het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr. 9/10/13
B3W-matrix
15
De B3W-matrix, naar een meer effectieve aanpak van woninginbraken Peter Versteegh, hoofd Analyse & Research, eenheid Den Haag en René Hesseling, senioronderzoeker Analyse & Research, eenheid Den Haag.
De aanpak van woninginbraken is een landelijke en vrijwel altijd ook een lokale prioriteit van de politie. In opdracht van de eenheidsleiding hebben wij de aanpak van woninginbraken in het verzorgingsgebied van de politie-eenheid Den Haag onderzocht. Op verzoek van de opdrachtgever hebben wij deze aanpak getoetst aan de veiligheidsstrategie van de eenheid The Best of Three Worlds (B3W). In welke mate is de aanpak probleemgericht (volgens het SARA-model: Scanning, Analyses, Response en Assessment), informatiegestuurd (volgens het IGP-model: Informatiegestuurde Politie) en is er sprake van betrokkenheid van burgers (BP: Burgerparticipatie) en andere veiligheidspartners?1 Op basis van de onderzoeksresultaten worden mogelijkheden voor versterking van de huidige aanpak van woninginbraken aanbevolen.
I
n ons onderzoek zijn we allereerst nagegaan hoe het aantal woninginbraken in de eenheid Den Haag zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Vervolgens is de aanpak van woninginbraken per basisteam met behulp van een enquête-onderzoek in kaart gebracht. Door één of meer praktijkdeskundigen uit alle 31 basisteams (indeling 2012) is in de eerste maanden van 2013 per team een grotendeels gestandaardiseerde vragenlijst met in totaal 15 vragen ingevuld. In lijn met de veiligheidsstrategie van de eenheid Den Haag is onderzocht in hoeverre er bij de aanpak van woninginbraken sprake is geweest van een gerichte aanpak (focus) en een passende combinatie van slachtoffergerichte, omgevinggerichte en dadergerichte maatregelen. Ook de eventuele samenwerking met veiligheidspartners, de gemeentelijke regierol en betrokkenheid van wijkbewoners is bevraagd. Daarbij is nagegaan in hoeverre bij de interne en externe sturing van de aanpak veiligheids(informatie)producten – met name de Gebiedsscan Criminaliteit en Overlast (GCO), verdiepende probleemanalyses, plannen van aanpak en evaluaties – een rol hebben gespeeld. Bovendien is de politie-experts gevraagd naar de succes- en faalfactoren. Tot slot is uitgezocht of er een samenhang bestaat tussen de ingezette B3Waanpak in 2012 en de ontwikkeling van woninginbraken in de navolgende negen maanden van 2013. Met behulp van SPSS en Excel zijn de antwoorden verwerkt en geanalyseerd.
Zelfevaluatie Het door ons uitgevoerde, relatief eenvoudige enquêteonderzoek kan niet worden beschouwd als een wetenschappelijke effectiviteitsstudie met behulp waarvan kan worden aangetoond dat de uitvoering van de gehanteerde combinatie van veiligheidsstrategieën evidence based is. Daar is
diepgaander en langduriger evaluatie-onderzoek voor nodig, dat overigens per strategie door veel anderen in binnen- en buitenland al is uitgevoerd.2 Met dit onderzoek wordt in grote lijnen onderzocht welke maatregelen per basisteam zijn uitgevoerd ten einde woninginbraken te voorkomen en te bestrijden, en in hoeverre een aanpak die meer volgens de B3W-veiligheidsstrategie wordt uitgevoerd, ook samen gaat met een afname van woninginbraken. In die zin kan dit onderzoek veeleer worden beschouwd als een zelfevaluatie, die aanknopingspunten moet bieden voor een verbetering van de aanpak van woninginbraak en ter ondersteuning van veiligheidssturing.3
Toetsing aan de veiligheidsstrategie Om de kwaliteit van de aanpak te kunnen vaststellen, is door ons een ‘B3W-schaal’ ontwikkeld.4 Deze maat is gebaseerd op de antwoorden op de vragen of de basisteams invulling geven aan SARA, IGP en BP in relatie tot de aanpak van woninginbraak. Met de B3W-schaal kunnen maximaal 10 punten worden verdiend. Deze zijn als volgt verdeeld:
De B3W-schaal (max. 10 punten) Probleemgerichte aanpak (1 - 5 punten) 1. Probleemanalyse (hotspot, hotgroup en/of hotshots) 2. Plan van aanpak 3. Samenwerking met partners (méér dan gemeente en OM) 4. Focus en differentiatie in de maatregelen (bv. hotspotsurveillance, gerichte controle acties op hotspots bij mobiel banditisme, verbetering hang- en sluitwerk, PGA-aanpak) 5. Evaluatie van de aanpak (proces en/of effect)
16
B3W-matrix
Informatiegestuurde politie (1-3 punten) 6. Interne bespreking relevante probleemanalyses (basisteam) 7. Externe bespreking relevante probleemanalyses (driehoek/veiligheidsoverleg) 8. Externe bespreking plan van aanpak (driehoek/ veiligheidsoverleg)
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr. 9/10/13
vergelijking: in dezelfde periode nam in de rest van Nederland het aantal woninginbraken toe met 2 procent. Wel blijkt – we komen hier nog op terug – dat binnen de eenheid de ontwikkeling van het aantal woninginbraken varieert per basisteam.
