ICT~Marktmonitor 2011
ICT~Marktmonitor 2011
in samenwerking met
ICT~Marktmonitor 2011
Voorwoord Onze sector heeft zich in 2010 duidelijk hersteld na het moeilijke jaar 2009. In 2010 groeiden de ICT-bestedingen met 1,1 procent waarbij het accent lag op de tweede helft van het jaar. Juist in het segment met een belangrijk aandeel voor het MKB, de softwaresector, is de groei zelfs bovengemiddeld geweest. ICT is van groot belang voor economische groei in alle sectoren van de economie. Zeventig procent van alle innovaties is toe te schrijven aan de toepassing van ICT. ICT is dan ook de Innovatie-As voor alle negen, door het kabinet aangewezen, topsectoren. Dat geldt evenzeer voor innovaties in maatschappelijke sectoren als zorg, mobiliteit, onderwijs en veiligheid.
Dit is een publicatie van ICT~Office in samenwerking met Heliview Research Coördinatie productie: Quamedia ICT~Office Internet: www.ictoffice.nl E-mail:
[email protected] Postbus 401, 3440 AK Woerden ISBN: 978-90-79530-11-3 Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van ICT~Office. Uit deze uitgave mag niets worden gepubliceerd zonder bronvermelding.
Deze 15e ICT~Marktmonitor geeft wederom inzicht in de ontwikkelingen in de ICT-markt. We maken een onderscheid tussen de sectoren IT-Hardware & Kantoortechnologie, Software & Services en Telecom & Internet. Alle sectoren die ICT~Office vertegenwoordigt komen dus aan bod. Ook in deze editie staan we stil bij de laatste stand van zaken op het gebied van ICT-onderwijs en de ICT-arbeidsmarkt. De ICT-sector kan op termijn alleen groeien als we de voldoende juiste mensen binnenhalen. Uit de cijfers blijkt dat als we geen actie ondernemen, we straks duizenden mensen tekort komen. Het is dan ook geen toeval dat deze marktmonitor verschijnt in ‘De Week van ICT’. Tijdens deze week richten we de schijnwerpers op tal van aansprekende toepassingen van ICT. We willen laten zien welke kansen en mogelijkheden ICT te bieden heeft, ook op de arbeidsmarkt. Er zit namelijk heel veel toekomst in de ICT.
Harry van Dorenmalen Voorzitter ICT~Office
Sylvia Roelofs Algemeen Directeur ICT~Office
© ICT~Office, april 2011
ICT~Marktmonitor 2011
3
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 – ICT-markt in Beeld IT-Hardware & Kantoortechnologie Software & Services Telecom & Internet
7 19 21 24
Hoofdstuk 2 – Softwaresector in Nederland
27
Hoofdstuk 3 – Digitale Veiligheid Hoofdstuk 4 – Arbeidsmarkt
37
Hoofdstuk 5 – Over ICT~Office & Heliview Over ICT~Office Over Heliview Research Methode en verantwoording Bronnen
55 56 60 62 63
English Summary Figures & Trends The Software Sector in the Netherlands Cyber Security Labour Market About ICT~Office
65 66 68 69 70 71
ICT~Marktmonitor 2011
43
5
Hoofdstuk 1
ICT~Marktmonitor 2011
ICT-markt in Beeld
7
ICT-branche herstelt gestaag In 2010 herstelde de Nederlandse economie gestaag van de zware klappen die het te verduren kreeg tijdens de recessie. De ICT-markt groeide in 2010 met 1,1 procent tot een totaal aan bestedingen van 29,4 miljard euro. De verwachting is dat de ICTmarkt in 2011 met 2,0 procent verder zal groeien.
Wereldeconomie groeit Na de krimp in 2009 is de wereldeconomie in 2010 gegroeid met 5 procent (zie tabel 1). De groei werd voornamelijk veroorzaakt door de opkomende economieën (Centraal- en Oost-Europa, Azië, Latijns-Amerika en Afrika) die goed waren voor gemiddeld 7,1 procent groei. De gevestigde economieën (de Verenigde Staten, de Europese Unie, Japan en Canada) groeiden met gemiddeld 3,0 procent minder hard. De groeiende wereldeconomie resulteerde in een stijging van de voor Nederland relevante wereldhandel met 10,75 procent (CPB, 2011). Voor 2011 wordt een groei van de wereldeconomie verwacht van 4,4 procent, voor 2012 een groei van 4,5 procent. De wereldeconomie zal de komende jaren gekenmerkt blijven door de tweedeling tussen een sterke groei in de opkomende markten en een gematigde groei in de gevestigde economieën. Tabel 1: Groei wereldeconomie
Het economisch jaar 2010 Het jaar 2010 was voor Nederland het jaar van voorzichtig economisch herstel. De Nederlandse economie groeide in 2010 met 1,7 procent. Nederland heeft, in navolging van de groeiende wereldeconomie, de recessie achter zich gelaten. Na de wereldwijde financiële crisis in 2009, speelden de economische problemen zich in 2010 vooral af binnen de Eurozone. De gevreesde dubbeldip van een tweede recessie na het economisch moeilijke jaar 2009 lijkt voorkomen te zijn, hoewel de zware klappen die de economie in 2009 kreeg voelbaar blijven. De tekenen van gestaag herstel werden eind 2010 steeds beter zichtbaar; er heerst dan ook voorzichtig optimisme over de stand van de economie in 2011 en 2012. De verwachte groei van de Nederlandse economie ligt in 2011 op 1,75 procent en in 2012 op 1,5 procent. Door haar open karakter komt de groei van de Nederlandse economie voornamelijk voort uit export naar landen in het Eurogebied. De spanningen in de Arabische wereld zorgden vanaf begin 2011 voor toenemende onrust op de oliemarkt. Dit kan gevolgen hebben voor het economisch herstel. 8
2009
2010
2011*
2012*
Wereldeconomie
–0,6%
5,0%
4,4%
4,5%
Gevestige economieën
–3,4%
3,0%
2,5%
2,5%
Opkomende economieën
2,6%
7,1%
6,5%
6,5%
* Voorspelling (Bron: IMF World Economic Outlook, 2011)
Europese economie De economie van de Europese Unie is in 2010 met 1,8 procent gegroeid. Het jaar 2010 werd voor Europa gekenmerkt door de staatsschuldencrisis. Enkele Europese landen raakten in financiële problemen; zij dreigden hun staatschulden niet meer te kunnen financieren. Dit bracht een discussie teweeg over de toekomst van de monetaire unie. De Europese regeringsleiders besloten tot de oprichting van een Europees noodfonds. Het is niet zeker dat de staatsschuldencrisis in 2011 voorbij is. Ondanks positieve ontwikkelingen is het gevaar van financiële crises in Europese landen nog altijd groot. ICT~Marktmonitor 2011
9
Duitsland, dat voor Nederland een belangrijke afzetmarkt is, kende met 3,7 procent een relatief sterke groei. Dit komt vooral omdat Duitsland door een dieper dal is gegaan tijdens de recessie, waardoor het herstel groter is. Tevens spelen de grotere bedrijfsinvesteringen die in Duitsland gedaan zijn en de krachtige Duitse export hierin een rol.
Nederlandse economie groeit voorzichtig De Nederlandse economie is in 2010 voorzichtig hersteld van de ernstige recessie van 2009. De economie groeide met 1,7 procent in lijn met het Europees gemiddelde. Voor 2011 zal de economie in Nederland naar verwachting van het CPB blijven groeien met 1,75 procent. Het kabinet heeft besloten fors te bezuinigen op de overheid, hetgeen vanaf 2011 zal leiden tot teruglopende overheidsbestedingen. Waar de overheidsuitgaven in 2010 nog met 1,25 procent stegen, zullen de uitgaven in 2011 met 0,5 procent dalen (CPB, 2011). Vertrouwen van producenten en consumenten speelt een belangrijke rol in de economie. Het producentenvertrouwen is een stemmingsindicator voor de op korte termijn te verwachten ontwikkeling van de industriële productie, gebaseerd op oordelen en verwachtingen van ondernemers. Het vertrouwen van producenten in de economie had in januari 2010 een indexwaarde van -6,5. Door het jaar heen steeg het producentenvertrouwen gestaag; in januari 2011 was het indexcijfer 2,7. Gedurende 2010 is het consumentenvertrouwen vrij stabiel gebleven, maar bleef de waarde wel negatief. Het vertrouwen dat consumenten in de economie hebben, kende in januari 2010 een indexwaarde van -10 en in december 2010 een waarde van -14. De koopbereidheid van de consumenten nam in 2010 af van -1 in januari tot -14 in december, hoewel de koopbereidheid in februari 2011 wel weer steeg naar -6 (CBS, 2011). Deze vertrouwen- en bereidheidcijfers bevestigen het beeld dat het herstel van de economie vooral afkomstig is van de export en niet van de binnenlandse consumenten. Voor een opleving van de binnenlandse bestedingen is een groter consumentenvertrouwen en een grotere koopbereidheid nodig. De algemene investeringen in Nederland krompen in 2009 10
met 12,7 procent. In 2010 volgde een marginale groei van de investeringen met 0,5 procent. De bedrijfsinvesteringen namen in 2010 echter nog wel af met 3,75 procent, licht beter dan was verwacht. De bedrijfsinvesteringen zullen in 2011 naar verwachting met 2,8 procent toenemen (CPB, 2011). De werkloosheid is ten opzichte van 2009 iets gestegen en bedroeg in 2010 5,5 procent. De verwachting is dat in 2011 de werkloosheid door de groeiende economie zal afnemen tot ongeveer 5 procent (CPB, 2011). Hiermee heeft Nederland één van de laagste werkloosheidscijfers in de Europese Unie. Tabel 2: Groei economie en ICT-markt 2009
2010
2011*
Wereldeconomie
–0,6%
5,0%
4,4%
Europese Unie
–4,1%
1,8%
1,5%
Nederland
-3,9%
1,7%
1,75%
ICT-markt wereldwijd
-3,0%
4,9%
4,4%
ICT-markt EU
-1,1%
1,2%
1,5%
ICT-markt Nederland
-5,8%
1,1%
2,0%
* Voorspelling (Bron: IMF/EITO/Heliview Research, 2011)
ICT-markt wereldwijd en in Europa Voor de ICT-markt wereldwijd zal 2011 een positief jaar worden na het herstel van 2010. De krimp in 2009 van 3 procent is vorig jaar omgezet in een groei van 4,9 procent (zie tabel 2). In 2011 zullen de wereldwijde ICT-bestedingen verder groeien met 4,4 procent. Het zijn de opkomende economieën, voornamelijk de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), die de vraag in de wereldwijde ICT-markt laten groeien. De ICT-markt zal in de BRIC-landen in 2011 met gemiddeld 13 procent toenemen tot een totaal van ongeveer 431 miljard euro. Absolute koploper van dit viertal is India met een verwachte groei van 26 procent in de ICT-markt in 2011 (WITSA, 2011).
ICT~Marktmonitor 2011
11
De ICT-markt in de Europese Unie is na de krimp met 1,1 procent in 2009, gegroeid met 1,2 procent in 2010. De ICT-bestedingen zullen in de Europese Unie in 2011 verder stijgen met 1,5 procent tot een totaal van 715 miljard euro (EITO, 2011). Duitsland en Frankrijk doen het van de EU-landen relatief goed. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijgende vraag van bedrijven die eerder uitgestelde ICT-investeringen inhalen. Spanje, Italië en Groot-Brittannië blijven hier iets op achter. Dit wordt veroorzaakt door de interne economische strubbelingen en de overheidsbezuinigingen op ICT-gebied. In Europa groeit de omzet uit cloud computing met maar liefst 20 procent per jaar. In 2009 was de omzet uit dit segment nog 4 miljard euro, in 2012 zal dit toenemen tot 7 miljard euro (EITO, 2011). In het algemeen krimpt of groeit de ICT-markt in de Europese Unie ongeveer even sterk als de gehele Europese economie. Wereldwijd is nog wel een grillig verloop van de ICT-bestedingen zichtbaar: zowel de krimp als de groei in de ICT-markt zijn wereldwijd sterker dan de gemiddelde wereldwijde krimp en groei in 2009, 2010 en 2011. Tabel 3: Omvang ICT-bestedingen in Nederland (in miljoenen euro's) 2010
2011*
Totaal ICT-branche
€ 29.383
€ 29.962
IT-bestedingen
€ 13.618
€ 13.920
IT-hardware & kantoortechnologie
€ 5.858
€ 5.960
IT-software & services
€ 7.760
€ 7.960
Waarvan Software
€ 4.800
€ 4.925
Waarvan Services
€ 2.960
€ 3.035
€ 15.765
€ 16.042
Telecom & Internet
ICT-branche in Nederland Met de lichte stijging van 1,1 procent van de totale ICT-bestedingen in Nederland is de marktomvang gegroeid tot een totaal van 29,4 miljard euro in 2010, zie tabel 3. Daarmee is de ICT-markt in omvang 5,1 procent van het Nederlandse bruto binnenlands product, dat voor 2010 een waarde heeft van 581,9 miljard euro. De bestedingen in de sector Telecom & Internet bedragen een kleine 54 procent van de totale bestedingen; de IT-bestedingen (hardware en kantoortechnologie, en software) bedragen ruim 46 procent van het totaal. De gematigde stijging van de ICT-bestedingen met 1,1 procent werd voornamelijk veroorzaakt door het voorzichtige economische herstel in 2010 en het uitblijven van investeringen. Binnen de ICT-markt groeiden de softwarebestedingen relatief het sterkst (zie tabel 4). De bestedingen aan IT-Hardware en Kantoortechnologie betekenden met 0,3 procent groei een verbetering ten opzichte van de krimp van 11,4 procent in 2009, maar het betrof nog een uiterst bescheiden stijging. Voornaamste reden hiervan is nog altijd het uitstel van investeringen van bedrijven in hardware en kantoortechnologie in combinatie met prijsdalingen. De verwachtingen voor 2011 zijn iets positiever. Als gevolg van de lichte groei van de gehele Nederlandse economie met 1,75 procent en de stijging van de investeringen, zullen de bestedingen aan ICT naar verwachting met 2 procent groeien. Evenwel kunnen in 2011 de dalende overheids bestedingen een beperkende factor zijn in de groei van de ICT-bestedingen.
