is een boom waarvan het hars hevige hallucinaties veroorzaakt.
5. En nu?
5.1. Kunst: indiaans of Braziliaans? Arte indígena brasileira is de naam die men geeft aan de kunst die gemaakt werd en wordt door de inheemse bevolking van Brazilië. Gezien de verscheidenheid aan volkeren is er dus een grote diversiteit aan motieven en kunstuitingen, maar het uitgangspunt is meestal hetzelfde. Men werkt met de materialen die voorhanden zijn: het eigen lichaam en natuurlijke grondstoffen zoals hout, steen, stro, veren, leer, schelpen en botten. Deze materialen kan men slecht bewaren. Ze worden dus niet oud. Ter zijde: de waarde die in het Westen aan ‘oude’ kunst gehecht wordt, gaat niet op voor de kunst van de Braziliaanse inheemse volkeren. Veel voorwerpen hebben een rituele functie die tijdelijk van aard is. Neem nu de Mehinaku: na het ritueel is het nut van de maskers uitgespeeld en
37 kunnen ze in een museum hangen omdat ze ‘dood’ zijn voor de groep zelf. Ook zal je geen monumentale kunst vinden omdat de meeste groepen rondtrekken en ze geen grote, zware werken kunnen meezeulen. Dus waar begint ‘kunst’? Zoals de Franse kunstenaar Marcel Duchamp het stelde, door een banaal gebruiksvoorwerp op een voetstuk in een tentoonstellingsruimte te plaatsen? Dus van het moment dat de maskers in de zalen komen te hangen? Of begint het bij de ambachtsman? Of ligt de ‘kunst’ in de waarde die de groep aan de voorwerpen hecht(te)?
Waarom maskers? Maskers stellen levende geesten en bovennatuurlijke wezens voor die worden opgeroepen voor ceremoniële dansen die als doel hebben de orde van hun/de wereld te handhaven.
vormen, kleuren en lijnen zijn een deel van de traditie van een volk. Neem nu het menselijke lichaam. Het wordt gezien als een omhulsel voor de ziel en het is niet af tenzij er met sieraden, verf of meer blijvende markeringen een identiteit aan wordt gegeven. Het lichaam wordt een deel van de traditie, het wordt ‘gemaakt’ door de groep.
> Tikunamasker © Cesar Barreto
De kunstvoorwerpen ondersteunen de tradities van een bepaalde bevolkingsgroep waarbij de vormen en motieven als het ware een alfabet vormen. De geoefende kijker kan in de lijnen en figuren lezen waar het voorwerp vandaan komt. Het is belangrijk te begrijpen dat voor de indiaan een voorwerp niet af is, bijna niet bestaat, tenzij het helemaal is afgewerkt. De uitvoering en de versiering van een gevlochten mand, een aardewerken pot, een stof, een muziekinstrument of een huis maken integraal deel uit van het object. De
Maar het is zo veel meer dan dat: de arte indígena leeft. Het is de uitdrukking van de geschiedenis, van de verhalen en tradities die deze heel verschillende volkeren al eeuwenlang met zich meedragen. Wanneer enkele mensen zich van een bestaande groep afsplitsen om een nieuwe geschiedenis te beginnen, wordt er een nieuwe beeldentaal uitgevonden en toegepast. Eén die dezelfde grondstoffen en technieken gebruikt als alle andere groepen, maar die uniek is in de uiteindelijke afwerking. De inheemse kunst is een dynamisch gegeven: zij kan zich makkelijk aanpassen aan nieuwe ideeën en situaties en dat maakt haar actueel.
38 En dan is er de productie voor toeristen. Door de vernietiging van hun omgeving en de teloorgang van hun levenswijze moeten sommige groepen hun cultuur letterlijk verkopen om in hun onderhoud te kunnen voorzien. Veel indianen zijn er zich evenwel van bewust dat hun kunst de wereld rondgaat en de manier waarop het Westen naar hen kijkt, kleurt. De stukken die aan de man gebracht worden op markten en andere plaatsen waar veel toeristen komen, zijn natuurlijk echt, maar ze zijn niet volledig voor de indianen omdat ze eigenlijk niet nuttig zijn. Ze komen bij iemand op de schouw of vensterbank te staan als versiering. En daar is niets mis mee. Want ook al zien we deze voorwerpen vaak los van hun originele context, zoals op tentoonstellingen, toch hebben ze een intrinsieke schoonheid. De aparte en kleurrijke wereld van de Amazone-indianen spreekt tot de verbeelding van veel mensen. De Braziliaanse videokunstenaar Neville D’Almeida maakte een werk over de Ukre Kayapó die in de staat Pará leven.
Voor de film Verde Moreno (2009), wat zoveel betekent als ‘donkergroen’, ging hij samen met een fotograaf gedurende twee weken leven in een dorp van zo’n 700 Kayapó. De kunstenaar gelooft dat hedendaagse Braziliaanse kunstenaars moeten kijken naar wat hun land sterk maakt: de mensen. Hij trekt hard van leer tegen zijn landgenoten en zegt dat ze niets liever doen dan indianen te doden en klaagt aan dat de inwoners van de staat Pará de indianen vergelijken met ratten.
> Still uit de film Verde Moreno van Neville D’Almeida.
Verde Moreno wordt vertoond op de 54ste Biënnale van Venetië (2011) in het Latijns-Amerikaanse paviljoen waar ook recent werk te zien is van de Ecuadoriaanse María Rosa Jijón. In haar videokunst klaagt ze de vernietiging van het regenwoud aan en de gevolgen daarvan voor de mensen die er leven. Haar films kan je hier bekijken: http:// mantamanaos.blogspot.com/. De Braziliaanse kunstenares Anna Bella Geiger speelt ook graag in op de politieke realiteit van haar land. Zo maakte ze een reeks postkaarten getiteld Brasil Nativo – Brasil Alienígena (1977-2004), zoiets als ‘Brazilië geboorteland – Brazilië vreemd land’. Ze plaatste telkens een beeld van een indiaan in contrast met een beeld van zichzelf in ongeveer dezelfde houding.