Burgerparticipatie (1-2 punten) 9. Preventieadvisering en vergroten meldingsbereidheid 10. Actieve betrokkenheid van burgers in de hotspot (bv. buurtpreventieteam, inzet vrijwilligers, Buurt bestuurt). Enerzijds kan op deze manier voor elk basisteam, maar ook voor elk district of voor de eenheid als geheel de kwaliteit van de aanpak op een schaal van 1 tot 10 worden gescoord. Anderzijds kan met behulp van de B3W-schaal per geografisch gebied nagegaan worden of de aanpak samenhangt met de ontwikkeling van het aantal woninginbraken.
Figuur 1. Ontwikkeling van het aantal aangiften van woninginbraak in het verzorgingsgebied van de eenheid Den Haag, 2005 - 2013 (jan-sep).
De B3W-matrix De drie onderdelen van de B3W-schaal kunnen we ook afzonderlijke en visueel weergeven in een (drie-dimensionale) B3W-matrix. Dit doen we om te kunnen zien welke mogelijkheden er zijn voor verbetering. Basisteams kunnen dan namelijk zien welk aspect of welke aspecten van de veiligheidsstrategie verbetering behoeft of behoeven. Ook kunnen de teams beter met elkaar worden vergeleken, zodat ook van elkaar kan worden geleerd. De werking van de B3W-matrix zal bij de bespreking van de resultaten aan het slot van deze notitie verder worden toegelicht.
Woninginbraakcijfers Vóór 2013 bestond de politie-eenheid Den Haag natuurlijk nog niet. De woninginbraakcijfers van de oude politieregio’s Haaglanden en Hollands Midden hebben we daarom bij elkaar opgeteld. Vanwege de verschillende systemen van de oude politiekorpsen gebruiken we tot en met 2009 de politiecijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Daarna beschikken we over de inbraakcijfers uit BVH. De bijdrage van de aanpak in 2012 aan het terugdringen van woninginbraak en de doorwerking daarvan in 2013 is onderzocht door het aantal woninginbraken in de eerste negen maanden van 2013 te onderzoeken en te vergelijken met dezelfde periode in 2012.
Alvorens we op het niveau van het basisteam ingaan op de mogelijke samenhang tussen de aanpak en de ontwikkeling van woninginbraak, beschrijven we eerst de verschillende elementen van deze aanpak op basis van de B3W-dimensies.
Probleemgerichte aanpak Alle basisteams (100%) hebben laten weten dat in 2012 de aanpak van woninginbraken in hun verzorgingsgebied prioriteit had. Om te toetsen of sprake is van een probleemgerichte aanpak lopen we de onderdelen van het SARAmodel langs. In een ideale situatie komen dan alle elementen aan bod. Met andere woorden we verwachten net zoveel gebiedsscans (S), probleemanalyses (A), plannen van aanpak (R) en evaluaties (A) als er basisteams zijn, in totaal waren dat er in 2012 éénendertig. In de praktijk zijn we nog niet zover: bij elke volgende SARA-stap wordt het aandeel gerealiseerde veiligheids(informatie)-producten kleiner. Zie figuur 2.
