Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen SafetyNet Electronic journals
Editie 126– April 2015
Spuitbussen in Seveso III roept vragen op. Vraag: In SEVESO II konden we als het om spuitbussen ging uit gaan van ongeveer 30% van het gewicht van een spuitbus wat meetelde voor de vaststelling. Dit zou nu, met de komst van SEVESO III veranderd zijn naar 100% van de netto inhoud. Is dat juist? In Seveso II waren aerosolen (spuitbussen) ingedeeld als ontvlambare gassen omdat in de Stoffenrichtlijn/Preparatenrichtlijn geen aparte gevarenklasse was voor aerosolen. De CLP Verordening heeft echter een aparte gevarenklasse voor aerosolen. Om in lijn te zijn met de CLP Verordening is besloten om deze gevarenklasse op te nemen in Seveso III. Als de vraagsteller opmerkt, zijn aerosolen in de CLP Verordening niet apart of ook ingedeeld als ontvlambare gassen, ontvlambare vloeistoffen of ontvlambare vaste stoffen. In Seveso III zijn aerosolen daarom niet als ontvlambare gassen behandeld maar idd als aerosolen.
INHOUD
Algemeen Pag 1
Opslag Pag 4
Rail Pag 5
Over de drempelwaarden is veel besproken. In entry P3a en P3b van deel 1 in bijlage 1 staan de drempelwaarden 150(net)/500(net) voor entry P3a – brandbare aerosolen en 5000(net)/50000 (net) voor entry P3b – niet brandbare aerosolen. Deze drempelwaarden zijn dus de netto inhoud van de spuitbussen. De oude drempelwaarden voor brandbare spuitbussen waren 50/200 ton voor de lager/hoger tier en dat op basis van de hoeveelheid brandbare gassen in de aerosol spuitbussen. Voor spuitbussen mocht worden uitgegaan van van ca 30% van de inhoud brandbaar gas. In de nieuwe drempelwaarden 150/500 ton (netto) is de gemiddelde percentage brandbare componenten al meegenomen in de drempelwaarden. De drempelwaarden van entry P3a zijn dan ook 3 keer en 2,5 keer hoger dan de oude drempelwaarden: 150 ton vs 50 ton voor de lager tier en 500 ton vs 200 ton voor de hoger tier. De aerosolen hebben nu een aparte gevarenklasse en zijn dus niet ook of apart als brandbare gassen, vloeistoffen of vaste stoffen ingedeeld, de drempelwaarden zijn net hoeveelheden en in de vaststelling van de nieuwe drempelwaarden is al rekening gehouden met de samenstelling op basis van de gemiddelde brandbare aerosol.
'Smart Industry brengt mkb honderdduizenden nieuwe banen' Vervoer Pag 6
Vaart Pag 7
Bedrijf Pag 8
Abonnement op de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? Lid worden kan al vanaf € 15,15,per jaar. www.gevaarlijkewww.gevaarlijke-stoffen.com/Lid Adverteren in de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? mail naar info@
[email protected]
Smart Industry gaat honderdduizenden nieuwe banen in het mkb opleveren. Dat is een van de conclusies van de schrijvers Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink (voorzitter FME en voorzitter Team Smart Industry) en econoom Willem Vermeend (internetondernemer) in hun webboek ‘Smart Industry, Eat or be (B)eaten’. Zij willen met dit boek ondernemers inspireren om aan de slag te gaan met Smart Industry. De verdere opmars van digitalisering en nieuwe technologie zal de komende tien jaar de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Nederland bepalen. De combinatie van het internet met nieuwe technologie zoals 3D-printen, het Internet of Things, big data en robottechnologie leidt tot een nieuwe innovatieve industrie: Smart Industry. De opvatting dat door de inzet van robots werkgelegenheid verloren gaat, wordt door de auteurs tegengesproken. Vermeend en Dezentjé leggen aan de hand van praktijkvoorbeelden uit dat investeringen in robots in ons land per saldo juist extra banen opleveren, mede doordat werk dat in het verleden naar lagelonenlanden is verplaatst door robottechnologie weer renderend in ons land kan plaatsvinden. Het boek is een zogenoemd smart websiteboek. Het is voor iedereen gratis toegankelijk op www.smartindustry.info.
Erratum IMDG Code Vervoer van gevaarlijke stoffen: hoe 37-14 gepubliceerd gaan Prorail daarmee om? De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft een klein erratum gepubliceerd bij de IMDG Code 37-14. Het gaat om de verandering van het woord
De kans is klein dat het misgaat, maar stel… wat moet er dan gebeuren als er gevaarlijke stoffen uit een spoorwagon lekken? Hoe werken partijen met elkaar samen en hoe gebeurt alles zo veilig mogelijk? Dat en meer werd geoefend tijdens de Rail Safety Days op het terrein van Chemelot, een grote locatie voor chemische industrie bij Geleen. Kijk je mee? https://www.youtube.com/watch?v=mAzTkEc0Bhg#t=19
Cursus Basiskennis gevaarlijke stoffen 28 mei 2015 in omgeving Utrecht : http://tinyurl.com/pj8jx6y 1
Veranderingen van de CLP-verordening Heeft u de CLP binnen uw bedrijf geïmplementeerd? Bent u zich bewust van wijzigingen op de CLP? Sinds de in werking treding van de CLP-verordening in 2009 hebben de bijlagen reeds verschillende wijzigingen ondergaan (aanpassing aan technische en wetenschappelijke vooruitgang (ATP)). Voor CLP betreft het aanpassingen in indeling, etikettering en verpakkingsvoorschriften en veranderingen in geharmoniseerde indelingen van stoffen in bijlage VI. De geconsolideerde versie die nu beschikbaar is op CLP Helpdesk is inclusief de 1e ATP, 2e ATP en 3e ATP. De wijzigingen die niet in de geconsolideerde versie zijn opgenomen zijn de 4e tot en met 6e ATP en een wijziging betreffende oplosbare capsules. Hieronder een korte toelicht waarop de wijzing betrekking heeft en per wanneer deze van kracht is. Toelichting bij de wijzigingen van 4e tot en met 6e ATP en wijziging oplosbare capsules: De 4e ATP betreft de vierde herziene uitgave van het wereldwijd geharmoniseerd systeem voor de indeling en etikettering van chemische stoffen (VN-GHS) van de Verenigde Naties. De herziene VN-GHS bevat de volgende wijzigingen:
nieuwe gevarencategorieën voor chemisch onstabiele gassen en niet-brandbare aërosolen verdere rationalisering van veiligheidsaanbevelingen de mogelijkheid voor de overheid om afwijkingen van de etikettering vast te stellen voor stoffen of mengsels die bijtend zijn voor metalen, maar niet corrosief voor de huid en/of ogen de mogelijkheid voor afwijken van bepaalde etiketteringselementen bij kleinverpakkingen van een stof of mengsel.
Dit is van toepassing op stoffen sinds 1 december 2014 en voor mengsels met ingang van 1 juli 2015. De 5e ATP betreft een wijziging in Bijlage IV en Bijlage VI. Wijziging in Bijlage IV betreft een aanpassing van de P-zin "P-210: Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken.". Wijziging in Bijlage VI betreft het toevoegen en aanpassen van de geharmoniseerde indeling en etikettering van bepaalde stoffen. De wijziging van Bijlage IV geldt voor stoffen sinds 1 december 2014 en voor mengsels per 1 juni 2015. De wijzigingen van bijlage VI gelden sinds 1 januari 2015 voor alle vermeldingen. Uitzondering daarop is de vermelding "pek, koolteer, hoge temperatuur" (EG-nummer 266-028-2). Daarvoor gaat de wijziging in per 1 april 2016. De 6e ATP betreft een wijziging van Bijlage III, IV en VI. Wijzing in Bijlage III en IV heeft betrekking op het beschikbaar stellen van alle gevarenaanduidingen en voorzorgsmaatregelen waarin CLP voorziet in de Kroatische taal. Wijziging in Bijlage VI betreft het toevoegen en aanpassen van de geharmoniseerde indeling en etikettering van bepaalde stoffen.
De wijzigingen in Bijlage III en IV gelden voor stoffen sinds 1 december 2014 en voor mengsels per 1 juni 2015. De wijziging van Bijlage VI gelden per 1 april 2015. Zie artikel 2 van 6e ATP (Verordening (EG) No 605/2014) in afwijkingen van deze data. De wijziging voor oplosbare capsules betreft een wijziging in Bijlage II betreffende aanvullende voorschriften voor de etikettering en verpakking van vloeibare consumentenwasmiddelen in oplosbare capsules voor eenmalig gebruik. De nieuwe regels gaan gelden vanaf 1 juni 2015. Een overgangsperiode tot 31 december 2015 is van toepassing op producten die vóór 1 juni 2015 op de markt zijn gebracht.
Incident met reactorvat bij chemiebedrijf Elementis in Delden. Chemisch bedrijf Elementis in Delden heeft op 13 april een reactorvat stilgelegd na een incident. Door nog onbekende oorzaak werd rond 6.30 uur de automatische beveiliging van het reactorvat geactiveerd, waardoor een deel van de inhoud van het vat via leidingen naar buiten kwam. Volgens Elementis zijn er geen gevaarlijke stoffen vrijgekomen. Op het terrein naast de productiehal met het reactorvat ligt inmiddels een witte vaste stof op de bestrating. Het reactorvat wordt schoongemaakt en de witte stof op het bedrijfsterrein wordt opgeruimd. Elementis zegt dat de overige productie in de hal van het reactorvat gewoon doorgaat. Er komt een onderzoek naar de oorzaak van het incident. Omdat Elementis is aangemerkt als risicovol bedrijf is het incident gemeld bij de provincie Overijssel. Afhankelijk van het eigen onderzoek naar de oorzaak kan de provincie nog een aanvullend onderzoek eisen.
'Sanering bedrijven rond Sachem Zaltbommel voorbarig' Het is te voorbarig om te spreken over sanering van bedrijven in de directe omgeving van de chemische fabriek Sachem in Zaltbommel. Dat schrijven burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad, in een reactie op een tussenuitspraak van de Raad van State Vorige week werd de gemeente door de rechter op de vingers getikt over het bestemmingsplan Van Voordenpark. De veiligheidsregels zouden zijn opgerekt, om het risicovolle Sachem en enkele grote bedrijven in de directe omgeving naast elkaar te kunnen laten functioneren. De gemeente krijgt nu een half jaar de tijd om het bestemmingsplan alsnog in orde te maken. Stichting Veiliger Zaltbommel heeft de zaak aangespannen. Van de stichting hoeven de buurbedrijven niet weg, maar moet er juist naar een duurzame oplossing voor Sachem gezocht worden.
