Jaarverslag 2011
In memoriam Prof.dr. Koos Duppen (1953-2011) Lid College van Bestuur Hoogleraar Initieel Onderwijs en Femtoseconde Laserspectroscopie
3
J A A R V E R S L A G 2 011
Inhoud
Bericht van de Raad van Toezicht 5 Voorwoord 6 1. Valorisatie en maatschappij 10 1.1 Maatschappelijke thema’s 1.2 Valorisatie 1.3 Omgeving en relaties 2. Onderwijs 19 2.1 Differentiatie 2.2 Professionaliteit 2.3 Rendementen 2.4 Instroom en relatiebeheer 2.5 Kwaliteitszorg
4. Internationalisering 30 4.1 Doelstellingen 4.2 Mobiliteit 4.3 Stategische samenwerking 5. Personeel en huisvesting 35 5.1 Personeelsbeleid 5.2 Arbo, duurzaamheid en milieu 5.3 Huisvesting
Verkorte jaarrekening 70 6. Bedrijfsvoering 44 6.1 Financieel beleid 6.2 Handhaving en controle 6.3 Bibliotheek Kerncijfers en kengetallen 50
3. Onderzoek 25 3.1 Individuele kwaliteit 3.2 Strategische groepen en instituten 3.3. Kwaliteitszorg 3.4 Graduate Schools
Bijlagen 55 1. Persoonsgebonden toekenning 2. Bouwprojecten 3. Communicatie met stakeholders 4. Overzicht centrale instellingen RUG 5. Nevenfuncties leden Raad van Toezicht 6. Nevenfuncties leden College van Bestuur 7. Samenstelling Centrale Organen
Accountantsverklaring 78 Meer informatie 79 Lijst van afkortingen 80 Colofon 83
5
J A A R V E R S L A G 2 011
Bericht van de Raad van Toezicht
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Het jaar 2011 zal wellicht vooral in herinnering blijven als het jaar waarin de studierendementen aan de RUG een significante verbetering lieten zien. Duidelijk is dat de invoering van het Bindend Studie Advies (BSA) hierin een doorslaggevende rol heeft gespeeld. De Raad van Toezicht is er tevreden over dat de RUG dit beleid geïmplementeerd heeft en spreekt er zijn vreugde over uit dat de verwachte positieve effecten zich daadwerkelijk voor blijken te doen. Een andere belangrijke ontwikkeling die in het jaar 2011 is ingezet, betreft de profilering van de RUG als research-universiteit. Het Healthy Ageing programma heeft in 2011 goed vaart gekregen en werpt zijn eerste vruchten reeds af. Daarnaast profileert de RUG zich met GESP en de Energy Academy Europe zeer nadrukkelijk op de gebieden van energy transformation en sustainable society, twee gebieden van fundamentele maatschappelijke betekenis. Financieel staat de RUG er ondanks de bezuinigingen op de Rijksbijdrage nog steeds solide voor. De grote uitgaven in de nieuwbouw (Centrum voor Levenswetenschappen, ERIBA) en de investeringen in onderzoekprogramma’s zoals LifeLines hebben er niet toe geleid dat de RUG in financieel zwaar weer terecht is gekomen. Hoewel de kwaliteit van de besluitvorming binnen de RUG voldoende is, dringt de Raad erop aan de administratieve processen en de besluitvormingsprocessen in de komende jaren te verbeteren. Hierbij is het belangrijk de snelheid zowel van de besluitvorming op zich als van de implementatie te verbeteren, terwijl tegelijk de zorgvuldigheid gegarandeerd moet blijven. De Raad verheugt zich erover dat de toponderzoeksscholen ZIAM en NOVA in 2011 als ‘exemplary’ zijn beoordeeld, hetgeen tot een continuering in de toewijzing van middelen leidt. De Raad heeft de handreiking onderwijskundige publiek-private arrangementen besproken. De Raad onderschrijft het advies van het College dat er geen aanleiding is het vigerende beleid hierover aan te scherpen. De Raad heeft op 9 mei 2011 een gezamenlijke bijeenkomst met de
Universiteitsraad belegd. Een constructieve bijeenkomst waarin aspecten zoals bezuinigingen, ambities, langstudeerdersregeling en BSA aan de orde kwamen. De Raad neemt met genoegen kennis van de verbetering van de positie van de RUG in verschillende rankings. De RUG heeft zich door middel van het charter ‘Talent aan de top’ gecommitteerd het aantal vrouwen in leidinggevende posities te verhogen. De voortgang en invulling hiervan heeft de Raad in 2011 besproken. Verder heeft de Raad de Jaarrekening 2010, Jaarverslag RUG 2010 alsmede de Instellingsbegroting 2012 goedgekeurd. De Raad heeft prof. dr. E. Sterken per 1 maart 2011 als rector magnificus in het College van Bestuur verwelkomd. De afgetreden rector magnificus prof. dr. F. Zwarts is door de Raad bedankt voor zijn tomeloze inzet als een bekwaam bestuurder in de afgelopen 8,5 jaar. Professor Zwarts heeft een grote bijdrage geleverd aan onder andere de internationalisering van het onderwijs binnen de RUG. De Raad heeft in mei 2011 met droefenis afscheid moeten nemen van prof. dr. K. Duppen, vicevoorzitter van het College van Bestuur. De Raad betreurt in het verscheiden van prof. Duppen niet alleen dat aan de RUG een effectief bestuurder ontvallen is, maar ook dat een inspirerende mens niet langer onder ons is. Zijn overlijden heeft velen geraakt. Per 1 januari 2012 heeft de Raad drs. J. de Jeu als lid van het College van Bestuur benoemd. Dhr. De Jeu wordt hiermee de opvolger van prof. dr. K. Duppen. Tevens is mw. A.A.M. Schaafsma als lid van de Raad van Toezicht per 1 november 2011 voor een periode van vier jaar herbenoemd. R.J. Hoekstra, voorzitter Raad van Toezicht
10 april 2012
6
J A A R V E R S L A G 2 011
Voorwoord
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
In het afgelopen jaar heeft de Rijksuniversiteit Groningen een gevoelig verlies geleden. Op 27 mei overleed Koos Duppen, de vicevoorzitter van het College van Bestuur. Voor rector Elmer Sterken en voor ondergetekende betekende dit niet alleen dat een buitengewoon energiek en talentvol bestuurder uit ons College wegviel, maar ook dat wij geconfronteerd werden met het verlies van iemand die meer was dan een collega. Koos was een inspirerende vriend, die zijn werk met een tomeloos plezier verrichtte. De afscheidsceremonie die de universiteit op 3 juni organiseerde maakte manifest dat het verscheiden van Koos Duppen niet alleen door ons, zijn naaste medebestuurders, maar door talloos veel mensen, van binnen en buiten onze organisatie, als een persoonlijk verlies beleefd is. Als wij terugdenken aan Koos Duppen, herinneren wij ons niet alleen een bestuurder die op tal van terreinen van groot belang is geweest voor de universiteit, maar ook en vooral aan een man die ons aansprak, die bruggen tussen mensen sloeg en die betrokkenheid genereerde. Het jaar 2011 is een jaar geweest waarin de groei van de RUG zich flink doorzette. Het aantal studenten steeg naar ruim 28.000 (op peildatum 1 oktober 2011), het aantal eerstejaars nam toe naar ruim 5.900, hoewel op een aantal studierichtingen het instrument van de numerus fixus lag. Ook de groei van het aantal buitenlandse studenten aan de RUG zet door, nog altijd met tien procent per jaar. Aan het begin van het collegejaar 2011-2012 heeft de RUG 1.400 studenten en PhD’s uit 125 verschillende landen welkom geheten. Het is zeer verheugend dat het beleid dat de universiteit heeft uitgestippeld om studenten van overal uit de wereld aan te trekken zodanig zijn vruchten afwerpt. Uit enquêtes blijkt bovendien dat de buitenlandse studenten hun studietijd in Groningen als stimulerend ervaren. De RUG heeft van alle Nederlandse universiteiten het hoogste ‘aanbevelingscijfer’ gekregen van haar buitenlandse studenten. Dat is een groot compliment voor de manier waarop onze docenten, onderzoekers en ondersteunend personeel met de buitenlandse studenten omgaan. Zij creëren de sfeer waarin jonge mensen uit geheel andere culturen zich thuis voelen in
de Martinistad. De RUG is dankzij hun een knooppunt geworden in de internationale stromen van studenten. Een geweldig belangrijk resultaat, omdat wetenschap nu eenmaal internationaal is. We zouden wellicht de invoering van het Bindend Studie Advies ook als een vorm van groei kunnen kenschetsen: een groei naar een meer volwassen verhouding tussen de instelling en haar studenten. Het BSA is een succes gebleken, niet alleen in technisch en organisatorisch opzicht, maar ook inhoudelijk. De studierendementen zijn sinds de invoering significant gestegen. Het percentage studenten dat binnen één jaar 60 ECTS haalt, steeg van 30 naar 40, het percentage studenten dat in het eerste jaar tenminste 40 punten behaalt steeg van 63 naar 75. Natuurlijk zijn wij nog niet tevreden: de rendementen moeten beter worden. Ik blijf erbij dat een propedeuserendement van 70 haalbaar is. Maar duidelijk is wel: er is een groeipad ingeslagen en we zijn op weg om een probleem op te lossen dat alle universiteiten in Nederland, inclusief de RUG, zo lang achtervolgd heeft. Bijzonder verheugend is dat deze ontwikkeling de relatie met onze reguliere studenten in het geheel niet aantast. Uit de enquête van Elsevier blijkt dat we samen met de Radboud Universiteit de eerste plaats innemen in de studententevredenheid. En uit onderzoeken van Intermediair en InCompany blijkt dat ook voor medewerkers de RUG een aantrekkelijke organisatie blijft. De RUG is een research-universiteit en ontleent haar bestaansrecht dus ook aan successen die haar onderzoekers behalen in de strijd om kennisvermeerdering. Net als vorig jaar moet ik mij tot een betrekkelijk willekeurige greep beperken. Laat ik beginnen met de dag dat ik het nummer van 10 november van het internationale weekblad voor de wetenschap ‘Nature’ opensloeg. Wat een prachtige dag voor de universiteit! Op pagina 208 stond een bijdrage van de onderzoeksgroep van Ben Feringa over een four-wheel drive in nano-afmetingen. Het onderzoek is mondiaal als een doorbraak in de nanotechnologie ervaren, zoals moge blijken uit het feit dat de
7
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs
J A A R V E R S L A G 2 011
Chinese Academie van Wetenschappen de nanomotor als een van de tien belangrijkste wetenschappelijke doorbraken heeft geclassificeerd voor het jaar 2011. Maar dat was nog maar de helft van de vreugde. Want op pagina 232 van dit toptijdschrift stond nog een bijdrage uit Groningen, van de hand van dr. Bart van de Sluis van de afdeling Pathologie en Medische Biologie, in samenwerking met onze honorair hoogleraar prof.dr. Jan van Deursen van de Mayo Clinics in Rochester, en gesponsord door alumnus Paul Baan, over de manier waarop het verouderingsproces van lichaamscellen kan worden bestudeerd en wellicht kan worden vertraagd. Dit artikel werd overigens door Science verkozen als 1 van de top 10 wetenschappelijke artikelen in 2011. Het komt niet iedere dag voor dat een universiteit zo prominent figureert in zo’n belangrijk internationaal tijdschrift en daarom vermeld ik dat graag. Dat het hier niet om toevalstreffers gaat, blijkt uit de gestaag stijgende positie die de RUG op de internationale ranglijsten doormaakt. In de Academic Ranking for World-Class Universities van de Shanghai Jiao Tong University China is de RUG in 2011 geklommen van positie 109 naar positie 103. Daarmee neemt de RUG de derde positie in onder de Nederlandse universiteiten. De universiteiten van Utrecht en Leiden staan in de top 100 van deze lijst, Groningen is duidelijk bezig zich daar ook in te nestelen. Overigens tekent de stijging van de kwaliteit van het RUG-onderzoek zich ook in vele andere internationale rankings af. De RUG is een van de snelst groeiende universiteiten, gelet op de stijging van het aantal publicaties dat per jaar in gerenommeerde tijdschriften verschijnt.
25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen
Een andere belangrijke indicatie voor de kwaliteit van het Gronings onderzoek is dat de RUG ook in het afgelopen jaar een fors aantal prestigieuze onderzoeksbeurzen van de European Research Council (ERC) heeft binnengehaald. Er zijn negen ERC Starting Grants bij de RUG terechtgekomen, bijna 2 % van het totale aantal in de EU. Alle Nederlandse universiteiten bij elkaar hebben 47 ERC’s binnengehaald. Van de ERC Advanced Grants heeft de RUG er vorig jaar niet minder dan drie binnen weten te halen. Opgeteld gaat het om meer dan € 20 miljoen.
55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
De onderzoeksvelden Healthy Ageing, Energy en Sustainable Society hebben zich in het afgelopen jaar duidelijk uitgekristalliseerd als de belangrijkste maatschappelijke speerpunten in het onderzoeksprofiel van de RUG. ERIBA, het European Research Institute on the Biology
of Ageing van het UMCG en de RUG, bleek in staat toponderzoekers van over de gehele wereld aan te trekken en het instituut heeft al belangrijke publicaties op zijn naam staan, waaronder een artikel in Science van onder andere dr. Liesbeth Veenhoff over de ontdekking van een nieuwe sluiproute door het kernporiecomplex. Het energieonderzoek aan de RUG kreeg gestalte in onder meer het Energy Delta Gas Researchprogramma (EDGAR), in het Dutch national research programme on CO2 capture, transport and storage (CATO) en in de Hanse Energy Corridor. In november 2011 gaven de RUG en de Hanzehogeschool Groningen het startschot voor de opbouw van een uniek instituut voor onderwijs, onderzoek en innovatie voor het thema energie: de Energy Academy Europe. Voor de Energy Academy Europe zal hetzelfde gaan gelden als voor ERIBA: het instituut zal toponderzoekers uit de gehele wereld aantrekken, het zal nauwe samenwerkingsverbanden aangaan met het internationale bedrijfsleven en het zal excellent onderwijs verzorgen voor studenten van mbo, hbo en wo-niveau van over de gehele wereld. De rode draad in het onderzoek en onderwijs zal zijn: de transformatie naar duurzame vormen van energievoorziening. Het idee voor de EAE is afkomstig van GasTerra-bestuurder Gertjan Lankhorst. Het plan kreeg ondersteuning van EL&I-minister Maxime Verhagen, die in het kader van de Green Deal € 6 mln van het Rijk toezegde. In de komende tien jaar zullen de kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de overheid in totaal € 100 mln investeren in de ontwikkeling van het instituut. Parallel aan de richting van deze Academie heeft de RUG het Groningen Energy and Sustainability Programme (GESP) opgericht, waarin al het onderzoek aan de RUG wordt gebundeld, zowel alfa, bèta als gamma. In deze initiatieven komt tot uiting dat de onderzoeksgemeenschap van de RUG ervan doordrongen is dat de transformatie naar een duurzame energievoorziening een van de belangrijkste opgaven is, waar onze samenleving zich voor gesteld ziet en ook dat het onderzoek dat aan de RUG op dit uitgebreide gebied plaatsvindt een belangrijke rol zal spelen in de verwezenlijking van wat misschien de grootste en meest diepgaande omvorming van onze economie sinds de industriële revolutie. Onze samenleving moet in de komende decennia grote en belangrijke vraagstukken oplossen. Ik ben ervan overtuigd dat tegen deze achtergrond excellent onderzoek en onderwijs van cruciaal belang
8
J A A R V E R S L A G 2 011
zijn. De nadruk ligt daarbij naar mijn idee op excellent. Gemiddelde prestaties zullen steeds minder meetellen in een wereld die op haar tenen moet staan om de kwaliteit van het leven te waarborgen. Het is daarom goed te constateren dat ook het afgelopen jaar voor de RUG een groei-jaar is geweest: niet alleen kwantitatief, maar vooral ook kwalitatief. S. Poppema, voorzitter College van Bestuur
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
10
J A A R V E R S L A G 2 011
1. Valorisatie en maatschappij
De Rijksuniversiteit Groningen is een internationale brede research-universiteit, maar heeft ook met sterke verbindingen in de regio. Het onderzoeksprofiel is het resultaat van beleidskeuzes, gesteund door internationale visitatiebeoordelingen en peerreviews. Het onderwijsaanbod in de bachelorfase is breed en gedifferentieerd, gericht op de verschillen in talent van studenten. De masteropleidingen sluiten aan bij het onderzoeksprofiel en de vragen van de arbeidsmarkt. 3 Inhoud
1.1 Maatschappelijke thema’s
5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
De RUG heeft vele uitstekende onderzoeksgroepen. Een belangrijk deel daarvan verricht onderzoek dat wordt gemotiveerd door wetenschappelijke nieuwsgierigheid en belangstelling. Daarmee wordt een onmisbare basis gelegd voor nieuwe inzichten en toepassingen in de toekomst, zoals expliciet (h)erkend in de Topsectorplannen. Daarnaast investeert de RUG in meer vraaggestuurd en toegepast onderzoek. Mede in reactie op het advies van de commissie Veerman en met het oog op het Hoofdlijnenakkoord tussen OCW en VSNU, heeft de RUG in 2011 daarom gekozen voor een duidelijkere profilering en zwaartepuntvorming van laatstbedoeld onderzoek in drie maatschappelijke thema’s: >> Energy >> Healthy Ageing >> Sustainable Society Deze keuze is enerzijds gebaseerd op de sterke punten in het onderzoekprofiel van de RUG, anderzijds op de grote mogelijkheden voor interdisciplinariteit en voor aansluiting op de agenda van de Topsectoren van Nederland en de Grand Challenges van de Europese Unie. Hiermee wordt beoogd de internationale positie en de wetenschappelijke en maatschappelijke impact van het Groningse onderzoek te versterken.
Energie De RUG is stevig betrokken bij de Topsector Energie. De onderzoeksgroep van prof.dr. J.C. Hummelen leidt bijvoorbeeld de komende tien jaar een van de twee FOM-focusgroepen voor fundamenteel energieonderzoek. Bovendien beogen de RUG en de Hanzehogeschool met de instelling van de Energy Academy een voortrekkersrol te vervullen op het gebied van energieonderzoek en energieonderwijs in het Noorden. Via de virtuele Academy en de fysieke Energy Campus worden onderzoek, opleidingen en valorisatie op het gebied van fossiele en duurzame energie gebundeld. Ter ondersteuning van het energie- en duurzaamheidsonderzoek van de RUG is tevens het Groningen Energy and Sustainability Programme (GESP) formeel van start gegaan. Hierin is al het energiegerelateerde onderzoek van de RUG samengevoegd.
Healthy Ageing De RUG is ook stevig betrokken bij de Topsector Life Sciences and Health. Het European Research Institute on the Biology of Ageing (ERIBA) heeft vanuit het Nationale Roadmap-programma voor grootschalige onderzoeksfaciliteiten van NWO € 18 miljoen euro verworven voor de bouw van een nationale faciliteit voor onderzoek naar kanker en veroudering in muismodellen. Daarnaast verwierven ERIBA-onderzoekers in 2011 in totaal € 5 miljoen euro aan persoonsgebonden subsidies. De vruchtbare samenwerking blijkt onder meer uit de erkenning door NWO van het Groningse Centrum voor Energy Metabolism and Ageing als een van de drie landelijke NWO-centra voor Systeembiologie. Ook het KVI werkt samen met onderzoekers in het UMCG. Zo is een STW-subsidie verkregen voor gezamenlijk onderzoek naar protonentherapie. Het regionale MKB-cluster Drugtargeting and Delivery is een bedrijvennetwerk dat al een paar jaar samenwerkt met RUG en UMCG op het gebied van geneesmiddelenontwikkeling. Het cluster is een forum voor uitwisseling van wetenschappelijk en technologisch onderzoek en initieert bovendien de ontwikkeling
11
J A A R V E R S L A G 2 011
van nieuwe businessconcepten voor de biomedische sector. Door de krachten in de sterk groeiende noordelijke sector levenswetenschappen te bundelen is het mogelijk farmaceutische bedrijven te interesseren voor investeringen in innovatieve projecten. Regionaal is het Healthy Ageing Network Noord-Nederland (HANNN) actief waarin bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden en intermediaire organisaties gezamenlijk voortbouwen op bestaande initiatieven en programma’s die in het kader van Healthy Ageing reeds lopen. De vruchtbare combinatie van zorg, onderzoek en bedrijfsleven krijgt vorm in de Healthy Ageing Campus.
10 1. Valorisatie en maatschappij
1.2 Valorisatie
stimuleren. De vergaande samenwerking tussen RUG en UMCG in het Valorisatiecentrum is hierbij van groot belang. In dit kader heeft in 2011 het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (CVO) vorm gekregen. Dit centrum bouwt voort op de in gang gezette ontwikkelingen van de afgelopen vier jaar van samenwerking tussen RUG, UMCG en SBGG op gebied van valorisatie. Daarnaast wordt deze samenwerking uitgebreid met de Hanzehogeschool, waarmee gezamenlijk een flinke impuls wordt gegeven aan het stimuleren van ondernemerschap en ondernemend denken en handelen bij studenten en medewerkers van deze organisaties. Het CVO heeft een subsidie van € 5 miljoen voor vier jaar ontvangen, maar ook wordt er 6 jaar lang fors geïnvesteerd door de partners, waartoe ook de Rabobank behoort. De RUG heeft een breed netwerk van samenwerking met regionale, nationale en internationale partijen, waaronder het (inter)nationale bedrijfsleven, de Provincies, het SNN, Akkoord van Groningen, de NOM, Energy Valley, het Healthy Ageing Netwerk Noord Nederland, Ministeries en de Europese Commissie. De screening van de organisatie op economische en maatschappelijke valoriseerbare ideeën en het scouten van partijen die daarin geïnteresseerd zijn is dagelijkse werkelijkheid en blijft een belangrijke activiteit van het CVO.
19 2. Onderwijs
Onderzoek, onderwijs en valorisatie zijn bij de RUG hecht verweven. Deze verwevenheid brengt de RUG in nauw contact met bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Dit leidt tot samenwerkingsverbanden en nieuwe bedrijvigheid, waarbij waardecreatie op basis van de aanwezige hoogwaardige kennis voorop staat. Deze verwaarding van kennis initieert vele nieuwe producten en diensten waarmee de ontwikkeling van de kenniseconomie gestalte krijgt. In 2011 is de regering begonnen met een drastische verandering van haar stimuleringsbeleid op dit gebied. De uitwerking van dit alles leidt in de komende tijd tot grote veranderingen in de geschetste samenwerking tussen universiteit, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Als afgeleide zal dus ook de financiering van onderzoek en ontwikkeling sterk veranderen. De universiteit heeft met de RUG Houdstermaatschappij (RHM), de Transfer & Liaison Groep (TLG) en de Stichting Business Generator Groningen (SBGG) goede organisaties om het cyclisch en open proces van kennisoverdracht en publiek-private samenwerking te
Octrooien De Transfer & Liaison Groep (TLG) begeleidt de indieningsprocedure van octrooien en beheert de gehele RUG-UMCG octrooiportefeuille, inclusief het RUG-UMCG octrooifonds, terwijl voor SBGG het accent vooral op de commercialisatie ligt. Vanuit de dagelijkse praktijk is de behoefte ontstaan het staande octrooibeleid nader in te vullen en aan te scherpen. In het najaar van 2011 heeft dit geresulteerd in aanvullend octrooibeleid. RUG en UMCG hebben hierin bevestigd dat zij, als organisatie, als (mede-) eigenaar/aanvrager zichtbaar wensen te zijn bij alle octrooiaanvragen waarbij RUG-UMCG (mede-)uitvinders, onafhankelijk van de financieringsbron, betrokken zijn. Daarnaast is bevestigd dat een marktconforme prijs wordt gehanteerd voor het overdragen van octrooirechten aan derden. Beide voorwaarden zijn gebaseerd op de landelijke VSNU/NFU-uitgangspunten voor publiekprivate samenwerkingsprojecten. Daarnaast bevat het aanvullende octrooibeleid afspraken over de verdeling van netto octrooiinkomsten in bijzondere gevallen.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
Sustainable Society Aan de twee eerder geformuleerde thema’s is in 2011 een derde toegevoegd, dat uitzicht gaat bieden op maatschappelijke valorisatie van het alfa- en gamma-onderzoek. Eind 2011 is daartoe een RUG-denktank Sustainable Society ingesteld. Belangrijkste uitgangspunten zijn dat het onderzoek vraaggestuurd is en uitgaat van aanwezige onderzoeksterkten. In 2012 komt de denktank met het visiedocument.