Woninginbraken in de Eenheid Den Haag Figuur 1 laat zien dat in de periode 2005-2009 in de Eenheid Den Haag sprake van een gestage toename van het aantal woninginbraken, met maar liefst 29 procent. Vervolgens nam het aantal van 2010 naar 2011 (op basis van BVH-politiecijfers) met 6 procent verder toe. In 2012 lijkt dan sprake van een trendbreuk. In dat jaar nam het aantal woninginbraken sedert lange tijd weer af met 2 procent. In het negen maanden van 2013 zet de daling zich voort met 7 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2012. Ter
Figuur 2. De SARA-trechter.
Op dit moment kunnen we dan ook spreken van een ‘SARAtrechter’: het begin van de cyclus van probleemgericht werken krijgen we steeds beter op orde, maar dit gaat nog niet op voor de daarop volgende stappen.
B3W-matrix
17 Foto: ANP, Roos Koole
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr. 9/10/13
Scanning: 90 procent van de 31 basisteams beschikte in 2012 over een Gebiedsscan, waarbij 82 procent de aanpak van woninginbraken ook als aandachtspunt voor het bevoegde gezag noemt. Uit de inventarisatie blijkt weer eens dat hotspots van woninginbraken een wijdverbreid en terugkerend fenomeen is: 87 procent van de basisteams geeft aan dat er sprake is van één of meer (structurele) hotspots van woninginbraken binnen het eigen werkgebied. Bij 85 procent is er een hotgroup (criminele of overlastgevende jeugdgroep) of zijn er hotshots (verslaafde veelplegers, MOE-landers of landelijk opererende inbrekers en dergelijke) die daarvoor verantwoordelijk worden gehouden. Analysis: voor een effectieve probleemgerichte en integrale aanpak is een diepgaande analyse van het probleem een belangrijke voorwaarde. Voor twee van de drie (68%) hotspots is een probleemanalyse gemaakt, zo blijkt uit de beantwoording van de vragenlijst. Op basis van meegestuurde analyses hebben wij overigens de indruk overgehouden dat de opzet, uitwerking en kwaliteit van deze analyses in de praktijk nogal verschilt. Response: als een probleemanalyse is gerealiseerd dan volgt er vrijwel altijd ook een plan van aanpak (65%). Dat is eveneens een belangrijke voorwaarde voor een effectieve, probleemgerichte aanpak. Assessment: het evalueren van de aanpak is (nog) niet gebruikelijk. In slechts een van de drie basisteams (32%) is sprake geweest van een expliciete proces- en/of effectevaluatie. Wel is duidelijk dat de meeste basisteams de ontwikkeling van het aantal woninginbraken volgen, met name op basis van de Early warning,een instrument om wekelijks de ontwikkeling van het aantal misdrijven te volgen in het licht van de middellange termijn (dat wil zeggen in de afgelopen vier weken en ten opzichte van 1 januari) en vroegtijdig ongewenste criminaliteitsontwikkelingen te signaleren. Het model is overgenomen van de New Yorkse politie, die sedert de jaren negentig de criminaliteit op de manier monitort.
Betrokkenheid van organisaties en burgers Veel basisteams werken bij de aanpak van woninginbraken samen met veiligheidspartners. Zo is de bestuursdienst van de gemeente in alle gevallen (100%) betrokken, terwijl het OM bij 94% van de teams meedoet. Ook woningcorporaties spelen vaak (90%) een rol bij de aanpak. Bij twee van de drie teams (65%) wordt samengewerkt met het Veiligheidshuis. Dat is opmerkelijk als we beseffen dat de persoonsgerichte aanpak (PGA) een effectief instrument is voor de aanpak van hotshots. Veiligheidspartners als de belastingdienst (23%) en het RIEC (16%) worden nog weinig ingezet bij de aanpak van woninginbraken. Dit is niet helemaal verrassend als we beseffen dat deze partners zich primair (moeten) richten op vormen van ondermijnende en zware, georganiseerde criminaliteit. Wat betreft burgerparticipatie: bij 3 van de 4 van de basisteams (77%) zijn de bewoners vertegenwoordigd, meer concreet is bij twee van de drie teams (66%) sprake van de inzet van een buurtpreventieteam. Bij ongeveer de helft van de basisteams (45%) is bij de aanpak van woninginbraken sprake van incidentele bewonerscontacten.
