LOKAAL BESTUUR
Jaargang 32 nummer 10
Oktober 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Crisis in Utrecht Waterschapsverkiezingen Werken aan PvdA-profiel
Energie in Leeuwarden Opmerkelijke initiatieven
Inburgeren in de praktijk Den Helder en Hilversum
Kraken of niet-kraken De jaren ’80 en nu
X&X is terug! Jan-Jaap over sterke schouders
Foto Nationale Beeldbank
clmn
sterkste schouders Jan-Jaap van den Berg secretaris CLB ‘De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.’ Ik heb dat altijd een heldere en aansprekende PvdA-slogan gevonden, die volgens mij nog steeds goed bruikbaar is. Want ook vandaag de dag is de solidariteit van hogere inkomensgroepen met minderbedeelden een granieten hoeksteen van de sociaal-democratie. Die solidariteit is echter niet oneindig uitrekbaar. Wouter Bos heeft daar reeds diverse malen op gewezen. Hij stelde dat ook de middengroepen rechtstreeks profijt dienen te hebben van de verzorgingsstaat, omdat ze die anders niet meer willen steunen en in plaats daarvan voor eigen arrangementen gaan zorgen. Daarnaast moeten de hogere inkomensgroepen ervan verzekerd zijn dat de door hen afgedragen belastingen ook inderdaad doelmatig en effectief worden besteed. Tussen beide punten zit wel enige spanning. Iedereen zal het erover eens zijn dat de overheid zuinig met belastinggelden dient om te gaan, en met de beschikbare middelen zo optimaal mogelijk effecten moet willen bereiken. Daarnaast moet je er inderdaad voor oppassen dat de belastingdruk voor de iets beter gesitueerden niet uit de hand loopt, doordat zij te pas en te onpas overal voor worden aangeslagen. Maar dan nog mogen bestaande regelingen best wel eens kritisch tegen het licht gehouden worden, bijvoorbeeld omdat daarmee niet meer die kwetsbare groepen geholpen worden, voor wie die regelingen ooit specifiek bedoeld waren. Zo zijn er wel een paar generieke regelingen die gebaseerd zijn op inmiddels achterhaalde groepskenmerken.
Toch zijn die regelingen niet herijkt. Waardoor belastinggeld ooit bedoeld voor kwetsbare groepen, inmiddels terecht komt bij mensen die dit extraatje helemaal niet nodig hebben. Neem de ouderen. Gelukkig zijn 65-plussers anno 2008 niet meer per definitie behoeftig. Sterker nog, ons land telt inmiddels een aanzienlijke groep gepensioneerden die er warmpjes bij zit, dankzij hardhouten eindloonpensioenen en spectaculair gestegen huizenprijzen. Toch maakt het spectrum aan ondersteuningsregelingen voor ouderen in het geheel geen onderscheid tussen arme en rijke bejaarden. Vanuit het principe van de sterkste schouders zou dat echter wel moeten gebeuren. Waarom moeten lagere inkomens meebetalen aan de roze strippenkaart voor rijke gepensioneerden? Voor de kinderbijslag geldt iets vergelijkbaars. De afgelopen jaren heb ik heel wat pakken luiers aangeschaft en die zijn inderdaad niet goedkoop. Maar er komt vanuit sociaal-democratisch oogpunt toch echt teveel kinderbijslag terecht bij rijke gezinnen (tot aan het Koningshuis toe) die dit douceurtje in het geheel niet nodig hebben. Een derde voorbeeld is het innerlijk tegenstrijdige stelsel aan subsidieregelingen rond wonen. De overheid subsidieert gelijktijdig zowel de onderkant van de woningmarkt (met huursubsidie) als ook de bovenkant (met ongelimiteerde hypotheekrenteaftrek). Uitgaande van het principe van de sterkste schouders dient toch echt snel een bepaalde maximering van de hypotheekrenteaftrek tot stand te komen.
clfn LOKAAL BESTUUR
omslagfoto Hoe profileert de PvdA zich bij de komende waterschaps verkiezingen?
Jaargang 32 nummer 10
Oktober 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Onderweg naar Benin Waterschapsverkiezingen Werken aan PvdA-profiel
Energie in Leeuwarden Opmerkelijke initiatieven
Inburgeren in de praktijk Den Helder en Hilversum
X&X Taalontwikkeling is terug! in Oost-Groningen Een spraakmakend Jan-Jaap over offensief sterke schouders
Foto Nationale Beeldbank
LOKAAL BESTUUR Maandblad over gemeente- en provinciepolitiek van de PvdA. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak. UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Wiardi Beckman Stichting, Postbus 1310, 1000 BH-Amsterdam. ISSN: 0167-0980
Waterschapsverkiezingen
4 8
REDACTIE Hans Alberse (voorzitter), Jan-Jaap van den Berg, Yasemin Cegerek, Pierre Heijnen, Iris Meerts, Nico Portegijs, Kim Putters, Richard Scalzo, Nicole Teeuwen, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut. EINDREDACTIE Jan de Roos SECRETARIAAT Jessica Schipper Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam Telefoon: 0900-9553 E-mail:
[email protected]
Energie in Leeuwarden
De Friese hoofdstad loopt voorop met een reeks bijzondere projecten.
Inburgeren
Hoe Hilversum en Den Helder de wet van minister Vogelaar in de praktijk brengen.
10
32e jaargang no. 10 Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na voorafgaande toestemming.
14
Crisis in Utrecht
PvdA niet meer in nieuwe college.
X&X
Onze human interestrubriek is terug!
18
BASISLAY-OUT Stan Wagter, Amsterdam VORMGEVING Jos B. Koene, Amsterdam MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Hans Alberse (Onderweg), Jan-Jaap van den Berg (column), Jan Chris de Boer, Harriët van Domselaar, Jan-Willem van de Kolk, Jos Kuijs (Lokale kwesties), Ton Langenhuyzen (2e Kamer), Thea de Roos-van Rooden (boekbespreking), Rob de Rooij (EU-lokaal), Jessica Schipper (Persoonlijk), Jurjen Sietsema, Kirsten Verdel, Birgit Verstappen (De Estafette) PRODUCTIE EN DRUK Thieme Media Center, Rotterdam ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 20,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 0900-9553. ADVERTENTIES Tarieven en opgave: Recent (Joop Slor), Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. 020 3308998 INTERNET Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl KOPIJ Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
Hoe zorgen we ervoor dat de stemmen in november naar de PvdA gaan?
Snoepreisje naar Benin?
Onderweg
19 Achterkant
Partij van de Arbeid
20 JAn-JAap over de Sterkste Schouders
22
DE
KAMER Warmtewet
initiatief van de maand Ledenpanel in Leiden
12
12 LOKALE
13 BOEKBESPREKING Burgemeester De Vlugt 13 de estafette De PvdA in Noord-Brabant 16 EU-LOKAAL Kerkrade 16 DILEMMA Belangenverstrengeling 17
KWESTIES Kraken of niet kraken
‘Taken van het waterschap mogen naar de provincie’
Foto Mark van den Brink
Leny van Vliet-Smit
Waterscha een spron
In het buitenland gaat al eeuwenlang een grap rond: ‘God created the earth, but the Dutch created the Netherlands’. Met twee derde van de Nederlandse grondoppervlakte onder de zeespiegel blijft ons gevecht tegen het water tot de verbeelding spreken. Het is een strijd die naast technologisch vernuft Leny van Vliet-Smit ook beleidsmatige keuzes vereist. Lijsttrekker waterschaps Mede daarom zijn de waterschaps verkiezingen Hoogheemraadschap Amstel, verkiezingen die in november Gooi en Vecht worden gehouden zo belangrijk. Zijn leuzen als ‘droge voeten’ en ‘schoon water’ wel onderscheiLokaal Bestuur sprak met vier dend genoeg? Willen niet alle partijen die doelen bereiken? betrokken PvdA’ers over de in het ‘Ja, maar wij kiezen voor duurPvdA Watermanifest vastgestelde zame innovatieve oplossingen, waarbij kosten en ruimtebeslag doelen voor de verkiezingen: in de afweging worden meegenomen. Ook koppelen wij dat altijd veiligheid, schoon water, droge aan twee financiële uitgangspunten: ‘de vervuiler betaalt’ en voeten, vitale natuur en de financiële solidariteit: ‘de sterkste schouders moeten de zwaarste beschikbaarheid van zoet water. lasten dragen’.’
KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALISTE
Hoe bereik je dat mensen stemmen voor de waterschapsverkiezingen, waarvoor de opkomst traditioneel laag is? ‘Dat is een heikel punt. Zeker in de grote steden is het waterschap een onbekend fenomeen. In Amsterdam speelt dat nog meer dan elders, omdat Amsterdam pas zo’n tien jaar geleden in waterschapsverband is gebracht. Voor die tijd was de gemeente verant-
woordelijk voor het waterbeheer en die deed dat niet slecht. Wij zullen proberen om in de lokale pers publiciteit te krijgen. Verder zal ook AGV zelf een campagne voeren om meer mensen naar de stembus te krijgen.’ Wat ziet u als belangrijkste uitdaging in waterbeleid in Nederland, en wereldwijd? ‘Duurzaamheid, duurzaamheid, duurzaamheid. In Nederland zijn wij ons goed bewust dat de klimaatverandering ingrijpende gevolgen heeft voor onze veiligheid. Daarom zijn kustversterking en gebieden voor waterberging bij de grote rivieren zo belangrijk. Verder moeten wij onze expertise over watermanagement ruimhartig ter beschikking stellen van derde wereldlanden.’ Waarom moeten de waterschappen blijven bestaan? ‘Van mij moeten de waterschappen helemaal niet blijven bestaan. Ik ben het van harte eens met het partijstandpunt dat de taken van het waterschap bij andere overheden, zoals de provincies, kunnen worden ondergebracht.’ Wat is het belangrijkste waar u in de waterschappen aan gewerkt heeft? ‘In de jaren ’80 en ’90 heb ik een
grote bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht. Het oprichten van één integrale uitvoeringsorganisatie voor de rioleringstaken van Amsterdam én de waterbeheerstaken van het waterschap, loste grote bestuurlijke problemen op.’ Hoe kijkt u tegen de verhouding - of misschien wel frictie - waterschap-provincie aan? ‘Waterschappen liggen vaak in meer dan één provincie, of vallen geheel samen met het provinciale territorium. Het eerste leidt tot stroperigheid in de besluitvorming, het tweede is een voorbeeld waarbij je je afvraagt wat de meerwaarde is van twee verschillende overheidsorganen voor hetzelfde gebied. De oplossing is om de waterschapstaken neer te leggen bij de provincies. Daarbij is het van belang om maatwerk te leveren ten aanzien van de uitvoeringsorganisatie. Een werkorganisatie als Waternet moet gekoesterd worden. Wat dat betreft heb ik bij provincies wel eens het gevoel gehad dat de dogma’s belangrijker waren dan een optimale uitvoering.’
‘Water uit flessen drinken is niet normaal’
‘Effecten klimaatverandering aanpakken’
Foto Joost Grol
Foto Waterschap Aa en Maas
Els Rutting
Lambert Verheijen
apsverkiezingen: rong in het diepe Els Rutting Heemraad, lijsttrekker Waterschap Rijn & IJssel Wat ziet u als belangrijkste uitdagingen in het waterbeleid? ‘Er valt steeds meer regen. Regenpieken afgewisseld met drogere periodes worden eerder regelmaat dan uitzondering. Het waterschap moet zoeken naar duurzame en integrale oplossingen, met als uitgangspunt het vasthouden, het bergen en dan pas het afvoeren van regenwater. De belangrijkste uitdagingen in het waterbeleid zijn veiligheid, schoon water, droge voeten en een vitale natuur. Dit moet ook wereldwijd ons streven zijn. Wij als waterschap kunnen daarin een bijdrage leveren door onze kennis en kunde internationaal in te zetten, vooral in derde wereld landen.’ Ziet u de bronwaterindustrie als probleem in Nederland? ‘Het moet niet ‘normaal’ zijn om water te drinken uit flessen. De kostprijs is te hoog en te vaak wordt het water voor de flessen op een niet ecologisch verantwoorde wijze aan de bodem onttrokken. Drinkwater hoort uit de kraan te komen en moet
een gegarandeerd goede kwaliteit hebben. Het streven moet zijn om mondiaal te organiseren dat water, drinkwater, als eerste levensbehoefte bereikbaar is voor iedereen. Wij als waterschap hebben daar geen directe zeggenschap over, wij maken niet zoals de waterbedrijven drinkwater. In ieder geval krijg je bij mij als je op visite komt en je ‘blauw water’wilt, gewoon kraanwater, en daar is niks mis mee!’ Wat is het belangrijkste waar u in de waterschappen aan gewerkt heeft? ‘Ik heb als dagelijks bestuurder met passie en inzet een bijdrage geleverd aan het beleid in het waterschap Rijn & IJssel. Het is me niet gelukt om een beter kwijtscheldingsbeleid te realiseren. Maar ik heb wel een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van een aantal ecologische verbindingszones, de herinrichting van een stuwcomplex met vispassages, de realisering van grensoverschrijdende fietsvoorzieningen langs de Oude IJssel, de openstelling van maaipaden voor fietsers en voetgangers en het onderhouden van een goede relatie met de gemeenten die met ons moeten samenwerken in onder andere het rioolbeleid.’
Hoe kijkt u tegen de verhouding - of misschien wel frictie - waterschap-provincie aan? ‘De provincie houdt toezicht op de uitvoering van het waterbeleid. Ze levert ook middelen om bijvoorbeeld reconstructieprojecten te kunnen uitvoeren. Helaas stelt de provincie soms beleid vast zonder daar voldoende middelen aan te koppelen. Dit levert problemen op bij de uitvoering van het beleid. De provincie is daarnaast zo groot, en kent zoveel afdelingen die zich met water bezig houden, dat het nog wel eens voor wil komen dat het ene provinciale beleid niet op het andere aansluit of zelfs tegenstrijdig is.’