* Voorspelling (Bron: Heliview Research, 2011)
ICT~Marktmonitor 2011
13
Tabel 4: Groei ICT-branche in Nederland 2008 - 2011 2008
2009
2010
2011*
Totaal ICT-branche
2,7%
-5,8%
1,1%
2,0%
IT Hardware & kantoortechnologie
4,1%
-11,4%
0,3%
1,7%
IT Software & Services
7,8%
-5,7%
1,9%
2,6%
Waarvan Software
8,1%
-4,1%
2,0%
2,6%
Waarvan Services
7,4%
-8,3%
1,6%
2,5%
-0,2%
-3,6%
1,0%
1,8%
Telecom & Internet
* Voorspelling (Bron: Heliview Research, 2011)
In figuur 1 is zichtbaar dat in de sectoren transport, zorg en zakelijke dienstverlening de meerderheid van de bedrijven financieel relatief lage ICT-bestedingen heeft. Dit wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van veel kleine bedrijven en instellingen in deze sectoren – waarvan een groot deel MKB – die gemiddeld lagere ICT-bestedingen per organisatie hebben. De financiële dienstverlening en de overheid hebben daarentegen financieel grotere bestedingen, voornamelijk omdat deze sectoren grote en kapitaalintensieve ICT-projecten hebben. Zo bezitten banken en verzekeraars vaak complexe ICT-systemen. Koploper in de ICT-bestedingen is nog altijd de overheid. Van alle instanties binnen de semioverheid en overheid geeft 22 procent aan ICT-bestedingen te hebben met een waarde van meer dan 1 miljoen euro.
Bedrijvigheid ICT-bestedingen per economische sector Kijkend naar de Nederlandse economie zijn de vijf economische sectoren die het grootste bedrag aan ICT uitgeven: (semi-)overheid, financiële dienstverlening, zorg, transport en zakelijke dienstverlening. Het is interessant de ICT-bestedingen van deze vijf sectoren nader te bekijken. Figuur 1: Bedrag uitgegeven per organisatie aan hardware, software en dienstverlening voor de ICT-omgeving (Semi) Overheid
Financiele dvl.
Zorg
Zakelijke dvl.
Transport
80%
60% 53% 43% 29%
41%
40%
20%
44%
31%
35% 21%
49%
21%
19%
31% 19% 23% 16%
5% 4% 0%
13% 4%
0% € 0 TOT € 5.000
€ 5.000 TOT € 50.000 € 50.000 TOT € 500.000
> € 500.000
Nederland telde begin 2011 een kleine 30.000 ICT-bedrijven. Hiervan bestaat tweederde, ongeveer 20.000 bedrijven, uit slechts 1 werknemer. Daarentegen tellen slechts 170 ICT-bedrijven meer dan 100 werknemers. Dit is een kleine 0,6 procent van alle ICT-bedrijven (CBS, 2011). Veel van deze eenpersoonsbedrijven zijn ‘Zelfstandige Zonder Personeel’ (ZZP). In Nederland zijn kenniswerkers, met name ICT’ers, een snel groeiende groep binnen de ZZP’ers. Op grond van markttrends wordt verwacht dat het aandeel ZZP’ers in de ICT zal blijven toenemen. Standaardisatie en digitalisering van processen maakt nieuwe vormen van samenwerken mogelijk en in veel gevallen is de zelfstandige concurrerend door lage transactiekosten. Dit trekt starters in de ICT-branche aan. In het jaar 2010 zijn er in totaal 1.888 starters in de ICT-branche bijgekomen. Dit is een stijging van 5,5 procent ten opzicht van 2009 toen er 1.790 starters waren. Desondanks zit de startersmarkt in de ICT-branche nog niet op het niveau van 2008. In dat jaar waren er 2.461 starters. Nu het economisch beter gaat en de ICT-markt voorzichtig groeit, stijgt het aantal starters in de maand januari 2011 fors. In januari 2009 waren er 249 starters, in januari 2010 146 en in januari 2011 255 (Kamer van Koophandel, 2011; zie figuur 2).
(Bron: Heliview Research, 2011) 14
ICT~Marktmonitor 2011
15
De overheid doet er veel aan om innovatief ondernemerschap te stimuleren in Nederland. In 2011 is vanuit de subsidie regeling InnovatiePrestatieContracten (IPC) 26 miljoen euro beschikbaar voor innovatieontwikkeling en samenwerking binnen het MKB. MKB-bedrijven die een inhoudelijke samenhang met elkaar hebben (bijvoorbeeld in de keten, de regio of branche) en gezamenlijk een innovatieplan opstellen en uitvoeren kunnen daarvoor subsidie krijgen. Via deze IPC’s hebben ook ICT-bedrijven een unieke kans om gedurende twee jaar innovatieplannen gesubsidieerd te krijgen (Agentschap NL, 2011b).
Figuur 2: Aantal starters ICT-sector Gemiddelde per maand Januari 350 300 250 200 150 100 50 0
2007
2008
2009
2010
2011
(Bron: Kamer van Koophandel, 2011)
Een andere regeling die door ICT-bedrijven veel gebruikt wordt, is de Wet Bevordering Speur- & Ontwikkelingswerk (WBSO). Bedrijven krijgen via deze regeling een tegemoetkoming in de loonkosten van medewerkers die innovatief werk verrichten. Het kabinet heeft de keuze gemaakt om het budget voor de WBSO te laten toenemen van in totaal 700 miljoen euro in 2010 tot 810 miljoen euro in 2011.
Innovatie De Nederlandse ICT-branche draagt voor een belangrijk deel bij aan het verbeteren en innoveren van producten, diensten, ketens en processen in Nederland. Zodoende is ICT de Innovatie-As binnen de negen de economische topsectoren die het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in februari 2011 heeft aangeduid. Met het oog op versteviging van het innovatieve vermogen van de economische topsectoren is ICT als Innovatie-As essentieel. De innovatiekracht van ICT is niet alleen toepasbaar in het bedrijfsleven. Juist in domeinen als onderwijs, zorg en veiligheid zijn veel verbeteringen door te voeren door aanpassingen te maken in het bedrijfsproces. Nog altijd blijft innovatie met ICT in deze domeinen achter bij het bedrijfsleven. Dit komt door het onderschatten van de innovatieve mogelijkheden die ICT biedt of door het overschatten van de problemen en de omvang daarvan. Om te anticiperen op de toekomst in bovengenoemde domeinen, zullen de mogelijkheden die ICT te bieden heeft ten volle benut moeten worden. Een voorbeeld hiervan is de rol die e-Health kan spelen in de gezondheidszorg. 16
Tabel 5: Aandeel ICT-bedrijven in WBSO totaal Aanvragen WBSO-loon
Toegekend WBSO-loon
2004
10,8%
7,0%
2005
11,4%
7,0%
2006
12,6%
7,6%
2007
14,0%
8,5%
2008
14,5%
10,3%
2009
19,4%
13,2%
2010
22,3%
14,6%
ICT~Marktmonitor 2011
(Bron: Agentschap NL, 2011a)
17
ICT-bedrijven hebben een groot aandeel in de WBSO, voornamelijk omdat vanaf 2009, door een verruiming van de definitie met programmatuur, ook ICT-diensten met de WBSO-regeling gestimuleerd worden. In de cijfers van de WBSO-toekenning groeide daarmee het aandeel ICT aanzienlijk. Van het totaal aantal toegekende WBSO-uren is in 2010 14,6 procent toegekend aan ICT-bedrijven; in 2009 was dit nog 13,2 procent (Agentschap NL, 2010). Zoals in tabel 5 te zien is, ligt het aandeel aanvragen voor WBSO-loon van ICT-bedrijven hoger dan het toegekende aandeel. In 2010 was dit verschil 7,4 procentpunt. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat ICT-bedrijven over het algemeen kleine bedrijven zijn met relatief weinig werknemers, en dus manuren, ten opzichte van andere sectoren. Met de grote toestroom aan ICT-bedrijven als gevolg van de verruiming van de WBSO-definitie met programmatuur ten behoeve van ICT-diensten, is ook het aantal kleine bedrijven dat gebruik maakt van de regeling enorm toegenomen. De WBSO biedt in de directe toekomst onverminderd grote kansen voor ICT-bedrijven die zich bezig houden met innovatieve producten en projecten.
IT-Hardware & Kantoortechnologie De bestedingen aan IT-Hardware & Kantoortechnologie zijn in 2010 met 0,3 procent gegroeid. Binnen de bestedingensector IT-Hardware & Kantoortechnologie vallen de segmenten Computers, Servers, Mainframes, Midrange, Printers en Multifunctionele Apparaten, Opslag en Bekabeling. Absoluut gezien is de sector nog lang niet terug op het niveau van 2008 toen de bestedingen aan IT-Hardware en Kantoortechnologie 6,7 miljard euro bedroegen. De recessie in 2009 en de bijbehorende krimp van 11,4 procent in de sector heeft zijn sporen nagelaten. De verwachting is dat de bestedingen in 2011 met 1,7 procent zullen stijgen tot een totaal van bijna 6 miljard euro (zie tabel 6). Hiermee komt deze deelmarkt terug op het niveau van 2006. Tabel 6: Sector IT-Hardware en Kantoortechnologie (bestedingen in miljoenen euro’s) 2009
2010
2011*
2.936
2.976
3.044
-13,0%
1,4%
2,3%
973
956
947
-7,4%
-1,8%
-0,9%
937
936
925
-13,9%
-0,1%
Diversen (o.a. opslag)
994
990
% groei t.o.v. vorig jaar
-7,4%
-0,4%
Totaal
5.840
5.858
5.960
-11,4%
0,3%
1,7%
Computers % groei t.o.v. vorig jaar Servers, Midrange, Mainframes % groei t.o.v. vorig jaar Printers, MFP's, Kantoortechnologie % groei t.o.v. vorig jaar
% groei t.o.v. vorig jaar
-1,2% 1.044 5,5%
* Voorspelling (Bron: Heliview Research, 2011)
18
ICT~Marktmonitor 2011
19
De forse krimp die in 2009 de markt kenmerkte, vooral ten aanzien van de verkoop van computers, printers en copiers, is in 2010 beperkt gebleven. Bij de IT-Hardware & Kantoortechnologiesector was in 2010 derhalve geen grote groei of krimp te zien in de verschillende segmenten. Alleen het segment Opslag (in tabel onder Diversen) kende een groei van 4 procent in 2010. Voor 2011 is er in de segmenten Data- en netwerkapparatuur en Opslag (zie diversen) een stijging van respectievelijk 5,2 procent en 4,4 procent voorspelt. Door de toenemende behoefte aan dataopslag blijft de vraag naar opslag stijgen, hoewel de opslag per eenheid wel steeds goedkoper wordt. Met de groei van de economie in 2010 en de verwachte groei in 2011 is de vraag naar computers (laptops, netbooks en desktops) in zijn totaliteit gestegen. Het segment Computers groeide in 2010 met 1,4 procent en zal naar verwachting in 2011 met 2,3 procent groeien. Door de opkomst van de tablet-pc’s in 2010 is het waarschijnlijk dat de bestedingen in het segment Computers verschuiven van de traditionele computers naar nieuwe en andere modellen.