2
Ook de Verenigde Staten brengen olie- en gasbevingen in kaart Boren naar gas en olie zorgt ervoor dat er in acht Amerikaanse staten geregeld aardbevingen zijn. Dat heeft de geologische dienst van de Verenigde Staten gisteren bekendgemaakt. Het is voor het eerst dat de dienst dit soort aardbevingen in kaart brengt. Op twaalf verschillende plekken komen de laatste jaren aardbevingen voor terwijl daar geen natuurlijk aardbevingsgebied is. Volgens persbureau AP zijn de bevingen het gevolg van de werkzaamheden van de olieen gasindustrie; bij het boren naar grondstoffen spuiten ze afvalwater onder de grond wat voor instabiliteit zorgt. Volgens de U.S. Geological Survey komen er nu aardbreuken in beweging die miljoenen jaren lang niet bewogen hebben. Het gaat om gebieden in de staten Alabama, Arkansas, Colorado, Kansas, New Mexico, Ohio, Oklahoma en Texas. Een klein aantal bevingen is het gevolg van het zogeheten fracking, waarbij grote hoeveelheden water, zand en chemicaliën de grond in worden gepompt om bij olie en gas te komen. (bron: Volkskrant)
Chinese chemische fabriek ontploft weer Een chemisch industrieel complex in de Chinese stad Zhangzhou is maandag ontploft. De knal was meer dan 10 kilometer ver weg te horen. Het kon omwonenden bekend in de oren klinken, want de chemische fabriek ontplofte twee jaar gelden ook al, meldde de South China Morning Post. Bewoners van de stad in het zuidoosten van China meldden dat de aarde beefde bij de knal en er een enorme brand is uitgebroken. Maar er is maar een gewonde gevallen, volgens het staatspersbureau Xinhua. Honderden brandweerlieden bestrijden de vuurzee. In het enorme chemische bedrijf wordt vooral het brandbare paraxyleen gemaakt, een grondstof voor onder meer plastic verpakkingen zoals plastic flessen en polyester. Veel mensen die vlakbij de fabriek woonden, zijn verhuisd na de explosie van juli 2013. De onderneming die het complex exploiteert is geen staatsbedrijf, maar de Chinese chemiegigant Dragon Aromatics. Die heeft nog niet gereageerd. Milieuactivisten hebben het in China vaak aan de stok met de in hun ogen onveilige en vervuilende paraxyleenfabrieken. Dit leidde een jaar geleden in het Zuid-Chinese Maoming, ten westen van Hongkong, tot hevige rellen.
Bestel hem nu: de ADR 2015-2016: http://www.safetynet-nederland.nl/webwinkels/adr-2015-2016/
Is thorium een alternatief voor uranium? Wat zou het mooi zijn, een kerncentrale die veel minder gevaarlijk radioactief afval produceert. Die bovendien een grondstof gebruikt waarvan wereldwijd veel meer voorradig is dan uranium. De TU Delft houdt vandaag een congres over de zogenoemde thorium gesmolten-zoutreactor, waar een paar honderd belangstellenden worden verwacht. Na het ongeluk met de kerncentrale in het Japanse Fukushima is het wantrouwen ten opzichte van kernenergie flink toegenomen. Veel landen zijn terughoudend geworden, met Duitsland voorop dat alle kerncentrales wil sluiten. In Japan verbood de rechter deze week nog de herstart van twee kernreactoren, in verband met de veiligheid. Voorstanders van centrales wijzen erop dat kernenergie helpt de CO2-uitstoot terug te dringen en de luchtkwaliteit te verbeteren. In China is veel belangstelling voor de thoriumcentrale, vertelt de initiatiefnemer van het congres, Jan Leen Kloosterman. Kloosterman merkte tijdens een bezoek aan China dat er veel onderzoek wordt gedaan naar de thoriumcentrale. "Er werken daar honderden wetenschappers aan mee. China verwacht binnen 10 jaar een thorium-centrale te hebben." Thorium kan een alternatief zijn voor uranium. Een type reactor dat op thorium draait, is de gesmolten zoutreactor. Europa heeft recent geld vrijgemaakt voor onderzoek naar deze zoutreactor. De reactorfysicus doet zelf ook onderzoek aan de TU Delft naar deze vorm van kernenergie. In de afgelopen 10 jaar is Kloosterman steeds enthousiaster geworden. Er zijn volgens hem geen grote fundamentele doorbraken meer nodig. Wel moet er nog meer onderzoek worden gedaan naar de chemie van het zout en naar de levensduur van de materialen die in zo'n reactor gebruikt zouden worden. Ook zijn er experimenten nodig om overheden ervan te overtuigen dat de reactoren zo veilig zijn als wetenschappers zeggen. Al in de jaren zestig van de vorige eeuw was er kennis over de thorium-reactor. Maar omdat de chemie van uranium en plutonium beter bekend was door de wapenindustrie, werd in veel landen ingezet op kerncentrales die gebruik maken van uranium. Een gemiste kans, vindt Kloosterman. De voordelen van de thorium-centrale zijn groot. De kans op een kernsmelting, zoals in Fukushima, is vrijwel nihil. Er is veel minder radioactief afval, dat bovendien veel minder lang gevaarlijk blijft. Bovendien zijn de voorraden in de wereld enorm. Het zit verscholen in zwart zand op stranden van landen als India, Noorwegen, Brazilië en Turkije. "Eén kilo zand levert omgerekend evenveel energie als 100.000 liter benzine", vertelt Kloosterman. bron: NOS
3
VNO-NCW: Omgevingswet toespitsen op bedrijfsleven
meer
De Omgevingswet moet meer worden toegesneden op het bedrijfsleven, vinden VNO-NCW en MKB-Nederland. Nu komt het woord 'bedrijf' in de hele wet niet voor, omdat bedrijven worden gezien als een verzameling van milieubelastende activiteiten. De ondernemingsorganisaties stellen voor om een hoofdstuk 'Bedrijven' aan de wet toe te voegen, waarin staat welke regels voor ondernemers gelden. Dat is ook handig voor andere partijen die met het bedrijfsleven te maken hebben.
Ook Tweede Kamer dringt aan op verdere lastenverlaging REACH Op initiatief van Remco Dijkstra (VVD) heeft de Tweede Kamer dinsdag 7 april een motie aangenomen waarin wordt aangedrongen op verdere kostenverlaging van REACH voor álle bedrijven. Hiermee gaat de Kamer een stap verder dan staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu had voorgesteld. De bewindsvrouw had een rapport aan de Tweede Kamer gestuurd met 23 voorstellen voor verbetering van REACH. FME vindt het een goede zaak dat de Tweede Kamer dit signaal afgeeft. Beleidsadviseur Robert van Beek: “Onze inzet is steeds geweest dat REACH eenvoudiger en goedkoper moet worden voor alle bedrijven. Daar heeft Ineke Dezentjé Hamming ook op aangedrongen in haar brief uit februari aan de staatssecretaris van I&M.” FME blijft overigens pleiten voor het afschaffen van art. 33 in REACH. Dit artikel bevat een volgens FME onuitvoerbare communicatieverplichting van gevaarlijke stoffen in producten. Omdat REACH gebaseerd is op Europese milieuregels kan Nederland niet alle oplossingen zelfstandig uitvoeren. Hiervoor moeten in Brussel afspraken worden gemaakt met de Europese Commissie en met andere lidstaten. Van Beek: “FME zal de Nederlandse aanpak zoveel mogelijk steunen en bepleiten via onze kanalen in Brussel. De maatregelen die het kabinet wél op nationaal niveau kan uitvoeren, zullen we monitoren. Waar mogelijk leveren we onze bijdrage aan de uitvoering.” (bron: FME)
Inhaalslag veiligheid Midden- en West-Brabant Het algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (VRMWB) en de Omgevingsdienst (OMWB) gaan de komende jaren een inhaalslag veiligheid uitvoeren. Zij willen dat verwerking, opslag, overslag en transport van gevaarlijke stoffen in de regio zo duurzaam en veilig mogelijk gebeurt. Om een goed beeld te krijgen van het actuele industriële veiligheidsniveau wordt gestart met het BRZO+ programma. De VRMWB begin met het uitvoeren van een quick scan op gebied van brandveiligheid bij alle risicovolle bedrijven in Midden- en West-Brabant. Aanleiding voor de inhaalslag veiligheid vormen onder andere de recente incidenten bij Chemie-Pack, ELD en Shell. Deze tonen volgens VRMWB en OMWB aan dat dit soort incidenten, ondanks de getroffen veiligheidsmaatregelen, nooit helemaal uit te sluiten zijn, maar wel een enorme impact op de omgeving hebben. Industriële veiligheid staat dan ook hoog op de agenda.Om een goed beeld te krijgen van het actuele industriële veiligheidsniveau starten de diensten met het uitvoeren van het BRZO+ programma. Dit programma is van toepassing op alle bedrijven in de regio Midden- en West-Brabant, die vallen onder het BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) en de bedrijven die net onder deze BRZO-grens vallen. De VRMWB begint met het uitvoeren van een quick scan op het gebied van brandveiligheid bij alle ‘risicovolle’ bedrijven, in de 26 gemeenten van Midden- en West-Brabant. Aan de hand daarvan wordt een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd ter verbetering van de veiligheid. Daarbij zal eerst actie genomen worden bij de bedrijven waar een verhoogd risico heerst en zullen quick wins waarmee het veiligheidsniveau direct omhoog kan, opgepakt worden. Parallel aan het BRZO+ programma start de OMWB met een eigen traject dat meer gericht is op vergunning- en milieuaspecten. Bron: Veiligheidsregio Midden- en WestBrabant, Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Het woord bedrijf komt in de Omgevingswet niet voor’ Ondernemers zijn, naast burgers, de belangrijkste gebruikers van de Omgevingswet. Voor hen moeten de regels over de fysieke leefomgeving eenvoudiger en beter worden. Toch komt het woord “bedrijf” in de hele Omgevingswet niet voor. Onbegrijpelijk vinden VNO-NCW en MKB-Nederland. Ze pleiten voor een apart hoofdstuk Bedrijven in de wet. De ondernemerskoepels hopen dat de Tweede Kamerfracties hier bij de regering op aandringen. Die buigen zich op dit moment over de conceptwet en de antwoorden die zij kregen op ruim negenhonderd Kamervragen naar aanleiding daarvan. Nu volgt een tweede schriftelijke vragenronde, op 1 juni staat het debat gepland. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn op zich blij met de Omgevingswet, die ook volgens hen ondernemen voorspelbaarder, gemakkelijker, sneller en goedkoper kan maken. Wel vinden ze dat bedrijven beter op weg kunnen worden geholpen. Wie wil weten of hij voor zijn onderneming een omgevingsvergunning nodig heeft en in de wettekst zoekt op het trefwoord “bedrijf”, krijgt nul relevante hits. Alleen een ondernemer die weet dat de Omgevingswet een bedrijf ziet als een conglomeraat van milieubelastende activiteiten en die bekend is met de instrumenten die bestuursorganen gebruiken, kan het antwoord op zijn vraag vinden, stellen de koepels. Dat komt doordat de Omgevingswet is opgebouwd vanuit de overheidsorganisatie, licht Jan van den Broek toe, Omgevingswetspecialist bij de koepelorganisaties. Daardoor wordt niet voldaan aan een van de belangrijkste verbeterdoelen van het wetsvoorstel: het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak voor ondernemers, stelt Van den Broek. ‘Voor ondernemers blijft het omgevingsrecht dan complex, wat weer tot veel onnodige administratieve lasten leidt.’ De oplossing is volgens hem het toevoegen van een hoofdstuk Bedrijven aan de wet, dat duidelijk maakt welke regels gelden voor bedrijven. Dat is niet alleen handig voor ondernemers, maar ook voor omwonenden, vergunningverleners, toezichthouders, handhavers, rechters en milieuorganisaties, aldus Van den Broek. Overigens betreurt hij ook dat de verdeling van bevoegdheden over de verschillende overheidslagen nog steeds niet goed is vastgelegd in de wet. De Raad van State merkte dat eerder ook al op, maar de regering heeft die onduidelijkheid nog steeds niet weggenomen, constateerden onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen in een kritisch rapport. Jammer, vindt Van den Broek, want dan zou de Tweede Kamer ook een fundamentele discussie kunnen houden over het bevoegd gezag bij complexe bedrijven. ‘Die hebben nu drie verschillende bevoegde overheden voor milieu-, brand- en arbeidsveiligheid, terwijl de veiligheid bij deze bedrijven het beste is gediend met een bevoegd gezag.’ (bron: binnenlands