Lambert Verheijen Dijkgraaf Waterschap Aa en Maas (Oost-Brabant) Bent u blij met het Watermanifest? ‘Ja, ik was lid van de commissie die het manifest schreef. Naast de vastgestelde doelen vind ik het erg van belang dat de lasten als gevolg van de waterschapsheffing zo verdeeld worden dat mensen met een bescheiden inkomen worden ontzien.’ Waarom zouden mensen juist nu op PvdA’ers moeten stemmen in de waterschapsverkiezingen? ‘Omdat wij een duurzame koers kiezen, die een robuust en veerkrachtig watersysteem borgt dat opgewassen is tegen de extremen die voortvloeien uit de klimaatverandering. Water en milieu zijn een essentieel onderdeel van ruimtelijk-economische ontwikkelingen.’ Wat vindt u van de ‘bottled water’ industrie? ‘Het groeiende aandeel flessenwater is een vorm van maatschappelijke verspilling. Waterleidingbedrijven kiezen er soms voor om
in concurrentie ook flessenwater te leveren! Duizend keer duurder dan hetzelfde water uit de kraan. Waterschappen kunnen in projecten ten bate van sanitatie in derde wereldlanden expertise inbrengen, samen met onze drinkwaterbedrijven zorgen voor veilig water.’ Wat ziet u als belangrijkste uitdaging in waterbeleid in Nederland, en wereldwijd? ‘De klimaatverandering en de effecten hiervan op onze Delta zowel met betrekking tot de risico’s van overstroming en wateroverlast, als verdroging en verzilting.’ Moeten de waterschappen wel een politiek gekozen orgaan zijn? ‘Ook binnen het waterbeheer zijn er verschillende belangen die moeten worden afgewogen: natuur, landbouw, stedelijkheid. Voor een vitale democratie is het essentieel dat de afstand tussen apparaat en burger wordt overbrugd door politiek verantwoordelijken die aanspreekbaar zijn en gekozen zijn in plaats van benoemd!’ Wat is het belangrijkste waar u als dijkgraaf aan gewerkt heeft? ‘Ik ben nu ruim drie jaar dijkgraaf. Daarvoor was ik twaalf
‘Betaalbaar water is een goede leus’
Foto Mark van den Brink
Arjen Overbeek (rechts) en Michael Juffermans
jaar gedeputeerde water, milieu en natuur in Noord-Brabant. De verbinding leggen en projecten ontwikkelen tussen natuur, landbouw en de stedelijkheid met het waterthema is een rode draad in mijn activiteiten. Dat betekent nu bijvoorbeeld de Hoogwaterbescherming rondom Den Bosch vorm geven (in 1995 omringd
door water als gevolg van overstromingen) in een aantal maatregelen: rivierdijkversterking of een nieuwe dijk ten oosten van den Bosch, 15 kilometer beekherstel en waterberging ten zuiden van Den Bosch, 250 hectare waterberging in een polder ten westen van Den Bosch.’
CLB organiseert campagnetrainingen voor PvdAwaterschapskandidaten In november zal de PvdA voor het eerst meedoen aan de waterschapsverkiezingen. In bijna alle waterschappen komen we uit met een eigen lijst. De kandidaten op die lijst zijn bekend. Nu komt het erop aan, een effectieve campagne te voeren die mensen ervan overtuigt dat een stem op de PvdA ook voor het waterschap de juiste keuze is. Maar hoe slagen we daarin? Hoe vat je het waterschapswerk kernachtig in campagnetermen samen? En waarin schuilt het unique sellingpoint van de PvdA? Naar verwachting is het nog niet zo makkelijk zomaar de juiste antwoorden uit de mouw te schudden. Daarom organiseert het CLB regionale campagetrainingen om met behulp van ervaren waterschapsbestuurders en trainers zelf te schaven aan een wervend PvdA-verhaal. In de eerste week van oktober organiseren we in Leiden (op maandagavond 6 oktober), Apeldoorn (op woensdagavond 8 oktober), Den Bosch (eveneens op 8 oktober) en Assen (datum nog niet bekend) trainingsbijeenkomsten, waarvoor wij alle waterschapskandidaten zullen uitnodigen. Zij ontvangen hiervoor nog een uitnodiging. Wij hopen vanzelfsprekend op een hoge opkomst. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan-Jaap van den Berg (
[email protected], telefoon: 020-5512244)
Arjen Overbeek en Michael Juffermans Vraagbaak waterschapsverkiezin gen Landelijk partijbureau PvdA Wat is je rol binnen de PvdA inzake de waterschapsverkiezingen? ‘Samen met mijn collega’s Michael Juffermans en Elske van der Veer vorm ik op het partijbureau de vraagbaak Waterschapsverkiezingen, voor iedereen die bezig is om in november zoveel mogelijk PvdA’ers in de waterschappen te krijgen. Vorig jaar lag de nadruk vooral op de formele kant, zodat onder andere op gewestelijk niveau op een goede en democratische manier besluiten zijn genomen. De verschuiving naar de inhoud is gekomen met het vaststellen van het landelijk Watermanifest.’ Waar houden jullie je in de praktijk mee bezig? ‘Onze rol bij dit alles is vooral om te faciliteren met kennis en kunde. Bijna alles is nieuw. De ondersteuning is dan ook gericht op de vraag vanuit de gewestbesturen en anderen binnen de partij die met de waterschapverkiezingen bezig zijn. De kandidaten zijn bekend, en steeds meer mensen willen aan de slag. Daarom proberen we nadrukkelijk zoveel mogelijk mensen met elkaar in contact te brengen. Dat inspireert en dat zorgt er voor steeds meer mensen met de PvdA-kandidaten ‘de markt op gaan’.’
Zijn leuzen als ‘droge voeten’ en ‘schoon water’ wel onderscheidend genoeg? Willen niet alle partijen die doelen bereiken? ‘Nee die zijn natuurlijk niet onderscheidend genoeg. Het zou ook niet goed zijn als dat inzet zou zijn. Onze campagne moet juist aantonen op welke punten we wel het verschil maken. Wat dacht je van bijvoorbeeld ‘betaalbaar water’? Water is kostbaar, letterlijk en figuurlijk, en vraagt om een duurzame benadering. De Partij van de Arbeid is er (juist) ook voor mensen met een krappe beurs! De PvdA vindt dat het waterschap de maximale toegestane ruimte voor kwijtschelding van waterschapslasten moet bieden. Daarnaast worden er geen concessies gedaan aan het strikt noodzakelijke veiligheidsniveau en ambieert de PvdA het hoogst haalbare ecologische ambitieniveau op daarvoor geschikte locaties.’ Waarom zouden mensen juist nu op PvdA’ers moeten stemmen in de waterschapsverkiezingen? ‘Dat het belang van het water en de veiligheid groot is, weet iedereen. En dan moet je dat dus niet overlaten aan boeren- en milieuorganisaties. De belangen zijn daarvoor te groot. Onze economische dynamiek, de daarmee samenhangende milieudruk, de behoefte aan mobiliteit en transport, onze woon- en recreatiewensen geven een voortdurende druk op het gebruik van de ruimte en de rol van het waterbeheer. Klimaatveranderingen worden een factor van betekenis en geven een extra dimensie aan deze ruimtelijke vraagstukken: slagen wij erin onze samenleving aan te passen? Een stijgende zee-
spiegel, grotere rivierafvoeren, verzilting, verdroging, sterkere kwel, structurele bodemdaling, heftige neerslagpieken vormen de nieuwe bedreigingen. Goed dat de PvdA dan ook in de waterschappen haar verantwoordelijkheid neemt en de sociaal-democratie als uitgangspunt hanteert.’ Hoe kun je mensen naar de stembus krijgen voor de waterschapsverkiezingen, waarvoor de opkomst traditioneel laag is? ‘Ik hoop dat vooral PvdA-kiezers naar de stembus gaan. Door zoveel mogelijk afstemming van activiteiten die worden ondernomen in de media en acties op markten in steden en dorpen.’
DE STELLING VAN DE MAAND Foto Nationale Beeldbank
Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling aan u voor. Vorige keer was dat:
Iedere winkelier moet zelf kunnen bepalen hoe lang zijn winkel open is, de overheid moet zich daar niet mee bemoeien. We kregen de volgende reacties: Riny van Rinsum, fractievoorzitter in Veghel: Ik ben het niet eens met deze stelling, omdat de werknemers in mijn ogen dan vogelvrij worden verklaard. Het zal voor hen moeilijk, zo niet bijna onmogelijk worden een sociaal leven te hebben naast hun werk en dat lijkt mij uit sociaal oogpunt gezien toch van wezenlijk belang. Ik begrijp dat ondernemers ruimere openingstijden willen,maar dat zal toch begrensd dienen te worden. Ook zal er dan gekeken dienen te worden naar de beloning van het personeel, want die is voor het winkelpersoneel nu ook vaak minimaal. Henk Kool, wethouder sociale zaken, werkgelegenheid en economie Den Haag: Ik krijg deze stelling voorgelegd terwijl ik in de Verenigde Staten verblijf. Hier zijn sommige winkels gewoon 24 uur per dag open. Dat is in een 24-uurs economie, zoals hier in de Verenigde Staten,
voor de consument natuurlijk een uitkomst. Maar het betekent ook veel voor de werkgelegenheid. Veel laaggeschoold personeel vindt op deze manier toch nog een baan. Ik vind in ieder geval dat de RIJKSoverheid zich niet met de winkeltijden moet bemoeien. Als er al een overheid is die er iets van moet vinden, dan is dat de eerste overheid dus de lokale overheid. Regelgeving, die overigens per gemeente mag verschillen, moet er uitsluitend op zijn gericht eventuele overlast voor omwonenden te beperken. En voor de rest moet de winkelier het vooral zelf uitmaken. Hannie Kunst, wethouder in Nijmegen: Allereerst is mijn inschatting dat er in Nederland niet zoveel behoefte is aan zoveel meer openstelling van winkels. Maar voor het geval dat, kies ik voor een overheid die in dit verband toch kaders stelt. Dit ter bescherming van de kleine (re) winkels,
winkelpersoneel maar ook de inwoners van de binnensteden. Veel kleine(re) winkels houden nu op koopavonden en zondagen de deuren al dicht vanwege de extra- en hoge kosten. In verhouding tot de inkomsten op die momenten levert dat onvoldoende rendement. Een stad is gebaat bij niet alleen groot-winkelbedrijven maar krijgt juist kleur door de kleinere (vaak eigen) ondernemer. Een andere groep die op wat bescherming mag rekenen zijn de bewoners van de binnenstad /bij winkelcentra. Altijd winkelend publiek is wel erg veel van het goede voor de leefbaarheid en zal de animo om te wonen in de binnenstad doen afnemen en tot slot zal veel personeel niet staan te juichen op allerlei tijden te moeten werken. Martien Seelen, fractievoorzitter in West Maas en Waal: Ik ben het niet eens met deze stelling. Op deze manier kan er een wildgroei aan openingstijden ontstaan. Grote winkelketens zullen hier wellicht baat bij hebben, maar kleine zelfstandigen of eenmanszaken zullen hier aan ten onder gaan. Zij kunnen mogelijk niet met de openingstijden mee gaan en daardoor hun klanten aan grotere winkels kwijtraken. Met name zal dit op het platteland een grotere impact
hebben dan in een stad. De leefbaarheid van kleine kernen zal hierdoor nog verder achteruit gaan! Gulten Yanik, raadslid in Dordrecht: De verruiming van de openingstijden van winkels heeft niet alleen als effect dat winkels langer bereikbaar zijn, maar brengt ook andere verantwoordelijkheden mee voor de omgeving. Zoals extra aandacht voor de openbare orde, voorkomen en bestrijding van zwerfvuil in de winkelstraten, geluidstoename rondom de winkels, toename van verkeer. De verruiming kan economische, sociale en maatschappelijke voordelen hebben. Aangezien de overheid hiervoor medeverantwoordelijk is, kan zij bij deze discussie niet buiten gesloten worden. De bemoeienis van de overheid moet wat mij betreft niet dwingend maar coördinerend
zijn. De taak van de overheid is om de belangen van alle belanghebbenden te bewaken. Nienke de Waard, raadslid in Leeuwarden: Voor wie is het beter dat winkels lang en vaak open zijn? Voor grote winkelketens is het makkelijk haalbaar om altijd open te zijn, en de klant wil 24/7 bediend worden. Voor de kleine zelfstandige ondernemer is het een ander verhaal. Het kost hen geld en tijd, en het is maar de vraag of het hen wel hetzelfde oplevert als voor de grote winkelketens. Als er geen regelgeving is, dan komen kleine ondernemers in de verdrukking. Grote winkelketens met hetzelfde aanbod zijn er genoeg. Ik heb liever dat de winkels dicht zijn op zondag en zes dagen in de week meer keus, dan zeven dagen per week in dezelfde winkels met dezelfde producten te winkelen.
De nieuwe stelling van de maand luidt:
Ook lokale politici moeten zich verantwoorden over hun actieverleden. Eens of oneens? Mail uw reactie (max 200 woorden) naar
[email protected].
CLB-bijeenkomsten Hieronder treft u een overzicht aan van de bijeenkomsten die het CLB de komende maanden houdt. Meer info op onze website www.lokaalbestuur.nl
TERUGKOMDAG LEERGANG FRACTIEVOORZITTERS Datum: 27 september Tijdstip: 10.00 - 17.00 uur Locatie: conferentiecentrum Drakenburg, Baarn Email:
[email protected] Tel.: 020-5512261 WETHOUDERSNETWERK BESTUUR EN FINANCIEN Datum: 06 oktober Tijdstip: 17.00 - 19.00 uur Locatie: Tweede Kamergebouw Den Haag Email:
[email protected] Tel.: 070-3183698
WETHOUDERSNETWERK VOLKSHUISVESTING Datum: 24 oktober Tijdstip: 10.30 - 13.00 uur Locatie: Stadhuis Apeldoorn Email:
[email protected] Tel.: 020-5512202
GEDEPUTEERDENOVERLEG Datum: 24 november Tijdstip: 20.00 – 22.00 uur Locatie: Provinciehuis Utrecht Email:
[email protected] Tel.: 020-5512202
CLB NETWERKBIJEENKOMST GRONINGEN Datum: 28 oktober Tijdstip: 15. 30 - 17.30 uur Locatie: Provinciehuis Groningen Email:
[email protected] Tel.: 0599-631634
‘Het energiebeleid is nu ingebed in ons denken’
KOE VOORZIET W LEEUWARDEN VAN Foto Het Hoge Noorden
Klaas Zwart
De gemeente Leeuwarden had Al Gore’s ongemakkelijke waarheid niet nodig om ‘het klimaat’ op de politieke agenda te zetten. Al in 1993 besloot de raad de CO2-uitstoot binnen twintig jaar met 50 procent omlaag te brengen. Sinds 1999 is er structureel geld in de begroting opgenomen voor energiebesparing en toepassing van duurzame energie. De daadkracht van de gemeente leverde nationale en internationale prijzen op en ministers lopen de deur bijna plat in de Friese hoofdstad. Wat is het geheim van Leeuwarden? ‘Gewoon onze stinkende best doen.’
