IN TRANSITIE Naar meer maatschappelijk rendement
J A A R V E R S L A G 2 0 12
INHOUD Bestuursverslag 4 1
Transitie en transformatie
2
Samen opvoeden en opgroeien
12
3
Veilig opgroeien
16
4
Zorg rondom gezin en school
20
5
Naar meer effectiviteit
24
6
Professionalisering 28
7
Over de grens
32
8
Organisatieontwikkelingen
34
6
Jaarrekening
39
Balans per 31 december 2012
40
Winst en verliesrekening 2012
41
Kasstroomoverzicht 2012
42
Toelichting jaarrekening
43
Toelichting balans
46
Toelichting winst- en verliesrekening
51
Overige gegevens
56
Controleverklaring 57 Producten(overzicht) 60 Medewerk(st)ers 61
IN TRANSITIE Naar meer maatschappelijk rendement
J A A R V E R S L A G 2 0 12
4
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Bestuursverslag
Bestuursverslag van een organisatie in beweging
Werken aan meer maatschappelijk effect In 2012 bestond het Nederlands Jeugdinstituut vijf jaar. Een jaar dat in het teken stond van reorganisatie en krimp. Maar ook een jaar waarin de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten een steeds belangrijker thema werd. Alom groeide de overtuiging dat er voor een beter en effectiever jeugdstelsel niet alleen een verschuiving van verantwoordelijkheden nodig is maar ook een inhoudelijke vernieuwing van de hele zorg voor jeugd. Het Nederlands Jeugdinstituut wil daaraan een constructieve bijdrage leveren.
In de eerste vijf jaar van zijn bestaan heeft het
intensiveren we onze samenwerking met externe
Nederlands Jeugdinstituut een indrukwekkende kennis
partners uit wetenschap, beleid en praktijk. Bijvoorbeeld
collectie opgebouwd en met verschillende partijen hard
in de vorm van kennispraktijknetwerken waar het
gewerkt aan de verdere professionalisering van de
Nederlands Jeugdinstituut samen met inhoudelijke
jeugdsector. Een verhoging van de kwaliteit en
experts van voorzieningen en beleidsmakers aan
effectiviteit van de zorg voor jeugd was daarbij een
actuele vraagstukken in de sector werkt.
belangrijk aandachtspunt. Om beter aan te sluiten bij vragen uit het werkveld en ervoor te zorgen dat
In de nieuwe organisatie laten we de afdelingsstructuur
wetenschap en praktijk elkaars kennis optimaal
los en organiseren we onze activiteiten op het terrein
benutten, hebben we ons in 2012 voorbereid op een
van kennisontwikkeling, kennisbeheer en implementatie
interne reorganisatie. Op die manier streven we ernaar
rond een aantal kernthema’s die aansluiten bij actuele
om de komende jaren met onze activiteiten nog meer
vragen uit de jeugdsector. In deze nieuwe benadering
maatschappelijk effect te realiseren.
beperken we ons bovendien niet langer tot een bepaald werkveld. Zo richten we ons bij een kernthema als
Tot 2013 kende het Nederlands Jeugdinstituut een
positief opvoeden niet alleen op voorzieningen in de
afdelingsstructuur waardoor een kenniscentrum en in
pedagogische basisstructuur of het Centrum voor Jeugd
de praktijk opererende afdelingen zich relatief zelf
en Gezin maar ook op bijvoorbeeld de residentiële
standig konden ontwikkelen. Toen we de opbouwfase
jeugdzorg. Want in een instelling laten kinderen ook
van het instituut achter ons lieten, werd deze organisatie
‘gewone’ problemen en ‘gewoon’ lastig gedrag zien
structuur in toenemende mate ervaren als belemmering
waarop je een ‘gewoon’ opvoedantwoord moet geven.
voor een meer gemeenschappelijke focus en
De verschillende kernthema’s worden ondergebracht in
programmering, waarbij kennis uit wetenschap en
de programma’s Positief opvoeden, Participatie, Veilig
praktijk elkaar versterken. Het is immers van cruciaal
opgroeien, Kwaliteit en effectiviteit in de zorg voor
belang om gevalideerde kennis in te zetten met als doel
jeugd, Professionalisering en Transitie en
de praktijkbeoefening te verbeteren en in de dagelijkse
transformatie.
praktijk van de jeugdsector te toetsen wat écht werkt. Dat stelt ons in staat de kwaliteit van het jeugdstelsel
In het kader van het Kennisprogramma Jeugd dat we
continu te verbeteren met als resultaat effectievere zorg
in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid
voor jeugd en daarmee ook betere kansen voor alle
Welzijn en Sport (VWS) uitvoeren, maakten we in 2012
Nederlandse kinderen en jongeren. Om diezelfde reden
nieuwe afspraken met RIVM Gezond Leven, NCJ, TNO
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Bestuursverslag
en ZonMw. Behalve rond effectiviteit gaan we ook
en de ministeries van VWS en Veiligheid en Justitie
samenwerken op de thema’s professionalisering en
(VenJ). Onder andere door bij te dragen aan de website
monitoring vraag en aanbod.
www.voordejeugd.nl en door kennis- en praktijk
Om ervoor te zorgen dat de kennis over het onderwijs
netwerken op te zetten rond thema’s die voor gemeenten
en de jeugdzorg en vooral de samenhang daartussen
belangrijk zijn. Om gemeenten voor te bereiden op hun
bijgehouden wordt, deed het ministerie van Onderwijs,
nieuwe taken in het jeugdbeleid organiseerden we in
Cultuur en Wetenschappen (OCW) een beroep op het
2012 onder andere cursussen gericht op de transitie en
Nederlands Jeugdinstituut. Vanaf 2012 beheren wij
stelden we een digitaal dossier samen over de stelsel
daarom niet alleen kennis over positief jeugdbeleid,
wijziging. In de publicatie Om het kind. Visies op een
professionalisering en de jeugdzorg maar ook kennis
ander jeugdstelsel lieten wij vertegenwoordigers van
over onderwijs gerelateerde opvoed-, opgroei- en
diverse disciplines in de jeugdsector aan het woord over
zorgvraagstukken.
hun visie op de transitie en de transformatie die de zorg voor jeugd zou moeten ondergaan.
In 2012 ondersteunden we de jeugdsector opnieuw met onze kennis, adviezen, onderzoeken, trainingen, data
Maar ook andere onderwerpen hadden onze aandacht.
banken, congressen en vele publicaties waaronder tal
Zo was eind 2012 het zestigste digitale dossier in
van dossiers op onze website. Daarbij lieten we ons
voorbereiding en richten we ons met uiteenlopende
inspireren door voorbeelden uit binnen- en buitenland.
activiteiten op onder andere positief opvoeden, de
Om meer maatschappelijk rendement te realiseren
aanpak van kindermishandeling, professionalisering,
zochten we ook naar andere manieren om onze kennis
onderwijs en jeugdzorg, werken met prestatie-
aan te bieden. Zo werden de 23.300 ontvangers van de
indicatoren, effectieve interventies, kinderopvang en
digitale nieuwsbrief Jeugdnieuws bij het lezen van een
jeugdwelzijn. Wat de resultaten daarvan waren, kunt
nieuwsbericht doorgeleid naar informatie op onze
u lezen in dit jaarverslag.
website die aansloot bij het onderwerp. Uit een analyse van het bezoekersgedrag op de website bleek dat veel
De economische crisis ging niet aan het Nederlands
lezers die gelegenheid aangrepen om andere kennis van
Jeugdinstituut voorbij. Na jaren van groei diende zich al
het Nederlands Jeugdinstituut tot zich te nemen.
in 2011 een eerste lichte krimp aan. In de reorganisatie plannen hielden we daarom rekening met een – in
Intussen tekenden in 2012 de contouren van een nieuw
financieel opzicht – krimpende markt. In de loop van
jeugdstelsel, waarbij gemeenten de regie krijgen over
2012 liet het ministerie van VWS weten dat het instituut
zowel preventief als curatief jeugdbeleid, zich steeds
de komende jaren te maken krijgt met extra kortingen
scherper af. Met het oog daarop vroegen gemeenten
op de instellingssubsidie. Helaas kon dit niet zonder
ons in toenemende mate om ondersteuning en advies.
personele consequenties blijven. In nauw overleg met de
Temeer omdat steeds duidelijker werd dat een over
vakbonden is daarom een sociaal plan opgesteld voor de
heveling van verantwoordelijkheden niet alle problemen
boventallig verklaarde medewerkers van wie we in 2013
in de zorg voor jeugd zou oplossen. Want de kwaliteit en
afscheid moeten nemen.
effectiviteit van de zorg voor jeugd moeten beter, de druk op de gespecialiseerde zorg moet afnemen, zwaardere
Het Nederlands Jeugdinstituut wil een lerende
zorg zoveel mogelijk in de leefomgeving van gezinnen
organisatie zijn en continu werken aan de verbetering
geboden worden en een positief jeugdbeleid meer kansen
van de eigen kwaliteit. In 2012 resulteerde dit in het
creëren voor alle jeugd. Het succes van de transitie hangt
behalen van de ISO 9001 certificering. Hierdoor weten
nauw samen met de vraag of we erin slagen een duurzame
externe partijen die met ons in zee willen gaan, dat we
koerswijziging te realiseren, waarmee we de gesignaleerde
onze bedrijfsprocessen op orde hebben en dus een
knelpunten kunnen oplossen.
betrouwbare partner zijn.
Als kennisinstituut dat een brug wil slaan tussen
Drs. Kees Bakker
wetenschap, praktijk en beleid willen we stimuleren
Voorzitter Raad van Bestuur
dat transitie en transformatie leiden tot een duurzame vernieuwing van het stelsel. Zo ondersteunen we op verschillende manieren het Transitiebureau Jeugd van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het IPO
5
6
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
1
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
Transitie en transformatie Het Nederlands Jeugdinstituut speelt bij zowel de transitie als de transformatie van het jeugd(zorg)stelsel een rol van belang. Dat doen we onder andere door onze kennis gericht in te zetten met als doel meer maatschappelijk rendement: we menen dat de kosten die gemoeid gaan met de stelselherziening en de jeugdsector in het algemeen ten goede dienen te komen aan het welbevinden van onze jeugd. Tevens willen we stimuleren dat doeltreffende veranderingen in zowel de transitie als de transformatie duurzaam zijn.
Voor 2015 moeten de bestuurlijke en financiële verantwoor
Constructieve discussie
delijkheid voor een groot aantal voorzieningen, inclusief de
Er zijn diverse onderwerpen en thema’s die binnen de
gespecialiseerde jeugdzorg, onderdak vinden bij gemeenten.
transitie en transformatie om aandacht vragen. Waar
In 2012 werkten gemeenten daarom hard aan zowel de
situeren we in dit nieuwe stelsel de jeugd-ggz bijvoorbeeld?
transitie van het jeugdstelsel als aan een transformatie;
Waar plaatsen we de groep kinderen en jongeren met een
inhoudelijke vernieuwing. Want samen met het besef dat de
lichte verstandelijke beperking? Hoe geven we de meest
sturing voor de jeugdvoorzieningen zoveel mogelijk in één
effectieve hulp aan multiprobleemgezinnen en wat is de
hand moet komen, drong het inzicht door dat de jeugdsector
positie van de jeugdbescherming? Het zijn vragen waar we
veel meer kan en moet inzetten op het versterken van de
met alle betrokken partijen een antwoord op moeten
gewone ontwikkeling en opvoeding van jongeren, op
proberen te vinden. Het Nederlands Jeugdinstituut wil deze
talentontwikkeling en de bevordering van de eigen kracht en
discussie constructief voeden. Om deze reden verscheen in
autonomie van kinderen en hun ouders. Dat vraagt om een
2012 het jubileumboek Om het kind. Visies op een ander
andere manier van denken en handelen. Tegelijkertijd zullen
jeugdstelsel waarin tal van doeners, denkers en beleids
er altijd jongeren en gezinnen zijn die zwaardere zorg nodig
makers uit allerlei disciplines – van de jeugdzorg en het
hebben. Zaak is om deze zo effectief en duurzaam mogelijk te
onderwijs tot de jeugd-ggz – uit de doeken doen hoe zij
geven: zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig.
het nieuwe jeugdstelsel zouden willen inrichten.
Goed voorbereid
Kennispraktijknetwerken
Om gemeenten goed voor te bereiden op hun komende taken
Wij ondersteunen de transitie en transformatie niet alleen
ondersteunt het Nederland Jeugdinstituut gemeenten bij het
door kennis te valideren en te verspreiden, maar bovenal door
ontwikkelen van een inhoudelijke visie op de verbetering van
wetenschappelijke kennis te koppelen aan de praktijk. Daar
de zorg voor jeugd en het invullen van hun regierol.
liggen immers de ervaringen, daar moet kennis naartoe om
We adviseren over de inzet van bestuurlijke instrumenten
van nut te kunnen zijn. We doen dit onder meer via kennis
en het matchen van vraag en aanbod voor cliënten. Nieuw in
praktijknetwerken. Dit zijn platforms waar kennis uit weten
2012 was de Stoomcursus transitie jeugdzorg, bedoeld voor
schap en ervaringen uit de praktijk gedeeld worden, over een
beleidsambtenaren jeugd, raadsleden en bestuurders van
onderwerp als generalistisch werken bijvoorbeeld. Deelnemers
jeugdinstellingen. In een programma van een dagdeel
zijn deskundigen van diverse voorzieningen en experts van het
brengen onze deskundigen cursisten op de hoogte van de
Nederlands Jeugdinstituut of andere kennisinstituten plus
stelselwijziging en de overgang naar het nieuwe jeugdstelsel.
inhoudelijke beleidsadviseurs jeugd van diverse gemeenten
Ze geven daarbij antwoord op vragen als: ‘Hoe ziet het jeugd
of transitiemanagers – aanspreekpunten van de gemeenten
stelsel er nu uit en hoe gaat het er straks uitzien?’ En: ‘Hoe
als het gaat om de transitie van de jeugdzorg.
kan de gemeente zelf sturen op zorg en de kwaliteit daarvan?’
De uitkomsten van de kennispraktijknetwerken vormen de
7
8
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
input voor diverse producten zoals concrete adviezen,
groep kinderen en gezinnen zal zijn die specialistische hulp
handreikingen of andere hulpmiddelen die gemeenten
nodig heeft. Het Nederlands Jeugdinstituut gaat ervanuit dat
kunnen gebruiken om invulling te geven aan hun eigen
deze specialistische expertise zo vroeg en snel mogelijk moet
transitie en transformatie. De netwerken zijn onderdeel
worden ingezet. Het liefst via het principe van wrap around
van de ondersteuningsstructuur voor het netwerk Transitie
care, waarbij het kind ‘omwikkeld’ wordt door een
managers dat het Nederlands Jeugdinstituut oprichtte
combinatie van informele zorg en formele zorg. Eén
samen met het Transitiebureau Jeugdzorg, een samen
centrale persoon – de generalistisch werker of
werkingsverband van het ministerie van Volksgezondheid,
gezinsmanager – stuurt daarbij andere professionals en
Wetenschap en Sport, het ministerie van Veiligheid en
medeopvoeders aan. Hij of zij is een spin in het web en haalt
Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
waar nodig specialistische hulp erbij. Daarbij mag de gewone ontwikkeling van kinderen niet uit het oog worden verloren:
Generalistisch werken
kinderen in de jeugdzorg hebben immers ook ‘normale
Met de kennispraktijknetwerken willen we een impuls
kinderen en jongeren. Het Nederlands Jeugdinstituut
geven aan de inhoudelijke vernieuwing van lokale jeugdhulp
bevordert op diverse manieren de inzet van effectieve
op een aantal belangrijke thema’s, zoals het matchen van vraag
specialistische deskundigheid in de basisvoorzieningen
en aanbod van jeugdhulp in gemeenten en het beslissen over
voor jeugd zoals de kinderdagopvang en scholen.
problemen’ die leeftijd gerelateerd zijn, net als alle andere
gespecialiseerde hulp. Een ander belangrijk thema dat speelt in de gedachtewisseling rondom de transitie en transformatie is de rol van de professional. De jeugdzorg in Nederland is
Vruchtbare samenwerking
verkokerd, gespecialiseerd en geïnstitutionaliseerd. Voor elk
Het programma Alert4you bijvoorbeeld is gericht op een
deelprobleem zijn er verschillende professionals aan de slag,
betere samenwerking tussen pedagogische begeleiders in de
die vaak werken vanuit verschillende organisaties, met
kinderopvang en andere opvoedexperts, bijvoorbeeld lokale
verschillende perspectieven, doelen en procedures. Deze
professionals die werken bij instellingen voor Jeugd en
versnipperde en verkokerde hulp is eerder een extra
Opvoedhulp. Doel van het programma is om kansen en
probleem dan een oplossing. Voor jeugdigen en gezinnen
problemen van kinderen in de kinderopvang beter te
kan dit namelijk betekenen dat ze van de ene naar de andere
signaleren en daarop alert te reageren. Het Nederlands
instantie doorverwezen worden. Diverse organisaties pleitten
Jeugdinstituut implementeert dit programma samen met
ervoor om ruim baan te maken voor generalistisch werkende
het Kinderopvangfonds.
professionals: beroepskrachten die naast de jongeren en
Het programma breidde zich flink uit: in 2010 maakten
hun ouders gaan staan, die een vertrouwensrelatie weten
professionals op drie locaties er gebruik van. Eind 2012 waren
op te bouwen, sociale netwerken in de omgeving van het
dat 28 locaties. In samenwerking met het Kinderopvangfonds
gezin weten te benutten en in te schakelen. Breed opgeleide
maakte het Nederlands Jeugdinstituut het programma in 2012
professionals die weten wat werkt bij opvoed- en opgroei
passend voor gebruik in de buitenschoolse opvang (BSO).
problemen en de meest voorkomende vragen adequaat
Lokale samenwerking tussen de kinderopvang en
kunnen oppakken maar ook weten wanneer zij er een
specialistische opvoedhulp is niet altijd eenvoudig te
specialist bij moeten halen.
realiseren. Met Alert4you als uitgangspunt ontwikkelt het
Het Nederlands Jeugdinstituut liep vooruit op de praktijk
Nederlands Jeugdinstituut een landelijke ondersteunings
en zette in 2012 het kennispraktijknetwerk Generalistisch
structuur voor de kinderopvang en instellingen voor Jeugd
werken rondom jeugd en gezin op. In dit kennispraktijk
en Opvoedhulp.
netwerk zitten gemeenten die al volop bezig zijn met generalistisch werken rondom jeugd en gezin.