Vragen van het lid Van Helvert (CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over veiligheid op het spoor. Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht «Treinen met gevaarlijke stoffen niet door steden» naar aanleiding van het botsen van een passagierstrein en een goederentrein bij station Tilburg?1 Antwoord 1 Ja, daar heb ik kennis van genomen. Vraag 2 Kunt u aangeven wat de voortgang is van het veiliger maken van dichtbevolkte gebieden als Tilburg bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor? Kunt u daarbij ook aangeven welke deel van het beschikbaar gestelde budget benut is en waarvoor? Antwoord 2 Voor het veiliger maken van dichtbevolkte gebieden als Tilburg bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor is de W et Basisnet van belang, die op 1 april 2015 in werking is getreden. Op grond van deze wet zijn op alle spoorlijnen risicoplafonds voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vastgesteld. Op spoorlijnen door dichtbevolkt gebied, zoals de Brabantroute, liggen deze plafonds lager dan op andere spoorlijnen. Voor het treffen van extra veiligheidsmaatregelen aan de spoorinfrastructuur in de gemeenten met de hoogste toekomstige groepsrisico’s, namelijk Dordrecht, Zwijndrecht en Tilburg, is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een budget van € 15 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan € 12 miljoen voor extra maatregelen in de Drechtsteden en € 3 miljoen voor extra maatregelen in Tilburg.2 Met Dordrecht en Zwijndrecht zijn op 12 november 2014 afspraken gemaakt over het treffen van extra risicobeperkende maatregelen aan zowel de spoorinfrastructuur (te financieren uit de eerder genoemde € 12 miljoen) als aan het bouwprogramma van de beide gemeenten. De afgesproken extra maatregelen aan de spoorinfrastructuur in de Drechtsteden worden in de komende 3 tot 5 jaar gerealiseerd. Met de gemeente Tilburg konden nog geen concrete afspraken over het beperken van het bouwprogramma worden gemaakt, omdat de beperking nauwelijks bijdraagt aan de verlaging van het berekende toekomstige groepsrisico. Bovendien is het nog niet duidelijk of en welke extra maatregelen aan de spoorinfrastructuur mogelijk tot verdere risicobeperking kunnen leiden. In de voorkeursbeslissing van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) uit 2010 is het plan opgenomen om de sporen-lay-out in Tilburg uit te breiden met een derde perron en een vierde perronspoor. Bij de planuitwerking hiervan zal ook aandacht worden besteed aan mogelijke extra veiligheidsmaatregelen in en aan het spoor. Momenteel wordt dit onderzocht; de uitkomsten hiervan worden afgewacht. Met ProRail is afgesproken dat eventuele mogelijkheden ter verbetering van de externe veiligheid in dat project zullen worden meegenomen. Dit is bij de gemeente Tilburg bekend. Vraag 3 Is de toegezegde 3 miljoen euro voor geluidwerende maatregelen rondom station Tilburg reeds benut? Wat is de planning van de besteding daarvan en wat is het tot nu toe daarmee behaalde resultaat? Antwoord 3 Het budget ad € 3 miljoen is volledig benut. Door de met dit budget gefinancierde geluidwerende maatregelen, waaronder die rondom station Tilburg, blijft de geluidbelasting binnen het geluidsproductieplafond, zoals dat met de op 1 juli 2012 van kracht geworden Wet Milieubeheer (hoofdstuk 11; de zogenoemde wet «SWUNG») nabij station Tilburg is gaan gelden. Vraag 4 Kunt u aangeven wat thans de geldende planning is inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor als de Betuweroute door werkzaamheden gedeeltelijk buiten gebruikt komt? Welk deel van de gevaarlijke stoffen wordt dan over de Betuweroute vervoerd en welk deel zal door de Brabantse steden rijden? Antwoord 4 Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen geldt dat bij een gedeeltelijke buiten gebruikstelling van de Betuweroute op Duits grondgebied de resterende capaciteit op de Betuweroute primair bedoeld is voor de afwikkeling van treinen met gevaarlijke stoffen. Mocht deze capaciteit niet voldoende zijn, dan zullen treinen met gevaarlijke stoffen aan boord ook van andere routes gebruik moeten maken, waaronder de Brabantroute. Daarnaast rijden over de Brabantroute ook goederentreinen met onder andere gevaarlijke stoffen die vanwege herkomst of bestemming hierover moet worden geleid, zoals goederen van en naar het chemisch complex Chemelot in Limburg. Hoeveel gevaarlijke stoffen uiteindelijk door de Brabantse steden vervoerd zullen worden, laat zich niet voorspellen. Dit is afhankelijk van marktomstandigheden. Van belang is dat in alle gevallen de omgevingsrisico’s van dat vervoer niet hoger zullen zijn dan het in Basisnet vastgelegde risicoplafond langs de Brabantroute. Overigens zal de omvang van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Brabantroute substantieel lager zijn dan vóór de ingebruikname van de Betuweroute en de invoering van Basisnet het geval was. Vraag 5 Waarom was er bij de aangereden goederentrein in Tilburg geen bufferwagon (nu maakte de passagierstrein rechtstreeks contact met een goederenwagon met gevaarlijke stoffen, met een bufferwagon was dat voorkomen)? Antwoord 5 Het vervoer van gevaarlijke stoffen moet voldoen aan internationale regels vastgelegd in het RID3 (opgenomen als bijlage bij de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen). Daarin is het gebruik van een schutwagen aan de achterzijde van de trein niet voorgeschreven. Wel is het verplicht dat wagens met brandbare gassen waaronder butadieen uitgerust zijn met crash buffers. Deze buffers dienen om in geval van een botsing de dan vrijkomende energetische krachten zoveel mogelijk te absorberen; de wagon in Tilburg was voorzien van dergelijke buffers. Lees verder op de volgende pagina.
5
...vervolg Vraag 6 Waarom wordt het geluidsscherm in Breda, dat 300 meter van het station stopt, niet doorgetrokken, omdat juist daar de woonwijk het dichtst bij het spoor komt? Antwoord 6 Wettelijke bepalingen schrijven voor dat een akoestische toets uitgevoerd moet worden. Op het moment dat deze toets werd uitgevoerd ten behoeve van de werkzaamheden in het kader van de geluidsanering en de aanpassing van de sporenlay-out in het kader van de 2e Fase herstelplan Spoor, stond er een gebouw langs het spoor op de in de vraag bedoelde locatie, i.c. de noordoostkant van het station, die de wijk erachter afschermde van geluid. Op grond hiervan was het doortrekken van het geluidsscherm niet aan de orde. Uit de toets bleek dat met de aanleg van raildempers en het geluidabsorberend maken van de perronkanten een zodanige daling van de geluidproductie werd verkregen dat deze binnen de normen van de Wet geluidhinder bleef (de op dat moment geldende regelgeving). Later is het bewuste gebouw langs het spoor gesloopt en de grond voor woningbouw in ontwikkeling gekomen. Nu er wel woningbouw in ontwikkeling is nabij de bedoelde locatie, is het de verantwoordelijkheid van de betreffende projectontwikkelaar om voor aanvullende geluidwerende maatregelen zorg te dragen.
Boetes overtredingen stoffen gepubliceerd.
gevaarlijke
De boetes voor overtredingen op het gebied van gevaarlijke stoffen zijn in de staatscourant gepubliceerd. U vindt de lijst met boetes voor overtredingen hier: http://tinyurl.com/po783rg
Basisnet vergroot veiligheid voor omwonenden van spoor, weg en water Vandaag, 1 april, treedt de regeling ‘Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen’ in werking door een wetswijziging. Het Basisnet verhoogt de veiligheid van mensen die wonen of werken in de buurt van rijksinfrastructuur (auto-, spoor- en vaarwegen) waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. In de regeling ligt vast wat de maximale risico’s voor omwonenden mogen zijn. Die begrenzing was er tot nu toe niet. Bovendien zorgt het Basisnet ervoor dat gevaarlijke stoffen tussen de belangrijkste industriële locaties in Nederland en het buitenland vervoerd kunnen blijven worden. Goederentrein rijdt langs huizen
Efficiëntere controle vrachtverkeer in Rotterdamse haven
'Dichtbevolkte gebieden worden waar mogelijk ontzien, terwijl chemische bedrijven bereikbaar blijven. Zo draagt het Basisnet bij aan veiliger vervoer van goederen', aldus staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu (IenM).
Woensdag 22 april, openen wethouder Pex Langenberg en Ronald Paul, COO Havenbedrijf Rotterdam, de centrale inspectie-locatie aan de Tweedweg, Botlek, voor het nawegen en controleren van vrachtwagens. Daarnaast kunnen ook beladen voertuigen, rij- en rusttijden van chauffeurs, exceptionele transporten, gevaarlijke stoffen en andere zaken op deze locatie nader worden geïnspecteerd.
In Nederland is de kans op ongelukken met het vervoer van gevaarlijke stoffen erg klein. Dat moet zo blijven, vindt het kabinet, ook als dit vervoer in de toekomst groeit. De meeste gevaarlijke stoffen worden vervoerd via pijpleidingen (circa 52%) of met binnenvaartschepen (circa 40%), de rest in vrachtwagens (circa 6%) en in goederentreinen (circa 2%)1 . Risicoplafond
“Door de controles te bundelen willen we een efficiëntieslag maken voor het vrachtverkeer. Met als doel minder incidenten met vrachtwagens, minder slijtage aan het wegdek en eerlijke concurrentie binnen de transportsector. Dit komt de veiligheid op de weg en de doorstroming op de A15 ten goede", aldus Ronald Paul, COO Havenbedrijf Rotterdam.
Per traject geeft Basisnet een risicoplafond voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. ProRail houdt het aantal ladingen van het spoorvervoer bij. Rijkswaterstaat doet dit voor weg en water. Het ministerie van IenM let erop dat het vervoer inderdaad binnen deze risicoplafonds plaatsvindt.