> Geiger 1
Bron: http://artincontext.org/image/ image_main.aspx?id=2723
39 De klas aan het werk: Lager onderwijs
> Geiger 2
Bron: http://artincontext.org/image/ image_main.aspx?id=2722
• Kakelbonte Kayapó Zoek in je tuin of in het park de mooiste bloemen, bladeren en pluimen en breng ze mee naar de klas. De juf zorgt voor levensgrote vellen papier voor iedereen (of maak groepjes) waarop je kunt gaan liggen. Een klasgenootje trekt je omtrek met een zwarte stift op het papier. Nu kan je je papieren silhouet helemaal versieren als een echte indiaan: kleef de bladeren en veren op de figuur. Met een rode en/of een zwarte stift teken je een patroon op het lichaam. Denk goed na! Elke lijn heeft een specifieke betekenis: zijn het de stippen van het jachtluipaard of hartjes? Verzin een mooi verhaal bij jouw indiaan (Hoe heet hij/zij? Waar komt hij/zij vandaan? Hoe oud is hij/zij? …). Secundair onderwijs • Wie ben ik? Je voert een klasdebat over het uiterlijk en de taal van het lichaam. Wat willen
jongeren vertellen door middel van hun kledij of juwelen? Hoe draagt lichaamsversiering bij tot het creëren van een identiteit en een groepsgevoel? Verder lezen: Er wordt veel aandacht besteed aan kunst en cultuur in Brazilië, op het internet kan je dan ook veel sites vinden die de wereld op de hoogte willen houden van de recente ontwikkelingen op dat gebied. Jammer genoeg is het merendeel van de informatie in het Portugees. Toch is het de moeite om hier eens een kijkje te nemen: http://www.funarte. gov.br/. Dit is het kunstenportaal van de Braziliaanse overheid en groepeert verschillende initiatieven die in het land opgezet worden. Specifieke informatie over inheemse kunst is moeilijker te vinden, maar wie zoekt die vindt! Waardevol is http:// www.indiosonline.org.br/novo/. Dit initiatief werd opgezet door en voor leden van verschillende inheemse groepen, maar weer enkel in het Portugees.
Ook http://www.museudoindio.org. br/ bevat, mits enig geduld en een goede vertaalcomputer, een schat aan informatie.
40 5.2. Ecologie en economie: welkom in het Wilde Westen! Dit is geen verhaal dat begint met ‘er was eens’. Het begint met ‘er is’, of beter nog ‘er zijn’. Er zijn immers maar liefst om en bij de 215 inheemse groepen in Brazilië, samen zo’n 350 000 indianen! Nu is dat geen cijfer om lyrisch over te worden. Sinds de komst van de Europeanen in het begin van de 16de eeuw zijn er honderden groepen verdwenen en het is pas sinds de tweede helft van de vorige eeuw dat hun aantal zich herstelt dankzij een doorgedreven beschermingspolitiek van de Braziliaanse overheid. Dat was ooit wel anders. Ongeveer 45 jaar geleden greep het Braziliaanse militaire bewind de macht en schafte alle politieke partijen af. Het was het startschot voor een grootschalige ‘interne kolonisatie’. Onder het motto ‘Brazilië, land van de toekomst’ werden duizenden aangezet om zich in het noorden van het land te vestigen en er de enorme rijkdommen aan te boren. Deze mensen waren de pioniers die ervoor gezorgd hebben dat Brazilië vandaag een van de belangrijkste economieën ter wereld is.
Maar tegen welke prijs? Bitter weinig ondernemers hielden vol en keerden al gauw terug naar de steden. De mensen die over de nieuwe wegen het binnenland introkken, brachten allerlei ziekten mee waartegen de indianen niet bestand waren, net zoals hun Europese voorgangers al die eeuwen voordien. Ondertussen probeerde de overheid het gebied te ontsluiten door middel van de aanleg van een grote snelweg dwars door het gebied. Grote stukken bos werden gerooid zonder rekening te houden met de beschermde status van het land. De Transamazônica is tot op de dag van vandaag de voornaamste (auto)route in het noorden en trekt een lijn van oost naar west door 1770 km woud. Ontbossing en de uitstoot van vrachtwagens die op diesel rijden, maken dat Brazilië op een plaatsje kan rekenen in de top tien van landen met de grootste uitstoot van broeikasgassen ter wereld.
Ontbossing Sinds de jaren 1960 is 20% van het Amazonewoud verdwenen, m.a.w. op 50
jaar tijd verdween er meer bos dan in de 450 jaar voordien.
> ontbossing Bron: http://www.flickr.com/photos/ saarmaart/368653311/
Via satellietbeelden is heel goed te zien hoe zo’n slordige 80% van de ontbossing in de onmiddellijke nabijheid van de grotere wegen gebeurt omdat dat areaal heel bereikbaar is. De meeste kleine wegen door het woud zijn eigenlijk illegaal aangelegd om zo tot diep in het woud door te dringen. Eens het hout gekapt is, blijven de wegen in gebruik door allerlei onfrisse types: van speculanten tot gewapende bandieten.
Om de ordediensten op een dwaalspoor te brengen, tracht men alle sporen uit te wissen en de wegen te verleggen. Zo laten ze uitschijnen dat ze altijd op die plaats gewerkt en gewoond hebben.
Wie zijn de grilagem? Deze mensen worden grilagem genoemd omdat ze krekels (grilo) gebruiken bij het kunstmatig verouderen van eigendomsdocumenten. De documenten worden in een schuif bewaard samen met een paar uitgehongerde krekels. De schade die de beestjes toebrengen aan de papieren maken dat ze er ouder uitzien zodat de overheid moet geloven dat de gronden al jaren in handen van deze mensen zijn.