6 Voorwoord
25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
12
J A A R V E R S L A G 2 011
In totaal zijn er in 2011 48 projecten uit het screeningsproces naar voren gekomen. In 17 gevallen was er een ingevuld Invention Disclosure-formulier of soortgelijk document. Er zijn 9 octrooiaanvragen ingediend op naam van RUG en/of AZG (zie figuur), en 1 op naam van een bedrijf, maar gebaseerd op RUG-kennis. Er zijn octrooien die zijn gebaseerd op RUG-UMCG-kennis, maar op naam staan van derden. In 2011 heeft TLG met hoogleraren overleg gevoerd en ‘hun’ octrooi-portefeuille doorgenomen, om een completer overzicht te krijgen. Dit heeft in enkele gevallen geleid tot het binnenhalen van tot dan toe niet geïnde royalties of milestones, die vervolgens zijn verdeeld volgens het standaard-verdeelmodel. Het monitoren van licentie- en verkoopcontracten is een taak van TLG die qua belang de komende jaren zal toenemen, zeker nu SGBB in 2011 succesvol is geweest bij het afsluiten van diverse optie- en/of licentieen/of verkoopovereenkomsten. 3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
OVER ZICHT VAN EERSTE INDIENINGEN VAN OCTROOIA ANVR AGEN IN DE PERIODE 1990-2011 16
RUG / AZG
14
AZG
12
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
RUG
10 8 6 4
55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
50 Kerncijfers en kengetallen
0 1991
44 6. Bedrijfsvoering
2
1990
35 5. Personeel en huisvesting
13
J A A R V E R S L A G 2 011
RUG Houdstermaatschappij BV De RUG Houdstermaatschappij BV (RHM) initieert en acquireert bedrijvigheid die ontstaat vanuit de RUG. De RHM brengt kennis, ervaring, ondernemerschap en een veelzijdig regionaal bedrijvennetwerk binnen het bereik van kansrijke jonge bedrijven. In de bijlage zijn de bedrijven per 31 december 2011 opgenomen waarin RUG of UMCG deelneemt. Alle genoemde participaties komen voort uit de RUG of het UMCG of hebben een nauwe relatie met onderdelen van RUG en/of UMCG.
DEELNEMINGEN PER 31 DECEMBER 2011 Deelnemingen
Percentage aandelenkapitaal
Kernactiviteit
Jaar van oprichting
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
RUG Houdstermaatschappij BV ARGO BV IMEnz bioengineering BV Polyganics BV PolyVation BV KNN BV Pro Facto BV The Soil Company BV Biovec BV Science Plus Group BV GnTel BV Angteq BV Promotion Groningen BV Solenne BV Prima KennisPartner BV Nederland Rusland Centrum BV Talent & Career Center BV De Ontwikkelfabriek BV Diataal BV
6,00 35,00 6,91 65,00 20,00 6,00 13,75 5,00 10,00 8,47 15,00 33,33 6,41 15,00 45,00 20,00 25,00 40,00
Advies gezondheidszorg, ouderenzorg Industriële micro-organismen onderzoek Biodegradeerbare devices Polymeerchemisch onderzoek en advies Advies Milieu en economie Bestuurskundig en juridische advies Landbouwgrond carteringen en -advies Gentherapy Cardiovascular diseases IT specials en science software Telecommunicatie diensten Pharmaceutisch en diagnostisch advies en onderzoek Onderzoek en opleiding bewegingswetenschappen Cosmetische productontwikkeling Uitzendbureau voor studenten Begeleiding bilaterale contacten Loopbaanadvies IT toepassingen Taalvaardigheidstoetsen
1998 1998 1999 1999 2000 2000 2001 2003 2003 2004 2005 2005 2005 2006 2007 2007 2009 2011
14
J A A R V E R S L A G 2 011
DEELNEMINGEN PER 31 DECEMBER 2011 (vervolg) Deelnemingen
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Kennis Conversie Fonds BV en Noord Tech Venture CV Organ Assist BV GnTel BV Biorion Technologies BV DNA ART BV Elkoog BV Tispa Medical BV Berrnell Food Holding BV Neurendo BV InGell Technologies BV Nyken BV Target Holding BV Vicinivax Holding BV LanthioPep BV Nano Fiber Matrices BV fondsen en fonds beheer Kennis Conversie Fonds BV Noord Tech Venture CV NTV Beheer BV Square One BV
Percentage aandelenkapitaal
11,30 6,84 13,27 60,00 7,65 20,78 25,35 20,00 8,70 28,35 29,17 16,00 46,23 28,51
100,00 3,27 100,00 33,33
Kernactiviteit
Jaar van oprichting
Ontwikkelen van orgaanondersteunende technieken Telecommunicatie diensten Drug delivery system DNA profielen presentatie Internet monitoring technologie (Heeii.com) Weefsel conservering technologie food artikelen op basis van Teff Neuro endoscopisch device Gel technologie voor drug targeting Therapie tegen boezemfibrillatie Data search- en opslag technologie Baarmoederhalskanker therapie Stabiliseren van Peptiden Fiber matrices voor cel onderzoek en productie
2005 2005 2007 2007 2007 2007 2008 2008 2009 2009 2009 2009 2010 2011
Investeren in kansrijke jonge technologiebedrijven Investeren in kansrijke jonge technologiebedrijven Voeren van beheer over andere bedrijven Studentenstartersfonds
2005 2005 2005 2008
15
J A A R V E R S L A G 2 011
Contractactiviteiten In 2011 is voor € 151,6 mln omgezet aan contractactiviteiten, waarvan € 145,4 mln betrekking heeft op contractonderzoek en € 6,2 mln op contractonderwijs. De jaarlijkse omzet uit contractactiviteiten is in 2011 licht toegenomen. Ten opzichte van 2010 is de totale omvang
aan contractactiviteiten met € 5,2 mln gestegen. Dat is vooral gerealiseerd door het UMCG-O&O (€ 4,9 mln), FWN (€ 2,1 mln) en de faculteiten GMW en FEB met elk ruim een € 1 mln. De omzet van de Faculteit der Letteren en van de centrale begrotingseenheden is met respectievelijk € 3,0 mln en € 2,4 mln afgenomen. De
INKOMSTEN 2011 UIT PROJECTEN CONTR ACTONDERZOEK EN -ONDERWIJS (BEDR AGEN X € 1 MLN) Bedrijven
Stichtingen
Overheid
E.U.
Tweede geldstroom
Contract Overige onderwijs
Totaal
Godgeleerdheid en 3 Inhoud
Godsdienstwetenschap Wijsbegeerte
5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
Rechtsgeleerdheid
0,1
Letteren Economie en Bedrijfskunde
0,5
0,4
0,4
0,1
0,8
0,9
0,3
0,4
0,2
0,3
0,6
0,9
2,8
2,9
0,5
0,7
1,3
0,5
1,1
1,7
0,4
2,0
0,3
0,2
0,1
0,7
0,1
0,4
1,7 0,9
8,1
0,9
1,4
5,8
2,7
1,2
9,1
0,2
0,2
1,5
0,1
1,0
13,1
74,1
Gedrags- en 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen
Maatschappijwetenschappen Universitair Onderwijscentrum
0,6
Ruimtelijke Wetenschappen UMCG - Sector O&O
8,2
11,0
26,0
6,7
7,1
Wiskunde & Natuurwetenschappen
3,0
2,9
6,7
7,6
17,3
3,0
40,5
0,1
0,8
0,1
1,0
0,4
0,8
1,5
0,8
5,8
0,2
0,2
21,8
151,6
Kernfysisch Versneller Instituut Centrale begrotingseenheden
0,1
0,2
2,0
Overige begrotingseenheden 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Bestuurs en Beheersactiviteiten
4,4
0,6
Fondsen en reserveringen 12,4
16,6
42,0
20,1
32,5
6,2
16
J A A R V E R S L A G 2 011
1.3 Omgeving en relaties
OMVANG CONTR ACTONDER ZOEK EN -ONDERWIJS
De RUG staat midden in de maatschappij en is dé universiteit van het Noorden. Hoewel zij internationaal is georiënteerd, is zij tegelijk geworteld in de noordelijke samenleving. Die sterke verankering in de omgeving komt op velerlei manieren tot uitdrukking.
150
100
50
0 2009
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
2010
2011
overige faculteiten en eenheden zijn relatief constant gebleven. De contractactiviteiten van het medische cluster zijn ingaande 2005 bestuurlijk en administratief ondergebracht bij het UMCG-O&O. Ten opzichte van 2010 is er in 2011 opvallend weinig veranderd bij de inkomsten van de verschillende financieringsgroepen. De omzet van projecten gefinancierd door het bedrijfsleven is wederom licht toegenomen, met € 0,2 mln. De omvang van inkomsten op projecten gefinancierd door stichtingen (€ 0,8 mln) en overheid (€ 1,1 mln) zijn gestegen. De inkomsten van de EU zijn na jarenlange toename gestabiliseerd; er is slechts een kleine toename van € 0,3 mln. De inkomsten uit tweedegeldstroomprojecten blijven ook in 2011 licht stijgen, met € 1,7 mln. De inkomsten van contractonderwijs zijn met € 6,2 mln constant gebleven. Daarnaast heeft de RUG al jaren een samenwerkingsverband met Freia/AOG, waar ook een deel van het contractonderwijs is ondergebracht. Dit samenwerkingsverband is bestuurlijk en beheersmatig geformaliseerd via de stichting AOG. De financieringsgroep Overige is in 2011 toegenomen met € 2,8 mln. Deze toename is hoofdzakelijk bij UMCG-O&O gerealiseerd en betreft inkomsten van de verschillende topinstituten zoals Food & Nutrition, TI Pharma, BMM en CTMM.
Akkoord van Groningen Al sinds 2005 vormt het Akkoord van Groningen een structureel samenwerkingsverband tussen de gemeente Groningen en de belangrijkste kennisinstellingen van de stad: RUG, Hanzehogeschool Groningen en UMCG. Het gezamenlijke doel is de positie van Groningen als dé kennis- en innovatiestad van Noord-Nederland te ontwikkelen en te versterken. Speerpunten zijn energy en healthy ageing, maar ook initiatieven voor gezamenlijke (internationale) marketing. In het kader van het Akkoord werd ook de totstandkoming van het Confucius Instituut voor informatie over de Chinese taal en cultuur gefaciliteerd. Het Centrum werd op 27 mei 2011 officieel geopend. Samen met externe partijen investeren de Akkoordpartners ook in huisvesting voor jongeren (onder wie internationale studenten), de ontwikkeling van het Zernike Science Parc, ICT-voorzieningen en de campagne van Groningen als ‘City of Talent’. Alumnirelaties en fondswerving De afgestudeerden en gepromoveerden van de RUG vormen een mondiale gemeenschap van bijna 100.000 alumni. De RUG hecht er zeer aan het contact met al haar relaties te onderhouden. Hier ligt primair een taak voor de afdeling Alumnirelaties en Fondswerving (A&F). Ook benadert A&F belangrijke industriële partners voor advisering bij kennisvalorisatie. Per slot van rekening spelen alumni en relaties als stakeholders een steeds belangrijker rol voor de universiteit in onder meer accreditatie, career support van huidige studenten, imagobuilding en fondswerving. Het jaar 2011 stond in het teken van de alumnikringen. De Gooise Groningers verwelkomden hun 75ste lid en hebben tot het einde van het jaar € 200.000 bijeengebracht. De Amsterdamse Groningers hebben bijna € 100.000 verzameld ten behoeve van astmaonderzoek van prof.dr. Gerard Koppelman. Er is een behoorlijke groep potentiële leden geselecteerd, zodat de wens te groeien tot ca. 150 leden gerechtvaardigd lijkt. De Haagse/Rotterdamse Groningers
17
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
J A A R V E R S L A G 2 011
selecteerden in oktober 2011 hun adoptieproject. Het betreft het onderzoek naar fotosynthese van prof.dr. Maria Antonietta Loi. Zij hebben het voornemen minimaal € 250.000 te vergaren. De Aduarderkring, de alumnikring van Noord-Nederland, is in 2011 bijeengeweest voor haar oprichtingsbijeenkomst. Deze kring zal het onderzoek naar piëzo-elektrische materialen van prof.dr. Beatriz Noheda steunen. Ook heeft men het voornemen een bedrag bijeen te brengen voor het onlangs door de RUG verworven pand van de Hanzesociëteit. In het voorjaar en in de kerstperiode werden belcampagnes onder alumni gehouden ten behoeve van de Junior Scientific Masterclass en MPDI van de Medische Faculteit, en ten behoeve van het Eric Bleumink Fonds. Vooral de laatste campagne overtrof (met tot dusver € 33.500) de verwachtingen. De internationale alumnicoördinator selecteerde en trainde een groep van 50 alumni-ambassadeurs. Zij zijn het aanspreekpunt in hun land en samen met hen worden alumnibijeenkomsten georganiseerd. De eerste bijeenkomsten werden met de ambassadeurs van China in het najaar van 2011 gehouden. De ambitie is de alumni-activiteiten in het buitenland uit te breiden met kringen die vergelijkbaar zijn met de regionale alumnikringen in Nederland. Deze buitenlandse kringen zullen dus ook een fondsenwervingsdoelstelling krijgen. De eerste kring wordt in het voorjaar van 2012 opgericht in Singapore. Kort daarop wordt in Washington/New York een alumnikring gelanceerd. Het aantal alumni die het Ubbo Emmius Fonds (UEF) structureel steunen met (jaarlijkse) donaties, groeit aanzienlijk. Vooral door de alumnikringen (de leden tekenen een vijf jaar lopende notariële akte) kan het Fonds maandelijks stijgende bedragen incasseren. Ook het Eric Bleumink Fonds, dat studenten en onderzoekers uit ontwikkelingslanden ondersteunt, kent een groeiend aantal begunstigers. Het UEF vergaarde in 2011 totaal ruim € 2 mln aan donaties en toezeggingen, ruim 30% meer dan in 2010. De portefeuille aan ingediende aanvragen bij particuliere en vermogensfondsen, en verwachtingen van de alumnikringen, zijn aanzienlijk hoger dan in voorgaande jaren en ligt op ca. € 5 mln. Aanzienlijke giften werden ontvangen van SNS REAAL Fonds, Van der Meer-Boerema Stichting, Gasunie, Stichting Groninger Kerken, Koninklijke Smilde Fonds. De founding members van de Hanze Sociëteit doneerden ieder € 20.000 aan het Ubbo Emmius Fonds, door het omzetten van het grootste deel van hun lening in een gift. De totale bijdrage bedroeg € 1,14 mln.
Wetenschapswinkels De Wetenschapswinkels van de RUG verrichten maatschappijgericht wetenschappelijk onderzoek in opdracht van verschillende (nonprofit) organisaties. Ook bemiddelen de Wetenschapswinkels voor onderzoeks- of onderwijsprojecten binnen hun netwerk op basis van de inhoud van de gestelde vragen. Wetenschapswinkels zijn gevestigd in meerdere Faculteiten, zodat zij deskundig zijn in een breed scala van maatschappelijke kwesties en de mogelijke bijdrage van wetenschappelijk onderzoek aan de oplossing daarvan. Het betreft thema’s op de gebieden bètawetenschappen, talen, cultuur en communicatie, onderwijs, economie en bedrijfskunde, en geneeskunde en volksgezondheid. Verschillende maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen met hun vragen bij de Wetenschapswinkels terecht. Voorbeelden zijn: Centrum voor Internationale Samenwerking, bewonersgroepen, ministeries, asielzoekerscentra, Waddenvereniging, Stichting Down’s Syndroom, Fries Verzetsmuseum, scholen, woongroep voor doven en slechthorenden, milieufederaties en politieke partijen.
19
J A A R V E R S L A G 2 011
2. Onderwijs
2.1 Differentiatie
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
De RUG is een veelzijdige universiteit op bachelor- en masterniveau, met draagvlak in de regio en daarbuiten. Zij biedt een breed palet van uitdagende wetenschappelijke opleidingen aan, waarbij er veel aandacht is voor niveaudifferentiatie. Voor de bachelorfase wordt dit enerzijds gerealiseerd door middel van honourstrajecten, die excellerende studenten de mogelijkheid bieden via verbreding en verdieping verder op de studiestof in te gaan. Anderzijds is er een brede bachelorstructuur (de major-minorindeling), die studenten de gelegenheid geeft eigen keuzen te maken. In de masterfase is voor studenten met ambitie het Master Honoursprogramma. Ook zijn er verschillende topmasteropleidingen en researchmasters, die nauw aansluiten op de Graduate Schools en verzwaarde eisen aan studenten stellen.
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Major-minorstelsel Het major-minorstelsel aan de RUG geeft de meeste studenten 30 ECTS vrije keuzeruimte in de bachelorfase, die met een minorpakket kan worden ingevuld. Deze 30 ECTS staan hoofdzakelijk geroosterd in het eerste semester van het derde jaar. Het major-minorstelsel aan de RUG is volledig geïmplementeerd conform de afspraken met de faculteiten. Overigens participeert de medische faculteit niet in het major-minorsysteem, terwijl de juridische faculteit studenten alleen de mogelijkheid biedt een minor te volgen via een vrij bachelorprogramma. Honours College Het Honours College wil de excellerende studenten de kans geven zich optimaal te ontplooien. Het Bachelor Honoursprogramma betekent dat een student bovenop het reguliere bachelorprogramma van 180 EC in 3 jaar 45 EC extra moet halen. Het Bachelor Honoursprogramma kent verdiepende en verbredende onderdelen, maar ook deel persoonlijke ontwikkeling. Het traject begint in het tweede semester
van de propedeuse en loopt door tot en met het derde jaar. Voor deelname aan het Honours College worden de studenten geselecteerd. In het voorjaar van 2010 is al de eerste lichting van 225 studenten gestart met het Bachelor Honoursprogramma. Gezien de maximale instroom van 250 studenten kan dit als een succesvolle start worden beschouwd. Eerste evaluaties geven aan dat zowel studenten als docenten enthousiast zijn over het programma. Een aandachtspunt is de hoge extra belasting die een deel van de studenten ervaart. In september 2011 ging het Master Honoursprogramma van start, dat net als het Bachelor Honoursprogramma door Sirius als ‘excellent’ is aangemerkt en ondersteund wordt met een subsidie van € 1,15 mln. De Master Honours is een extracurriculair programma van 15 EC met als thema ‘Leadership: making the difference’. Het is zowel bedoeld voor studenten uit de reguliere masters als voor studenten uit de topmasters en onderzoeksmasters. Toelating vindt plaats op basis van selectie. In 2011-2012 zijn ruim 600 studenten toegelaten voor een van beide programma’s van het RUG Honours College.
2.2 Professionaliteit In 2010 is vastgesteld dat de formele kwalificering van docenten onvoldoende op gang gekomen is, waardoor een systematisch zicht op docent- en doceerkwaliteit ontbreekt. Daarom krijgen ervaren en bekwame docenten de mogelijkheid zich voor BKO (Basiskwalificatie Onderwijs) te registreren door middel van een onderwijsportfolio, dat wordt beoordeeld door facultaire registratiecommissies. Op basis daarvan kan een ervaren en bekwame docent de kwalificatie verwerven. Daarnaast kan een traject voor ontwikkeling of uitbreiding van die bekwaamheden bij docenten worden ingezet. Voor de periode 20112015 zijn met faculteiten de volgende streefcijfers overeengekomen: >> in 2013 is 50 % van de docenten BKO-gekwalificeerd >> in 2015 is in principe 80 % van de docenten in het bezit van een BKO.
20
J A A R V E R S L A G 2 011
Minder ervaren RUG-docenten verwerven de kwalificatie via een scholingstraject. Personeelsleden in een tenure track dienen eveneens de BKO te halen. Op basis van hun ervaring en competenties wordt vastgesteld of dit via een portfolio of een cursus gebeurt. In 2010 heeft een VSNU-commissie een audit uitgevoerd over het bestaande BKO-scholingstraject en de BKO-registratie via een portfolio. De uitkomsten waren dusdanig positief, dat beide mogelijkheden om een BKO te verwerven de komende jaren worden ingezet.
3 Inhoud
RUG-Docent van het Jaar Op 3 februari 2011 werd Rob den Otter van het UMCG/Faculteit Medische Wetenschappen gekozen tot RUG-Docent van het Jaar 2010. Het was voor de vierde keer dat deze competitie plaatsvond. Docent van het Jaar 2011 is Laura Batstra van de Faculteit Gedragsen Maatschappijwetenschappen geworden. Dat werd bekend op 3 februari 2012. Met deze prijs wil de RUG het belang onderstrepen dat zij hecht aan de inzet en kwaliteit van docenten voor het onderwijs.
5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
2.3 Rendementen In 2011 was er opnieuw veel aandacht voor de verbetering van de rendementen. De aanleiding ligt enerzijds in de matige prestaties vergeleken met andere universiteiten en de eisen die het Ministerie van OCW stelt. Anderzijds is er de doelstelling van de instelling ervoor te zorgen dat iedere student op de juiste plaats terechtkomt. De doelstelling is als volgt: >> algemeen: sneller de juiste student op de juiste plaats >> verhogen van het aantal behaalde studiepunten in de propedeuse: 75% haalt ten minste 40 EC >> de uitval, vooral in de propedeuse, daalt naar 10% >> de totale studieduur (bachelor plus master) duurt niet langer dan 1 jaar langer dan nominaal >> 70% van de herinschrijvers in de bachelor haalt binnen 4 jaar een diploma. >> kritische beoordeling van de wijze van toetsing binnen de instelling en eventuele aanpassing.
De minister van OCW heeft medio 2008 met de VSNU meerjaren afspraken gemaakt om het studiesucces in en de kwaliteit van het wetenschappelijk onderwijs te vergroten. Hiervoor heeft het ministerie de universiteiten extra financiële middelen beschikbaar gesteld. Voor de jaren 2008, 2009 en 2010 was er in dit kader ruim € 7,6 mln beschikbaar voor de RUG. De middelen zijn aan faculteiten toegewezen in de vorm van trekkingsrechten op basis van de aantallen studenten in het eerste jaar van de bacheloropleidingen. De effecten van de maatregelen zijn in 2011 gemonitord. De Begeleidingscommissie Evaluatie Rendementen heeft in februari 2012 haar eindrapport aan het College van Bestuur aangeboden.