Het Havenbedrijf maakt zich al jaren sterk op het verbeteren en waarborgen van de bereikbaarheid, kwaliteit, veiligheid en het verduurzamen van het transport. Het realiseren van een controleketen op overbelading van vrachtwagens draagt daar nadrukkelijk aan bij. Bijna een vijfde van de vrachtwagens op het wegennet is overbelast met lading. Dit leidt tot een grotere ongeval- en pechkans voor vrachtwagens en slijtage aan het wegdek. Bron: transport-online
Ga voor het aanvragen van een WABO vergunning naar de WABO specialist HTTP://WWW.OMGEVINGSVERGUNNINGAANVRAGEN.NL/
IenM overlegt met vervoerders en verladers (de chemische industrie) indien overschrijding van een risicoplafond op een traject dreigt. Het risico moet immers binnen de grenzen blijven. Daarvoor zijn aanvullende maatregelen mogelijk: bijvoorbeeld het veiliger maken van voertuigen (ketels met dikkere wanden, verklikkers voor hete assen aan ketelwagons, dubbelwandige tankers) of het aanpassen van de infrastructuur (minder wissels in het spoor). In het uiterste geval moet de vervoerder een andere route nemen. Het vervoer van gevaarlijke stoffen moet waar mogelijk verschuiven van spoorlijnen waarop personen- en goederentreinen rijden naar de Betuweroute waarop alleen goederenvervoer plaatsvindt. Naast het verhogen van de veiligheid voor omwonenden zorgt het Basisnet ervoor dat de bevoorrading van chemische bedrijven verzekerd blijft. Ook maakt de regeling helder waar in de omgeving van rijksinfrastructuur gebouwd mag worden en waar niet. Informatie over het Basisnet is te vinden bij het Kenniscentrum Infomil van Rijkswaterstaat: www.infomil.nl.
http://www.safetynet-nederland.nl/MSDS-opstellen/
6
Nederland en Duitsland overeenkomst reefers
ondertekenen
ADN-
Nederland en Duitsland hebben in Maart de multilaterale ADN-overeenkomst M013, die door Nederland geïnitieerd, ondertekend. Deze overeenkomst gaat over het transport van containers met elektrische apparatuur aan de buitenkant van de container (koelcontainers, de zogenaamde reefers). Volgens de overeenkomst mogen deze containers onder bepaalde voorwaarden wel vervoerd worden. De overeenkomst is geldig tot en met 31 december 2016.
Verkoop stoffen voor explosieven aan banden Particulieren mogen niet langer zonder vergunning chemische stoffen kopen waarmee explosieven gemaakt kunnen worden. Ook mogen ze deze stoffen niet importeren, bezitten of gebruiken, als de vereiste papieren ontbreken. Verkopers en particulieren in Nederland zijn straks bovendien verplicht om verdachte transacties, verdwijningen en diefstallen van dergelijke chemische stoffen te melden bij de overheid. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Met dit wetsvoorstel wordt een Europese verordening over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren (chemische stoffen) voor explosieven omgezet in Nederlands recht. De maatregel is onderdeel van het Actieprogramma integrale aanpak jihadisme. Het algemene doel van de verordening is een veiligere samenleving en een effectiever functionerende interne markt. Zelfgemaakte explosieven worden vaak gebruikt door terroristen en andere criminelen. Het kabinet wil dan ook voorkomen dat deze personen de chemische stoffen hiervoor in handen krijgen. De verwachting is dat na de inwerkingtreding van de wet de beschikbaarheid van die stoffen flink zal teruglopen. De wet levert zo een belangrijke bijdrage aan de nationale veiligheid. Momenteel hanteren de lidstaten van de Europese Unie verschillende regels waar het gaat om grondstoffen voor explosieven. Het ene land heeft de verkoop van die chemische stoffen streng gereguleerd en controleert daar ook op. Maar in een ander land zijn deze zelfde stoffen soms gemakkelijk verkrijgbaar. Invoering van de verordening moet aan deze ongewenste situatie een einde maken. Veel Nederlandse bedrijven hebben vooruitlopend op de wetgeving al maatregelen genomen. Ook melden zij al verdacht gedrag bij het Meldpunt Verdachte Transacties Chemicaliën, een samenwerkingsverband van de nationale politie en de FIOD. De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Gevaarlijke stoffen cursus bij u in het bedrijf? Mail uw wensen naar
[email protected] voor een cursus op maat en zorg ook dat uw medewerkers zijn opgeleid.
Tekort aan scheepstankers vervoer LNG dreigt.
voor
Komende jaren dreigt een tekort aan scheepstankers voor het vervoer van vloeibaar gas (Liquid Natural Gas). Daar liggen verschillende oorzaken aan ten grondslag. De eerste oorzaak is het toenemende duurzaamheidsdenken. Gas is na verbranding veel schoner dan de enige twee alternatieven; kolen en olie. En dus wint het gebruik van natuurlijk gas aan populariteit. Volgens energie-experts kunnen water-, zonne- en windenergie voorlopig onvoldoende zekerheid bieden. Veel investeringen in de energieproductie kiezen dan ook voor investeringen in LNG. Daarnaast zijn er de politieke problemen met Rusland. De grootleverancier van gas, gebruikt leveranties aan het Europese gasleidingnetwerk voor politieke doeleinden. Om minder afhankelijk van dat gas te zijn, werkt Europa hard aan de uitbouw van LNG-aanvoer. Zo opende de haven van Letland onlangs een aanvoerstation. Het land is daardoor uit de greep van Russische gasleveranties en andere energiebronnen. Het land volgde daarbij het voorbeeld van Polen, Finland, Duitsland, Nederland, België, Frankrijk, Groot Brittannië, Italië, Slovenië en Kroatië. Ook daar werden afgelopen jaren overslaginstallaties geopend, zo blijkt uit cijfers van de Europese koepelorganisatie van gasleveranciers (GIE). Een derde oorzaak is de investeringen in de winning van schaliegas. Nieuwe technologie verbetert de winning van natuurlijk gas uit poreus gesteente. Met name in de VS gaat deze ontwikkeling snel. Volgens een rapport van American Petroleum Institute (API) zal de VS voldoende gas oppompen voor de export. Maar ook in andere delen van de wereld wordt hard gewerkt aan het oppompen, raffineren en vloeibaar maken van gas. Duidelijk is dat al dit natuurgas van de winplek naar de economisch belangrijke markten moet worden gebracht. En dat gebeurt vooral door scheepstankers. Daarvan varen er wereldwijd grofweg 400. De meeste daarvan worden ingezet voor het vervoer naar Aziatische landen. Bedrijven in Japan, Zuid Korea en China hadden eind 2013 meer dan 300 LNGtankers in de vaart (waarvan meer dan 200 in Zuid-Koreaanse dienst). De meeste kennis en ervaring zit dan ook bij de scheepsbouwers in die landen, blijkt uit een recent rapport van onderzoeksbureau Visiongain. Als de vraag in Europa en het aanbod uit Noord-Afrika, Amerika en de Golf de komende jaren doorzet, zal het vervoer van LNG over zee sterk toe gaan nemen. De kans is groot dat die gebouwd zullen worden bij de Aziatische scheepsbouwers van LNG-tankers. Niet voor niks reageerden de aandelen van de grootste LNG- tankerbouwers dinsdag positief op de overname van BG door Shell. Onderzoek fotogevoelige lak EUV Drie universiteiten gaan onderzoek doen naar de eigenschappen van fotogevoelige lak bestemd voor extreem ultraviolet (EUV) licht. Die lak wordt gebruikt in de nieuwste EUV - technologie van ASML. Het onderzoek is een samenwerking van de hoogleraren Andries Meijerink (Universiteit Utrecht), Lucas Visscher (Vrije Universiteit) en André ten Elshof (Universiteit Twente). Zij krijgen een budget van 1,7 miljoen euro dat voor de helft door ASML en de andere helft uit het fonds Nieuwe Chemische Innovaties van NWO wordt gefinancierd. Met EUV-machines belicht ASML nog kleinere chip-patronen. De onderzoekers gaan samen met ASML, drie promovendi en drie postdocs zogeheten anorganische nanodeeltjes die gevoelig zijn voor EUV-licht onderzoeken. Tot nog toe worden vooral organische fotogevoelige lakken gebruikt. De wetenschappers willen onder meer de grootte van de kleinst mogelijke patronen op chips vastleggen.
7
Nieuwe samenwerking geeft sterke impuls aan de biobased economy in Nederland Tijdens het Biobased Industries Congres op 9 april ondertekenden Luuk van der Wielen (BE-Basic Foundation en TU Delft), Willem Sederel (Stichting Biobased Delta), Rop Zoetemeyer (Stichting Biobased Delta ZH) en Eisse Luitjens (Stichting EemsdeltaGreen) een Memorandum of Understanding. Het doel van deze samenwerking is het versnellen van de realisatie van een duurzame biobased economy in Nederland. De samenwerking bouwt voort op eerdere investeringen en versterkt de internationaal leidende positie van Nederland als vestigings- en productiebasis voor de biobased industrie. De vier partijen van het MoU gaan een samenwerking aan om de benodigde infrastructuur voor biomassaverwerking op te bouwen. Hiervoor worden industriële clusters verbonden aan energieleveranciers en geïntegreerde bioraffinaderijen. Het MoU richt zich op regio Rotterdam (Maasvlakte 2), WestBrabant (Moerdijk), Zeeland (Borssele) en Eemsdelta (Delfzijl / Eemshaven). Biomassa kan worden verwerkt tot diverse materialen, chemische stoffen, brandstof en energie, waarbij de productie minder belastend voor het milieu is dan bij verwerking van fossiele grondstoffen. De partners streven een gebalanceerd niet-energetisch (chemie, materialen, voeding) en energetisch gebruik (transport brandstoffen, elektriciteit, warmte) van biomassa gericht op maximale economische waarde en milieu -impact, met prioriteit voor die sectoren zonder alternatieven zoals chemie en luchtvaart. (Bron: Groningen Seaports) ECN en TNO tonen weg naar duurzame chemiesector ECN en TNO werken momenteel aan een roadmap om reeds bestaande en ver ontwikkelde technologieën in te kunnen zetten voor het toepassen van flexibele duurzame energie in de chemiesector. De onderzoeksinstituten hebben hiervoor van het ministerie van economische zaken in december 2014 € 2 miljoen aan subsidie ontvangen. Oorspronkelijk zouden TNO en ECN de roadmap in het eerste kwartaal van dit jaar presenteren, maar dat is verschoven naar 28 mei, legt ir. Martijn de Graaff van TNO uit: ‘Veel partijen hebben contact met ons opgenomen om bij te dragen aan het onderzoek. De belangen en vraagstellingen zijn echter meer divers dan in eerste instantie gedacht en vereisen daarom een bredere aanpak. Bovendien is er ook interesse gebleken vanuit de energiesector zelf. Vandaar dat we meer tijd nodig hebben voor het opstellen van een coherente roadmap dan in eerste plaats gedacht.’ ECN en TNO kijken met name naar elektrificering van de chemiesector, vertelt De Graaff. ‘En daarbij richten wij ons op een overkoepelende generieke systeemaanpak en daarnaast op drie specifieke onderzoekslijnen.’ Die onderzoekslijnen zijn: elektriciteit omzetten naar warmte, elektriciteit omzetten naar waterstof (elektrolyse) en elektriciteit direct omzetten naar chemische producten (elektrosynthese). Een belangrijke uitdaging ligt hem in het feit dat de chemiesector vaak afhankelijk is van de constante aanlevering van energie, terwijl de levering van duurzame elektriciteit vaak juist fluctueert. Toch valt er volgens De Graaff veel te winnen voor de chemiesector: ‘Elektrosynthese bijvoorbeeld is een heel aantrekkelijk concept en iets dat nu ook al wordt toegepast bij de productie van chloor.’ Elektrolyse is ook een aantrekkelijk concept, maar hier ligt de uitdaging in het feit dat juist in industriële gebieden zoals Rotterdam, waar een groot deel van de chemiesector zich bevindt, goedkope waterstof wordt geproduceerd. De Graaff: ‘Elektrolyse om duurzame elektriciteit om te zetten in waterstof en vervolgens chemische producten, is hier niet rendabel. Maar wij zijn ervan overtuigd dat er op andere plekken in Nederland wel businesscases te genereren zijn.’