Software & Services Bestedingen in de sector Software & Services betreffen bestedingen aan systeemsoftware, applicatiesoftware, professionele en ondersteunende dienstverlening. De totale bestedingensector Software & Services kende in 2010 een groei van 1,9 procent. Dit komt neer op een totaal van 7,8 miljard euro (zie tabel 7). De sector herstelde voorzichtig van de zware klappen die het tijdens de recessie kreeg. In 2010 was de groei van de uitgaven aan IT-dienstverlening wel lager dan de bestedingen aan software. De lichte groei van 2010 in de hele sector zet in 2011 naar verwachting door, en de bestedingen zullen waarschijnlijk groeien met 2,6 procent. Met een bestedingswaarde van bijna 8 miljard euro zal de sector in 2011 weer op het niveau van 2008 uitkomen, toen de bestedingen een kleine 7,9 miljard euro bedroegen. De procentuele groei uit 2007 van 7,4 procent wordt echter nog niet gehaald in 2011. Tabel 7: Sector Software & Services (bestedingen in miljoenen euro’s) 2009
2010
2011*
Voor 2011 wordt er in de bestedingen aan printers en copiers een krimp van 1,2 procent voorspeld. De negatieve trend in dit segment kan worden verklaard door een verzadiging in de markt. De aankopen die worden gedaan zijn voornamelijk vervangingsaankopen waarmee oude printers en copiers worden vervangen door nieuwe of betere modellen. Ook worden de producten in dit marktsegment veelal goedkoper.
Software
4.705
4.800
4.925
% groei t.o.v. vorig jaar
-4,1%
2,0%
2,6%
Services
2.914
2.960
3.035
% groei t.o.v. vorig jaar
-8,3%
1,6%
2,5%
Totaal
7.619
7.760
7.960
In het algemeen staan de marges in de IT-Hardware & Kantoortechnologie onder druk door de almaar stijgende grondstofprijzen. Ook speelt de continue prijserosie binnen deze sector een grote rol. In de sector wordt de economische levensduur van de verschillende producten steeds langer, waardoor de verkoop door nieuwe producenten gedrukt wordt. Dit verklaart mede de beperkte stijging van de bestedingen in deze markt.
% groei t.o.v. vorig jaar
-5,7%
1,9%
2,6%
20
* Voorspelling (Bron: Heliview Research, 2011)
In het segment Software namen de bestedingen aan systeemsoftware (onder meer besturingssystemen (netwerk)beheersoftware en beveiligingssoftware) toe met 0,3 procent tot een totaal van 1,9 miljard euro. Specifiek de beveiligingssoftware kende in 2010 een positieve ontwikkeling (zie ook hoofdstuk 3). De bestedingen aan systeemsoftware zullen in 2011 naar verwachting verder ICT~Marktmonitor 2011
21
groeien met 1,6 procent tot een totaal van 1,9 miljard euro. De bestedingen aan applicatiesoftware (consumenten-, commerciële, industriële en technische programma’s opgezet met het doel om bedrijfsprocessen te automatiseren en te innoveren) namen in 2010 toe met 3,2 procent tot een totaal van 2,8 miljard euro. De verwachting voor 2011 is dat de bestedingen met 3,3 procent stijgen tot een totaal van 2,9 miljard. In het segment Services stegen de bestedingen aan professionele dienstverlening (diensten voor consultancy, implementatie en operationeel management) beperkt met 0,8 procent tot een totaal van 2 miljard euro in 2010. Het segment Professionele Dienstverlening is hard geraakt gedurende de recessie en kende in 2009 een daling van maar liefst 13 procent in de bestedingen. Hoewel het segment in 2011 waarschijnlijk een groei doormaakt van 2,7 procent wat zal leiden tot een totaal aan bestedingen van 2 miljard euro - is het segment Professionele Dienstverlening nog niet terug op het niveau van 2007 toen de bestedingen 2,1 miljard euro bedroegen.
In mei 2010 heeft Het Expertise Centrum (HEC) het onderzoek ‘Leren van de buren’ gepresenteerd. De grote veranderingen bij de overheid hebben impact op de ICT-voorziening. Dit vergelijkend onderzoek toont onder andere aan dat met uitbesteding van bepaalde ICT-voorzieningen de overheid de kosten en complexiteit van haar ICT beter kan beheersen.
De ondersteunende dienstverlening (alle activiteiten aangaande de goede werking van hardware-, software- en netwerkproducten, inclusief onderhoudscontracten en helpdesks) groeide in 2010 met 3,3 procent ten opzichte van 2009. In totaal bedroegen de bestedingen 950 miljoen euro. De bestedingen aan ondersteunende dienstverlening zullen in 2010 naar verwachting met 2,1 procent groeien tot een totaal van 970 miljoen euro.
22
Het gebruik van cloud-computing is een belangrijke ontwikkeling die de bestedingen in de sector Software & Services zal gaan beïnvloeden. Cloud-computing is niet een geheel nieuw concept, het komt voort uit een lange historie van ICT-ontwikkelingen. In de afgelopen jaren is een mogelijkheid ontstaan om anders (flexibeler, effectiever en goedkoper) met rekencapaciteit, opslag, bedrijfsinformatie en toepassingen om te gaan. Het vernieuwende van cloud-computing ligt in het gebruik van internet: gebruikmaken en het afroepen van diensten op een flexibele wijze. Het is daarmee de volgende stap in het proces van uitbesteding waarbij steeds meer IT-middelen worden gedeeld. Uit de ICT~Kwartaalmonitor van februari 2011 blijkt dat de ICT-bedrijven die hebben deelgenomen aan de peiling, schatten dat in 2011 ongeveer 15 procent van alle ICT-diensten op basis van cloud-computing geleverd wordt. In 2015 zal dit percentage volgens die bedrijven zijn gegroeid tot ruim 40 procent. ICT-bedrijven hebben dus hoge verwachtingen over de toekomstige rol die de ‘cloud’ speelt in de levering van ICT-diensten en –infrastructuur. Uit andere onderzoeken van Heliview Research blijkt dat kleinere bedrijven, vooral ZZP’ers, meer diensten vanuit de cloud afnemen; zij stappen sneller over. Naast de mogelijkheden die cloud-computing ICT-afnemers biedt, geeft het veel bedrijven kansen om nieuwe businessmodellen te ontwikkelen. In elk geval zal het bestaande businesmodellen veranderen. Van de ondervraagde ICT-bedrijven levert 10 procent nu al volledig via cloud. Daarnaast levert 50 procent gedeeltelijk diensten via cloud. Nog eens 20 procent wil hiermee een begin maken in 2011. De overige 20 procent heeft geen plannen om via cloud-computing diensten of infrastructuur aan te bieden. ICT-bedrijven verwachten dat zakelijke klanten in de eerste plaats voor ICT-diensten als applicatie-hosting en CRM gebruik zullen maken van cloud-diensten, gevolgd door financiële administratie.
ICT~Marktmonitor 2011
23
Telecom & Internet Bestedingen aan Telecom & Internet hebben betrekking op communicatie en informatievoorziening. Na de daling met 3,6 procent in 2009, groeide de sector in 2010 met 1,0 procent en zal in 2011 naar verwachting groeien met 1,8 procent. Tabel 8: Sector Telecom & Internet (bestedingen in miljoenen euro’s) 2009
2010
2011*
Vaste telefoniediensten
2.781
2.685
2.645
% groei t.o.v. vorig jaar
-9,4%
-3,5%
-1,5%
Vaste datadiensten
3.766
3.777
3.802
% groei t.o.v. vorig jaar
-1,0%
0,3%
0,7%
Data- en netwerkapparatuur
1.510
1.425
1.477
% groei t.o.v. vorig jaar
-7,5%
-5,6%
3,6%
Mobiele diensten
5.948
6.198
6.387
% groei t.o.v. vorig jaar
0,0%
4,2%
3,0%
660
690
726
-17,4%
4,5%
5,2%
946
990
1.005
0,0%
4,7%
1,5%
15.611
15.765
16.042
-3,6%
1,0%
1,8%
Mobiele telefoons en accessoires % groei t.o.v. vorig jaar TV-diensten % groei t.o.v. vorig jaar Totaal Telecom en Internet % groei t.o.v. vorig jaar
* Voorspelling (Bron: Heliview Research, 2011)
Gedurende de recessie in 2009 was er geen enkel segment binnen de sector waaraan de bestedingen stegen. Ondanks de lichte economische opleving in 2010 profiteerden niet alle segmenten hiervan. Hoewel de krimp minder groot was dan in 2009, kenden de segmenten Vaste Telefoondiensten en 24
Data- en Netwerkapparatuur ook in 2010 een daling in de bestedingen. Alleen binnen het segment Mobiele Telefoons en Accessoires steeg het aantal bestedingen met 4,5 procent na de forse daling in 2009 van 17,4 procent. De segmenten Mobiele Diensten en Diversen groeiden in 2010 met respectievelijk 4,2 en 4,7 procent na de stagnatie in beide segmenten in 2009. Absoluut gezien maken de bestedingen aan het segment Mobiele Diensten bijna de helft van de totale bestedingen aan de sector Telecom & Internet uit. In 2011 blijven de telecombedrijven voor de uitdaging staan van de continu dalende prijzen in de sector. Uit gegevens van toezichthouder Opta blijkt dat het dataverbruik van mobiel internet en het sms-gebruik door Nederlanders sinds 2007 enorm is gegroeid: in 2007 was dit in totaal 1 Petabyte (PB, 1000 Terabytes), in 2008 1,25PB en in 2009 in totaal zelfs 3,55PB. Dit komt neer op een gemiddeld dataverbruik van ongeveer 460MB per abonnement per jaar. Deze grote stijging van bijna 200 procent in 2009 – voornamelijk veroorzaakt door mobiel internet – zet in de toekomst door en vraagt van aanbieders om extra investeringen in netwerken. Tegelijkertijd is de stijging van het gebruik minimaal terug te zien in de bestedingen aan Mobiele Diensten (tabel 8). Een reden hiervoor zijn de laag blijvende prijzen. Europese regelgeving om roaming-kosten voor bellen in andere EU-landen te verlagen, zal in de nabije toekomst de bestedingen aan mobiele diensten verder drukken. Ook zal de opmars van communicatiediensten via het internet leiden tot lagere bestedingen aan bellen en sms’en. Door deze ontwikkelingen in de markt van mobiele diensten wordt het gebruik van nieuwe abonnementsvormen gestimuleerd. De bestedingen aan vaste telefoniediensten zijn rond het jaar 2000 afgevlakt en vertonen sindsdien een dalende trend. Desondanks is de grote krimp van 2009 afgenomen en zal het segment vaste telefoniediensten in 2011 waarschijnlijk wederom minder sterk krimpen. Vaste datadiensten laten een geringe groei zien door de vraag naar internettoegang en bijvoorbeeld VoIP-diensten (bellen via internet).
ICT~Marktmonitor 2011
25
26
Hoofdstuk 2
ICT~Marktmonitor 2011
De Softwaresector in Nederland
27
Softwaresector in Nederland De softwaresector is van groot belang voor de Nederlandse economie. De sector alleen al is goed voor een bijdrage van 17,3 miljard euro aan de Nederlandse economie. Daarnaast wordt nog meer waarde geproduceerd buiten de sector. Dit hoofdstuk vat het onderzoek ‘De softwaresector in Nederland’ van onderzoeksbureau Dialogic samen. De softwaresector gedefinieerd De ICT-branche bestaat uit bedrijven in hardware, kantoortechnologie, software, dienstverlening en telecommunicatie. De algemene cijfers over de branche maken niet duidelijk welke economische waarde de softwareproductie in Nederland heeft voor de economie. In het onderzoek ‘De softwaresector in Nederland’ is daarom gekeken naar de samenstelling en toegevoegde waarde ervan. Het Centraal Bureau voor de Statistiek beschrijft sectoren in de economie. Bedrijven worden door het CBS op basis van de economische hoofdactiviteit ingedeeld in sectoren. Het onderzoek van Dialogic heeft zich gericht op die bedrijven die binnen de CBS-definitie van IT-dienstverlening vallen (CBS-sectorcode SBI 62). Met dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie, de formele beschrijving van de sector, wordt in het onderzoek de softwaresector in ‘enge zin’ aangeduid. Daarnaast wordt software ook buiten de sector ontwikkeld: in eigen beheer voor intern gebruik, of specifieke software voor een andere sector, bijvoorbeeld landbouw, die daarna wordt verkocht. Dit is de softwaresector in ‘brede zin’.
