Index
1.
Voorwoord…………………………………………………………
2
2.
Algemene Tips………………………………….............................. 3
3.
Gesprek 1…………………………………………………………..
6
4.
Gesprek 2…………………………………………………………..
8
1
1. Voorwoord
Welkom bij deze handleiding. Deze handleiding is bedoeld als gids bij het identificeren van de kwaliteiten van uw cliënt. Zoals bij veel vaardigheden geldt ook hier dat oefening kunst baart. Hoe vaker je een kwaliteitengesprek voert, hoe makkelijker en natuurlijker het verloopt. Je wordt gaandeweg steeds gevoeliger voor de subtiele ingangen naar belangrijke informatie die verborgen ligt onder de woorden van de ander. Ook zul je merken dat je na verloop van tijd je eigen jargon en type vragen begint te ontwikkelen. Dat is ook juist de bedoeling. Deze handleiding kan daarom als beste worden beschouwd als een startpunt en leidraad. Mijn ervaring is dat het voeren van een kwaliteitengesprek zowel voor de interviewer als voor de geinterviewde een zeer aangename, energieke en waardevolle activiteit is. Ik hoop dat deze ervaring ook voor jou zal gelden. Hugo Alberts
2
2. Algemene tips
•
De ander is expert. Wellicht een van de belangrijkste dingen om te beseffen wanneer je een kwaleitengesprek voer is dat je niet zoals gewoonlijk de houding van een expert of deskundige aanneemt. De ander is de deskundige op het gebied van zijn kwaliteiten en sterke kanten. Jij bent de geïnteresseerde die daar alles over wil horen. Je stelt je dus niet op als een arts die met zijn patiënt praat, maar als een open toehoorder die de cliënt als expert beschouwd. Je plaatst jezelf dus niet als een deskundige boven de ander, je zet de ander juist op een voetstuk en toont een sterke interesse voor wie deze persoon is, waar hij/zij goed in is, wat hem/haar drijft, wat deze persoon belangrijk vindt, wat deze persoon graag doet, enzovoort.
•
Ontwikkel een beeld van mogelijke kwaliteiten. Weet welke kwaliteiten er zijn en weet ze te benoemen. Je zou kunnen beginnen met het bestuderen van de 24 kwaliteiten van de VIA of de kwaliteiten van de Realise2. Wees bewust dat er vele honderden kwaliteiten zijn en dat zowel de VIA als de Realise2 slechts een kleine greep zijn uit het totale aantal mogelijke kwaliteiten. Ze kunnen het beste beschouwd worden als een startpunt.
•
Vraag vooral naar ervaringen, niet alleen naar prestaties Er is een belangrijk verschil tussen kwaliteiten en vaardigheden. Bij beide is vaak sprake van een goede prestatie. Het onderscheid tussen beide wordt gemaakt door het ervaren van energie bij de cliënt wanneer deze een kwaliteit gebruikt. Het gebruik maken van een vaardigheid kan ook uitputtend zijn, terwijl het gebruik van een kwaliteit dit niet is. Op het moment dat de vragen gesteld worden met een te sterke nadruk op prestatie (bijvoorbeeld: “wanneer presteerde jij op je best”), kan het zijn dat de cliënt over geleerde vaardigheden
3
gaat praten. Dus, dingen die hij of zij goed kan, maar mogelijk niet energie geven of bijdragen aan haar welzijn. •
Let op signalen van de ander Tijdens een gesprek zijn er verschillende signalen waar je op kunt letten die vaak betekenen dat de cliënt over een mogelijke kwaliteit spreekt. Deze signalen zijn:
•
!
Stemverheffing
!
Sneller spreken
!
Betere houding
!
Glimlachen en lachen
!
Meer gebaren
!
Meer gebruik metaforen
!