Daarom moet China aan de alternatieve brandstoffen Dat China een grootverbruiker is wat onder andere energie betreft is geen nieuws. Alternatieve brandstoffen zouden echter een enorme besparing op kunnen leveren van de gebruikte hoeveelheden benzine. Lux Research heeft berekend dat China bij een massale overstap op alternatieve brandstoffen tot bijna 2 biljoen liter olie kan besparen in 2020. Steenkool naar ethanol (alcohol dus) conversies beloven daarbij de meeste potentie, aangezien China probeert de import van brandstof te beteugelen. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor zogeheten CNG-auto’s en de eerdergenoemde conversies. Het immense land wilde import van buitenlandse olie met maar liefst 50% reduceren en wil bovendien af van energiecentrales die op steenkool werken. Ook het gebruik van Liquefied Natural Gas (LNG, waar ook Shell onlangs mee in het nieuws kwam) zorgt voor nieuwe alternatieven, met name wat betreft heavy duty NGV’s (Natural Gas Vehicles).
Kamerlid Jaco Geurts: “Argwaan jegens chemie heeft remmend effect op innovatie” CDA kamerlid Jaco Geurts maakt zich zorgen om het wantrouwen rondom chemische middelen. Bovendien stipt hij aan dat vaak ten onrechte wordt gedacht dat biologische middelen een laag risico vormen. Dat stelt hij in Nefytobulletin, een uitgave van de Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie. "Ik maak me zorgen over de argwaan jegens chemie", stelt Geurts, onder meer woordvoerder voor land- en tuinbouw, natuur, milieu (binnenland) en water. Het kamerlid is bang dat deze argwaan niet zonder gevolgen zal zijn. "Dit heeft gevolgen voor het toelatingsbeleid en werkt remmend op innovatie. Bovendien wordt er vaak ten onrechte van uitgegaan dat biologische middelen per definitie laagrisicomiddelen zijn. Dat is onjuist. Niet alle biologische middelen zijn laagrisico. En er zijn chemische middelen die wel laagrisico zijn." Volgens Geurts gaat is streven naar duurzaamheid niet per definitie het uitbannen van chemische middelen. "Het gaat om het vinden van een evenwicht, waarin je geen chemische middelen gebruikt als het zonder kan, maar ze wel inzet als dat nodig is. Er moet vaart worden gemaakt met de regelgeving voor het definiëren van laagrisico -middelen. Op Europees niveau duurt dat te lang. Ik ben er voorstander van dat Nederland hierin vooruitloopt. SABIC investeert 125 miljoen in Bergse vestiging Het is de wereld van de grote getallen: chemieconcern SABIC steekt dit en het komende jaar 125 miljoen euro in de vestiging in Bergen op Zoom. Een deel is bestemd voor onderhoud aan en vervanging van bestaande installaties, maar er wordt daarbij ook 25 miljoen euro geïnvesteerd in een volledig nieuwe, centrale maar ook sterk verbeterde verpakkingsafdeling. "Op ons terrein in Bergen op Zoom staan drie fabrieken die samen meer dan 200 duizend ton aan kunststof produceren. Die korreltjes, basisgrondstof voor plastic eindproducten, worden nu nog in elke fabriek afzonderlijk verpakt en getransporteerd naar de klant. Dat gaat veranderen", zegt projectleider Bram van Veen. Door het verpakken van het halffabrikaat te centraliseren (en daarmee los te koppelen van het kunststof productieproces) slaat SABIC meerdere vliegen in één klap. "Het is efficiënter, kostprijsverlagend en we kunnen onze klanten, wat betreft de verpakking, de hoogste standaard bieden."
8
Olieproducerende algen zuiveren afvalwater Olierijke groene algen blijken in staat lastige verontreinigingen uit het afvalwater te verwijderen. Twee vliegen in één klap, zou je zeggen: je ruimt je troep op en maakt nog brandstof ook. Onderzoekers van de Amerikaanse Rice-universiteit vonden dat olieproducerende algen in staat blijken meer dan 90% van de nitraten en meer dan de helft van de fosforverbindingen in afvalwater onschadelijk te maken. Tot nu toe hebben, in ieder geval Amerikaanse, afvalwaterzuiveringen geen betaalbare methode om die verontreinigingen uit het afvalwater te halen. Dat is dus dubbel uitbetalen als die schoonmaker je nog biobrandstof levert ook. Het onderzoek is gebaseerd op een studie van vijf maanden bij afvalwaterzuivering in Houston (VS). ‘Biobrandstoffen uit algen zijn al zo’n vijf jaar in beeld, maar de belangstelling verminderde toen de aandacht werd verlegd naar de productie van meer opbrengende producten met kleinere opbrengsten voor de farmaceutische industrie, voedingssupplementen, cosmetica en dergelijke,’ zegt onderzoekster Meenakshi Bhattacharjee. ‘Dat heeft er voor gezorgd dat de algenkweek goed op gang is gekomen, maar de kwekers zijn daarbij erg afhankelijk van kunstmest. Dat zal duurzamer moeten als ze ook producten met een hoger volume willen produceren zoals vervangers voor aardolieproducten en brandstoffen.’ Die afhankelijkheid van kunstmest is dubbel sneu omdat die de winstmarge verlaagt en de algenproductie daarmee concurreert met de landbouw. Volgens een rapport van de Amerikaanse onderzoeksraad NRC zal, om met de huidige technologie uit algen biobrandstoffen te produceren, er al een onduurzame vraag naar energie, water en voedingsstoffen ontstaan, wanneer nog geen 5% van de brandstofbehoefte van de Amerikaanse vervoerssector wordt gedekt. Dit rapport uit 2012 verwees naar afvalwaterzuivering als mogelijkheid de algenproductie duurzaam te maken. Daarmee zou meteen een probleem van de zuivering kunnen worden opgelost, was de gedachte. Zuiveringsinstallaties hebben geen (goedkope) mogelijkheden om nitraten en fosfor uit afvalwater te halen. Misschien lukt het de olieproducerende algen. ‘Dat idee was al lang in boeken te lezen,’ zegt medeonderzoeker Evan Siemann. ‘Er zijn echter vragen zoals of die zuivering ook in open vijvers is te doen en of dat dat kan met een monocultuur aan algen, zoals de kwekers graag willen. We waren verbaasd te merken hoe weinig er is gedaan aan labonderzoek. We konden slechts een grote studie vinden uit Kansas.’ De onderzoekers kregen de hulp van Openbare Werken in Houston die een proefopstelling maakten van 12 bakken van zo’n 2500 liter. Die werden gevoed met gefilterd afvalwater van de klaarvijvers, waardoor het vaste afval was verdwenen. In elke bak werden verschillende ‘algenrecepten’ uitgeprobeerd. Sommige populaties bestonden uit een type olieproducerende algen andere uit meerdere (inclusief een algensoort uit de plaatselijke bayou). In sommige bakken zwom vis om algenetend zoöplankton op te eten. Siemann: ‘We constateerden een exponentiële stijging aan algen in alle twaalf bakken, dus ook in monoculturen,’ zegt Siemann. ‘Dat zullen de kwekers leuk vinden, omdat die het liefst monoculturen hebben zonder vis of andere bijmenging. Daar zagen we een optimaal resultaat.’ Uiteraard, wat dacht je anders, is er nog meer onderzoek nodig om te zien óf en zo ja wanneer het procedé winstgevend is. Opmerkelijk was dat de Houstoner algen vier keer effectiever waren bij het verwijderen van fosforverbindingen dan die uit Kansas. Volgens Bhattacharjee zou dat kunnen komen doordat het onderzoek in Houston gedurende zomer en herfst heeft plaatsgevonden en dat de bakken 30 graden warmer waren dan in Kansas. ‘Afvalwater als grondstof voor de algenproductie is een van de beste manieren om die duurzaam te maken. Als de temperatuur de sleutel is, dan zal het zuiden van de VS economisch voordeliger zijn,’ zegt ze. Variabelen als de invloed van het niveau aan de nitraten en fosforverbindingen zullen nog moeten worden uitgezocht. We zijn er dus nog (lang?) niet.
Nieuwe milieueisen aan raffinaderijen vanuit Europa Europa stelt nieuwe milieueisen aan raffinaderijen. De eisen zijn duidelijker en daardoor is er minder ruimte voor interpretatie. Meer gelijke monniken, gelijke kappen dus. In Nederland gelden ze voor de vijf raffinaderijen: vier in het Rijnmondgebied en een in Zeeland. Binnen vier jaar moeten de bevoegde gezagen, respectievelijk de provincie Zuid-Holland en de provincie Zeeland, de nieuwe Europese milieueisen hebben verwerkt in de vergunningen. De raffinaderijen moeten dan maatregelen hebben genomen om te voldoen aan de eisen. De nieuwe emissienormen voor de raffinaderijen zijn in oktober 2014 vastgelegd in het zogenoemde BREF (of BAT Reference) document. Hierin staan de best beschikbare milieutechnieken voor een industrietak beschreven, met de bijbehorende emissienormen voor lucht en naar water. ”Een raffinaderij mag onder normale bedrijfsomstandigheden geen hogere emissies hebben dan niveaus die met de beste beschikbare technieken te halen zijn,” zegt Frank Strijk, vergunningverlener bij de DCMR. De nieuwe BREF voor raffinaderijen stelt hogere eisen aan monitoring. De bedrijven moeten hun emissies naar lucht en water continu meten in plaats van periodiek. Uniek is het ‘bubble-concept’ voor de emissies van zwaveldioxide en stikstofoxide. Dit betekent dat voor deze twee stoffen een emissienorm geldt voor alle schoorstenen samen en niet per schoorsteen. In verband met de complexiteit van de industrietak (veel schoorstenen) is dit het beste werkbaar. Iets dergelijks vind je niet in een BREF van een andere industrietak. Aan de nieuwe voorschriften is zes jaar gewerkt. De DCMR was hier intensief bij betrokken als adviseur van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. BREF’s bestaan alleen voor de grote bedrijven. Momenteel zijn ze ook in de maak voor de grote stookinstallaties en de organische bulkchemie. Voor de glasindustrie is eerder een nieuw BREF document vastgesteld. Ook bij het opstellen van deze BREF’s was de DCMR betrokken en voert de DCMR de implementatie uit.