Bindend Studieadvies De RUG heeft in collegejaar 2010-2011 het Bindend Studieadvies ingevoerd. Het BSA is geen geïsoleerde maatregel, maar onderdeel van een pakket gericht op intensivering en kwaliteitsverbetering van de propedeutische fase. Dit is met een breed draagvlak in de universiteit ontwikkeld en ingevoerd. De uitvoering van het BSA en verwante maatregelen is naar tevredenheid verlopen. Eind juli 2011 kregen 4.696 studenten een studieadvies. De effecten van het BSA en aanverwante maatregelen op het studiesucces waren in collegejaar 2010-2011 groot. In 82% van de gevallen was het advies positief. Meer dan de helft van deze groep heeft de propedeuse in 1 jaar afgerond. Het resterende deel heeft gemiddeld 50 EC in het eerste jaar behaald. Verwevenheid en verankering In 2010 hebben de Universitaire Commissie Onderwijs en de Universitaire Commissie Wetenschappen geïnventariseerd op welke manieren het onderwijs en onderzoek aan de RUG zijn verweven. Op basis van goede voorbeelden intern, nationaal en internationaal is er op basis van de aanbevelingen van beide commissies een kader ontwikkeld voor de hele instelling. Er zijn standaarden geformuleerd waaraan opleidingen dienen te voldoen en hoe de verwevenheid tussen onderwijs en onderzoek transparant dient te zijn in een onderzoekslijn in het curriculum. Het kader hiervoor is begin 2011 vastgesteld; de implementatie wordt in de loop van 2012 gerealiseerd. Tevens heeft de UCO geïnventariseerd hoe de relatie tussen onderwijs, maatschappij en beroepenveld versterkt kan worden. Dit resulteerde in de aanbeveling RUG-breed maatschappelijke raden van advies in te stellen. Dit voorstel wordt in 2012 verwezenlijkt.
21
J A A R V E R S L A G 2 011
TABEL 2: EC-RENDEMENT JA AR 1 100,0%
0-9 ECTS
90,0%
10-19 ECTS
80,0% 20-29 ECTS
70,0% 60,0%
30-39 ECTS
50,0%
40-49 ECTS
40,0% 50-59 ECTS
30,0% 20,0%
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
60 ≥ ECTS
10,0% 0,0% 2006
2007
2008
2009
2010
6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek
TABEL 4: BSA: PROPEDEUSERENDEMENT HERINSCHRIJVERS NA 1 EN 2 JA AR 80,0%
P-rendement jaar 1
75,0%
P-rendement jaar 2
70,0%
30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering
P-rendement totaal binnen 2 jaar
65,0% 60,0% 55,0% 50,0%
50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening
45,0% 40,0% 35,0% 30,0%
78 Accountantsverklaring
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
22
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
J A A R V E R S L A G 2 011
Universitair Medisch Centrum Groningen De Raad van Bestuur UMCG heeft het onderwijsprogramma voor het academisch jaar 2011-2012 vastgesteld, rekening houdend met de personele en logistieke consequenties voor het ziekenhuisdeel van het UMCG. Het ziekenhuisdeel verschaft, onder condities, de voor het klinisch onderwijs noodzakelijke faciliteiten, en maakt het mogelijk de opleiding zodanig in te richten, dat deze voldoet aan de eindtermen van het ‘Besluit opleidingseisen arts’ in het kader van de BIG-wetgeving. De totale wp-inzet die het UMCG ten behoeve van het onderwijs aan studenten en coassistenten in 2011 realiseerde bedroeg ruim 151 fte, waarvan circa 21 fte door het ziekenhuisdeel van het UMCG. In 2011 zijn ca. 400 studenten gestart met de klinische stages van de masteropleiding. Hiervan is uit capaciteitsoverwegingen een deel gerealiseerd in perifere ziekenhuizen. Circa 150 studenten volgden de wetenschappelijke stage (20 weken) in het UMCG, terwijl ongeveer 80 studenten er een verpleegstage hadden. Het UMCG handhaafde de geïntegreerde wetenschappelijke opleiding (AIO) en de opleiding tot medisch specialist (AIOS). De geïntegreerde opleiding omvat het zogenaamde AGIKO-model (assistent-geneeskundige in opleiding) tot klinisch wetenschappelijk onderzoeker.
TABEL 5: INSTROOM: A ANTAL EN A ANDEEL EERSTE JA ARSINSTELLING 7000
10,8%
6000
10,6%
10,2% 4000 10,0% 3000 9,8% 2000
9,6%
1000
9,4%
0
9,2% 2006
Ba
10 1. Valorisatie en maatschappij
10,4%
5000
2007 Ma
2008
2009
2010
2010
marktaandeel
2.4 Instroom en relatiebeheer
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
De RUG wil het landelijk marktaandeel behouden en zo mogelijk vergroten. Het voorlichtingsmenu van de instelling is daarop gericht, evenals acties van de individuele faculteiten. Ook zet de RUG veel tijd en middelen in om goede relaties met het VWO te onderhouden en waar nodig de aansluiting tussen VWO en WO te verbeteren. Ook met het hbo zijn er diverse vormen van samenwerking.
Het uiteindelijke doel is ervoor te zorgen dat meer studenten sneller op de voor hen juiste plaats bij de RUG terechtkomen. De missie van de Scholierenacademie is tweeledig: >> zichtbaarheid, overzichtelijkheid en toegankelijkheid voor het vwo garanderen; >> samenhang van interne activiteiten bij de RUG te verbeteren.
Scholierenacademie Het relatiebeheer met het voortgezet onderwijs valt in twee delen uiteen: enerzijds de studievoorlichting plus begeleiding van de studiekeuze, anderzijds de samenwerking met het vwo op inhoudelijk gebied over aansluiting. Studievoorlichting is een taak van de faculteiten en de instelling samen. De inhoudelijke VWOWO-projecten vinden op verschillende niveaus en manieren plaats. Wanneer de zogeheten aansluitprojecten relevant zijn voor de hele instelling, worden ze ondergebracht in de RUG Scholierenacademie.
Omdat betrokkenheid bij een opleiding een bepalende factor voor studiesucces is, zijn de scholieren zo veel mogelijk te gast bij de faculteit om de sfeer te proeven. Daarnaast worden webklassen aangeboden, die tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen worden gevolgd, waardoor het geografische bereik groter is. Ook organiseert de Scholierenacademie activiteiten voor docenten, zoals een themamiddag en het jaarlijkse rectorenberaad. Nieuw in 2011 is het Junior Honours College, een zeer intensieve Summer School in juli. Het Junior Honours College selecteert 25 scholieren die gedurende
23
J A A R V E R S L A G 2 011
vijf dagen een gevarieerd programma volgen van hoog niveau. Deelnemers maken zo kennis met wetenschap en wetenschappers, zowel theoretisch als in de praktijk. Deze Summer School daagt getalenteerde en gemotiveerde scholieren niet alleen uit, maar biedt ze ook een realistisch beeld van het RUG Honours College.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
Basisonderwijs In 2010 kreeg de RUG subsidie om een Orion Wetenschapsknooppunt Noord-Nederland (Sirius en Platform Bèta Techniek) voor basisscholen op te zetten voor de periode 2010-2012. In 2012 stelt het Ministerie van Onderwijs in samenwerking met de KNAW bovendien opnieuw middelen beschikbaar om het knooppunt voort te zetten en uit te breiden. Het Wetenschapsknooppunt is een samenwerkingsverband van RUG en Hanzehogeschool Groningen om leerlingen van basisscholen in Noord-Nederland de kans te geven hun talenten op jonge leeftijd te ontplooien. Ook hier verzorgt de Scholierenacademie een deel van de inhoudelijke activiteiten, samen met het RUG Universiteitsmuseum, de Discoverytruck, het mobiele planetarium van het Kapteyn Instituut en het sciencecentrum De Magneet van de Hanzehogeschool Groningen. Tot slot is er voor scholieren van de basisschool de Kinderuniversiteit, waarbij ongeveer 800 kinderen van een dertigtal verschillende basisscholen in Noord-Nederland jaarlijks een college krijgen bij de RUG.
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Samenwerking met hbo Met de Hanzehogeschool Groningen bestaat er een intensief patroon van samenwerking in het verband van Universiteit en Hogeschool Groningen (UHG). De RUG is voorstander van het binaire systeem in het hoger onderwijs. De samenwerking krijgt meerwaarde vanuit de eigen identiteit van universiteit en hogeschool. Er zijn afspraken over schakelprogramma’s, specifieke samenwerking in sommige disciplines en gezamenlijke faciliteiten. Met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, de Hogeschool Van Hall Larenstein en de Stenden Hogeschool bestaan eveneens nauwe relaties. Promotietrajecten Het ministerie van OCW stelt sinds 2007 middelen ter beschikking gesteld voor promotievouchers ten behoeve van docenten in het hbo. Voor twintig medewerkers van de Hanzehogeschool faciliteert de RUG de promotievoortgang door financiële compensatie te verlenen
voor een derde werkdag aan de promovendus, naast de twee die de Hanzehogeschool ter beschikking stelt. Daarnaast ontvangt de Graduate School van de RUG waaraan de promovendus is verbonden een begeleidingsvergoeding. In 2012 vindt een evaluatie plaats van de opzet van de promotieovereenkomst. Met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (10 promotietrajecten), Stenden (8) en Windesheim (16) zijn vergelijkbare overeenkomsten afgesloten. Deze hogescholen hebben echter in 2011 nog geen gebruik gemaakt van de overeenkomst.
Academische pabo Op 1 september 2010 ging de academische pabo van start, een studie ‘leraar basisonderwijs’ die studenten in vier jaar opleidt voor zowel het normale pabodiploma als een universitair bachelordiploma Pedagogische Wetenschappen. Aan de nieuwe opleiding nemen de RUG, de Hanzehogeschool Groningen, NHL Hogeschool en de Groningse locatie van Stenden Hogeschool deel. In 2010 begonnen 55 studenten aan deze opleiding, in 2011 waren dat 84.
2.5 Kwaliteitszorg In 2011 is het bestaande centrale systeem van kwaliteitszorg uitgebreid met interne audits die de facultaire kwaliteitszorgsystematiek onderzoeken. Jaarlijks wordt een gedeelte van de faculteiten door een auditcommissie bezocht. In 2011 zijn als pilot alle faculteiten door een interne commissie bezocht. De ervaringen met deze eerste ronde interne audits is positief. Niet alleen door de feedback van de auditcommissies, maar ook door de toegenomen kennistransfer die hierdoor tussen faculteiten is ontstaan. De uitkomsten van de audits zijn begin 2012 door het College van Bestuur met de faculteiten besproken. Behalve het optimaliseren van het instellingskader heeft de RUG haar centrale onderwijsbeleid geanalyseerd en waar nodig aangepast in voorbereiding op het nieuwe accreditatiestelsel. Via Quamatrix, het digitale procesmanagement en databasesysteem voor de kwaliteitszorg, wordt de gewenste, uniforme, jaarlijkse rapportage van alle faculteiten over onderwijskwaliteit en -kwaliteitszorg gerealiseerd. Dat vormt het informatie- en sturingsinstrument bij de ontwikkeling van centraal en facultair onderwijsbeleid.
25
J A A R V E R S L A G 2 011
3. Onderzoek
De RUG heeft de ambitie zich mondiaal te positioneren als een onderzoeksuniversiteit die in de top 100 staat. Daarom moet het aantal promoties op termijn kwantitatief stijgen naar 500 (in 2011 zijn het er 399). De Graduate Schools vormen daarvoor een belangrijk instrument. Het aantal promoties moet ook bevorderd worden door een grotere internationale instroom van zowel master- als promotiestudenten.
3 Inhoud
Update Strategisch Plan Het Strategisch Plan 2010-2015 van de RUG formuleert de volgende ambities op het gebied van onderzoek en onderzoeksbeleid:
5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
Kwaliteit van de onderzoeker centraal Excellente onderzoekers bepalen het succes van de universiteit als research-instelling.
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting
Tenure track leidt tot kwaliteit Het selecteren, behouden en belonen van talent is een belangrijk aspect van het HR-beleid. Het creëren van een goede onderzoekomgeving met uitstekende voorzieningen is daarmee direct verbonden. De RUG wil ruimte bieden voor jong talent uit binnen- en buitenland, mannen zowel als vrouwen. In het tenure track-systeem worden afspraken over de loopbaan gemaakt met uitzicht op bevordering als en voor zover de wetenschapper voldoet aan de hoge criteria.
44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Aandacht voor promovendi De University of Groningen Graduate School overkoepelt de facultaire Graduate Schools. De gezamenlijke initiatieven bij werving, scholing en begeleiding hebben tot doel de zichtbaarheid en de kwaliteit van de Graduate Schools te vergroten en het aantal promoties te verhogen. Centraal in de Graduate School staat de opleiding en begeleiding van PhD’s.
Meer postdocs Het aantal nieuwe postdocplaatsen moet stijgen met 20% naar 500 fte in 2015. Extra financieringsbronnen De competitie om de geldstromen neemt toe. Behalve uit de eerste geldstroom moeten er fondsen geworven worden bij NWO, het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Europese Unie. Dat betekent onder meer dat de universiteit de onderzoekers moet trainen, begeleiden en voorbereiden op de procedures en gesprekken bij aanvragen, tenders, voorstellen en dergelijke. De huidige voorzieningen (Ruggesteun, Transfer en Liaison, Talent Development Program) worden verstevigd en zo mogelijk uitgebreid. Nieuwe ontwikkelingen Voor het onderzoek zijn vooral twee landelijke ontwikkelingen en één Europese van belang: 1. het rapport van de commissie Veerman, ‘Differentiëren in drievoud’, dat vooral vraagt om duidelijker profilering van onderwijs en onderzoek; 2. de concentratie van onderzoeksgeld door het ministerie van EL&I op de tien Topsectoren, dat grote gevolgen heeft voor de inzet van middelen door NWO; 3. de budgetverruiming voor het Europese Kaderprogramma van 50 (KP7) naar 80 miljard euro in Horizon 2020, waarvan bijna 25 miljard voor Toponderzoek (ERC, toename van 77%) en ca. 32 miljard voor de zes zogenoemde Societal Challenges. Deze ontwikkelingen vormden in het verslagjaar aanleiding voor een midtermreview, die leidde tot actualisatie van de strategie. Een belangrijke aanscherping van het onderzoeksbeleid betreft de versterking van het maatschappelijk profiel via investering in drie maatschappelijke thema’s: healthy ageing, energy en sustainable society (zie ook 1.1).
26
J A A R V E R S L A G 2 011
3.1 Individuele kwaliteit De RUG investeerde in 2011 in individueel onderzoekstalent door middel van scholarships voor researchmasterstudenten (Praediniusbeurzen), scholarships voor vrouwelijke toponderzoekers (Rosalind Franklin Fellowships) en Honorary Scholarships voor externe Vernieuwingsimpuls-aanvragers en voor alle European Research Council-aanvragers. De RUG heeft in 2011 16 nieuwe Rosalind Franklin Fellows aangetrokken. Daarnaast scoorde zij goed bij prijzen voor individuele topkwaliteit, van jong talent tot senior toponderzoekers, van Rubicon tot ERC Advanced Grants (zie bijlage 1). Toch heeft de RUG meer toponderzoekers nodig. Daarom heeft zij de ambitie het aantal Veni’s, Spinozapremies en veelgeciteerde onderzoekers te verhogen. 3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek
NWO In het persoonsgebonden Rubiconprogramma, gericht op jonge veelbelovende gepromoveerden, haalden RUG-onderzoekers in 2011 zes subsidies binnen (7,1%). In het persoonsgebonden Vernieuwingsimpulsprogramma, gericht op talentvolle en creatieve onderzoekers, behaalde de RUG in 2010-2011 haar streefcijfer van 10% van het totaal aantal aan universiteiten en UMC’s toegekende Vidi- en Vici-subsidies (respectievelijk 12% en 9,7%). Voor de Veni lag de score echter ruim onder de 10% (5,6%). Omdat het aandeel van de RUG in de Veni-, Vidi- en Vici-subsidies hoger moet, is er een beleid ingesteld, zoals het opzetten en uitbreiden van presentatietrainingen en schrijfworkshops.
30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
EU De European Research Council kende in 2011 in totaal 42 Starting Grants aan Nederlandse universiteiten toe, waarvan er maar liefst negen naar Groningse onderzoekers gingen. Daarmee zat de RUG bij de best scorende Nederlandse universiteiten met 21,4%. In 2011 werden drie ERC Advanced Grants toegekend aan RUGonderzoekers op een totaal van 18 toegekende subsidies aan Nederlandse universiteiten. Met een score van 16,7% behaalde de RUG een resultaat ruim boven haar streefcijfer van 10%. De presentatietrainingen en schrijfworkshops ten behoeve van de Vernieuwingsimpuls zijn uitgebreid voor aanvragers van ERCsubsidies.
Endowed Chairs In 2009 werd het Endowed Chairs-programma gestart, bedoeld om toponderzoekers naar Groningen te halen. Inmiddels zijn 8 Endowed Chair-posities ingevuld. De onderzoekers dienen het onderzoek binnen de faculteit te versterken, maar ook nationaal en internationaal te positioneren. Daartoe ontvangen ze voor een periode van vijf jaar een Endowed Chair. Samen met een bijbehorend exploitatiebudget stelt ze dat in staat hun succesvolle onderzoekslijn voort te zetten bij de RUG.
3.2 Strategische groepen en instituten De RUG is een research-universiteit in de Europese top van het wetenschappelijk onderzoek. Onderzoekers binnen vele wetenschapsgebieden verrichten grensverleggend werk. De kwaliteit blijkt ook uit de resultaten van externe beoordelingen, erkenningen en toekenning van subsidies. Van de 151 volgens het SEP (Standaard Evaluatie Protocol) beoordeelde RUG-programma’s hebben er 106 (70%) een gemiddelde score van ten minste 4 (zeer goed) gehaald in de externe beoordeling van het onderzoek. Daarvan hebben 12 groepen de hoogste score, namelijk vier maal 5 (excellent). Toponderzoek en samenwerking Groningen is trots op zijn toponderzoekschool ZIAM (Zernike Institute for Advanced Materials). Groningse onderzoekers zijn ook actief in twee van de landelijke toponderzoekscholen, namelijk NOVA (sterrenkunde) en NRSC-Catalysis. In 2010 heeft een internationale commissie ZIAM en NOVA als ‘exemplary’ (de hoogst mogelijke score) beoordeeld. In 2011 heeft de Minister besloten de financiering van ZIAM en NOVA als toponderzoekscholen op hetzelfde niveau voort te zetten voor de periode na 2013. Daarnaast zijn Groningse groepen ook in 2011 weer succesvol gebleken in de topinstituten, zoals het TI Pharma en het Topinstituut Food and Nutrition en diverse andere landelijke consortia zoals het Center for Translational Molecular Medicine (CTMM) en het BioMedical Materials-program (BMM). In het kader van het Innovative Medical Devices Initiative NL (IMDI.nl) is invulling gegeven aan de twee Centres of Research Excellence (CoREs) met een grote UMCG-inbreng, te weten CMI-NEN (Centre for Medical
27
J A A R V E R S L A G 2 011
Imaging) en SPRINT (Smart Mobility Devices with Improved Patient Prosthesis Interaction). Tevens heeft de Europese Unie een subsidie van € 6 mln beschikbaar gesteld voor een grootschalig internationaal onderzoek naar ticstoornissen (projectleider dr. P.J. Hoekstra).
3.3. Kwaliteitszorg
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
Het onderzoek van de RUG staat internationaal hoog aangeschreven. Daarom is het van vitaal belang de kwaliteit daarvan – alsmede de variatie daarin – te identificeren en aan te tonen waar zich de sterke en minder sterke punten in het Groningse onderzoek bevinden. Bovendien streeft de RUG naar verbetering van onderzoek management en leiderschap. Daarbij legt zij met publieke rapportages conform het landelijke Standaard Evaluatie Protocol (SEP) rekenschap af aan overheid en maatschappij. Het onderzoek wordt eens in de zes jaar beoordeeld door een externe commissie (PRC). Daarnaast vinden tussentijds interne zelfevaluaties plaats die de basis vormen voor de zogenoemde midterm-reviews van het onderzoek.
6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs
Interne onderzoeksbeoordelingen In het verslagjaar zijn de midtermreviewrapportages ontvangen van de GMW-instituten Nieuwenhuis en GCS, alsmede van het onderzoek van het URSI (Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen) en SOM (Faculteit Economie en Bedrijfskunde).
25 3. Onderzoek
Externe onderzoeksbeoordelingen 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Rechtsgeleerdheid De Faculteit Rechtsgeleerdheid heeft in 2011 een Commissie Herijking Onderzoek ingesteld. Het rapport van genoemde commissie is eind 2011 ontvangen. Op grond daarvan wordt in 2012 een aangepaste midtermreview uitgevoerd met een voorstel ter implementatie van een nieuwe onderzoekorganisatie. Letteren In 2010 zijn lokale externe visitaties uitgevoerd van de drie onderzoeksinstituten van Faculteit Letteren: ICOG, CLCG en GIA. Alle rapporten zijn inmiddels aanvaard en de bestuurlijke reacties worden in 2012 gezamenlijk vastgesteld.