JAN CHRIS DE BOER FREELANCE JOURNALIST
In de ruime hal van het Stadskantoor is links van de bezoekersbalie een ruimte ingericht met Sinnedingen, zonnedingen. Er zijn lampen, opladers, bluetooth headsets, fietslampen, rekenmachines en veel meer uitgestald die allemaal op zonnecellen werken. ‘Een leukigheidje’, zegt energiecoördinator Bouwe de Boer. ‘We krijgen er heel aardige reacties op. ‘Goh, dat dat bestaat! Dat wil ik ook.’ En dat kan, want via de website van sinnedingen kun je die spullen bestellen.’ De Boer is de aanjager van het succesvolle energiebeleid van Leeuwarden. ‘We willen alles kwijt over onze aanpak, maar Bouwe krijgen jullie niet’, krijgen geïnteresseerde gemeenten bij hun bezoek aan Leeuwarden te horen. Zelf nuanceert De Boer zijn rol: ‘Energiebeleid kan alleen maar succesvol zijn als de raad en het college er achter staan, als je externe partijen meekrijgt en als het ambtelijk apparaat het ziet zitten. Niet één ambtenaar, maar eigenlijk de totale organisatie. Want energiebeleid strekt zich uit tot heel veel beleidsterreinen. Nou, ik kan zeggen dat energie in Leeuwarden is ingebed in de hele organisatie. Collega’s komen nu naar me toe met nieuwe ideeën. Een heel interessante ontwikkeling. Het is nogal prettig werken in een omgeving waar politiek en ambtelijk zo meegedacht wordt.’ PvdA-raadslid Klaas Zwart: ‘Voor een succesvolle aanpak moet je in je dienst mensen hebben met een drive. Dat heeft Bouwe. In het begin was hij een soort Don Quichot. Maar al snel werd het energiebeleid ambtelijk breed gedragen. Als de anderen niet mee waren gegaan, had Bouwe het onderspit gedolven.’
Onwaarschijnlijke opdracht In 1993 werd de aanzet gegeven tot het Leeuwarder energiebeleid. De raad ondertekende toen op verzoek van Milieudefensie het Klimaatverbond en verplichtte zich daarmee de CO2-uitstoot binnen twintig jaar met 50 procent te reduceren. ‘Een onwaarschijnlijke opdracht’, zegt De Boer die toen adviseerde niet mee te doen. Maar de raad besloot anders. ‘Toen hebben we gezegd: dan gaan we gewoon onze stinkende best doen.’ Leeuwarden begon met kleine projecten. ‘We hebben het energiek aangepakt, maar we deden stapje voor stapje. Dat kan ook niet anders. Als je als gemeente vandaag besluit om vanaf morgen alles te doen aan energiebesparing en inzet van duurzame energie zul je er snel achter komen dat dat heel langzaam gaat. Alleen al omdat je het moet inbedden in je totale beleid. We begonnen dus met kleine projecten en dachten vaak: dit is een druppel op een gloeiende plaat. Maar al die kleine projecten in de jaren negentig hebben wel de basis gevormd voor het huidige beleid.’ Volgens Zwart had een al te ambitieuze start ook niet gewerkt: ‘Je moet ook rekening houden met de aard van je bevolking. Je moet niet hemelbestormend en halleluja-roepend grote plannen presenteren. Als je je plannen nuchter brengt, dan krijg je de inwoners ook wel mee. Je moet het feitelijke verhaal brengen: met deze inzet willen we dat bereiken en dit zijn de financiële en economische voordelen. Nou, dan krijg je de handen wel op elkaar.’
Cruciaal Cruciaal voor het Leeuwarder energiebeleid was 1999. De gemeente stond voor een grote bezuinigingsoperatie en, wist De Boer, wilde het energiebeleid niet ten prooi vallen aan het snoeimes, ‘dan moesten we heel goede dingen gaan doen.’ Projecten opzetten die écht resultaat opleveren. ‘Er is toen een nieuwe beweging in gang gezet: Leeuwarden energiegemeente. We zijn projecten gestart met partners als Essent, het Wereld Natuur Fonds, SenterNovem en de provincie Friesland. Veel van die projecten liepen in eerste instantie een jaar. We hebben de scholen erbij betrokken en natuurlijk de inwoners en we hebben 23 energieneutrale woningen gebouwd. Dat heeft zoveel goodwill gekweekt en zoveel positieve energie opgeleverd… We wonnen er drie prijzen mee, zelfs een Europese. De raad heeft toen besloten structureel in plaats van incidenteel geld te steken in het energiebeleid. Toen begon het ook echt in te bedden in de organisatie.’ ‘Dat trucje van partners zoeken zijn we vervolgens blijven herhalen. Zo kwam bijvoorbeeld de woningbouwsector erbij. Ons netwerk werd steeds uitgebreider waardoor we steeds nieuwe zaken konden oppakken. En de communicatie werd opgevoerd. Zo werd de club anders omgaan met energie steeds groter.’ ‘Dat het milieubeleid in 1999 overeind bleef, heeft ook te maken met de manier waarop wij met geld omgaan’, zegt Zwart. ‘Leeuwarden is geen rijke gemeente. We moeten heel bewust investeren. Halverwege de boel afbreken levert geen rendement op. In onze inspanningen zijn we
WONINGEN N ENERGIE Foto Het Hoge Noorden
Bouwe de Boer bij de proefboerderij Nij Bosma Zathe, aan de rand van Leeuwarden
ook duurzaam; we willen resultaat zien, het moet iets opleveren. Dat leeft hier heel sterk. En sinds 1999 heeft de raad ook stevig ingezet op resultaat van het energiebeleid. Een nieuwe woonwijk? Dan alleen energiezuinige woningen, toepassing van zonne-energie en afvang van regenwater. Het bleek mogelijk daarover goede afspraken te maken met ontwikkelaars. Maar ook hier gold dat het stap voor stap ging. Het gaat niet in één keer.’ Opschalen ‘We doen nu steeds meer dingen waar de burger profijt van heeft’, constateert De Boer. ‘We besteden veel aandacht aan energiebesparing. En we zijn flink gaan opschalen. Niet drie huizen hier en vijf daar, nee, we pakken nu hele wijken aan en volledige industrieterreinen. Met de woningbouwsector hebben we de afspraak kunnen maken dat 18.000 bestaande woningen energiezuiniger worden en nieuwe woningen super energiezuinig. We hebben gezegd: wij helpen als gemeente flink mee met deze aanpak, maar dan moeten jullie je wagenpark wel vervangen. Geen diesel of benzine meer, maar elektrische auto’s of auto’s die op aardgas rijden. Zo ga je een bepaalde richting op. Het gaat niet snel, maar we doen het nu wel anders. En dat heeft toch een bepaalde impact. Daardoor krijg je met nieuwe ontwikkelingen te maken en trek je nieuwe initiatieven aan. Bepaalde bedrijven willen nu ineens naar Leeuwarden. Die willen daar zitten waar het gebeurt. We hebben nu een zonnepanelenfabriek met honderd nieuwe arbeidsplaatsen. Daarnaast zijn hier drie led-pro-
ductiebedrijven gekomen. Die zijn qua omvang nog klein, maar als ze groeien – en dat gebeurt – dan groeien ze wel in Leeuwarden. En er heeft zich hier een energieadviesbureau met dertig arbeidsplaatsen gevestigd. Zo zie je dus een duidelijke economische spin-off van het energie- en duurzaamheidbeleid.’ Koeienpoep Onlangs is begonnen met de bouw van de eerste woningen in de nieuwe wijk Zuidlanden. Duizend komen er in totaal en die krijgen straks warmte en stroom geleverd door de koeien van de nabijgelegen Proefboerderij Nij Bosma Zathe van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR). De poep van deze koeien wordt vergist en als biogas geleverd aan de nieuwe wijk. ‘Wist je dat één koe zeven woningen van energie kan voorzien?’, vraagt De Boer. ‘Dit project blinkt uit door simpelheid. Tien boeren rond Leeuwarden hebben gezegd: wat zij kunnen, dat kunnen wij ook. Die hebben nu alle tien ook een vergister op het erf en gaan straks via een pijpleiding leveren aan de stad. Dat biogas gaan we dan inzetten in woonwijken en voor de verwarming van zwembaden en als brandstof voor auto’s.’ Het ene project creëert het volgende, wil De Boer maar zeggen. ‘Weet je wat ook belangrijk is? Regelmatig feestjes vieren. Het rijden op aardgas is nergens zo snel van de grond gekomen als in Leeuwarden. Dat is geen toeval, want nergens is het zo slagvaardig aangepakt. Wij wilden schone auto’s. Niet een paar, maar vijfhonderd binnen twee jaar. Auto’s op aardgas hebben vrij parkeren in Leeuwarden en we verstrekken
een subsidie. We hebben tegen de dealers gezegd: je doet mee of niet, maar het gaat wel gebeuren. Het gevolg was dat iedereen meedeed. En dat hebben we gevierd. Binnenkort hebben we weer een barbecue met de dealers. Vroeger kenden ze elkaar niet, nu wel. Dat geeft nieuwe energie. Zo proberen we op een leuke en ontspannen manier de zaken pragmatisch aan te pakken.’ Luxe Leeuwarden zit in een luxe positie. Vanwege de langdurige ervaring en de volhardendheid staan andere partijen te trappelen om mee te doen. ‘Vroeger was de vraag: wil je meedoen? Nu is de vraag hoe je mee gaat doen’, zegt De Boer. ‘Dat komt ook omdat de raad regelmatig zegt: ‘Energiebeleid is belangrijk, maar het gaat nog niet snel genoeg.’ Dat is voor ons geweldig, maar ook een belangrijk signaal naar de partners.’ De gemeenteraad blijft De Boer en zijn collega’s ook bestoken met nieuwe ideeën. Klaas Zwart:
‘In 2012 wordt begonnen met de aanleg van de Haak rond Leeuwarden, een rondweg. Wij hebben gezegd: ga eens na hoe die nieuwe weg ook energie kan opleveren. Kunnen we iets met de opwarming van het asfalt? Met windenergie of met zonne-energie? Je kunt langs die rondweg bijvoorbeeld windmolens plaatsen en als gemeente of een NV van de gemeente die windenergie verkopen. De winst kun je dan weer inzetten voor nieuwe initiatieven. Als raad hebben wij, vind ik, een prikkelende rol. Je moet iets in gang zetten en zorgen voor nieuwe impulsen. Zorgen dat anderen in beweging komen. We kregen het voor elkaar dat de stadsbussen op aardgas gingen rijden. Vervolgens gingen bijna automatisch de taxi’s dat ook doen. Je brengt een proces op gang en ziet dat anderen volgen. Ja, het energiebeleid is nu ingebed in ons denken, het is een automatisme geworden.’
Duurzaam lintje voor Bouwe de Boer De gemeentelijk energiecoördinator van Leeuwarden, Bouwe de Boer, heeft op Duurzame Dinsdag (2 september j.l.) uit handen van minister Jacqueline Cramer een Duurzaam lintje ontvangen. De Boer was naar het oordeel van de jury één van de mensen in Nederland die zich op de meest onderscheidende manier hebben ingezet voor een duurzame ontwikkeling. De vele genomineerden voor het DuurzaaM lintje zijn beoordeeld door een deskundige jury. Voor meer informatie kijk op: www.duurzamedinsdag.nl
‘Quote’
INBURGEREN IN D Foto Gemeente Hilversum
Minister Vogelaar is enthousiast over de manier waarop Hilversums wethouder Ben Hammer (rechts) inburgering en integratie aanpakt
Een jaar geleden stuurde minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie (WWI) haar nota Deltaplan Inburgering naar de gemeenten. Doel: het verbeteren van de kwaliteit van de inburgering. Centraal staat de wisselwerking tussen inburgering en participatie. Hoe werkt dat in de praktijk? Lokaal Bestuur stak zijn licht op in Hilversum en Den Helder.
‘Link leggen tussen landelijk en lokaal’ In Hilversum (circa 85.000 inwoners) is men zich terdege bewust van het belang van de samenhang tussen inburgeren, integreren en participeren. Het Deltaplan van minister Ella Vogelaar is daar dan ook met open armen ontvangen. ‘Ons streven is een link leggen tussen landelijk en lokaal’, aldus PvdA-wethouder Ben Hammer. Hammer is de initiatiefnemer en aanjager van grootse plannen. ‘De ideeën vanuit Den Haag vormen de basis van onze Stel je voor!-campagne. Uitgaan van wat mensen bíndt vooral. Daar wordt over het algemeen veel te weinig gebruik van gemaakt. Men legt de nadruk vrijwel altijd op verschillen.’ Toonden politici en inwoners zich direct enthousiast? ‘Nou, nee. Men was aanvankelijk nogal sceptisch. Er wordt natuurlijk al zo lang en zo vaak geroepen dat er ingeburgerd moet worden, dat men er een beetje moe van wordt. Bovendien kost het ook behoorlijk wat geld, want het is een groot project. Maar nadat ik het bureau Twijnstra & Gudde een plan had laten uitwerken, kreeg het duidelijk vorm en kreeg men er vertrouwen in. Dat is alleen maar gegroeid.’