Informatiegestuurde aanpak In welke sturingsoverleggen zijn de belangrijkste veiligheids(informatie)producten besproken? Wij beperken ons hier tot bespreking van de Gebiedsscan, een probleemanalyse (van een hotspot of een hotgroup) en het plan van aanpak. Een keuze die voortkomt uit de gedachte dat juist de bespreking van deze producten een uiting is van het geven van focus in de aanpak. Wij maken een onderscheid tussen bespreking binnen het basisteam (interne sturing) en bespreking met het bevoegde gezag (externe sturing). Net als bij SARA is er sprake van een ‘IGP-trechter’: met elke volgende fase van sturing (strategisch, tactisch en operationeel) is het aandeel besproken veiligheids(informatie)producten kleiner. Zie figuur 3. Anders gezegd, het bevoegde gezag lijkt nog onvoldoende – met name het tactische en operationele stadium – te worden
18
B3W-matrix
betrokken bij de sturing van de gezamenlijke, probleemgerichte aanpak van woninginbraken. Bij de strategische sturing staat de vraag centraal welk veiligheidsprobleem met voorrang dient te worden aangepakt, bij de tactische sturing gaat het met name om de vraag op welke wijze het veiligheidsprobleem het meest effectief kan worden voorkomen en/of bestreden. Operationele sturing heeft betrekking op de daadwerkelijke uitvoering van de probleemgerichte aanpak.
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr. 9/10/13
De basisteams in de Eenheid Den Haag blijken op de schaal, waarop maximaal 10 punten kunnen worden gehaald, gemiddeld 7,3 punten te scoren. Dat is al heel behoorlijk, maar het laat ook zien dat verbeteringen mogelijk zijn. Er zijn namelijk aanmerkelijke verschillen tussen de districten. Zo wordt in District E – met een score van 9,0 – bij de aanpak van woninginbraken in aanzienlijke mate volgens B3W gewerkt. In District A worden de woninginbraken – naar het zich laat aanzien – echter in mindere mate volgens de B3W-gedachte aangepakt. Binnen districten kan trouwens sprake zijn van opmerkelijke verschillen tussen de basisteams, zo zal uit het navolgende blijken.
Effecten van B3W: een eerste indruk
Figuur 3. De IGP-trechter.
Een ruime meerderheid van de basisteams (87%) heeft de Gebiedsscan binnen de politieorganisatie benut bij de strategische sturing ofwel de bepaling van de aandachtspunten voor de probleemgerichte aanpak. Een iets kleiner deel van de teams (71%) – nog steeds behoorlijk veel – heeft de Gebiedsscan ter bespreking aangeboden aan de lokale driehoek of het Veiligheidsoverleg in de gemeente Den Haag. In zo’n twee van de drie basisteams (65%) is de probleemanalyse intern (65%) besproken. Nog minder vaak (58%) wordt zij extern besproken. Ongeveer de helft van de basisteams besprak een plan van aanpak intern (55%) en extern in de lokale driehoek of het Haagse veiligheidsoverleg (regiegroep) met de veiligheidspartners (48%).
Kwaliteit van de aanpak Met behulp van de hiervoor besproken B3W-schaal hebben wij per district en basisteam de kwaliteit van de aanpak van woninginbraken in 2012 getoetst aan de leidende veiligheidsstrategie van de politie-eenheid Den Haag: probleemgericht, informatiegestuurd en met betrokkenheid van burgers. Zie figuur 4.