28
Cijfers nader vergeleken Er bestaan onderlinge verschillen tussen de cijfers zoals deze gepresenteerd worden in hoofdstuk 1 over software-bestedingen van gebruikers (door Heliview Research) en in hoofdstuk 2 over softwareproductie van bedrijven in Nederland (door Dialogic). De belangrijkste verklaring voor de verschillen ligt in het feit dat andere grootheden worden gemeten: de methode van Heliview Research kijkt naar de bestedingenkant van gebruikers (aan onder andere software). Hierbij wordt aan organisaties gevraagd wat hun ICT-budget is. In de methode van Dialogic softwarebedrijven gevraagd wat zij jaarlijks omzetten. Hierdoor zijn de cijfers erg lastig vergelijkbaar. In de cijfers van Dialogic wordt omzet meegeteld die Heliview Research niet meet, omdat dit geen directe bestedingen zijn. Het betreft onder andere: omzet uit export, inhuur van personeel door ICT-bedrijven, licentiekosten voor verdere softwareontwikkeling, niet aan software gerelateerde activiteiten, ‘embedded’ software (wordt via andere markten besteed), en uitbesteding binnen Nederland. Daarnaast zitten in de cijfers dubbeltellingen. Met betrekking tot de cijfers van Heliview Research kunnen we stellen dat de kans groot is dat enkele bijzondere (bijvoorbeeld eenmalige) grote ICT-projecten niet meegerekend worden binnen het ICT-budget. In het bijzonder binnen de (semi-) overheid – waar grote ICT-bestedingen worden gedaan - is het lastig om jaarlijks de exacte bestedingen in kaart te brengen. Ook bestaat de kans dat in de cijfers van Heliview Research ‘verborgen’ bestedingen aan software niet zijn meegerekend. De ontwikkeling van een bedrijfswebsite staat vaak niet als besteding aan software geregistreerd, maar als besteding aan communicatie. Voor ICT~Office is het van groot belang dat er een goed en betrouwbaar inzicht is in de omvang en toegevoegde waarde van ICT. ICT~Office zal daarom met haar onderzoekspartners onderzoek blijven doen om verschillen te verklaren. Hierin ligt ook een taak voor de overheid.
ICT~Marktmonitor 2011
29
Economische kengetallen van de softwaresector Het aantal bedrijven dat in de softwaresector actief is bedraagt 24.370. Deze bedrijven zijn over heel Nederland verspreid. In figuur 3 zijn alle bedrijven geplot op de kaart van Nederland. Hierbij geeft de tint van de stippen het aantal bedrijven weer dat daar gevestigd is. Hoe donkerder de stip, hoe hoger de concentratie. De hoogste concentraties worden vooral aangetroffen rond (technische) universiteiten. Een ander opvallend gegeven is de sterke concentratie in het lint van de Veluwezoom tot aan Harderwijk. Figuur 3: Spreiding softwarebedrijven over Nederland
De onderverdeling van de verschillende inkomstenbronnen van de softwaresector laat zien dat in Nederland 10,2 miljard euro wordt omgezet met de verkoop van door bedrijven zelf ontwikkelde software (zie tabel 9). Dat is meer dan 40 procent van de totale sector. Het gaat dan om product- en maatwerksoftware (9,4 miljard euro) en ‘embedded’ software (0,8 miljard euro). Programmeerwerk voor derden levert ook nog eens 4,0 miljard euro op. Dit kan grotendeels worden gezien als softwareproductie, waarmee de waarde van software nog groter wordt. Implementatie, testen, beheer en onderhoud dragen voor 3,8 miljard euro, of 15 procent, bij aan de totale omzet. Met 2,6 miljard euro bestaat 10 procent van de totale inkomstenbronnen van softwarebedrijven uit activiteiten die niet aan software gerelateerd zijn. Tabel 9: Onderverdeling naar negen verschillende soorten inkomstenbronnen SBI 62* (bedragen in miljoen euro’s) Dialogic(2010) Verkoop product- of maatwerksoftware
(Bron: Dialogic, 2010)
De softwaresector is een volwaardige en belangrijke economische sector in Nederland, met een omzet van 25,0 miljard euro en een bruto toegevoegde waarde (omzet min inkoopkosten en bedrijfslasten) van 17,3 miljard euro. Hiermee draagt de softwaresector 2,8 procent bij aan de Nederlandse economie (BBP). Het belang van software voor de Nederlandse economie is feitelijk nog groter omdat ook veel software wordt ontwikkeld en verkocht door bedrijven die formeel buiten de definitie van de softwaresector (sector in ‘brede zin’). Als deze activiteiten wel worden meegeteld, kan de omvang van de toegevoegde waarde oplopen tot 24,3 miljard euro. Dat is een bijdrage van 3,9 procent aan de nationale economie (bruto binnenlands product).
€
9.392
% van geheel 37,5%
Verkoop embedded software
€ 803
Inhuur personeel
€
3.986
15,9%
3,2%
Implementatie / testen software
€ 1.533
6,1%
Support softwareapplicaties
€
2.231
8,9%
Overige consultancy
€
2.225
8,9%
Software reseller
€ 437
1,7%
Overige softwareproducten / diensten
€ 1.780
7,1%
Overige activiteiten
€
2.638
10,5%
Totaal
€
25.025
100%
(Bron: Dialogic, 2010)
Software is niet alleen van belang omdat het in heel veel industriesectoren wordt gebruikt, maar levert als industrie sector op zichzelf al een aanzienlijke bijdrage aan de Nederlandse economie, zoals hierboven is geïllustreerd. Dit belang wordt nog duidelijker als de toegevoegde waarde van ICT~Marktmonitor 2011
31
de softwaresector wordt afgezet tegen de toegevoegde waarde van een aantal grote sectoren in de Nederlandse economie. Tabel 10: Bijdrage softwaresector aan Nederlandse economie in vergelijking met aantal sectoren Sector
Jaar
Als % BBP
Softwaresector (Dialogic)
2010
2,8%
Chemie
2008
2,0-2,5%
Creatieve industrie
2008
>3,0%
Food & Flowers
2008
2,5-3,0%
Hightech Systemen & Materialen
2008
>3,0%
Pensioenen & verzekeringen
2008
2,0-2,5%
Water
2008
<1,5%
Sectoren Nederlandse economie
de bedrijven in de softwaresector heeft eindproducten of -diensten die gedeeltelijk of volledig open-source zijn. Veel bedrijven die open-source producten leveren, bieden daar maatwerkdiensten bij aan. Een belangrijke trend wordt gevormd door Software-as-a-Service (SaaS) diensten; 15 procent van de omzet uit softwareverkoop is op dit moment hieruit afkomstig.
Innovatie
(Bron: Dialogic, 2010)
Gemeten naar het percentage van het bruto binnenlands product staat de sector gelijk aan de sector Food & Flowers, en is de softwaresector op zichzelf groter dan de topsectoren Water, Pensioenen & Verzekeringen, en Chemie.
De softwaresector is een innovatieve sector (zie ook hoofdstuk 1, Innovatie). Dit blijkt uit het percentage van de arbeidscapaciteit dat aan onderzoek en ontwikkeling wordt besteed (9 procent bij softwareproducenten) en uit het percentage aanvragen voor de innovatieregeling WBSO (13,5 procent van het totaal). In het totale ICT-aandeel in de WBSO-aanvragen en -toekenning speelt de softwaresector een grote rol (zie figuur 4). In 2009 was het totaal aanvragen binnen de WBSO 19,4 procent en het toegekende loon 13,2 procent. Een kleine 70 procent van de WBSO-aanvragen en -toekenningen komt vanuit de softwaresector. Figuur 4: Absoluut aantal WBSO aanvragers in 2009 x groei in WBSO-arbeidsjaren 2008-2009 S&O-arbeidsjaren
Kenmerken van softwareproducten Vaak wordt gedacht dat in Nederland vooral maatwerksoftware wordt ontwikkeld. De omzet aan maatwerksoftware is 5,5 miljard per jaar. Daarnaast wordt in Nederland echter 3,9 miljard euro omgezet aan productsoftware. Hoe groter het bedrijf, hoe groter het aandeel productsoftware. Op basis van het aantal bedrijven dat software produceert, wordt geschat dat er in 2010 tussen de 30.000 en 35.000 softwareproducten op de Nederlandse markt zijn.
40%
ICT en Telecom 30% Overige industrie
20%
10%
Nuts, afval en bouw
Financiële dienstverlening
32
Machine- en apparaten industrie
Primaire sector Metaalproducten
Chemische industrie
Aanvragers
0% 500
Software wordt voor ruim driekwart binnen, of in opdracht van, het eigen bedrijf ontwikkeld. Het overige kwart is gebaseerd op componenten die zijn ontwikkeld door derden en worden verwerkt in eigen software. Van de externe componenten is 54 procent afkomstig van ‘closed source’ en 46 procent van open-source licenties. Een kwart van
Publieke dienstverlening
Handel en Transport
-10%
1.000
Voeding en tabak Textiel en Kleding
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
Electrotechniek Industrie t.b.v. ruwe halffabrikaten
Transportmiddelen industrie -20%
Uitgeverijen en Reproductie
ICT~Marktmonitor 2011
(Bron: Agentschap NL, 2010)
33
Dat de softwaresector innovatief is, blijkt ook uit het feit dat 23 procent van de omzet van bedrijven in deze sector uit nieuwe of verbeterde producten komt. Het gemiddelde ligt in Nederland beduidend lager op 10 procent. Met betrekking tot deelname aan subsidieregelingen is er nog veel groei mogelijk in de softwaresector: zo maken de kleine MKB-bedrijven en de open-source bedrijven nog relatief weinig gebruik van de WBSO-regeling.
Europa belangrijk afzetgebied De softwaresector in Nederland is sterk op de binnenlandse markt gericht. Daarnaast is er ook export: 7,7 procent van de inkomsten, nog altijd 1,9 miljard euro, is afkomstig uit het buitenland. Hiervan nemen de productsoftwarebedrijven een ruime meerderheid voor hun rekening. Tweederde van de totale export van de softwaresector gaat naar WestEuropa, nog eens ruim 20 procent van de export gaat naar Noord-Amerika. Dit toont aan hoe belangrijk de naaste buren zijn in de export van de Nederlandse softwaresector. Nadeel van de geringe mate van export van de Nederlandse softwaresector, is dat de sector niet optimaal profiteert van het wereldwijde herstel van de economie in 2010. Het herstel in de ICT-branche is in Nederland namelijk kleiner dan in bijvoorbeeld de opkomende economieën. Van alle software die door bedrijven in Nederland wordt ontwikkeld, wordt 7,9 procent in het buitenland geproduceerd, waarvan de helft (4,0 procent) in eigen vestigingen. Offshoring speelt binnen de Nederlandse softwareontwikkeling nauwelijks een rol van betekenis. In totaal gaat het om slechts 2,6 procent van alle softwareontwikkeling.
bedrijven binnen deze subsectoren haalt ook een aanzienlijk deel van haar omzet uit de verkoop van softwareproducten en –diensten. Hoeveel bedrijven dat exact zijn, is moeilijk te bepalen. Desondanks is er een aantal bedrijven dat minstens zoveel inkomsten uit software haalt als het gemiddelde bedrijf uit de kernsector SBI 62*. Deze bedrijven zouden welbeschouwd tot de softwaresector moeten worden gerekend. Een voorbeeld is slimme software die in de landbouw wordt gebruikt om koeien automatisch te melken via een melkrobot. Deze software wordt meegerekend in de agrarische sector en niet in de softwaresector. Daar staat tegenover dat er een aantal bedrijven is dat op dit moment nog wel onder SBI 62* valt maar dat daar, op basis van zijn profiel, niet (meer) in thuishoort. Het gaat hier om de bedrijven die het overgrote deel (80 procent of meer) van hun inkomsten halen uit niet-softwaregerelateerde activiteiten (zie tabel 9). Het blijkt dat de softwaresector in ‘brede zin’ ongeveer 40 procent zo groot zou zijn als de softwaresector in ‘enge zin’. De totale omzet van de softwaresector in Nederland wordt zodoende geschat op 35,2 miljard euro (in plaats van 25 miljard euro in ‘enge zin’) en de bijdrage aan de Nederlandse economie op 3,9 procent (in plaats van 2,8 procent). Het belang van software in en voor de Nederlandse economie – ICT als Innovatie-As – is uiteindelijke vele malen groter dan de omvang van de softwaresector in Nederland, terwijl die op zichzelf al een economische waarde van formaat heeft.