In de publicatie Gouden kans voor gemeenten bij transformatie jeugdstelsel geven we vier goede
Vroege en snelle specialistische hulp
praktijkvoorbeelden van de samenwerking tussen het
Binnen de transitie en transformatie is het van belang om in
belicht worden – UCee Station, Learn2Work, Event
te zetten op de normale gezonde opvoeding en ontwikkeling
Hands en Raster Kinderwerk – helpen professionals
van jeugd (zie: hoofdstuk 2). We moeten proberen om
kwetsbare jeugd om (weer) te participeren in de samen
kinderen en jongeren zoveel als mogelijk weg te houden uit
leving. Gemeenten en lokale instellingen kunnen uit de
de gespecialiseerde zorg. Het is altijd beter voor kinderen en
brochure inspiratie halen die de transitie van jeugdzorg tot
gezinnen om eventuele problemen zo vroeg mogelijk aan te
een succes kan maken. De brochure gaat vergezeld van een
pakken en hen de gang naar zwaardere zorg te besparen.
uitgebreide projectbeschrijving op onze website. Daar zijn
Tegelijkertijd moeten we er oog voor hebben dat er altijd een
ook filmpjes te zien, waarin professionals van de betrokken
jeugdwelzijnswerk en jeugdzorg. In de vier projecten die
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
instellingen, maar ook participerende jongeren en hun
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het VNG
ouders vertellen wat de effecten zijn van deze projecten.
Jeugdfestival. Hier passeerden alle ontwikkelingen in de
Het Nederlands Jeugdinstituut verzorgt al jaren de Nationale
jeugdsector de revue: van kinderopvang tot passend
Jeugdzorgprijzen. Deze werden dit jaar uitgereikt op het VNG
onderwijs en van de pedagogische civil society tot de
Jeugdfestival en stonden in het teken van de transformatie; de
transitie van de jeugdzorg.
inhoudelijke vernieuwing van de zorg voor jeugd. Een van
Hiernaast verzorgden we in 2012 diverse webdossiers over
de winnaars was School2Care, een zogeheten plusvoorziening
de onderwerpen transitie en transformatie. Zo staat sinds
bestemd voor leerlingen van 12 tot 17 jaar die om uiteen
april 2012 het dossier Transitie jeugdzorg online, met daarin
lopende redenen niet of nauwelijks naar school gaan. Zonder
informatie over het huidige jeugdzorgstelsel; de cijfers en
School2Care zouden ze in een internaat of de gesloten jeugd
problemen evenals (nieuwe) visies op het jeugdstelsel.
zorg belanden. School2Care biedt van 8 uur ’s morgens tot
Daarnaast zijn eerder verschenen dossiers met het oog op
8 uur ’s avonds zorg, onderwijs en begeleide vrijetijds
de ontwikkelingen rond de transitie gecontroleerd en
besteding met als doel de jongeren in staat te stellen een
geactualiseerd. Dit gebeurde onder meer met het dossier
kwalificatie voor vervolgonderwijs of arbeidsmarkt te behalen
Lokaal jeugdbeleid, dat online is sinds oktober 2011, maar
en hen daarmee een positief toekomstperspectief te bieden.
dat in december 2012 voor het laatst geactualiseerd werd.
De jury noemde School2Care een goed voorbeeld van hoe
Het dossier bevat adviezen voor het ontwikkelen, herijken en
gemeenten straks voor zeer moeilijke doelgroepen intensieve
versterken van lokaal jeugdbeleid. In dit dossier is ook een
zorg in de eigen leefomgeving zouden kunnen realiseren.
databank opgenomen met diverse methodieken en voorbeelden van lokaal jeugdbeleid.
Ondersteuning op lokaal en regionaal niveau
In februari 2012 ging het dossier Gezinsvriendelijke wijken
In opdracht van de gemeente Rotterdam ontwikkelden
kennen en op elkaars kinderen letten, hebben ouders een
we een keurmerk voor het jongerenwerk. En een speciale
betere relatie met hun kinderen. Ook kunnen kinderen in
visitatiecommissie bracht in opdracht van de gemeente
zulke buurten meer buitenspelen, presteren ze beter op
Eindhoven een bezoek aan het jongerenwerk in die stad.
school en hebben ze zelfs een betere gezondheid.
Doel was om na te gaan of het jongerenwerk binnen de
Door de transitie van de zorg voor jeugd en andere
huidige beleidskaders functioneerde en de jeugd van de
beleidsmaatregelen krijgen gemeenten bovendien meer
gemeente Eindhoven de door de gemeente gewenste
taken en verantwoordelijkheden in de ondersteuning van
outcome bereikt had. Met de bevindingen van het bezoek
jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking. Het
werden verbetervoorstellen gedaan op onder meer het gebied
nieuwe digitale dossier Licht verstandelijk beperkte jeugd
van het Eindhovens jeugdbeleid en de monitoring van het
biedt een overzicht van de beschikbare ondersteuning,
jongerenwerk. Het rapport Doelgericht jongerenwerk in
interventies en beleidsontwikkelingen
het internet op. Daarin staat alle informatie over de sociale binding in buurten. Immers: in buurten waar mensen elkaar
Eindhoven verscheen hetzelfde jaar online. Ook op regionaal niveau gaf het Nederlands Jeugdinstituut kennis en ondersteuning in het kader van de transitie en
Over de grens
transformatie. Zo boden we ondersteuning bij de opbouw van
Wat kunnen we leren van andere landen? Dit is een vraag die
een dekkend en toekomstbestendig aanbod voor opvoedings
het Nederlands Jeugdinstituut zichzelf regelmatig stelt. Zo ook
ondersteuning door gemeenten in de kop van Noord-
bij het thema transitie en transformatie. Om te horen wat er in
Holland. We begeleidden de betreffende gemeenten bij het
andere landen gebeurt op dit gebied organiseerden we samen
opstellen van een gezamenlijke visie en de voorbereidingen
met de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) op
van een plan van aanpak voor 2012 en verder. Het rapport
14 september 2012 een internationale expertmeeting met de
Naar een samenhangend regionaal aanbod voor steun en
titel Strengthening frontline services for children and
hulp bij opvoedingsvragen dat hierover verscheen, ging
families. Doel van deze bijeenkomst was om Nederlandse
online in 2012.
beleidsmakers en politici die betrokken zijn bij de transitie en transformatie te inspireren door middel van voorbeelden uit
Kennis delen
Finland, Denemarken, Engeland en Vlaanderen.
Kennis en informatie rondom het thema transitie en
die week – op initiatief van het Nederlands Jeugdinstituut –
transformatie moeten zoveel mogelijk gedeeld worden,
ondergedompeld in het jeugdbeleid van de gemeenten
is onze opvatting. Daarom organiseerde het Nederlands
Stichtse Vecht en Leeuwarden. Deze internationale visitatie
Jeugdinstituut in samenwerking met het Transitiebureau
commissie zocht tijdens het bezoek aan die gemeenten een
Jeugd, het Actieprogramma Lokaal Bestuur en de
antwoord op de vraag hoe basisvoorzieningen en eerstelijns
Diverse experts en sprekers op deze meeting waren eerder
9
10
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
voorzieningen het beste op elkaar aansluiten en op welke manier ouderbetrokkenheid in deze voorzieningen vorm kan krijgen. De visitatie bood Nederlandse wethouders, beleids medewerkers, professionals en buitenlandse experts de mogelijkheid om van elkaar te leren en elkaar te inspireren. De resultaten van de expertmeeting en het rapport van de visitatiecommissie zijn gepubliceerd op de Engelstalige website van het Nederlands Jeugdinstituut die in 2012 geheel is vernieuwd: www.youthpolicy.nl. Aan deze website is ook een Engelstalige nieuwsbrief gekoppeld die twee keer per jaar wordt verstuurd.
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
11
12
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Samen opvoeden en opgroeien
2
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Samen opvoeden en opgroeien
Samen opvoeden en opgroeien Het Nederlands Jeugdinstituut benadrukte in 2012 wederom met tal van activiteiten de waarde van positief jeugdbeleid: een beleid dat als uitgangspunt niet de problemen van jeugd heeft, maar kansen en talentontwikkeling van kinderen en jongeren in Nederland. Positief jeugdbeleid kan voor gemeenten een belangrijke invalshoek zijn bij de transformatie van het jeugdstelsel; het levert de samenleving rendement op. En wel voor álle jongeren.
Jeugdbeleid met een positieve benadering biedt jeugd een
pedagogische civil society versterken. Allemaal opvoeders
goede basis om op te groeien tot sociale en zelfredzame
is als project in 2011 afgerond. Maar in 2012 gaven we nog
burgers. Dit geldt voor zowel jongeren die normaal opgroeien
diverse lezingen en workshops over het versterken van de
als jongeren die hulp of zorg nodig hebben. Die hulp of zorg
pedagogische civil society. Zo waren we in mei in Antwerpen
zou daarom, als het enigszins kan, in een zo normaal
om ook voor Vlaamse opvoedingsondersteuners de
mogelijke opgroeicontext geboden moeten worden. In 2012
Nederlandse ideeën en werkwijzen op dit terrein over te
borduurden we voort op deze benadering binnen het over
dragen.
koepelende thema van de transitie en transformatie van de jeugdsector. We deden dit via grote evenementen, maar ook binnen diverse projecten en publicaties. Meer nog dan
…in de brede school
voorheen dacht het Nederlands Jeugdinstituut in 2012
Brede scholen zijn samenwerkingsverbanden tussen
lokaal: we brachten op lokaal en buurtniveau adviezen uit
voorzieningen voor jeugd, met een of meer scholen als
en werkten samen met gemeentelijke beleidsmedewerkers en
spil. Het gaat zowel om scholen voor primair als voortgezet
professionals aan een solide en duurzame basis voor positief
onderwijs. De meest voorkomende partners van een brede
jeugdbeleid.
school zijn de kinderopvang (bij basisonderwijs), het welzijnswerk en instellingen voor sport en cultuur. Een brede
Pedagogische omgeving versterken
school van goede pedagogische kwaliteit draagt bij aan de
Opgroeien en opvoeden vindt op diverse plekken plaats. In
jongeren in de samenleving.
het gezin, maar ook daarbuiten: in de kinderopvang en op
Het Nederlands Jeugdinstituut maakte zich de afgelopen
scholen. En ook kinderen die meer zorg nodig hebben en
jaren sterk voor een optimale kwaliteit van brede scholen
daarom – tijdelijk – verblijven in een gezinsvervangende
en de professionalisering van de beroepskrachten. Zo werd
setting worden omringd door medeopvoeders. Het Nederlands
in opdracht van de gemeente Almere in 2012 een zestal
Jeugdinstituut wil de pedagogische basis voor alle jeugd
brede scholen door het Nederlands Jeugdinstituut langs
versterken. Wij doen dat door input uit het veld te verbinden
de kwaliteitslat gelegd. Op basis van landelijke kwaliteits
met evidence based kennis. En wel zo breed mogelijk.
criteria werd de kwaliteit van samenwerking tussen de
Zo was het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking
verschillende voorzieningen en de school gemeten. Ook
met de Universiteit Utrecht sinds 2010 uitvoerder van het
legden we het activiteitenaanbod onder de loep.
programma Allemaal opvoeders. Binnen dit project werd
In Den Haag stelden we een pedagogische visie vast voor
getracht netwerken van informele steun rond gezinnen te
Brede Buurtschool O3 in de Haagse Rivierenbuurt: het
versterken en te bevorderen dat meer mensen betrokken zijn
Pedagogisch kompas brede buurtschool O3 Den Haag.
bij het opvoeden en opgroeien van kinderen. Op deze manier
We deden dit samen met de school, de betrokken
kan een bijdrage geleverd worden aan een positieve sociale
welzijnsorganisatie en de kinderopvangorganisatie. In
omgeving voor kinderen, is het idee erachter. Het kan de
aanloop naar de nieuwbouw van een multifunctioneel
talentontwikkeling en sociale participatie van kinderen en
13
14
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Samen opvoeden en opgroeien
gebouw werden op basis daarvan een aantal concrete
…en in de jeugdzorg
acties voorbereid en uitgevoerd. Denk daarbij aan een
Omdat het voor kinderen en jongeren die langdurig niet
educatieve activiteit voor kinderen rondom de bouw en de
thuis kunnen wonen en gespecialiseerde zorg nodig hebben,
versterking van de inhoudelijke samenwerking tussen
meestal beter is als zij kunnen opgroeien in een gezins
de partners en buurtbewoners. Beide opdrachten waren
situatie met mensen die zich bij hen betrokken voelen en
meerjarenopdrachten en gericht op brede scholen in het
aan wie zij zich kunnen hechten, onderzocht het Nederlands
primair onderwijs.
Jeugdinstituut de mogelijkheden die hieraan tegemoet kunnen komen. Dit gebeurde onder andere in de kenniskring
…in de kinderopvang
Pleegzorg en de ontwikkeling van een kennisagenda waarin
Natuurlijk zijn ook pedagogisch begeleiders in de kinder
langdurig uithuisgeplaatste kinderen. Hiermee sluiten we
opvang continu bezig met het opgroeien en opvoeden van
aan bij beoogde vernieuwing die de zorg voor jeugd moet
kinderen. Het Nederlands Jeugdinstituut vindt dat ook in
ondergaan.
de kinderopvang een optimaal pedagogisch klimaat moet
Ook voor kinderen die – tijdelijk – in instellingen wonen of
heersen, een klimaat waar uitgegaan wordt van talenten en
in gezinshuizen is het cruciaal dat het pedagogische klimaat
kansen maar waar ook alert en vakkundig wordt gereageerd
positief is en uitgaat van hun kansen en talenten. Het
als er hulp of zorg voor kinderen en gezinnen nodig is.
Nederlands Jeugdinstituut wil ook op dit terrein vruchtbare
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft
ondersteuning bieden. We organiseerden daarom onder
aangegeven gerichter te gaan inspecteren op de pedagogische
meer samen met de Rudolphstichting en Gezinshuis.com de
kwaliteit van de kinderopvang. Naar aanleiding daarvan
kenniskring Gezinshuizen in de jeugdzorg. Vragen als welk
ontwikkelde GGD Nederland het instrument Observeren
doel plaatsing in een gezinshuis dient, waren inzet van een
pedagogische praktijk. Wij schreven er een werkinstructie
uitwisseling van ervaringen en ideeën. Maar minstens zo
en een theorie- en begrippenkader bij. Vanaf 1 januari 2012
belangrijk was de vraag welke ondersteuning gezinshuis
konden inspecteurs in de kinderopvang het instrument
ouders nodig hebben om geplaatste jeugdigen op te voeden.
gebruiken. Om hen te informeren over de pedagogisch-
De bevindingen werden verwoord in de publicatie Gezins
theoretische basis en te oefenen met het daadwerkelijk
huizen in de jeugdzorg. De kennis verzameld en de stand
observeren met behulp van dit instrument, verzorgden wij
van zaken.
een aantal vragen centraal staat rond het opgroeien van
een reeks trainingsdagen. 240 inspecteurs werden op deze wijze bijgeschoold. De feedback uit de trainingsdagen zijn
En dan worden er in Nederland jaarlijks ook nog tussen
de inzet voor een verbetertraject.
de 500 en 1000 kinderen geadopteerd. Adoptie is vooral
Voor de ontwikkeling en het welbevinden van kinderen is
bedoeld om kinderen te laten opgroeien in een permanent
niet alleen een goed pedagogisch leefklimaat in de reguliere
gezinsverband als ze niet door hun eigen ouders of familie
kinderopvang van belang. Dit geldt evenzeer voor kinderen
opgevoed kunnen worden. In het nieuwe webdossier
die door gastouders worden opgevangen. Gastouderopvang
Adoptiegezin is onder andere te vinden wat de gevolgen
is niet te vergelijken met opvang in kindercentra. Daarom is
van adoptie zijn voor de ontwikkeling van de kinderen en
het belangrijk dat de branche een eigen pedagogisch kader
welke wetten en regels er zijn. Dit dossier gaat vooral over
krijgt. In opdracht van het Bureau Kwaliteit Kinderopvang
adoptie van kinderen uit het buitenland.