9
China wil beloften inlossen: 5 gigawatt nieuw pv-vermogen in 2015
Differ en Syngaschem starten onderzoek naar opslag groene stroom
Van de 5,04 gigawatt aan nieuw vermogen uit het eerste kwartaal van 2015 bedraagt 4,38 gigawatt grootschalige projecten. De nieuwste cijfers zijn bekendgemaakt door de National Energy Administration (NEA). De Chinese ontwikkeling staat in schril contrast met die van Europese landen zoals Spanje dat volgens de nationale netbeheerder Red Electrica de Espana geen nieuw vermogen in het eerste kwartaal heeft mogen verwelkomen. Ondertussen is Nederland nog in afwachting van de eerste officiële CBS-publicatie ten aanzien van het nieuw geplaatste vermogen in 2014.
Het FOM-instituut voor funderend energieonderzoek Differ en het bedrijf Syngaschem gaan samenwerken aan opslag van groene stroom in de vorm van kunstmatige brandstoffen. Dat spraken directeuren Hans Niemantsverdriet van Syngaschem en Richard van de Sanden van Differ af in een memorandum of understanding. Voor optimale samenwerking verhuist Syngaschem's Eindhovense onderzoeksteam naar het nieuwe onderzoeksgebouw van Differ op het TU/e science park.
Richard van de Sanden (Differ) en Hans Niemantsverdriet China lijkt eindelijk haar grote beloften te willen gaan inlossen (Syngaschem) tekenen een memorandum of understanding als het gaat om nieuw te plaatsen pv-vermogen. In het eerste over samenwerking tussen hun onderzoeksinstituut en bedrijf op het gebied van duurzame energieopslag. Richard van de kwartaal is 5 gigawatt aan zonnepanelen geplaatst. Sanden (Differ) en Hans Niemantsverdriet (Syngaschem) een memorandum of understanding over China wil in 2015 namelijk 17,8 gigawatt nieuw pv-vermogen tekenen plaatsen. Per eind maart 2015 bedraagt het totaal samenwerking tussen hun onderzoeksinstituut en bedrijf op het gebied van duurzame energieopslag. geïnstalleerde vermogen 33,12 gigawatt.
Opslag van elektriciteit uit wisselvallige energiebronnen als zon en wind is een grote technologische uitdaging voor de toekomstige duurzame energievoorziening. Het concept van en Syngaschem gebruikt groene stroom om water en Dow Chemical zoekt $ 1 mrd Differ koolstofdioxide om te zetten in syngas. Via het FischerTropsch-proces is dit mengsel van waterstof en koolmonoxide duurzame besparing om te zetten in verschillende schone brandstoffen zoals diesel, Het Amerikaanse chemiebedrijf Dow stelt zichzelf scherpe benzine, brandstof voor vliegtuigen, methanol of dimethylether. duurzaamheidsdoelen voor 2025. Soortgelijke doelen uit 2005 Multinationals zoals Shell, Sasol en Synfuels China passen de leverden het bedrijf $ 5 mrd op, na een investering van $ 1 mrd. Fischer-Tropsch techniek momenteel op grote schaal in hun Onderdeel van de doelstellingen is dat de producten in Dow's coal-to-liquids (CTL) en gas-to-liquids (GTL) installaties in Zuidproductportfolio over tien jaar gemiddeld drie keer meer CO2- Afrika, Qatar en China. Differ en Syngaschem willen het proces uitstoot vermijden, dan bij de productie vrijkomt. Ook moeten de gaan voeden met syngas dat is gemaakt uit koolstofdioxide en producten gedurende hun levensduur drie keer zoveel energie water uit de lucht, in plaats van uit fossiele brandstof. Door de koolstofcyclus te sluiten ontstaan ultra-schone brandstoffen met besparen als het maken en recyclen van de producten kost. een extreem lage koolstof-voetafdruk. Om syngas duurzaam en kosteneffectief te produceren zijn doorbraken nodig in de Duitse regering zet deur naar fracken verschillende processtappen zoals efficiënt water splitsen, innovatieve technieken om CO2 op te breken in een plasma en op een kier. nieuwe reactorconcepten. "Differ en Syngaschem vullen elkaar hier prachtig aan", vindt Hans Niemantsverdriet van (Schaliegasvrij Nederland) De Duitse regering heeft besloten Syngaschem. "We hebben elk onze eigen expertise en fracken voor schaliegas en -olie onder sterk beperkende netwerken en we verwachten dat die samen belangrijke nieuwe voorwaarden toe te staan, blijkt uit een nieuw wetsvoorstel. Het inzichten én innovaties op gaan leveren. Met onze mag tot 2018 alleen voor wetenschappelijke doeleinden, niet internationale partner Synfuels China zijn we al actief in coal-toboven drieduizend meter diepte, niet in natuurgebieden of in liquid en gas-to-liquid technologie, maar die kennis van het Fischer-Tropschproces kunnen we ook toepassen in opslag gebieden die belangrijk zijn voor de drinkwatervoorziening. van groene stroom." In het wetsvoorstel wordt ook omkering van de bewijslast voorzien als het om schade door boringen en gaswinning gaat: Syngaschem komt voort uit de TU/e en heeft uitgebreide niet de omwonenden moeten bewijzen dat zij schade lijden door ervaring in oppervlakte- en materiaalonderzoek, katalyse en fracken, maar de de frackers moeten bewijzen dat ze geen vernieuwende reactorconcepten. Differ-directeur Richard van schade hebben veroorzaakt. Daarnaast moet er volledige de Sanden: "Daarmee zijn ze een sterke partner voor ons; in openheid zijn over de gebruikte techniek en chemische stoffen, deze samenwerking willen we Differ's plasmatechniek om koolstofdioxide en water efficiënt op te breken toepassen in de en is er een verplichting voor milieu-effectrapportage. praktijk." Als het principe van groene-stroomopslag zich bewijst Het is duidelijk dat deze wetgeving geen schaliegasboringen op in het laboratorium, heeft Differ de capaciteiten en kennis om grote schaal mogelijk maakt. De olie-en gasindustrie heeft dan de techniek op te schalen naar een demonstratie-opstelling. ook al teleurgesteld gereageerd. Ook is de regeling veel Syngaschem is een privaat onderzoeksbedrijf met hoofdkantoor strenger dan wat bijvoorbeeld in Engeland is toegestaan, waar aan de TU/e, dat in 2013 is opgericht. Missie is de chemie van de regering juist alle belemmeringen voor fracken probeert te synthese gas reacties op moleculaire schaal te begrijpen en verwijderen, tegen protesten van de Engelsen in. Ook in vanuit die kennis processen optimaal te laten verlopen. Het Nederland zijn we nog lang niet zover – de minister van bedrijf werkt samen met en wordt vrijwel volledig gefinancierd Economische Zaken ziet fracken nog steeds als een door Synfuels China Technology Co. Ltd. Dit uit de Chinese Academy of Sciences afkomstige bedrijf is in China leidend in inkomstenbron. schone coal-to-liquids technologie. Momenteel heeft Syngaschem zes onderzoekers in dienst, waarvan er drie in Aan de andere kant is met de Duitse regelgeving de deur voor extreme vormen van fossiele branstofwinning echt op een kier Eindhoven zijn gestationeerd. Synfuels China en Syngaschem open gezet. Het is onduidelijk of fracken voor hebben gezamenlijk een internationaal wetenschappelijk voor fundamenteel katalyseonderzoek wetenschappelijke doeleinden geen mazen in de wet openlaat, laboratorium of is het net zoiets de Japanse walvisvangst voor opgebouwd.
‘wetenschappelijke’ doeleinden? En wat gebeurt er na 2018?
10
Waterstofproductie uit glucose en xylose in vitro. Met een enzymencocktail in een bekerglas kun je uit de glucose én de xylose in plantenresten gasvormige waterstof vrijmaken. Een wereldprimeur, claimen onderzoekers van Virginia Tech in PNAS. Ze denken dat hun ‘in vitro metabolic engineering’ uiteindelijk een oplossing kan bieden voor de logistieke problemen met waterstof. Hun gasgenerator zou namelijk eenvoudig genoeg moeten zijn om decentraal op te stellen, naast de plek waar de waterstof nodig is. Sjouwen met biomassa om hem bij te vullen is logistiek gezien lang niet zo’n uitdaging, zeker als die biomassa (bijvoorbeeld maisafval) toch al in de nabije omgeving is te vinden. De eenvoud zit daarbij uiteraard in de afwezigheid van levende cellen rond de (liefst synthetische) enzymen. Bacteriën of gisten zo ver krijgen dat ze zowel de C6suiker glucose als de C5-suiker xylose efficiënt verteren, geldt nog altijd als een uitdaging. Bovendien raak je geen waterstof meer kwijt aan de eigen behoeftes van die cellen, en bubbelt het gas vanzelf de reactor uit. Wel is nog steeds een voorbehandeling nodig om de polysachariden (respectievelijk cellulose en xylan) uit de biomassa vrij te maken. Twee jaar geleden presenteerden Percival Zhang en collega’s al een eerste prototype. Dat verteerde alleen xylose, terwijl er polyfosfaat bij moest als voeding voor één van de enzymen. Dat laatste moet in principe nog steeds maar de huidige variant zet cellulose om in glucose en xylan in xylose, waarna hij beide suikers geheel afbreekt tot H2 en CO2. Als we het goed hebben geteld, komen er 15 enzymen aan te pas. Zhang heeft er bovendien een kinetisch model van weten te maken, zodat hij op de computer kan voorspellen wat de juiste mengverhouding van de enzymen is. Op die manier heeft hij tot nu toe een opbrengst van 54 millimol waterstof per liter reactorvolume en per uur weten te halen. Dat is nog iets te weinig om een waterstofauto comfortabel mee af te tanken maar 67 keer zo veel als toen hij begon. Bovendien is er nog genoeg ruimte voor verbetering. Zo wil Zhang af van een paar enzymen die weinig stabiel zijn, en waarvan er een (toevallig tevens het enzym dat polyfosfaat nodig heeft) de beoogde werktemperatuur van 50 graden Celsius niet eens verdraagt. Voor die 50 graden zou je eventueel goedkope restwarmte kunnen gebruiken. Maar aan de vraag of de enzymen ooit goedkoop genoeg worden om het proces commercieel aantrekkelijk te maken, komt de publicatie nog niet toe.
PGS15 cursus 12 Juni 2015 in Dordrecht http://tinyurl.com/py9wlbj
Basiskennis gevaarlijke stoffen 28 mei 2015 in omgeving Utrecht http://tinyurl.com/pj8jx6y
Overname voor Corbion Corbion neemt de melkzuuractiviteiten van het in het Amerikaanse Delaware gevestigde Archer Daniels Midland over. Dat maakte de producent voedingsingrediënten vrijdag bekend.
van
chemicaliën
en
Concrete financiële details werden daarbij niet gegeven, Corbion stelde wel de overnamesom in contanten te zullen voldoen. De transactie, per 31 maart, betreft de verkoop en levering van melkzuur-, natriumlactaaten kaliumlactaatproducten. Productiefaciliteiten en personeel maken geen deel uit van de acquisitie. De productie kan worden opgepakt door bestaande productiefaciliteiten van Corbion. Analisten van KBC constateren dat de overname relatief klein is. De Belgische bank denkt aan een paar miljoen euro. De overgenomen activiteiten waren volgens KBC een ''onbelangrijk bijproduct'' voor ADM, en waarschijnlijk niet erg winstgevend. Door de acquisitie haalt Corbion echter wel een concurrent uit de markt voor een prijs die ''betrekkelijk laag'' is.