De overheid vecht tegen deze fraude met behulp van een systeem van elektronische certificaten voor de exploitatie van het woud en surveilleert het gebied met satellieten. Niet dat het wat uitmaakt, want er is niet genoeg
41 personeel/politie/materiaal om de opvolging van de criminele activiteiten te verzekeren en dus boetes uit te schrijven. Een van de belangrijkste redenen voor de ontbossing in Brazilië is de runderen sojateelt. Brazilië is de grootste uitvoerder van rundvlees en de tweede grootste exporteur van soja (na de VS). Beide teelten vergen uitgestrekte gebieden waarvoor het woud moet wijken. Om soja te laten groeien zonder de bodem al te snel uit te putten, zijn er grote hoeveelheden meststoffen en pesticiden nodig. De indianengroepen uit Mato Grosso hebben deze praktijken al geregeld aangekaart bij de overheid omdat deze stoffen in het bodemwater terechtkomen en dus rivieren en stromen vergiftigen waardoor de vissen sterven. Sneu als je van de visvangst leeft. De inheemse groepen die in de regio wonen, vormen een heel efficiënte barrière tegen de achteruitgang van het woud. Op satellietbeelden is duidelijk te zien waar ze wonen: groene eilandjes te midden van de woestenij. Er zijn allerlei maatregelen van kracht om het woud
te beschermen: parken, reservaten, beschermde zones, autochtone gebieden enz. Het lijkt wat uit te halen omdat het ritme van de kap vertraagd is. Ongeveer 15% van het Braziliaanse Amazonewoud is beschermd als nationaal of federaal park. Op minstens de helft daarvan mag geen menselijke activiteit uitgeoefend worden, op de andere helft wel, zolang het maar duurzaam is. Ongeveer een kwart van de oppervlakte is voorbehouden aan de autochtone bevolking. Bevolking Tegelijk met de ontsluiting van het noorden zette de overheid initiatieven op om de inheemse bevolking te beschermen. Het doel was telkens de integratie van de inheemse bevolking in de Braziliaanse economie/ moderniteit door onder andere winkels, postkantoren, apothekers en heuse permanente dorpen te bouwen. De maatregelen sloegen helemaal niet aan bij de lokale bevolking met als resultaat dat de regering het opgaf in de illusie dat de missie geslaagd was, men had gedaan wat men kon. Dit hoofdstuk uit
de Braziliaanse geschiedenis is bepalend geweest voor de manier waarop de Braziliaanse bevolking vandaag naar de indianen kijkt. Omdat ze niet konden aarden in ‘de beschaving’ is een groot deel van de bevolking van mening dat de inheemsen niets bijdragen aan Brazilië, ze brengen geen ‘cultuur’.
Wat is FUNAI? In 1967 werd de FUNAI (Fundação Nacional do Índio) opgericht nadat de publieke opinie zich mondiaal begon te interesseren voor het lot van de inheemse bevolking na alarmerende berichten over mishandeling van indianen (Figueiredo rapport). Bureaucratie, corruptie, een tekort aan mensen en middelen, het zijn maar een paar problemen waarmee de FUNAI ook vandaag nog te kampen heeft. De organisatie staat grotendeels machteloos tegenover de grootschalige vernietiging van de beschermde gebieden en de effecten die dat heeft op de indianen. http://www.funai.gov.br/
Pas in 1987 werd officieel erkend dat onnodig contact en inmenging met de interne keuken van de indianengroepen deze bevolkingsgroep meer kwaad dan goed doet. En in de grondwet van 1988 (zie bijlage 2) ten slotte, werden de oorspronkelijke rechten van de inheemse
42 bevolking op het land dat ze traditioneel bewonen eindelijk beschermd. Het gebied dat voorbehouden wordt voor de indianen is sindsdien sterk toegenomen wat in bepaalde kringen voor wrevel zorgt. Het lijkt immers oneerlijk dat zoveel rijk gebied in handen is van enkelen (die er ‘niets’ mee doen) en er wordt door sommigen, denk aan de grilagem, dan ook heel creatief met de wetten omgesprongen. Na de aanleg van de Transamazônica werden grote stukken bos vernietigd voor grote hydro-elektrische projecten, grasland voor het houden van runderen of akkerland voor de aanplanting van soja. Het gevolg is dat de gebieden die bij wet voorbehouden zijn aan de inheemse bevolking zienderogen slinken. Het lawaai van het rooien van de bomen en de industrie jaagt allerlei dieren op zodat die samen met de mensen op een veel te kleine oppervlakte moeten overleven. Het bodemwater wordt niet meer vastgehouden door bomen omdat die er niet meer zijn, dus zijn overstromingen jaarlijkse kost. Het regenwoud is een biotoop die zichzelf in stand houdt, m.a.w. als er te weinig
bomen zijn, is er te weinig neerslag en drogen grote stukken woud uit waardoor het risico op bosbranden weer toeneemt. Een ander gevolg is een daling van de waterspiegel waardoor talloze dorpen worden afgesneden van de buitenwereld omdat hun (water)wegen letterlijk opdrogen. Wolken schadelijke pesticiden afkomstig van de sojaplantages drijven over het ganse gebied en maken mens, dier en planten ziek. De conflicten waarmee het gevecht om grond in Brazilië gepaard gaat, hebben altijd op heel wat media-aandacht kunnen rekenen. De brutaliteit waarmee deze strijd gevoerd wordt, is dan ook indrukwekkend. Naar aanleiding van de nieuwe, versoepelde boswet die de regering Rousseff in juni 2011 goedkeurde, zijn minstens zes activisten gedood. Vuurwapens, machetes en bulldozers maken de dienst uit en een inefficiënte, corrupte overheid ziet letterlijk door de bomen het bos niet meer. Bijlage 2: grondwet 1988
De Belo Monte-dam Bekijk het volgende filmpje: http://www.youtube.com/ watch?v=9Noj3Jmev4U&NR=1 In 1975 rijpte het plan om een reeks hydro-elektrische dammen te bouwen op de bovenloop van de Xingurivier. Na een hoop herzieningen besliste de Braziliaanse overheid in 1987 twee grote dammen te bouwen: één in Belo Monte en één in Altamira. Deze plannen stuitten op een ware orkaan van protest, vooral van de inheemse groepen die in het gebied wonen. In 1989 organiseren deze indianengroepen de I Encontro das Nações Indígenas do Xingu (Eerste bijeenkomst van de autochtone naties van de Xingu), ook wel de Altamira Gathering genoemd.