(BKK) gingen we daarom samen met het Kohnstamm Instituut aan de slag met de ontwikkeling van een Pedagogisch kader voor de gastouderopvang, dat in
EC O3
2012 voltooid was.
Op alle genoemde terreinen is het van belang om weten
Daarnaast keken we ook naar de gastouders. Zij moeten
schap, praktijk en beleid te verbinden. Als het gaat om
immers zorgen voor een optimaal pedagogisch klimaat in
ontwikkeling, opvang en onderwijs van kinderen in de
de uren dat kinderen bij hen zijn. Om ze daarbij te helpen
leeftijd van 0-12 jaar fungeert Expertisecentrum
verscheen het boek WerkenderWijs! Aan de slag met een
Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs voor 0-12 jarigen
persoonlijk pedagogisch plan. Dit boek geeft informatie
(EC O3) als spil hierin. EC O3 bevordert, bundelt en
over de manier waarop een gastouder een eigen pedagogisch
verspreidt kennis en vertaalt wetenschappelijk
werkplan kan maken: een plan van aanpak dat houvast geeft
onderzoek naar de praktijk zodat het toegankelijk
bij beslissingen die een gastouder neemt in de omgang met
wordt voor professionals en managers werkzaam bij
kinderen en hun ouders.
kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, basisscholen
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Samen opvoeden en opgroeien
en beleidsmakers op lokaal en landelijk niveau en voor
kind. De vraag is hoe je zo’n positief groepsklimaat kunt
onderzoekers. EC O3 is een initiatief van het Kohnstamm
creëren. Dit dossier geeft antwoorden. Het is gericht op
Instituut, Sardes en het Nederlands Jeugdinstituut. Wij
professionals die werken met kinderen tot twaalf jaar in de
onderhielden ook in 2012 de website van dit
kinderopvang, maar ook relevant voor beroepskrachten die
expertisecentrum.
werken met andere groepen kinderen. Het dossier is online sinds november 2012. Aanvullend ontwikkelden we een
Week van de Opvoeding
training voor het werken met groepen in de buitenschoolse opvang.
Als er over opvoeding wordt gesproken, gaat het meestal over problemen. De Week van de Opvoeding wil hierin verandering brengen en op een positieve manier aandacht
Over de grens
geven aan vragen rond opvoeding en het gesprek over
Ook als het gaat om opvoeding en opgroeien, kijkt het
opvoeden stimuleren. Na de eerste landelijke week in 2011
Nederlands Jeugdinstituut naar inspirerende voorbeelden
lijkt de Week van de Opvoeding uitgegroeid te zijn tot een
in andere landen. Van 10 tot 12 oktober 2012 organiseerde
waar fenomeen. In 2012 vond deze week van 1 tot 7 oktober
het Nederlands Jeugdinstituut samen met de Universiteit van
plaats. Honderden lokale organisaties organiseerden tijdens
Amsterdam een internationale conferentie over opvoedings
de Week van de Opvoeding meer dan 1400 activiteiten voor
ondersteuning onder de naam Think Parents! Meer dan 170
ouders en kinderen in het hele land. De lokale invulling
deelnemers uit 25 landen name eraan deel. Think Parents!
van de Week van de Opvoeding lag bij de afzonderlijke
bracht professionals, onderzoekers en beleidsmakers op
organisatoren. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunde
lokaal, nationaal en Europees niveau bij elkaar.
en faciliteerde deze organisatoren. We deden tevens de
We waagden eveneens een blik over de grens voor inspiratie
coördinatie van deze landelijke week. In dit alles werden we
op het gebied van positief jeugdbeleid. Want wat zijn nu de
bijgestaan door een speciale initiatiefgroep met vijftien leden.
onderliggende principes en waarden van positief jeugd
Samen met deze groep ontplooide het Nederlands Jeugd
beleid? Om daarover van gedachten te wisselen organiseerde
instituut een aantal initiatieven, zoals een grote gele
het Nederlands Jeugdinstituut in het najaar van 2012 het
Opvoedbus die door het land toerde tijdens de week. In
Peer learning seminar te Rotterdam. Samen met collega’s
de bus konden ouders, kinderen en jongeren verschillende
uit Duitsland, Frankrijk, Tsjechië, Vlaanderen, Zweden en
activiteiten doen: de allerkleinsten luisterden naar korte
Litouwen zochten Nederlandse vertegenwoordigers van
verhaaltjes, jongeren maakten hun ouders wegwijs in de
lokale overheden er naar een gedeelde visie.
wereld van de sociale media door hen een workshop Twitter of Facebook te geven.
Webdossiers En dan waren er natuurlijk nog een aantal webdossiers die in 2012 gepubliceerd werden. Sinds maart 2012 is het dossier Vrijwillige Inzet online. Vrijwilligerswerk is belangrijk, ook als het gaat om opvoeden. Door de vrijwillige inzet van ouders of jongeren onder elkaar of van buurtbewoners voor de kinderen uit de buurt, kan de sociale omgeving van gezinnen versterkt worden. Dit dossier laat zien dat er in het jeugdbeleid meer aandacht komt voor vrijwillige inzet bij de ondersteuning van gezinnen. Het bevat tal van beschrijvingen van goede praktijkvoorbeelden. Het dossier is tot stand gekomen in het kader van het ZonMw-programma Vrijwillige Inzet voor en door jeugd en gezin (2009-2012). Hiernaast verscheen het dossier Werken met groepen. Kinderen verblijven een groot deel van de tijd in een groep: op school, op de kinderopvang, bij sportclubs. Een positief groepsklimaat kan cruciaal zijn voor de ontwikkeling van een
15
16
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien
3
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien
Veilig opgroeien Met de decentralisatie van het jeugdstelsel wordt de gemeente de eerst verantwoordelijke voor de keten van jeugdzorg. De aanpak van kindermishandeling hoort daarbij. In 2012 sloot het Nederlands Jeugdinstituut verschillende activiteiten op het gebied van de aanpak van kindermishandeling af maar zette ook nieuwe projecten op. Verder verbreedden we het thema kindveiligheid naar onder meer de kinderopvang en sloten we met dit thema aan bij de transitie en transformatie van het jeugdstelsel.
Kindermishandeling, verwaarlozing en (seksueel) misbruik
hoofdstuk 5). Op basis van bestaande bevolkingsstatistieken
van kinderen komt in alle lagen van de samenleving voor. Het
en landelijke schattingen maken we met deze monitor tot op
is daarom noodzakelijk dat professionals die met kinderen
gemeenteniveau een schatting van de prevalentie van kinder
werken, alert zijn, signalen herkennen en weten hoe te
mishandeling. Deze cijfers worden vergeleken met het
handelen. In 2013 stemde de Tweede Kamer in met een nieuw
aantal adviezen, consulten en meldingen die bij het AMK
wetsvoorstel waardoor het gebruik van de meldcode huiselijk
binnenkomen. Hierdoor ontstaat een beeld van hoe vaak
geweld en kindermishandeling verplicht gaat worden. Het
kindermishandeling in een bepaalde gemeente gemeld
Nederlands Jeugdinstituut liep in 2012 alvast vooruit op
wordt. Op grond van deze gegevens kunnen gemeenten hun
deze verplichting en ondersteunde een deugdelijke aanpak van
beleid zo nodig bijsturen. De planning is dat de monitor in
kindermishandeling en misbruik. Net als alle andere thema’s
het voorjaar van 2013 gereed is.
deden we dit instituutsbreed: kindermishandeling is binnen het Nederlands Jeugdinstituut een zaak van iedereen.
Stoppen en helpen
Afronding Regionale aanpak kindermishandeling
Een product van RAK waarop veel goede reacties kwamen,
Van 2008 tot 2010 werkte het Nederlands Jeugdinstituut
beschrijft het ontstaan en de gevolgen van kinder
samen met 37 regio’s aan de invoering van de Regionale
mishandeling en laat zien wat uit onderzoek bekend is
aanpak kindermishandeling, ook wel RAK genoemd.
over effectieve hulp en intersectorale samenwerking. Deze
Doel van dit programma was om kindermishandeling
publicatie, die tijdens de conferentie Niets doen blijft geen
zoveel mogelijk te voorkomen, zo snel mogelijk te signaleren,
optie (september 2012) is gepresenteerd, werd door zowel
vermoedens te onderzoeken, kindermishandeling te stoppen
medewerkers op het gebied van beleid als professionals in
en de schadelijke gevolgen te beperken. Ook in 2011 en 2012
het veld warm ontvangen. Op diezelfde conferentie werd de
ging het Nederlands Jeugdinstituut verder met de Regionale
balans opgemaakt van wat er de afgelopen jaren tot stand is
aanpak kindermishandeling, toepasselijk RAK 2 genoemd.
gebracht in de aanpak van kindermishandeling, en wat er
Nadat in voorgaande jaren gewerkt werd aan een sluitende
nog moet gebeuren om de beoogde integrale aanpak kinder
aanpak van kindermishandeling in heel Nederland, richtten
mishandeling verder te ontwikkelen.
was de publicatie van het boek Stoppen en helpen. Een adequaat antwoord op kindermishandeling. Het boek
we ons in 2012 op het borgen en verder ontwikkelen van de plannen, instrumenten en samenwerkingsafspraken die in dit kader gemaakt zijn. Dit gebeurde met financiële steun
Zorgvuldig beslissen
van de Bernard van Leer Foundation.
Elke professional die met kinderen of ouders werkt neemt
Zo ontwikkelden we in 21 pilotgemeenten een monitor
beslissingen over de hulp of bescherming die nodig is zodat
aanpak kindermishandeling – de RAK-monitor (zie ook
kinderen veilig kunnen opgroeien. Dit moet zorgvuldig
17
18
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien
gebeuren met een zo helder mogelijke onderbouwing.
en justitie. Volgens deze wet dient elke organisatie die met
Gemakkelijk is dat niet, zeker als de veiligheid van het kind
kinderen en ouders werkt een meldcode te gebruiken: een
(mogelijk) in het geding is. Het Nederlands Jeugdinstituut
protocol of stappenplan dat houvast biedt bij het signaleren
ontwikkelde diverse producten, instrumenten en trainingen
en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling,
rondom het thema ‘zorgvuldig beslissen’. Al eerder
waaronder seksueel misbruik van kinderen. Om vooruit te
ontwikkelden we een werkwijze waarmee beroepskrachten
lopen op het gebruik van de meldcode ondersteunden we
van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s)
diverse bewegingen.
vermoedens van kindermishandeling kunnen beoordelen en
Volgens de aankomende wet moeten organisaties die
een goede afweging kunnen maken over de vervolgstappen:
met ouders en kinderen werken, beschikken over een
ORBA (Onderzoek Risicotaxatie Besluitvorming AMK’s),
aanspreekpunt voor een ieder die kindermishandeling
waarmee inmiddels alle AMK’s werken. In 2011 deden het
vermoedt of ermee geconfronteerd wordt. Deze aandachts
Nederlands Jeugdinstituut en de Radboud Universiteit
functionarissen kindermishandeling zijn verenigd in de
Nijmegen effectonderzoek naar de werkwijze. Daaruit kwam
Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kinder
naar voren dat de kwaliteit van de besluitvorming sinds de
mishandeling (LVAK). Na een periode van vrijwillige inzet
invoering van ORBA significant verbeterd is. In januari 2012
kwam het LVAK in 2012 zowel financieel als organisatorisch
werd er aan dit onderzoek een minisymposium gewijd onder
op eigen benen te staan. In het kader van RAK 2 begeleidde
de titel Beter beslissen over kindermishandeling.
het Nederlands Jeugdinstituut deze verzelfstandiging.
Om zorgvuldig te beslissen kunnen gestructureerde vragen lijsten een goed hulpmiddel zijn. De LIRIK – online – is een
Volgens de nieuwe wet moet er ook melding gemaakt worden
checklist die dient als aanvulling op kennis en ervaring van
bij vermoedens van seksueel misbruik. Diverse schandalen in
professionals. In 2012 werd het hulpmiddel maar liefst 750
de afgelopen jaren, waarvan de meeste geruchtmakende het
keer gedownload van onze site. De achtergrond en het gebruik
misbruik van Robert M. in een Amsterdams kinderdagverblijf
van de LIRIK kwam bovendien in 2012 aan bod in diverse
was, tonen dat beroepskrachten in de kinderopvang niet altijd
trainingen over zorgvuldig beslissen in onveilige situaties.
weten wat ze moeten doen als ze vermoeden dat een collega een kind misbruikt. In het rapport Preventie van seksueel
VoorZorg verbetert kindveiligheid
misbruik in de kinderopvang dat in 2012 verscheen
VoorZorg is een programma dat in 26 Nederlandse gemeenten
medewerkers in kinderdagverblijven en de buitenschoolse
uitgevoerd wordt ter ondersteuning van gezinnen met veel
opvang. Aan de orde komen onder andere de werkwijze van
risico’s op opvoedingsproblemen. Speciaal hiervoor getrainde
de plegers en de gevolgen voor de kinderen. Daarnaast geven
jeugdverpleegkundigen gaan op huisbezoek bij (aanstaande)
de auteurs dertien maatregelen die organisaties in kunnen
moeders van een eerste kind tot het kind twee jaar is. Samen
zetten om misbruik te voorkomen en te signaleren. Ze geven
werken ze aan de gezondheid van de moeder en haar rol als
tevens een plan van aanpak om deze maatregelen in te voeren.
opvoeder maar ook aan de veiligheid van de directe omgeving
De informatie is gebaseerd op bijeenkomsten van de
van moeder en kind. Het Nederlands Jeugdinstituut verzorgt
kenniskring Seksueel misbruik, die het Nederlands
al enkele jaren de opleiding van de zogenoemde VoorZorg
Jeugdinstituut in 2012 organiseerde. Deze kenniskring
verpleegkundigen. Daarnaast ontwikkelen we materialen
bestond uit beroepskrachten, opleiders, deskundigen en
voor en maken we evaluaties van het programma.
beleidsmakers uit de kinderopvang plus onderzoekers en
In 2007 startte het VU medisch centrum (VUmc) een
deskundigen op het gebied van seksuele opvoeding,
onderzoek naar de effectiviteit van VoorZorg. Uit de tussen
kindermishandeling en seksueel misbruik.
rapportage die in 2012 verscheen, blijkt niet alleen dat de
Daarnaast werd de publicatie Kindermishandeling:
juiste doelgroep wordt bereikt maar ook dat huiselijk geweld
signaleren en handelen. Basisinformatie voor mensen die
door de interventie afneemt tijdens de zwangerschap en tot
werken met kinderen geheel geactualiseerd en afgestemd
twee jaar daarna. Ook de deelneemsters zelf gebruikten
op de laatste ontwikkelingen rond de nieuwe wet. Het boek
minder geweld.
geeft onder meer een stappenplan bij vermoeden van kinder
bundelden we informatie over seksueel misbruik door
mishandeling voor professionals die met ouders en kinderen
Meldcode
werken.
In 2013 stemde de Tweede Kamer in met een nieuw wetsvoorstel waardoor het gebruik van de meldcode huiselijk
Aandacht in beroepsopleidingen
geweld en kindermishandeling verplicht gaat worden. De
In 2011 deed het Nederlands Jeugdinstituut een inven
wet zal gelden voor de sectoren gezondheidszorg, onderwijs,
tarisatie naar de aandacht voor kindermishandeling en
kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg
huiselijk geweld in medische beroepsopleidingen. Daaruit
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien
bleek dat driekwart van de medische opleidingen in het
normen en criteria vast waaraan een veilige school zou
onderwijsprogramma aandacht aan het thema kinder
moeten voldoen. En we ontwikkelden een school over
mishandeling besteedt. In 2012 verschenen de bevindingen
stijgende monitor die het mogelijk maakt scholen met elkaar
ervan in het rapport Aandacht voor kindermishandeling
te vergelijken. Het project kreeg de titel Auditing veilige en
en huiselijk geweld. Inventarisatie onder opleidingen voor
zorgzame leeromgeving.
medische beroepen. Deze inventarisatie was aanleiding voor onder meer een tweetal expertmeetings. Als vervolg op de eerste inventarisatie coördineren we een
Kinderbescherming
vervolginventarisatie bij niet-medische opleidingen, met
Als kinderen niet veilig kunnen opgroeien bij hun ouders, is
name die voor sociale dienstverlening en de onderwijssector.
soms uithuisplaatsing noodzakelijk. Uithuisplaatsing van
We probeerden hierin antwoord te krijgen op vragen als:
kinderen is een ingrijpende beslissing die hulpverleners niet
‘Op welke manier besteden de opleidingen aandacht aan
zomaar kunnen nemen. Het dossier Uithuisplaatsing dat in
het thema huiselijk geweld en kindermishandeling?’
2012 online ging, geeft een overzicht van de regelgeving, de
De inventarisatie wordt gedaan door het Nederlands
belangrijkste voorzieningen en wat werkt bij uithuisplaatsing.