Harriët van Domselaar Freelance journaliste
10
Heel ambitieus allemaal… ‘Je komt er niet met inburgeringscursussen alleen. Gelijktijdig, maar ook in de jaren daarna, moet je je best blijven doen om er een echte sámenleving van te maken. Met zo veel mogelijk partijen samenwerken ook. Als gemeente
kan je inspireren en faciliteren, maar de mensen zélf moeten het gaan doen. Daarom is het ook zo mooi dat we allerlei organisaties en instanties aan onze kant hebben gekregen. Het MKB bijvoorbeeld, en het CWI/UWV. Maar ook ziekenhuizen, moskeeverenigingen, seniorenclubs, de Rotary en de Lions. Er is precies omschreven wie wat gaat doen, met welke doelstelling en wie de aanspreekpunten zijn. Prachtig toch?’
dichter bij elkaar brengen. Door hen te laten participeren waar ze maar willen. En dan bedoel ik zowel autochtoon als allochtoon. Laat daar geen misverstand over bestaan. Dat gaan we onder meer proberen met een kennismakingssportdag, een aanvalsplan schooluitval, een kennisnetwerk diversiteit, een bijeenkomst rond de Ramadan en 20 november is er de Beursvloer. Men moet elkaar tegenkomen! Pas dan maakt bekend bemind.’
Is Ella Vogelaar ook zo enthousiast? ‘Ja, bijzonder! Ze was bij de feestelijke afsluiting van de eerste fase, tegelijkertijd het startsein van de campagne, aanwezig en stelde ons zelfs wat extra geld in het vooruitzicht. Ze toonde zich verheugd over de manier waarop in Hilversum inburgering, integratie en participatie op de agenda zijn gezet. Zij doet in Den Haag haar stinkende best, maar haar intenties moeten natuurlijk lokaal vorm krijgen. Je moet als gemeente initiatieven ontplooien, aan de slag gaan! Je hebt een eigen verantwoording.’
Ben Hammer stapt op per 1 november als wethouder en wordt directeur van een zorginstelling.
Is Stel je voor! een titel die de lading dekt? Vooral wijkgericht inburgeren dus? ‘In sommige van onze wijken is het percentage allochtone inwoners 12%, dus daar willen we gebruiken van maken, ja. Niet dat er problemen zijn. Integendeel. Dat is de aanleiding niet. Maar we willen als gemeente én als samenleving de mensen
Een opgave voor
De uitvoering van het Deltaplan Inburgering v omschreven – een opgave voor ‘ons allemaal’. samenleving, in al haar geledingen. Individuel maar met name ook gemeenten zijn zoekende nen het beste kan geschieden. De vraag of het verplichten van een inburgerin veronderstelt dat er een breuk ís, of dat daarm blijft filosofisch. Gemeenten hebben te dealen moet gehaald worden! Aan het feit dat goedwi tegen komen, hebben zij geen boodschap. Dat Want zeg nou eerlijk: een vraag als ‘Denk je da kreeg?’ zou beantwoord moeten worden met ‘ kind krijgt?’ Als zelfs al de vraagstelling in slec van onze medemensen eisen dat zij (politiek) c aangekruist móet worden luidt overigens: ‘Ja, werken als ze een kind krijgen.’ Dat is toch bij En nóg zo’n vraag: ‘Je Nederlandse vriendin ko Hoe begroet ze hen? A) ze geeft een hand B) ze En jawel hoor: het enige juiste antwoord was C Om écht te weten hoe Nederlandse gebruiken zouden nieuw- en oudkomers beter kunnen pr erger nog, zo’n antwoord) in hun inburgering waar we allemaal mee aan de slag kunnen?(Hv
‘Het is een lastige wet’
DE PRAKTIJK Foto Albert Vermeulen
Wethouder Paul Kragt (Den Helder)
Den Helder
‘De inburgeringsplichtige staat centraal’ Ook Den Helder zet in op duale programma’s die inburgering koppelen aan onderwijs, werk of maatschappelijke participatie. Verantwoordelijk PvdA-wethouder Paul Kragt: ‘Het kabinet kiest ervoor de eerste twee jaren vooral te investeren in de noodzakelijke kwaliteitsverbetering van de inburgering. Vanuit de overtuiging dat een kwalitatief goed programma de inburgeraar én de samenleving op de lange termijn meer oplevert. Het kabinet stelt zich zelfs ten doel dat in 2011 minstens 80% van de inburgeringsprogramma’s een duaal karakter heeft. Dat is nogal wat.’
‘ons allemaal’
van minister Ella Vogelaar is, zo staat het . Dat wil zeggen: voor de gehele Nederlandse le burgers, maatschappelijke organisaties e hoe de uitvoering van de inburgeringsplan-
ngscursus voor bepaalde bevolkingsgroepen mee wellicht juist een breuk veroorzaakt wordt, n met de opdracht uit Den Haag: het examen illende cursisten daarin discutabele vragen t ligt buiten hun invloed en verantwoording. at Mirjam bleef werken toen ze een kind ‘Welke vrouw kan doorwerken terwijl zij een cht Nederlands geschiedt, hoe kunnen we dan correcte antwoorden geven. Het antwoord dat want de meeste Nederlandse vrouwen blijven jna niet te geloven? omt op bezoek bij goede vrienden van haar. e geeft twee zoenen C) ze geeft drie zoenen. C! en gewoonten een beetje in elkaar zitten, roberen te achterhalen hoe zo’n vraag (en gscursus terecht kwam Misschien een opgave vD)
Foto Albert Vermeulen
Ambtenaar Tiny Kiefte-Kroon (van Werk, Inkomen en Zorg) benadrukt dat er in Den Helder ook nu al veel aandacht is voor én inburgeren en tegelijkertijd werk vinden. Dat behoort in de modernste offshore haven van Europa (met vierduizend arbeidsplaatsen) meestal wel tot de mogelijkheden. Ook in de visserij, de bloembollensector en het toerisme is personeel nodig. ‘In het eerste contact met nieuwkomers vindt ook altijd een gesprek plaats met iemand van mijn afdeling’, aldus Kiefte. ‘Zodat meteen duidelijk is waar de prioriteiten liggen. En als iemand wél al werk heeft, maar nog geen inburgeringscursus heeft gevolgd, wat vaak het geval is bij oudkomers, die nu ook binnen de nieuwe wet vallen, dan gaat het kunnen blijven werken zelfs vóór. Maar uiteraard proberen we een regeling te treffen, zodat er een duaal traject gevolgd kan worden.’ Doelgroep De doelgroep in Den Helder telt 250 mensen, waarvan er nu al 159 in een traject zitten. Dat varieert van meedoen aan een alfabetiseringscursus tot het rechtstreeks willen afleggen van een staatsexamen. Kiefte: ‘Een groot aantal oud- en nieuwkomers geeft overigens zelf goed aan wat ze willen en denken te kunnen. Dat wordt bij de eerste gesprekken al duidelijk.’ Ongeveer de helft van de doelgroep is afhankelijk van een uitkering of heeft zelf geen inkomen. Tiny Kiefte: ‘Als financiën
een struikelblok blijken - als de oorzaak ligt bij psychische of lichamelijke klachten - kan er eventueel nu al een persoonsgebonden budget worden aangevraagd. Dat gebeurt bijvoorbeeld vaak bij vluchtelingen en de zogenoemde pardonisten.’ Stel: je komt van elders, zoals de gangbare vertaling van allochtoon luidt, en je wilt in Den Helder komen wonen. Paul Kragt lachend: ‘Dan zou ik allereerst zeggen ‘goede keuze’. Niet alleen omdat het hier prima wonen is, maar ook - en dat is in veel gevallen niet onbelangrijk - het huizenaanbod hier relatief groot is en de wachtlijst kort.’ Nadat iemand zich (meestal met een begeleider of familielid) bij het gemeentehuis gemeld heeft, volgt er een oriënterend gesprek met een consulent van Werk, Inkomen en Zorg en wordt er meteen op rechten en plichten gewezen. En dat is speciaal bij deze afdeling ondergebracht omdat we als het even kan inburgeren en werken aan elkaar willen koppelen.’ Tiny Kiefte: ‘Er zijn landen, zoals die binnen de Europese Unie, waarvoor de inburgeringscursus niet verplicht is. Die mensen hoeven blijkbaar geen Nederlands te leren spreken. Tja, waarom niet? Dat heeft Den Haag beslist.’ Antillianen Extra aandacht gaat er in Den Helder naar het in verhouding grote aantal Antillianen. Van de bijna 58.000 inwoners van de Marinestad is ruim zeven procent afkomstig uit onze overzeese
gebiedsdelen. ‘En zij zijn dus gewoon Nederlanders, die na gezins- of familiehereniging geen inburgeringscursus hoeven te doen. Wat niet betekent dat ze allemaal zonder problemen inburgeren. Vooral de jonge generatie moet vaak bij de kraag gevat worden om aan de leerplicht te voldoen of werk te zoeken. Daar hebben we speciale teams voor.’ Centrumgemeente Den Helder telt weliswaar slechts 4 procent allochtonen (in sommige wijken is dat percentage tweemaal zo groot), maar het aantal van 113 verschillende nationaliteiten is opvallend hoog. Vanuit de hele wereld zijn hier mensen blijven hangen. Een blik op de statistieken laat zien dat dat vooral Duitsers en Engelsen zijn, Maar naast ruim tweehonderd Turken loopt ook het aantal Colombianen, Egyptenaren en Brazilianen tegen de honderd. Er zijn zelfs mensen afkomstig uit Hawaï, Kazachstan, Ivoorkust, Burundi. ‘Ja, we zijn een kleurrijke gemeente’, klinkt het trots. ‘Des te belangrijker is het dat de inburgering goed geregeld is. Dat doen de opleidingsinstituten Agens en het ROC Kop van Noord-Holland. Voordat er begonnen wordt, vindt er door een onafhankelijk bureau een intake plaats. Zo kan aan de hand van iemands persoonlijke omstandigheden, vaardigheden en maatschappelijke positie een startniveau bepaald worden.’ Korte lijnen Aad de Wit, voorzitter van het
college van bestuur van het ROC: ‘Agens ontfermt zich over de laagopgeleiden en de trajecten voor het staatsexamen en de trajecten, waarin beroepsopleidingen en Nederlands worden geïntegreerd, zijn ons gegund. We zijn begin van dit jaar gestart, maar eerlijk gezegd valt het aantal inschrijvingen van 29 nog wat tegen. Daarom besteden we via onze eigen promotiekanalen nu ook aandacht aan de inburgeringsmogelijkheden.’ Aad de Wit: ‘Korte lijnen tussen de opleidingsinstituten en gemeenten zijn van groot belang. Wij hebben per mail of telefoon wekelijks contact over de voortgang van cursisten. Elke twee maanden is er formeel overleg tussen onze trajectbegeleiders de consulenten van de gemeente. Daarnaast is er periodiek overleg op beleidsniveau. Heel belangrijk om de vinger aan de pols te houden.’ Paul Kragt beaamt dat. ‘Voordat alle procedures en afspraken rond waren, hebben we heel wat aanloopproblemen gekend. Het is namelijk een lastige wet. Hoe ruim kan en mag je bepaalde regels toepassen bijvoorbeeld? Want je verwacht dat er vanuit Den Haag duidelijke kaders komen, maar iedere gemeente moet dat - aan de hand van de conceptverordening van de VNG - zelf maar naar beste geweten interpreteren. De complexiteit van de invoering zorgt er dan ook voor dat we onze verordening voorlopig nog niet wijzigen. We zijn begin dit jaar enthousiast aan de slag gegaan en willen dat zo houden: de inburgeringsplichtige staat immers centraal. Eind van dit jaar komt het college met een scherpe evaluatie.’
11
2de kmr
Stilte voor de storm Het zomerreces is voorbij. Spoedeisende zaken waren er voor de Kamer de afgelopen weken niet. Stilte voor de storm van het nieuwe parlementaire jaar?