Software in breder perspectief De belangrijkste inzichten over de softwaresector richten zich uitsluitend op de door het CBS gedefinieerde sector ‘in enge zin’. De ICT-industrie in Nederland is veel breder dan deze softwaresector. Ze omvat onder andere ook de productie van computers en andere soorten hardware (SBI 26* en 46*) en telecomapparatuur en -diensten (SBI 61*). Een aantal 34
ICT~Marktmonitor 2011
35
Hoofdstuk 3
ICT~Marktmonitor 2011
Digitale Veiligheid
37
Digitale veiligheid De onthullingen die website Wikileaks in 2010 deed, hebben in Nederland de discussie over digitale veiligheid in een stroomversnelling gebracht. Overheden, bedrijven en privégebruikers zijn in 2010 sterker dan ooit geconfronteerd met de consequenties van cybercrime, blijkt uit cijfers. Uitdagingen op het gebied van digitale veiligheid zijn in 2011 dan ook aan de orde
cybercrime, wanneer hij gebruik maakt van ICT en internet. Zie ook figuur 5. Bestaande aanvalsmethoden zoals het gebruik van malware, phishing, botnets, spam en skimming zijn te vaak succesvol. Zo vormt phishing een dreiging en lijkt het bezig aan een hernieuwde opmars in Nederland. Aanvankelijk nam het aantal phishing e-mails af in de periode van 2008 tot 2010. Echter, in het begin van 2010 steeg het aantal waargenomen phishing-aanvallen weer. Als gevolg hiervan heeft Govcert. nl in het tweede kwartaal van 2010 tien keer zoveel ‘Notice and Takedown’-verzoeken (NTD) ontvangen om websites, die bijvoorbeeld worden gebruikt voor phishing, uit de lucht te halen (Govcert.nl, 2010). Figuur 5: Relatie tussen aanvalsmethoden
van de dag. Social engineering
Nationaal Trendrapport Cybercrime Eind 2010 bracht Govcert.nl, het Cyber Security en Incident Response Team van de Nederlandse overheid, samen met enkele overheidsdiensten het eerste Trendrapport Cybercrime en Digitale Veiligheid uit. Hoewel cijfers hierover vaak ontbreken, geeft het trendrapport een overzicht van trends rond cybercrime en digitale veiligheid. Steeds meer Nederlandse bedrijven, consumenten en overheidsdiensten maken gebruik en zijn afhankelijk van ICT en internet. Een voorbeeld is elektronisch bankieren. In Nederland waren er in 2009 9,7 miljoen gebruikers van elektronisch bankieren. Dit aantal zal in 2013 gegroeid zijn naar 11,2 miljoen gebruikers, zowel zakelijk als privé. Elektronisch bankieren biedt vele kansen en mogelijkheden en heeft daarom een hoog gebruikersaantal. Het vertrouwen is groot: in een peiling uit 2009 geeft 70 procent van de gebruikers aan elektronisch bankieren veilig te vinden (Govcert.nl, 2010). De gebruiker heeft een eigen verant woordelijkheid en moet goed opletten voor vormen van 38
Website E-mail SMS, etc.
verwijst naar
Besmette website Spam
Phishing website bevat
Exploit
Kwetsbaarheid in software
gebruikt voor DDOS
Malware
geeft gegevens af aan
Bot C&C servers botnet
Dropzone
(Bron: Govcert.nl, 2010)
Cybercrime heeft voornamelijk gevolgen voor de Nederlandse economie. De geleden financiële schade kan verdeeld worden in direct geleden schade (het gestolen waar) en indirect geleden schade (kosten voor onderzoek, herstel en aangifte). ICT~Marktmonitor 2011
39
Daarnaast zijn er voor het bedrijfsleven en de overheid hoge kosten verbonden aan preventieve maatregelen op het gebied van digitale veiligheid. Overkoepelende cybercrimeschadecijfers zijn voor Nederland nog niet bekend. Wel heeft bijvoorbeeld de Nederlandse Vereniging voor Banken een overzicht gegeven van de schade veroorzaakt door skimming. Waar de geleden schade in 2006 nog rond de 10 miljoen euro lag, is die in 2009 opgelopen tot 35 miljoen euro (NVB, 2010).
2009 vertrouwelijke informatie buit gemaakt door een inbraak op het ICT-netwerk of door pharming of phishing. Het EU-gemiddelde is 1 procent (Eurostat, 2011). Ook wat dit betreft scoort Nederland dus hoog. Figuur 6: ICT-beveiligingsincidenten EU Finland
46%
Noorwegen
44%
Denemarken
43%
Nederland
Ook de Nederlandse Defensie wordt geconfronteerd met het thema digitale veiligheid en cybercrime. Naast de domeinen land, lucht, zee en ruimte is ‘cyberspace’ in opmars als het vijfde defensiedomein. De zogenaamde ‘cyberwarfare’ zal in de toekomst steeds meer aandacht en budget eisen van Defensie (Govcert.nl, 2010).
43%
Spanje
33%
Italië
33%
België
24%
Duitsland
22%
Frankrijk
20%
VK
Percentage getroffen bedrijven
10%
EU-27
Nederlands bedrijfsleven relatief zwaar getroffen Vergeleken met andere landen in de Europese Unie wordt het Nederlandse bedrijfsleven vaak geconfronteerd met ICT-incidenten. Onder dergelijke incidenten vallen de uitval van ICT-diensten, aanvallen van buitenaf, vernietiging van data door virussen en onthulling van vertrouwelijke data door inbraak, pharming of phishing. In 2009 had 25 procent van de grote bedrijven in de EU hier last van. Dat was in Nederland met 43 procent ruim hoger (Eurostat, 2011, zie figuur 6). In 2009 heeft 30 procent van de middelgrote bedrijven in Nederland ICT-beveiligingsincidenten gehad, tegen 20 procent in de EU. Bij de kleine bedrijven was dit 20 procent in Nederland en 14 procent in de EU. Het aantal incidenten zegt echter niets over de gevolgen die bedrijven hebben ondervonden, en de schade die zij hebben geleden. Storingen, oftewel de uitval van ICT-diensten of vernietiging/ verminking van gegevens door storingen van ICT-systemen, komt in Nederland bij 19 procent van de bedrijven voor. Aanvallen van buitenaf (7 procent), infecties (7 procent) en datalekkage door inbraak, pharming of phishing (4 procent) vormden een veel kleiner deel van de incidenten (Eurostat, 2011). Bij 6 procent van de grote Nederlandse bedrijven is in
25% 0
10
20
30
40
50
(Bron: Eurostat, 2011)
Hierbij dient aangetekend te worden dat er twee factoren van invloed zijn op de cijfers. Ten eerste is het opvallend dat landen zoals Nederland, Finland en Denemarken, met frequent en geavanceerd ICT-gebruik, hoog scoren. Er bestaat dus een relatie tussen de mate van gebruik en het aantal incidenten. Ten tweede is het mogelijk dat cultuurverschillen tussen Europese landen een rol van betekenis spelen bij de bereidheid van bedrijven om open te zijn over het aantal ICT-incidenten.
In een gedigitaliseerde economie en maatschappij is toegang tot informatie, de beveiliging ervan en de beschikbaarheid van ICT-systemen cruciaal voor het vertrouwen in ICT door gebruikers. Hiervoor werkt ICT~Office samen met de overheid rond de nationale cyber security strategie. Elke organisatie heeft wel een eigen verantwoordelijkheid om ICT-systemen en data te beveiligen. Met www.beschermuwonderneming.nl wil ICT~Office MKB-bedrijven bewust maken van het belang van beveiliging en ze tot actie aanzetten.
ICT~Marktmonitor 2011
41
43
Arbeidsmarkt
Hoofdstuk 4
ICT~Marktmonitor 2011
Arbeidsmarkt De ICT-arbeidsmarkt wordt steeds krapper. Het tekort loopt vanaf 2011 langzaam op tot 10.000 hoogopgeleide ICT’ers in 2015. De ontwikkeling van de instroomcijfers van studenten voor ICT-opleidingen
in de instroom van ICT-opleidingen in het hoger onderwijs. Geconcludeerd kan worden dat er een voorzichtige stijgende trend waarneembaar is, waarop 2009 een positieve uitzondering vormde. Om de ontwikkelingen op de lange termijn weer te geven, is bewust gekozen om een overzicht te geven van 2006, 2008 en 2010 (zie tabel 11). Tabel 11: Instroom studenten ICT-opleidingen (per september) Grootste ICT-opleidingen
2006
2008
2010*
Bedrijfskundige Informatica
1.525
1.267
779
Communication & Multimedia design
1.394
1.618
1.933
Informatica
2.270
2.186
1.978
Elektrotechniek
1.182
1.246
1.172
ICT-arbeidsmarkt trekt weer aan
Totaal instroom HBO ICT
9.241
9.171
9.383
Dankzij de gematigd positieve ontwikkeling in de Nederlandse economie, groeide het aantal banen – en daarmee de werkgelegenheid - in Nederland gestaag vanaf begin januari 2010. Daarmee gepaard gaand nam de werkeloosheid onder de beroepsbevolking af tot 400.000 duizend. Hiermee zijn zowel de werkgelegenheid als de werkeloosheid terug op het niveau van medio 2009 toen de crisis duidelijk merkbaar was op de arbeidsmarkt (CBS, 2011). Ondanks het voorzichtige herstel is de werkgelegenheid, ook voor ICT’ers, nog niet terug op het niveau van voor de crisis eind 2008.
Elektrotechniek
272
219
258
Informatica
276
292
427
Kunstmatige Intelligentie
229
200
211
Technische Informatica
332
324
315
1.868
1.626
1.811
laat een grillig beeld zien.
Instroom studenten ICT-onderwijs grillig De instroom van studenten in ICT-opleidingen bij het hoger onderwijs verloopt grillig. In september 2010 heeft een groter aantal studenten zich ingeschreven voor een academische ICT-opleiding dan in 2009. Het aantal studenten steeg met 3 procent tot een totaal van 1811. Bij de HBO-opleidingen daalde de instroom met 16 procent tot een totaal van 9383. De totale instroom in het hoger onderwijs daalde derhalve met bijna 14 procent. In vergelijking met de jaren voor 2009 is er echter wel een stijging zichtbaar 44
Totaal instroom WO ICT
*Voorlopig (Bron: DUO, 2011)
De generieke groei in de HBO-opleidingen komt niet uit de ‘traditionele’ ICT-studies, zoals deels in tabel 11 zichtbaar is. Daarentegen zijn er enkele middelgrote en kleine studies die een positieve trend laten zien en wat betreft studieaanbod op een effectieve manier inspelen op de veranderende vraag van HBO-studenten. Een van de grote opleidingen die wel een positieve ontwikkeling laat zien op de langere termijn, is de HBO-studie Communication & Multimedia design met een stijging van bijna 20 procent ten opzichte van 2008. Ten opzichte van 2009 daalde het aantal inschrijvingen echter ICT~Marktmonitor 2011
45
met een kleine 14 procent. Drie middelgrote HBO-opleidingen die ten opzichte van 2009 een positieve ontwikkeling laten zien, zijn de studies Kunst & Techniek, Engineering, Design & Innovation, en Game Architecture & Design; deze hebben respectievelijk een groei van ongeveer 20, 12,5 en 12 procent. De instroom van studenten in academische ICT-opleidingen laat eveneens een grillig beeld zien. Ten opzichte van 2008 vertoont 2010 een duidelijke groei van 11 procent en ook ten opzichte van 2009 steeg het aantal inschrijvingen met 3 procent. Echter, ten opzichte van 2006 is er een kleine daling van 3 procent. De opleiding Informatica doet het goed met een stijging van bijna 50 procent ten opzichte van 2009. De andere grote ‘traditionele’ opleidingen Elektrotechniek, Kunstmatige Intelligentie en Technische Informatica laten de afgelopen jaren een stagnatie zien. De cijfers van de masteropleidingen in het Wetenschappelijk Onderwijs laten op dit moment een vertekend beeld zien, omdat ook in februari 2011 een instroommoment heeft plaatsgevonden. Hiervan zijn de cijfers nog niet bekend. In 2009 schreven zich 1663 studenten in voor een ICT-masteropleiding. In september 2010 waren dit er 1158. Kijkend naar de trend van afgelopen jaren, dan zal in februari 2011 ongeveer 30 procent van het uiteindelijke totaal instromen. Dit betekent dat er een goede kans is dat er ten opzichte van 2009 een lichte stijging plaatsvindt. Masteropleidingen die in september 2010 al boven het totaal van 2009 uitkwamen, zijn de grotere opleidingen Computer science & engineering, en Economics & informatics, en de kleine opleidingen ICT & Recht en Medical Informatics. Om het aantal ICT-studenten dat uitstroomt naar de ICT-arbeidsmarkt te kunnen bepalen, is de instroom van groot belang. Daarnaast is het net zo belangrijk dat studenten hun studie met een diploma afronden. Het percentage studenten dat de opleiding met een diploma afrondt, wordt het rendement genoemd. Afhankelijk van de opleiding schommelt dit rendement tussen de 60 en 70 procent. Bij sommige opleidingen ligt dit echter op slechts 50 tot 55 procent. 46
In 2009 studeerden in totaal 5.649 studenten af met een ICT-gerelateerd bachelordiploma van een HBO-instelling of een universiteit. Vier jaar eerder, in 2005, begonnen er echter 11.573 studenten aan een dergelijke opleiding. Ten opzichte van 2008 stegen de uitstroomcijfers van de HBO-opleidingen met 3 procent en daalden de cijfers van de WO-bacheloropleidingen met 1 procent. De uitstroom van de WO-masteropleidingen steeg bijna 9 procent ten opzichte van 2008: er studeerden 1.223 masterstudenten af. Afgezet tegen het instroomcijfer van 1.672 in 2007 (een ICT-masteropleiding duurt vaak twee jaar) ligt het rendement van de masteropleidingen rond de 73 procent.