Wie was Tuíra? De Kayapó strijdster Tuíra zorgde in 1989 voor heel wat opschudding toen ze met haar machete langs het gezicht streek van José Antônio Muniz Lopes, een vertegenwoordiger van de elektriciteitsmaatschappij Eletrobrás, om het protest kracht bij te zetten.
> Tuira
Bron: http://blog.witness.org/2011/03/ dams-and-human-rights-using-video-toresist-evictions/
43 Als gevolg van deze hevige protesten werden de plannen grondig aangepast en werd er een hele resem nieuwe studies op losgelaten. En in 2007 lanceerde de toenmalige linkse president Lula da Silva een grootschalig investeringsprogramma om de Braziliaanse economie een boost te geven, de Belo Monte-dam was daarin een van de sleutelelementen. Ondanks aanpassingen die moesten vermijden dat beschermd indiaans gebied onder water werd gezet (want dat mag niet volgens de wet), kwam het in 2008 opnieuw tot grootschalige protesten. De volkeren van de regio organiseerden een tweede bijeenkomst: Segundo Encontro dos Povos do Xingu, opnieuw in Altamira. De toon van de protesten was uitermate grimmig. Er werd met machetes gezwaaid en vooraanstaande leden van de Kayapó dreigden met oorlog en geweld als de plannen niet snel opgeborgen werden. Er is echter geen sprake van ophouden: in juni 2011 werden de nodige vergunningen afgeleverd en zijn de voorbereidingswerken op het terrein begonnen.
> Belo Monte
Bron: http://news.bbc.co.uk/2/hi/8633786. stm De gevolgen van de bouw van de dam zijn aanzienlijk. Zo zijn er honderden vissoorten die alleen voorkomen in dat specifieke gebied van de Xingu, de zogenaamde Volta Grande of Grote Bocht. Veel van deze soorten lopen nu het risico uit te sterven omdat het water afgeleid zal worden naar de dam en grote stukken Xingu droog zullen komen te staan. Ongeveer 20 000 mensen, vooral kleine boeren, moeten dan noodgedwongen verhuizen omdat hun landen onder water zullen lopen. De indianen mogen bij wet niet van
hun land gezet worden, maar zullen op andere manieren de gevolgen van de dam moeten ondergaan. Het verleggen van droge en overstroomde gebieden en de impact daarvan op de fauna, flora en transportmogelijkheden zal hun leven grondig veranderen. En dan mogen we niet vergeten dat er voor de bouw van de dam en zijn reservoirs ettelijke vierkante kilometers bos gerooid moet worden waardoor er tonnen CO² in de atmosfeer terecht zullen komen.
44 De klas aan het werk:
> Je bent een voorstander van de versoepeling. Verdedig je standpunt.
Secundair onderwijs Klasdebat: splits de klas in twee of meerdere groepjes en laat ze elk een standpunt onderzoeken. Achteraf worden de argumenten naast elkaar gelegd. • Belo Monte-dam > Je bent een tegenstander van de bouw van de dam. Verdedig je standpunt. > Je bent een voorstander van de bouw van de dam. Verdedig je standpunt. Meer informatie vind je alvast hier: - http://www.internationalrivers.org/en/ node/5236 (Engels) - http://messagefrompandora.org/ (Engels) - http://www.eletrobras.com/elb/main. asp?View=%7B46763BB8-3B05-432F-A206C8F93CC3BA90%7D (Portugees) - Bijlage 3: artikels www.deredactie.be • De versoepeling van de boswet > Je bent een tegenstander van de versoepeling. Verdedig je standpunt.
Meer informatie vind je alvast hier: - http://www.dewereldmorgen.be/ blog/annick/2011/05/12/te-strengebraziliaanse-boswet-onder-vuur - http://www.dewereldmorgen. be/artikels/2011/05/25/bekendemilieuactivist-neergeschoten-in-brazili - http://www.wwf.org.br/informacoes/ english/?29263/A-law-that-values-thestanding-forests-sustainable-productionand-biodiversity-is-what-Brasil-needs - http://www.youtube.com/watch?v=rSfn pWeRh_g&feature=related - http://nos.nl/video/253228-houtkapbedreigt-braziliaanse-indianen.html Lager onderwijs Ga thuis eens in de provisiekast rommelen en kijk of je voedsel kunt vinden dat uit Zuid-Amerika komt, of beter nog, uit Brazilië. Probeer op de verpakkingen te vinden waar het voedsel vandaan komt en duidt die plaats dan aan op een blinde wereldkaart door een tekeningetje van het product te maken.
Verder lezen: Algemene Informatie Er is heel veel informatie over de inheemse bevolking van Brazilië te vinden op het internet maar het probleem is dat de meeste sites in het Portugees zijn. Zo ook de site van FUNAI (Nationale Stichting voor de indiaan): http://www.funai.gov.br/ Gelukkig is er http://pib.socioambiental.org/en een website waar je per indianengroep informatie kunt opzoeken en beknopte inlichtingen over de wettelijke richtlijnen die de overheid uitzet om deze mensen te beschermen (Engels). Deze organisatie publiceerde ook de Atlas of Pressures and Threats to Indigenous Lands in the Brazilian Amazon en die kan je hier lezen: http://www.socioambiental.org/ banco_imagens/pdfs/ http://www.indianeninbrasil.nl/ (Engels) http://www.survivalinternational.org/ (Engels) www.planetattitude.com (Wayangavereniging, Frans) http://www.indigenouspeoples.nl/ site3/pages/voorlichting/Dossiers/ DossierINdBrazilie.htm
http://pib.socioambiental.org/en (Engels) http://pibmirim.socioambiental.org/en (Engels, voor kinderen) http://www.amazon-indians.org/page16. html (Engels) http://www.iselinge.nl/Scholenplein/ pabolessen/01022aindianen/index.htm DONNER, F., 1982, Shabono, Amsterdam. LAGROU, P., 1994, Het meisje uit de jungle, Hasselt. O’HANLON, R., 1988, Tussen Orinoco en Amazone, Amsterdam. RUFIN, J.-Ch., 2003, Braziliaans rood, Amsterdam. VERSWIJVER, G., 1992, Kaiapó, Amazonië. De kunst van de lichaamsornamentiek, Gent. VERSWIJVER, G., 1996, Mekranoti: Living Among the Painted People of the Amazon, München/New York.