Foto Serge Ligtenberg
TON LANGENHUYZEN is beleids medewerker van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Heeft u een vraag aan hem of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 070-3182792
Warmtewet Vlak voor het zomerreces nam de Tweede Kamer de ‘Warmtewet” aan. Deze initiatiefwet, die een geschiedenis met wisselende ondertekenaars kende, werd uiteindelijk door Jan ten Hoopen (CDA) en Diederik Samsom als indieners door de Tweede Kamer geloodst. Nederland kende al eerder een Elektriciteitswet, een Gaswet en nog bestaande Energiewet, maar die hebben geen van allen betrekking op warmte die gebruikt wordt voor stadsverwarming. Aangesloten op een restwarmtenet (meestal stadsverwarming) ontbreekt er voor deze afnemers een alternatief, er is geen gasnet waar zij op kunnen worden aangesloten. De consumenten (250.000 huishoudens) zijn gebonden aan de warmteleverancier die daarmee een monopolie heeft. Deze ‘gebonden afnemers’ van stadsverwarming betalen vaak honderden euro’s per jaar meer dan huishoudens die op gas
stoken. De Warmtewet dient om kleinverbruikers tegen de meestal monopolistische warmteleveranciers (de bekende energiebedrijven) te beschermen. Door de nu geïntroduceerde tariefregulering hoeven consumenten binnenkort nooit meer dan een Niet Meer Dan Anders (NMDA)-tarief betalen, dat wil zeggen niet meer dan zij anders voor gas zouden betalen. Bovendien mogen gunstige contracten voor grootverbruikers, met als gevolg lagere inkomsten van de energiebedrijven, niet afgewenteld worden op kleinverbruikers. Daarnaast kent de wet bepalingen die moeten garanderen dat het voor energiebedrijven aantrekkelijk blijft om te investeren in het gebruik van restwarmte met bijbehorende milieuwinst. Gemeentelijk parkeerbeleid voor gehandicapten Marjo van Dijken wil een einde maken aan de onoverzichtelijke situatie van het Nederlandse parkeerbeleid voor gehandicapten. Daarom heeft zij een initiatiefwet ingediend die door middel van een wijziging van de Gemeentewet er voor moet zorgen dat gehandicapten overal in Nederland gratis kunnen parkeren op openbare parkeerplaatsen. Veel gemeenten voeren hun parkeerbeleid al uit zoals Van Dijken dat graag ziet, maar niet allemaal. Iedere gemeente mag ook naar eigen inzicht beleid voeren om gehandicapten de gelegenheid te geven om op speciaal voor hen gereserveerde parkeerplaatsen te kunnen parkeren. Daarnaast wordt in een lokale
verordening geregeld hoe men omgaat met het overige parkeren voor bezitters van een gehandicaptenparkeerkaart. Maar daar waar in de ene gemeente een gehandicapte overal gratis mag parkeren, vraagt een andere gemeente parkeergeld voor zelfs het parkeren op officiële invalidenparkeerplaatsen. Het blijkt voor gehandicapten die van de ene naar de andere gemeente willen reizen nauwelijks mogelijk om zich van te voren of ter plaatse op de hoogte te stellen van het lokale parkeerbeleid. Dit heeft boetes of beperking van de mobiliteit tot gevolg. Van Dijken vindt het nodig om een stukje van de gemeentelijke automie op te offeren ter wille van een uniform beleid. Zij wil op de eerste plaats een einde maken aan de situatie dat iedere gemeente een eigen gehandicaptenparkeerbeleid voert. Op de tweede plaats kiest Van Dijken – net zoals veel gemeenten al eerder hebben gedaan – om puur praktische redenen voor het gratis parkeren voor gehandicapten: voor gehandicapte automobilisten zijn parkeerautomaten vaak te slecht toegankelijk en kost het steeds tussentijds moeten bijvullen van parkeermeters teveel fysieke inspanning. Het wegvallen van de inkomsten uit parkeergelden bij gemeenten die nog wel parkeergeld van gehandicapten vragen zal voor een belangrijk deel gecompenseerd kunnen worden doordat investeringen in het toegankelijk maken van parkeerautomaten achterwege kunnen blijven. Tenslotte zal de
vergrote zelfredzaamheid leiden tot een geringer beroep op een vervoersvoorziening via de WMO. Uiteindelijk dient dit wegnemen van belemmeringen in het parkeerbeleid het doel dat mensen met een beperking gemakkelijker kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven. Bestuurlijke lus Een derde initiatiefwet die hier genoemd wordt is de wet die Roos Vermeij samen met haar collega’s Koopmans (CDA) en Neppérus (VVD) deze zomer indiende. Met deze wet moet het mogelijk worden dat de nu nog vaak stroperige procedures bij de aanleg van bijvoorbeeld wegen, spoorlijnen of woonwijken versneld gaan worden. Door bezwaar- en beroepsprocedures wordt die aanleg vaak vertraagd. Niet zelden gebeurt dat omdat de bestuursrechter besluiten moet vernietigen vanwege kleine fouten of gebreken. Met de huidige wettelijke regeling moet dan vervolgens de hele procedure van voor af aan opnieuw worden gevoerd. De wet die Vermeij c.s. voorstellen moet er voor zorgen dat voortaan niet de hele procedure hoeft te worden overgedaan, maar dat slechts de fout die ergens in de procedure is geslopen moet worden hersteld. In vaktermen van het bestuursrecht wordt dit wel de ‘bestuurlijke lus’ genoemd. Overigens zal die ook op het gebied van het sociaal recht voor snellere procedures kunnen zorgen.
INITIATIEF VAN DE MAAND LEDENPANEL IN LEIDEN De PvdA in Leiden raadpleegt om de twee weken via een representatieve steekproef haar leden om er achter te komen hoe zij over bepaalde onderwerpen denken. Televisierubrieken als EénVandaag en Radar doen dat soort onderzoek ook, maar in de gemeentepolitiek is het niet zo gebruikelijk. Terwijl zo’n Leden panel toch vaak interessante opinies en tips oplevert, waarmee de fractie haar voordeel kan doen. De afgelopen maanden werd het Ledenpanel onder meer geraadpleegd over de permanente campagne, gemeentelijke subsidies en prioriteiten waar het stadsbestuur zich mee bezig zou moeten houden. Ook werd aan de leden gevraagd hoe ze denken over integriteit, en dat leverde een paar antwoorden op die we u niet willen onthouden. Zo vond de helft van het Ledenpanel het niet nodig dat politici openbaar maken welke inkomsten zij uit nevenfuncties hebben. Een derde van de geraadpleegde leden vond het niet nodig dat er een register wordt bijgehouden van giften die politici krijgen, terwijl 43
Museum Corpus bij Leiden Foto Nationale Beeldbank
12
procent van de ondervraagden van mening was dat alleen giften boven een bepaald bedrag in zo’n register zouden moeten worden vermeld. Daarbij werden bedragen genoemd van 25 tot 100 euro, met een uitschieter naar 1000 euro! 14 procent vond dat giften boven een bepaald bedrag (waarbij 50 euro het meest genoemd werd) in het geheel niet zouden mogen worden aangenomen. Daar kunnen dan ook etentjes onder vallen. Op de vraag of men zelf ooit in zo’n giftenregister zou kijken, antwoordde 60 procent nee; 23 procent zou dat alleen doen als er in de publiciteit ‘iets met een raadslid aan de hand zou zijn.’ Deelname aan het Ledenpanel in Leiden is anoniem. Het panel is een representatieve steekproef van 5 tot 10 procent van het totale ledenbestand (900). De uitkomsten zijn te lezen op de website www.leiden.pvda.nl. Wie er meer over wil weten of zelf in de afdeling ook zo’n Ledenpanel wil opzetten, kan contact opnemen met Hans van Dam, h.v.dam@ hccnet.nl, tel 071-5125853.
Heeft u als PvdA-fractie in de gemeente of de provincie een leuk voorstel gerealiseerd waar iedereen eigenlijk jaloers op is? Meld het ons, zodat wij het kunnen doorgeven in onze rubriek Het initiatief van de m aand. Op die manier kunnen wellicht ook andere PvdA’ers in het land er hun voordeel mee doen. Dus kom in actie en geef uw initiatief aan ons door! Wij zetten u graag in het zonnetje. Reacties naar:
[email protected]
Kraken of niet kraken? In de regel is er een volgende generatie nodig, zo’n 25 jaar later, om af te rekenen met de vorige oorlog.
JOS KUIJS is wetenschappelijk medewerker van het CLB. Heeft u een vraag die het lokale bestuur raakt of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 020-5512264
Dat was met de laatste grote echte oorlog zo in de jaren zestig. Dat is op dit moment zo aan de overkant van de oceaan met de militaire dictaturen in Latijns Amerika. En dat doen we nu in Nederland met de erfenis van de jaren tachtig. Nu wil ik niet beweren dat genoemde gebeurtenissen inhoudelijk vergelijkbaar zijn, het gaat mij slechts om de tijdspanne tussen verwerking en gebeurtenis. Het initiatief wetsvoorstel om kraken te verbieden dat er nu ligt van behoudend politiek Nederland moet dan ook in het licht van die afrekening worden gezien. Een dwingende noodzaak voor wetgeving is er al jaren niet meer; de problemen die kraken met zich meebrengt, zijn zeer overzichtelijke. Maar goed, politici vechten wel vaker de vorige oorlog uit. Los van dit gegeven is de opnieuw losgebrande discussie over kraken op de keeper beschouwd raar. De grote gemeenten willen de mogelijkheid van kraken graag behouden om zo een drukmiddel te hebben om leegstand van gebouwen tegen te gaan. Het initiatiefwetsvoorstel dat er nu ligt voorziet onvoldoende in de aanpak van die leegstand. Maar waarom maakt de overheid geen wetgeving waarin leegstand wel serieus wordt beboet? Er vanuit gaand dat we leegstand van gebouwen nog steeds als een maatschappelijk ongewenste situatie beschouwen. Die situatie
lokale kwsts
was er in de jaren tachtig in ieder geval wel. Om maar even Amsterdam als voorbeeld te nemen waar het kraken de grootste omvang bereikte. Daar was de discrepantie tussen een enorme leegstand van gebouwen en een gigantische woningnood meer dan schrijnend. Daarbij ging het allerminst om distributiewoningen (zo heette dat toen nog) die klaar waren om aan oude vrouwtjes te worden toegewezen. Veel van de gebouwen hadden oorspronkelijk geen woonfunctie, kwamen niet in aanmerking om aan huurders te worden toegewezen of waren door gemeenten of woningcorporatie dichtgetimmerd. Bouwplannen waren er nauwelijks. In die situatie kon een wethouder als Jan Schaefer furore maken met de leuze ‘in gelul kan je niet wonen’. In reactie op een uitspraak van de rechter dat er niet mocht worden gebouwd omdat nog niet alle vergunningen waren afgegeven, stelde hij dat het toch niet verboden was om de heipalen verticaal op te slaan. Over strafbare feiten gesproken. Tegelijkertijd werd de discussie over de toekomst van de stad/steden op het scherpst van de snede gevoerd. Willen we een stad voor wonen, werken en uitgaan of willen we de stad als werkplek en de satellietgemeenten als slaapplekken? Zonder de strijd die daarover is geleverd, zouden in Amsterdam stadswijken als de Nieuwmarkt, de nu hippe Pijp
en de Jordaan niet meer bestaan. Voor andere binnensteden zoals Nijmegen gold hetzelfde. Dat maakte ook dat de kraakbeweging zo populair was bij grote delen van de stadsbewoners. Panden die al vijf jaar, tien jaar of nog langer leegstonden werden ineens weer bewoond en dat zorgde voor een terugkeer van de leefbaarheid in straten en wijken. Afgaande op recente peilingen onder Amsterdammers vinden ze het bestrijden van leegstand door krakers nog steeds een sympathiek idee. Die situatie is overal in Nederland drastisch veranderd. In de stad wonen is zeer gewild (met navenante prijzen). Politici zijn de labbekakkerigheid voorbij en maken nu wel bouwplannen en de leegstand is vele malen minder dan destijds. Leegstand als maatschappelijk probleem bestaat op die manier eigenlijk niet meer. Wel gebeurt het nu dat krakers uit heel Europa hier neerstrijken, geen enkele band met de buren en de straat hebben, die band ook niet willen opbouwen en voor veel overlast zorgen. Met enige regelmaat worden die panden ontruimd en gewelddadige krakers vervolgd. Dus wat is nu eigenlijk het probleem anno 2008?
bkbsprkng in de schaduw van Wibaut Thea de Roos-van Rooden historicus en oud-burgemeester Het burgemeesterschap blijft een boeiend onderwerp. Ook voor wetenschappers. Onlangs promoveerde historicus Harm Kaal op Het hoofd van de stad. Amsterdam en zijn burgemeester tijdens het interbellum. Hoofdpersoon is de Amsterdamse burgemeester Willem de Vlugt, aannemer, oud-wethouder en lid van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Maar zijn naam siert het omslag niet. De auteur wilde namelijk geen klassieke politieke biografie over diens bestuurlijke loopbaan schrijven. Wel wilde hij reconstrueren hoe De Vlugt het burgemeestersambt vervulde. Een gekunstelde redenering. Immers, dat burgemeesterschap wás De Vlugts bestuurlijke loopbaan. Het raadslidmaatschap en wethouderschap (1918-1921) dienden als voorspel daarop. Willem de Vlugt werd in juni 1921 benoemd en in maart 1941 door de Duitsers ontslagen. Vanwege de Februaristaking. In februari 1945 overleed hij. Tussen de beide wereldoorlogen (1918-1940) wordt de Amsterdamse politieke arena gedomineerd door de sociaal-democratische Harm Kaal: Het hoofd van de stad. Amsterdam en zijn burge meester tijdens het interbellum. Uitgeverij Aksant, 341 blz., prijs € 29,90. ISBN 978-90-5260-282-0.
wethouders Wibaut, De Miranda en Boekman. Hun politieke tegenstrevers, zoals de katholiek Romme, zijn niet voor de poes. Wibaut is een magistraat, met goede contacten in de Amsterdamse samenleving. De Miranda toont zich een politiek straatvechter met dito taalgebruik. Hij scheldt tijdens een debat bijvoorbeeld Romme uit voor pooier. Bij de uitgifte van grond staan de wethouders pal voor het erfpachtstelsel, ooit ingesteld om grondspeculatie te voorkomen. Met zijn boek wil Kaal bewijzen dat Wibaut wethouder was in de schaduw van De Vlugt en niet andersom. De burgemeester vervulde zijn ambt zodanig dat hij de successen van Wibaut en de zijnen mogelijk maakte. Om dat te bewijzen past hij een anachronistische kunstgreep toe. Hij legt De Vlugt langs de meetlat van bestuursprofessor Elzinga. Hoe was deze Amsterdamse burgemeester als politiek-bestuurlijk manager, gezagshandhaver, bestuurder, promotor/ondernemer en eerste burger? En warempel, na vijf hoofdstukken slaagt De Vlugt voor het praktijkexamen: hoe word ik een modern burgemeester? Raar. Je legt Willem Drees toch ook niet langs de feministische meetlat? De Vlugt was een ijverig burgemeester, maar plaats hem bij voorkeur in zijn tijd en in zijn politieke context. Hij kon niet
anders dan wethouders de ruimte geven om hun werk te doen. Bij conflicten - en die waren er legio - hield hij zich vaak afzijdig. Een veilige, maar weinig moedige rol. Die houding kostte wethouder Miranda de kop in 1939 in de beruchte erfpachtkwestie, waarin hij ten onrechte van fraude en corruptie werd beschuldigd. Als lobbyist was De Vlugt geen groot succes. Van partijgenoot en premier Colijn kreeg hij geen extra geld los voor de noodlijdende stad. Hij spande zich in voor de bouw van een nieuw stadhuis, maar tevergeefs. Als Eerste Kamerlid stemde hij voor een betere verbinding van Antwerpen met de Rijn. Dit ging dwars in tegen de belangen van Amsterdam en zijn haven. Tijdens het Jordaanoproer in juli 1934 moest het leger er aan te pas komen om de orde te herstellen. De Vlugt was en bleef een magistraat die de rituelen en tradities van het ambt nodig had om burgemeester te zijn. Inclusief ambtskostuum, rijtuig en goede banden met het koningshuis. Kaal koestert het zelf gecreëerde moderne imago van De Vlugts burgemeesterschap. Maar als hij zijn boek ontdoet van de theoretische en wetenschappelijke ballast dan heeft hij alsnog een aantrekkelijke politieke biografie geschreven van Willem de Vlugt, burgemeester in de schaduw van Wibaut. Dat wel.