UMCG De Faculteit heeft de vier PRC-rapporten van de UMCG-instituten GUIDE (inclusief het FWN-instituut GRIP), BCN-Brain, het Kolff Instituut en SHARE in 2011 gebundeld. Alle vier tonen een opwaartse lijn sinds de vorige visitaties en gemiddeld hebben ze een score van 4,3 (op een schaal van 1-5) behaald. De PRC’s prijzen vooral de multidisciplinaire teamgeest, de uitstekende faciliteiten, de PhDopleiding en de keuze voor Healthy Ageing als focusgebied. Naar aanleiding van de beoordelingen is een herordening van het onderzoek in gang gezet. Daarnaast is geconcludeerd dat de volgende zaken onder meer stimulering verdienen: >> ‘healthy ageing’, hetgeen heeft geleid tot de oprichting van het European Research Institute for the Biology of Ageing (ERIBA) >> de scouting van getalenteerde postdocs >> verbetering van de carrièrebegeleiding van jonge vaste staf >> het verwerven van EU-fondsen, onder meer via het valorisatiecentrum en facultaire EU-taskforces en -coördinatoren >> vergroten van de output in basaal onderzoek, vooral op het gebied van ‘healthy ageing’, onder meer via ERIBA en het recent door NWO gehonoreerde Center for Systems Biology. Wiskunde en Natuurwetenschappen In 2010 en 2011 zijn ook alle overige FWN-instituten (naast GRIP dat samen met UMCG/GUIDE beoordeeld is) en het KVI beoordeeld door landelijke PRC’s: >> ZIAM (Physics, Chemistry) >> KVI (Physics) >> ESRIG (Energy and Sustainability Research Institute Groningen), opgericht in 2010 door samenvoeging van het Instituut Voor Energie & Milieu (IVEM) en het Centrum voor Isotopen Onderzoek (Physics) >> Kapteyn Instituut (Astronomy, Toponderzoekschool NOVA) >> Stratingh Instituut (Chemistry), >> ITM (Instituut voor Technologie en Management), in 2009 afgesplitst van Stratingh en gericht op toegepast (bedrijfskundig) onderzoek (Chemistry) >> GBB (Chemistry, Biology) >> CEES (Biology) >> CBN (Biology)
28
J A A R V E R S L A G 2 011
>> Johan Bernoulli Instituut (JBI), voorheen Instituut voor Wiskunde & Informatica (3 visitaties: Mathematics, Computer Science, Applied Mathematics) >> ALICE (Artificial Intelligence and Cognitive Engineering (Computer Science) De PRC-rapporten voor Physics en Biology verschijnen in 2012. Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Wijsbegeerte, Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap In 2011 zijn landelijke, externe onderzoeksvisitaties uitgevoerd bij het Heymans Instituut (Psychology) en het CRS (Theology & Religious Studies). Daarnaast is een lokale externe beoordeling voorbereid van het onderzoek van het GRIPh (Philosophy). Alle PRC-rapporten worden in 2012 verwacht. 3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
3.4 Graduate Schools De RUG kent negen facultaire Graduate Schools, aan het hoofd waarvan de Dean of Graduate Schools staat. De voornaamste ambitie van de Groningen Graduate Schools is een betere kwaliteit van de opleiding van promovendi en een vergroting van het aantal promoties door een betere begeleiding. Resultaten In 2011 zijn hiervoor de volgende inspanningen verricht en resultaten bereikt: >> Er is gestart met de ontwikkeling van een beter registratie- en volgsysteem voor promovendi (Hora Finita II). >> Er is een enquête uitgevoerd,waaruit onder meer blijkt dat promovendi over het algemeen zeer tevreden zijn >> Er is een projectmanagementcursus gerealiseerd voor de promovendi in de alfa- en gammafaculteiten. >> De werving in China, Zuid-, Midden-, en Noord-Amerika en participatie in Erasmus-Mundus projecten op master- en PhDniveau is actiever geworden. >> De Graduate School of Science heeft een subsidie voor het NWO Graduate Programme binnengehaald. In dit programma is ook de Graduate School of Behavioural and Social Sciences succesvol geweest, middels participatie in een landelijke aanvraag. >> In 2011 zijn er 399 promoties succesvol afgerond, een stijging met 15 ten opzichte van 2010 (384 promoties).
30
J A A R V E R S L A G 2 011
4. Internationalisering
4.1 Doelstelling
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
In het strategisch plan (2010-2015) staan de hoge ambities van de RUG op het terrein van de internationalisering helder verwoord met concrete parameters, zoals: 5000 buitenlandse studenten in 2015, 20% internationale wetenschappelijke staf en 50% van de RUGstudenten doet een deel van de opleiding in het buitenland. Ook zal de internationale samenwerking versterkt worden met een selectief aantal strategische partners. Bovendien verscheen in oktober 2011 de nieuwe internationaliserings notitie van de RUG ‘The Road Ahead’. Hierin worden de internationale ambities aangescherpt, in de context van toenemende concurrentie en mondialisering. Daarom wil de RUG alle masteropleidingen in het Engels gaan aanbieden (tenzij civiel effect), meer internationale double/joint degree-programma’s instellen, evenals meer brede Engelstalige bacheloropleidingen en meer korte cursussen. De prioriteiten liggen bij internationale marketing, uitwisseling van studenten en staf, en strategische internationale samenwerking. Uit de update van het strategisch plan in 2011 blijkt dat de RUG bezig is haar internationale ambities te realiseren.
4.2 Mobiliteit
35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Instroom Het totaal aantal internationale studenten aan de RUG in oktober 2011 was 3.448 (exclusief PhD-studenten). Dit is een groei van 545 ten opzichte van 2010. Hiermee is 14% van de totale studentenpopulatie internationaal (inclusief uitwisselingsstudenten). Van de internationale studenten studeren 2.750 voor een bachelor- of masterdiploma, terwijl er 698 als uitwisselingstudent bij de RUG zijn. In oktober 2011 stroomden 1.127 nieuwe internationale studenten in: een groei van 197 opzichte van 2010. De internationale instroom in de masteropleidingen blijft vrijwel stabiel, de internationale instroom in de bacheloropleidingen stijgt.
Het aantal inkomende studenten uit de EU is groot (74%), met een sterke instroom uit Duitsland (53%). Van de nieuwe internationale instroom is 26% Duits. De meeste nieuwe internationale studenten in 2011 studeren bij de faculteiten Economie en Bedrijfskunde, GMW en Letteren, vooral in de Engelstalige bacheloropleidingen. GMW heeft in verhouding het grootste aantal internationale studenten, namelijk 22% (waarvan 19% uit Duitsland). De instroom vanuit China bleef – tegen de internationale trend in – op peil, mede dankzij de toegenomen zichtbaarheid van de RUG. Dat komt onder meer door eigen centra bij Fudan en Tsinghua University, de actieve benadering van de Chinese markt vanuit Groningen en de inzet van een eigen contactpersoon in China. Een groei in de internationale instroom deed zich vooral voor bij het Verenigd Koninkrijk, Bulgarije, Roemenië en Latijns-Amerika. Uitstroom Hoewel het aantal RUG-studenten dat een deel van de studie aan een universiteit in het buitenland volgt stijgt (in 2011: 879), is het doel van 50% nog niet bereikt. Via het Erasmus/LLP-programma gingen 464 studenten met een beurs voor studie naar het buitenland en 19 voor stage. Via het eigen beurzenprogramma Marco Polo van de RUG gingen 415 studenten naar het buitenland: 105 voor stage, 44 voor onderzoek, en 266 voor studie. Ten opzichte van 2010 (826) is dit opnieuw een stijging van 6% van de uitstroom. RUG kreeg in 2011 van het Nationaal Agentschap Leven Lang Leren van alle Hoger Onderwijsinstellingen in Nederland het op een na hoogste budget voor uitgaande studentenmobiliteit in het kader van Erasmus (na Maastricht). De docentenmobiliteit blijft echter achter. Onderwijsaanbod In 2011 heeft de RUG 85 Engelstalige masterprogramma’s, waarvan 8 Erasmus Mundus-programma’s. De groei is conform de ambities. Het aantal Engelstalige bachelorprogramma’s in 2011 is 9, verspreid over 5 verschillende faculteiten. De RUG is nog steeds de enige brede
31
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek
J A A R V E R S L A G 2 011
universiteit in Nederland die zowel het Diploma Supplement als het ECTS-label heeft ontvangen van de Europese Commissie. In november 2011 organiseerde het Bureau Internationale Samenwerking een Coimbra-cursus Diploma Supplement, die veel belangstelling trok met 32 deelnemers van 17 verschillende universiteiten.
NFP (15), STUNED voor Indonesië (25), US loans programma (13), de beurzen via Erasmus Mundus, en het Ubbo Emmius beurzenprogramma van de RUG (1). Daarnaast geven de meeste faculteiten eigen deelbeurzen (Talent Grants Programma).
Erasmus Mundus In 2011 werden twee mobiliteitsprojecten van Erasmus Mundus gehonoreerd. Actie 1 ‘Euroculture, Europe in a wider world’ werd opnieuw voor 5 jaar goedgekeurd. Het eerste joint doctorate-project ‘Idealab’ werd gehonoreerd. Het richt zich op de opleiding van promovendi op het terrein van klinische linguïstiek. Verder neemt de RUG deel in 8 Erasmus Mundus-masters, waarvan 3 door de RUG worden gecoördineerd. In actie 2 neemt de RUG deel aan de volgende projecten: Westelijke Balkanlanden (JoinEUSEE III, penvoerder: Graz), Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië (EMERGE, penvoerder: Iasi), Asia regional (LOTUS II, Gent coördineert), Argentinië/Natural Sciences (Eurotango II, coördinatie door UP Valencia), Argentinië/Humanities & Social Sciences (Europlata, de RUG is penvoerder). Vanuit deze Erasmus Mundus-projecten en samenwerking in Coimbraverband ontstaat nieuwe mobiliteit met instellingen in Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland en met Servië, Bosnië & Herzegovina, Macedonië, Montenegro, Kosovo en Albanië. In het kader van de Erasmus Mundus actie 2 zijn er sinds 2008 134 kandidaten met een mobiliteitsbeurs naar de RUG gekomen. Het gaat om bachelors, masters, PhD’s, postdocs en stafbezoeken.
4.3 Strategische samenwerking
30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Faciliteiten en dienstverlening De RUG scoort op veel punten (consistent) goed in de Internationale Studenten Barometer: onderwijs, docenten, international offices, welcoming ceremony, veiligheid, en aanbeveling bij medestudenten. In de laatste enquête van 2011 scoorde de RUG zelfs een eerste positie van alle Nederlandse universiteiten op: ‘learning overall’, dienstverlening aan internationale studenten, ‘formal welcome’, en de mogelijkheden om staf te ontmoeten. Beurzen en fondsen De belangrijkste beurzen in 2011 voor inkomende internationale studenten waren: Huygens (12), Netherlands Fellowship Programma/
In het U4-netwerk met Göttingen, Gent en Uppsala staat de opleiding van PhD- en masterstudenten centraal. Hierin worden steeds meer gezamenlijke activiteiten ontplooid. In Duitsland is, ook in het kader van het Akkoord van Groningen, de samenwerking met Oldenburg, Bremen en Hamburg geïntensiveerd. De goedkeuring van de plannen voor een European Medical School in Oldenburg zijn daarbij een belangrijke volgende stap in de samenwerking. Maar ook de Coimbragroep blijft een cruciaal netwerk waaruit veel samenwerking ontstaat. In Rusland werden nieuwe overeenkomsten getekend met St. Petersburg State University en Moscow State University, terwijl contacten werden gelegd met de Higher School of Economics (HSE). Ook werd een belangrijke overeenkomst getekend met de Skolkovo Foundation. Dat betekent dat de RUG een belangrijke rol kan gaan spelen in de ontwikkeling van een onderzoeksinstituut nabij Moskou, waarin internationale en Russische toponderzoekers zullen samenwerken. Ook in Azië is de samenwerking versterkt en uitgebreid, waaronder het Dutch Studies Centre met Fudan. Dit innovatieve concept van internationale samenwerking werd bovendien in 2011 uitgebreid met een European Studies Centre met Tsinghua University. In 2011 vonden ook de eerste activiteiten plaats van het Groningen Confucius Instituut, dat de culturele en economische contacten tussen China en Noord Nederland wil bevorderen. Verder zijn in Korea en Thailand nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan, terwijl in Indonesië, Taiwan en Japan bestaande contacten (onder meer met Osaka) zijn voortgezet of geïntensiveerd. In Latijns-Amerika richt de RUG zich op Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia en Mexico wat institutionele samenwerking en actieve werving van studenten betreft. Erasmus Mundus Actie 2-programma’s (EMA2) spelen hierbij een belangrijke rol, maar ook samenwerking met lokale tweede- en derdegeldstroomorganisaties. Europese successen zijn in 2011 behaald met het binnenhalen van het door
32
J A A R V E R S L A G 2 011
de RUG gecoördineerde EMA2-project Europlata en hernieuwde deelname in Eurotango. Beide projecten richten zich op samenwerking met Argentinië. Daarnaast is succes behaald met een FP7-aanvraag: het Marie Curie-IRSES project EULAMDIMA voor samenwerking in onderzoek dat samenhangt met diabetes is toegewezen aan een Europees/Latijns-Amerikaans netwerk met de partners RuprechtKarls-Universität Heidelberg (Duitsland), Universidad Nacional Autónoma de México (Mexico) en de Universidad Andrés Bello (Chili). In Noord-Amerika ging in 2011 de strategische samenwerking met de University of British Columbia in Vancouver (Canada) en de University of Maryland (VS) van start.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Arabische landen Op 1 oktober 2011 studeerden 98 Saoedi-Arabische studenten succesvol in Groningen, 77 in de medische bacheloropleiding en 21 in het voorbereidende jaar. Ruim een derde is vrouw (36). Uit dezelfde regio studeerden nog 32 andere bachelor- en masterstudenten aan de RUG. De Minister van Hoger Onderwijs van Saoedi-Arabië bezocht de RUG tweemaal, onder meer als keynote speaker bij de Presidents’ Meeting van de Arab Europe University Association (AEUA). Deze conferentie bracht ongeveer 100 leiders van universiteiten, ministeries en bedrijfsleven uit 21 verschillende Europese en Arabische landen bijeen in Groningen. De RUG sloot twee grote meerjarige contracten af met Saoedi-Arabische universiteiten, de King Faisal University en de King Khalid University: curriculum- en stafontwikkeling op het gebied van medische wetenschap en computer science. Verder nam de RUG het initiatief tot de oprichting van het Holland Arab Education Consortium (HAEC), bestaande uit de universiteiten Groningen, Leiden, Maastricht, Twente en Wageningen. HAEC presenteerde zich gezamenlijk op de International Exhibition and Conference for Higher Educaton (IECHE) in Riaad. In oktober werd in Saoedi-Arabië de eerste onderwijsattaché aangesteld, gefinancierd door de universiteiten van Maastricht en Groningen en het Ministerie van OCW. HAEC trok internationaal de aandacht en presenteerde zich tevens in Koeweit, Jordanië, Egypte en Oman. Institutionele samenwerking met universiteiten en ministeries van Hoger Onderwijs in die landen kwam op gang om bachelor-, master- en PhD-studenten met een lokale beurs aan de RUG op te leiden, dan wel om gezamenlijke projecten op te zetten.
Ontwikkelingssamenwerking De RUG nam in 2011 opnieuw deel aan projecten die het Ministerie van Buitenlandse Zaken financiert: The Netherlands Programme for the Institutional Strenghtening of Post-Secondary Education and Training Capacity (NPT) en Netherlands Initiative for Capacity development in Higher Education (NICHE). De RUG was in 2011 penvoerder van 5 NPT-projecten, in Mozambique, Oeganda, Zuid-Afrika en Vietnam, maar ook van 3 NICHE-projecten in Tanzania en Zambia. Verder is de RUG consortiumpartner via zowel het NPT, als het NICHEprogramma in 7 projecten in Mozambique, Tanzania en Indonesië. De thema’s zijn e-learning, good governance, farmacie, ICT, health en overheidsdecentralisatie. Behalve deze projectmatige activiteiten is langdurig bestaande samenwerking met instellingen in Afrika en Azië gecontinueerd.
33
J A A R V E R S L A G 2 011
Internationale positie RUG
Mondiaal Europees
QS World University Ranking Academic Ranking of World Universities THE World University Rankings Leiden Ranking Essential Science Indicators Citation Impact Webometrics Taiwan Performance Ranking of Scientific Papers Best Places to Work (The Scientist)
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Strategische partners >> Europa: Uppsala University (Zweden); Universiteit Gent (België); Georg-August Universität Göttingen (Duitsland) >> Azië: Universitas Gadjah Mada, University of Indonesia, Bandung Institute of Technology (Indonesië); University of Beijing, Tsinghua University, Fudan University (China); Osaka University (Japan) >> Amerika: University of California Los Angeles, University of Pennsylvania (VS), National Autonomous University (Mexico); University of São Paulo (Brazilië)
115 46 103 36 134 50 100 39 56 15 152 36 90 28 5
35
J A A R V E R S L A G 2 011
5. Personeel en huisvesting
5.1 Personeelsbeleid
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Strategische HR-agenda Het HR-beleid wil actief en doelgericht bijdragen aan de verwezenlijking van de ambities van het strategisch plan ‘Passion en Performance’. Daarom zijn de HR-speerpunten geformuleerd in het document ‘Passion, People & Performance’, dat de agenda voor de komende vijf jaren bevat. In 2011 is voor de eerste keer de jaarlijkse strategische personeelsenquête (JSPE) gehouden, om de betrokkenheid van de medewerkers bij de strategische doelstellingen te meten. De resultaten gelden als nulmeting. Het afgelopen jaar zijn diverse plannen uitgewerkt: >> Leiderschapsontwikkeling. Het programma leiderschaps ontwikkeling heeft als doel alle leidinggevenden en bestuurders te inspireren en toe te rusten. In 2011 is geïnventariseerd wat de bestaande initiatieven en de wensen zijn, waarna een projectplan is gemaakt. Ook is het initiatief genomen om bestuurders binnen het Europese netwerk U4 (Groningen, Göttingen, Gent en Uppsala) een leiderschapsprogramma aan te bieden. >> Performance management. Performance management verwijst naar een reeks activiteiten om de prestaties van een medewerker, groep of afdeling te verbeteren en daarmee de effectiviteit van de RUG als organisatie. De uitvoering van een notitie om tot een nieuwe geïntegreerde opzet van Resultaat & Ontwikkelingsgesprekken is ter hand genomen. Het doel is dat deze gesprekken een bredere betekenis krijgen voor het evalueren en ontwikkelen van medewerkers en hen te stimuleren tot betere prestaties. Tegelijkertijd zorgen ze ervoor dat er een goede afstemming is tussen individuele doelen en het doel van de organisatie als geheel.
>> Talentontwikkeling WP. De talentontwikkeling van het wetenschappelijk personeel gericht op de eisen van externe partners en financiers van onderzoek is in handen gelegd van een nieuwe functionaris: de Dean Talent Development. Deze Dean gaat de kennis en initiatieven bundelen om talent te scouten, grants binnen te halen en samenwerking te initiëren. >> Talentontwikkeling OBP: employability. Uitgangspunt van het project is dat medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor hun loopbaanontwikkeling. De verwachting is dat medewerkers breder en duurzaam inzetbaar worden, zowel voor de interne als de externe arbeidsmarkt. In 2012 worden de plannen uitgevoerd, bijvoorbeeld digitale loopbaanscans, een loopbaan-APK en een conferentie voor leidinggevenden. >> Work-life balance. De ervaren werkdruk is als aandachtspunt naar voren gekomen bij recente personeelsenquêtes. In 2011 is bij de Faculteit der Letteren een pilot werkdrukonderzoek uitgevoerd bij het wetenschappelijk personeel van drie opleidingen. >> Nieuwe HR organisatie. In 2011 is besloten tot een nieuwe HRorganisatie en de bijpassende bemensing. Met de komst van een nieuwe HR-directeur is deze afdeling in september begonnen met de implementatie. De gewenste effecten van de reorganisatie zijn: één werkgeverschap bij de toepassing van arbeidsvoorwaarden en regelingen, vermindering van de kwetsbaarheid door het vormen van een centrale afdeling voor HR-processen en -services, verbeteren van de interne kennisdeling en samenwerking, het verbeteren van het serviceniveau en het vereenvoudigen en automatiseren van administratieve processen, zodat HR het werk met lagere bezetting kan uitvoeren.
36
J A A R V E R S L A G 2 011
Personeelsbestand Aan het eind van 2011 bedroeg de personeelsbezetting 5131 fte. Ten opzichte van vorig jaar is de bezetting ongeveer met 1% (36 fte) gestegen. Deze stijging is al enige jaren een trend en is voornamelijk toe te schrijven aan de toename van het aantal fte’s wetenschappelijk personeel in tijdelijke dienst. Het personeelsbestand in vaste dienst nam licht af ten opzichte van eind 2010. Ruim een derde (39%) van de fte’s betreft een dienstverband van tijdelijke aard, dit relatieve aandeel is vergelijkbaar met het voorgaande jaar. De salarislasten in 2011 bedroegen € 318,9 mln (inclusief UMCG O&O).
>> Diversiteit: meer vrouwen in hogere functies. In het eerste kwartaal van 2011 is de doelstelling 17% vrouwelijke hoogleraren gehaald. Dit is mede het gevolg van de benoeming van 12 vrouwelijke universitaire hoofddocenten tot hoogleraar in het kader van eenmalig specifiek beleid. Deze actie is ingezet door deelname aan het Charter ‘Talent naar de Top’, om meer vrouwen in hogere functies te krijgen. De RUG gaat door met beleid om een beter bewustzijn van diversiteit te stimuleren.
A ANDEEL VROUWEN BIJ HOGER WP
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht Functie
Streefcijfers 2014 – 2015 %
realisatie 2011 excl. UMCG
man
realisatie 2011 incl. UMCG
vrouw
%
man
vrouw
%
6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
Hoogleraar
25
241
57
19
378
92
19
UHD
35
173
50
22
221
68
23
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek
A ARD DIENST VERBAND OBP/WP IN F TE’S VOOR EIND 2010 EN 2011 ( ZONDER O&O UMCG) 2010
30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting
vast
obp
1402
1413
wp
838
815
2240
2227
obp
285
208
wp
1094
1220
subtotaal tijdelijk
1380
1429
totaal
3620
3656
44 6. Bedrijfsvoering subtotaal vast 50 Kerncijfers en kengetallen
tijdelijk
55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
2011
37
J A A R V E R S L A G 2 011
Verzuim Op een lichte daling van het OBP-verzuim na bleef het verzuim in 2011 vrijwel gelijk aan dat in 2010.
6,0
RUG Totaal verzuimpercentage
5,0
WP Verzuimpercentage
4,0
OBP Verzuimpercentage
3,0 2,0
2 Inhoud 3 1,0
4 Bericht van de Raad van Toezicht 5 0
5 Voorwoord 6
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
10 9 1. Valorisatie en maatschappij 19 17 2. Onderwijs
VERZUIMCIJFERS RUG VANAF 2006 2006
25 23 3. Onderzoek 30 28 4. Internationalisering 35 32 5. Personeel en huisvesting 44 40 6. Bedrijfsvoering 46 50 Kerncijfers en kengetallen 55 51 Bijlagen 67 70 Verkorte jaarrekening 78 75 Accountantsverklaring
2007
2008
2009
2010
2011
RUG totaal RUG totaal
Verzuimpercentage Meldingsfrequentie
3,3 0,93
3,4 0,97
3,5 1,00
3,4 1,02
3,0 0,93
3,0 0,92
WP WP
Verzuimpercentage Meldingsfrequentie
2,2 0,57
1,9 0,59
2,2 0,62
2,0 0,69
1,9 0,60
1,9 0,61
OBP OBP
Verzuimpercentage Meldingsfrequentie
4,8 1,48
5,2 1,55
5,1 1,61
5,2 1,59
4,6 1,53
4,5 1,47
38
J A A R V E R S L A G 2 011
Bureau Vertrouwenspersoon Studenten en medewerkers van de RUG kunnen het Bureau Vertrouwenspersoon inschakelen wanneer ze met ongewenst gedrag (waaronder stalking) of ongelijke behandeling te maken krijgen. Medewerkers kunnen ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon wanneer ze tegen conflicten in de werksituatie aanlopen. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk en heeft toegang tot alle noodzakelijke informatie.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
Klokkenluidersregeling Per 1 januari 2011 heeft de RUG een ‘klokkenluidersregeling’, die door het College van Bestuur op 14 december 2010 is vastgesteld. Een (vermoede) misstand kan worden gemeld door een medewerker, een student of iemand die (tijdelijk) binnen de muren van de universiteit werkzaamheden verricht. Deze melding kan plaatsvinden in de directe lijn, bijvoorbeeld bij de leidinggevende, maar er kan ook voor gekozen worden eerst vertrouwelijk te overleggen met de vertrouwenspersoon. De rechtspositie van een melder wordt beschermd.
5.2 Arbo, duurzaamheid en milieu
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
De RUG streeft ernaar het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in al haar activiteiten te incorporeren. In zekere zin ligt het in het wezen van de universiteit besloten dat zij rekening houdt met mens en milieu, maar het MVO wordt nader gepreciseerd en geëxpliciteerd in de drie strategische speerpunten (healthy ageing, energy en sustainable society, zie ook hoofdstuk 1), alsmede aan diverse afspraken waaraan de RUG zich heeft gecommitteerd.