hoe een bezoek in de leerplannen in te passen? Voor het secundair onderwijs sluit de tentoonstelling aan bij de volgende vakken: Geschiedenis, esthetica, godsdienst, aardrijkskunde VOETen - Empathie: zich kunnen inleven in de situatie van de inheemse bevolking van Brazilië - Esthetische bekwaamheid: de schoonheid en kunde erkennen in de voorwerpen die door deze volkeren gemaakt werden - Kritisch denken: beseffen dat er meerdere kanten aan een verhaal zijn, bijvoorbeeld kolonisatie, Braziliaanse ecologisch/economische politiek - Mediawijsheid: kranten, TV, radio, internet kunnen gebruiken om bijkomende informatie op te zoeken en op de hoogte te blijven van de situatie op andere continenten. Zoeken verschillende bronnen en standpunten op om te kunnen vergelijken - Een open en constructieve houding: een interesse kweken in volkeren die op het eerste zicht in een totaal
andere politieke/economische/sociale omgeving wonen. - Respect: de eigen beginsituatie kunnen vergelijken met die van een ander - Verantwoordelijkheid: effectenbesef van het eigen denken en handelen. Al deze punten zijn toepasbaar in - context 4: omgeving en duurzame ontwikkeling > 2. herkennen in duurzaamheid- vraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid > 4. zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren > 5. tonen interesse en uiten hun appreciatie voor de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed - context 7: de socioculturele samenleving > 1. beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen
> 2. gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen > 4. trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie > 6. gaan actief om met de cultuur en de kunst die hen oomringen > 7. illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing
45
46
Dit dossier voor het onderwijs werd samengesteld naar aanleiding van de europalia-tentoonstelling ‘Indios no Brasil’ in het Jubelparkmuseum van 14.10.2011 tot 19.02.2012 Tekst: Nathalie Halgand, Anne-Françoise Martin, Christine Willemen Advies: Brigitte Fossion & Florence Cosme Vertaling uit het Frans: Christine Willemen Vertaling uit het Nederlands: Dominique Coupé Tekstcorrectie Nederlandse versie: Klara Herremans, Anna Van Waeg Tekstcorrectie Franse versie: Dominique Coupé Foto cover: Eddy Fliers Coördinatie Nederlandse versie: Anna Van Waeg Coördinatie Franse versie: Anne-Françoise Martin Vormgeving: Josworld.org © KMKG 2011 Disclaimer: We gebruikten onder andere afbeeldingen die zich in de publieke ruimte bevinden, maar als iemand zich benadeeld voelt, gelieve dan contact op te nemen met de Educatieve en culturele dienst: 02/741.72.14 of
[email protected]
bijlage 1 - manifest We zijn al die verdachte katholieke echtgenoten in toneelstukken moe. Freud3 beëindigde het enigma van de vrouw en andere angsten van gedrukte psychologie. Manifesto Antropófago (Kannibalenmanifest) Oswald de Andrade, 1928 Vertaling C. Willemen Kannibalisme is het enige wat ons verenigt. Sociaal. Economisch. Filosofisch. De enige wet van de wereld. De verborgen expressie van alle individualismen, van alle collectivismen. Van alle religies. Van alle vredesverdragen. Tupi or not tupi that is the question . 1
Tegen elke catechese. En tegen de moeder van de Gracchi2. Ik ben enkel geïnteresseerd in wat niet van mij is. De wet van de mens. De wet van de kannibaal.
47 Tegen alle importeurs van ingeblikt bewustzijn. Voor het tastbare bestaan van leven. En laat de heer Levy-Bruhl6 maar de prelogische mentaliteit bestuderen.
Wat de waarheid versluierde was kleding, een ondoordringbare laag tussen de innerlijke en de uiterlijke wereld. De reactie tegen geklede mensen. De Amerikaanse cinema zal ons hierover informeren.
We willen de Caraíba Revolutie. Groter dan de Franse Revolutie. De eenmaking van alle efficiënte revoluties voor de vooruitgang van de mens. Zonder ons zou Europa zelfs zijn schamele verklaring van de rechten van de mens niet hebben.
Kinderen van de zon, moeder van alle levende wezens. Fel ontmoet en bemind, met alle hypocrisie van saudade4, door
De gouden tijd aangekondigd door Amerika. Een gouden tijd. En alle girls.
immigranten, slaven en toeristen. In het land van de grote slang5.
Verwantschap. Het contact met CaraíbaBrazilië. Où Villegaignon print terre7. Montaigne8. De natuurlijke mens. Rousseau9. Van de Franse Revolutie tot de Romantiek, tot de Russische Revolutie, tot de Surrealistische Revolutie en de technologische barbaarsheid van Keyserling10. We gaan voort.
Het was omdat we nooit grammaticale structuren of verzamelingen van oude planten hadden. En we wisten niet wat steden, voorsteden, grenzen of continenten waren. Lui op de wereldkaart van Brazilië. Eén deelnemend bewustzijn, één religieus ritme.
We werden nooit gekerstend. We leven volgens de wet van de slaapwandelaar. We deden Christus geboren worden in
Bahia. Of in Belém11 do Pará. Maar we stonden nooit de geboorte van de logica onder ons toe. Tegen Vader Vieira12. Hij sloot onze eerste lening af om een commissie te krijgen. De ongeletterde koning zei hem: zet dit op papier, maar zonder teveel praatjes. De lening werd afgesloten. Braziliaanse suiker werd weggeschreven. Vieira liet het geld in Portugal en bracht ons enkel de praatjes. De geest weigert geest zonder lichaam te concipiëren. Antropomorfisme. De noodzaak van een kannibalistisch vaccin. Om ons evenwicht te bewaren tegen de religies van de meridiaan. En externe inquisities. We kunnen enkel antwoorden aan de horende wereld. We hadden de juiste codificatie van wraak. Wetenschap, de codificatie van magie. Kannibalisme. De permanente transformatie van Taboe in totem13.