Een grotere instroom van studenten in de ICT-opleidingen is nodig om op de middellange termijn voldoende goed opgeleide ICT-professionals te hebben. ICT~Office heeft hiertoe diverse acties gestart onder de vlag van www.allesis.it. Daarnaast is het ook van groot belang dat ICT-opleidingen hun studenten met de juiste kennis en competenties vertrekken, die zij nodig hebben voor een goede start op de arbeidsmarkt. De ICT~Instroomprofielen beschrijven deze. Het ICT-vak ontwikkelt zich zeer snel. Hierdoor liggen er steeds weer uitdagingen voor ICT’ers om met de nieuwste technologieën nieuwe toepassingen te ontwikkelen. Dat betekent ook dat de ICT-professional zich moet kunnen doorontwikkelen, zowel professioneel als persoonlijk. De ICT-opleiding vormt de basis voor deze ontwikkeling. Dit thema speelt breder dan in de ICT-branche alleen. Ook ICT-gebruikers en het ICT-onderwijsveld werken aan verbeteringen. Om deze initiatieven te versterken is begin 2011 het ‘strategisch samenwerkingsverband ICT-onderwijs en bedrijfsleven’ opgericht. Hierin bundelen betrokken organisaties hun krachten.
ICT~Marktmonitor 2011
47
In het algemeen zijn ICT’ers hoogopgeleid. Maar liefst 57 procent van het totale aantal werkzame ICT’ers beschikt over een HBO- of WO-diploma (bachelor of master). Het gemiddelde percentage hoger opgeleiden ligt in Nederland lager, namelijk op 34 procent. Door de jaren heen is het aandeel hoger opgeleiden binnen de ICT-populatie steeds hoger geworden. Opvallend is ook dat ICT’ers jonger zijn dan het landelijk gemiddelde. Van de werkzame beroepsbevolking in Nederland is 59 procent jonger dan 45 jaar, daar tegenover staat dat 69 procent van de werkzame ICT’ers jonger is dan 45. Desalniettemin vindt er een vergrijzing plaats binnen de ICT-populatie. Was in 2000 nog gemiddeld 52 procent van de ICT’ers jonger dan 35 jaar, in 2010 is dat gedaald tot 34 procent. Een kleinere groep jonge ICT’ers gecombineerd met een ouder wordende ICT-populatie levert in de toekomst een groot arbeidsmarktprobleem op.
48
Nederland
ICT-ers
60%
57%
50%
43%
40%
35% 28%
30%
22%
23%
34% 46%
26% 22%
20% 10% 6%
8%
6%
La
14%
5 5 -6 4
10%
54%
36%
27%
er
e
ru ik eb
Tg IC
g IC
Tb
ra n ch
l
oo H
M
id
de
ag
4 5 -5 4
0%
3 5 -4 4
Wanneer in de ICT~Marktmonitor over ICT’ers wordt gesproken, dan worden hiertoe zowel ICT’ers werkzaam bij ICT-bedrijven gerekend, als professionele gebruikers van ICT die niet bij ICT-bedrijven werken (de ICT-gebruikers). Uit de cijfers van het CBS blijkt dat ongeveer 54 procent van de ICT-professionals in de ICT-branche werkt (zie figuur 7). De overige 46 procent van de ICT’ers werkt bij ICT-gebruikers. Buiten de ICT-branche zijn er veel ICT’ers werkzaam binnen de overheid en de financiële dienstverlening. In deze sectoren is 36 procent van de ICT-professionals in dienst, die niet in de ICT-branche werkzaam zijn.
Figuur 7: Kenmerken ICT-populatie
2 5 -3 4
De populatie ICT-professionals in Nederland wijkt qua kenmerken sterk af van de Nederlandse gemiddelde beroepsbevolking. Die conclusie is te trekken uit de cijfers die het CBS verzamelt. In Nederland waren in 2010 283.000 ICT’ers werkzaam (CBS, 2011). Dit is een stijging van 15.000 ten opzichte van 2009, ofwel 6 procent. Na de krimp in 2009 is de ICT-populatie dus weer gestegen, voornamelijk door de toenemende importantie van ICT in de reguliere organisatie.
1 5 -2 4
De ICT-populatie nader bekeken
(Bron: CBS, 2011)
ICT-bedrijven zijn in het algemeen tevreden over de kennis en vaardigheden van hun ICT-professionals. Een ruime meerderheid geeft aan de ICT-kennis en -vaardigheden als goed tot zeer goed te beoordelen. Andere soft skills zoals taalvaardigheid, communicatieve vaardigheden en klantgerichtheid en analytisch vermogen worden over het algemeen als goed beoordeeld. De vaardigheden zelfstandigheid en zelfontplooiing worden als voldoende tot goed gezien. Bedrijfskundige kennis blijft enigszins achter met een beoordeling die wisselt tussen matig, voldoende en goed.
Werkloosheid Gemeten over de totale populatie ICT’ers was eind 2010 3,8 procent werkloos, waarvan een deel voortkomt uit frictiewerkeloosheid door een mismatch tussen aanbod en vraag. Dit ontstaat bijvoorbeeld wanneer specialismen van ICT’ers verouderd raken en professionals zich niet op tijd (laten) bijscholen. Dan is er sprake van een mismatch. De procentuele werkeloosheid in 2010 in de ICT-branche is in vergelijking met 2009 gelijk gebleven. Het totale aantal werklozen is in 2010 wel gedaald met 2 procent. Eind 2010 bedroeg het aantal werkloze ICT’ers 9.974. Vergeleken ICT~Marktmonitor 2011
49
met het landelijk gemiddelde scoort de ICT-branche relatief goed wat betreft werkloosheidscijfers. Eind 2010 betrof het aantal werklozen namelijk 5,1 procent van de totale beroepsbevolking. Het werkloosheidscijfer ligt binnen de ICT-branche dus een kwart lager dan het landelijk gemiddelde. Tabel 12 geeft een volledig beeld van het aantal niet-werkende ICT’ers door de jaren heen. Tabel 12: Aantal niet-werkende ICT’ers per 31 december 2008
2009
2010
Aanbod op MBO-niveau
2.588
3.876
3.759
Aanbod op HBO-niveau
3.412
6.105
6.025
109
219
190
6.109
10.198
9.974
Aanbod op WO-niveau Totaal aanbod CWI
(Bron: UWV, 2011)
De vraag naar ICT-professionals stijgt Bij de analyse van de ICT-arbeidsmarkt wordt het aantal moeilijk vervulbare vacatures voor ICT-professionals, de onvervulde vraag, als de basis van het tekort gehanteerd. Dit wordt berekend door de vacaturegraad (percentage moeilijk vervulbare vacatures) te koppelen aan het aantal ICT-professionals. Het verwachte aantal ICT’ers dat vanuit het onderwijs (met een diploma) of via het UWV op de arbeidsmarkt komt, wordt gezien als de groep die de vacatures kan invullen, en wordt daarom van de vraag afgetrokken. Voor de analyse van de ICT-arbeidsmarkt is de aanname gedaan dat verspreid over de komende jaren ongeveer 70 procent van de werkzoekenden weer een baan als ICT’er vindt. Hiertoe zullen ICT’ers zichzelf continu moeten blijven ontwikkelen om aantrekkelijk te blijven voor de ICT-arbeidsmarkt. Het aanbod uit de ICT-opleidingen is berekend door de huidige instroom in deze opleidingen af te zetten tegen het rendement van de studie (percentage van de studenten dat een diploma haalt). Voor een betrouwbaar beeld zijn de instroomaantallen van het jaar 2010 ook doorgetrokken naar 2011 en 2012. 50
In deze arbeidsmarktanalyse wordt gewerkt met de uitgangspunten van banengroei die door de Universiteit van Maastricht zijn voorzien (ROA, 2009). Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) verwacht dat de het aantal baanopeningen (nieuwe banen) tot 2014 gemiddeld ligt op 2,6 procent van het aantal ICT’ers. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een vervangingsvraag omdat ICT’ers de arbeidsmarkt verlaten vanwege voornamelijk pensioen. De ICT-arbeidsmarktanalyse gaat uit van een negatieve vraag tot 2011 door toedoen van de recessie en vanaf 2011 van een licht oplopende groei in het aantal nieuwe banen door extra vraag in de markt. In 2010 waren van de in totaal 283.000 ICT’ers ruim 161.300 hoogopgeleid (HBO/WO). De verwachting is dat in 2011 het aantal ICT’ers in Nederland zal stijgen tot ongeveer 287.000. Doordat de economie langzaam weer aantrekt, de ICT-bestedingen licht toenemen en ook steeds meer organisaties buiten de ICT-branche ICT’ers aantrekken, is de uitbreidingsvraag licht positief in 2011. Door deze stijgende vraag zal de arbeidsmarkt van ICT-professionals krapper worden. Er zal vanaf 2011 dan ook sprake zijn van een structureel tekort op de ICT-arbeidsmarkt. Hoewel in 2010 er per saldo vrijwel geen tekort was, hebben bedrijven wel last gehad van een onvervulde vraag. Er blijft namelijk, ook in de toekomst, een kwalitatief tekort, waarbij er in de markt een mismatch bestaat. In de komende jaren verwachten bedrijven vooral moeite met het invullen van vacatures in de functiegroepen Software- en Hardware/ Infrastructuurontwikkeling. ICT’ers met werkervaring en de vaardigheid om op strategisch niveau te denken, zijn daarnaast ook gewild. Tot en met 2015 loopt de jaarlijks onvervulde vraag naar hoogopgeleide ICT’ers op tot 16.000. Uitgaande van ongeveer 6.100 nieuwe instromers op de arbeidsmarkt, leidt dit tot een verwacht tekort van 10.100 gekwalificeerde hoogopgeleide ICT-professionals. Dit tekort zal in de jaren daarna verder oplopen door de vergrijzing van de ICT~Marktmonitor 2011
51
ICT-populatie, wanneer dit niet gecompenseerd wordt door nieuwe generaties ICT’ers.
na 2011’. Deze verschillende scenario’s worden in figuur 9 gevisualiseerd.
Figuur 8 toont de ontwikkeling van de onvervulde vraag naar hoogopgeleide ICT-professionals en de jaarlijkse aanvullende instroom op de arbeidsmarkt. Het verschil tussen de onvervulde vraag en het nieuwe aanbod wordt als het tekort gezien. De vraag naar MBO-opgeleide ICT’ers wordt in deze analyse niet meegenomen. Er is in Nederland nog altijd wel behoefte aan goed geschoolde MBO-gediplomeerden, voornamelijk op het niveau MBO4.
De scenario’s verschillen hoofdzakelijk op twee belangrijke uitgangspunten, namelijk de groei van de vraag naar ICT’ers en de toename van het percentage onvervulde vacatures. Hierdoor komt in het scenario ‘Sterke groei kenniseconomie’ het aantal onvervulde vacatures voor hoogopgeleide ICT’ers in 2015 uit op ruim 20.000 met een verwacht tekort van ruim 15.300 ICT’ers. Bij een terugval in economische groei door aanhoudende economische problemen, blijft het tekort juist beperkt tot iets meer dan 5.200 ICT’ers.
Figuur 8: Verwacht tekort ICT-professionals tot 2015
De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt blijft ook in de komende jaren een belangrijk aandachtspunt. ICT-opleidingen zullen aansluiting moeten houden met de arbeidsmarkt als ‘afnemers’ van de ICT-studenten. Ook niet-ICT-opleidingen zullen frequenter ICT moeten opnemen in hun curriculum om aan de vraag in de markt te kunnen voldoen naar medewerkers met de juiste ICT-vaardigheden.