35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Duurzaamheid De RUG ondersteunt de aanbevelingen van het Copernicushandvest. De coördinatie van het project duurzaamheid berust bij de projectgroep Duurzaamheid en bij de Arbo- en Milieudienst. De RUG heeft zich ten doel gesteld in alle facetten een goed voorbeeld voor duurzaamheid te zijn: duurzame huisvesting, duurzaam beheer, duurzame bedrijfsvoering en onderzoek en onderwijs gericht op duurzame ontwikkeling.
Stuurgroep In 2010 heeft het College van Bestuur de Stuurgroep Duurzaamheid ingesteld. Het doel van de Stuurgroep is het College te adviseren over duurzaamheid in de bedrijfsvoering van de RUG. De Stuurgroep is samengesteld uit medewerkers en studenten, afkomstig uit zowel onderwijs en onderzoek als uit de bedrijfsvoering van de RUG. De prioriteiten van de Stuurgroep liggen vooral op het gebied van duurzame energievoorziening en energiebesparing. Dit thema is actueel in de nieuwe ronde Meerjarenafspraak Energie (MJA III) en de projecten Duurzaam Zernike en het Akkoord van Groningen. Verder ligt de prioriteit bij de profilering van de RUG als duurzame universiteit. In 2011 is in opdracht van de stuurgroep Duurzaamheid onderzoek verricht naar de financiële haalbaarheid van energiezuinige buitenverlichting op het Zerniketerrein. Het onderzoek heeft zich toegespitst op de parkeerplaatsen en de sportvelden. Voor de parkeerplaatsen is verlichting met een LED-armatuur voor de komende 20 jaar de meest energiezuinige en de goedkoopste optie. Daarnaast is de mogelijkheid onderzocht te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van de RUG op het Zerniketerrein door lokale productie van duurzame energie door middel van windmolens en zonnepanelen. Hieruit blijkt dat grote windmolens zouden kunnen voorzien in de volledige elektriciteitsbehoefte van de RUG op het Zerniketerrein, maar de huidige provinciale regelgeving staat dit nu niet toe. Ook in de bouwprojecten wordt in toenemende mate aandacht besteed aan energiebesparing en duurzaamheid. Zo is ERIBA gebouwd met behulp van de Green Calc-berekening. Universitaire gebouwen De RUG beschikt over een groot aantal oude en nieuwe gebouwen. De ontwikkelingen in de energie- en afvalmarkten laten zien dat besparing en duurzame nieuwbouw noodzakelijk zijn. In het plan voor een duurzaam gebruik van universitaire gebouwen ligt de nadruk op de nieuwbouwprojecten op de Zernike Campus. De AMD heeft samen met de projectgroep Duurzaamheid het voortouw genomen om een duurzaamheidsmeetinstrument te ontwikkelen. Deze ‘Milieu Prestatie Indicatoren’-methodiek (MPI) is geschikt voor een brede inzet op landelijk niveau.
39
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
J A A R V E R S L A G 2 011
Onderwijs en onderzoek In het project ligt het zwaartepunt bij het onderwijs. Dit steunt voor een belangrijk deel op het onderzoek naar duurzaamheid dat op veel plaatsen in de RUG wordt uitgevoerd en samenhangt met de maatschappelijke thema’s healthy ageing, energy en sustainable society. Belangrijke elementen zijn de verbetering van het milieuonderwijs en de ontwikkeling van nieuw onderwijs binnen de bachelor-masterstructuur, vooral van Economische Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid, Ruimtelijke Wetenschappen, Wiskunde en Natuurwetenschappen. Het onderwijsproject Green Campus wordt gecontinueerd. Belangrijk zijn in dit kader de voortzetting en uitbouw van onderwijsmodules bij de opleiding Technische Bedrijfskunde en bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde en UMCG-O&O. Het extern beter presenteren van de resultaten van het huidige onderzoek en onderwijs naar duurzaamheid krijgt nadrukkelijk aandacht. Actiepunten van het RUG-duurzaamheidsproject >> Een verbetering van de integratie en presentatie van bestaand en nieuw te ontwikkelen onderwijs dat is gerelateerd aan duurzaamheid, eerst voornamelijk in de bachelorfase, later met een verdieping in de masterfase. >> Verbetering van de externe presentatie van duurzaamheidsgerelateerd onderzoek in samenwerking met het Energy Delta Research Centre (EDReC). >> Facilitering van onderwijsprojecten vanuit expertisecentrum Instituut Voor Energie en Milieukunde (IVEM). >> Algemeen duurzaamheidsonderwijs toegankelijk maken via een aanbod van algemeen vormende vakken. >> Opzetten van minors in specifieke opleidingen en van nieuwe onderwijspilots bij onder meer Economie & Bedrijfskunde en UMCG-O&O. >> Continuering van nationale en internationale netwerken en bijdragen aan (netwerk-)publicaties. >> Doorlopende aandacht voor duurzame bedrijfsvoering en duurzaam bouwen. >> Doorlopende aandacht voor veiligheid en arbo. >> Het waarborgen van het project duurzame ontwikkeling op lange termijn.
Milieu Energiezorg Het energiezorgproject van de universiteit is een onderdeel van de Meerjarenafspraak Energie III (MJA III). In de MJA III worden brancheafspraken met de overheid gemaakt over het verbeteren van de energie-efficiency door het nemen van rendabele maatregelen bij de RUG; de invoering van systematische energiezorg is hiervan een onderdeel. Energiezorg is het op structurele en economisch verantwoorde wijze uitvoeren van organisatorische, technische en gedragsmaatregelen om het gebruik van energie (inclusief energie voor de productie en het gebruik van grond- en hulpstoffen) te minimaliseren. Hierbij wordt uitgegaan van ten minste een energiebesparing van 4%. In dit kader zijn binnen de RUG in 2010 bij alle faculteiten, diensten en gebouwen zogenaamde energieteams opgericht in samenwerking met het Facilitair Bedrijf en de Arboen Milieudienst. Het doel van de energieteams is binnen ‘de eigen deuren’ aan de hand van inventarisaties, projecten en technische en gedragsmaatregelen zowel medewerkers als studenten te motiveren tot een efficiënter gebruik van energie. De RUG heeft zich als maatschappelijk verantwoorde instelling ten doel gesteld duurzame ontwikkeling in alle facetten te bevorderen, zowel in onderzoek en onderwijs als huisvesting, beheer en bedrijfsvoering. De RUG komt hiermee de verplichtingen en aanbevelingen na uit de door haar onderschreven afspraken en overeenkomsten, zoals die in het Copernicus Handvest en de Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie zijn vastgelegd. Afval De afvaldienstverlener gebruikte in 2011 een elektrische vuilniswagen voor het inzamelen van het bedrijfsafval van de RUG. In 2011 plaatst de RUG, als eerste universiteit binnen Nederland, vijf op zonne-energie werkende afvalperscontainers (compactors). Deze afvalbakken voorzien voor 100% in hun eigen energiebehoefte en kunnen tot vijf keer meer afval bevatten dan een gewone afvalbak.
40
J A A R V E R S L A G 2 011
Milieuprestatie-indicatoren De milieuprestatie-indicatoren (MPI’s) geven inzicht in de ontwikkeling van milieuprestaties in de tijd, zoals jaarverbruik (energie en water) en jaarproductie (afval). Sinds 1996 brengt de RUG deze stromen jaarlijks nauwkeurig in beeld en kunnen nieuwe milieuprestaties worden geformuleerd. De organisatie wordt zo geïnformeerd over de eigen milieuprestaties en de kosten die daarmee gemoeid zijn. In onderstaande tabel zijn de MPI’s vanaf 1996 opgenomen. Het jaar 1996 dient als referentiepunt voor de MJA I-afspraken. Vanaf 2008 gelden de nieuwe afspraken, zoals gemaakt in de MJA III.
Er is een duidelijke afname te zien voor alle in de tabel genoemde milieuprestatiefactoren van de RUG. Energiezuinige nieuwbouw, technische maatregelen en duurzame renovatie werpen hun vruchten af met een daling van 33% voor het energieverbruik. De spectaculaire daling voor het waterverbruik (60%) is gedeeltelijk toe te schrijven aan de revisie van een intern koelsysteem (rond 2000) in het natuurkunde/ scheikundegebouw aan de Nijenborgh 4. De hoeveelheden afval (gevaarlijk en niet-gevaarlijk) dalen de laatste jaren met ca. 40%, onder meer als gevolg van betere en efficiëntere inzameling en scheiding.
MPI’S RUG INCLUSIEF A . DEUSINGL A AN 1 (COMPLE X MEDISCHE WE TENSCHAPPEN EN FARMACIE ) 1996
2011
Toename
Afname
3 Inhoud Studenten 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
17880
28194
37%
301906
410010
26%
Energie in MPI Gj/m2
2,30
1,60
30%
Water in MPI m3 /m2
1,24
0,50*
60%
Niet-gevaarlijk afval in MPI kg/m2
4,31
2,87
33%
Gevaarlijk afval in MPI kg/m2
0,34
0,19
44%
Vloeroppervlak m2
* De MPI voor water is gebaseerd op de resultaten van 2007, de verbruikcijfers van de jaren 2008-2011 zijn nog niet leverbaar.
41
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
J A A R V E R S L A G 2 011
Preventie en veiligheid Mede in het kader van het maatschappelijke thema ‘healthy ageing’ is er beleid om ook de gezondheid van het eigen personeel te bevorderen. In het afgelopen jaar zijn er 38 bewegings- en ontspanningscursussen en proeverijen georganiseerd die gewaardeerd worden met een gemiddeld cijfer van 8,2. Daarnaast zijn er 391 individuele health checks afgerond. De SPR (Sportvereniging Personeel RUG) heeft naar aanleiding van het succes bij BALANS voor haar leden drie nieuwe activiteiten in haar aanbod opgenomen. SPR onderzoekt nog of meer succesvolle BALANS-activiteiten structureel kunnen worden aangeboden. Verder bestond het BALANS- programma uit medewerking aan de ‘Week van de Gezonde Voeding’ samen met het Facilitair Bedrijf; het symposium ‘Science and the art of brain maintenance’; het stimuleren van het fietsen naar het werk; stoelmassages bij enkele faculteiten en een bijdrage aan de SPR-Sportdag. In 2011 hebben bijna 1000 medewerkers deelgenomen aan een activiteit van BALANS, dat is 19% van het totaal aantal medewerkers. Bewustwording In 2011 is er veel aandacht geschonken aan trainingen ‘awareness’ voor bodes, conciërges en baliemedewerkers. Vanuit het CBRNproject is een interactief scholingsprogramma ontwikkeld, gericht op bewustwording met betrekking tot veiligheid en beveiliging. Bij de faculteiten en diensten zijn diverse security maatregelen genomen. Om een voorbeeld te noemen: de Centrale Meldkamer is zodanig verbouwd en aangepast dat deze nu voldoet aan de huidige veiligheidseisen. Binnen de RUG zijn diverse Systeem Risicoinventarisaties en -evaluaties (systeem RIE’s) gehouden. Daarnaast zijn diverse onderzoeken gedaan en rapportages opgesteld met betrekking tot arbeidsomstandigheden. In samenwerking met het KVI is op het gebied van machineveiligheid een training georganiseerd. De positieve resultaten worden binnen de RUG gebruikt om de machineveiligheid verder vorm te geven. In 2011 is verder een film gemaakt om het centrale alarmnummer 8050 onder de aandacht van medewerkers en studenten te brengen. Tussen de RUG en de Gemeente Groningen is een overleg gestart om de problematiek rondom de stalling van fietsen op het Broerplein en het Harmoniecomplex aan te pakken. Voor de binnenstad zijn afspraken over het verlenen van burenhulp gemaakt.
Stralingsveiligheid De stralingsbeschermingseenheid (SBE) is in 2011 tien keer bijeengekomen. Een belangrijk onderwerp in 2011 was de ontmanteling van de isotopenlaboratoria van het Biologisch Centrum in Haren. Daarnaast werd veel tijd besteed aan de ontwikkeling van een digitaal kernenergiewetdossier dat zowel centraal als decentraal kan worden gebruikt. De organisatie van erkende opleidingen tot stralingsdeskundige behoort tot de taken van de SBE. In de tweede helft van 2011 werd bij het Rijk erkenning aangevraagd (en gekregen) voor de Basiscursus Stralingsdeskundigheid voor tandartsen en orthodontisten. Deze cursus werd in december 2011 voor het eerst gegeven. Laserveiligheid In 2011 is de implementatie van de laserveiligheidsorganisatie binnen de RUG goed gevorderd. De inventarisatie van alle geregistreerde (106) lasertoepassingen heeft plaatsgevonden. Tevens zijn voor alle locaties de Laser Safety Officers benoemd en is de Stuurgroep Laserveiligheid actief. De ontwikkeling van het Handboek Laserveiligheid bevindt zich in een afrondende fase. Biologische veiligheid De biologische veiligheidsfunctionarissen zijn in 2011 vier keer bijeengekomen voor een vergadering. In 2011 zijn in totaal zeven nieuwe verantwoordelijk medewerkers aangesteld en zijn er twee nieuwe vergunningen aangevraagd voor het werken met genetisch gemodificeerde organismen. Dierproeven Aan de RUG en het UMCG worden dierproeven uitgevoerd voor onderzoek en onderwijs in situaties waarin er geen geschikte alternatieven voor vervanging zijn. Alle proeven moeten van tevoren positief beoordeeld zijn door een Dierexperimentencommissie, zoals dat is vastgelegd in de Wet op de Dierproeven. De proeven worden uitgevoerd in laboratoria of in de natuur. Om een optimaal verloop van de proeven te waarborgen beschikken de laboratoria over speciale proefdierfaciliteiten en hebben de betrokken medewerkers een specifieke opleiding gevolgd. Verder heeft de RUG twee proefdierdeskundigen in dienst, die onderzoekers kunnen adviseren over de beste opzet van onderzoek met dieren en die toezicht houden
42
J A A R V E R S L A G 2 011
op de juiste behandeling van de dieren. Ze hebben een onafhankelijke positie. Ook wordt er een jaarverslag gepubliceerd.
5.3 Huisvesting
3 Inhoud
Het huisvestingsbeleid van de RUG is vanouds gefundeerd op drie pijlers: strategisch middel, kwaliteitsverbetering en concentratie van de huisvesting in vier vestigingsgebieden. Naar aanleiding van het Strategisch plan van de RUG is in 2011 begonnen met uitwerking van het onderwerp ‘efficiënte bedrijfsvoering’, specifiek toegepast op de huisvesting. In de binnenstad is het inhuren van externe zalen voor onderwijs aan grote groepen studenten in 2011 sterk teruggedrongen. In het Hortuskwartier ging het Masterplan II van de Faculteit GMW van
start. Het gaat hierbij om uitbreiding, renovatie en sloop van panden aan de Grote Rozenstraat, waarna in 2012 de nieuwbouw ter plaatse begint. Aan de Antonius Deusinglaan en omgeving is de eerste fase van de nieuwbouw (5400 m2) ten behoeve van onderzoeksfaciliteiten voor ERIBA begonnen. Tot slot is op het Zernikecomplex het laatste deel van de nieuwbouw voor het Centrum voor Levenswetenschappen (Linnaeusborg) in gebruik genomen. Meer informatie staat in bijlage 2. Financiering huisvesting in meerjarenperspectief De plannen voor nieuw-, aan- en verbouw maken een essentieel deel uit van de instellingsbegroting. De RUG is zelf verantwoordelijk voor de huisvesting, uitgaven worden gedekt vanuit het investeringsfonds dat is opgebouwd uit de jaarlijkse rijksbijdrage, dotaties uit de centrale middelen en bijdragen van decentrale eenheden.
5 Bericht van de Raad van Toezicht FINANCIERING INVESTERINGEN IN GEBOUWEN (BEDR AGEN X € 1 MLN) 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
2011 2012 2013 2014 2015 2016 t/m 2026
19 2. Onderwijs
Beginstand
25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
Rijksbijdrage Algemene toewijzing Overige inkomsten (extern en intern)
35 5. Personeel en huisvesting
Investeringen
44 6. Bedrijfsvoering
Eindstand
50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
-93,5 -102,4 -118,1 -105,3 -90,2 -75,7 19,1 19,1 19,1 19,1 19,1 187,9 1,7 2,8 2,7 2,7 1,9 21,1 5,3 3,3 0,8 0,2 0,8 7,9 33,5 40,9
9,8 6,9
7,3 103,4
-102,4 -118,1 -105,3 -90,2 -75,7 37,8
44
J A A R V E R S L A G 2 011
6. Bedrijfsvoering
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
De financiële doelstellingen van de RUG zijn gericht op consolidatie van de financiële positie. De eerste geldstroom (de rijksbijdrage via het Ministerie van OCW) en de tweede geldstroom (zelfstandige publieke organisaties als NWO) blijven een belangrijke bron van inkomsten. Daarnaast streeft de RUG echter naar forse toename van de inkomsten uit samenwerking en contracten met derden. Publiek-private samenwerking met diverse maatschappelijke partners wordt in dit kader gestimuleerd, evenals de fondsenwerving onder alumni en andere relaties van de universiteit. Voortgaande vermarkting en andere commerciële toepassingen van onderwijs en onderzoeksresultaten zijn expliciete doelen van het financieel beleid van de RUG.
6.1 Financieel beleid
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Het financiële beleid schept een randvoorwaarde voor de realisatie van de ambities van de RUG, met inachtneming van bedrijfseconomische principes zoals een gezonde ontwikkeling van de baten en lasten, een verantwoorde liquiditeitspositie en een adequaat buffervermogen. Op centraal niveau richt het zich onder meer op het monitoren van de financiële positie van de instelling en haar onderdelen, het verdelen van de rijksbijdrage en overige centrale inkomsten over de verschillende onderdelen van de universiteit, het beheer van de liquide middelen en niet in de laatste plaats: het zorgdragen voor een betrouwbare administratieve organisatie en interne controle om aan alle verantwoordingseisen te voldoen. Belangrijk onderdeel van het financiële beleid op centraal niveau is ook het stimuleren van vernieuwingen op het terrein van onderzoek en onderwijs. Gemiddeld is hiervoor structureel € 10 mln per jaar beschikbaar. Voor de verdeling van de Rijksbijdrage 2011 over de universiteiten heeft OCW een nieuw onderwijsbekostigingsmodel gehanteerd. Bij de overgang naar dit nieuwe model is de RUG een korting opgelegd. Deze komt bovenop de financiële consequenties van de
verslechterde relatieve positie van de RUG in aantallen inschrijvingen en graden in 2011, en het niet ontvangen van de oploop van de alfa/ gammamiddelen en kwaliteitsmiddelen. Vanwege deze lagere Rijksbijdrage en vanwege een negatieve stand in de centrale reserve van de RUG is voor 2011 besloten tot een korting op de algemene inkomsten van de faculteiten en overige begrotingseenheden van € 11,6 mln. Deze korting zal in de jaren 2012 en 2013 oplopen. De intern opgelegde kortingen moeten de lagere Rijksbijdrage opvangen, waarbij als randvoorwaarde geldt dat er voldoende centrale vrije beleidsruimte is om als instelling in te spelen op het Topsectorenbeleid en de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap ‘Kwaliteit in verscheidenheid’. De ontwikkelingen bij de topsectoren zullen leiden tot een andere programmering en een andere verdeling van een deel van de onderzoeksgelden. De strategische agenda is aanleiding tot het maken van prestatieafspraken tussen het Rijk en de universiteiten over profilering van het onderwijs en onderzoek en prestaties. Op bestuurlijk niveau is er op onderwijsgebied aandacht voor de verbetering van de rendementen van de opleidingen, intensivering van het onderwijs in de bachelorfase, excellentie in het onderwijs en het bindend studieadvies. Hiermee hangt een vermindering van de uitval in het tweede en derde bachelorjaar en de Basis Kwalificatie Onderwijs samen. Het beleid gericht op rendementsverbetering en excellentietrajecten sluit aan bij het beleid van OCW en de extra middelen die in dit kader beschikbaar zijn. Tevens is er aandacht voor het verbeteren van de efficiëntie in de bedrijfsvoering. In 2010 is de reorganisatie van de bibliotheken afgerond en in 2011 van de HR. Ook andere bedrijfsvoeringsprocessen worden bestudeerd om te bezien of en in hoeverre een grotere mate van efficiency en kostenreductie kan worden bereikt. In dit verband zijn de uitkomsten van het benchmarkonderzoek van Berenschot naar de overhead van universiteiten voor de RUG gunstig. In 2011 is het Talent Development Programme voor Academic Staff opgezet. Het programma maakt deel uit van een doorlopende leerlijn
45
J A A R V E R S L A G 2 011
voor Talentontwikkeling aan de RUG. In de periode 2011-2014 is voor het programma in totaal € 0,5 mln vrijgemaakt. Het succesvolle Rosalind Franklin Programma is gecontinueerd. Sinds de start van het programma in 2003 hebben 54 excellente vrouwelijke wetenschappers een tenure track-positie aan de RUG verworven. De RUG zal naar verwachting in de komende jaren ook nog te maken krijgen met een daling van de inkomsten van de kant van het bedrijfsleven (de zogenaamde derde geldstroom). Bedrijven zullen als gevolg van de economische omstandigheden hun Research & Development-activiteiten vertragen of stoppen. In 2011 was nog geen daling in de derdegeldstroominkomsten. De inkomsten van bedrijven namen toe met € 0,2 mln, maar de stijging vlakte voor het derde achtereenvolgende jaar af.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Vermogenspositie en exploitatieresultaat De vermogenspositie van de RUG is ook in 2011 nog robuust te noemen. De solvabiliteitsratio per ultimo 2011 is 0,67. Het eigen vermogen is ten opzichte van eind 2010 iets toegenomen en bedraagt € 447,7 mln. De balanswaarde van de gebouwen en terreinen per ultimo 2011 bedraagt € 402,5 mln, dit is € 1,2 mln hoger dan eind 2010. De balanswaarde van de inventaris en apparatuur nam toe met € 1,4 mln ten opzichte van 2010. Hier staat tegenover dat de bestemmingsreserve en fondsen zijn afgenomen. In 2011 is de afname ten opzichte van 2010 € 0,8 mln. De bestemming van deze reserve en fondsen van in totaal € 7,6 mln ligt voor een groot deel al vast. Een bedrag van € 8,9 mln is geoormerkt voor toekomstige investeringen in apparatuur, terwijl € 49,4 mln moet worden ingezet voor aangegane projectverplichtingen. Als gevolg van de nog steeds hoge investeringen in nieuw- en verbouw is de eindstand van de investeringsreserve in gebouwen ook in 2011 negatief (-/- € 102,0 mln). De daling in vergelijking met 2010 bedraagt € 9,1 mln. Het totale exploitatieresultaat 2011 is positief en bedraagt € 1,7 mln. Het totale tekort van de negen faculteiten, het KVI en het Universitair Onderwijscentrum Groningen bedroeg in 2011 € 9,6 mln. De overige begrotingseenheden behaalden nog een overschot € 1,1 mln. Vijf van de negen faculteiten hebben 2011 echter met een tekort afgesloten. Daarentegen is in de Centrale Reserve RUG in 2011 een positief resultaat van € 3,4 mln verwerkt. Ook het resultaat op de fondsen en reserveringen was in 2011 positief en bedroeg € 5,3 mln. Genoemd bedrag is toegevoegd aan de fondsen en reserves.