13
‘Als we het woningaanbod niet vergroten worden de lagere inkomens weggedrukt’
CRISIS IN Foto Bob Huitink
Foto Nationale Beeldbank
Wim Bos
Hoeveel woningen moeten er in deze polder worden gebouwd? De stad en de provincie Utrecht zijn het daar grondig
Het dagelijks bestuur van de provincie Utrecht (CDA-VVD-PvdA) spatte deze zomer uit elkaar. Oud- staatssecretaris Steven van Eijck werd ingeschakeld voor een lijmpoging. Uiteindelijk kwam er een college waarin de PvdA niet meer deelneemt. De plaats van de PvdA zal worden ingenomen door de ChristenUnie. De oorzaak van de Utrechtse bestuurscrisis zou een verschil van mening zijn over het aantal te bouwen woningen in de polder Rijnenburg. Daarover sprak Lokaal Bestuur met de PvdA-fractievoorzitter in de Utrechtse Staten, Wim Bos, en met de Utrechtse PvdA-wethouder Harrie Bosch. We drukken hierbij ook de persverklaring af, die de PvdA-staten fractie uitgaf nadat Van Eijck zijn werkzaamheden had afgerond. Jurjen Sietsema Freelance journalist
14
Wim Bos heeft het, terecht, over een zomercrisis. Op 8 juli zegden PvdA en VVD, los van elkaar, de samenwerking op met het CDA. Daarna begon het werk aan een nieuwe coalitie van PvdA, VVD, GroenLinks en ChristenUnie. Halverwege besloot een meerderheid van de VVD-fractie echter de onderhandelingen af te breken en terug te keren naar het CDA. Dat was nadat de vier partners hadden vastgesteld dat zij over een week de nieuwe coalitie konden presenteren. Virtueel gesproken kwam de PvdA daarmee dus in de oppositie terecht. Daarna begon een periode van besprekingen en ultimatums. Uiteindelijk moest er een onafhankelijke derde aan te pas komen in de persoon van oud-staatssecretaris Steven van Eijck. Hij onderzocht sinds 28 augustus de mogelijkheden om een stabiele coalitie in het zadel te helpen die een meerderheid in de Staten heeft. Waar kwamen jullie als partijen niet uit? Er lag toch een coalitieakkoord? ‘Ja, en daar bestaat nog steeds geen verschil van mening over.’ Waarover dan wel? ‘Het is vooral een vertrouwensbreuk met het CDA. De onderhandelingsfase van de coalitie na de verkiezingen in 2007 was al veel te lang. Als wij dachten afspraken te hebben gemaakt over onderwerpen, dan was dat voor het CDA de basis om weer nieuwe onderhandelingen te beginnen. Dat noemden wij op een gegeven moment zelfs ‘achteruit onderhandelen’ . Dat knaagt aan het vertrouwen.’ Is het verschil van mening over het aantal woningen in Rijnenburg het enige onderwerp waarom de PvdA de knuppel in
het hoenderhok heeft gegooid? ‘Dat was de aanleiding, maar geen oorzaak. De discussie over het Groene Hart is er ook een. Het is dus vooral een vertrouwensbreuk met het CDA.’ Waarom is de woningbouw in Rijnenburg zo’n twistpunt? Er lagen toch afspraken over het aantal te bouwen woningen? ‘De gemeente Utrecht wil er vijf- tot zevenduizend bouwen. Wij denken dat een aantal van vijftienduizend zeker haalbaar moet zijn.’ Dat is nogal wat. Waarom zoveel? ‘De stadsregio Utrecht heeft een groot woningtekort van ruim 10%, overeenkomend met circa 30.000 woningen. Rijnenburg is de laatste beschikbare bouwlocatie in de stadsregio Utrecht, in omvang 1.200 hectare. De nood is dus hoog. De vraag stijgt en het aanbod stagneert. Als we het aanbod van betaalbare woningen niet vergroten worden de mensen met lagere en middeninkomens uit onze provincie weggedrukt.’ Maar waarom het dubbele aantal? ‘Als je niet maximaal gebruik maakt van Rijnenburg is de provincie gedwongen daarna weer nieuwe groene gebieden op te offeren voor woningbouw. Je moet zuinig met ruimte omgaan, dus maximaal gebruik maken van bestaande bouwlocaties. In Leidsche Rijn is de woningdichtheid per hectare dertig. Dat moet volgens ons in Rijnenburg ook kunnen. Om dat te bereiken willen wij dat de provincie de regie in handen neemt als blijkt dat de gemeente vasthoudt aan die vijftot zevenduizend. Daarmee los je volgens ons het probleem van de woningnood, ook op termijn, niet voldoende op.’
U vindt dat de provincie de gemeente moet kunnen ‘overrulen’ als dat nodig is? ‘In het coalitieakkoord staan duidelijke afspraken over de aanpak van de grote problemen in onze provincie. Het woningtekort is er daar één van. Die afspraken zijn alleen wat waard als de coalitiepartners besluiten durven nemen en die besluiten daadwerkelijk tot uitvoering willen brengen. Daarvoor is daadkracht nodig. Soms tegen de wind in. Bovendien geeft de Wet ruimtelijke ordening (WRO) ons instrumenten om onze argumenten kracht bij te zetten.’ Bestuursdwang? ‘Wij hebben een breed gedragen motie ingediend waarin we zeggen dat als het mogelijk is om meer woningen te bouwen, dat ook moet gebeuren. Daarbij past het dat je dan de bevoegdheden die de WRO biedt moet inzetten als dat nodig is.’ Waarom die ferme taal? ‘De gemeente Utrecht wil van Rijnenburg vooral een woonomgeving voor hogere inkomensgroepen maken, wij als (provinciale) PvdA willen alle woningzoekenden helpen.’ En dat wilde het CDA niet? ‘Het CDA bleek niet bereid om de afspraken uit het coalitieakkoord om te zetten in daadkrachtige besluiten waarbij de provincie gebruik maakt van de instrumenten die tot haar beschikking staan. Dan zijn die afspraken dus, om de eigen termen van het CDA te gebruiken, zo zacht als boter.’ De motie is aangenomen. Dat betekent dat u die, als de coalitie weer draait, gaat uitvoeren? ‘De motie wordt uitgevoerd en draagt Gedeputeerde Staten op om in samenwerking met de
N UTRECHT
‘De gemeente hecht aan een mooi woonmilieu’
Foto gemeente Utrecht
over oneens.
Harrie Bosch
stad Utrecht na te gaan of het mogelijk is om meer dan de vijf- tot zevenduizend woningen te gaan bouwen en wat de impact daarvan is.’ Weinig aan de hand dus? ‘Ons uitgangspunt blijft samenwerking tussen provincie en gemeente. De samenwerking met het CDA in het provinciaal bestuur is in de loop van de tijd een slijtageslag geworden. De aanloop naar de vertrouwensbreuk was een veel langere dan alleen Rijnenburg. Voor veel mensen kwam de breuk met het CDA vrij plotseling, maar als je ziet hoe het CDA geopereerd heeft in de afgelopen periode dan kun je alleen maar concluderen dat we niet anders konden.’ De Utrechtse PvdA-wethouder Harrie Bosch is nog verbaasd als hij het over de vertrouwenscrisis in het provinciehuis heeft. Hij benadrukt dat de gemeente zich geen partij voelt in het conflict, maar had een breuk niet aan zien komen. Wat is volgens u de kern van het conflict? ‘Het lijkt erop dat het de woningbouw in Rijnenburg is.’ Wat vindt u ervan dat de coalitie uit elkaar is gevallen? ‘Wij hebben er als gemeente geen enkel belang bij dat dit gebeurt. De contacten met de provincie waren goed.’ Kunt u eens uitleggen waarom de gemeente Utrecht maximaal zevenduizend woningen wil laten bouwen in Rijnenburg? ‘De gemeente Utrecht en de provincie zijn lid van het bestuurlijke samenwerkingsverband N.V. Utrecht. In dat verband is
een visie neergelegd over het aantal te bouwen woningen in de polder Rijnenburg in de periode 2015-2030. Het maximaal haalbare, als je kijkt naar een volledige afstemming van werken, natuurwaarden, waterbeheer en infrastructuur is vijf- tot zevenduizend. Als je die zaken weglaat, dan zou er misschien ruimte zijn voor meer, maar dat willen we als gemeente niet .’ Ondanks het woningtekort? ‘In Leidsche Rijn bouwen we minimaal tweeduizend woningen per jaar en zeker duizend in de stad. Daarbij kijken we in Leidsche Rijn of we nog een tandje hoger kunnen en of we op andere plekken woningen kunnen toevoegen aan bestaande plannen of nieuwe locaties kunnen vinden die nog niet in beeld waren.’ Daar heeft u al ideeën over? ‘Ik zie na 2015 zeker mogelijkheden voor een stedelijke zone rond de A12 in het gebied tussen Utrecht, Houten en Nieuwegein.’ Wat moet Rijnenburg voor woongebied worden? ‘Niet alleen maar een woongebied. De uitwerking van het plan Rijnenburg moet er binnen anderhalve jaar liggen. Er wordt rekening gehouden met 500 hectare voor wonen, 100 hectare werken, 150 hectare groen (waaronder het nieuw aan te leggen IJsselbos) en 250 hectare water. Als het om wonen gaat dan gaan wij als gemeente toch vooral uit van lage dichtheden van woningen en kleinschalige eenheden.’ Wordt Rijnenburg straks een gebied voor de happy few? ‘De woningen zullen voor Utrechtse begrippen betaalbaar zijn. Om inspiratie op te doen zijn we, de plannenmakers die
betrokken zijn bij de wijk, in juli naar Groningen gegaan om te kijken naar de locatie Meerstad, aan de oostkant van de stad Groningen. Daar worden in 25 jaar tijd tienduizend woningen gebouwd. Meerstad is een mooi voorbeeld van hoe we in Rijnenburg zouden kunnen bouwen. Veel groen, veel water en mooie woonmilieus.’ En dat lukt niet met vijftienduizend woningen? ‘Wij willen het landelijke karakter van de polder graag behouden. Dat lukt niet als je er vijftienduizend woningen neerzet. Bovendien ontstaan er dan ook problemen met de infrastructuur. Hoe ontsluit je zo’n gebied?’ Geen kwantiteit, maar kwaliteit? ‘Je zult per geval moeten bekijken hoe die balans uitvalt. Je moet zorgvuldige afwegingen maken. Er zijn plekken in Utrecht waar we zouden kunnen bouwen, maar waar we het niet doen omdat het niet verstandig is.’ Heeft de crisis in de staten nog effect op de gemeente? ‘Ik zie niet hoe. Ik wil nogmaals benadrukken dat wij als gemeente geen partij zijn in dit geheel.’ En als u nu uw bril als PvdA’er opzet? ‘Zelfs als PvdA’er vind ik dat de provinciale PvdA zijn eigen afwegingen moet maken. Daar treed ik niet in. Ik vind het als wethouder alleen erg jammer dat dit gebeurt op een moment dat de samenwerking al goed was. Dat zullen we zeker missen. Ik kan hier alleen maar de hoop uitspreken dat het Steven van Eijck zal lukken om de zaak weer vlot te trekken zodat we verder kunnen met de uitvoering van onze plannen.’
Verklaring PvdA-statenfractie De PvdA fractie in provinciale staten van Utrecht is verbaasd en buitengewoon teleurgesteld in de conclusies van informateur van Eijck. Daarin is aangekondigd dat CDA, VVD en ChristenUnie een nieuwe coalitie gaan vormen. Stuitend Wim Bos: ‘Het is stuitend dat de VVD die samen met de PvdA breekt met het CDA en daarna weer draait naar het CDA, tenslotte beloond wordt met bestuursverantwoordelijkheid. De dankbaarheid van het CDA daarvoor is zo groot dat de VVD een overmaat van haar programmatische punten zal binnenhalen.’ Beleid woningbouw De PvdA fractie is het maar ten dele eens met de conclusies van de informateur. Zo schrijft Van Eijck in zijn eerste aanbeveling dat er: …“fundamentele verschillen van inzicht bestaan op belangrijke dossiers vooral ten aanzien van woningbouw.”…De PvdA fractie constateert dat er een nota ‘Bouwen en Wonen’ ligt waar alle partijen van het huidige college hun handtekening onder hebben gezet. Ook de motie over woningbouw in Rijnenburg, de aanleiding voor de Utrechtse bestuurscrisis, is met uitzondering van het CDA door een meerderheid van Provinciale Staten aangenomen, waaronder de VVD en ChristenUnie. De vraag is natuurlijk wel wat er van dat beleid overeind blijft in de CDA-VVD-CU-coalitie. Signalen Afgelopen weken zijn bij voortduring door CDA en VVD signalen aan de PvdA afgegeven dat zij streefden naar herstel van de coalitie. Zo hebben de provinciale voorzitters van VVD en CDA enige weken geleden mondeling voorgesteld om gesprekken tussen de drie partijen te beginnen waarbij alle programmatische eisen van tafel werden genomen. Nog afgelopen maandag heeft de PvdA, op initiatief van de fractievoorzitter van het CDA, de informateur gevraagd een initiatief te nemen tot het herstel van de coalitie. Woensdag jl. liet de informateur weten dat VVD en CDA op dit moment niet tot een gesprek bereid waren. Wim Bos: “Blijkbaar was dat een goed georganiseerd rookgordijn om de besprekingen met CU te maskeren.” Verwacht beleid Op belangrijke dossiers zal het beleid bijgesteld worden. PvdA fractie verwacht dat er minder betaalbare woningen zullen worden gebouwd. De VVD zal er vanzelfsprekend voor zorgen dat er meer wegen worden aangelegd. Klimaat en Duurzaamheidsfondsen zullen worden aangetast. Ook de Samenwerkingsagenda met de Utrechtse gemeenten waardoor de provincie participeert in tientallen gemeentelijke projecten, zal niet aan de snoeiwoede van de nieuwe coalitie ontkomen. Tenslotte is het zeer de vraag of de Jeugdzorg in de provincie, sinds 2007 in beheer bij de PvdA (na acht jaar wanbeheer van het CDA) op hetzelfde niveau kan doorgaan. Een terugval naar de oude situatie is helaas een realistisch scenario.