De combinatie van probleemgericht werken, informatiesturing en burgerparticipatie zou in theorie moeten werken. Dat blijkt uit veel wetenschappelijke studies en ook uit ons eigen onderzoek naar de aangiftecriminaliteit in de periode 2002-2008, dat is gepubliceerd als The Best of Three Worlds. In het voorgaande hebben we onderzocht in welke mate deze gecombineerde strategie is toegepast bij de aanpak van woninginbraken in 2012. Een belangrijke vraag is natuurlijk of die aanpak ook samengaat met minder woninginbraken. We realiseren ons dat het in de complexe en dynamische praktijk uiterst moeilijk is om uitspraken te doen in (wetenschappelijke) termen van causaliteit. Dat was – als gezegd – ook niet het doel van ons onderzoek. We gebruiken de B3W-matrix vooral als een lerend systeem, ter ondersteuning en verbetering van veiligheidsturing. De doorwerking van de B3Waanpak hebben wij onderzocht door per basisteam de score op de B3W-maat in samenhang te brengen met de actuele ontwikkeling van het aantal woninginbraken. Daarvoor hebben wij gebruik gemaakt van het maandelijkse Tabellenboek Criminaliteit & Overlast. Het aantal woninginbraken in de eerste 9 maanden van 2013 wordt vergeleken met het aantal inbraken in de eerste 9 maanden van 2012. Het spreidingsdiagram in figuur 5 laat duidelijk zien dat een hogere score op de B3W-schaal in het algemeen gepaard gaat met een grotere afname van het aantal woninginbraken. Er blijken vier basisteams te zijn die zelfs een 10 op deze B3W-schaal hebben gescoord. Hun aanpak van woninginbraken bevat écht het beste van de drie werelden. Eén basisteam paart deze 10 aan een afname van 26 procent. Het basisteam met de grootste afname van het aantal woninginbraken (-38%) scoorde een 8 op deze B3W-schaal.
Succesfactoren
Figuur 4. Kwaliteit van de aanpak van woninginbraken in 2012.
Een combinatie van de drie genoemde elementen gaat dus inderdaad vaker samen met positieve resultaten bij het terugdringen van woninginbraken. Aan de betrokken teamdeskundigen hebben we ook nog gevraagd aan te geven welke succesfactoren hierbij een rol spelen. Deze geven we in (eigen) trefwoorden weer en we laten de basisteams daarmee ook zelf aan het woord over wat er volgens hen toe doet.
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr. 9/10/13
B3W-matrix
19
6. Gerichte aanpak daders Gecombineerde persoonsgerichte en groepsgerichte (netwerk)aanpak, inbrakenteam in nauwe samenwerking met handhaving, kennen en gekend worden, doorrechercheren voor hoger ophelderingspercentage, schoon schip door betrekken ouders of broers bij verhoor, bovenlokale aanpak van bovenlokale daders, vaste officier van justitie bij groepsaanpak, ‘vroegaanpak’, FO naar schoensporen en werktuigsporen behouden, digitaal rechercheren op internet en ANPR.
7. Vakmanschap collega’s Figuur 5. Samenhang tussen de B3W-score en de ontwikkeling van het aantal woninginbraken (jan-sep 2013, index : jan-sep 2012=100), per basisteam van de eenheid Den Haag.
Urgentiebesef, doelgroepenbeleid voor verbetering relatie politie en met name Marokkaanse jongeren, motivatie, kennis van het gebied, vernieuwingsgezind, oog voor preventie en andere werkzame veiligheidsstrategieën zijn eveneens elementen die bijdragen aan een succesvolle aanpak.
1. Focus en sturing Betrokken leiding, gemotiveerd personeel, daadwerkelijk kiezen voor de gezamenlijke aanpak, langdurige focus, ook bijdrage van Regionale opsporing, CIE, Districtsrecherche en Verkeer, hotspotsurveillance op basis van goede informatie, hotspotinterventie-team (HIT), betrokkenheid van alle processen, betrekken teamleden en ideeën vanuit werkvloer, verdere verbetering van het proces.
Verbetering van de aanpak
Actuele informatie- en intelligencepositie, analyses van structurele én acute hotspots (i.v.m. mogelijke verplaatsingseffecten), inzicht in hottimes (capaciteitsmanagement), wekelijks inzicht in landelijk en lokaal opererende daders (Tweekly).