Jeugdinstituut in samenwerking met TNO, MOVISIE en
De kinderbescherming stond centraal in de tweede Mulock
onderwijs-expertise-organisatie M&O-groep en zal in het
Houwer-lezing die het Nederlands Jeugdinstituut samen
najaar van 2013 afgerond zijn.
met het Kinderrechtenhuis sinds 2011 organiseert. In zijn betoog pleitte Adri van Montfoort – jurist, pedagoog, lector
Kindveiligheid op school
aan de Hogeschool Leiden en oprichter van adviesbureau
Een kind moet zich niet alleen veilig kunnen voelen bij zijn
in de kinderbescherming.
Van Montfoort – voor de terugkeer van het burgerinitiatief
ouders, op het kinderdagverblijf maar zeker ook op school. Om kinderen optimaal te laten opgroeien is het van belang dat er op school een veilig klimaat heerst. Dat is lang niet
Over de grens
altijd zo. Kinderen worden gepest of ouders reageren
Hoe Nederland kindermishandeling aanpakt en wat de stand
agressief op leerkrachten. En uit angst voor reputatieschade
van zaken is op dat gebied kreeg, zijn weerslag in een speciale
vragen scholen niet snel hulp bij problemen met veiligheid.
Engelstalige publicatie met de titel Combating child abuse
Het Nederlands Jeugdinstituut helpt scholen bij het creëren
and neglect in The Netherlands. Dit Engelstalige rapport
van een veilige schoolomgeving. Zo konden scholen van
beschrijft de aanpak van kindermishandeling in Nederland.
2008 tot 2011 kosteloos een beroep doen op regionale
De gehele keten komt aan de orde: van preventie tot
Kwaliteitsteams Veiligheid, die het Nederlands Jeugd
signalering en van melding tot hulpverlening. Het
instituut in opdracht van het ministerie van Onderwijs,
Nederlandse rapport is onderdeel van de publicatie
Cultuur en Wetenschap had opgezet. Dit meerjarenproject
Combating child abuse and neglect in Germany, Hungary,
startte in 2008 en werd in 2012 afgerond. Op verzoek van
Portugal, Sweden and The Netherlands. Dit rapport geeft
schooldirecties vond er in deze periode onderzoek,
een goed overzicht van de verschillen tussen de diverse
advisering en consultatie plaats op 1700 scholen in het
aanpakken van kindermishandeling. Terwijl in Nederland
basis-, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs.
verschillende organisaties verantwoordelijk zijn voor jeugd
Onafhankelijk – extern – evaluatieonderzoek liet duidelijke
zorg en jeugdbescherming, ligt in Zweden en Duitsland de
effecten zien van de ondersteuning, alsmede waardering door
verantwoordelijkheid hiervoor bij één overheidsorganisatie,
de scholen.
om een voorbeeld te noemen.
Daarnaast ondersteunden we de gemeente Amsterdam
De publicatie werd geschreven in het kader van het Daphne
bij het bereiken van een zo veilig en zorgzaam mogelijke
project Prevent and Combat Child Abuse: What works?
schoolomgeving op middelbare scholen. De gemeente had
An overview of regional approaches, exchange and
in de jaren ervoor diverse audits gedaan bij zeventien
research. Doel van dit grootschalige Europese project is
Amsterdamse middelbare scholen. Aan het Nederlands
om theoretische en praktische kennis uit diverse Europese
Jeugdinstituut werd gevraagd om een verificatie-audit te
landen over wat nu echt werkt in de aanpak van kinder
doen waaruit zou blijken in hoeverre verbeteringen zijn
mishandeling uit te wisselen. Het Daphne project werd
doorgevoerd. Deze audit vond plaats in november 2012.
gefinancierd door de Europese Commissie. In het project
De gemeente Amsterdam vroeg ons tevens om, op basis van
werkten we samen met het Verwey-Jonker Instituut en met
de uitkomsten van eerdergenoemde audits een monitor te
organisaties uit Duitsland, Hongarije, Portugal en Zweden.
ontwikkelen. Zo ontstond in 2012 een Amsterdamse monitor
Het Nederlands Jeugdinstituut deed de coördinatie.
Schoolveiligheid waarmee een schoolomgeving te meten en te beoordelen is op veiligheid en zorgzaamheid. We stelden
19
20
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Zorg rondom gezin en school
4
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Zorg rondom gezin en school
Zorg rondom gezin en school 2012 was het jaar van de transitie van afzonderlijke voorzieningen rondom de ontwikkeling en opvoeding van kinderen naar een bundeling van krachten, onder meer binnen de Centra voor Jeugd en Gezin. In 2012 werd ook de Wet passend onderwijs aangenomen. Het Nederlands Jeugdinstituut zette kennis en expertise in om (passend) onderwijs en zorg zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten.
Opgroeien en opvoeden gaan niet altijd vlekkeloos. Soms
met de landelijke implementatie van de Triple P module
hebben ouders en andere (mede)opvoeders een duwtje in
Stepping Stones. Deze module is bedoeld voor ouders van
de rug nodig. Centraal bij de zorg rondom het gezin staan de
kinderen van 0-12 jaar met een handicap of beperking
Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). In de beweging van alle
als downsyndroom, autisme, PPD-NOS of ADHD.
vormen van jeugdhulp naar gemeenten lijkt het erop dat het
Triple P kan op verschillende niveaus gebruikt worden.
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) de uitvoerder van de
Een nieuwe module is Triple P ConnXionz, een interventie
jeugdgezondheidszorg (het consultatiebureau) en de eerste
systeem voor groepsleiders in residentiële inrichtingen waar
lijns jeugdhulp is gaan worden. Daarnaast is in diverse
kinderen en tieners met sociale, emotionele en (potentiële)
gemeenten wijk gebonden (opvoed)hulp en zorg aan een
gedragsproblemen behandeld verblijven. In 2012 begon het
opmars bezig. Een voorbeeld daarvan is het project
Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking met het
Buurtzorg Jong, een initiatief van Buurtzorg waarmee
Trimbos-instituut en Triple P International een onderzoeks
inmiddels in Amersfoort en Enschede ervaring is opgedaan.
pilot bij instelling voor Jeugd en Opvoedhulp De Rading in
In dit project krijgen gezinnen die problemen hebben één
Amersfoort. Dit onderzoek is niet alleen in Nederland maar
vertrouwde hulpverlener die ook betrokken blijft, als er
ook internationaal gezien het eerste onderzoek naar de
gespecialiseerde zorg ingeschakeld wordt. Het project
effectiviteit van het programma.
kreeg een van de Nationale Jeugdzorgprijzen van 2012.
Opvoedingsondersteuning
Echtscheiding en omgang Ieder jaar krijgen in ons land meer dan 70.000 kinderen te
Een dragende pilaar in het hulpaanbod van gemeenten
horen dat hun ouders uit elkaar gaan. Omgangsbegeleiding
als het gaat om opvoeding vormen de diverse opvoed
leert ouders om hun ouderschap te blijven vervullen en de
programma’s, zoals Triple P. Dit opvoedprogramma is
nare gevolgen van de scheiding zoveel mogelijk te beperken
inmiddels landelijk een fenomeen. Eind 2012 zijn ruim
voor hun kinderen. Samen met het Nederlands Jeugd
11.000 professionals getraind en is Triple P opgenomen
instituut namen vijf instellingen voor jeugdzorg het initiatief
in het aanbod van 204 Nederlandse gemeenten. Er gingen
om wetenschappelijke kennis over scheiding en praktische
bovendien in 2012 twee nieuwe websites online: de algemene
ervaringen met omgangsbegeleiding te bundelen en de
website www.triplep-nederland.nl, bedoeld voor instellingen
methodiek Ouderschap Blijft te schrijven. Er verschenen
en gemeenten die Triple P aan willen bieden.
twee methodiekhandleidingen onder die noemer; één voor
De site www.positiefopvoeden.nl/beroepskracht is dan weer
intensieve omgangsbegeleiding en één voor Centra voor
gericht op professionals die werken met Triple P. Ze kunnen
Jeugd en Gezin. Om ervoor te zorgen dat de werkwijze breder
er informatie, tips en materialen vinden die hen kunnen
verspreid raakt in Nederland en de kwaliteit daarbij
ondersteunen bij het uitvoeren van programma’s als Positief
behouden blijft is in 2012 de Vereniging Omgangs
Opvoeden en Triple P.
KennisKring (OKK) opgericht, bestaande uit de instellingen
We hebben Triple P tevens verbreed. In maart startten we
die Ouderschap Blijft uitvoeren. Concreet houdt dit in dat
21
22
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Zorg rondom gezin en school
organisaties vertegenwoordigd zijn in een stuurgroep en een
intrede doet. Volgens deze wet, die in oktober 2012 werd
projectgroep. In de stuurgroep zitten bestuurders van de
aangenomen, hebben scholen vanaf 1 augustus 2014 een
aangesloten instellingen. De projectgroep bestaat uit
wettelijke zorgplicht. Dat betekent dat ze een passende
vertegenwoordigers van de organisaties en wordt onder
plek dienen te vinden voor alle leerlingen – ook voor die
steund door het Nederlands Jeugdinstituut. De projectgroep
leerlingen die meer aandacht nodig hebben – binnen het
houdt zich naast communicatie over Ouderschap Blijft bezig
samenwerkingsverband van de school. Ofwel: om alle
met doorontwikkeling van en onderzoek naar de methodiek.
leerlingen binnen boord te houden, moet het onderwijs de
Daarnaast organiseren we studiedagen voor uitvoerders van
expertise en ondersteuning van zorgpartners aan het
de methodiek. In 2012 leidde het Nederlands Jeugdinstituut
onderwijs kunnen koppelen.
acht trainers op, die op hun beurt weer nieuwe uitvoerders
Een voorbeeld hiervan is de reboundvoorziening. Deze
van Ouderschap Blijft trainen.
voorziening biedt tijdelijke opvang aan leerlingen met gedragsproblemen voor wie de zorg, die de eigen middelbare
Echtscheiding was ook een onderwerp bij de hiervoor
school kan bieden, niet langer toereikend is. De leerling volgt
genoemde verbreding van Triple P. We ontwikkelden een
een programma waarin onderwijs en gedragsbeïnvloeding
speciale module om ouders in echtscheidingssituaties te
centraal staan, met het doel zo snel mogelijk terug te keren
ondersteunen bij het maken van die overgang en het
in het reguliere onderwijs. Het Nederlands Jeugdinstituut
herstellen van de opvoedbalans: Triple P Family Transitions.
is vanaf begin af aan betrokken bij de ontwikkeling en
In 2012 liep een pilotstudie waarin professionals uit het hele
inhoudelijke programmering van reboundvoorzieningen.
land werden opgeleid om Triple P Family Transitions in de
In februari 2012 organiseerden we voor de zevende keer de
praktijk te brengen. 55 professionals werkzaam bij 22
landelijke reboundconferentie. Opnieuw kwamen ongeveer
instellingen haalden hun certificaat. Tijdens deze pilot
250 rebounddocenten, trainers en gedragswetenschappers
onderzoekt het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking
in Amersfoort bij elkaar voor levendige discussies en
met het Trimbos-instituut de nieuwe module in het veld. De
workshops.
resultaten van dit onderzoek, dat nog doorloopt in 2013, worden in het voorjaar van 2014 verwacht.
Doeltreffende samenwerking
Zorg rondom de school
Nog meer dan voorheen komt de nadruk te liggen op een
Net als voorgaande jaren vormt het Nederlands Jeugd
partners onderling – het ZAT en het CJG bijvoorbeeld –
instituut het landelijk steunpunt voor de ontwikkeling van
maar ook tussen de school en ouders. Immers: positief en
zorg- en adviesteams. Nagenoeg elke school in het primair,
regelmatig contact tussen school en ouders – een partner
voortgezet, speciaal en beroepsonderwijs kon in 2012
schap – bevordert de ontwikkeling en het leren van kinderen.
gebruik maken van een zorgteam of een zorg- en adviesteam
In 2012 publiceerden we de handreiking Samenwerken met
(ZAT). Het eerste is een multidisciplinair team op school
ouders in het voortgezet onderwijs, waarin beschreven
niveau, het tweede een multidisciplinair team dat vaak
wordt waarom en op welke momenten partnerschap
bovenschools wordt georganiseerd. In beide teams werken
belangrijk is.
professionals uit het (speciaal) onderwijs, de jeugd
De Wet passend onderwijs heeft tevens als gevolg dat
gezondheidszorg, het (school)maatschappelijk werk, de
scholen meer moeten gaan samenwerken met gemeenten.
jeugdzorg en waar nodig de leerplichtambtenaar en politie
Van cruciaal belang gaat het Op Overeenstemming Gericht
structureel samen. De teams bieden ondersteuning en hulp
Overleg (OOGO) zijn, een overleg tussen de samenwerkings
aan kinderen, hun ouders en de school bij (vermoedens)
verbanden en gemeenten over het ondersteuningsplan voor
van sociaal-emotionele, gedrags- of ontwikkelingsproblemen.
passend onderwijs. Gemeenten dienen hierbij de eigen
Door zorgteams en ZAT’s kunnen meer kinderen vroeg
plannen voor de zorg voor jeugd te betrekken. In 2012 droeg
tijdiger, effectiever en efficiënter hulp krijgen. Omdat bijna
het Nederlands Jeugdinstituut bij aan de handreiking De
alle kinderen in Nederland naar school gaan, zijn scholen
verbinding passend onderwijs en zorg voor jeugd. Daarin
daarom de vindplek voor kinderen met eventuele problemen.
staan inhoudelijke bouwstenen voor dit te voeren Op
Een zorg- en adviesteam valt of staat bij een goede samen
Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO). De handreiking
werking. Niet alleen als het gaat om de teamleden onderling,
biedt daarnaast handvatten voor een optimale samenwerking
maar ook in het contact met andere partijen: het
tussen onderwijs en gemeenten. We schreven de handreiking
maatschappelijk werk of de Centra voor Jeugd en Gezin om
samen met adviesbureau Oberon, in opdracht van de VNG,
twee voorbeelden te noemen. Een probleem komt immers
de PO- en VO-Raad.
bijna nooit alleen. Samenwerking met (externe) partijen gaat
Als het gaat om de begeleiding van de zorg in en om het
nog belangrijker worden als de Wet passend onderwijs zijn
speciaal onderwijs werkten we samen met LECSO, de
snelle en doeltreffende samenwerking. Tussen de keten
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Zorg rondom gezin en school
organisatie van cluster 3 en 4 scholen in het speciaal onderwijs. De inzet van dit project is het versterken van de commissie van begeleiding van iedere school voor voortgezet en lager speciaal onderwijs en het bevorderen van effectieve samenwerking met jeugdzorg, de jeugd-ggz en overige partners. Voor leerlingen die meer nodig hebben dan alleen speciaal onderwijs, helpen we school en partners bij het ontwikkelen van onderwijs-zorgarrangementen.
Verbinding In al deze nieuwe ontwikkelingen neemt het Nederlands Jeugdinstituut een unieke positie in. Zowel bij de transitie en transformatie van de zorg voor jeugd als binnen de ontwikkeling naar passend onderwijs worden wij als een onafhankelijke ontwikkelingspartner ervaren. Hierdoor kunnen we verschillende velden verbinden en zo zorgen voor een optimaal brede zorg en ondersteuning voor jeugdigen, gezinnen en professionals. Binnen de verschillende parallelle bewegingen rondom de Centra voor Jeugd en Gezin en het passend onderwijs lijken wijkteams een nadrukkelijke rol te gaan spelen. Het idee van de generalistische werker in de eerste lijn die op buurtniveau contacten legt en die waar nodig specialistische hulp, de school, jeugdzorg en al die andere partijen die samenwerken in de zorg rondom een gezin kan inschakelen, is veelbelovend.
23
24
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Naar meer effectiviteit
5
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Naar meer effectiviteit
Naar meer effectiviteit Uitgaan van ‘wat werkt’ doen we al jaren op gebied van positief jeugdbeleid, de jeugdzorg en de zorg in en rondom gezinnen en het onderwijs. In het licht van de transitie naar gemeenten en de inhoudelijke verandering van het jeugdstelsel – met daarbinnen de veranderingen als gevolg van de Wet passend onderwijs – werd in 2012 onze kennisfunctie verbreed naar het werkveld waar onderwijs en jeugdzorg samenkomen.
De basis van het Nederlands Jeugdinstituut is kennis. Wij
schap, praktijk en beleid en is inhoudelijk niet verbonden
gebruiken wetenschappelijke studies en gegevens, doen
aan het Nederlands Jeugdinstituut. Wel beheren we de
tevens zelf onderzoek, valideren kennis en verspreiden onze
databank in samenwerking met diverse partners en
bevindingen. We doen dat altijd in wisselwerking met de
ondersteunen we ontwikkelaars van interventies bij het
praktijk en door te luisteren naar deskundigen in de jeugd
beschrijven van hun interventie. In 2012 mochten we de
sector. Sleutelwoorden daarbij zijn kwaliteit en effectiviteit.
182e interventie bijschrijven.