De totale personeelslasten zijn in 2011 ten opzichte van 2010 per saldo met € 9,8 mln gestegen. De salarissen, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering stegen met € 2,2 mln. Dit is vooral het gevolg van de wijzigingen in de bezetting. De pensioenlasten zijn met € 0,7 mln toegenomen en de sociale verzekeringen en de zorgpremie tezamen eveneens met € 1,6 mln.
6.2 Handhaving en controle Treasury Op 31 mei 2010 heeft de Raad van Toezicht het geactualiseerde treasurystatuut van de RUG goedgekeurd. Hierin zijn de spelregels voor het treasurymanagement en het financieringsbeleid voor het College van Bestuur aangescherpt en verduidelijkt. Uitgangspunt is de strategische planvorming op het gebied van onderwijs en onderzoek alsmede toekomstige investeringen in het vastgoed, om zo het proces van sturen, beheersen en bewaken van toekomstige geldstromen mogelijk te maken. Het doel is een optimaal rendement binnen het risicobeleid van het College van Bestuur. In het statuut is expliciet vastgelegd welke richtlijnen de RUG in acht neemt bij het beleggingsbeleid, het financieringsbeleid, de participaties in rechtspersonen en leningen aan rechtspersonen. Verder wordt in de uitgangspunten van het statuut aangesloten bij de door de Minister van OCW op 16 september 2009 vastgestelde ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. PUBLIEKE BELEGGINGEN (BEDR AGEN IN MLN €)
<=1 jaar
> 1 jaar
Kasmiddelen 0,2 Tegoeden op bankrekeningen 19,3 Obligatieleningen Deposito’s 86,3
5,0 25,0
Totaal 105,8 30,0
46
J A A R V E R S L A G 2 011
Aanbestedingen Wat de diverse aan-, ver- en nieuwbouwprojecten bij de RUG betreft heeft de centrale afdeling Vastgoed en Investeringsprojecten een gedragslijn in overeenstemming met de Europese regelgeving terzake van aanbestedingen gehanteerd. In 2011 heeft het Inkoopberaad de directie Facilitair Bedrijf daarover geadviseerd. Het Inkoopberaad is ingesteld naar aanleiding van een instellingsbreed onderzoek naar de bundeling van inkoop bij de RUG. De formatie bij de nieuwe afdeling Inkoopmanagement binnen het Facilitair Bedrijf is in 2011 gestabiliseerd. In 2011 heeft het Facilitair Bedrijf diverse aanbestedingen afgerond. Dit betreft onder meer print- en kopieerpapier, Target (ICT-grid) en gassen. Daarnaast zijn in het laatste kwartaal van 2011 de volgende bestekken gepubliceerd: telefonie (vast en mobiel), schoonmaak, uitzendpersoneel, ICT/Wlan, warme dranken en beveiliging. 3 Inhoud
Notitie helderheid 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
>> Thema 1. Uitbesteding onderwijsprogramma’s: De RUG besteedt geen onderwijsprogramma’s van in het CROHO geregistreerde opleidingen uit aan private organisaties.
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek
>> Thema 2. Investeren van publieke middelen in private activiteiten: De RUG besteedt geen middelen uit de Rijksbijdrage aan private activiteiten, behoudens aan activiteiten in het kader van kennisoverdracht en kennisvalorisatie.
30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
>> Thema 4. Bekostiging van buitenlandse studenten: De RUG heeft met diverse buitenlandse universiteiten uitwisselingsovereenkomsten afgesloten. Alle Erasmus programma gerelateerde uitwisselingsovereenkomsten met buitenlandse universiteiten zijn per land gerubriceerd en worden op de website RUG gepubliceerd. De instellingsbrede uitwisselingsovereenkomsten staan ook op deze webpagina vermeld. Alle uitwisselingsovereenkomsten met instellingen buiten Europa worden geregistreerd en gepubliceerd via de facultaire webpages van de RUG. Ook hier kan worden verwezen naar de facultaire websites.
In 2011 studeerden 698 buitenlandse uitwisselingsstudenten bij de RUG. In 2011 studeerden 879 RUG-studenten voor een periode van gemiddeld 5 maanden aan een buitenlandse universiteit of instelling. De RUG studenten worden – afhankelijk van hun bestemming – ondersteund met een Erasmus beurs van de Europese Unie of een Marco Polo beurs van de RUG. >> Thema 5. Eigen personeel ingeschreven voor initiële opleidingen: Bij de RUG volgt een bepaalde categorie medewerkers op de een of andere wijze een studie en verricht tevens werkzaamheden bij de RUG. Deze werkzaamheden zijn echter anders, dan bedoeld bij dit thema 5. Het gaat hier om bijvoorbeeld reguliere studenten die meestal voor een korte periode als studentassistent of oproepkracht-student OBP worden aangesteld om te assisteren bij het geven van onderwijs (practica) of bij het toezicht houden bij schriftelijk afgenomen tentamens. Conform de WOPI-afspraken worden deze studenten geregistreerd in de personeelsadministratie RUG. Verder betreft het personen met een nulaanstelling, stagiairs, enquêteurs en onderzoekers-inopleiding. In 2011 ging het om de volgende aantallen: >> zaalwachten 88 >> student-assistenten 379 >> onbezoldigd 135 >> overig 76 >> studerende medewerkers 62 Alleen deze laatste categorie betreft reguliere personeelsleden die in het bezit zijn van een RUG-collegekaart. Aangenomen mag worden dat deze personeelsleden in hun privétijd een opleiding aan de RUG volgen. Verder beschikt de RUG over een noodfonds voor studenten. Aan dit noodfonds wordt jaarlijks € 1 per ingeschreven student gedoteerd. Deze middelen worden ten laste van de ontvangen collegegelden gereserveerd. >> Thema 8: Bekostiging van maatwerktrajecten: Binnen de RUG/UMCG bestaat vanaf voorjaar 2007 een specifiek maatwerkprogramma waaraan in het lopende academische jaar 100 Saoedi-Arabische studenten deelnemen. Het programma
47
J A A R V E R S L A G 2 011
is ingericht op speciaal verzoek van het Ministerie van Hoger Onderwijs in Saoedi-Arabië. Het bereidt Saoedische studenten voor op de opleiding tot arts of tandarts aan de RUG met het oog op de toekomstige beroepsuitoefening in de medische zorg in Saoedi-Arabië. Deze studenten ontvangen een beurs van de Saoedische overheid (King Abdullah Scholarship). De RUG organiseert geen andere maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
Topinkomens In het kader van de WOPT (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens) is het volgende te melden. Gedurende het jaar 2011 heeft de RUG één werknemer in dienst die gelijk dan wel hoger beloond wordt dan het volgens de Wet gestelde belastbaar toetsloon van € 193.000. In 2011 had de RUG wel voormalige werknemers waarbij een eenmalige reservering als gevolg van de beëindiging van het dienstverband heeft plaatsvonden. Ten aanzien van géén van deze voormalige werknemers geldt echter dat het in de Wet gestelde normbedrag ad € 193.000 of hoger aan eenmalige reservering (de overeengekomen ontslagvergoeding) én tevens de beloning tot aan beëindiging van het dienstverband in 2011 gezamenlijk is geëffectueerd.
Risicoparagraaf / in-control verantwoording Governance De regels, richtlijnen en afspraken die hebben te gelden in verband met een heldere besturings- en verantwoordingsfilosofie zijn onder meer neergelegd in het Bestuurs- en Beheersreglement van de universiteit. Behalve hetgeen al in de wet is geregeld, zijn hierin de formele posities van de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de faculteitsbesturen nader geregeld en uitgewerkt omtrent het bestuur en beheer. Een aanvullende in-control statement heeft voor het College van Bestuur weinig meerwaarde. De Raad van Toezicht en het College van Bestuur hebben daarnaast afspraken gemaakt over het financiële beleid, die zijn neergelegd in het treasurystatuut. Voor de leden van de Raad van Toezicht geldt tevens een code of conduct. Verder laat het College van Bestuur zich bij zijn handelen leiden door de in VSNU-verband afgesproken ‘Code goed bestuur universiteiten’. Risico, financiering en verantwoording De RUG hanteert een inzichtelijke centrale planning en controlcyclus. Deze houdt in dat de instellingsbegroting per halfjaar met een nauwkeurige actualisering en periodeafgrenzing wordt gemonitord.
19 2. Onderwijs MELDING WOPT IN 2011 (BEDR AGEN IN €) 25 3. Onderzoek Werknemersfunctie
Belastbaar loon
WG/WN-bijdr.pensioen
Totaal fulltime toetsloon
30 4. Internationalisering Voorzitter CvB
188.830
49.815
238.645
35 5. Personeel en huisvesting OVERZICHT DECL AR ATIES BESTUURSLEDEN VERSL AGJA AR 2011 (BEDR AGEN IN €) 44 6. Bedrijfsvoering
Poppema Sterken Duppen Zwarts
50 Kerncijfers en kengetallen
70 Verkorte jaarrekening
Representatiekosten 1.089 908 446 182 Reiskosten binnenland 25 68 154 Reiskosten buitenland 594 Overig 115
78 Accountantsverklaring
Totaal
55 Bijlagen
1.089 1.527 514 450
48
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting
J A A R V E R S L A G 2 011
In concreto: het eerste halfjaar op basis van financiële kwartaal rapportages en het tweede halfjaar op financiële maand- en kwartaalrapportages op concernniveau. Dit maakt een tijdig bijsturen door het College van Bestuur mogelijk. De liquiditeitsstromen binnen de instelling worden doorlopend gemonitord op basis van een gedetailleerde wekelijks geactualiseerde liquiditeitsplanning. Het College van Bestuur kiest ervoor de huidige bouwvolumes volledig met eigen middelen te financieren. Dit voorkomt externe financieringslasten, waardoor de beschikbare Rijksmiddelen maximaal voor onderwijs en fundamenteel onderzoek kunnen worden ingezet. Voor externe rentelasten ontvangt een universiteit immers geen compensatie van het Rijk. Voor een universitaire instelling als de RUG is als risico te identificeren de geplande ingrijpende veranderingen in de bekostiging door het Ministerie van OCW. Een significante structurele vermindering in de te ontvangen Rijksbijdrage zal ingrijpende gevolgen hebben op de bedrijfsvoering van de RUG. Daarnaast is voor de RUG ook een stabiele groei van de studentenaantallen van belang. Dit in verband met de noodzakelijke huisvestingsfaciliteiten alsmede de begrote inkomsten uit de (wettelijke) collegegelden. Klachtenbeleid De universiteit heeft voorzien in de wettelijk voorgeschreven regelingen en procedures voor de behandeling van eventuele klachten en bezwaren. Het betreft niet alleen formele beroep- en bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht, maar ook andere vormen van klachten. Als daarvoor gronden zijn, zoals gewijzigde wet- en regelgeving, worden de regels die binnen de universiteit gelden uiteraard aangepast. De RUG beschikt over het digitale Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten dat op de website toegankelijk is.
44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Letter of Representation Het College van Bestuur van de RUG heeft op 10 april 2012 een zogeheten Letter of Representation aan de huisaccountant afgegeven. De Letter of Representation is een controlemiddel voor de externe accountant en is als gevolg hiervan gedocumenteerd opgenomen in de controledossiers van de huisaccountant.
Bijzondere gebeurtenissen In het afgelopen boekjaar hebben zich bij de RUG geen noemenswaardige bijzondere gebeurtenissen voorgedaan.
6. 3 Bibliotheek Sinds 1 februari 2010 heeft de RUG een nieuwe bibliotheekorganisatie, officieel de Bibliotheek Rijksuniversiteit Groningen genoemd. In het najaar van 2011 begon een project om de publieksfuncties in het UB-gebouw te herontwerpen, zodat ze klantgericht en efficiënt zijn en inspelen op de toekomstige ontwikkelingen. De huidige inrichting van het UB-gebouw biedt onvoldoende ruimte in te spelen op wensen van de gebruikers, zoals meer studie(groeps)plekken en variatie in werkplekfaciliteiten. Ook werd de Bibliotheek Wijsbegeerte van de faculteit naar de UB voltooid. Het voorkeursscenario van de Bibliotheek voorziet in een afname in het aantal locaties tot uiteindelijk twee clusterbibliotheken: Binnenstad en Zernike. Het UMCG heeft de bevoegdheid te beslissen over de Centrale Medische Bibliotheek. Tot slot diende de Bibliotheek in 2011 ruim €300.000,- te bezuinigen. De personele krimp is voortgezet en omgezet in een groter budget voor collectievorming.
50
J A A R V E R S L A G 2 011
Kerncijfers en kengetallen*
Collegejaar
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
2011-2012
2010-2011
Studenten Ingeschreven per 1 oktober (excl. extraneï en neveninschrijvingen aan actuele instelling) 1 Totaal 27.955 27.509 Marktaandeel RUG (procentueel) 11,4 11,3 Waarvan met buitenlandse nationaliteit 2.723 2.215 Percentage met buitenlandse nationaliteit 9,7 8,1 Ingeschreven studenten per inschrijvingsvorm Voltijd 27.038 26.548 Deeltijd 880 931 Duaal 37 30 Ingeschreven studenten per opleidingsfase Propedeuse-bachelor 9.078 9.398 Bachelor 11.007 10.731 Master 7.870 7.380
2009-2010
2008-2009
2007-2008
26.678 11,4 1.824 6,8
25.082 11,3 1.367 5,5
23.980 11,3 1.085 4,5
25.786 863 29 9.771 11.015 5.822
24.261 787 34 9.309 9.726 5.679
23.193 763 24 8.847 9.499 4.730
Instroom: eerstejaars-instelling RUG Bachelor Master Totaal Marktaandeel (procentueel)
5.554 598 6.152 10,5
5.210 546 5.756 9,7
5.770 484 6.254 10,6
5.141 425 5.566 10,6
4.865 401 5.266 10,5
Instroom buitenlandse gaststudenten2
1.028
1.008
720
893
698
16.683 –
16.417 6.571
14.679 5.624
14.461 5.531
13.541 5.991
– – – – –
4.376 3.696 11,9 3.698 10,8
3.931 3.276 11,9 3.058 10,3
3.761 3.178 12,1 2.823 10,3
3.251 3.128 12,6 2.578 10,4
Bekostiging bekostigde inschrijvingen RUG bekostigde graden RUG Diploma’s behaald in collegejaar5 Propedeuse bachelor diploma’s Bachelordiploma’s Marktaandeel RUG (procentueel) Masterdiploma’s Marktaandeel RUG (procentueel)
* Het weglatingsteken (–) geeft aan dat cijfers nog niet beschikbaar zijn.
51
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
J A A R V E R S L A G 2 011
Kalenderjaar
2011
2010
2009
2008
2007
2006
Onderzoek1 Inzet WP (fte, som alle drie geldstromen) Marktaandeel RUG (procentueel) Promoties Marktaandeel RUG (procentueel) Wetensch. Publicaties (incl. dissertaties) Marktaandeel RUG (procentueel) Subsidie toekenningen NWO (M€) Marktaandeel RUG (13 universiteiten) (procentueel)
1.720 – 399 – 6.112 – – –
1.644 8,69 384 10,38 6.305 9,16 35,4 8,28
1.479 7,96 343 9,70 5.079 7,81 33,5 8,90
1.406 7,87 306 9,40 5.332 8,46 24,2 8,49
1.388 8,17 321 10,07 4.992 8,20 22,7 7,95
1.473 8,60 336 10,70 4.467 7,46 26,3 8,97
Personeel in dienst RUG (excl. UMCG) WP Marktaandeel2 WP (procentueel) Met buitenlandse nationaliteit OBP Marktaandeel OBP (procentueel) Met buitenlandse nationaliteit Hoogleraren Marktaandeel hoogleraren (procentueel) UHD’s Marktaandeel UHD’s (procentueel) UD’s Marktaandeel UD’s (procentueel) Werknemer-promovendi Marktaandeel werknemer-promovendi (procentueel) Met buitenlandse nationaliteit Overig WP Marktaandeel overig WP (procentueel) Overig personeel Marktaandeel overig personeel (procentueel)
2.035 – 655 1.593 – 37 263 – 203 – 363 – 624 – 259 582 – 27 –
1.932 8,53 572 1.650 9,46 32 238 9,50 218 10,49 369 8,43 553 7,18 220 555 9,25 38 28,60
1.812 8,17 478 1.588 9,20 26 226 9,35 223 10,98 337 7,85 505 6,74 185 521 8,75 39 27,74
1.735 8,14 401 1.533 9,19 18 222 9,58 217 10,78 322 7,69 508 7,09 163 466 8,27 40 32,22
1.717 8,32 360 1.546 9,42 13 208 9,33 223 11,22 323 7,97 519 7,60 143 444 8,01 38 27,66
1.713 8,52 309 1.532 9,40 11 203 9,28 214 11,14 334 8,42 516 7,72 128 445 8,33 35 23,80
52
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
J A A R V E R S L A G 2 011
Kalenderjaar
2011
2010
2009
2008
2007
2006
Personeel in dienst UMCG3 WP Met buitenlandse nationaliteit OBP Met buitenlandse nationaliteit Hoogleraren Werknemer-Promovendi4 Met buitenlandse nationaliteit
848 136 523 13 61 293 83
797 102 627 11 77 231 54
746 78 592 5 68 201 34
682 69 523 8 69 185 24
646 54 505 10 67 169 13
646 56 485 – 38 174 21
Overige promovendi Ubbo Emmius-bursalen Bernoulli-bursalen Nederlandse promotiestudenten Sandwich-bursalen
288 35 77 37
384 30 107 37
486 42 121 32
410 50 84 40
377 47 55 28
276 16 1 –
– –
444,1 9,77
405 9,18
413 9,03
407 9,08
418 9,76
Door NWO bekostigd WP +OBP (fte) Marktaandeel (13 universiteiten) in procenten
10 1. Valorisatie en maatschappij 1
19 2. Onderwijs
voor ontbrekende cijfers HOOP-gebied Gezondheid / UMC’s 2
25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Onderzoekcijfers 2011 zijn nog voorlopig; cijfers 2007-2010 ontleend aan KUOZ-flex 2010 VSNU, verrijkt met schatting Marktaandelen personeel: % van landelijk totaal exclusief HOOP-gebied Gezondheid en exclusief student assistenten; bron: WOPI-flex 2010, VSNU/IR juni 2011
3
Uitsluitend medewerkers die financieel op de Onderwijs- en Onderzoeksbegroting van het UMCG drukken.
4
Inclusief MD/PhD’s
53
J A A R V E R S L A G 2 011
Kerncijfers en kengetallen
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
2011
2010
2009
2008
2007
Exploitatie (bedragen x € 1 mln) - Baten Rijksbijdrage (modeltoewijzing) Overige rijksbijdrage en overdrachten Collegegelden Contractonderzoek en -onderwijs Overige inkomsten - Lasten Personele lasten Overige lasten - Exploitatieresultaat
324,4 1,5 47,0 151,6 72,7
320,6 5,7 47,1 146,4 56,4
327,5 12,3 42,6 122,8 59,3
290,7 12,8 39,2 105,3 52,6
264,0 88,1 37,5 86,6 47,5
366,4 229,1 1,7
356,8 218,6 0,8
335,3 207,4 21,8
316,1 165,1 19,4
281,7 214,7 27,3
Vermogen (bedragen x € 1 mln) - Eigen Vermogen - Totaal vermogen - Solvabiliteitsratio (percentage)
447,6 666,2 67
445,9 639,7 70
445,1 608,9 73
423,3 550,3 77
403,9 523,7 77
Liquiditeit (bedragen x € 1 mln) - Geldmiddelen - Beleggingen - Netto werkkapitaal - Current ratio (vlottende activa / kort vreemd vermogen)
105,8 30,0 35,0 1,0
85,1 30,5 29,1 1,0
73,9 30,5 42,4 1,1
60,8 35,0 47,1 1,1
75,3 37,3 72,5 1,3
2011
2010
x 100%
67%
70%
vlottende activa Liquiditeit (current ratio) kort vreemd vermogen
1,0
1,0
vlottende activa exclusief voorraden Liquiditeit (quick ratio) kort vreemd vermogen
1,0
1,0
0,3%
0,1%
6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Kengetallen eigen vermogen Solvabiliteit totaal vermogen
totaal resultaat Rentabiliteit (brutomarge) omzet
x 100%
55
J A A R V E R S L A G 2 011
Bijlage 1 Persoonsgebonden toekenning I. NWO - Vernieuwingsimpuls Veni 2011 Landelijk toegekend: 159 Veni-subsidies, waarvan 8 naar de RUG. Score 5,0%, streefcijfer van 10% niet gehaald.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
dr. Arnold Boersma dr. Stijn Buitink dr. Jofre Carnicer dr. Shoko Jin dr. Hiddo Lambers Heerspink dr. Edwin Otten dr. Bryan Renne dr. Rozemarijn Vliegenthart
FWN FWN FWN FWN UMCG FWN FWB UMCG
Uitsluitend naar universiteiten en UMC’s gingen 143 Veni-subsidies; het RUG-aandeel is 5,6%.
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek
Vidi 2010 Landelijk toegekend: 88 Vidi-subsidies, waarvan 9 naar de RUG. Score 10,2%, conform streven.
30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen
dr. Deniz Bas,kent UMCG dr. Stéphanie Cazaux FWN dr. Nathalie Katsonis FWN dr. Ton Lisman UMCG prof. dr. Melinda Mills GMW dr. Jan-Willem Romeijn FWB dr. Jolanda Smit UMCG dr. habil. Meike Stöhr FWN dr. Irene Tieleman FWN
70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Uitsluitend naar universiteiten en UMC’s gingen 75 Vidi-subsidies; het RUG-aandeel is 12%.
Vici 2011 Landelijk toegekend: 31 Vici-subsidies, waarvan 3 naar de RUG. Score 9,7%, conform streven. prof. dr. André Aleman UMCG prof. dr. Peter de Jonge UMCG dr. Dirk Slotboom FWN
II NWO Rubiconsubsidies 2011 Landelijk toegekend: 85 Rubicon-subsidies, waarvan 6 van en naar de RUG. Score 7,1%. dr. Sandra Bouwhuis dr. Helgi Ingólfsson drs. Sjouke Anne Kingma dr. Min Seok Kwak drs. Gosia Trynka dr. Ciska Veen
FWN FWN FWN FWN UMCG FWN
56
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
J A A R V E R S L A G 2 011
III European Research Council Programma IDEAS 2011
IV Rosalind Franklin Fellowship Programma
Starting Grants In 2011 werden 9 ERC Starting Grants toegekend aan RUGonderzoekers op een totaal van 47 toegekende subsidies binnen Nederland. Daarmee zat de RUG bij de best scorende Nederlandse universiteiten met 19,1%.
In 2011 werden benoemd tot Rosalind Franklin Fellow:
dr. Wesley Richard Browne dr. ir. Ellen Nollen prof. dr. Sijbren Otto prof. dr. Gerald Roelfes dr. Dirk Slotboom prof. dr. Jan Jacob Schuringa prof. dr. Niels Anne Taatgen prof. dr. ir. Caspar van der Wal prof. dr. Antoine van Oijen
FWN UMCG FWN FWN FWN UMCG FWN FWN FWN
Uitsluitend naar universiteiten en UMC’s gingen 42 ERC Starting Grants; het RUG aandeel hiervan is 21,4%.