Tot slot is wellicht een nog belangrijkere vraag op welke wijze de aanpak van woninginbraken verder kan worden verbeterd. Welke aspecten van B3W dienen per basisteam te worden versterkt om tot (nog) betere resultaten te komen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden gebruiken wij de B3W-matrix, waarin alle basisteams op basis van de scores op de drie ‘werelden’ kunnen worden geplot. Op de X-as wordt de mate van probleemgerichtheid (focus en differentiatie) weergegeven. Op de Y-as wordt de mate van actieve burgerbetrokkenheid geplot, terwijl het op de Z-as gaat om de mate van sturing. Linksonder/voorin bevinden zich dan de slechtst scorende teams, rechtsboven/achterin staan de allerbeste.
3. Samenwerking met partners
De Eenheid Den Haag
Focus ook bij partners, actieve rol voor gemeente (met name de burgemeester), stuurgroep/regiegroep + projectgroep per gemeente/stadsdeel, OM en wooncorporaties activeren, belangrijke rol voor burgers, inzet vrijwilligers Bureau Burgersamenwerking
De basisteams in de Eenheid Den Haag scoorden gemiddeld 3,8 van de 5 punten op probleemgericht werken, op informatiesturing 2,2 van de 3 punten en op burgerparticipatie 1,3 van de 2 punten. Samen levert dat het eerdergenoemde totale gemiddelde op van 7,3. Deze scores zorgen voor plaatsing van de Eenheid Den Haag op de volgende plek in de B3W-matrix. Zie figuur 6.
2. Informatie en analyse
4. Preventie en tegenhouden Gerichte (dynamische) controle acties, inzet ANPR, bewustwording burgers, matrixborden en stoepborden, witte voetjes, flyeren, inzet Paraat Peloton, beter hang- en sluitwerk, PKVW, benutting communicatiekanalen (bijvoorbeeld wijkkrantjes) van burgers, benutting sociale media, besmettingsbrieven, bejegening slachtoffers en terugmelden.
5. Heterdaadkracht Hotspotsurveillance, meldingsbereidheid, staat van politiealarm (SPA), probleemgericht buurtonderzoek, burgers attenderen door goede informatievoorziening, burgers betrekken bij beeldvorming en toezicht, informatieavonden op hotspots, BIT’s, (maatwerk), inzet bikers, succesvolle melders belonen.
Figuur 6. De eenheid Den Haag in de B3W-matrix, jan-sep 2013.
20
B3W-matrix
Stijgers Nu zijn de basisteams aan de beurt, we slaan de districten kortheidshalve over. Allereerst plaatsen wij de basisteams met een toegenomen aantal woninginbraken in 2013 in de B3W-matrix.
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr. 9/10/13
De basisteams waar verbeteringen mogelijk zijn kunnen met behulp van de B3W-matrix zien bij welke beter presterende teams zij terecht kunnen om wellicht van hen te leren. Daarbij kan elk basisteam nu zien op welk aspect van B3W verbeteringen mogelijk zijn.
Conclusies
Figuur 7. Basisteams met toegenomen woninginbraken in de B3W-matrix, jan-sep 2013.
Te zien is dat de meeste basisteams zich laag in de matrix bevinden (relatief weinig actieve betrokkenheid van burgers), enkele teams bevinden zich zelfs helemaal linksonder/voorin. Dat wijst op een zeer matige uitvoering van de B3W-veiligheidsstrategie. Het aantal woninginbraken nam hier in het eerste negen maanden van 2013 toe met respectievelijk 50 procent, 28 procent en 18 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2012.
Dalers In de volgende B3W-matrix plotten wij nu de bureaus met een afnemend aantal woninginbraken.