Totaal tekort scenario Verwachte vraag (zie figuur 9) Totaal aanbod ICT-professionals Totaal aantal onververvulde vacatures ICT-professionals 20.000
15.000
Figuur 9: Scenario’s tekorten ICT-arbeidsmarkt
10.000
16.000 5.000
Verwachte vraag
14.000
Langdurige recessie
12.000
0
c conomie Sterke groei kenniseconomie Sterke groei na 2011 1
10.000 8.000
5 2
0 1
4 0 1
3 2
2
0 1 2
2
0 1
1 2
0 1
0 2
0 1
9 0 0 2
2
0 0
8
7 0 0 2
2
0
0
6
-5.000
6.000 4.000
52
2.000 0
ICT~Marktmonitor 2011
0 1 5 2
0 1 4 2
0 1 3 2
0 1 2 2
0 1 1 2
2 0 1 0
2 0 0 9
2 0 0 8
-4.000
0 0 7
-2.000
2
Gezien de lange termijn waarover de analyse is uitgevoerd en de nog altijd onduidelijke economische vooruitzichten, zijn voor de ICT-arbeidsmarkt verschillende scenario’s opgesteld voor de te verwachten tekorten op de ICT-arbeidsmarkt. Naast het verwachte scenario is een drietal andere scenario’s ontwikkeld: het scenario ‘Langdurige recessie’, scenario ‘Sterke groei kenniseconomie’ en scenario ‘Sterke groei
2 0 0 6
Scenario’s ICT-arbeidsmarkt
53
Hoofdstuk 5
ICT~Marktmonitor 2011
Over ICT~Office & Heliview
55
ICT~Office in het kort ICT~Office is de branchevereniging van ruim 500 IT-, telecom-, internet- en office-bedrijven in Nederland. Met een achterban die bijna 30 miljard euro omzet en meer dan 250.000 medewerkers telt, is ICT~Office dé belangenbehartiger en vertegenwoordiger van de Nederlandse ICT- en office-sector. ICT~Office is actief op het gebied van marktstimulering, belangenbehartiging en individuele dienstverlening, bijvoorbeeld op juridisch gebied. De leden profiteren daarnaast van financiële voordelen en het grote netwerkplatform. Tevens kunnen leden optioneel gebruik maken van de diensten van de Werkgeversvereniging~ICT en ICT~Milieu. De Software VOC en het SaaS-Cloud Netwerk zijn voorbeelden van actieve ledennetwerken. Daarnaast zijn leden actief betrokken in bijvoorbeeld de Beleidsadviesgroep, Juridische Commissie, het HR-platform en de werkgroepen Informatiebeveiliging en Telecom Fraude.
Kernprogramma’s De activiteiten van ICT~Office zijn ondergebracht in een drietal zogenoemde kernprogramma’s. Deze kernprogramma’s zijn Business Stimulering & Toepassingen, Mensen & Talent en Kennis & Kunde.
Business Stimulering & Toepassingen ICT~Office speelt een actieve rol bij innovatieve projecten, waarin diverse partijen uit verschillende sectoren samenwerken. Het doel is niet alleen kansen voor ICT-bedrijven te creëren, maar ook om de slagkracht van andere sectoren te vergroten. De toepassing van ICT in de verschillende sectoren van de economie staat daarbij voorop. Ook tijdens het World Congress on Information Technology, dat mei 2010 in Nederland plaatsvond, stonden toepassingen centraal. ICT~Office was samen met het ministerie van Economische Zaken, de gemeente Amsterdam en de Europese Unie gastheer van dit unieke evenement. Een dergelijke publiek/private samenwerking is een goed voorbeeld van 56
de wijze van samenwerking die ICT~Office voor ogen heeft. ICT~Office werkt nauw samen met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, alsmede met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voorbeelden hiervan zijn de organisatie van gezamenlijke conferenties, de totstandkoming van de Digitale Agenda en de i-strategie van de Rijksoverheid. Ook is ICT~Office betrokken bij de ontwikkeling en uitwerking van de Nationale Cybersecurity Strategie van het kabinet. In het kader van de precompetitieve samenwerking heeft ICT~Office voor de overheid inmiddels zeventien zogenaamde ICT~Haalbaarheidstoetsen uitgevoerd. Voorgenomen ICT-projecten bij de overheid worden door experts uit de sector op haalbaarheid beoordeeld en van waardevolle suggesties voorzien. Op die manier dragen ICT-bedrijven bij aan succesvolle ICT-projecten bij de overheid. Ook op het gebied van regelgeving staan aanbestedingen hoog op de agenda bij ICT~Office. Een ander geslaagd voorbeeld zijn de InnovatieSalons. De InnovatieSalon is een clusteraanpak om innovatieve toepassingen te versnellen (www.innovatiesalon.nl). Samen met ICT-bedrijven worden kosten en opbrengsten van een project helder gemaakt, zodat duidelijk wordt wat de inzet van ICT oplevert voor economie en maatschappij. ICT~Office maakt deel uit van de MeerJarenAfspraak energie-efficiëntie (MJA). ICT-bedrijven die toetreden tot de MJA spannen zich gezamenlijk in om hun energie-efficiëntie jaarlijks met gemiddeld 2 procent te verbeteren. Bedrijven kunnen dit doel op twee manieren bereiken, namelijk door verbetering van hun eigen energie-efficiëntie en de inzet van innovatieve ICT-toepassingen in andere sectoren, zodat andere organisaties efficiënter kunnen omgaan met energie.
Mensen & Talent Ondanks de onzekere economische situatie blijft ook op de langere termijn een kernvraag bestaan naar goed opgeleide ICT’ers. Veel jongeren hebben een onvolledig of verkeerd beeld van werken in de ICT-branche. ICT~Office is daarom een actieprogramma gestart met als doel de instroom ICT~Marktmonitor 2011
57
in het ICT-onderwijs te verhogen en het imago van de ICT-branche te verbeteren. De website www.allesis.it geeft jongeren concrete informatie over opleidingen, beroepen en ICT-projecten. Ook organiseert ICT~Office gastlessen door ICT’ers op middelbare scholen. ICT~Office en het CIO Platform hebben met de belangrijke koepels op het gebied van ICT-onderwijs het strategisch samenwerkingsverband 'ICT-onderwijs & bedrijfsleven' opgericht om de instroom van studenten in ICT-opleidingen te verhogen en de opleidingen goed te laten aansluiten op de vraag uit de markt door middel van ICT~Instroomprofielen.
Kennis & Kunde ICT~Office heeft een convenant gesloten met de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) om samen te werken aan een nog betere valorisatie van wetenschappelijke kennis. Door samenwerking met de wetenschap wordt de innovatiekracht van de ICT-sector verder versterkt. Kennis is immers bepalend voor het concurrentievermogen. Het samenwerkingsverband van ICT~Office en NWO Exacte Wetenschappen levert een actieve bijdrage aan de actieplannen van de negen topsectoren die door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zijn aangewezen. Zo wordt invulling gegeven aan ICT als Innovatie-As. Naast de voorliggende Marktmonitor publiceert ICT~Office ook een ICT~Kwartaalmonitor waarin een economisch vooruitzicht wordt gegeven en elke keer een ander actueel thema uit de ICT-sector wordt belicht.
gerecycled. ICT~Milieu heeft contracten met gemeenten om de inzameling van ICT-afval te bevorderen. Bovendien organiseert ICT~Milieu een inzamelingscampagne ‘RemixIT’ voor klein ICT-afval, waaronder mobieltjes en spelcomputers, onder middelbare scholieren. Vooral klein ICT-afval verdwijnt nog veel te vaak in de gewone afvalcontainer.
Werkgeversvereniging~ICT De Werkgeversvereniging~ICT maakt deel uit van ICT~Office. De Werkgeversvereniging~ICT behandelt alle onderwerpen die betrekking hebben op de CAO voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche (ICK-CAO) en het Bedrijfstakpensioenfonds voor de ICK. De vereniging behartigt de belangen, adviseert, ondersteunt en dient als vraagbaak voor haar leden (ondernemingen die vallen onder de werkingssfeer van de ICK-CAO en het Bedrijfstakpensioenfonds van de ICK).
De Week van ICT 2011 In 2011 organiseert ICT~Office het landelijke evenement ‘De Week van ICT’. Van 11 tot en met 15 april 2011 laat ICT~Office zien hoe ICT een sleutelrol speelt in alle sectoren van onze maatschappij: ICT maakt nieuwe manieren van werken mogelijk, levert kostenbesparing op, zorgt voor energie-efficiëntie, betere en efficiëntere zorg, passender onderwijs en een duurzame samenleving. Gedurende de week staan ervaring en dialoog centraal. Tijdens ‘De Week van ICT’ vinden veel activiteiten plaats, onder meer topdialogen over diverse thema’s, deep dives door studenten en debatten; tevens faciliteert ICT~Office bedrijfsbezoeken van scholen aan ICT-bedrijven.
ICT~Milieu Stichting ICT~Milieu is onderdeel van ICT~Office en voert het ICT-inzamelsysteem uit: een logistiek systeem voor de gescheiden inzameling en verwerking van gebruikte ICTapparatuur. Er zijn circa driehonderd bedrijven aangesloten bij ICT~Milieu. Jaarlijks recyclet ICT~Milieu ruim 20 miljoen kilo afgedankte ICT-apparatuur. Er is sprake van een bijna gesloten ICT-kringloop aangezien meer dan 95 procent wordt
58
ICT~Marktmonitor 2011
59
Over Heliview Research Heliview Research is sinds 1983 actief op de Nederlandse markt als onafhankelijk informatiespecialist en full-service marktonderzoeksbureau. Onderzoeksgebieden waarop Heliview Research in de afgelopen jaren kennis en ervaring heeft opgebouwd zijn: ICT, HRM, Finance, Mobiliteit, Office, Milieu en Charitatief. Op deze gebieden voert Heliview Research zowel 'single client'- als 'multi client'-onderzoek uit, in de Benelux, Europa en daarbuiten, zowel onder consumenten als onder zakelijke doelgroepen (B2B).
‘Multi client’-onderzoek Bij ‘multi client’-onderzoek selecteert Heliview Research de onderwerpen en formuleert zij samen met diverse marktpartijen de vraagpunten. Deze werkwijze levert objectieve marktinformatie op tegen relatief lage kosten. Reeds in een zeer vroeg stadium had Heliview Research oog voor trends en ontwikkelingen in de ICT-branche. Daar waar het gaat om de automatiseringsgraad van de Nederlandse zakelijke markt en het gebruik van diverse ICT-producten en -diensten, volgt Heliview Research al bijna vijftien jaar de markt. Dit gebeurt in de vorm van de Heliview Research ICT Monitor: jaarlijks circa tien grootschalige zakelijke ICT-gerelateerde onderzoeken naar diverse onderwerpen. Daarnaast voert Heliview Research sinds eind jaren negentig van de vorige eeuw maandelijks een continu-onderzoek uit in de consumentenmarkt, de Digital Provider Monitor. Diverse ontwikkelingen worden gevolgd, waarbij zeer uitgebreide informatie beschikbaar is over onder andere het gebruik van vaste en mobiele telefonie en internet- en televisiediensten in Nederland.
• • • • • •
Businessanalyses en strategisch onderzoek Benchmark-onderzoek Producttesten Klanttevredenheidsonderzoek Naamsbekendheid- en imago-onderzoek Publiciteitsonderzoek en Lezerskringonderzoek
De onderzoeksmethoden die Heliview Research bij kwantitatieve onderzoeksvragen hanteert, zijn veelal telefonische en online dataverzameling. Bij kwalitatieve onderzoeksprojecten wordt tevens gebruik gemaakt van face to face interviews, groepsdiscussies, 'mystery shopping' en diepte-interviews. Voor dataverzameling binnen de Benelux maakt Heliview Research gebruik van haar eigen callcenter in Nederland en België, waardoor zij onafhankelijk is van derden.
Heliview Consultancy Heliview Consultancy is specialist op het gebied van market intelligence en marketing consultancy. Met een aanzienlijke ervaring binnen de IT- en telecomsector ondersteunt en adviseert Heliview Research Consultancy organisaties bij diverse marktvraagstukken. Op basis van datamining, analyses en geavanceerde presentaties is Heliview Research Consultancy gesprekspartner voor strategisch en marktgebaseerd advies.
Heliview Research & Heliview Consultancy dhr. Ruud Alaerds (Directeur Consultancy) drs. Willeke van Baars (Manager 'single client'-onderzoek) drs. Thanassis Vassiliadis (Manager 'multi client'-onderzoek)
Maatwerkonderzoek Voor 'single client'-onderzoek binnen zowel de ICT-sector als andere sectoren worden de volgende onderzoeken uitgevoerd: • Marktverkenningen, marktanalyses, marktschattingen
60
Lage Mosten 1, 4822 NJ Breda Postbus 3327, 4800 DH Breda T 076 - 548 20 00 / F 076 - 548 20 99 www.heliview.nl/research
ICT~Marktmonitor 2011
61
Methode en verantwoording
Bronnen
Onder de ICT-branche wordt in deze publicatie verstaan het geheel van IT-, telecommunicatie-, internet- en kantoortechnologiebedrijven, voor zover zij leverancier of producent zijn van eindproducten en opereren in de zakelijke en/of consumentenmarkt. Groothandels en detaillisten zijn dus uitgesloten van dit onderzoek. De totale begrippenlijst is te vinden op www.ictmarktmonitor.nl.