IMCD verder met distributie DSMenzymen MCD gaat de samenwerking met DSM bij de distributie van enzymen voor voedingsmiddelen uitbreiden. Dat meldt de distributeur van chemische stoffen en ingrediënten uit Rotterdam. De enzymen zijn bedoeld als ingrediënt in onder meer bakkerijproducten, zoetwaren, zuivel, bier en groente- en fruit. Er zijn nieuwe afspraken voor samenwerking gemaakt voor de Benelux, Duitsland, Frankrijk, Italië, Polen, Scandinavië, de Zuidoost-Europese landen, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Ierland en Zuid-Afrika. IMCD is blij met de vernieuwde afspraken en hoopt in de toekomst op een uitbreiding naar nog meer nieuwe regio’s en naar meer activiteiten in bestaande regio’s.
Nieuwe wetgeving voor smeermiddelen Smeeroliën zijn mengsels van verschillende stoffen en vallen vanaf 1 juni 2015 onder de CLP-verordening. De afgelopen jaren zijn verschillende nieuwe Europese verordeningen, regels en richtlijnen van kracht geworden die betrekking hebben op het gebruik van smeermiddelen, chemicaliën en andere in de productie en in systemen en apparaten toegepaste vloeistoffen. Er is onduidelijkheid over welke wetgeving wanneer, voor wie en voor welke producten en gebruikssituaties van toepassing is. Het doel van REACH (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische stoffen) is, bij de productie en het gebruik van (chemische) stoffen een zo hoog mogelijk veiligheidsniveau te waarborgen voor zowel mens als milieu. Vrijwel alle binnen de industrie toegepaste smeermiddelen en (proces)vloeistoffen vallen onder onder deze wetgeving. Op 1 juni 2013 gold de regeling voor stoffen boven 100 ton per jaar per producent. Op 1 juni 2018 moeten ook stoffen met een productie van meer dan 1 ton per jaar per producent zijn geregistreerd. Producties van minder dan 1 ton per jaar per producent vallen vooralsnog buiten de invloedsfeer van REACH.
11
AkzoNobel voert winst dankzij lagere kosten
flink
op
Verf- en chemieconcern AkzoNobel heeft in het eerste kwartaal een flinke winstgroei gerealiseerd, mede dankzij lagere kosten en gunstige wisselkoerseffecten. Dat blijkt uit de cijfers die het bedrijf dinsdag publiceerde. De nettowinst steeg met 24 procent tot 160 miljoen euro en de omzet nam met 6 procent toe tot een kleine 3,6 miljard euro. AkzoNobel verwacht dat valuta-effecten en lagere groeicijfers in sterk groeiende economieën dit jaar het marktbeeld zullen blijven bepalen. Bij het onderdeel Decorative Paints (decoratieve verven) werd het positieve valuta-effect tenietgedaan door een lager verkoopvolume en de verkoop van winkels in Duitsland. Het bedrijfsresultaat bij het onderdeel verdrievoudigde echter bijna. Lagere kosten
Tulip Oil wil deze winter boren op Terschelling Het gasveld ligt waddenpost.nl
vrijwel
geheel
onder
Natura2000-gebied
Het gas- en oliebedrijf Tulip Oil wil komende winter al een gasput boren op Terschelling. Dat blijkt uit de vergunningsaanvraag (.pdf) die de provincie Friesland en de gemeente Terschelling openbaar hebben gemaakt. Tulip Oil denkt dat er geld verdiend kan worden aan het gas, al is het project lastig. "Moderne boor-, stimulatieen behandelingstechnieken maken een economische ontwikkeling van het Terschelling-Noordveld niettemin mogelijk", schrijft Tulip Oil. De velden moeten uiteindelijk ongeveer 6000 miljoen kubieke meter gas opleveren. Dat is gelijk aan een jaar gasverbruik voor vier miljoen Nederlandse huishoudens. Als de eerste put inderdaad het gewenste resultaat oplevert worden er nog drie andere gasreservoirs aangeboord. Drie kilometer uit de kust wil Tulip Oil een gasplatform bouwen dat daar naar verwachting 23 jaar blijft staan.
Performance Coatings, waar onder meer autolakken en verven voor de luchtvaart worden gemaakt, profiteerde van een vereenvoudigde organisatiestructuur, lagere kosten en valutaeffecten.
Ook wil het bedrijf een speciale put boren om CO2 in op te slaan, omdat het aardgas onder Terschelling van mindere kwaliteit is en voor 15 procent uit dit afvalgas bestaat. Het eerste jaar is die put nog niet klaar en gaat de CO2 de lucht in.
Ook bij Specialty Chemicals, waaronder bleekmiddelen voor papierpulp, profiteerde AkzoNobel van lagere kosten en valutaeffecten. Volgens het bedrijf waren de volumes hier min of meer stabiel. Zo was in de VS sprake van een goede ontwikkeling, terwijl China een ''meer bescheiden'' groei liet zien.
Voor de afvoer van het gewonnen gas naar de behandelingsinstallatie moet 40 kilometer pijplijn worden aangelegd vanaf het eiland, onder het duingebied door, naar het vasteland. Tulip Oil wil ook een gasbehandelingsinstallatie op Terschelling zelf kunnen bouwen. Het grondwater dat met het gas naar boven komt wordt voor zuivering met vrachtwagens naar het vasteland overgebracht.
''De in 2013 en 2014 getroffen voorbereidingen vormen een gezonde basis voor betere prestaties. AkzoNobel blijft op koers om de doelstellingen voor 2015 te bereiken'', aldus het concern. Het bedrijf streeft onder meer naar een operationele winstmarge van 9 procent en een rendement op geïnvesteerd vermogen van 14 procent. (Door: ANP)
ADR 2015-2016 voor het vervoer gvst. http://www.safetynet-nederland.nl/ADR2015-2016
Landelijk adviesteam voor toezicht op chemiebedrijven Waterschappen en Rijkswaterstaat hebben een landelijk adviesteam voor toezicht op chemiebedrijven opgezet. Tot voor kort voerden Rijkswaterstaat en de waterschappen het toezicht op chemiebedrijven los van elkaar uit. De start van het landelijke adviesteam past in de koers die de waterschappen en Rijkswaterstaat hebben ingezet om slim samen te werken. Nederland telt zo’n 400 ‘BRZO-bedrijven': bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen of die deze bijvoorbeeld in opslag hebben. Deze bedrijven vallen onder de werking van het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO). De verschillende toezichthouders op deze bedrijven worden door Rijkswaterstaat en de waterschappen geadviseerd. Dat specialistische werk wordt met de komst van het landelijke adviesteam officieel samengevoegd tot een landelijk BRZO-team met specialisten uit beide organisaties. Dit betekent dat specialisten uit Limburg tot aan Groningen elkaars werk kunnen uitvoeren en overnemen. Door gebruik te maken van elkaars kennis, expertise en ervaring werken Rijkswaterstaat en de waterschappen efficiënter. Slim samenwerken gebeurt op verschillende gebieden, bijvoorbeeld op de terreinen crisisbeheersing, ICT, inkoop en aanbesteding, en vergunningverlening en handhaving.
Het werk staat onder leiding van de technische top van Tulip Oil, voormalig Shell-manager Roelof Platenkamp en frackingexpert van Shell Martin Bell. Tulip Oil heeft er vertrouwen in dat de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd binnen de milieu-eisen van de wet Natura2000. De gemeenteraad van Terschelling heeft zich al tegen de gasboringen uitgesproken, maar mag officieel niet meebeslissen. De bewoners van Terschelling protesteren van begin af aan al tegen de plannen, en zeggen er niet in te geloven dat het toerisme en de natuur van het eiland met deze plannen behouden kunnen blijven. Ook in de provincie Friesland is het verzet groot. In de Tweede Kamer is er geen meerderheid tegen de plannen, maar regeringspartij PvdA heeft zich er wel kritisch over uitgelaten. Minister Kamp neemt in juli of augustus een besluit - op economische gronden - over de vergunningsaanvraag. Hij heeft beloofd dat Terschelling en Friesland "nadrukkelijk betrokken" worden. Pas later wordt er naar het milieu en het toerisme gekeken.
Shell wil banden met Petrobras aanhalen. Bestuursvoorzitter Ben van Beurden van Shell wil de banden met het Braziliaanse staatsoliebedrijf Petrobras aanhalen. Dat zei hij donderdag na afloop van een ontmoeting met president Dilma Rousseff. Van Beurden benadrukte dat Brazilië een belangrijk land is voor Shell en dat het Brits-Nederlandse concern er zal blijven investeren. Aan het eind van dit decennium zal Shell een vijfde van zijn productie uit het land halen. De topman bestempelde Petrobras, dat al geruime tijd is verwikkeld in een corruptieschandaal, een competent bedrijf en stelde dat de onderneming sterker uit de zaak zal komen. Een versterking van de positie van Shell in Brazilië was een van de voornaamste redenen dat het concern eerder deze maand een overnamebod van ruim 64 miljard euro uitbracht op de Britse gasproducent BG.