1. De B3W-veiligheidstrategie van de politie-eenheid Den Haag geeft richting aan een effectieve aanpak van woninginbraken. Concreet gaat het om focus op de probleemconcentraties (hotspots, hotgroups en hotshots) en een combinatie van de drie elementen: probleemgericht, informatiegestuurd én actieve burgerparticipatie. Het onderzoek toont, op basis van de B3W-schaal, faan dat de invulling van deze drie elementen nog varieert binnen de basisteams. 2. We zien ook verschillen in de te nemen stappen voor een optimale uitvoering van de drie elementen van de veiligheidsstrategie. Verschillen die zijn benoemd als de SARAtrechter en de IGP-trechter. Het probleem wordt in de regel wel als prioriteit benoemd, maar de uitwerking ervan in probleemanalyses, plannen van aanpak, evaluaties en ook het bespreken daarvan met de (gezags-) partners voor een integrale en duurzame aanpak van het probleem blijft nogal eens achterwege. 3. De verschillen in de aanpak blijken samen te hangen met de ontwikkeling van het aantal woninginbraken in de eerste drie maanden van 2013. In de basisteams die beter invulling geven aan B3W is de ontwikkeling van het aantal woninginbraken gunstiger dan in de basisteams die dat in mindere mate doen. Kortom, met een goede toepassing van B3W kan het aantal woninginbraken naar het zich laat aanzien beter worden teruggedrongen. 4. Er zijn echter wel uitzonderingen op dit algemene patroon. Zonder optimale toepassing van B3W zijn flinke afnamen van het aantal woningbraken kennelijk soms óók mogelijk, terwijl een optimale B3W-aanpak (op papier) desondanks gepaard kan gaan met een toename van het aantal woninginbraken. Er is dan vermoedelijk meer aan de hand. De wereld achter de uitkomst van de B3W-matrix zal dan ook altijd nader onderzocht moeten worden: om te leren en om te verbeteren.
Aanbevelingen Op basis van het door ons uitgevoerde onderzoek naar de aanpak van woninginbraken in 2012 komen wij tot slot tot de volgende aanbevelingen: 1. Elk basisteam in de eenheid Den Haag zou in de komende periode moeten proberen rechtsboven/achterin Figuur 8. Basisteams met afgenomen woninginbraken in de B3W-matrix, jan-sep 2013. in de B3W-matrix terecht te komen, ofwel de aanpak van woninginbraken verder in lijn brengen met de veiligheidsstrategie zoals vastgelegd in het regionaal beleidsHet verschil is duidelijk. Deze basisteams bevinden zich plan van de eenheid Den Haag. veel meer naar rechts, naar boven en naar achteren. In de verzorgingsgebieden van deze best scorende basisteams nam 2. Concreet betekent dit dat elk basisteam kan nagaan welke verbeterpunten of mogelijkheden er zijn voor het aantal woninginbraken af met respectievelijk 38 procent, probleemgericht en informatiegestuurd werken en 15 procent en 12 procent. Dit wijst er wederom op dat een actieve burgerparticipatie. Met name een gerichte inzet aanpak volgens B3W samengaat met betere resultaten.
B3W-matrix
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr. 9/10/13
3.
4.
5.
6.
van actieve burgers in en rond hotspots van woninginbraken kan naar het zich laat aanzien in diverse basisteams zeker een impuls gebruiken. Bij meerdere basisteams lijkt inmiddels sprake te zijn van een best practice op het gebied van de aanpak van woninginbraken. Deze best practices kunnen vaker dan nu het geval is met anderen worden gedeeld: in de Eenheidsbriefing, Districtbriefings, Teambriefings en ook op de werkvloer. Daarmee kunnen het draagvlak en de betrokkenheid van de werkvloer wellicht ook verder worden vergroot. Bespreking van zulke best practices met het bevoegde gezag en de andere veiligheidspartners (in de lokale driehoek of het Haagse Veiligheidsoverleg) biedt wellicht de mogelijkheid waar nodig de burgemeester in een voortrekkersrol te krijgen bij de tactische