Daar zijn we al heel lang mee bezig in het kader van het
In 2011 werd het erkenningstraject – de procedure die
Kennisprogramma Jeugd. Immers: voor alle betrokkenen
interventies moeten doorlopen om beoordeeld en al dan niet
in de jeugdsector – kinderen, ouders en professionals die
erkend te worden – grondig geëvalueerd door Consument en
met kinderen en jongeren werken – is het van cruciaal
Veiligheid (nu VeiligheidNL), de Vrije Universiteit en de
belang dat hetgeen ze doen en de werkwijzen die
uitvoerende instituten. Doel was om zowel het proces als het
ze gebruiken, doel treffen.
resultaat van het erkenningstraject onder de loep te nemen. De onderzoekers consulteerden hiervoor uitgebreid alle
Kennis inventariseren, valideren en verspreiden
betrokken partijen, waaronder de leden van de erkennings
Het Nederlands Jeugdinstituut beheert diverse databanken.
Evaluatie van het erkenningstraject voor interventies
Daarin staan methoden, werkwijzen en interventies op
verscheen in 2012. Het erkenningstraject werd breed
diverse terreinen, van methodieken voor de kinderopvang tot
gewaardeerd, zo bleek uit de evaluatie. Het traject maakt
interventies die in de jeugdzorg kunnen worden gebruikt. We
de kwaliteit van interventies voldoende inzichtelijk en
inventariseren deze methodieken, onderzoeken en valideren
stimuleert de kwaliteitsverbetering bij de ontwikkeling van
ze. De databanken zijn in te zien door professionals, zodat zij
interventies. Over de betekenis voor de praktijk lag de
altijd gebruik kunnen maken van evidence based werkwijzen.
mening genuanceerder: het meest geuite punt van kritiek
Landelijk bekend is inmiddels de databank Effectieve
was dat het proces van indienen en beoordelen nog niet
Jeugdinterventies. Interventies zijn methodische en
voldoende aansluit bij de praktijk.
doelgerichte activiteiten waarmee hulpverleners voor en
Het Nederlands Jeugdinstituut, het Nederlands Centrum
met cliënten(groepen) problemen met opgroeien en
Jeugdgezondheid en het RIVM Centrum Gezond Leven, die
opvoeden voorkómen en oplossen. Voor professionals
die erkenningscommissie secretarieel en inhoudelijk onder
vormen interventies belangrijk gereedschap. Het is cruciaal
steunen, onderkenden de resultaten en aanbevelingen die
dat ze gereedschap gebruiken dat ook echt zoden aan de dijk
voortkwamen uit de evaluatie. Zij werkten op basis hiervan
zet. In de databank Effectieve Jeugdinterventies vinden ze
een plan van aanpak uit om het erkenningstraject aan te
interventies die door een onafhankelijke
passen en meer aan te laten sluiten aan de praktijk.
commissie en mensen uit het veld die ooit een interventie indienden. Het rapport van deze evaluatie met de titel
erkenningscommissie beoordeeld zijn als ‘theoretisch goed onderbouwd’, ‘waarschijnlijk effectief’ of ‘bewezen effectief’.
Een andere databank die het Nederlands Jeugdinstituut
De erkenningscommissie bestaat uit deskundigen uit weten
beheert is de databank Methodieken Pedagogische Kwaliteit.
25
26
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Naar meer effectiviteit
In deze databank verzamelen we methodieken die de gewone
Doeltreffend handelen
en positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren
Al jaren ondersteunen we professionals van diverse jeugd
versterken door de pedagogische basiskwaliteit van de
zorginstellingen bij het vergroten van de effectiviteit van hun
voorzieningen waarin ze onder meer opvang krijgen of aan
handelen. Dit gebeurt allereerst door helder in kaart te
vrijetijdsbesteding doen, te verbeteren. In 2012 zijn er
brengen welke doelgroepen zorg ontvangen van de zorg
twaalf beschrijvingen van methodieken rond pedagogische
aanbieders. Hoewel zorgaanbieders vaak wel een indruk
kwaliteit in basisvoorzieningen (welzijn, kinderopvang,
hebben van de problemen en zorgbehoeften van de jeugdigen
vrijwilligerswerk) aan de databank toegevoegd. Daarnaast
en gezinnen die zij zorg verlenen, blijken deze doelgroepen
voegden we twee beschrijvingen toe die specifiek betrekking
analyses vaak te leiden tot verrassende resultaten. Zo laten
hebben op de algemene pedagogische basiskwaliteit in het
de doelgroepenanalyses zien dat voor een aanzienlijke groep
onderwijs. Dit gebeurde vanuit de nieuwe kennisopdracht
jeugdigen binnen de residentiële jeugdzorg geldt dat ze
onderwijs-jeugdzorg (zie het Bestuursverslag).
langdurig niet thuis of in een vervangend netwerk- dan wel
In het voorjaar en najaar van 2012 begeleidden we tijdens een
pleeggezin kunnen opgroeien. Ook bleek uit deze analyses hoe
tweetal bijeenkomsten ontwikkelaars bij het beschrijven van
ernstig de problemen van jeugdigen zijn die gespecialiseerde
hun methodieken. We deden dit in samenwerking met
zorg ontvangen en of de gehanteerde interventies wel de
lectoraat Youthspot HvA, een kennis- en praktijknetwerk
meest geschikte zijn voor de doelgroep in kwestie. Het
van de Hogeschool van Amsterdam dat zich richt op de
Nederlands Jeugdinstituut verstrekte ook in 2012 op basis
professionalisering en profilering van het grootstedelijk
van deze doelgroepenanalyses adviezen over de inrichting van
jongerenwerk.
de zorg en het gebruik van zo effectief mogelijke interventies. We beperkten ons niet tot adviseren, maar keken verder.
Kruisbestuiving met de praktijk
Zo onderzochten we ook hoe kinderen, die om uiteenlopende
We vinden het belangrijk dat kennis zijn weg vindt naar
normaal mogelijk kunnen opgroeien. Een professionele
de praktijk en dat ervaringen uit het veld hun weg (terug)
gezinsvorm kan hieraan bijdragen en biedt mogelijkheden
vinden naar de theorie. Op deze wijze wordt ‘dat wat werkt’
om meer gebruik te maken van eigen kracht en sociale steun
in de praktijk getoetst en continu verbeterd. De kruisbe
uit het netwerk van het kind en het professionele gezin
stuiving tussen theorie en praktijk laten we plaatsvinden
(zie hoofdstuk 2).
redenen niet meer thuis kunnen blijven wonen, elders zo
rondom diverse kernthema’s als kindermishandeling en positief jeugdbeleid. We laten kennis en praktijk met elkaar wisselwerken in kennispraktijknetwerken. Maar ook door
Duurzaam effectief
diverse samenwerkingsverbanden aan te gaan.
Een interventie kan bewezen effectief zijn, maar zonder een
Een niet meer weg te denken samenwerkingsverband in de
effectieve – duurzame – implementatie levert dit niet de
jeugdzorg is het Samenwerkingsverband Effectieve Jeugd
gewenste effectieve zorg op. En dus ook geen optimale
zorg Nederland (SEJN), een ‘lerend platform’ van meer dan
maatschappelijke winst. In het voorjaar van 2012 bezochten
dertig jeugdzorginstellingen en onderzoekpartners uit heel
medewerkers van het Nederlands Jeugdinstituut een
Nederland. De deelnemers verbinden onderzoek, beleid en
implementatieconferentie in Washington. Het inspireerde
praktijk aan elkaar en wisselen ervaringen uit. Het Nederlands
tot het organiseren van een Invitational Conference over
Jeugdinstituut voert het projectsecretariaat uit. De spil in
Implementatieonderzoek in Public Health en Jeugdzorg in
2012 vormde het document Effectief (verder) werken aan de
Nederland. Doel was om met diverse deelnemers van
jeugdzorg, beter bekend als de SEJN-agenda. In 2012 bogen
gedachten te wisselen over onderzoek naar de implementatie
de SEJN-deelnemers zich over verschillende onderdelen van
van interventies. De conferentie, die op 29 oktober
deze agenda, met als doel om in 2013 in werkgroepen tot
plaatsvond, werd georganiseerd in samenwerking met de
actie over te gaan.
Hogeschool van Amsterdam en het Trimbos-instituut.
In 2012 stond onder meer de eerder genoemde evaluatie op
Meer dan zestig implementatiedeskundigen en onderzoekers
de agenda. De SEJN-deelnemers erkenden de bevindingen in
leerden er van elkaar en legden gezamenlijk de agenda vast
het rapport. Maar zij hadden – evenals de onderzoekers –
omtrent implementatieonderzoek.
kanttekeningen. Daarom formuleerden ze diverse voorstellen
Natuurlijk is het met het juiste aanbod van hulp en zorg en
voor gezamenlijke acties om deze problemen aan te pakken.
het effectief implementeren van interventies niet klaar. Er
Mede dankzij de brede en kritische inzet van het SEJN kwam
moet ook nog gezorgd worden dat dit alles blijft werken. Het
er een aantal wijzigingen in de procedure en criteria van het
Nederlands Jeugdinstituut hielp diverse organisaties bij het
erkenningstraject.
borgen – het duurzaam implementeren – van hun interven
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Naar meer effectiviteit
ties. Een voorbeeld uit 2012 vormen drie succesvolle school
krijgt, stellen je in staat een aanpak of beleid aan te scherpen
interventies die in de afgelopen jaren ontwikkeld zijn: Baas
of bij te sturen.
in eigen soap (door adviesbureaus Sardes en APS), Gedrag:
Het Nederlands Jeugdinstituut is al een aantal jaren hard
ik doe ertoe! (door uitgeverij Codename Future) en Leerling
aan de slag met de ontwikkeling van prestatie-indicatoren.
bemiddeling, waarvoor het Centrum voor Criminaliteits
Voor de jeugdhulpverlening, de jeugdzorg maar ook voor de
preventie en Veiligheid een handboek schreef. Deze
Centra voor Jeugd en Gezin. Zo begon het Nederlands
interventies hebben als doel het klimaat op school preventief
Jeugdinstituut in 2012 op verzoek van de Vereniging
te verbeteren. Het ministerie van Veiligheid en Justitie vroeg
Nederlandse Gemeenten (VNG), het ministerie van VWS
het Nederlands Jeugdinstituut de implementatie van deze
en het ministerie van VenJ aan de ontwikkeling van een
drie interventies te ondersteunen. Plus in kaart te brengen
basisset van prestatie-indicatoren voor de Centra voor Jeugd
wat nodig is om de interventies duurzaam te borgen, zodat
en Gezin. Doel hiervan is de resultaten van het CJG-aanbod
ze ook op lange termijn effectief werken. Samen met de
in kaart te brengen. Met behulp van de prestatie-indicatoren
‘interventie-eigenaren’ – de organisaties of instellingen die
kunnen CJG-managers, beleidsambtenaren en wethouders
de interventies toepassen – keken we in welke fasen van het
volgen of het CJG datgene oplevert waarvoor het is bedoeld.
implementatieproces zij zich bevonden en wat nodig was
Ook CJG-professionals kunnen zo inzicht krijgen in het effect
om verdere implementatie te stimuleren. Dat leidde per
van hun werkzaamheden. Als uit een meting blijkt dat de
interventie tot verschillende activiteiten; van een
effecten tegenvallen, is dat een signaal voor bijsturing.
communicatieplan tot het bijscholen van trainers. Het
In de jeugdzorg maakten de zorgaanbieders afspraken over
project werd uitgevoerd van mei 2011 tot en met mei 2012.
het in kaart brengen van hun prestaties. Het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelde een format om de uitkomsten van
Monitors met prestatie-indicatoren
deze metingen zo te rapporteren dat ze goed geïnterpreteerd
Maar er zijn meer manieren om ervoor te zorgen dat
behulp van een aantal jeugdzorgaanbieders verder uitgewerkt:
interventies op lange termijn nog steeds doel treffen.
cliënttevredenheid, doelrealisatie en afname van de ernst van
Met ‘monitoring’ bijvoorbeeld: het herhaald verzamelen,
de problematiek.
aggregeren en terugkoppelen van informatie op dusdanige
Ook verscheen in 2012 de notitie Verbetering telt. Werken
wijze dat gewenste acties worden geïnitieerd of gecontinueerd.
met prestatie-indicatoren in de zorg voor jeugd waarin
Het Nederlands Jeugdinstituut heeft in 2012 gewerkt aan de
geschetst wordt wat de basisprincipes zijn van het werken
(verdere) ontwikkeling van een aantal monitors die verschil
met prestatie-indicatoren, wie belang heeft bij de indicatoren,
lende beoogde beleidsontwikkelingen moeten ondersteunen.
welke valkuilen er zijn en hoe deze te vermijden zijn.
kunnen worden. In 2012 zijn de eerste drie indicatoren met
Dit zijn de monitor Kindermishandeling waarvan we verslag deden in hoofdstuk 3 en de monitor Professionalisering (zie hoofdstuk 6).
Webdossier
Bij monitoring kan gebruik gemaakt worden van prestatie-
Om al deze informatie te delen met een ieder die hierin
indicatoren. Een prestatie-indicator kun je zien als een soort
geïnteresseerd is, werd het al eerder geschreven dossier
meetlat die laat zien in welke mate een prestatie wordt
Centra voor Jeugd en Gezin in maart 2012 geheel vernieuwd.
geleverd, een vastgesteld doel wordt gehaald, of in welke
Ook werkten we in 2012 hard aan een meer algemeen dossier
mate factoren op orde zijn die van belang zijn voor het
over prestatie-indicatoren, dat in januari 2013 online zou
halen van dat doel. Het is in feite gereedschap om een idee
gaan. Dit dossier is samengesteld door het Nederlands
te krijgen van de kwaliteit van een dienst of zorgverlening.
Jeugdinstituut in samenwerking met het Nederlands
Voorbeelden van prestatie-indicatoren zijn de lengte van een
Centrum Jeugdgezondheid (NCJ). Het laatstgenoemde
wachtlijst of het percentage cliënten dat voortijdig met een
instituut verzorgde met name de informatie over het gebruik
behandeling stopt.
van indicatoren in de jeugdgezondheidzorg. Dit is tevens het
In de jeugdsector groeit het gebruik van prestatie-
zestigste dossier dat we op onze website publiceerden.
indicatoren. Door te werken met prestatie-indicatoren kunnen professionals, instellingen maar ook gemeenten zicht krijgen op effectiviteit op verschillende niveaus. Je kunt er de doeltreffendheid van een module mee meten maar ook het effect van pleegzorg en ambulante hulp. Maar je kunt er bijvoorbeeld ook de resultaten van het jeugdbeleid van gemeenten mee meten. De gegevens die je zo in handen
27
28
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Professionalisering
6
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Professionalisering
Professionalisering De spil in het jeugdzorgstelsel is de professional. De transitie en transformatie van het jeugdstelsel stelt voor een deel ook nieuwe eisen aan professionals. Het Nederlands Jeugdinstituut speelde in 2012 net als in voorgaande jaren een belangrijke rol in de professionalisering van de beroepsuitoefening.
Op 1 september startte de landelijke campagne Laat zien wat
opleiding en werkveld, versterking van de beroepsregistratie,
je waard bent. Initiatiefnemers waren brancheorganisaties,
doordachte beroepsethiek en actuele bij- en nascholings
beroepsverenigingen en -registers voor professionals die
mogelijkheden. De resultaten en aanbevelingen van het
werken in de jeugdzorg. De ondersteuning en het
actieplan zijn uitgewerkt in het Implementatieplan
programmamanagement berustten bij het Nederlands
Professionalisering Jeugdzorg. Het Nederlands Jeugd
Jeugdinstituut. De campagne roept jeugdzorgwerkers en
instituut coördineert de activiteiten die in het kader hiervan
gedragswetenschappers op zich in een beroepsregister te
plaatsvinden. Bovendien plaatsten we alle achtergrond
registeren en een voor hun beroepsgroep relevante beroeps
informatie over dit thema op onze website in het dossier
code te onderschrijven. Hiermee werd vooruitgelopen op de
Professionalisering in de jeugdzorg, dat in 2012
wettelijke verplichting tot registratie die vanaf 1 januari 2014
geactualiseerd werd.
zal gelden. Instellingen zijn vanaf dat moment verplicht om
Het implementatietraject rondom professionalisering van
met geregistreerde professionals te werken. Door zich in te
de jeugdzorg wordt eveneens ondersteund met een monitor
schrijven in een beroepsregister maken jeugdzorg
(zie ook hoofdstuk 5). Professionals geven erin aan wat hun
professionals hun vakbekwaamheid aantoonbaar. Ook
ideeën zijn over de beroepsregistratie en wat hun vorderingen
verbinden ze zich aan een beroepscode en vallen ze onder
op dit gebied zijn. Ze tonen daarnaast wat het voor hen
tuchtrecht.
betekent om met een beroepscode te werken en hoe zij zich daarbij door hun organisatie ondersteund voelen.
Actieplan Professionalisering Onderdeel van de campagne was de lancering van een
Richtlijnontwikkeling
speciale website www.professionaliseringjeugdzorg.nl.