48 Tegen de omkeerbare wereld en geobjectiveerde ideeën. Waarvan kadavers gemaakt worden. De stopzetting van dynamisch denken. Het individu als slachtoffer van het systeem. Bron van traditionele onrechtvaardigheden. Van romantische onrechtvaardigheden. En de vergeten innerlijke veroveringen. Routes. Routes. Routes. Routes. Routes. Routes. Routes. Het Caraíba instinct. Dood en leven van hypothesen. Van de vergelijking ik, deel van de kosmos tot het axioma kosmos, deel van het ik. Levensonderhoud. Kennis. Kannibalisme. Tegen de plantenelites. In communicatie met de aarde. We werden nooit gekerstend. We hadden het carnaval. De Indiaan verkleed als een senator van het Rijk. In de rol van Pitt14. Of figurerend in de opera’s van Alencar15 met veel fatsoenlijke Portugese emoties.
We hebben het communisme al gehad. We hebben de surrealistische taal al gehad. De gouden tijd. Catiti Catiti Imara Notiá Notiá Imara Ipeju16 De magie en het leven. We hadden relaties en verdeling van tastbare goederen, morele goederen, en koninklijke goederen. En we wisten hoe mysterie en dood om te zetten met behulp van enkele grammaticale vormen. Ik vroeg een man wat de Wet was. Hij antwoordde dat het de verzekering was van de volledige uitoefening van mogelijkheden. Deze man heette Galli Mathias17. Ik at hem op. Enkel daar waar mysterie is, is geen determinisme. Maar wat heeft dat met ons te maken? Tegen de verhalen van mensen die in Cabo Finisterra18 beginnen. De
ongedateerde wereld. Niet ondertekend. Zonder Napoleon. Zonder Caesar. De bevestiging van de vooruitgang door middel van catalogi en televisies. Enkel de toestellen. En de bloedtransfusies. Tegen antagonistische sublimaties. In snelle zeilschepen overgebracht.
Maar we hadden waarzeggerij. We hadden politiek die de wetenschap van de distributie is. En een socio-planetair systeem. De migraties. De vlucht van een toestand van verveling. Tegen stedelijke sclerose. Tegen de Conservatieven en speculatieve verveling.
Tegen de waarheid van het volk der missionarissen, gedefinieerd door de wijsheid van de kannibaal, de Visconde de Cairú 19: – het is een leugen die telkens
Van William James23 en Voronoff24. Transfiguratie van Taboe in totem. Kannibalisme.
herhaald wordt.
De pater familias en de creatie van de Fabel van de Ooievaar: een echte onwetendheid + een gebrek aan verbeelding + een gevoel van autoriteit voor nieuwsgierige nakomelingen.
Maar het waren geen kruisvaarders die hier kwamen. Het waren vluchtelingen van een cultuur die we aan het opeten zijn, omdat we sterk zijn en even wraakzuchtig als Jabuti20. Als God het bewustzijn is van het ongecreëerde universum, dan is Guaraci21 de moeder van alle levende wezens. Jaci22 is de moeder van alle planten. We hadden geen speculatie.
We moeten vertrekken vanuit een diepgaand atheïsme om het idee van God te bereiken. Maar de Caraíba hadden dat niet nodig. Omdat zij Guaraci hadden. Het gecreëerde object reageert zoals de Gevallen Engelen. Sindsdien dwaalt Mozes rond. Wat heeft dat met ons te maken?
49 Voordat de Portugezen Brazilië ontdekten, had Brazilië het geluk ontdekt. Tegen de Indiaan met de toorts. De indiaanse zoon van Maria, het petekind van Catharina de Medici en de schoonzoon van Dom Antônio de Mariz25. Vreugde is het echte bewijs. In het Pindorama26 matriarchaat. Tegen herinnering de bron van gewoonte. De persoonlijke ervaring hernieuwd. We zijn concreet. We houden rekening met ideeën, we reageren, we verbranden mensen op openbare pleinen. Laten we komaf maken met ideeën en andere soorten van verlamming. Door middel van routes. Geloven in onze tekens, onze instrumenten en onze sterren. Tegen Goethe27, de moeder van de Gracchi, en het hof van Dom João VI28. Geluk is de vuurproef.
De strijd tussen wat wij de Geschapenen en de Ongeschapenen zouden kunnen noemen – door de voortdurende tegenstelling tussen de mens en zijn Taboe. De dagdagelijkse liefde en de kapitalistische modus vivendi. Kannibalisme. Absorptie van de heilige vijand. Om hem in een totem te transformeren. Het menselijke avontuur. Het aardse doel. Echter, enkel de zuivere elite kon vleselijk kannibalisme realiseren, dat de hoogste zin van het leven brengt en al het kwaad dat Freud identificeerde vermijdt, dat religieuze kwaad. Het resultaat is geen sublimatie van het seksuele instinct. Het is de thermometrische schaal van het kannibalistische instinct. Is het aanvankelijk vleselijk, dan wordt het facultatief en creëert het vriendschap. Is het genegenheid, wordt het liefde. Is het speculatief, wordt het wetenschap. Het wijkt af en verandert. We bereiken de degradatie. In basaal kannibalisme, verdichten met onze christelijke zonden – afgunst, woeker, laster of moord. Een plaag van de zogenaamde beschaafden en gekerstenden, is waar we tegen handelen. Kannibalen.
Tegen Anchieta die de elfduizend maagden bezingt29, in het land van Iracema30– de patriarch João Ramalho31 de stichter van Sao Paulo. Onze onafhankelijkheid werd nog niet uitgeroepen. Een typische zin van Dom João VI – Mijn zoon; zet deze kroon op je hoofd, voor een of andere avonturier het doet! Laten we de monarchie verdrijven. Het is noodzakelijk dit Bragança32-elan kwijt te raken, de verordeningen en snuiftabak van Maria da Fonte33. Tegen sociale werkelijkheid, gekleed en verdrukkend, gedefinieerd door Freud – in werkelijkheid zijn we zonder complexen, zonder krankzinnigheid, zonder prostituees en zonder gevangenissen in het Pindorama matriarchaat.