sturing van de integrale, probleemgerichte aanpak van woninginbraken. Hoe kunnen het draagvlak, de betrokkenheid en het vakmanschap op de werkvloer worden vergroot? Hoe gaan we om met veiligheidssturing en het nieuwe, scherpe sturingsconcept? Hoe kunnen ter versterking van de aanpak collegiale vormen van ondersteuning gestalte krijgen? Wat betekent dat voor ‘leiderschap’? Het zijn vraagstukken die ook terugkomen in de programma’s Scherp sturingsconcept, Beter informatiegestuurd werken, Operationeel leiderschap en Probleemgericht werken. Wellicht kunnen deze initiatieven heel concreet en beter dan nu het geval is op elkaar worden afgestemd en benut bij een meer effectieve aanpak van woninginbraken. Een gefocuste combinatie van SARA, IGP en BP draagt bij aan een succesvolle aanpak van woninginbraken. De invulling daarvan blijft maatwerk. Sommige basisteams zijn daar verder in dan andere. Dit geldt ook voor de informatieorganisatie. Het lijkt niet goed mogelijk dat elk basisteam de benodigde analyse- en aanpakkennis
21
regulier in eigen huis heeft. Het opzetten van een ondersteuningsorganisatie op het gebied van analyse en sturing, projectmatig werken en het uitwisselen van best practices is daarom wellicht noodzakelijk. 7. Een van de aanbevelingen in The Best of Three Worlds is om naast kwantitatieve prestatie-indicatoren ook gebruik te maken van kwalitatieve indicatoren. De B3W-matrix kan in dit verband gebruikt worden als een instrument om het lerend vermogen van de organisatie te ondersteunen en de kwaliteit van het politiewerk verder te verbeteren. Prestatiesturing en veiligheidssturing komen op die manier dicht bij elkaar. 8. In verband met herhaalde toepassing van de vragenlijst – mogelijk ook in andere politie-eenheden - verdient het vanwege de vergelijkbaarheid aanbeveling de vragen te valideren en de dataverwerking, analyse en rapportage te automatiseren. 9. Het onderzoek kunnen we beschouwen als een 0-meting en het zou idealiter over 1 jaar wederom uitgevoerd moeten worden, waarmee zicht ontstaat op de langere termijneffecten van de probleemgerichte aanpak van woninginbraken binnen het werkgebied van de politieeenheid Den Haag. Bij de invulling van de vragenlijst per basisteam dient het voltallige managementteam te worden betrokken, terwijl de wijze van invulling eveneens in het sturingsgesprek met de districtschef aan de orde kan komen.
«
Noten 1) Zie Versteegh, Van der Plas en Nieuwstraten (2010): ‘The Best of Three Worlds. Effectiever politiewerk door een probleemgerichte aanpak van hot crimes, hot spots, hot shots en hot groups’, politie Haaglanden/Politieacademie, Den Haag/Apeldoorn. 2) Zie bv. de literatuurverwijzingen bij hoofdstuk 2 in Versteegh e.a. (2010) en meer recent Simone Onrust en Lotte Voorham (2013) : ‘Vier politiestrategieën tegen veelvoorkomende criminaliteit. Effectiviteit en werkzame mechanismen’, Trimbos-instituut Utrecht. 3) Zie Versteegh en Van Musscher (2013): ‘Veiligheidssturing en prestatiesturing, een uitstekende match’, in : Cahiers Politiestudies, jaargang 2013-1, nr. 26 p. 163-189. 4) B3W is de afkorting van The Best of Three Worlds.
Advertentie
CSI - CYBER SECURITY INVESTIGATIONS /JFVX8JSFTIBSLWPPS-&
"VUIPSJ[FE5SBJOJOHPartner
8JSFTIBSL5SBJOJOH -PDBUJPO)PPGEEPSQ
%F[FDVSTVTJTTQFDJBBMPOUXJLLFMEWPPSOFUXFSLCFWFJMJHJOHTFOXFUTIBOE
"JS1DBQ
IBWJOHTQFSTPOFFMNFUCBTJTUPUHFNJEEFMEFLFOOJTWBOBMHFNFOFCFWFJMJHJOH
t "OBMZ[JOH5$1*1/FUXPSLT
BCHO8J'J $BQUVSF"EBQUFST
FOOFUXFSLFO4VDDFTWPMMFWPMUPPJJOHWBOEF[FDVSTVTNBBLUGPSFOTJTDIF
t 7P*1 8J'J/FUXPSL"OBMZTJT
OFUXFSLBOBMZTF /FUXPSL'PSFOTJDT"OBMZTJT UPFHBOLFMJKLWPPSEFEFFMOFNFST
t $4*$ZCFS4FDVSJUZ*OWFTUJHBUJPOT
XXXBJSQDBQOM
XXXTDPTOM
XXXXJSFTIBSLVOJWFSTJUZOM
%JTUSJCVUJF4$044PGUXBSFCWtXXXTDPTOMtJOGP!TDPTOMtUFM
network and security solutions