Professionals in de jeugdzorg dienen zo effectief mogelijk te
Op deze site is meer informatie te vinden over de redenen
handelen. Daar zijn het kind en zijn ouders en uiteindelijk de
waarom professionals zich nu al zouden moeten registreren.
hele samenleving bij gebaat. Een praktisch hulpmiddel als
Op de site doen vijf professionals uit de doeken wat
een richtlijn kan professionals in de jeugdzorg helpen om de
professionalisering voor hen betekent. De site is door het
juiste afwegingen te maken, de juiste beslissingen te nemen
Nederlands Jeugdinstituut ontwikkeld en in samenwerking
en effectief te handelen. Ook in 2012 nam het Nederlands
met de partners verder ingevuld.
Jeugdinstituut in opdracht van de beroepsverenigingen in
De campagne maakt deel uit van het Implementatieplan
de jeugdzorg de programmacoördinatie van het project
Professionalisering Jeugdzorg waarin diverse partijen
Richtlijnontwikkeling voor de jeugdzorg op zich.
(werkgevers, beroepsverenigingen en -registers plus
In de afgelopen jaren ontwikkelden we diverse richtlijnen,
onderwijsinstellingen) ondersteund door het Nederlands
waaronder de richtlijn Ernstige gedragsproblemen. We
Jeugdinstituut de professionalisering binnen de jeugdzorg
baseerden ons hierbij op zowel onderzoeksresultaten als
stimuleren. Het Implementatieplan is een vervolg op het
praktijkervaring.
Actieplan Professionalisering Jeugdzorg waarbinnen tussen
Na de ontwikkeling startte een proefinvoering van een half
2007 en 2010 met succes is gewerkt aan een overzichtelijke
jaar. In de praktijk houdt dit in dat professionals de richt
beroepenstructuur, verbetering van de aansluiting tussen
lijnen in de dagelijkse uitvoering gaan gebruiken en
29
30
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Professionalisering
evalueren welke aanbevelingen ze wel of niet kunnen toepassen. De proefinvoering geeft informatie over wat er nodig is om een richtlijn landelijk in te voeren. Verder kunnen ervaringen uit de praktijk direct benut worden voor aanscherping van de richtlijn: richtlijnontwikkeling en (proef)invoer gaan dus hand in hand. In de zomer van 2012 startte de proefinvoering van de richtlijn Ernstige gedrags problemen bij drie organisaties voor jeugdzorg.
Breder professionaliseren Niet alleen in de jeugdzorg is een verbetering van de beroeps uitoefening belangrijk. Professionalisering is ook een item van belang in de algemene jeugdvoorzieningen, de Centra voor Jeugd en Gezin en het onderwijs. In 2012 gebeurde er eveneens veel op dit gebied. Zo vond er afstemming plaats rond professionaliseringstrajecten met beroeps- en brancheorganisaties die betrokken zijn bij de CJGontwikkeling. In dit kader organiseerden we opleidings trajecten voor CJG-medewerkers alsmede bijeenkomsten voor docenten van mbo- en hbo-opleidingen, via de zogenoemde kennisnetwerken mbo-opleidingen en hboopleidingen. In deze kennisnetwerken werden docenten bijgepraat over actuele kennis op het gebied van werken met jeugdigen en gezinnen. Doel was onder meer dat zij deze hernieuwde informatie konden doorgeven aan studenten. In samenwerking met Jeugdzorg Nederland organiseerde het Nederlands Jeugdinstituut een kenniskring Reflecteren is leren. Deze kenniskring richt zich op het samenbrengen van theoretische en praktijkkennis over reflectie op het werk door jeugdzorgwerkers. Daarnaast startte het kennis praktijknetwerk Generalistisch werken rondom jeugd en gezin. Hierin wordt aandacht besteed aan competenties die het generalistisch werken in de eerstelijn met zich meebrengen (meer daarover in hoofdstuk 1). Breder professionaliseren houdt ook in dat professionals over de schutting kijken. Die kans kregen ze volop op het congres Jeugd in onderzoek, waar in 2012 de samenwerking tussen beroepskrachten, onderzoekers en beleidsmakers het centrale thema was.
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Professionalisering
31
32
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Over de grens
7
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Over de grens
Over de grens In eerdere hoofdstukken was al te lezen hoe het Nederlands Jeugdinstituut ook op internationaal gebied kennisuitwisseling over jeugd en opvoeding bevordert. Hoe we in 2012 wederom van andere Europese landen leerden maar ook lieten zien wat Nederland in huis heeft. Daarnaast organiseerden we dat jaar ook tal van internationale uitwisselingsprojecten voor jongeren.
Eurodesk In 2012 boden we weer informatie over Europese
inspiratie om op lokaal en internationaal niveau met hun
subsidiemogelijkheden en Europese en internationale
jongeren te werken.
beleidsontwikkelingen via Eurodesk. Dit is een informatiedienst over Europa voor jongeren van 15 tot 25 jaar en voor beroepskrachten die met jongeren werken.
Cardea
Eurodesk vormt het startpunt voor informatie over school
EUtopia: who we are was het thema van de internationale
en studie in Europa, stages, uitwisselingen, vrijwilligerswerk,
jongerenuitwisseling die in het kader van Youth in Action
(vakantie)werk, wonen en reizen in Europa. Eurodesk
georganiseerd is door Cardea jeugdzorg. Twintig jongeren
informeert bovendien over subsidies voor Europese
uit jeugdzorginstellingen in Estland, het Verenigd
jongerenprojecten.
Koninkrijk, Ierland en Nederland namen deel aan de uitwisseling die in juli 2012 plaatsvond in Noordwijk.
Youth in Action
Jongeren van de jeugdraad van Cardea waren intensief
Tevens beheert het Nederlands Jeugdinstituut het Europese
project. Het thema was dan ook hún keuze.
betrokken bij de opzet, aanvraag en uitvoering van het
subsidieprogramma Youth in Action. Dit programma richt zich op internationale groepsuitwisselingen, internationaal vrijwilligerswerk en andere internationale projecten voor
Workshop EU en jongerenwerk
jongeren van 13 tot 30 jaar. Youth in Action biedt ook
In 2012 werd vanuit de programma’s Eurodesk en Youth in
mogelijkheden voor internationale trainingen en bijeen
Action drie keer de workshop EU en jongerenwerk verzorgd.
komsten over samenwerking en kennisuitwisseling tussen
Zo’n zeventig beleidsmakers van gemeenten, bestuurders uit
vrijwilligers en professionals in de jeugdsector. Het
het jongerenwerk en jongerenwerkers uit alle delen van het
programma heeft een looptijd van 2007 tot en met 2013.
land werden geïnformeerd over de mogelijkheden van EU-beleid en EU-programma’s op lokaal niveau. Ook
Niet-formeel leren
maakten ze plannen voor concrete activiteiten en projecten,
Van 1 tot 6 april 2012 organiseerde Youth in Action een
jeugdwerkloosheid en talentontwikkeling.
internationale training voor jongerenwerkers over nietformeel leren en culturele diversiteit. 25 deelnemers uit 14 Europese landen zijn door drie internationale trainers getraind in het vergroten van de impact van niet-formeel leren. Deelnemers gingen naar huis met een rugzak vol nieuwe methodes, nieuwe contacten, projectplannen en
over thema’s als jongerenparticipatie, bestrijding
33
34
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatieontwikkelingen
8
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatieontwikkelingen
Organisatieontwikkelingen Het Nederlands Jeugdinstituut heeft zichzelf de taak gesteld om de komende jaren meer maatschappelijk effect te realiseren. Met het oog daarop is in 2012 een reorganisatie voorbereid. Later dat jaar werd duidelijk dat de reorganisatie door teruglopende inkomsten gepaard zou moeten gaan met een krimp. Tegelijkertijd was 2012 ook het jaar dat we werkten aan het behalen van ISO-certificering, een risico-inventarisatie en -evaluatie lieten uitvoeren en zochten naar nieuwe mogelijkheden om kennis te delen en te verspreiden.
Reorganisatie en krimp Om beter aan te sluiten bij vragen uit de praktijk en ervoor
Omzet, financiële resultaten en balans
te zorgen dat wetenschap en praktijk elkaars kennis beter
In 2012 heeft het Nederlands Jeugdinstituut een omzet
zouden kunnen benutten, maakten we ons in 2012 op voor
gerealiseerd van ruim € 17,2 miljoen.
een interne reorganisatie die meer focus en samenhang
De omzet is (afgerond) als volgt samengesteld:
moest aanbrengen in onze activiteiten (meer hierover in
> 30% instellingssubsidie VWS;
het Bestuursverslag).
> 40% opbrengsten ministeries, subsidies van fondsen
In juli 2012 kondigde het ministerie van VWS in een
en internationale subsidie- en opdrachtgevers;
brief aan dat het Nederlands Jeugdinstituut de komende
> 25% opbrengsten trainingen en congressen;
jaren flink gekort wordt op de instellingssubsidie. Dat
> 5% overige opbrengsten.
komt bovenop de al in 2011 opgelegde efficiencykorting. Ten opzichte van 2011 betekent dit voor 2013 een
Ten opzichte van de begroting is de gerealiseerde omzet ruim
korting van 18% oplopend naar in ieder geval 21% in
€ 2,9 miljoen lager: de projectsubsidies zijn € 2,7 miljoen
2016. Ook wordt een deel van de instellingssubsidie
lager dan begroot, veroorzaakt doordat voor derden
omgezet in programmafinanciering. Naar verwachting
bestemde subsidiegelden zijn doorgeschoven naar 2013 en
zullen de mogelijkheden voor additionele project- of
de opdrachten derden zijn ten gevolge van een krapper
programmasubsidies substantieel kleiner zijn dan in eerdere
wordende markt € 1 miljoen lager dan begroot.
jaren. Tegelijkertijd lopen ten gevolge van de economische
De overige opbrengsten, met name de trainingsinkomsten,
crisis ook de inkomsten uit de markt terug. Daarom heeft
zijn € 0,8 hoger dan begroot.
de Raad van Bestuur besloten om een krimpscenario van 10% als uitgangspunt te nemen voor de begroting van 2013.
De totale kosten bedragen € 17,5 miljoen en zijn, in lijn met
Dit betekent een krimp van 15 fte in de formatie. Voor
de lagere opbrengsten, € 2,7 miljoen lager dan begroot.
de 16 boventallig verklaarde medewerkers is een sociaal
In de (personele) kosten is een voorziening ten bedrage van
plan gemaakt dat voorziet in faciliteiten ten behoeve van
€ 0,85 miljoen begrepen voor de reorganisatiekosten. Deze
het vinden van een nieuwe werkkring. Aangezien er door
kosten waren niet in de begroting opgenomen.
de (inhoudelijke) reorganisatie ook een aantal nieuwe functies ontstonden, konden 3 boventallige medewerkers
Hierdoor komt het resultaat uit gewone bedrijfsvoering op
via herplaatsing bij het Nederlands Jeugdinstituut aan het
bijna 0,3 miljoen negatief uit (€ - 284.915).
werk blijven. Van de overige 13 collega’s moeten we in 2013
Samen met een financieel resultaat van € 148.779 (rente-
afscheid nemen. Eveneens in het kader van de krimp werd
inkomsten), komt het totale negatieve resultaat uit op
bij 7 personen de tijdelijke arbeidsovereenkomst in 2012
€ - 136.136.
niet verlengd maar beëindigd.
35
36
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatieontwikkelingen
Het eigen vermogen van het Nederlands Jeugdinstituut
ISO 9001
neemt door dit negatieve resultaat af met € 136.136. Daarmee
Het Nederlands Jeugdinstituut wil een lerende organisatie
komt het eigen vermogen per 31 december 2012
zijn en continu werken aan de verbetering van de eigen
op € 3.131.645.
kwaliteit. Daarom zijn er in 2012 diverse interne audits gehouden op grond waarvan veranderingen zijn door
Het eigen vermogen heeft een omvang van 18% van de jaar
gevoerd. Met een externe auditor zijn vervolgens alle
omzet. Mede gezien de onzekerheid over de omvang van de
bedrijfsprocessen tegen het licht gehouden met als resultaat
omzet in de komende jaren is een vermogen noodzakelijk van
dat het Nederlands Jeugdinstituut nu ISO 9001 gecertifi
20 – 25% van de jaaromzet.
ceerd is. Hierdoor weten externe partijen die met ons in zee willen gaan, dat we onze bedrijfsprocessen op orde hebben
Personeel
en dus een betrouwbare partner zijn.
De personele omvang van het Nederlands Jeugdinstituut naar 131 (110,4 fte) op 31 december 2012. Daarnaast waren
Communicatie en informatie voorziening
22 werknemers in dienst op basis van een arbeids
Communicatie is voor een kennisinstituut van groot belang
overeenkomst met uitgestelde prestatieplicht. Verder waren
om samen met het veld het kennisbestand uit te bouwen en
er 15 detacheringskrachten, trainees en stagiaires werkzaam.
bestaande kennis te delen. Het Nederlands Jeugdinstituut
Eind 2012 was de verhouding tussen tijdelijk en vast personeel:
zoekt daarom voortdurend naar nieuwe mogelijkheden om
26% tijdelijk en 74% vast. De procentuele verhouding tussen
kennis te delen en verspreiden. Duidelijk werd in 2012 dat de
mannen en vrouwen was 16:84. In de loop van het jaar zijn
inspanningen op het gebied van communicatie, marketing en
23 vacatures opengesteld. Daarop stroomden 23 nieuwe
IT beter gecoördineerd en afgestemd moeten worden. In de
medewerkers in. De uitstroom bedroeg 28 medewerkers.
nieuwe organisatiestructuur vanaf 2013 is dat gerealiseerd.
Het ziekteverzuim kwam in 2012 op gemiddeld 7,51%
Veel inzet vergde de overgang naar programma’s waarmee
(2011: 5,27%) waaronder een aantal medewerkers met
het kennisdelen via internet toekomstbestendig kan worden
langdurige, niet aan het werk gerelateerde klachten. De
gemaakt. Daarbij zijn de databanken grotendeels overgezet
ziekmeldingen werden begeleid door arbodienst De Witte
naar datacollecties in Sharepoint en is voor het content
Raaf. Het Nederlands Jeugdinstituut biedt ook gelegenheid
beheer het cms-systeem iXperion in gebruik genomen.
het open spreekuur van de bedrijfsarts op kantoor te
Voor professioneel relatiebeheer zijn alle adressen overgezet
bezoeken. Hiervan werd in 2012 95 keer gebruik gemaakt.
naar het crm-systeem Archie.
Daarnaast vond twee keer overleg tussen OR en bedrijfsarts
Aan audiovisuele en printmedia werden in 2012 in totaal
plaats en werd de bedrijfsarts zeven maal geraadpleegd door
27 persberichten verzonden. Dagelijks wordt de pers te
leidinggevenden.
woord gestaan over vragen waarmee zij het Nederlands
In 2012 is Gardien Bedrijfsfysiotherapie B.V. drie keer
Jeugdinstituut raadplegen. Bij elkaar leverden deze
benaderd voor het uitvoeren van een individueel werkplek
perscontacten ruim duizend persreflecties op met
onderzoek ten behoeve van medewerkers.
commentaren of naamsvermelding van het Nederlands
Om zicht te krijgen op de risico’s die zijn medewerkers lopen
Jeugdinstituut. Een mediatraining voor de belangrijkste
met betrekking tot veiligheid, gezondheid en welzijn, heeft
woordvoerders en een betere organisatie van perscontacten
het Nederlands Jeugdinstituut een risico-inventarisatie en
leiden ertoe dat de contacten met de pers verder worden
-evaluatie laten uitvoeren. Op grond van de uitkomsten is in
versoepeld en geïntensiveerd.
overleg met de OR een plan van aanpak vastgesteld waarbij
Daarnaast worden steeds vaker met succes social media
specifieke aandacht uitgaat naar arbo- en verzuimbeleid,
toegepast om ook daar onze rol in het debat te kunnen
voorlichting over arbeidsomstandigheden plus functie-
vervullen. Zo’n zevenduizend twitteraars volgen @hetnji
inhoud en werkdruk. Uniek in 2012 was het onderzoek naar
en retweeten veelvuldig onze tweets. Twitter is dan ook
het binnenklimaat dat naar aanleiding van klachten van
inmiddels na Google de belangrijkste ‘verwijzende’ website
medewerkers is uitgevoerd in opdracht van MOVISIE, Vilans
naar de websites van het Nederlands Jeugdinstituut. Ruim
en het Nederlands Jeugdinstituut. Hieruit kwamen enkele
zesduizend leden van de LinkedIn-groep van het Nederlands
tekortkomingen naar voren die Sekondant heeft aangekaart
Jeugdinstituut plaatsen veelvuldig discussies en reageren op
bij de verhuurder en de installateur van de klimaatinstallatie.
elkaar over actuele onderwerpen.
Daarnaast hebben de kennisinstituten samen met Sekondant
De inzet van video op de website won terrein. Zo werden
een gemeenschappelijk plan opgesteld om het binnenklimaat
onder andere voorbeelden van positief jeugdbeleid in beeld
te verbeteren.
gebracht om als inspiratiebron te dienen voor de gewenste
daalde het aantal medewerkers in 2012 van 136 (113,1 fte)
transformatie van het jeugdbeleid in Nederland.