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Advanced Grants In 2011 werden 3 ERC Advanced Grants toegekend aan RUGonderzoekers op een totaal van 20 toegekende subsidies binnen Nederland. Score 15%, ruim boven streven. prof. dr. Peter Lansdorp prof. dr. Elizabeth de Vries prof. dr. Thijs van der Hulst
UMCG UMCG FWN
Uitsluitend naar universiteiten en UMC’s gingen 18 ERC Advanced Grants; het RUG-aandeel is 16,7%.
dr. Karina Isabel Caputi dr. Angela Casini dr. Christine Falter dr. Constanza Parra dr. Jennifer Jordan dr. Jia Liu dr. Carien Niessen dr. Alexandra Zhernakova dr. Pascale Francis Dijkers dr. Olha Cherednychenko dr. Caroline Fournet dr. Caterina Dutilh Novaes dr. Tamara Witschge dr. Lidewijde de Jong dr. Joanne van der Woude dr. Aleksandra Biegun
FWN FWN GMW FRW FEB FEB UMCG UMCG UMCG FR FR FWB FLetteren FLetteren FLetteren KVI
57
J A A R V E R S L A G 2 011
Bijlage 2 Bouwprojecten
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs
Vestigingsgebieden
Realisatie
De bouwactiviteiten van de RUG concentreren zich in vier vestigingsgebieden: 1. Binnenstad: Letteren, Rechtsgeleerdheid, Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap, Wijsbegeerte, College van Bestuur, Bureau van de Universiteit en de Universiteitsbibliotheek. 2. Hortuskwartier en Bloemstraat: Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. 3. Antonius Deusinglaan e.o.: UMCG-O&O (Medische Wetenschappen) en Farmacie. 4. Zernikecomplex: Wiskunde en Natuurwetenschappen, Economie en Bedrijfskunde, Ruimtelijke Wetenschappen, Kernfysisch Versneller Instituut (KVI), Donald Smits Centrum voor Informatietechnologie (CIT), Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG), Sportcentrum, boekenmagazijn van de Universiteitsbibliotheek, Facilitair Bedrijf en aan de universiteit gelieerde bedrijven op het gebied van hightech en informatietechnologie.
In het kader van het vigerende universitaire huisvestingsbeleid zijn in 2011 in hoofdlijnen de navolgende zaken per vestigingsgebied aan de orde geweest.
25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
De RUG heeft zich teruggetrokken uit de gebouwen waar voorheen in Haren het Biologisch Centrum was ondergebracht. De gebouwen zijn in 2011 tijdelijk aan derden in beheer gegeven om leegstand en verpaupering te voorkomen.
1. Binnenstad >> Op basis van de in 2009-2010 uitgevoerde tellingen is het inhuren van externe zalen voor onderwijs in de binnenstad aan grote groepen studenten in 2011 sterk teruggedrongen. Het aantal tijden waarop colleges worden gegeven, is voorts uitgebreid met een zogenoemd vijfde slot om 17.00 uur. Het doel is een efficiënter gebruik van de collegezalen. >> Broerstraat 1, de voormalige hoofdportierswoning, is vrijgekomen en heeft als tijdelijk onderkomen gediend voor de studentenorganisatie ESN. Het pand zal in 2012 een nieuwe bestemming krijgen. >> De Hanzesociëteit in de Oude Boteringestraat 19 is door de RUG aangekocht. Er worden plannen ontwikkeld voor een passende invulling van deze locatie. >> In het kader van de centralisatie van de HR-organisatie zijn de desbetreffende medewerkers geherhuisvest in het Academiecomplex. Hiervoor heeft een herschikking van de werkplekken plaatsgevonden. 2. Hortuskwartier In het Hortuskwartier is gestart met de uitvoering van het Masterplan II van de faculteit GMW. Het gaat hierbij om uitbreiding en renovatie van panden aan de Grote Rozenstraat. De panden aan de Grote Rozenstraat 19-27 zijn in 2011 gesloopt. In 2012 zal de nieuwbouw ter plaatse in uitvoering worden genomen. In januari 2011 zijn de extra geplaatste units aan de Bloemstraat 36a in gebruik genomen.
58
J A A R V E R S L A G 2 011
3. Antonius Deusinglaan e.o. De eerste fase van de nieuwbouw (5400m2) ten behoeve van onderzoeksfaciliteiten voor ERIBA (European Research Institute on the Biology of Ageing) is in uitvoering genomen. Daarnaast is een start gemaakt met de uitvoering van de tweede fase (3800 m2). Het gebouw wordt gefaseerd in mei/juni 2012 (fase 1) en voorjaar 2013 (fase 2) in gebruik genomen. Er vindt een herschikking plaats van de vrijkomende ruimten in de bestaande gebouwen van de RUG en het UMCG. De Antonius Deusinglaan zal op termijn verdwijnen en plaats maken voor de Vrydemalaan. De voorbereidingen voor deze wegverlegging zijn in gang gezet.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
4. Zernikecomplex >> De buitenomgeving bij de Aletta Jacobshal en het Duisenberggebouw is heringericht en opgeleverd conform het vastgestelde stedenbouwkundig plan. Er zijn tevens fietsenstallingen achter het Duisenberggebouw geplaatst met een capaciteit van 1650 fietsen. In 2012 wordt nog een uitbreiding voor 500 fietsen voorzien. Een en ander heeft te maken met de toegenomen studentenaantallen van zowel RUG als HG. >> In 2011 is op het Zernikecomplex in Blauwborgje 5 een huisartsenpost gevestigd. De huisartsen richten zich vooral op de studenten van de RUG en HG maar ook de medewerkers van beide instellingen of inwoners van de stad Groningen kunnen er terecht. >> Een tentamenruimte in de Aletta Jacobshal is geschikt gemaakt voor multifunctioneel gebruik. In deze zaal kunnen nu ook colleges worden gegeven. Daarnaast kunnen er colleges, die in een andere zaal plaatsvinden, simultaan worden gevolgd. Hierdoor kunnen ook groepen van 600 tot 750 personen tegelijkertijd college volgen. >> Het laatste deel van de nieuwbouw voor het Centrum voor Levenswetenschappen (Linnaeusborg) is in januari 2011 in gebruik genomen. Het markante gebouw manifesteert zich duidelijk, zeker nu ook de terreininrichting t.p.v. de entree en de wegen rondom zijn aangelegd. >> Op de gevels van vijf gebouwen zijn de namen van de gebouwen aangebracht: Aletta Jacobshal, het Duisenberggebouw, de Kapteynborg, Mercator en de Linnaeusborg. >> Het Zernikecomplex is de beoogde locatie voor de Energy Academy. Er vinden hiervoor verkennende onderzoeken plaats.
>> In samenwerking met het projectbureau Regiotram en de gemeente Groningen wordt gewerkt aan het realiseren van een tramtracé op het Zernikecomplex. Zodra de uitvoering ter hand wordt genomen zal ook het hart van de campus een facelift krijgen. >> Er wordt nagedacht over de mogelijkheid om op het Zernikecomplex een P&R-voorziening te realiseren. Deze zal dan aansluiten op het OV. De planvorming bevindt zich nog in een oriënterende fase. >> De verkeersveiligheid op de Zernikelaan en Blauwborgje is een voortdurende bron van zorg. Er is om die reden in het najaar van 2011 een bussluis op de Zernikelaan aangebracht. Daarnaast is de aanrijroute voor fietsers bij de oversteek op Blauwborgje naar het Sportcentrum verlegd. In 2012 zijn er verdere maatregelen in de vorm van verkeersdrempels voorzien.
59
J A A R V E R S L A G 2 011
Bijlage 3 Communicatie met stakeholders Algemeen universitair/corporate
I. Informatievoorziening Stakeholders Medium
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering
intern studenten medewerkers wetenschappelijk personeel hoogleraren bestuurders
UK, Extra-pagina in UK, brochures, folders enz. UK, Extra-pagina in UK, brochures, folders enz. digitale nieuwsbrief ‘Innovatieflits’ nieuwsbrief ‘Outline’ digitale nieuwsbrief ‘Post Europe’
alumni + relaties alumni algemeen alumni buitenland leden alumnikringen donateurs JSM donateurs EBF bestuursleden UEF alumni op sleutelposities
alumnimagazine ‘Broerstraat 5’ online alumninetwerk (regionale) alumnikringen digitale nieuwsbrief ‘International Newsletter’ (internationale) alumnikringen speciale nieuwsbrieven nieuwsbrief Junior Scientific Masterclass nieuwsbrief Eric Bleumink Fonds nieuwsbrief Ubbo Emmius Fonds nieuwsbrief ‘Outline’
aspirant-medewerkers toekomstige medewerkers
advertenties
50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen
aspirant-studenten studiekiezers studiebrochures diverse voorlichtingsevenementen
70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
ouders van aankomende studenten van huidige studenten
Voorlichtingsdag ouders aankomende studenten Ouderdag
60
J A A R V E R S L A G 2 011
Stakeholders Medium pers en publiek algemeen + pers RUG-nieuwsbrief RUG-persberichten algemeen landelijk RUG-Jaarverslag brochure ‘Jaarbeeld’ brochure ‘Passion & Performance’ algemeen regio tv-programma Adams Appel regionale pers wekelijks mediaoverleg algemeen internationaal brochure ‘Annual Review’ (Engelse versie ‘Jaarbeeld’) corporate brochure ‘Passion & Performance’
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
middelbare scholen - rectoren rectorenseminar - decanen digitale nieuwsbrief decanendag - docenten docentennetwerk - leerlingen Scholierenacademie Discovery (rondreizend lab) alfa-, bèta- en gammasteunpunten webklassen - leerlingen basisscholen colleges Kinderuniversiteit
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting
business & community - bedrijfsleven + relaties - bedrijfsleven - geïnteresseerden
nieuwsbrief ‘Outline’ RUG-nieuwsbrief, RUG-persberichten Jaarverslag Dierexperimenten
II. Regulier overleg
44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Stakeholders Gremium studenten U-raad en Faculteitsraad medewerkers U-raad, Faculteitsraad en Dienstraad werknemersverenigingen Lokaal Overleg alumni + relaties Topontmoetingen Allersmaborg gemeente Groningen Akkoord van Groningen UMCG & Hanzehogeschool Akkoord van Groningen
61
J A A R V E R S L A G 2 011
Bijlage 4 Overzicht centrale instellingen RUG Organogram Rijksuniversiteit Groningen Raad van Toezicht
College van Decanen
Universiteitsraad College van Bestuur
Managementberaad
Lokaal Overleg
3 Inhoud
Dienstraad
Bureau van de Universiteit
Universiteits bibliotheek
Dienstraad
Dienstraad
Facilitair Bedrijf
Centrum voor Informatie Technologie
Dienstraad
5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
KVI
Dienstraad
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting
Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienst wetenschap
Faculteit Rechtsgeleerdheid
UMCG/ Faculteit Medische Wetenschappen
Faculteit Wiskunde en Natuur wetenschappen
Faculteit der Letteren
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Faculteit Gedragsen Maatschappijwetenschappen
Faculteit Wijsbegeerte
Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen
Faculteitsbestuur
Faculteitsraad
Hiërarchische lijn Advieslijn
70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Medezeggenschapslijn
Graduate Schools
Basiseenheden
Onderzoekscholen Onderzoeksinstituten
NB.: voor de duidelijkheid is hier slechts één faculteit uitgewerkt
62
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
J A A R V E R S L A G 2 011
I. BESTUUR
II. MEDEZEGGENSCHAP
College van Bestuur Het College van Bestuur (CvB) is het hoogste bestuursorgaan van de Rijksuniversiteit Groningen. De drie leden, onder wie de Rector Magnificus, worden door de Raad van Toezicht benoemd, nadat de Universiteitsraad gehoord is. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht.
Op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en het Kiesreglement hebben medewerkers en studenten van de RUG het actief en passief kiesrecht (als kiezer en als kandidaat) voor Universiteitsraad, faculteitsraad of dienstraad. Dit recht geldt ook voor medewerkers van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en daarmee vergelijkbare organisaties die binnen de RUG tewerkgesteld zijn.
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) is het bij wet voorgeschreven orgaan van de Rijksuniversiteit Groningen dat toezicht houdt op het bestuur en beheer van de gehele universiteit. Aan de Raad van Toezicht zijn taken opgedragen als beoordeling en goedkeuring van het instellingsplan, het jaarverslag de begroting en het bestuurs- en beheersreglement. De leden worden benoemd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eén van de leden geniet het bijzonder vertrouwen van de universiteitsraad. Zelf is de RvT verantwoording schuldig aan de minister van OCW.
Universiteitsraad, faculteitsraad en dienstraad De Universiteitsraad en de faculteitsraden bestaan voor de helft uit personeelsleden en voor de andere helft uit studenten. De leden van de Universiteitsraad en de faculteitsraden worden gekozen door en uit de geleding waartoe ze behoren: personeel of studenten van de RUG. Personeelsleden worden voor een periode van twee jaar gekozen, studenten voor één jaar. Bij vijf universitaire diensten zijn er dienstraden: het Bureau, de Bibliotheek, het FB, het CIT en het KVI. Zij bestaan uitsluitend uit personeelsleden, die worden gekozen door en uit de medewerkers van de betreffende diensteenheid. Lokaal Overleg In het Lokaal Overleg (LO) bespreken College van Bestuur en de vier tot dit overleg toegelaten werknemersorganisaties (AbvaKabo FNV, CNV Publieke Zaak, CMHF en AC/FBZ) zaken die van belang zijn voor de rechtspositie van het personeel, alsmede de regels voor het personeelsbeleid binnen de RUG, voorzover van belang voor de rechtspositie van het personeel. Het LO heeft een belangrijke stem bij personeelsplannen en reorganisaties, wanneer het sociaal plan moet worden vastgesteld.
63
J A A R V E R S L A G 2 011
III. ADVIES Het College van Bestuur wordt geadviseerd door de volgende organen en commissies: College van Decanen Het College van Decanen (CvD) heeft een adviserende functie. Het bestaat uit de voorzitters van de faculteitsbesturen (decanen) en staat onder voorzitterschap van de Rector Magnificus, die uit hoofde van zijn functie lid is van het College van Bestuur. Het CvD is eveneens belast met het toekennen van doctoraten en eredoctoraten.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs
Managementberaad Het Managementberaad heeft een adviserende functie op het gebied van personeelszaken, financiën en facilities (waaronder ICT). Het bestaat uit de portefeuillehouders Middelen van de negen faculteitsbesturen en de directies van het Bureau van de Universiteit, het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI), het CIT en de Universiteitsbibliotheek (UB). Universitaire Commissie Functiebeperkte Studenten De Universitaire Commissie voor Functiebeperkte studenten (UCF) evalueert het huidige beleid van de RUG voor studenten met een functiebeperking en adviseert het CvB over wijzigingen in dit beleid.
25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Universitaire Commissie Studentenbeleid De Universitaire Commissie voor het Studentenbeleid (UCS) adviseert, gevraagd of ongevraagd, het CvB, of door tussenkomst van het College, aan de Universiteitsraad en de faculteiten. Universitaire Commissie voor de Wetenschapsbeoefening De Universitaire Commissie voor de Wetenschapsbeoefening (UCW) is een onafhankelijke adviescommissie van het CvB. Universitaire Commissie voor het Onderwijs De Universitaire Commissie voor het Onderwijs (UCO) adviseert het CvB, gevraagd en ongevraagd, over de onderwijsaangelegenheden van de RUG.
64
J A A R V E R S L A G 2 011
Bijlage 5 Nevenfuncties leden Raad van Toezicht
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
J.G.M. Alders Voorzitter Energie-Nederland Voorzitter Pensioenfonds Zorg en Welzijn Voorzitter Alderstafels Schiphol, Eindhoven en Lelystad Voorzitter Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke hulpbronnen Voorzitter Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu Voorzitter Raad van Toezicht Groninger Forum Voorzitter Raad van Toezicht Universitair Medisch Centrum Groningen Voorzitter Raad van Commissarissen Academische Opleidingen Groningen Contractonderwijs Voorzitter Raad van Commissarissen Stichting Nationale Sporttotalisator Lid Raad van Commissarissen Lysias Consulting Group Lid Dagelijks Bestuur VNO-NCW Leider Maatschappelijke dialoog megastallen
6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
R.J. Hoekstra Voorzitter Voorzitter Voorzitter Voorzitter Lid Lid Lid Lid Plv. lid
Stichtingsbestuur Academie voor wetgeving Hoofdcommissie van Overleg Koninklijke Hofhouding Raad van Toezicht Rijksbureau voor Kunsthistorische documentatie Interkerkelijke commissie voor het justitiepastoraat Raad van Toezicht Rooseveltstudiecentrum Curatorium Nieuwspoort Raad van Toezicht Mauritshuis Adviesraad Rooseveltstichting Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
G. Lycklama à Nijeholt Voorzitter Bestuur Stichting Fonds 1818 tot Nut van het Algemeen Voorzitter Raad van Toezicht Transparant, Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg
65
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
J A A R V E R S L A G 2 011
J. Oosterveld Lid Lid Lid
Raad van Bestuur Barco, Kortrijk Board of Directors Cookson, Londen Board of Directors Candover, Londen
A.A.M. Schaafsma Rector Voorzitter Voorzitter
Willem Lodewijk Gymnasium Groningen Samenwerkingsverband voor christelijke VO-scholen in Groningen Stuurgroep SWV Passend Onderwijs VO Groningen (i.o.)
66
J A A R V E R S L A G 2 011
Bijlage 6 Nevenfuncties leden College van Bestuur
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
Functie
Organisatie
Gehonoreerd
S. Poppema, Voorzitter College van Bestuur Voorzitter van het Algemeen Bestuur Voorzitter Raad van Toezicht Voorzitter Stuurgroep Lid Raad van Advies Vice-voorzitter Lid Stuurgroep Lid Raad van Bestuur Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Advies Lid Supervisory Board Lid Supervisory Board Lid Supervisory Board Lid Algemeen Bestuur Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Voorzitter Stichtingsraad Honorair consul
Stichting Academische Opleidingen Groningen Groninger Universiteitsfonds Energy Academy Europe Energy Academy Europe Algemeen Bestuur Stichting Ubbo Emmius Fonds Sectorplan Sportonderzoek en –onderwijs 2011-2016 Energy and Sustainability Research Institute Groningen Stichting Energy Valley INCAS3 Healthy Ageing Network Noord-Nederland Topinstituut BioMedische Materialen LifeLines Carbohydrate Competence Center Groningen Confucius Instituut Ned.-Antilliaanse Stichting Klinisch Hoger Onderwijs Association Energy Delta Institute Association of Arab and European Universities Nederlandse Wetenschappelijke Instituten in het Buitenland Stichting Behoud Groene Hortus Korea
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
E. Sterken, Rector Magnificus Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Advies Secretaris-penningmeester Bestuur Lid van het Bestuur Voorzitter Bestuur Macro-economisch adviseur
Groninger Universiteitsfonds Groningen Confucius Instituut Stichting Nicolaas Mulerius Fonds Energy Delta Institute Eric Bleumink Fonds Theodoor Gilissen Services
nee nee nee nee nee ja
35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
67
J A A R V E R S L A G 2 011
Bijlage 7 Samenstelling Centrale Organen* Raad van Toezicht R.J. Hoekstra, voorzitter J.G.M. Alders mw. G. Lycklama à Nijeholt J. Oosterveld mw. A.A.M. Schaafsma
mw. M. Nieboer, Universiteitsbibliotheek mw. A. Schockman-Sannes, Rechtsgeleerdheid C.G.M. Sterks, Centrum voor Informatie Technologie H.D. Veldhuis, Wiskunde en Natuurwetenschappen L. Verveld, Bureau van de Universiteit
Universiteitsraad
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
College van Bestuur S. Poppema, voorzitter E. Sterken, rector magnificus College van Decanen E. Sterken, voorzitter M.R.M. ter Hark, Wijsbegeerte H.A.L. Kiers, Gedrags- en Maatschappijwetenschappen J. Knoester, Wiskunde en Natuurwetenschappen G.H. van Kooten, Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap F. Kuipers, Universitair Medisch Centrum Groningen-O&O I. Hutter, Ruimtelijke Wetenschappen J.H. Garretsen, Economie en Bedrijfskunde J.B. Wezeman, Rechtsgeleerdheid mw. G.C. Wakker, Letteren Managementberaad S. Poppema, College van Bestuur, voorzitter mw. J.C.H.G.M. Bottema, Facilitair Bedrijf mw. M.C. Buigel-de Witte, Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap E.C.W. Dietrich, Letteren T. van Duinen, Economie en Bedrijfskunde mw. G. Groen, Ruimtelijke Wetenschappen mw. M. Hids-Kemper, Wijsbegeerte K.H.K.J. Jungmann, Kernfysisch Versneller Instituut A.J. Kee, Universitair Medisch Centrum Groningen mw. R.J. Landeweerd, Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Presidium mw. H.J. Mast, voorzitter A.O. Hoekstra, vicevoorzitter K.E.J. Reker, griffier Personeelsfractie D.J. Fokkinga, voorzitter A.H.M. de Baets B.A.A. Beijer J.R. Blaauw mw. K.E. Gardiner mw. E.F. de Jong mw. E.M. Klop E.H. van Leeuwen mw. H.J. Mast R.J. van Ouwerkerk N. Petkov J. Visser
68
J A A R V E R S L A G 2 011
Studentenfractie Studenten Organisatie Groningen G.W. ter Veen, voorzitter A.W. Bakker mw. I.K. Ezendam Metaxas A.O. Hoekstra Mw. H.S. Hoving B.J. van der Sleen Groninger Studentenbond J.A. Munters, voorzitter
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
Calimero J.M. Ottens, voorzitter mw. S.M. Hannay A.C. Noort mw. R.E. Peters mw. M. van der Veen
6 Voorwoord *Per 31 december 2011 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
70
J A A R V E R S L A G 2 011
Verkorte jaarrekening 2011
Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (WJZ 2007/50507) welke nader is uitgewerkt in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving RJ660, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze richtlijn is met ingang van 1 januari 2008 geldend. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. De balans is opgesteld volgens het systeem van oplopende liquiditeit. In de Jaarrekening zijn de uitkomsten van vijf andere rechtspersonen geconsolideerd. Het betreft de Stichting Academische Opleidingen Groningen, Stichting University Guesthouse, Applied NanoSystems BV, Universitair Opleidingscentrum Groningen market BV en RUG Houdstermaatschappij BV. 3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek
Staat van baten en lasten De Staat van baten en lasten bestaat uit een totaaloverzicht van baten en lasten, alsmede specificaties naar hoofdkostenplaatsen en opbrengsten- en kostencategorieën. De investeringen in apparatuur en gebouwen zijn verantwoord ten laste van de investeringsfondsen. Afschrijvingen komen ten laste van de Staat van baten en lasten en worden ten gunste van de investeringsfondsen geboekt. De baten en lasten zijn verantwoord volgens het prestatiebeginsel, hetgeen wil zeggen dat als de prestatie is geleverd, de opbrengsten dan wel de kosten als gerealiseerde baten c.q. lasten zijn verantwoord. Indien de daadwerkelijke ontvangst dan wel betaling nog niet heeft plaatsgevonden op verslagdatum dan is hiervoor een vordering c.q. schuld opgenomen.