12
Roundup per november volledig verboden. Na Intratuin is sinds kort ook Praxis gestopt met de verkoop van Roundup en andere onkruidbestrijdingsmiddelen met het bestanddeel glyfosaat. Maar niet alle alternatieven zijn onschadelijk. Volgens eerdere onderzoeken kleefden aan glyfosaat geen gezondheidrisico's. Sinds kort wordt het in verband gebracht met onder andere de ziekte van Parkinson en kanker. Aanleiding voor staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu voor een verbod per november dit jaar om verharde terreinen onkruidvrij te maken met Roundup. Wegbranden, -stomen of -borstelen zijn de alternatieven voor gemeenten en bedrijven. Particulieren moeten het in alternatieve bestrijdingsmiddelen zoeken. Intratuin stopte juli vorig jaar met de verkoop van Roundup. Maar een jaar later vragen nog steeds mensen naar het middle, is de ervaring van Nienke Pot van Intratuin Drachten. ,,Het werkt goed dus mensen blijven het gebruiken." De eerste maanden had het filiaal nog geen alternatieven maar dit jaar heeft de winkel Ecostyle Ultimate in het assortiment. ,,We hebben nog overwogen zout of zuur als alternatief te leveren, maar dat is nog schadelijker voor het milieu." Volgens Heine Altena van hetzelfde filiaal werkt het alternatief goed, al pakt het, anders dan Roundup, niet de wortel aan. ,,Ecostyle werkt zelfs sneller maar het onkruid komt wel later in het jaar terug." Dat glyfosaat de laatste jaren onder een vergrootglas ligt, was volgens Leontien van der Kaaden, woordvoerder van Intratuin, een overweging bij de verkoopstop. ,,We willen graag een groen bedrijf zijn en dan volg je natuurlijk de maatschappelijke debatten. Vanaf september gaan ook de middelen er uit met neonicotinoïden die medeverantwoordelijk worden gehouden voor de bijensterfte." In de meeste andere tuincentra staat het middel nog volop in de schappen. ,,We verkopen het nog gewoon, maar voor verdere vragen verwijs ik u door naar ons hoofdkantoor", meldt een medewerker van de Welkoop in Leeuwarden. Een voorlichter van het hoofdkantoor belde echter niet terug. Hans Menken van Groenrijk in Haule vindt een verbod niet verstandig. ,,Goede voorlichting werkt beter dan een verbod. Als het in Nederland niet meer te koop is, wordt het gewoon via internet in Duitsland of Polen besteld, daar is het volop verkrijgbaar. Waarom bestrijdingsmiddelen niet verkopen op recept zoals je medicijnen bij de apotheker haalt? Dan kun je mensen uitleggen waarom je het niet op de oprit moet toepassen omdat het dan via het riool in het oppervlaktewater terecht komt. Door het in zeer kleine doses op het onkruid aan te brengen neemt het gewas het op en breekt het af." Menken houdt zijn hart vast als in november Roundup totaal wordt verboden in Nederland. ,,Ik ben beslist geen fan van Roundup. Maar wie het niet in het buitenland haalt, gaat met chloor, zout en fabrieksazijn aan de slag. Daar word je ook niet vrolijk van, want dat soort middelen maakt een groot deel van het bodemleven stuk. Dan zie ik liever een verstandig gebruik van Roundup." Een nog betere methode is volgens hem goed wieden van de tuin zodat er weinig zaadjes op de paden valt. ,,Dan kun je met een stevige borstel het groen tussen de tegels de baas." Volgens Menken worden er door overheden te vaak weinig doordachte maatregelen genomen. ,,In de jaren tachtig mochten Nederlandse witloftelers een schimmelwerend middel niet meer gebruiken omdat het kankerverwekkend was. In Frankrijk werd het massaal over tarwevelden gespoten en van dat graan bakten wij in Nederland brood." Herman van Bekkem van Greenpeace noemt glyfosaat wel degelijk een probleem. ,,We vinden steeds meer van het middel terug in het oppervlaktewater en het is steeds lastiger voor waterbedrijven het uit ons drinkwater te halen. Anderhalve week geleden nog kwam de Wereldgezondheidsorganisatie met een rapport dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is en dat het zo snel mogelijk in Europa moet worden herbeoordeeld." bron: Friesch dagblad
Sabic haalt schaliegas uit VS Petrochemiereus Sabic gaat grote hoeveelheden ethaan uit de VS importeren naar Europa. Ethaan is een bijproduct van het goedkope schaliegas. Daarmee speelt Sabic in op de schaliegasrevolutie in de VS. Het concern laat drie speciale mammoettankers bouwen, die voor een continue aanvoer van het gas moeten zorgen. Het gas zal door de tankers naar het Sabic-complex met een eigen zeehaven in het Britse Teesside worden gebracht. Daar wordt momenteel een enorme opslagtank met een doorsnee van 30 meter gebouwd om het gas op te slaan. In de kraakinstallaties in Teesside wordt het ethaangas omgezet in ethyleen, een grondstof voor plastics. Een deel van de ethyleen wordt via een pijpleiding van Rotterdam naar de chemiefabrieken van Sabic in Geleen en Gelsenkirchen getransporteerd. Sabic is het eerste chemieconcern dat op deze manier reageert op de schaliegasrevolutie in de VS. Sinds aan de overkant van de grote plas grote hoeveelheden gas onder de aardkorst vandaan worden gehaald, kunnen Amerikaanse fabrikanten die veel energie gebruiken veel goedkoper produceren dan de Europese concurrentie. Dat leidde tot een investeringsstop van chemiefabrikanten in Europa en een verplaatsing van investeringen naar de VS. Maar door het importeren van ethaan, het goedkope bijproduct van schaliegas, is het voortbestaan van het Britse Sabic-complex met 900 banen voor jaren verzekerd. De kraakinstallatie in Teesside wordt door de aanvoer van ethaan de meest efficiënte van Europa. De chemiefabrieken van Sabic in Geleen zullen niet volledig gebruikmaken van schaliegas. De twee naftakrakers op het Chemelotcomplex, waarvan er een onlangs grondig is opgeknapt, zullen voor de meeste grondstoffen blijven zorgen. (bron: L1)
Hoe gaat Shell de kosten van de mega -overname terugverdienen? Met het bod op BG Group zet Shell zwaar in op aardgas, een brandstof waarvan het gebruik snel stijgt. Maar de prijzen zijn voorlopig laag. Shell wordt in Elsevier meestal omschreven als olie- en gasconcern, maar gezien de verhoudingen is gas- en olieconcern eigenlijk beter. Zeker als de overname van het Britse aardgasbedrijf BG Group slaagt (afgelopen week werd het overnamebod bekendgemaakt). Nu al is aardgas goed voor 55 procent van de productie van het Brits-Nederlandse concern, na de overname zal dat dichter bij 60 procent zijn. Met het bod zet Shell duidelijk in op aardgas, en vooral op de vloeibare, bevroren variant ervan, LNG. De markt voor liquefied natural gas groeit pijlsnel. lees verder: http://tinyurl.com/qgtfvn2
Herstart kraker Shell Moerdijk Shell Moerdijk begint in mei met het opstarten van de kraker die op 2 oktober bij de grote stoomstoring bij Shell is stilgelegd. De kraker ofwel de etheenfabriek wordt gezien als de basisinstallatie van heel Shell Moerdijk. De eerste stap is het schoonblazen van het volledig herstelde stoomsysteem. Het schoonblazen van het stoomstelsel kan met overlast gepaard gaan, aldus Mariëtte van der Gaag van Shell Moerdijk.
13
Kabinet: einde aan gasverwarming Als het aan minister Kamp ligt, gaat Nederland minder afhankelijk worden van fossiel aardgas, en het traditionele gasnetwerk. Lokale warmtenetten, warmtepomptechniek, biomassa en groen gas hebben volgens de bewindsman de toekomst. Als het aan de minister van Economische Zaken ligt, gaat het kabinet niet langer geld steken in gaswinning en broodnodige renovatie van het gasnet. Volgens de bewindsman ligt de toekomst van de Nederlandse energievoorziening in duurzame warmtenetten, waarbij hergebruik van restwarmte en energie uit de bodem de belangrijkste zijn. Dit staat in de Warmtevisie, die de minister naar de Tweede Kamer heeft heeft gestuurd (zie bijlage onder aan dit artikel. Doelstelling is om in 2050 een volledig duurzame energievoorziening te realiseren. Volgens Kamp is het gasnet op vele plekken in Nederland aan renovatie toe. Op dit moment zijn 7 miljoen huishoudens in Nederland met een cv-ketel aangesloten op het gasnet. In een recente studie stelt CE Delft dat collectieve warmtevoorziening via lokale (rest)warmtenetten in 2030 in ongeveer een derde van de totale warmtevraag kan voorzien. In dunbevolkte gebieden zullen, naast (groen) gas, biomassa of warmtepompen in een deel van de warmtevraag kunnen voorzien. In gebieden met veel goed geïsoleerde nieuwbouw is de warmtevraag voor woningen laag en kunnen warmtepompen in de vraag voorzien. Gasnetten en warmtenetten zullen naar verwachting overbodig worden in dergelijke ‘all electric areas’. Voor het eind van het jaar wil Kamp de Tweede Kamer een Energierapport leveren, waarin het potentieel voor warmtelevering in kaart wordt gebracht. Ook komt de minister met een rekenmodel dat de integrale business case van warmteprojecten in beeld brengt, en een rendementsmonitor. Verder wordt de subsidieregeling SDE+ verruimd met nieuwe duurzame technieken, waaronder pelletkachels. Ook kleinschalige, lokale duurzame energie-initiatieven, die door een vermogensgrens buiten deze regeling vallen, moeten volgens de minister in aanmerking komen voor stimulering, zodat ze exploitabel worden. Kamp noemt een voorbeeld van een lokaal zwembad, waarvan de restwarmte gebruikt wordt om omliggende woningen te verwarmen.
Consortium onderzoekt industriële warmteopslag Een consortium van een aantal onderzoeksinstellingen, consultants en leveranciers gaat voor Dow en Emmtec onderzoeken of het economisch mogelijk is industriële restwarmte met een temperatuur tussen de honderd en 250 graden Celsius op te slaan. Onder de naam Locosto kijkt men onder meer naar het gebruik van nieuwe phase changing materials. Het opslaan van warmte voor gebruik op een later tijdstip is een goede manier om energie te besparen. Batchprocessen in de industrie kunnen de vrijkomende warmte uit een lopende batch via warmteopslag weer benutten om de volgende batch voor te verwarmen. Hoewel warmteopslag in enkele sectoren al een bekende en toegepaste techniek is, zijn de industriële toepassingen nog beperkt door enerzijds het ontbreken van goede materialen voor warmteopslag en anderzijds door de hoge investeringskosten. Het Locosto-project is erop gericht oplossingen te ontwikkelen voor industriële warmteopslag in het temperatuurgebied tussen 100°C en 250°C, die zowel technisch als economisch haalbaar zijn. Dit project wordt in een consortium uitgevoerd met Dow en Emmtec als eindgebruikers, DWA als engineering consultant, Bronswerk Heat Transfer als systeem leverancier, Croda, Salca, Perstorp, en Nedmag als materiaal leveranciers en TNO en ECN (coördinator) als kennisinstituten. Warmteopslag bij industriële processen vraagt veelal om hogere temperaturen en grotere thermische vermogens dan met de bestaande oplossingen mogelijk is. Het gebruik van nieuwe faseovergangsmaterialen, (Phase Change Materials, PCM) biedt een goed perspectief om technisch- en economisch haalbare warmteopslagsystemen te verkrijgen. Het Locosto project ontwikkelt nieuwe PCM’s met een hoge warmteopslagcapaciteit tussen 100°C en 250°C. Innovatieve combinaties van deze materialen met warmtewisselaars levert opslagsystemen met hoge thermische vermogens. De uitdaging hierbij is om deze systemen tegen gunstige kosten te verkrijgen zodat de terugverdientijden aantrekkelijk zullen zijn. Verder zal de ontwikkeling van deze opslagtechnologie ook bijdragen aan het vergroten van de flexibiliteit in het energiesysteem, en daarmee de inzet van meer duurzame energiebronnen kunnen ondersteunen. Het LOCOSTO project is recent gestart en heeft een looptijd van twee jaar. Het project ontvangt subsidie vanuit de regeling Energiebesparing Industrie; Joint Industry Projects, die onder de Topsector Energie valt. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert deze regeling uit voor het TKI Institute for Sustainable Process Technology (TKI-ISPT). bron: petrochem
TU Delft breidt incubator uit Op het science park van TU Delft komt een tweede pand voor startende bedrijven. Naast het al bestaande YES!Delft-gebouw, opent volgend jaar rond deze tijd de nieuwbouw zijn deuren. Nieuw is dat de uitbreiding wordt uitgerust met laboratoriumfaciliteiten. Paul Althuis, directeur Valorisation Centre TU Delft, verwacht dat aan het programma deelnemende bio- en chemiebedrijven zich op termijn op het biobased cluster op de Tweede Maasvlakte kunnen vestigen. 14