Vloeiender spreken
Hanteer een open houding
Vaak kijken we naar anderen met onze eigen bril van ervaringen. Iemand vertelt bijvoorbeeld over een stap die er genomen is die wij persoonlijk helemaal niet moeilijk of uitdagend vinden (bijvoorbeeld voor een groep spreken). De kwaliteit moed zullen wij, kijkend vanuit onze bril, dan waarschijnlijk niet toekennen aan de cliënt. Echter, voor de cliënt kan het nemen van deze stap betekenen dat grote angst en twijfel zijn overwonnen. Vanuit zijn persoonlijke ervaring kan met dus wel spreken van een moedige handeling. Het is daarom belangrijk om stil te staan bij de persoonlijke ervaring en beleefwereld van de cliënt. Een zelfde situatie kan heel anders ervaren worden door verschillende mensen. Probeer niet meteen alles op voorhand in te vullen; hanteer een open houding en luister naar de ervaringen van de cliënt . •
Wees bewust dat kwaliteiten zich op vele manieren kunnen uiten.
Veel kwaliteiten roepen meteen een standaard, stereotype beeld op. Neem bijvoorbeeld creativiteit. Veel mensen denken bij creativiteit aan activiteiten als schilderen, het componeren van muziek, etc.. In werkelijkheid zijn er oneindig veel uitingen van creativiteit. Een manager die telkens nieuwe oplossingen voor
4
complexe problemen kan bedenken is op zijn manier creatief. Zo ook een docent die met gemak telkens zijn lesprogramma weet te vernieuwen. Probeer buiten de gevestigde beelden van kwaliteiten te denken en zoek naar de kern van de kwaliteit. De kern van de kwaliteit creativiteit is bijvoorbeeld iets nieuws scheppen.
5
3. Het eerste gesprek Het eerste gesprek wordt gevoerd wanneer de ander geen of nauwelijks zicht heeft op zijn of haar kwaliteiten. De meeste mensen (meer dan 66%) zijn niet op de hoogte van hun kwaliteiten. Het praten over kwaliteiten is voor velen dan ook iets wat ongewoon is en soms zelfs in het begin wat ongemakkelijk. Het is niet iets wat we dagelijks doen en het voelt alsof we aan het opscheppen zijn over ons zelf. Maak de cliënt duidelijk dat het doel van het gesprek niet is om op te scheppen over jezelf, maar om te kijken naar de positieve kanten. Dit betekent niet dat er geen negatieve kanten, zwaktes of beperkingen zijn. Over het algemeen zijn mensen beter in staat hun beperkingen te tekortkomingen te noemen dan hun kwaliteiten. Uiteraard is het zinvol te benadrukken dat alle informatie die gedeeld vertrouwelijk behandeld zal worden. Stel een of meerdere van de volgende vragen: " Wanneer was jij op je best in je leven? De duur van de gelegenheid kan variëren van een minuut tot een jaar. Vraag je cliënt om over de ervaring te praten, en deze zo levendig mogelijk weer te herleven tijdens het gesprek. Het gaat hier met name om wanneer de cliënt zich op zijn best voelde, niet in eerste instantie op zijn best presteerde, hoewel dit wel in de praktijk vaak samen gaat. " Wat herinner je dat je als kind deed en nog steeds doet, maar mogelijk veel beter? " Welke activiteiten geven je energie in het leven? " Wanneer voel je je het meest als je “echte” jij? " Bij welke activiteiten lever je een goede prestatie en gaat je makkelijk af? " Welke dingen leer je heel snel, zonder veel inspanning? " Welke dingen zijn het eerst van je to-do-list af? " Waar verheug je je op in de toekomst? " Waar ben je het meest trots op? Tip: Bij het beantwoorden van deze vragen hebben sommige mensen wat tijd nodig. Soms vinden we het als coach moeilijk of ongemakkelijk om stilte te laten vallen en gaan daarom praten. Probeer stilte onderdeel te laten zijn van de sessie. Geef mensen rustig de tijd om over dingen na te denken. Als er echt geen antwoord komt kan er voor een andere vraag gekozen worden. 6
Probeer door te vragen. Wees nieuwsgierig: ‘Wanneer was het, wat ging eraan vooraf, wat was je taak, doel, opdracht, wat deed je, met wie, waar, wat was het resultaat, wat dacht je, wat voelde je, wat zorgde ervoor dat het zo goed ging, zo leuk was?’ Vaak noemen mensen in dergelijke gesprekken situaties in hun vrije tijd. Samen zijn met vrienden, reizen, hobbies. Dat komt natuurlijk omdat er in dergelijke situaties veel autonomie is: Dit zijn typisch dingen die niet opgelegd worden, maar zelf gekozen worden. Belangrijk is om te kijken in hoeverre een mogelijke kwaliteit zich ook manifesteert in andere gebieden van het leven. Meestal worden kernkwaliteiten in meer dan 1 domein tot uiting gebracht Tip: Het is raadzaam om tijdens het gesprek aantekeningen te maken, omdat er vaak veel informatie naar boven komt.