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatieontwikkelingen
De succesvolle nieuwsbrief van het Nederlands Jeugd instituut groeide in 2012 met 3.500 abonnees naar een totaal van 23.400. Sinds halverwege het jaar worden lezers van de nieuwsbrief voor de volledige berichten doorgeleid naar de website, zodat ze het nieuws in een rijkere context krijgen aangeboden. Bijna de helft van de nieuwsbrief-abonnees klikt door naar de website, die daardoor de bezoekersaantallen met 30% zag stijgen. De wekelijkse poll trekt gemiddeld 350 stemmers en ruim twintig ‘stemverklaringen’ en is daarmee één van de drukste community-activiteiten in het online sociale domein van Nederland. De bijdrage van het Nederlands Jeugdinstituut aan het blad Jeugd & Co in de vorm van Jeugd & Co Kennis werd in 2012 omgezet naar een eigen kennisplatform www.jeugdkennis.nl. In de eerste maanden trok dit verdiepende kennisplatform al 15.000 bezoekers. Gemiddeld werd elk artikel 440 keer gelezen. De artikelen hebben daarnaast een langere levensduur dan in het blad. De verdere uitbouw van content op deze site zal een sterke basis vormen voor contentgedreven interactie met de doelgroepen van het Nederlands Jeugdinstituut.
37
38
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut /
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Jaarrekening
2 0 12
39
40
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ( N A R E S U LTA AT V E R D E L I N G )
ACTIVA
31 DECEMBER 2012
31 DECEMBER 2011
€
€
Vaste activa Materiële vaste activa
101.582
115.817
Totaal
101.582
115.817
Vlottende activa Vorderingen op korte termijn
3.796.426
Liquide middelen
10.059.509
10.066.971
Totaal
13.855.935
14.530.793
Totaal activa
13.957.517
14.646.610
4.463.822
PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve
3.131.645
Egalisatiereserve instellingssubsidie
0 203.256
Totaal
3.131.645
Voorzieningen
852.011
Langlopende schulden
16.736
Kortlopende schulden
9.957.125
11.255.906
Totaal passiva
13.957.517
14.646.610
3.064.525
3.267.781
122.923
0
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
41
WINST- EN VERLIESREKENING 2012
Opbrengsten
Realisatie Begroting 2012 2012 € €
Realisatie 2011 €
Instellingssubsidie
5.674.514 5.614.200
6.004.462
Projectsubsidies
5.413.974 8.146.800
7.127.814
Opdrachten derden
1.821.079 2.896.600
1.399.998
Overige projectopbrengsten
4.192.642 3.441.000
4.088.112
Niet-projectgebonden opbrengsten Totale opbrengsten Kosten
142.816 84.400 17.245.025 20.183.000
125.400 18.745.786
Personele kosten
9.327.956 8.871.300
9.916.975
Materiële projectkosten
5.882.136 8.752.100
5.946.820
Niet-projectgebonden materiële kosten
2.319.848 2.589.600
2.748.637
17.529.940 20.213.000
18.612.432
Totale kosten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Financieel resultaat Bedrijfsresultaat
-284.915 -30.000
133.354
148.779 30.000
137.303
-136.136 0
270.657
42
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
KASSTROOMOVERZICHT 2012 (VOLGENS DE INDIRECTE METHODE)
2012 € €
Resultaat
-136.136
Afschrijvingen
32.918
-103.218
Toename voorzieningen
729.088
Mutaties werkkapitaal: Vorderingen korte termijn Kortlopende schulden
2011 €
270.657 30.118 300.775
122.923
667.396
32.470
-1.298.781 2.134.729
-631.385
2.167.199
Kasstroom uit operationele activiteiten
-5.515
2.590.897
Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
-18.683
-47.339
0
0
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-18.683
Langlopende schulden
-47.339
16.736
-14.321
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
16.736
-14.321
Netto kasstroom
-7.462
2.529.237
Liquide middelen:
Stand per 31 december 2011
10.066.971
Stand per 31 december 2012
10.059.509
Mutatie liquide middelen
-7.462
2.529.237
Jaarverslag 2012/ Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Toelichting jaarrekening A LGEM ENE T OEL ICHT ING Activiteiten De activiteiten van de Stichting Nederlands Jeugdinstituut bestaan voornamelijk uit het verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis; praktijkontwikkeling, -ondersteuning en -onderzoek, opleiding en training. De activiteiten worden hoofd zakelijk in Nederland uitgeoefend. Het NJi is statutair en feitelijk gevestigd op de Catharijnesingel 47 te Utrecht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Verbonden partijen Van een verbonden partij is sprake wanneer een partij beleidsbepalende invloed kan uitoefenen in een andere partij, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid van de andere partij. Zo kan sprake zijn van een dergelijke invloed indien: de ene partij in het bestuur dan wel in een vergelijkbaar gezaghebbend orgaan van de andere partij vertegenwoordigd is; de ene partij betrokken is bij de bepaling van het beleid van de andere partij; met die andere partij materiële transacties worden aangegaan. Hierdoor is Stichting Sekondant een verbonden partij. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de Raad van Bestuur zich over verschillende zaken een oordeel vormt en schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
GRO NDSLAGEN VOOR WAAR D ER ING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Bij het opstellen van deze jaarrekening is uitgegaan van de continuïteits veronderstelling. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het ministerie van VWS en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, specifiek RJ 640 Organisaties zonder winststreven. Activa en passiva (met uitzondering van het vermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toe passen, maakt de Raad van Bestuur schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
43
44
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd t.o.v. het voorgaande jaar. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingspijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Met op balansdatum verwachte bijzondere waardeverminderingen wordt rekening gehouden. De afschrijvingspercentages bedragen: hard- en software 20%. Op balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Er is ultimo boekjaar 2012 geen noodzaak tot het doorvoeren van een bijzondere waardevermindering. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het vermogen wordt bepaald op basis van historische prijzen. Een gerealiseerd overschot of tekort op het totaal van projecten gefinancierd met instellingssubsidie, wordt toegevoegd c.q. onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband. De overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde.
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
GRO NDSLAGEN VOOR B EPAL ING VAN HE T RESULTAAT Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. Subsidies Subsidies worden als bate verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer zich een gesubsidieerd exploitatietekort heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de condities voor ontvangst aangetoond kunnen worden. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Het NJi heeft voor zijn werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij PFZW. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten, zijn ondergebracht bij het bedrijfspensioenfonds Zorg en Welzijn. Het NJi betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werk gever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds dit toelaat. Naar de stand van ultimo februari 2012 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 97%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. Het pensioenfonds denkt hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Het NJi heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het NJi heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Financiële baten en lasten Rentebaten en -lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
45
46
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Toelichting balans VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
Hard- en
software Totaal totaal
Stand per 1 januari:
31-12-2012
€ €
31-12-2011
€
Aanschafwaarde
154.534 154.534
107.195
Cumulatieve afschrijvingen
-38.717 -38.717
-8.599
Boekwaarde
115.817 115.817
98.596
Mutaties: Investeringen
18.683 18.683
47.339
Afschrijvingen
-32.918 -32.918
-30.118
-14.235 -14.235
17.221
Stand per 31 december:
Aanschafwaarde
173.216 173.216
154.534
Cumulatieve afschrijvingen
-71.634 -71.634
-38.717
Boekwaarde
101.582 101.582
115.817
Voor hard- en software wordt een afschrijvingspercentage gehanteerd van 20%.
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen op korte termijn
31-12-2012
€
31-12-2011 €
Debiteuren
1.118.148
1.894.940
Rekeningen-courant
1.197.434
1.274.502
Te ontvangen (project-)subsidies
363.781
491.575
Te ontvangen opdrachten derden
928.530
533.439
Overige vorderingen
135.671
220.814
Overlopende activa
52.862
Totaal vorderingen op korte termijn
3.796.426
4.463.822
Liquide middelen
31-12-2012
31-12-2011
€
Kas en bankrekeningen
425.653
Deposito’s
9.633.856
9.718.820
Totaal liquide middelen
10.059.509
10.066.971
Totaal vlottende activa
13.855.935
14.530.793
48.552
€ 348.151
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Debiteuren
Stand per 31 december
1.228.017
1.984.601
Voorziening dubieuze debiteuren
-109.869
-89.661
Totaal
1.118.148
2012
2011
1.894.940
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
2012
Stand per 1 januari
89.661
76.701
Ontvangen/afgeboekt
-20.740
-21.956
Dotatie ten laste van resultaat
40.948
34.916
Stand per 31 december
2011
109.869
89.661
2012
2011
Rekeningen-courant De rekening-courant ad € 1.197.434 (2011 € 1.274.502) betreft de rekening-courant met Sekondant. De rekening-courant is (formeel) direct opeisbaar. Te ontvangen (project-)subsidies en te ontvangen opdrachten derden De te ontvangen (project-)subsidies ad € 363.781 (2011 € 491.575) en opdrachten derden ad € 928.530 (2011 € 533.439) betreffen subsidies en opbrengsten uit opdrachten die gerealiseerd zijn in 2012, maar die nog niet (helemaal) zijn ontvangen. Overige vorderingen Te ontvangen rente
8.693
36.126
Overige
33.606
65.852
Te ontvangen baten projecten
93.372
242.138
Voorziening oninbare vorderingen
0
Totaal
135.671
-123.302 220.814
De voorziening oninbare vorderingen 2011 ad € 123.302 betrof een voorziening voor mogelijke oninbaarheid van door een congresbureau af te dragen gelden. De voorziening ultimo 2012 bedraagt € 0. Inmiddels is het betreffende congresbureau failliet en heeft de curator bericht dat het Nederlands Jeugdinstituut niets meer ontvangt. Het verloop van de voorziening is als volgt:
2012
Stand per 1 januari
123.302
0
Uitgaven/afboekingen ten laste van voorziening
-83.196
0
Vrijval ten gunste van het resultaat
-40.106
Dotatie ten laste van resultaat
0
123.302
Stand per 31 december
0
123.302
Overlopende activa
2012
Vooruitbetaald OV/NS-jaarkaarten
42.250
Overige vooruitbetaalde kosten
10.612
Totaal
52.862
Liquide middelen De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
2011
2011 44.938 3.614 48.552
47
48
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
EIGEN VERMOGEN ALGEMENE RESERVE
31-12-2012
€
Stand per 1 januari
3.064.525
Reclassificatie
-1.731
Resultaat boekjaar
68.851
Stand per 31 december
3.131.645
3.064.525
31-12-2012
31-12-2011
Egalisatiereserve instellingssubsidie
€
Stand per 1 januari
203.256
Reclassificatie
1.731
Onttrekking resultaat huidig boekjaar
-32.525
Onttrekking i.v.m. reorganisatiekosten
-172.462
Stand per 31 december
0
Totaal eigen vermogen
3.131.645
31-12-2011 € 2.813.473 249 250.803
€ 183.651 -249
19.854 203.256
3.267.781
De reclassificatie ad € 1.731 betreft een bijstelling die voortvloeit uit de eindafrekening van de instellingssubsidie 2011. De onttrekking in verband met de reorganisatiekosten ad € -172.462 heeft betrekking op de (gedeeltelijke) toerekening van de reorganisatiekosten aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. Over deze toerekening vindt momenteel nog overleg plaats met het ministerie van VWS.
VOORZIENINGEN
€
€
Stand per 1 januari
122.923
0
Uitgaven ten laste van voorziening
-55.747
0
Vrijval ten gunste van resultaat
-58.114
0
Reclassificatie
0
Stand per 31 december
5.733
Toevoeging ten laste van resultaat
846.278
122.923
Stand per 31 december
852.011
122.923
31-12-2012
-3.329
31-12-2011
0
De toevoeging aan de voorzieningen ad € 846.278 heeft betrekking op de kosten verband houdend met de reorganisatie. Het gaat met name om kosten voortvloeiend uit het sociaal plan.De totale kosten bedragen € 859.685. De looptijd is korter dan 1 jaar, met uitzondering van een meerjarige betalingsverplichting van € 13.407 (zie langlopende schulden).
LANGLOPENDE SCHULDEN
31-12-2012
€
31-12-2011 €
Stand per 1 januari
0
Reclassificatie
3.329
Toevoeging ten laste van resultaat
13.407
-14.321
Stand per 31 december
16.736
0
De schuld heeft betrekking op meerjarige betalingsverplichtingen aan twee medewerkers.
14.321 0
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
KORTLOPENDE SCHULDEN
31-12-2012
€
31-12-2011 €
Vooruitontvangen (project-)subsidies
3.615.846
3.415.882
Vooruitontvangen opdrachten derden
957.242
1.284.917
Vooruitontvangen gelden Youth in Action
1.536.551
2.611.871
Crediteuren
638.286
Contractuele projectverplichtingen
2.141.355
Belastingen en sociale verzekeringen
504.077
Overige schulden en overlopende passiva
563.768
Totaal kortlopende schulden
9.957.125
763.540 1.800.493 524.351 854.852 11.255.906
Vooruitontvangen (project-)subsidies en vooruit ontvangen opdrachten derden De vooruitontvangen subsidies en opdrachten derden betreffen bedragen die in 2012 of eerder zijn ontvangen, maar bestemd zijn voor 2013. Vooruitontvangen gelden Youth in Action De vooruitontvangen gelden Youth in Action hebben betrekking op de subsidiegelden die het Nederlands Jeugdinstituut in het kader van het internationale subsidieprogramma Youth in Action heeft ontvangen van de Europese Commissie, maar die in 2012 (nog) niet zijn betaald aan projecten. Contractuele projectverplichtingen De contractuele projectverplichtingen zijn de verplichtingen die in 2012 of eerder voor de lopende projecten zijn aangegaan. De afwikkeling van deze verplichtingen vindt in 2013 plaats. Belastingen en sociale verzekeringen
2012
2011
Afdracht Belastingdienst loonheffing
470.231
Afdracht Pensioenfonds PGGM
24.698
29.186
Afdracht BTW
9.148
17.622
477.543
Totaal 504.077 524.351 Overige schulden en overlopende passiva
2012
2011
Opgebouwde vakantietoeslag
265.464
288.730
Opgebouwde vakantiedagen/jubileumuitkeringen
166.848
195.649
Te betalen transitiekosten
48.116
48.116
Te betalen diensten derden
25.497
100.406
Overige te betalen kosten
48.953
154.146
Vooruitontvangen baten
8.890
Totaal
563.768
67.805 854.852
49
50
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Het NJi is meerjarige financiële verplichtingen aangegaan ter zake van inhuur van diensten van derden voor een bedrag van € 1.872.943 (2011 € 2.046.043). Dit bedrag heeft volledig betrekking op aangegane verplichtingen ten behoeve van de uitvoering van projecten. De maximale looptijd van de verplichtingen is één jaar. Het NJi heeft een overeenkomst met Sekondant afgesloten voor de administratieve dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting en facilitaire dienstverlening. De begrote kosten voor 2013 voor de basisdienstverlening bedragen € 1.816.853. Het NJi draagt samen met de kennisinstituten MOVISIE en Vilans het risico voor het resultaat van Sekondant.
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Toelichting winst- en verliesrekening OPBRENGSTEN • Instellingssubsidie De instellingsubsidie wordt jaarlijks door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegekend ten behoeve van de uitvoering van de projecten binnen het Kenniscentrum Jeugd. De subsidie is als volgt samengesteld:
Toekenning basissubsidie
Realisatie Begroting 2012 2012 € € 5.614.172 5.614.200
Realisatie 2011 € 5.828.636
Toevoegingen: -tijdelijke uitbreidingen/kortingen
-72.152
30.062
-loonbijstelling (OVA)
132.494
145.764
Totaal De basissubsidie is ten opzichte van 2011 met 6,5% gekort. De tijdelijke korting 2012 heeft betrekking op een eenmalige korting in verband met de toekenning van een projectsubsidie voor gelijk bedrag ten behoeve van het project Activiteiten positief jeugdbeleid.
• Projectsubsidies De projectsubsidies ad € 5.413.974 (2011 € 7.127.814) hebben betrekking op nietstructurele, specifiek voor bepaalde projecten toegekende subsidiegelden. De subsidies worden verstrekt door ministeries (OC&W, VWS, Sociale Zaken, Justitie, Buitenlandse Zaken), decentrale overheden, Europese instellingen en programma’s en fondsen (o.a. ZonMw). De gerealiseerde subsidie-opbrengsten zijn ruim € 2,7 miljoen lager dan begroot. In de begroting (€ 8.146.800) was een bedrag van € 4,4 miljoen begrepen, bestemd voor de projectpartners binnen twee projecten waar het NJi penvoerder van is. Omdat een deel van het werk doorgeschoven is naar 2013 (zie materiële projectkosten) zijn ook de bijbehorende opbrengsten ad € 2,6 miljoen doorgeschoven naar 2013.
5.674.514 5.614.200
6.004.462
51
52
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
• Opdrachten derden De opdrachten derden ad € 1.821.079 (2011 € 1.399.998) betreffen de opbrengsten uit opdrachten. Ten opzichte van de begroting (€ 2.896.600) zijn de opbrengsten bijna € 1,1 miljoen lager. Dit wordt met name door een krapper wordende markt veroorzaakt, wat direct merkbaar is aan een afname van het aantal geslaagde acquisitietrajecten en een kleinere gemiddelde omvang per verkregen opdracht.