15
estftte
Groot worden heeft ook NADELEN
In De Estafette vertellen niet-PvdA’ers hoe zij tegen de plaatselijke (en eventueel ook de landelijke) PvdA aankijken. Zij dwingen ons als het ware om in de spiegel te kijken. Soms valt dat mee, soms tegen.
Dr. Birgit Verstappen is fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in Provinciale Staten van Noord-Brabant
De Partij van de Arbeid is voor mij een partij met wisselend gezicht. Ik verwachtte een bondgenoot te vinden maar de macht van de coalitie is te sterk? Enkele voorbeelden. De PvdA vindt dat respect voor dieren hoort in een fatsoenlijke samenleving. Dierenwelzijn is een kwestie van beschaving. Daarom wil de PvdA regels om het welzijn van dieren te verbeteren. Maar bekijken we de diervriendelijke barometer (zie www.dierenpolitiek.nl) dan zien we in een oogopslag hoe slecht de PvdA landelijk op dit terrein scoort en hoe ongeloofwaardig daarmee haar uitspraken zijn op het terrein van dierenwelzijn. De Haagse PvdA heeft het geringschattend over ‘emotionele’ bezwaren tegen varkensflats! De PvdA wil een duurzame landbouw, een leefbaar platteland. Maar duurzaamheid en bio-industrie zijn, zéker vanuit mondiaal perspectief bekeken, niet in een positief verband met elkaar te brengen. Dat de bio-industrie zich op een doodlopende weg bevindt is voor velen duidelijk. Zelfs ex-minister Veerman laat zich in deze termen uit en ZLTObestuurders beginnen zich ook op hun hoofd te krabben. Maar op een PvdA-klimaatconferentie
eind vorig jaar werd met geen woord gerept over de bijdrage van de bio-industrie aan de klimaatverandering. Ook in een uitstapje met de Provinciale Statenleden naar een landbouwontwikkelingsgebied ging meer aandacht uit naar esthetiek: hoe passen we de stallen beter in het landschap in? Ik kon de PvdA niet betrappen op het stellen van vragen over de weinig respectvolle wijze waarop de dieren hun miserabele leven in de megastallen moeten slijten. Ook over de wens van de PvdA om diertransporten te beperken heb ik niets vernomen. En pas toen de q-koorts op haar hoogtepunt was, en alle landelijke bladen schreven over de q-koortsexplosie, kwamen er vragen vanuit de PvdA. Beter laat dan nooit zullen we maar denken. Dat het ook anders kan zagen we in Groningen. De Groningse PvdA-gedeputeerde Marc Calon geeft geheel terecht aan dat het niet langer toelaten van megastallen een politiek-ethische keuze betreft! Een hoopvol teken. Om een duurzaam Brabant te creëren hebben alle groene partijen elkaar keihard nodig. Hier ligt wat ons betreft de focus. Het zijn gemiste kansen als we de steun van de PvdA moeten missen.
Bijvoorbeeld bij het aanpakken van het illegaal kappen van waardevolle landschapselementen bij de landinrichting. De PvdA vormt dan verrassend genoeg één blok met CDA en VVD en onderneemt … niets. Wellicht is dat de prijs van regeren met CDA en VVD. Er zitten bekwame PvdA-mensen in de partij en in de staten met het hart op goede plek, maar je kunt je wel de vraag stellen of de prijs die betaald wordt niet te hoog is. We zouden als groene partijen een georganiseerde tegenhanger kunnen en moeten vormen tegen het CDA/VVD-front. Als Partij voor de Dieren willen we ons daarvoor sterk maken. Samenwerking moet het sleutelwoord zijn om daadwerkelijk de hoognodige politieke klimaatsverandering teweeg te brengen.
eu-lkl
Europeanisering (4): Kerkrade
In deze aflevering een behandeling van de gemeente Kerkrade, de plaats die in de PvdA al gauw geassocieerd zal worden met de onlangs overleden partijprominent Thijs Wöltgens.
1) Lokale organisatorische aanpas sing aan de EU
Foto Nationale Beeldbank
dr. Rob de Rooij is politicoloog en Europadeskundige. Contact:
[email protected]
16
Kerkrade is een van de weinige gemeenten die publiekrechtelijke samenwerking is aangegaan met een buurgemeente aan de andere kant van de grens. Het gaat hier om de Duitse gemeente Herzogenrath, waarmee Kerkrade historisch gezien altijd zeer nauwe banden heeft gehad: zij behoorden vroeger namelijk alle twee tot het hertogdom Land van Rode. Beide gemeenten hebben in 1998 het Openbaar Lichaam Eurode opgericht om zo effectief mogelijk grensoverschrijdende problemen aan te kunnen pakken. Het bestuur ervan wordt geleid door een van beide burgemeesters, die elkaar elke twee jaar afwisselen. Dit bestuur wordt gecontroleerd
door de Euroderaad, een raad met acht vertegenwoordigers uit de gemeenteraad van Kerkrade en acht uit de raad van Herzogenrath. Het ambtelijk secretariaat werd bij de oprichting gevestigd in Kerkrade en gefinancierd vanuit Interreg, het Europese subsidiepotje voor grensoverschrijdende samenwerking. Een dergelijke vergaande samenwerking was mogelijk geworden dankzij het Verdrag van Anholt uit 1991, dat Nederland en Duitsland hebben gesloten om grensoverschrijdende problemen beter op te kunnen lossen. Van zulke problemen zijn vele voorbeelden uit Kerkrade te geven (zie hiervoor de EU-lokaal-aflevering ‘Samenwerking aan de grens’, Lokaal Bestuur nr. 9, september 2007). Het doel van Kerkrade en Herzogenrath is om uiteindelijk een echte Europese gemeente te worden en daarmee een voorbeeld te zijn voor andere gemeenten in Europa. 2) EU-regelgeving en EU-geld In het verleden heeft Kerkrade veel EU-geld ontvangen voor grensoverschrijdende samenwerking en vanwege de teloorgang van de mijnindustrie. Verschillende projecten in de gemeente zijn gefinancierd met miljoenen euro’s uit onder meer het Euro-
pees Stimuleringsprogramma Zuid-Limburg. Het ging hierbij bijvoorbeeld om de herinrichting van het centrum en diverse infrastructurele projecten. Ook werd met Europees geld de oprichting van het European Business Center gefinancierd, dat precies op de grens van beide gemeenten werd gebouwd. Dit had als doel de juridische problemen die bedrijven aan de grens hebben onder de aandacht van de beide regeringen te brengen. Deze bedrijven hadden immers vaak te maken met tegenstrijdige regelgeving van beide landen en van de EU zelf. 3) Beïnvloeding van EU-beleid en belangenbehartiging in de EU Hoewel Kerkrade zich altijd sterk op Europa heeft gericht, is in vergelijking met bijvoorbeeld Rotterdam of de noordelijke provincies toch altijd relatief weinig energie gestoken in proactieve belangenbehartiging richting de EU. De gemeente stelde geen eigen lobbyist aan of had geen lobbykantoor in Brussel. Dit was ook niet nodig, omdat de gemeente sowieso recht had op verschillende EU-subsidies (voor grensoverschrijdende samenwerking en voor de teloorgegane mijnindustrie). Ook namen de provincie Limburg en allerlei regionale samenwerkingsver-
banden al een groot deel van dit werk op zich. Als er specifieke belangen van Kerkrade zelf in het geding waren, trad meestal de burgemeester op de voorgrond. Zo heeft de gemeente veel voordeel gehad van de periode dat de onlangs overleden Thijs Wöltgens er burgemeester was. Deze had een sterk netwerk in de PvdA en de Haagse politiek en kon hiermee op beslissende momenten de belangen van Kerkrade onder de aandacht brengen.
HET DILEMMA VAN DE MAAND Foto: Ivonne Wierink/Nationale Beeldbank
Iedere bestuurder en volksvertegenwoordiger wordt ermee geconfronteerd: lastige kwesties die vragen om een antwoord. Lokaal Bestuur legt u elke maand zo’n dilemma voor. Vorige maand was dat: Michel Speltie, voorzitter afdeling Dongen: Om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen of te suggereren zou ik tijdelijk mijn voorzitterschap van de voetbalvereniging op zeggen. Jelle Stelpstra, raadslid Korendijk: Hoewel ik zelf, om alle schijn van belangenverstrengeling te vermijden, bewust niet plaatsneem in het bestuur van verenigingen die door mijn gemeente worden gesubsidieerd, vind ik dat het moet kunnen. In mijn gemeente zijn daar ook prima voorbeelden van. Echter, over je ‘eigen’ vereniging ook nog eens het woord voeren, lijkt me in z’n algemeenheid niet verstandig. Nu de gemeente voor extra grote investeringen komt te staan, zou ik er toch op aandringen om af te treden als voorzitter. De fractie zou zich als geheel niet geloofwaardig maken in zo’n kwestie, hoe integer je feitelijk ook handelt. Marjolein van Tunen-Geldermans, raadslid in Heemskerk: Er vanuit gaande dat hij professioneel is kan hij mijns inziens beide functies blijven vervullen. Mijn advies is: vooraf duidelijk in kaart brengen waar mogelijke knelpunten zitten en daar ook alert op blijven. Zowel binnen de fractie als binnen de voetbalvereniging. Vooraf ook bepalen op welk moment een en ander niet meer houdbaar is en mocht dat moment in beeld komen, dan ook daadwerkelijk tijdelijk terugtreden in de functie van woordvoerder, om gezichtsverlies voor de PvdA te voorkomen. Vooraf de kaders en uitgangspunten communiceren en tussentijds verantwoording afleggen.
De voorzitter van de plaatselijke voetbalvereniging is tevens gemeenteraadslid voor de PvdA. Binnen de fractie is hij woordvoerder sport. Nu komt in deze raadsperiode de verplaatsing van de voetbalvelden aan de orde met veel gemeentelijke investeringen. Hij vindt dat deze twee functies wel eens lastig te combineren zouden kunnen zijn en vraagt u om advies. Wat zou u hem adviseren?
Hans Klopstra, wethouder in Winschoten: Ik zou het raadslid in overweging geven of een bestuursfunctie bij een sportvereniging uit ‘zijn’ gemeente in combinatie met het woordvoerderschap sport binnen de fractie wel een gewenste situatie met zich brengt. Het raadslidmaatschap moet immers, ook binnen een fractie, zonder last of ruggespraak vorm kunnen worden gegeven. Het voorkomen van enige schijn van belang elders dan bij het bestuur van de gemeente brengt met zich dat deze indirecte last hiermee in strijd kan zijn. Aafke Postma, statenlid in Friesland: Parttime politici weten door werk en andere hobby’s wat er leeft. Daardoor kom je vaak meer te weten dan met werkbezoeken en door stukken lezen. Maar in het geval van de voorzitter van de voetbalvereniging zou ik toch ad-
viseren om een keuze te maken. Of geen voorzitter meer zijn van de voetbalvereniging of vragen om een andere portefeuille. Soms is het mogelijk om een bepaald onderwerp niet te behandelen in de raad. Maar in deze situatie lijkt me dat niet handig. De voorzitter van de voetbalvereniging zal in onderhandeling moeten met het gemeentelijk bestuur. Ook al is het raadslid zeer integer - er kan een beeld ontstaan dat de voorzitter misbruik heeft gemaakt van zijn positie als raadslid. Marijke Clerx, statenlid in Limburg: Mijn advies is om een fractiegenoot het woord te laten doen. In de commissie zou ik dit wel verklaren. Iets in de zin van: Zoals bekend ben ik als - onbezoldigd - voorzitter betrokken bij dit besluit. Voor de club hangt er nogal wat vanaf. Op zich mag van mij verwacht worden dat ik tot een objectief oordeel in staat ben.
Maar in dit geval is het belang voor de club en mijn betrokkenheid daarbij, zo groot dat ik het woordvoerderschap wijselijk aan een collega over laat. En mocht over de kwestie gestemd worden, dan zeg ik nu al dat ik mij van stemming zal onthouden.
Wij legden bovenstaande reacties voor aan Martin Honders, PvdAwethouder in Cromstrijen. Samen met zijn collega Jan Blom van Millingen aan de Rijn ontwik kelde hij speciaal voor de PvdA een dilemmaspel, dat wordt gebruikt tijdens Op Maat-trainingen (voor fracties) van het CLB.
Commentaar Martin Honders: Bij het handelen van een gemeenteraadslid moet het algemeen belang altijd centraal staan, zo ook in dit dilemma. Gemeenteraadsleden dienen dat als uit-
gangspunt te hanteren met hun politieke idealen als drijfveren. Met elkaar moeten zij debatteren over de wenselijkheid van beslissingen voor de samenleving die zij besturen. Doorgaans leidt dit tot werkbare compromissen voor het geheel, waaraan individuele of deelbelangen ondergeschikt zijn. Een voetbalvereniging is onmiskenbaar belangrijk voor elke (dorps)gemeenschap, maar wel slechts een onderdeel daarvan. Het belang van zo’n vereniging – zoals hier een kostbare verplaatsing van de velden – kan strijdig zijn met andere belangen. Het gemeenteraadslid, tevens voorzitter van de voetbalvereniging heeft het volste recht om ten strijde te trekken voor zijn club, maar als raadslid dient hij ook oog te hebben voor het totaal. Zonder af te dingen op zijn integriteit als raadslid, is duidelijk dat er in dit geval sprake is van een verstrengeling van belangen die een zuiver politiek debat in de weg kan staan. Duidelijkheid is dan ook mijn advies. Niet het woord voeren en niet meestemmen, maar wel duidelijk maken dat je als raadslid/voorzitter je committeert aan het PvdAfractiestandpunt. Elke schijn van het misbruik maken van je positie als raadslid/voorzitter moet je vermijden. Ieder raadslid dat maatschappelijk bestuurlijk actief is, loopt vroeg of laat tegen het dilemma op dat de meeste verenigingen een subsidierelatie hebben met de gemeente en dus een belang hebben. Misschien is het verstandig om hobby’s te beoefenen zonder daar ten tijde van je raadslidmaatschap bestuursfuncties aan te koppelen.