Huiswerk voor de cliënt: o Laat de cliënt de VIA krachtenlijst online invullen. o Vraag aan de cliënt om tenminste 3 anderen uit zijn/haar omgeving 5 kwaliteiten te laten kiezen uit de VIA kwaliteitenlijst. Bij voorkeur zijn dit mensen uit verschillende contexten (vrienden, familie, werk, etc.).
7
4. Het tweede gesprek
De cliënt heeft de kwaliteitentest gedaan en de coach heeft na het eerste gesprek een beeld gevormd van zijn/haar kwaliteiten. Deze sessie kan gestart worden door te vragen hoe het was om de vragenlijst in te vullen. " Herken je je in de uitkomst van de test? Vaak volgt hier een antwoord in de trant van ‘in grote lijnen wel, op sommige punten wat minder’. Uit onderzoek blijkt dat 90% van alle respondenten zich 'goed’ of 'uitstekend' in de uitkomst herkent, en 10% 'redelijk' of 'neutraal'. Concentreer u in het gesprek op de kwaliteiten en de elementen in de bijbehorende beschrijving, waar de student zich goed in herkent. " Herken je je in de kwaliteiten die anderen jou toebedeelden? Probeer aan de hand van de uitkomsten van de vragenlijst, de kwaliteiten die anderen noemden en jouw eigen observaties samen met de cliënt een top 5 samen te stellen. " In welke van de vijf kwaliteiten herken je jezelf het meest?’ Bespreek dan per kwaliteit: " Hoe zou jij deze kwaliteit in je eigen woorden omschrijven? " Wanneer en waar gebruik je deze kwaliteit in jouw leven? " Welke voordelen brengt het gebruik van deze kwaliteit jou en jouw omgeving? " Zijn er bepaalde dingen die je heel leuk vindt om te doen, waar je veel plezier in hebt, hobby’s, enzovoort, die op een andere manier samenhangen met deze kwaliteit?’ Kwaliteiten opereren zelden op zichzelf. Er is meestal sprake van een samenwerking tussen kwaliteiten. Interactie tussen kwaliteiten: ‘Hoe bepaalde kwaliteiten bij mensen tot uitdrukking komen, hangt ook sterk af van de combinatie van kwaliteiten die je hebt.
8
" Zijn er in jouw geval bepaalde kwaliteiten die duidelijk met elkaar samenhangen? " Zijn er in jouw geval bepaalde kwaliteiten die elkaar versterken? " Zijn er in jouw geval bepaalde kwaliteiten die een specifieke combinatie vormen? In de laatste fase van het gesprek is het goed om stil te staan bij de optimalisering van kwaliteiten. Hoe kunnen de kwaliteiten meer ingezet worden? Hoe kunnen de kwaliteiten helpen bij het kiezen van een geschikt beroep of geschikte opleidingen/vakken? " Zit er bij je top 5 van kwaliteiten een talent waar je meer mee zou willen doen, dat je meer zou willen gebruiken, dat je effectiever zou willen leren toepassen, of dat je verder zou willen ontwikkelen? " Hoe zou je dit kunnen aanpakken? " Kijkend naar jouw kwaliteiten, zijn er beroepen die je kunt bedenken waarbij deze kwaliteiten heel goed tot hun recht komen/zeer nuttig zijn? Tip: Wees, als vuistregel, terughoudend met ‘voorzeggen’ en suggereren hoe de ander zijn kwaliteiten kan inzetten om bepaalde problemen en vragen aan te pakken. Het is niet aan jou om dit te bedenken. Iemand weet zelf het beste wat een bepaalde kwaliteit in zijn/haar geval precies inhoudt en hoe deze kwaliteit kan worden gebruikt.
Wanneer de cliënt de kwaliteiten vooral wil gebruiken om een goede beroepskeuze te maken, kan men voorstellen om de cliënt eens te laten zoeken naar beroepen of vacatures waarbij zoveel mogelijk van zijn/haar kwaliteiten gevraagd of ideaal zijn.
9