Oswald de Andrade, in Piratininga, Jaar 374 van het inslikken van bisschop Sardinha34
50 Naar William Shakespeare’s drama Hamlet uit 1602: “To be or not to be, that is the question” (Act III, Scene I) 2 De Gracchi leefden in de 2de eeuw v. Chr. Deze twee Romeinse politici trokken zich het lot van de armeren aan en werden daarom gedood. Hun moeder, Cornelia, wordt herinnerd als een strenge en deugdzame vrouw die haar leven volledig aan de opvoeding van haar zonen wijdde. De Andrade beschrijft haar als de slechte moeder die haar kinderen grootbrengt volgens ‘de wet’ van de beschaving. 3 Sigmund Freud (1856-1939) was de grondlegger van de psychoanalyse 4 Dit woord is typerend voor de Portugese cultuur en moeilijk te vertalen. De betekenis ervan houdt ergens het midden tussen nostalgie, heimwee en melancholie. 5 De grote slang waarnaar verwezen wordt is de cobra grande, ook wel boiúna of mboiaçu, een machtig mythisch dier dat in de Amazonerivieren zou leven. 6 Lucien Lévy-Bruhl (1857-1939) was een Franse antropoloog die onderzoek deed naar denkprocessen bij primitieve volkeren. Hij stelde dat de ‘primitieve’ geest totaal anders gestructureerd is dan de ‘beschaafde’. 7 Hier wordt verwezen naar de Franse koloniale inspanningen die een kort succes kenden met la France antarctique in Rio de Janeiro (1555-1567). 8 Michel de Montaigne (1533-1592) was een Franse filosoof en één van de eersten die het concept van de ‘nobele wilde’ gebruikt. In 1580 schreef hij een essay getiteld Des Cannibales (Over Kannibalen). http://www.bribes.org/trismegiste/ es1ch30.htm voor de Franse tekst en http://public. wsu.edu/~wldciv/world_civ_reader/world_civ_ reader_2/montaigne.html voor de Engelse. 9 Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) was een Franse filosoof die stelde dat de ‘natuurlijke mens’, of ‘nobele wilde’, een voetje voor had op de Westerse (jaloerse, bezitterige, …) mens. 10 Hermann Graf Keyserling (1880-1946) was een Duitse filosoof die rotsvast geloofde in internationale democratische principes tegenover nationalisme en militarisme. 1
De Andrade gebruikt Belém omdat de naam doet denken aan Bethlehem, waar Christus geboren is. 12 António Vieira (1608-1697) was een Portugese jezuïet en diplomaat die bekend stond als een groot spreker. 13 ‘Totem en Tabu. Gelijkenissen tussen het mentale leven van wilden en neuroten’ is een sleutelwerk van Sigmund Freud uit 1930. Totem staat voor hem voor het ‘primitieve’ en taboe voor het ‘beschaafde’ en ‘paternalistische’. De Andrade wil net weg van de opgelegde beschaving en de ‘vaders’. 14 William Pitt (1759-1806) was een Brits staatsman die mee de Engelse koloniale politiek uitdacht. 15 Het boek O Guaraní van José de Alencar (18291877) uit 1857 werd verwerkt tot een opera. Het stuk opende in 1870 in de Scala van Milaan. 16 Nieuwe maan, o nieuwe maan, blaas iedere mens herinneringen aan mij in. Uit O Selvagem (De wilden) van José Vieira Cauto de Magalhães (1837-1898) 17 Afgeleid van galimatias wat in het Frans zoveel betekent als wartaal of nonsens. 18 De Kaap Finisterra ligt in het N-W van Spanje. De naam is afgeleid van het Latijn finis terrae wat zoveel betekent als het einde van de wereld. 19 José de Silva Lisboa (1756-1835) overtuigde koning Dom João VI de Braziliaanse havens open te zetten voor alle naties die Portugal goed gezind waren. 20 Jabuti is de mythologische landschildpad van het Noorden, volgens de indianen. Hij is de bedrieger. 21 Guaraci is de zonnegod in de Guaraní-mythologie en creëerde alle levende wezens. 22 Jaci is de maangod in de Guaraní-mythologie en creëerde alle planten. 23 William James (1842-1910) was een Amerikaanse psycholoog en filosoof die schreef over vrije wil en het menselijke instinct. 24 Serge Voronoff (1866-1910) was een Franse bioloog die onderzoek deed naar veroudering van de mens en hoe die te vertragen. 25 Dom Antônio de Mariz is het hoofdpersonage uit de roman O Guaraní van José de Alencar uit 1857. 26 Pindorama betekent land van palmbomen in het Tupi. Het is de naam die dit volk aan de Braziliaanse gebieden gaf vóór de kolonialisatie. 11
Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) was een Duitse romantische schrijver. Zijn bekendste werk is Die Leiden des junge Werthers uit 1774. 28 Dom João VI (1776-1826) was koning van Portugal. In 1807 moest de Koninklijke familie naar Brazilië vluchten na de Napoleontische invasie van Portugal. Zijn zoon Peter riep in 1822 de Braziliaanse onafhankelijkheid uit. 29 Juan de Anchieta (1462-1523) was een Spaanse componist en zanger. De elfduizend maagden waarvan sprake is een reliek waarover de Anchieta een lang gedicht schreef. 30 Iracema is het hoofdpersonage uit de gelijknamige roman van José de Alencar uit 1865. 31 João Ramalho was één van de eerste Portugese kolonisatoren. Hij huwde een Tamoia-Indiaanse en organiseerde het indiaanse verzet tegen de missionarissen. 32 De Portugese koningen in de periode van de onafhankelijkheid waren van de Bragança-dynastie. 33 Maria da Fonte was een conservatieve, Portugees gezinde vrouw. 34 De Andrade telt hier terug naar het jaar 1554, het jaar dat bisschop Pero Sardinha werd opgegeten door een groep Tupi. 27
bijlage 2 - grondwet