• Overige projectopbrengsten De overige projectopbrengsten zijn als volgt te specificeren: Opbrengst producten Overige opbrengsten Totaal Opbrengst producten De productopbrengsten bestaan uit de opbrengsten voor trainingen (€ 3.395.956), congressen (€ 376.412) en publicaties (€ 158.618). De opbrengsten trainingen hebben voor ongeveer € 3 miljoen betrekking op de trainingen van het programma Triple P. Overige opbrengsten De overige opbrengsten bestaan uit opbrengsten voor lezingen, vacatiegelden en bijdragen in projectkosten.
• Niet-projectgebonden opbrengsten In de overige opbrengsten ad € 142.816 (2011: € 125.400) zijn incidentele baten opgenomen ten bedrage van € 104.780. In dit bedrag is begrepen een vrijval van te betalen afvloeiingskosten ad € 58.114 en een gedeeltelijke vrijval van de in 2011 gevormde voorziening voor oninbare gelden ad € 40.106 (zie blz. 8).
Realisatie Begroting 2012 2012 € € 3.930.987 3.359.000 261.655
82.000
4.192.642 3.441.000
Realisatie 2011 € 3.514.685 573.427 4.088.112
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
KOSTEN • Personele kosten
Realisatie Begroting 2012 2012 € €
Realisatie 2011 €
Medewerkers in vaste dienst
6.539.799 6.783.900
7.255.231
Medewerkers in tijdelijke dienst
1.682.968 1.703.800
2.236.611
Detacheringen en uitzendkrachten
138.328 0
163.596
Opleidingskosten
148.668 165.900
184.703
Overige personele kosten Opbrengst (personeelsgebonden) Totaal Medewerkers in vaste en tijdelijke dienst Ten opzichte van 2011 zijn de kosten met bijna € 1,3 miljoen gedaald: het gemiddeld aantal fte’s is conform de begroting afgenomen naar 112 fte (2011: 128 fte); ook zijn de kosten lager dan in 2011, omdat er verhoudingsgewijs meer hoger ingeschaalde medewerkers uit dienst zijn gegaan. Ten opzichte van de begroting zijn de kosten ongeveer € 2,5 ton lager. Rekening was gehouden met een cao-salarisverhoging per 1 oktober 2011, maar uiteindelijk is er alleen een kleine verhoging (1%) doorgevoerd per 1 december 2012. De verhouding vaste en tijdelijk medewerkers per 31 december 2012 is 74/26 (2011: 71/29). De sociale lasten in 2012 bedragen € 534.149 (2011: € 585.993) De pensioenlasten in 2012 bedragen € 651.893 (2011: € 734.817) De bezoldiging 2012 van de Raad van Bestuur bedraagt € 148.760 (2011 € 328.792). Het verschil tussen 2012 en 2011 wordt veroorzaakt doordat de Raad van Bestuur voorheen bestond uit twee personen en inmiddels uit één persoon. Detacheringen en uitzendkrachten De kosten voor detacheringen en uitzendkrachten hebben met name betrekking op ingehuurde menskracht ter vervanging bij ziekte en zwangerschap. De kosten worden niet begroot en worden gefinancierd met onder andere zwangerschapsgelden (zie opbrengst personeelsgebonden).
1.023.035 265.000
442.162
-204.842 -47.300
-365.328
9.327.956 8.871.300
9.916.975
53
54
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Overige personele kosten De overige personele kosten hebben betrekking op kosten arbodienst, personeelsevenementen, outplacementkosten etc. De kosten zijn aanzienlijk hoger dan begroot, vanwege de eerder genoemde reorganisatiekosten ad € 859.685.
Materiële projectkosten
Algemene kosten Diensten derden Producten Totaal
Realisatie Begroting 2012 2012 € € 732.222 945.600 4.911.147 7.347.600 238.767 458.900
Realisatie 2011 € 466.752 4.984.855 495.213
5.882.136 8.752.100
5.946.820
Realisatie Begroting
Realisatie
De materiële projectkosten betreffen de optelsom van de materiële kosten van de individuele projecten. Op het moment van begroten is een deel van de projecten nog niet geacquireerd; de aard van deze projecten en daarmee de samenstelling van de begrote materiële projectkosten is op dat moment nog niet duidelijk. De diensten derden zijn aanzienlijk lager dan begroot, in verband met de eerder genoemde doorgeschoven gelden ad € 2,6 miljoen (zie projectsubsidies).
• Niet-projectgebonden materiële kosten
Basisdiensten Sekondant Diensten derden
2012 2012 € € 1.685.831 1.784.800 111.038 186.500
2011 € 1.708.423 238.390
Afschrijvingen
32.918 84.400
30.118
Public relations en marketing
98.683 98.400
150.095
Bureaukosten Overige materiële kosten Totaal Basisdiensten Sekondant Deze kosten hebben betrekking op de diensten die Sekondant levert aan het Nederlands Jeugdinstituut (ICT, huisvesting, financiële- en salarisadministratie en facilitaire zaken). Het verschil ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt doordat de exploitatiekosten van Sekondant lager zijn dan begroot, wat heeft geleid tot een teruggave van € 80.562.
98.126 169.000
98.079
293.252 266.500
523.532
2.319.848 2.589.600
2.748.637
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Diensten derden
• Verbonden partijen
De diensten derden bestaan onder andere uit de
Het NJi is verbonden met de Stichting Sekondant,
kosten voor organisatieadvies, fiscaal-juridische
omdat de Raad van Bestuur van het NJi lid is van
adviezen, ICT-advies, accountantscontrole etc. Met
het bestuur van Stichting Sekondant. Het NJi heeft,
name de kosten voor organisatieadvies en voor fiscaal
samen met de kennisinstituten MOVISIE en Vilans,
advies waren dit jaar lager.
een overeenkomst afgesloten voor de administratieve dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting en
Afschrijvingen
facilitaire dienstverlening. Deze overeenkomst loopt
De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot, omdat
tot en met 31 december 2013.
een voor 2012 geplande investering pas in 2013
De werkelijke kosten van Sekondant voor het NJi
gerealiseerd wordt.
bedragen over het boekjaar 2012 € 2.038.537, waarvan € 352.706 is verantwoord onder de projectlasten.
Public relations en marketing
De jaarrekening is door de Raad van Bestuur
In lijn met de begroting is er een besparing
vastgesteld op 18 maart 2013 en goedgekeurd door
doorgevoerd op deze kosten (o.a. soberder uitvoering
de Raad van Toezicht in de vergadering van 26 maart
jaarverslag, beëindigen medewerkersmagazine ).
2013.
Bureaukosten
Drs. C.J. Bakker
De bureaukosten bestaan uit de kosten voor repro,
Voorzitter Raad van Bestuur
porti, telefoon en kantoormiddelen. Met name de portokosten zijn ten opzichte van eerdere jaren
Mr. N.A. Kalsbeek
afgenomen, omdat we steeds meer digitaal verzenden.
Voorzitter Raad van Toezicht
Ook worden er door een verbetering van de registratie meer kosten doorbelast naar de projecten. Ten
Mr. J.H.C. van Zanen
tijde van het opstellen van de begroting waren de
Lid Raad van Toezicht
gerealiseerde cijfers 2011 nog niet bekend, waardoor de begrote bureaukosten nog te hoog begroot waren.
Drs. B.C. van Maasdamme Lid Raad van Toezicht
Overige materiële kosten Deze kosten omvatten alle niet eerder genoemde
Prof. Dr. H.P. M. Adriaansens
niet-projectgebonden kosten, waaronder kosten voor
Lid Raad van Toezicht
zaalhuur, reis- en verblijfkosten, verzekerings- en onderhoudskosten en de kosten voor de OR en de
Drs. S.R.P. Lissenberg-van Embden
Raad van Toezicht.
Lid Raad van Toezicht
In de overige materiële kosten zijn incidentele lasten opgenomen ten bedrage van € 26.621.
Drs. F. J. Nauta
Een bedrag van € 23.509 heeft betrekking op
Lid Raad van Toezicht
(verwachte) oninbare gelden.
55
56
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Overige gegevens GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden.
BESTEMMING RESULTAAT Het resultaat ad € -136.136 is volgt toegevoegd aan het eigen vermogen:
2012 2011
Algemene reserve
68.851
Egalisatiereserve instellingssubsidie
-204.987
Totaal -136.136
250.803 19.854 270.657
In overeenstemming met de subsidieregeling VWS-subsidies artikel 30, lid 3 wordt het deel van het resultaat dat samenhangt met de instellingssubsidie toegerekend aan de egalisatiereserve instellings subsidie. De egalisatiereserve instellingssubsidie dient ter dekking van verliezen op met instellingssubsidie gefinancierde projecten. Conform de subsidieregeling wordt een gerealiseerd overschot of tekort op de projecten gefinancierd met instellingssubsidie toegevoegd danwel onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie, waarbij het overschot/tekort wordt toegerekend naar rato van de instellingssubsidie en de begrote overige baten (in 2011: 96,11 % – 3,89 %). Berekening: 2012 2011 Resultaat projecten gefinancierd met instellingssubsidie
-33.842
21.861
Waarvan aandeel instellingssubsidie
-32.525
Percentage
96,11% 90,82%
Bovendien wordt in 2012 een deel van de reorganisatiekosten (€ 172.462) toegerekend aan de egalisatiereserve instellingssubsidie, voor zover de kosten samenhangen met de bezuinigingen op de instellingssubsidie en met een maximum van de stand van de egalisatiereserve instellingssubsidie ultimo 2012. Over deze toerekening vindt momenteel nog overleg plaats met het ministerie van VWS.
19.854
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
57
58
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
59
PRODUCTENOVERZICHT MEDEWERK(ST)ERS
60
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
Productenoverzicht 2012 De werkzaamheden van het Nederlands Jeugdinstituut resulteerden in 2012 in tal van producten en activiteiten. Zo verschenen er ruim honderd publicaties in de vorm van boeken, handleidingen of rapporten, publiceerden medewerkers meer dan vijftig artikelen in tijdschriften en maakten we ruim vijftig brochures of factsheets en zeven nieuwsbrieven. We waren betrokken bij de organisatie van zo’n vijftig congressen en expertmeetings. Ter gelegenheid van die bijeenkomsten maar ook op die van anderen verzorgden we meer dan 200 lezingen en workshops. In totaal gaven we 371 trainingen waaraan 6.520 mensen deelnamen. Samen bekleedden we zo’n honderd lidmaatschappen van (advies)organen. In 2012 kregen onze websites 1.548.144 unieke bezoekers. Het aantal volgers van onze twitteraccount groeide met bijna vierduizend, terwijl onze LinkedIn groep bijna drieduizend nieuwe leden mocht begroeten. Een specificatie van deze producten is te vinden in het productoverzicht 2012 op onze website: www.nji.nl/jaarverslag.
Jaarverslag Jaarverslag2012 2012/ /Nederlands Nederlands Jeugdinstituut Jeugdinstituut / Productenoverzicht / Medewerk(st)ers
Medewerk(st)ers Raad van Toezicht
drs. Karen van Rooijen
mr. Ella Kalsbeek, voorzitter (voorzitter Raad van
prof. dr. Peter Nikken
Bestuur Stichting Altra in Amsterdam) prof. dr. Hans Adriaansens (decaan van de
dr. Saskia Van Oenen drs. Machteld van der Pijll
Roosevelt Academy in Middelburg, voorzitter Raad
Diana Prins
van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Utrecht/
Marjan Roskes
Nieuwegein en hoogleraar sociologie Universiteit
Rosel Stevens MSc
Utrecht)
Christa Stigter
drs. Leonard Geluk (voorzitter College van
Ria Schouten
Bestuur ROC Midden-Nederland), lid RvT t/m
dr. Erik Jan de Wilde
november 2012
Pauline Willems
drs. Patricia Lissenberg (Raad van Bestuur Portes, welzijnsorganisatie Utrecht)
Priscilla van Wingerden Mariska Zoon MSc
drs. Bianca Maasdamme (PROGRES Advies)
drs. Machteld Zwikker
drs. Frans Nauta (adviseur, schrijver en spreker
drs. Niels Zwikker
over innovatie; parttime lector Innovatie publieke sector aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen en lid Innovatieplatform) mr. Jan van Zanen (burgemeester Amstelveen)
Jeugdzorg & Opvoedhulp hoofd: drs. Marjolein Knaap drs. Anne Addink
Raad van Bestuur
drs. Inge Anthonijsz
drs. Kees Bakker, voorzitter Raad van Bestuur
Anneke van As Mariska De Baat MSc
Directie
dr. Ingrid ten Berge
drs. Silvie Janssen, directeur
drs. Peter van den Bogaart Gerard Bouma drs.Dorrit van Tessel
Kenniscentrum
Cécile Chênevert MSc
hoofd: drs. Carolien Gelauff
drs. Chaja Deen drs. Moniek van Dijk
Angela van Oorschot
drs. Karin Eijgenraam
Cora Bartelink MSc
drs. Klaas Kooijman
drs. Gert van den Berg
drs. Marjan de Lange
drs. Marianne Berger
Lianne Lekkerkerker MSc
Patrice Clarijs
drs. Ingrid Ligtermoet
Willeke Daamen MSc
drs. Peter van der Linden
Elly Euverman
drs. Corian Messing
Nienke Foolen MSc
Ilona Meuwissen
dr. Marian de Graaf
drs. Marina Moerkens
Marijke Hellema
Marjolein Oudhof MSc
drs. Deniz Ince
Mathilde van der Plas MSc
drs. Daphne Kann
drs. Bert Prinsen
dr. Hans Meij
drs. Edith Raap
Bram Meima
drs. Jessica van Rossum
61
62
Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Medewerk(st)ers
Anneke Slot MSc
Internationaal
drs. Mariska van der Steege
hoofd: drs. Ellen Meijer
drs. Paolo van der Steenhoven Mieke Vergeer
drs. Stefanie van den Beld
Kris Vermeij MSc
Nynke Bosscher MSc
drs. René van Vianen
drs. Tijne Le Clercq Letty Darwish Githa Dekker
Educatie & Opvang
Hannah Eigeman MSc
hoofd: drs. Marja Valkestijn
Ilse Hans Pink Hilverdink
drs. Pieter Paul Bakker
drs. Lorance Janssen
drs. Marielle Balledux
Ankie Knippenbergh
drs. Eva Blaauw
Marrie Kortenbosch
dr. Mireille Gemmeke
Karin Noort
Josette Hoex
drs. Nienke Nuijens
Irma van Hoorik
Peter Pieters
drs. Su’en Verweij-Kwok
Marijke de Raadt
drs. Liesbeth Schreuder
Mark Snijder
drs. Yvonne van Westering
Mireille Unger drs. Caroline Vink
Programma-implementatie & Training hoofd: Herma Ooms MCM/drs. Ellen Meijer
Communicatie hoofd: Twan Timmermans
Caroline Andriessen Maaike Blommesteijn
drs. Marijke van den Berg
Marion van Bommel MSc
Bram Boer
Anke Boon
drs. Mathil Gelens
drs. Anne Bouw
Simone de Geus
Désirée Brandhorst
Anne van Hootegem
Liesbeth Zaaijer
drs. Mies Kroon
Ellen van Eersel
drs. Suzanne Hardeman
Stan van Haaren
Rian van Lierop
drs. Hilde Kalthoff
Edwin Nouwens
drs. Vincianne Kong-A-San
drs. Joanka Prakken
Karin Luijendijk
drs. Lisette Snippe
Maureen van Benthem
Marcel Verhallen
dr. Krista Okma
drs. Anne van Voorthuizen
drs. Martine Reitsma
Adrie Wolzak
Fleur Renirie MSc Jacqueline Van Rijn MSM drs. Japke Schonewille
ICT
Jolanda Spoelstra
Monique Antenbrink
dr. Karlijn Stals
Marianne Koudenburg MBA
Marleen Wilschut MSc
Jaarverslag Jaarverslag2012 2012/ /Nederlands Nederlands Jeugdinstituut Jeugdinstituut / Productenoverzicht / Medewerk(st)ers
Personeel & Organisatie hoofd: Ageeth Bakker Joy Zantkuijl Silvana Mangani Maria Pannebakker Linda Peters Angela Stuijvenberg
Secretariaat hoofd: Ageeth Bakker Lida Vastenburg Sandra Statia Kirsten De Klerk Marianne van der Kooij Monica Meijering Gea Koedam Karin Prent MSc Patricia Tel Ernst de Wolff
Planning & Control hoofd: Wil den Hartogh Marion Hoek Francis Mastwijk
Stafbureau Ria Hek drs. Pauline Bouyaouzan drs. Paul Nota drs. Magna van Soest Sylvia Verwaal prof. dr. Tom van Yperen mr. Jaap Zwier
63
Nederlands Jeugdinstituut Postbus 19221 3501 DE Utrecht Bezoekadres: Catharijnesingel 47 Utrecht T (030) 230 63 44 www.nji.nl m.nji.nl
Tekst: Hellen Kooijman
Foto: M arcel van den Bergh, Marsel Loermans, Patrick Sheándell O’Caroll, Tom Adriaenssen & Katrien Guetens, Mykola Velychko
R edactie: Nederlands Jeugdinstituut O ntwerp: Volta_ontwerpers, Utrecht