Wilt u zelf in uw fractie ook het dilemmaspel spelen? Vraag het dan aan bij het CLBsecretariaat, 020-5512205. Meer weten over integriteit? Raadpleeg dan de PvdA-website. Zoekwoorden: ‘gedragscode’ en ‘integriteit’. Het nieuwe dilemma:
Jouw buurman is al jaren aangewezen op een bijstandsuitkering. Je weet dat hij laatst een behoorlijke prijs heeft gewonnen in een loterij. Als raadslid ontdek je dat zijn uitkering gewoon doorloopt. Wat doe je? Wij zijn benieuwd. Mail ons (desnoods anoniem) wat u ervan vindt. U mag ook zelf een kort en bondig geformuleerd dilemma insturen. Reacties en suggesties graag naar
[email protected]
17
x&x
Foto Axipress
Haseena&Elfriede Haseena Bakhtali, (48) dochter van
Terug van even weggeweest: onze rubriek X&X. Een mengeling van politiek en human interest. Aan het woord komen PvdA’ers uit gemeente en provincie die een speciale band hebben met iemand anders die eveneens politiek of maatschappelijk actief is. Wilt u ook aan het woord komen, of kent u een intrigerende combinatie voor X&X, mail dan naar:
[email protected]
nws
. Raadslid in Nieuwegein sinds 2006. . Geboren in Suriname. Is moeder van twee volwassen dochters en van twee zoons van 10 en 11 jaar. . Werkte 20 jaar als hoofdagent bij de Utrechtse politie. Is behalve raadslid coördinator huiswerkbegeleiding bij de Stichting Welzijn Nieuwegein. Is actief met de Internationale Vrouwendag en heeft in Nieuwegein samen met twee anderen het Christelijk-Islamitisch Vrouwennetwerk opgericht. ‘We willen daarmee de dialoog bevorderen en dat werkt prima’. . ‘Als politieagent kwam ik veel problemen in de maatschappij tegen die niet op straat op te lossen waren. Tijdens discussies daarover kom je uiteindelijk toch steeds weer bij de politiek uit. Toen ik in 2006 gevraagd werd of ik raadlid wilde worden, heb ik daarom ja gezegd.’ . ‘Als raadslid zet ik me vooral in voor jongeren. Zo heb ik onlangs een motie ingediend om een werkvergadering te houden over jongeren en alcohol. Daar doen behalve raadsleden ook allerlei deskundigen aan mee.’ . ‘Waar ik trots op ben? Dat het me via een amendement gelukt is het woordje allochtoon uit het gemeentelijke vocabulaire te schrappen. Dat woord heeft een vervelende, negatieve klank.’ . ‘Wat me stoort in de politiek is dat het zo vaak een praatspel is. Ik hou meer van aanpakken!’ . ‘Mijn moeder is een sterke vrouw. Ze bruist van energie en heeft een positieve instelling. Ze doet ook graag mee aan discussies. Met name als het over integratie gaat. Zoals laatst bij een bijeenkomst over de invulling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Wij zitten dan naast mekaar tijdens het debat. Ik als raadslid en zij als betrokken inwoner.’ . ‘Barack Obama vind ik een inspirerend politicus. Hij straalt ‘back to basics’ uit, spreekt de taal van de gewone mens en zegt dingen die mensen echt raken.’ . ‘In mijn vrije tijd doe ik aan fitness en aan dansen. Joggen doe ik ook graag, maar dan alleen als het mooi weer is hoor.’
Elfriede Bakhtali, (70) moeder van
. Werkzaam als vrijwilligster bij de Stichting Welzijn Nieuwegein en bij de Stichting Aurat. . Geboren in Suriname, woont sinds 1978 in Nederland. Heeft vijf kinderen en tien kleinkinderen. ‘Mijn kinderen doen allemaal heel verschillende dingen voor de kost. Een is bedrijfsarts, een is stads toezichthouder in Nieuwegein, een werkte bij een modellenbureau, een is professioneel muzikant en Haseena is onder andere raadslid.’ . Had vroeger een eigen kledingatelier. Werkte daarna op een confectiebedrijf en op een stickerfabriek. Doet nu geen betaald werk meer. . ‘Ik stem altijd PvdA. Vooral het thema arbeid spreekt me aan. Ik hou van mensen die met werk hun geld verdienen en daardoor anderen kunnen steunen om vooruit te komen. In onze familie is politiek een belangrijk gespreksonderwerp, en dat komt zeker ook door Haseena.’ . Is als vrijwilligster actief op diverse fronten. Bijvoorbeeld als het gaat over het Centrum voor Jeugd en Gezin, dat zich ook op integratie richt. Verder, net als Haseena, bij de Stichting Welzijn Nieuwegein. ‘Daar zit ik onder andere in een denktank die allerlei activiteiten bedenkt om mensen uit verschillende landen en culturen bij elkaar te laten komen.’ . ‘Ik maak ook deel uit van ‘Aurat’. Dat is Hindoestaans voor ‘vrouw’, maar bij deze stichting zijn ook mannen welkom hoor. We houden ons daar bezig met heel veel dingen: koffie drinken, informatieve bijeenkomsten, muziekles, breien, koken, bloemschikken, gymnastiek. Allemaal gericht op het verbeteren van het onderlinge contact tussen mensen.’ . ‘ Ik bezoek nog altijd de afdelingsvergaderingen van de PvdA. Laatst was er een bijeenkomst met als thema sport. Ik was toen, naast de bestuurs- en fractieleden, het enige lid dat aanwezig was.’ . ‘Wat ik in Haseena bewonder is haar durf om in de politiek te gaan om zo dingen voor elkaar te krijgen.’ . ‘Mijn hobby’s? Sieraden maken, kleding maken en koken. Verder doe ik aan joga.
Reacties welkom
Mijn PvdA
Bent u het niet eens met wat u in Lokaal Bestuur leest? Wilt u een aanvulling of correctie doorgeven? Of heeft u vanuit uw gemeente of provincie iets te melden dat ook voor andere PvdA’ers interessant is? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat uw mailtje uiterlijk maandag 13 oktober in ons bezit is, dan kunnen wij het plaatsen in het novembernummer. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 6 oktober in ons bezit zijn. U kunt uw bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, e-mail:
[email protected] De sluitingsdatum voor het decembernr is maandag 3 november.
Het Centrum voor Lokaal Bestuur stuurt geregeld uitnodigingen of vragen naar haar leden in het hele land. Graag willen wij u gericht benaderen zodat u niet wordt overstelpt met e-mail. Wij vragen daarom uw gegevens op mijnpvda zoals emailadres en portefeuille zelf bij te houden.
Trainingen voor fracties Raads- en Statenfracties beschikken over een arsenaal aan ervaringen, opvattingen en kennis. Met elkaar, en voorzien van alle kennis en vaardigheden, proberen ze zoveel mogelijk van hun PvdA-doelen te realiseren. Om er voor te zorgen dat dat ook in een goede sfeer kan gebeuren, zal gewerkt moeten worden aan het vormen van een team en zullen afspraken gemaakt moeten worden over het verdelen van alle taken die gedaan moeten worden. En dat doe je niet één keer in de vier jaar, dat vergt voortdurend onderhoud. Het CLB beschikt over een pool van ervaren trainers. Deze leveren trainingen op maat voor fracties, zoals teambuildtrainingen en het opstellen en evalueren van een fractiewerkplan. Voor deze trainingen heeft het CLB een subsidiepot beschikbaar, waaruit de voorbereidingstijd die een trainer nodig heeft voor het opstellen van een op maat gesneden programma betaald wordt. Naast het werken in een team aan fractiedoelen is het natuurlijk ook belangrijk dat de fractieleden beschikken over voldoende vaardigheden als debatteren, presenteren en omgaan met de media. Het CLB ondersteunt het organiseren van vaardigheidstrainingen in regionaal verband, zowel voor fractieleden als fractievoorzitters. Het CLB neemt, onder bepaalde voorwaarden, de totale kosten van de vaardigheidstrainer op zich. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Margriet Visser,
[email protected] of Vera Bos,
[email protected]
Wijzigingen in de fractie? Het CLB ontvangt graag bericht over wijzigingen in uw raads- of statenfractie. Wij kunnen die dan verwerken in onze administratie en er zonodig melding van maken in onze rubriek Persoonlijk. De volgende gegevens zijn van belang: naam- en adresgegevens, telefoon- en faxnummer en e-mailadres, zowel van het nieuwe als van het vertrekkende raads- of statenlid, plus de datum waarop de verandering is ingegaan. Ook als er een nieuwe PvdA-wethouder (al dan niet ‘van buiten’) of gedeputeerde aantreedt, horen we dat graag. Mail uw gegevens naar:
[email protected]. Als u vragen heeft kunt u bellen (0900-9553) of mailen.
18
Hoe log ik in op Mijn PvdA? > Ga naar www.pvda.nl > Klik links boven aan op ‘inloggen’ > Vul je inlognaam en je wachtwoord in en klik op ‘login’ > Klik in het linkerframe op ‘Mijn gegevens’ > Klik op ‘Algemeen’. Nu ziet u uw gegevens staan zoals ze in de ledenadministratie zijn opgenomen. > U kunt op deze pagina zelf uw e-mailadres wijzigen en een foto opslaan. > Onderaan kunt u wijzigingen versturen naar de ledenadministratie. > Onder Mijn Gegevens bij ‘Portefeuille’ kunt u uw portefeuille aanvinken. Vergeet niet rechts onderin te klikken op ‘opslaan’.
Wilt u adverteren? U kunt tegen een aantrekkelijke korting gecombineerd adverteren in de bestuurdersbladen van PvdA, CDA en VVD. Uw advertentie komt dan onder ogen van 80% van alle gemeenteraadsleden, wethouders, burgemeesters, statenleden, gedeputeerden en de commissarissen van de koningin. Inlichtingen over tarieven en sluitingstijden zijn verkrijgbaar bij Bureau Recent, Joop Slor, postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. Tel. 020-3308998.
Bezoek onze website! Het laatste nieuws over alle activiteiten van het Centrum voor Lokaal Bestuur vindt u op onze website
www.lokaalbestuur.nl Onze site geeft u informatie over: Bijeenkomsten van het CLB, Adviezen, Publicaties, Dualisme, de organisatie van het CLB, artikelen uit Lokaal Bestuur en ProefLokaal. Ook zijn er links naar andere websites die voor u als lokale of provinciale bestuurder interessant zijn.
Foto Nationale Beeldbank
SNOEPREISJE?
ondrwg
Hans Alberse Burgemeester Oude-IJsselstreek en lid redactie Lokaal Bestuur
Onderweg in het vliegtuig schrijf ik deze column. Zojuist opgestegen vanuit Cotonou in de Afrikaanse staat Benin. Een voor velen onbekend land met zeven miljoen inwoners. Wat zijn wij wit en blank tussen de mensen daar die een echt heel donkere huidskleur hebben. Wat staan die prachtig gekleurde gewaden hen mooi en wat zien wij er dan eigenlijk maar saai uit. Wat doet een burgemeester van een gemeente uit de Achterhoek in Benin. Snoepreisje? Doel van de reis is een nieuwe opzet te maken voor het programma dat we de komende twee jaar samen met onze zustergemeente Boukombé graag willen uitvoeren. Daarnaast spreken we onder leiding van VNG International met nog twee andere Nederlandse gemeenten (Bergambacht en Ridderkerk), die ook een jumelage hebben met gemeenten in Benin en natuurlijk met burgemeesters en ambtenaren van de drie Beninese gemeenten. De voorzitter van de Vereniging van Beninese gemeenten is aanwezig en de minister van Decentralisatie laat zich ook zien. De Nederlandse ambassadeur nodigt de delegaties uit voor een cocktail. De radio maakt opnames en ’s avonds zien we onszelf op de landelijke Beninese tv. De conferentie, die plaatsvindt in een prachtig conferentieoord in de grote stad, krijgt landelijke aandacht. Na een paar dagen aan vergadertafels gezeten te hebben, gaan we in één dag 600 kilometer over stoffige wegen naar Boukomté, onze zustergemeente. We komen geradbraakt
aan. Het is al donker en we worden verwelkomd door een groepje dansende meisjes, muzikaal begeleid door jongens met trommels en een fluit. Ik zit op een verhoging op een witte houten stoel en voel de warmte van de tropen en ruik het zweet van de dansende mensen. Ik moet denken aan een foto van mijn heeroom die vroeger als missionaris in Indonesië werkte. Het doet me denken aan ons koloniale verleden waarbij wij als witten en machtigen kijken naar de zwarten die voor ons dansen. Het is echt en zie mij eens zitten. Is het nu echt anders dan toen? Heeft dit zin? Snoepreisje? De volgende dag maken we kennis met de gemeenteraad. Ik vraag naar hun ervaringen met ons gezamenlijke project Logo South om de lokale overheid te versterken. Ze zijn beleefd en positief. Ze zijn blij met de steun die ze hebben gekregen om de burgerlijke stand op te zetten want die is nodig om belasting te kunnen heffen. Een lasser heeft steun gekregen om apparatuur aan te schaffen. Hij heeft nu werk en eindelijk worden er allerlei dingen in het dorp gerepareerd. Met steun van onze bond van plattelandsvrouwen is er ook een vrouwenorganisatie gekomen. Nu nog een vrouw in de gemeenteraad, zeg ik. Ze juichen. Aandacht en erkenning. Luisteren en bescheiden blijven. Op kleine schaal hier en daar een steuntje geven op de manier die zíj willen en die aansluit bij hún behoefte. Op die manier heeft jumelage zin.
19
achtrknt Foto Nationale Beeldbank
20
PARTIJ VAN DE ARBEID Mensen bezig met hun alledaagse werk, is het fotothema van deze achterpagina.