Braziliaanse grondwet van 05 oktober 1988 – Hoofdstuk VIII, artikel 231 De sociale organisatie, gewoonten, talen, geloof en tradities van de Indianen evenals de rechten op de gebieden die ze traditioneel bezetten, zullen erkend worden. Het is de plicht van de Unie ze af te bakenen, te beschermen en respect voor al hun eigendommen te verzekeren. § 1 De gebieden die van oudsher bewoond werden door de Indianen zijn die waarop ze permanent wonen, die ze gebruiken voor hun productieactiviteiten, die onmisbaar zijn voor het behoud van de natuurlijke hulpbronnen die nodig zijn voor hun welzijn en voor hun fysieke en culturele cultuur, volgens hun gebruiken, gewoonten en tradities. § 2 De gebieden die van oudsher bewoond werden door de Indianen zijn hun blijvend bezit, en men zal het exclusieve vruchtgebruik hebben van de
bodemrijkdommen, rivieren en meren in die gebieden. § 3 Het gebruik van water hulpbronnen, waaronder energetisch potentieel, mag enkel geëxploiteerd wordeb en minerale rijkdommen op de Indiaanse gronden kunnen alleen onderzocht en ontgonnen worden met toestemming van het Nationaal Congres, na het horen van de getroffen gemeenschappen en de deelname aan de resultaten van zulke ontginning zal verzekerd worden zoals bij wet werd vastgelegd. § 4 De gebieden bedoeld in dit artikel zijn onvervreemdbaar en de rechten daarop zijn niet onderworpen aan beperkingen. § 5 Het is verboden om Indiaanse groepen van hun gebieden te verwijderen. Behalve ad referendum van het Nationaal Congres in geval van een ramp of een epidemie die hun populatie in gevaar brengt, of in het belang van de soevereiniteit van het land, na goedkeuring door het Nationaal Congres met die garantie dat men onmiddellijk kan terugkeren zodra het gevaar geweken is. § 6 Handelingen met het oog op bezetting, bestuur en bezit van de
51 gebieden bedoeld in dit artikel of de exploitatie van de natuurlijke bodemrijkdommen, rivieren en meren die daarin liggen, zijn nietig en hebben geen legale gevolgen, behalve als het algemeen belang van de Unie in het gedrang komt, zoals voorzien in een bijkomende wet. Zulke nietigheid zal niet het recht op vergoeding voorzien of het aanklagen van de Unie, behalve in wat betreft verbeteringen komende van bezetting ter goeder trouw, op de manier die voorgeschreven wordt door de wet.
bijlage 3
52 (foto) zullen de bouwheren van de dam moeten voldoen aan erg strikte voorwaarden op het vlak van milieubescherming.
Brazilië plant nieuwe grote waterkrachtcentrale di 02/02/2010 - 17:31 De Braziliaanse regering heeft een milieuvergunning verleend voor de bouw van een controversiële waterkrachtcentrale in het Amazonegebied. Volgens de milieubeweging is de Belo Monte-dam een bedreiging voor grote delen van het regenwoud en voor enkele inheemse indianenstammen. Tegen de mogelijke bouw van de Belo Monte-dam op de Xingu-rivier, een zijrivier van de Amazone in de noordelijke deelstaat Para, wordt al jarenlang geprotesteerd. De aanvankelijke bouwplannen werden in de jaren 90 afgevoerd na een golf van protest in binnen- en buitenland. Volgens de Braziliaanse regering zijn de plannen nu zo aangepast dat de indiaanse stammen in de regio niet worden bedreigd. Volgens minister van Milieu Carlos Minc
Maar volgens de milieubeweging zal de loop van de Xingu door de nieuwe dam worden veranderd, met catastrofale gevolgen voor het Amazonewoud en voor het visbestand in de rivier. 500 vierkante kilometer land zou onder water komen te staan, wat dan weer gevolgen zou hebben voor ruim 40.000 mensen. Het protest tegen de mogelijk bouw van de dam blijft dan ook aanhouden. De Belo Monte-dam moet de op twee na grootste waterkrachtcentrale ter wereld worden, na de Driekloven-dam in China en de Itaipu-dam op de grens tussen Brazilië en Paraguay. Het is de bedoeling dat de nieuwe centrale elektriciteit zal leveren aan 23 miljoen Braziliaanse gezinnen. De Braziliaanse economie heeft weinig of niet te lijden gehad van de wereldwijde crisis en blijft groeien. Mede daardoor heeft het land een groeiende behoefte aan energie. http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/ buitenland/1.708382
Brazilië gaat toch Belo Monte-dam bouwen vr 27/08/2010 - 11:24 Brazilië heeft het licht op groen gezet voor de bouw van de omstreden Belo Monte-dam en een krachtcentrale op de Xingu-rivier in het Braziliaanse Amazonegebied. De dam zou de op twee na grootste dam ter wereld worden. Het was de Braziliaanse president Luis Inacio Lula da Silva zelf die zijn handtekening heeft gezet onder een contract met het bedrijf Norte Energia voor de bouw van de Belo Monte-dam. Op volle capaciteit zou de dam energie kunnen leveren voor zo’n 26 miljoen mensen, dat is de bevolking van de stad Sao Paulo. Tegen de bouw van de Belo Monte-dam op de Xingu-rivier, een zijrivier van de Amazone in de noordelijke deelstaat Para, wordt al jaren geprotesteerd. De aanvankelijke bouwplannen werden in de jaren 90 afgevoerd na een golf van protest in binnenen buitenland. Volgens de milieubeweging is de Belo Monte-dam een bedreiging voor grote
delen van het regenwoud en voor enkele inheemse indianenstammen. Zo’n 500 km² land zou onder water komen te staan. Daardoor moeten minstens 50.000 indiaanse inboorlingen gedwongen verhuizen. Verschillende beroemdheden hebben zich aangesloten bij het protest tegen de dam, zoals filmregisseur James Cameron (“Avatar”) en actrice Sigourney Weaver. In april brachten beiden nog een bezoek aan de streek (foto links). In februari van dit jaar had de Braziliaanse regering al een milieuvergunning gegeven voor de bouw van de dam. Milieuverenigingen over de hele wereld probeerden met man en macht alsnog te voorkomen dat de dam er effectief zou komen, maar tevergeefs. De regering zegt dat de argumenten over het milieu en de verhuis van de inboorlingen niet opwegen tegen de tewerkstelling en de ontwikkeling van het gebied. http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/ buitenland/1.852033