70 Verkorte jaarrekening
Staat van baten en lasten (bedragen x € 1 mln) Baten Algemene inkomsten Inkomsten van derden Financiële baten Lasten Personeelslasten Overige lasten Saldo baten en lasten
78 Accountantsverklaring
30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen
Rekening 2011
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
372.9 221.3 3.0 597.2
373.4 200.2 2.6 576.2
371.2 171.5 1.6 544.3
379.7 206.6 1.6 587.9
366.4 229.1 595.5 1.7
356.8 218.6 575.4 0.8
359.5 194.6 554.1 -9.8
351.4 235.0 586.4 1.5
De rekening 2011 sluit met een positief saldo van € 1.7 mln.
71
J A A R V E R S L A G 2 011
De Staat van baten en lasten gespecificeerd naar opbrengsten en kostencategorieën is als volgt. Overzicht baten en lasten naar soort Baten Boekjaar 2011
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
Boekjaar Lasten 2010
Boekjaar 2011
Personeelslasten Algemene inkomsten - Lonen en salarissen 260.8 - Rijksbijdragen 325.9 326.3 - Sociale lasten 23.3 - Overige overdrachten - Pensioenpremies 34.7 - Collegegelden 47.0 47.1 - Wachtgelden 3.9 372.9 373.4 - Overige personele lasten 43.7 Inkomsten van derden 366.4 - Contractonderwijs 6.2 12.4 Materiële lasten - Contractonderzoek 145.4 134.0 - Afschrijvingen 44.2 - Overige baten 69.7 53.8 - Huisvestingslasten 38.2 221.3 200.2 - Overige instellingslasten 146.7 229.1 Financiële baten 3.0 2.6 Financiële lasten
Boekjaar 2010
261.7 21.8 34.0 3.9 35.4 356.8 30.2 44.7 143.7 218.6
6 Voorwoord Totaal baten
597.2
576.2
Totaal lasten
595.5
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs
Het boekjaar 2011 is afgesloten met een positief resultaat van € 1.7 mln en is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Onderstaand een specificatie van de bestemming van het resultaat naar hoofdkostenplaatsen.
25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Bestemming resultaat Resultaat Algemene Bestemmingsreserve Bestemmings reserve fonds Centrale Decentrale Decentrale reserve reserves reserves RUG regulier projecten Faculteiten -9.6 -1.7 -7.9 Overige kostenplaatsen - Bestuur- en beheer 0.3 0.3 - Ondersteunende eenheden 0.8 1.0 -0.2 - Overige eenheden 9.5 3.4 0.6 5.6 - Verbonden partijen 0.7 1.7 0.0 3.4 0.2 -2.5
-0.1 0.7 0.6
575.4
72
J A A R V E R S L A G 2 011
Kasstroom De korte termijn liquiditeiten zijn in 2011 toegenomen met een bedrag van € 20.7 mln. De kasstroom uit operationele activiteiten heeft voor € 1.7 mln betrekking op het resultaat, voor € 52.2 mln op afschrijvingen en mutaties voorzieningen en voor € 14.2 mln op mutaties in het werkkapitaal. De kasstroom uit investeringsactiviteiten heeft voor € -46.7 mln betrekking op investeringen in materiële vaste activa en voor € -0.6 mln op financiële vaste activa. Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1 mln)
2011
2010
2009
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten
68.1 -47.3 -0.1
61.3 -58.5 8.4
79.0 -67.0 1.1
Mutatie liquide middelen
20.7
11.2
13.1
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
Overzicht bezoldigingen CvB / RvT (bedragen x € 1000) Voorzitter CvB
Lid CvB
Rector magnificus
Rector magnificus
2011 1/1- 31/12
2010 1/1-31/12
2011 1/1-28/05
2010 1/1-31/12
2011 1/1- 28/02
2010 1/1-31/12
2011 1/3- 31/12
188.8
188.8
78.6
152.7
25.0
149.6
129.7
49.8
49.1
16.1
37.5
6.5
41.4
27.3
238.6
237.9
94.7
190.2
31.5
191.0
2010
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs
Belastbaar loon Werkg./werkn. bijdrage pensioen/FPU
25 3. Onderzoek Totalen 30 4. Internationalisering Aan de gezamenlijke leden van de Raad van Toezicht is in 2011 k€ 55.0 (in 2010 eveneens k€ 55.0) aan toelage betaald. 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
157.0
0.0
73
J A A R V E R S L A G 2 011
Balans
De geconsolideerde balans per 31 december 2011 ziet eruit als volgt:
Balans per 31 december 2011 (bedragen x € 1 mln) ACTIVA PASSIVA 2011 2010
2011
2010
Eigen vermogen
447.6
445.9
Vreemd vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal vreemd vermogen
26.4 9.4 182.8 218.6
18.5 9.4 165.9 193.8
639.7
666.2
639.7
3 Inhoud
Vaste activa Materiële vaste activa 440.1 437.5 Financiële vaste activa 38.3 37.7 Totaal vaste activa 478.4 475.2 Vlottende activa Voorraden 0.8 1.2 Vorderingen 81.2 78.2 Liquide middelen 105.8 85.1 Totaal vlottende activa 187.8 164.5
5 Bericht van de Raad van Toezicht
666.2
6 Voorwoord
Toelichting op de balans (bedragen x € 1 mln)
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs minus de afschrijving. De afschrijvingstermijn voor het onroerend goed is gebaseerd op ministeriële voorschriften. De afschrijvingstermijn voor inventarissen en apparatuur is bepaald op de verwachte economische levensduur.
Verkrijgingsprijs t/m 2010 Afschrijvingen t/m 2010 Boekwaarde per 31/12/2010 Investeringen 2011 Desinvesteringen 2011 Afschrijvingen 2011
Gebouwen Werk in en terreinen uitvoering
Totaal onroerend goed
Inventaris en apparatuur
Totaal vaste activa
526.8 143.7 -269.2 257.6 143.7 137.9 -102.3
670.5 -269.2 401.3 35.6
86.6 -50.4 36.2 11.2
757.1 -319.6 437.5 46.8
-34.4
-34.4
-9.8
-44.2
402.5
37.6
440.1
55 Bijlagen
361.1
41.4
70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Op wetenschappelijke boekwerken wordt niet afgeschreven en zijn als p.m. op de balans gewaardeerd. De verkrijgingsprijs van de in bezit zijnde wetenschappelijke boekwerken bedraagt per ultimo 2011 ca. € 81.4 mln.
74
J A A R V E R S L A G 2 011
Financiële vaste activa
deelnemingen in rechtspersonen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. De De overige Financiële vaste activa is gewaardeerd tegen reële waarde.
Boekwaarde Investeringen per / dotaties 01/01/2011 2011
Deelnemingen in rechtspersonen Leningen aan rechtspersonen Obligatieleningen / deposito’s
Verstrekte leningen 2011
Aflossingen / afwikkeling 2011
Boekwaarde per 31/12/2011
4.9 2.3 30.5
0.2 -0.2 1.1 25.0 -25.5
5.1 3.2 30.0
37.7
25.0
38.3
1.1
-25.5
5 Bericht van de Raad van Toezicht
Voorraden De activiteiten van de RUG kunnen worden opgesplitst in BTW-plichtige en vrijgestelde activiteiten. Voor de uitvoering van beide activiteiten beschikt de RUG over enkele magazijnen. De voorraden worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (“first in, first out”) of lagere opbrengstwaarde. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. De voorraden zijn op de balans gewaardeerd voor € 0.8 mln (2010 € 1.2 mln).
6 Voorwoord
Vorderingen 31/12/2011 31/12/2010
3 Inhoud
10 1. Valorisatie en maatschappij
25 3. Onderzoek
12.1 2.6 17.7 44.6 4.2
13.1 3.7 17.9 39.2 4.3
30 4. Internationalisering
81.2
78.2
35 5. Personeel en huisvesting
Vorderingen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Op de vorderingen is een voorziening ad € 0.1 mln wegens dubieuze debiteuren in mindering gebracht.
19 2. Onderwijs
44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Debiteuren Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inz. kasbeperkingen Studenten (inzake collegegelden) Overige vorderingen Overlopende activa
75
J A A R V E R S L A G 2 011
Liquide middelen 31/12/2011
Kassen Banken Rekening courant Deposito’s (kortlopend) Verbonden partijen
31/12/2010
0.2 11.4 6.4 86.4 1.4
0.3 20.7 3.5 59.4 1.2
105.8
85.1
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De liquide middelen staan ter vrije beschikking.
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
Eigen vermogen
Algemene reserves Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsfonds (publiek) Bestemmingsfonds (privaat)
Saldo per 01/01/2011
Exploitatie saldo 2011
Mutaties 2011
Saldo per 31/12/2011
437.5 2.5 6.1 1.1 -2.5 1.6 -0.1 0.7 0.7
440.0 4.7 1.5 1.4
10 1. Valorisatie en maatschappij
445.9
1.7
0.0
447.6
Dotaties Onttrekkingen 2011 2011
Vrijval 2011
Saldo per 31/12/2011
Werkloosheidsuitkeringen 2.6 -0.2 Reorganisatie 0.5 2.2 -0.1 ADV-dagen 0.8 -0.2 WIA / ERD 3.1 -0.1 Ambtsjubilea 3.6 0.2 Algemene personeelsvoorziening 3.9 0.5 -0.2 Profileringsfonds 1.5 1.6 -1.7 Milieurisico 2.5 1.0 -0.1 Overige voorzieningen 5.0
2.4 2.6 0.6 3.0 3.8 4.2 1.4 3.4 5.0
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
Voorzieningen
Saldo per 01/01/2011
55 Bijlagen
70 Verkorte jaarrekening
35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen
78 Accountantsverklaring
18.5
10.5
-2.3
-0.3
26.4
76
J A A R V E R S L A G 2 011
Toelichting Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Ten behoeve van de lopende werkloosheidsverplichtingen is per ultimo 2011 een voorziening opgenomen van € 2,4 mln. Deze voorziening is gevormd op basis van een berekening van de verplichtingen inzake de oude werkloosheidsuitkeringen en de jaarlijkse lasten van de nieuwe werkloosheidsuitkeringen. De reorganisatievoorziening is gevormd ter dekking van kosten welke direct verband houden met een reorganisatie. De voorziening wordt getroffen indien per balansdatum een geformaliseerd reorganisatieplan aanwezig is en dat een verwachting voorhanden is dat de reorganisatie zal worden uitgevoerd. 3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
In de universitaire arbeidsvoorwaarden is opgenomen, dat medewerkers t/m 2004 onder bepaalde voorwaarden hun ADV-dagen mochten sparen om ze in de vorm van vroegtijdig vertrek te mogen opnemen. Gedurende deze periode loopt de bezoldiging door en zal de vervanging van deze medewerkers door de desbetreffende eenheden moeten worden geregeld. Voor de hieruit voortvloeiende financiële verplichtingen is in de jaarrekening de voorziening ADV-dagen opgenomen.
10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
De voorziening WIA/ERD is in 2010 gevormd voor de verplichtingen voortvloeiend uit het eigenrisicodragerschap ten aanzien van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), vallende onder de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De voorziening Ambtsjubilea is gevormd voor de verplichtingen voortvloeiend uit de toekomstige jubileumuitkeringen van de huidige medewerkers. Waardering vindt plaats tegen contante waarde. In 2011 is rekening gehouden met een disconteringsvoet van 4%.
35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen
De Algemene Personeelsvoorziening bestaat uit de voorziening verlofspaarregeling 50+ en de voorziening sociaal beleid UMCG O&O. Met ingang van 2007 hebben medewerkers van 50 jaar en ouder de mogelijkheid om maximaal 120 uur per jaar te sparen ten behoeve van de geleidelijke afbouw van de werktijd in de periode voorafgaand aan het pensioen. Voor de hiermee gepaard gaande vervangingslasten heeft de RUG een voorziening getroffen.
55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Het profileringsfonds is berekend op basis van de verplichtingen die de universiteit per balansdatum uit hoofde van deze regeling heeft.
77
J A A R V E R S L A G 2 011
De voorziening milieurisico is met ingang van 2010 gevormd voor de verplichtingen voortvloeiend uit het verwijderen van aanwezige milieuvervuiling in gebouwen (asbest) op basis van de vigerende wetgeving. De omvang van de voorziening wordt vastgesteld op basis van de nominale waarde van de huidige ervaringscijfers en besluitvorming inzake milieusanering. Langlopende schulden 31/12/2011 31/12/2010
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
ABN-AMRO UMCG / Eriba
0.9 8.5
0.9 8.5
9.4
9.4
Toelichting De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen reële waarde. De langlopende schuld met betrekking tot de ABN-AMRO hangt samen met een tweetal leningen o/g inzake het Cultureel Studentencentrum Usva. Dit betreft een annuïteitenlening met een looptijd t/m 2019 en een lening met een looptijd t/m 2020. De rentevoet van beide leningen bedraagt 5%. Zekerheden zijn niet gesteld. Daarnaast is in 2010 een langlopende schuld opgenomen met betrekking tot het UMCG inzake Eriba. Dit betreft een renteloze lening met een looptijd t/m 2012.
6 Voorwoord Kortlopende schulden 31/12/2011 31/12/2010 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
Onderhanden werk Gedeclareerde termijnen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden inzake pensioen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
-42.5 49.7 8.4 11.6 3.3 17.7 134.6
-34.6 41.2 8.9 12.9 3.2 12.6 121.7
182.8
165.9
35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
Toelichting Het onderhanden werk heeft betrekking op projecten die in opdracht van derden worden uitgevoerd en die op balansdatum nog niet gereed zijn. Het onderhanden werk is gewaardeerd tegen de direct toegerekende kosten van arbeid en materiaal met een opslag voor indirecte kosten van personele lasten. Gedeclareerde termijnen / ontvangen voorschotten worden in mindering gebracht op het onderhanden werk. Winstneming van door derden gefinancierde projecten is bepaald volgens de ‘completed-contractmethod’. Verwachte verliezen worden in de staat van baten en lasten opgenomen.
78
J A A R V E R S L A G 2 011
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Bijgesloten samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans per 31 december 2011, en de samengevatte winst-en-verliesrekening over 2011 met bijbehorende toelichtingen, zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van de Rijksuniversiteit Groningen per 31 december 2011.Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 10 april 2012. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 10 april 2012. 3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2011. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van de Rijksuniversiteit Groningen.
6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting.
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810, “Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten” en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2011.
35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen
Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van de Rijksuniversiteit Groningen per 31 december 2011 en in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting. Groningen, 10 april 2012 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
70 Verkorte jaarrekening drs. A.M.P. van den Belt RA 78 Accountantsverklaring
79
J A A R V E R S L A G 2 011
Meer informatie
Het ‘Jaarverslag 2011 Rijksuniversiteit Groningen’ legt verantwoording af over de belangrijkste feiten, resultaten en ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, onderzoek, valorisatie, bedrijfsvoering en financiën. Het is met ingang van 1 juli 2012 gepubliceerd op de universitaire website: www.rug.nl/jaarverslag. Het jaarverslag wordt niet meer in gedrukte vorm ter beschikking gesteld. De samenstellers van het jaarverslag hebben gestreefd naar bondigheid, zonder de volledigheid te willen veronachtzamen. Waar nodig zijn er hyperlinks aangebracht naar relevante webpagina’s of documenten op het internet, die aanvullende informatie verschaffen. Verder wordt de lezer geattendeerd op andere sites waar informatie met de status van (maatschappelijke) verslaggeving is te vinden: Prestatieafspraken 2012 http://www.rug.nl/corporate/universiteit/strategie/Prestatieafspraak2012.pdf Jaarbeeld 2011 Rijksuniversiteit Groningen Een algemeen overzicht gecombineerd met een journalistieke impressie van de belangrijke gebeurtenissen in 2011 en acht portretten van medewerkers. www.rug.nl/jaarbeeld Strategisch Plan 2010-2015 Rijksuniversiteit Groningen http://www.rug.nl/corporate/universiteit/strategie/strategischPlan.pdf Corporate brochure ‘Meet the University of Groningen’ http://www.rug.nl/corporate/universiteit/feitenEnCijfers/corporatebrochure.pdf Jaarverslag Dierenexperimenteel Onderzoek www.rug.nl/umcg/faculteit/commissie/dierenExperiment/index Jaarverslag Universiteitsbibliotheek www.jaarverslag.ub.rug.nl Scholierenacademie http://www.rug.nl/scholieren/over/jaarverslag0910.pdf Jaarverslag UMCG www.umcg.nl/SiteCollectionDocuments/UMCG/Publicaties/UMCG_jaarverslag_2010_verkort.pdf
80
J A A R V E R S L A G 2 011
Lijst van afkortingen
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht
AOG Academische Opleidingen Groningen ADV Arbeidsduurverkorting AGIKO Assistent geneeskundige in opleiding tot klinisch onderzoeker AIO Assistent in opleiding AIOS Assistent in opleiding tot (medisch) specialist ALICE Artificial Intelligence and Cognitive Engineering AMD Arbo- en Milieudienst ARWU Academic Ranking of World Universities AZG Academisch Ziekenhuis Groningen AZIS Academische Zaken en Internationale Samenwerking (stafdienst) A&F Alumnirelaties en Fondswerving (stafdienst)
6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
BA Bachelor of Arts (academische titel) BALANS Leefstijlprogramma van de AMD/RUG (geen afkorting) BKO Basiskwalificatie Onderwijs BMM BioMedical Materials BSA Bindend Studieadvies BTW Belasting Toegevoegde Waarde BW Burgerlijk Wetboek CATO CO2 Carbon Dioxide Capture, Transport and Storage CBN Centre for Behaviour and Neurosciences (onderzoekinstituut) CEES Centre for Ecological and Evolutionary Studies (onderzoekinstituut) CIT (Donald Smits) Centrum voor Informatietechnologie CMI-NEN Centre for Medical Imaging CoRES Centre of Research Excellence CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs CRS Centre for Religious Studies CTMM Centre for Translational Molecular Medicine
CvB CvD CVO
College van Bestuur College van Decanen Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap
EAE Energy Academy Europe EBF Eric Bleumink Fonds EC European Credits (studiepunten) ECTS European Credits Transfer System EDGAR Energy Delta Gas Researchprogramma EDReC Energy Delta Research Centre EL&I Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (ministerie) ERIBA European Research Institute for the Biology of Ageing ERC European Research Council ESRIG Energy and Sustainability Research Institute Groningen EU Europese Unie FB Facilitair Bedrijf FEB Faculteit Economie en Bedrijfskunde FIFO First In, First Out FOM Fundamenteel Onderzoek der Materie (Stichting) fte fulltime equivalent GBB Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology (onderzoekinstituut) GESP Groningen Energy and Sustainability Programme GIA Groningen Institute for Archeology GMW Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (faculteit) GRIP Groningen Research Institute for Pharmacy GUIDE Groningen University Institute for Drug Exploration HANN
Healthy Ageing Network Noord-Nederland
81
HBO HG HO HOOP HR
J A A R V E R S L A G 2 011
Hoger Beroepsonderwijs Hanzehogeschool Groningen Hoger Onderwijs Hoger Onderwijs- en Onderzoeksplan Human Resources
ICT Informatie- en Communicatietechnologie IMDI Inovative Medical Devices Initiative ITM (Research) Institute of Technology and Management IVEM Centrum voor Energie- en Milieukunde JBI JSPE JSM 3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij
Joan Bernoulli Institute Jaarlijkse Strategische Personeelsenquête Junior Scientific Masterclass
KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen KUOZ Kengetallen Universitair Onderzoek KVI Kernfysisch Versneller Instituut k€ kilo-euro (100.000 euro) LLP LO
Lifelong Learning Programme Lokaal Overleg
MA MD MJA MKB mln MPI MSc m€
Master of Arts (academische titel) Medical Doctor (academische titel) Meerjarenafspraak Midden- en Kleinbedrijf miljoen Milieu Prestatie Indicatoren Master of Science (academische titel) miljoen euro (1.000.000)
19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering 35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen 55 Bijlagen 70 Verkorte jaarrekening 78 Accountantsverklaring
NFU Nederlandse Federatie van UMC’s NHL Noordelijke Hogeschool Leeuwarden NOVA Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek OBP Ondersteunend en Beheerspersoneel OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ministerie)
OV O&O
Openbaar Vervoer Onderzoek en Onderwijs
PhD PRC PWC P&R
Doctor of Philosophy (graad) Peer Review Commissie PriceWaterhouseCoopers Park & Ride
QANU Quality Assurance Netherlands Universities QS World University Ranking door het bedrijf Quacquarelli Symonds RFF RHM RIE RUG RvT
Rosalind Franklin Fellow RUG Houdstermaatschappij Risico-inventarisatie en -evaluatie Rijksuniversiteit Groningen Raad van Toezicht
SBE Stralingsbeschermingseenheid SBGG Stichting Business Generator Groningen SHARE onderzoeksinstituut van RUG en UMCG SEP Standaard Evaluatie Protocol SOG Studenten Organisatie Groningen SPR Sportvereniging Personeel Rijksuniversiteit/ Hanzehogeschool SPRINT Smart Mobility Devices with Improved Patient Prosthesis Interaction STW Stichting Technische Wetenschappen THE TLG
Times Higher Education (tijdschrift) Transfer & Liaison Groep
UB Universiteitsbibliotheek UCF Universitaire Commissie voor Functiebeperkte Studenten UCO Universitaire Commissie Onderwijs UCS Universitaire Commissie voor het Studentenbeleid UCW Universitaire Commissie voor de Wetenschapsbeoefening UD Universitair Docent
82
J A A R V E R S L A G 2 011
UEF Ubbo Emmius Fonds UHD Universitair Hoofddocent UHG Universiteit-Hanzehogeschool Groningen (samenwerkingsverband) UK Universiteitskrant UMC Universitair Medisch Centrum (algemene aanduiding) UMCG Universitair Medisch Centrum Groningen UOCG Universitair Onderwijscentrum Groningen U-raad Universiteitsraad USVA Universitaire Stichting Vormingsactiviteiten U4 samenwerkingsverband universiteiten Gent, Groningen, Göttingen en Uppsala
3 Inhoud 5 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 10 1. Valorisatie en maatschappij 19 2. Onderwijs 25 3. Onderzoek 30 4. Internationalisering
VNO-NCW werkgeversorganisatie (niet meer te beschouwen als afkorting) VO Voortgezet Onderwijs VSNU Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten Veni NWO-subsidie voor aankomende onderzoeker (geen afkorting) Vici NWO-subsidie voor gearriveerde onderzoeker (geen afkorting) Vidi NWO-subsidie voor gevorderde onderzoeker (geen afkorting) VWO Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs
55 Bijlagen
WGA Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten WHW Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen WO Wetenschappelijk Onderwijs WOPI Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie WOPT Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens WP Wetenschappelijk Personeel
70 Verkorte jaarrekening
ZIAM
35 5. Personeel en huisvesting 44 6. Bedrijfsvoering 50 Kerncijfers en kengetallen
78 Accountantsverklaring
Zernike Institute for Advanced Materials
Colofon Uitgave Afdeling Communicatie RUG Postbus 72 9700 AB Groningen Tel. 050 - 363 54 45 Fax 050 - 363 63 00
[email protected] Redactie Gert Gritter, Communicatie Rutger Klein Nagelvoort, Academische Zaken Leo Wenneger, Financieel Economische Diensten Ontwerp Dorèl Extra Bold, Groningen Fotografie Michel de Groot Elmer Spaargaren Publicatie Groningen, juni 2012