Agentschap NL (2010), Cijfers WBSO (op aanvraag). Agentschap NL (2011a), Cijfers WBSO (op aanvraag). Agentschap NL (2011b), InnovatiePrestatieContracten (IPC). CBS (2011), Statline Databank, Voorburg. CPB (2011), CEP-kerngegevens, Den Haag. Dialogic (2010), De Softwaresector in Nederland, Utrecht. DUO (2011), Cijfers ICT-opleidingen, februari (op aanvraag)
ICT~Office heeft deze vijftiende ICT~Marktmonitor in februari 2011 samengesteld op basis van de gegevens die zijn bijeengebracht en samengesteld in samenwerking met het onderzoeksbureau Heliview Research. Heliview Research heeft op basis van een onderzoek onder lidbedrijven van ICT~Office (november 2010) en ICT-gebruikers (december 2010), aangevuld met divers onderzoeksmateriaal, de marktsituatie van 2010 beschreven alsmede een voorspelling gemaakt voor 2011. De ICT~Marktmonitor biedt de best beschikbare gegevens voor de ICT-branche. Voor enkele gegevens moest worden teruggegrepen op informatie van internationale organisaties, voornamelijk WITSA en EITO. Deze data zijn eind 2010 voor het laatst geactualiseerd. Daarnaast is gebruik gemaakt van externe bronnen zoals het Centraal Plan Bureau (CPB), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de European Information Technology Observatory (EITO), wetenschappelijke instellingen en verschillende commerciële bureaus.
EITO (2011), Global IT markets back on track for strong growth, Berlijn.
Eurostat (2010), ICT Security in enterprises, Luxemburg. Govcert.nl (2010), Nationaal Trendrapport Cybercrime en Digitale Veiligheid 2010, Den Haag. IMF (2011), World Economic Outlook January 2011 edition. Kamer van Koophandel (2011), Handelsregister, www.kvk.nl. NVB (2010), De Nederlandse Vereniging van Banken, het Openbaar Ministerie en politie in Nederland binden gezamenlijk de strijd aan tegen skimming, Amsterdam. Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2009) De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2014, Maastricht: ROA, Universiteit Maastricht. UWV (2011), Statistische informatie, www.arbeidsmarktcijfers.nl. WITSA (2011), Digital Planet 2010, published by World Information Technology and Services Alliance (WITSA) based on research by IHS Global Insight, Inc.
De analyse van het ICT-onderwijs en de ICT-arbeidsmarkt is gebaseerd op onderwijsgegevens afkomstig van de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen: IB-Groep) van februari 2011, het CBS en verschillende externe arbeidsmarktanalyses.
62
ICT~Marktmonitor 2011
63
English Summary
ICT~Marktmonitor 2011
65
Figures & Trends The market for total ICT spending in the Netherlands rose slightly by 1.1 percent to a total of € 29.4 billion in 2010. The ICT market consequently represents 5.1 percent of the Netherlands Gross Domestic Product (GDP), valued at € 581.9 billion in 2010. Spending in the Telecom & Internet sector amounts to just under 54 percent of total ICT expenditures, while IT spending (Hardware and Software) represents over 46 percent of the total. Table 13: Growth of the ICT sector in the Netherlands 2008 - 2011 2008
2009
2010
2011*
Total ICT sector
2.7%
-5.8%
1.1%
2.0%
IT Hardware & Office Technology
4.1%
-11.4%
0.3%
1.7%
IT Software & Services
7.8%
-5.7%
1.9%
2.6%
Of which Software
8.1%
-4.1%
2.0%
2.6%
Of which Services
7.4%
-8.3%
1.6%
2.5%
-0.2%
-3.6%
1.0%
1.8%
Telecom & Internet
* Forecast (Source: Heliview Research, 2011)
The projections for ICT spending for 2011 are moderately positive (see Table 13). Due to the growth of the overall Dutch economy by 1.75 percent and the rise in investments, ICT spending is forecast to grow by 2 percent. Nevertheless, declining government spending in 2011 could be a limiting factor in the growth of ICT spending.
IT Hardware & Office Technology IT Hardware & Office Technology spending in 2010 grew by 0.3 percent in 2010. This sector includes the Personal Computers, Servers, Mainframes, Midrange, Printers and Multifunctional Appliances, Storage and Cabling segments. 66
In absolute terms, the sector is still far from recovering to the 2008 level, when spending on IT Hardware & Office Technology amounted to € 6.7 billion. The recession in 2009 and the corresponding contraction of the sector by 11.4 percent has left its mark. The projection is that spending in 2011 will increase by 1.7 percent to a total of almost € 6 billion. This will bring this market segment back to 2006 levels.
Software & Services Spending in the Software & Services sector includes system software, application software, and professional and support services (consultancy). The total Software & Services market exhibited above average growth in spending, by 1.9 percent, in 2010. This amounts to a total of € 7.8 billion. The limited growth in 2010 is persisting in 2011 and the projection is that spending will continue to grow by 2.6 percent. With a spending value of almost € 8 billion, the sector in 2011 is expected to recover to 2008 levels, which is when spending amounted to a little under € 7.9 billion. Growth in 2011 will, however, be far from the 7.4 percent experienced in 2007.
Telecom & Internet Spending in the Telecom & Internet sector is related to communications and information provision. Following a decline of 3.6 percent in 2009, the Telecom & Internet sector grew at 1.0 percent in 2010. The sector is projected to grow by 1.8 percent in 2011. Not a single segment exhibited an increase in spending during the recession in 2009. In spite of the economic revival in 2010, not all segments were able to profit from this. Although the contraction was not as severe as it was in 2009, the Land-based Telephone Services and Data and Network Equipment segments experienced a decline in spending in 2010 as well. Only the Mobile Telephones and Accessories segment rose in 2010, by 4.5 percent, following a sharp decline in 2009 of 17.4 percent. Mobile Services grew by 4.2 percent in 2010 following a stagnant year in 2009. In absolute terms, spending in the Mobile Services segment constitutes almost half of the total spending in the Telecom & Internet sector. ICT~Marktmonitor 2011
67
The Software Sector in the Netherlands The Dutch software sector contributes € 17.3 billion to the Dutch economy each year and as such is one of the front runners of innovative activity in our knowledge economy. This is evident from the ‘The Software Sector in the Netherlands’ report produced by the Dialogic research agency.
Major role for Dutch companies For the major part, the software development companies and software service providers in the Netherlands consist of small-scale Dutch companies. SMEs constitute the heart of this sector. The report shows that the software sector accounts for 192,000 jobs, of which 68,000 in software development and 14,000 in research & development. Furthermore, the report shows that offshoring barely plays a role in Dutch software development. t the same time, Dutch software companies export no less than € 1.9 billion abroad, especially to Western Europe.
Added value The report furthermore shows that the added value of the software sector amounts to € 17.3 billion (that represents 2.8 percent of the gross domestic product). The software sector consequently outranks the Chemical, Pensions & Insurance and Food & Flowers sectors. In reality, the Dialogic report suggests, the software turnover in the Netherlands is even higher. This is due to companies that fall outside the direct software sector. If these companies are counted, the added value rises to € 24.3 billion, or 3.9 percent of the GDP.
Innovation A quarter of companies in the software sector makes use of end-products that are partially or fully open source. The Dutch software sector derives its strength from the sum of open source and closed source software products and services. Especially the combination of the two results in new products, for which it must be possible to recover the 68
investment on the basis of a suitable business model. No less than 23 percent of the turnover revenues comes from new or improved products. The average in other sectors is just 10 percent. That makes the Dutch software sector a highly innovative sector.
There are differences between the figures in Chapter 1 on software spending by users (Research by Heliview Research) and in Chapter 2 on software production by companies in the Netherlands (Research by Dialogic). The key explanation of the differences is the fact that each measures different things: Heliview Research looks at user spending, while Dialogic looks at the revenues earned by software companies.
Cyber Security The figures show that more than ever before, governments, companies and personal users were confronted with the consequences of cyber crime in 2010. Cyber crime primarily has consequences for the Dutch economy. The financial losses incurred can be subdivided into direct losses (stolen goods) and indirect losses (costs of investigations, recovery and reporting).
Dutch business sector hit relatively hard Compared to other countries in the European Union, the Dutch business sector is frequently confronted by ICT security incidents. In 2009, 43 percent of large companies (250 working employees and over) in the Netherlands were affected by such incidents, compared to 30 percent of medium-sized companies (50-249 working employees) and 20 percent of small companies (10-49 working employees). As such, the Netherlands scores higher than the European average. The number of incidents, however, says nothing about the consequences experienced by these companies and the losses they suffered. Two factors affect the figures. First, countries such as the Netherlands with a high level of advanced ICT use, more frequently encounter cyber crime. ICT~Marktmonitor 2011
69
In other words, there is a relationship between the degree of ICT use and the number of incidents. Second, cultural differences between countries play a role in the readiness of companies to be open about the number of ICT incidents.
problems, the shortage remains limited to just over 5,200 ICT professionals.
Labour Market
ICT~Office is the trade association for over 500 IT, telecom, internet and office companies in the Netherlands. ICT~Office represents a business community with a turnover of almost € 30 billion and over 250,000 employees making it the foremost advocate and representative of the Dutch ICT and Office sector. ICT~Office is active in the area of market promotion, advocacy and individual services, for example in the legal domain. Its members furthermore profit from financial benefits and the extensive network platform. ICT~Office’s activities are grouped into three core programs: Business Promotion & Applications, People & Talent and Knowledge & Skills.
Due to the moderately positive development of the Dutch economy, the number of jobs – and consequently employment – steadily grew from January 2010 onwards. In spite of the cautious recovery, employment, including employment opportunities for ICT professionals, has not yet recovered to the year-end 2008 figures prior to the crisis.
Enrollment Enrollment in higher ICT education programs is fitful. In September 2010, a larger number of students registered for a university-level ICT education program than in 2009. The number of students rose by 3 percent to a total of 1811. In terms of the higher professional education programs, enrollment declined by 16 percent to a total of 9383. Total enrollment in higher education consequently declined by almost 14 percent. In comparison to the years prior to 2009, there is, however, a rise in the enrollment in higher education ICT programs.
Scenarios ICT~Office has developed various scenarios that are primarily based on two key principles: The growing demand for ICT professionals and the increase in the number of unfilled vacancies. Up to and including 2015, the annual unfilled demand for higher educated ICT professionals rises to 16,000. Assuming approximately 6,100 new entrants to the labour market, this results in an expected shortage of 10,100 qualified higher-educated ICT professionals. The number of unfilled vacancies for higher-educated ICT professionals in the ‘Strong Growth in the Knowledge Economy’ scenario in 2015 amounts to over 20,000 with a projected shortage of over 15,300 ICT professionals. In case of a decline in economic growth due to persisting economic 70
About ICT~Office
Business Development & Applications ICT~Office plays an active role in innovative projects involving collaboration among parties from various sectors. The objective is to create opportunities for ICT companies and to increase the strength of other sectors. The application of ICT in the various sectors of the economy is a priority in this regard. ICT~Office collaborates closely with the Ministry of Economic Affairs, Agriculture and Innovations, as well as the Ministry of the Interior and Kingdom Relations. A successful example of Business Promotion is the InnovatieSalons: a cluster approach for accelerating innovative applications. ICT~Office is also part of MJA, the Long-term Agreement on Energy Efficiency. Companies that sign up for the MJA, jointly make the necessary effort to improve their energy efficiency by an average of 2 percent each year. In terms of regulations, procurement is a high priority.
People & Talent There remains a strong core demand for well-educated ICT professionals in the Netherlands. ICT~Office therefore instituted a program whose goal is to increase the enrollment of students in ICT education programs and improve the ICT~Marktmonitor 2011
71
image of the ICT sector. ICT~Office and the CIO platform with key umbrella organizations in the field of ICT education established the strategic partnership 'ICT Education & the Business Community' designed to improve enrollment and alignment.
Knowledge & Skills ICT~Office signed a covenant with the Netherlands Organization for Scientific Research (NWO) for the purpose of jointly collaborating on further improving the valorization of scientific knowledge. Collaborating with the research domain, further strengthens the sector’s innovative strength. The partnership between ICT~Office and NWO Physical Sciences makes an active contribution to the implementation of ICT as Innovation Axis.
ICT~Milieu ICT~Milieu is part of ICT~Office and is responsible for operating the ICT Waste Collection System: a logistics system for the separate collection and processing of used ICT equipment. In 2010, ICT~Milieu processed more than 22 million kilos of ICT waste. More than 300 companies have joined ICT~Milieu. Using the slogan ‘RemixIT’, ICT~Milieu organizes collection campaigns for minor ICT waste among secondary students.
Werkgeversvereniging~ICT The Werkgeversvereniging~ICT, an employer association, is part of ICT~Office. The association looks after the interests of, provides support to, and serves as an information desk for its members.
72
ICT~Marktmonitor 2011
73