Afdeling Algemene Economie Faculteit Economie en Bedrijfskunde
In hoeverre heeft FDI een bijdrage geleverd aan economische groei in Tanzania?
Bachelor scriptie Datum:
december 2007
Scriptie begeleidster: drs.Naomi Leefmans Student:
Emile Kuijvehoven
Studentnummer:
0207020
1
Inhoudsopgave
1 inleiding
2
2 Definitie FDI & mondiale ontwikkelingen FDI
3
2.1 Het begrip FDI
3
2.2 Wereldwijde trends en ontwikkelingen FDI
3
3 De rol van FDI op economische groei en spillovers
6
4 Economische schets van Tanzania
8
4.1 Economie van Tanzania
8
4.2 Gevoerde economisch beleid en impact op FDI
9
5 Ontwikkelingen van FDI in Tanzania en de gevolgen voor de economie
12
5.1 Trends in FDI
12
5.2 Gevolgen voor de economische groei in Tanzania
13
6 Conclusie
14
7 Bijlagen
15
2
De bijdrage van FDI aan economische groei in Tanzania 1. Inleiding De mondiale groei van Directe Buitenlandse Investeringen (FDI) die in 2000 haar hoogtepunt bereikte van US$ 1,4biljoen, liep na een korte terugval in 2003 waar de FDI inflow onder de US$600 miljard kwam weer op tot US$916 miljard (UN, 2006). FDI zijn momenteel een van de grootste externe bronnen van financiering voor ontwikkelingslanden (UNCTAD, 2007). Het percentage FDI instroom binnen ontwikkelingslanden ligt vanaf 1992 rond de 20% van het totaal (UN, 2006, p4) en (figuur 1.1). De rol die FDI speelt, zowel wereldwijd alsook in ontwikkelingslanden, wordt dus steeds belangrijker. Naast de grootte zijn vooral de kenmerken van FDI belangrijk, zo voorspellen veel economische theorieën een positieve bijdrage van FDI aan economische ontwikkeling. Lizondo beschreef in zijn boek International Monetary Fund over de toenemende discussies over eigendom en het verdwijnen van nationale ondernemingen in de Verenigde Staten(2001, p68). Meer recentelijk speelt een dergelijke discussie in veel Europese landen, zo is in Nederland veel ophef geweest over de verkoop van KLM aan Air France en meer recentelijk staan de media vol berichten over een mogelijke overname van ABN AMRO door buitenlandse banken.
Tanzania is één van de armste landen. Het land heeft te
kampen met een Bruto Binnenlands Product van 800 dollar per hoofd van de bevolking volgens de koopkrachtpariteiten methode (CIA, 2006). Veel empirisch onderzoek naar de rol die FDI heeft voor het behalen van economische groei in Tanzania is er niet. Er is empirisch onderzoek gedaan door Ngowi (2001) en UNCTAD (2002). Dit onderzoek zal dan ook worden gebruikt voor het empirische hoofdstuk. Voor deelsectoren en voor de afkomst van bepaalde FDI-stromen bestaat meer onderzoek. Bijvoorbeeld Msuya (2007) schreef over de impact van FDI op de Tanzaniaanse landbouw sector, Kabelwa (2002) over Zuid-Afrikaanse FDI naar Tanzania. De centrale vraag waarop deze scriptie een antwoord probeert te vinden luidt: In hoeverre heeft FDI een bijdrage geleverd aan economische groei in Tanzania? Deze scriptie is verdeeld in zes hoofdstukken. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2, met daarin de definitie van het begrip FDI en de wereldwijde en de Afrikaanse trends in FDI. Deze trends zorgen ervoor dat de gegevens over de Tanzaniaanse trends in FDI in een bredere context kunnen worden geplaatst. Hoofdstuk 3 zorgt voor een theoretisch fundament. In dit hoofdstuk zal de rol van FDI op economische groei, bijvoorbeeld door middel van
3
externaliteiten (spillovers), worden verklaard. Hoofdstuk 4 behandelt de Tanzaniaanse economie. In dit hoofdstuk worden de relevante karakteristieken van Tanzania weergegeven, gevolgd door het gevoerde economisch beleid ten aanzien van FDI. In hoofdstuk 5 worden de trends van FDI in Tanzania gegeven om daarna de gevolgen van FDI op economische groei in Tanzania te behandelen. De relatie tussen FDI en economische groei zal worden benaderd door literatuur beschrijving in combinatie met een eenvoudige beschrijvende kwantitatieve analyse op basis van Tanzaniaanse FDI en BBP gegevens van de Wereld Bank Groep. In hoofdstuk zes wordt een korte samenvatting gegeven van alle eerdere hoofdstukken en tevens zal er een antwoord worden gegeven op de centrale vraag. 2. Definitie FDI & mondiale ontwikkelingen FDI Dit hoofdstuk is een korte inleiding van het begrip FDI. In de eerste paragraaf begint dit hoofdstuk met een definitie van het begrip FDI, gevolgd door §2.2 met daarin trends in FDI. De wereldwijde trends zullen worden gegeven om de ontwikkelingen en het belang van FDI vanuit een globaal perspectief te bekijken. 2.1 Het begrip FDI Binnen de economische theorie worden er meerdere definities gebruikt voor het begrip Directe Buitenlandse Investeringen. Om misverstanden te voorkomen zal hieronder de voor deze scriptie gekozen definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek worden gegeven. De definitie luid als volgt: er is sprake van directe buitenlandse investeringen indien er gewone aandelen of stemrechten door een buitenlandse partij in een onderneming worden verworven met een minimale grootte van 10%. De verworvenheid dient een permanent karakter te hebben, gericht op het verwerven van invloed binnen het management (CBS, 2007). Binnen deze scriptie is er gekozen voor de CBS definitie, omdat deze een breed aanvaarde en veel gebruikte definitie is. 2.2 Wereldwijde trends en ontwikkelingen in FDI In deze paragraaf zullen de FDI ontwikkelingen wereldwijd en in deelgebieden als ontwikkelingslanden, Afrika als geheel en Sub- Sahara Afrika aan bod komen. FDI is een relatief nieuwe manier van bedrijfsfinanciering. Voor 1985 werd er wereldwijd nog maar weinig gebruik gemaakt van deze methode van financiering. Na een
4
aarzelend begin kwam er vanaf begin jaren negentig een duidelijke stijging in het gebruik van FDI, waarmee het belang van dit middel aanzienlijk toenam. In afbeelding 1.1 (UNCTAD 2006) is duidelijk de opwaartse trend zichtbaar vanaf begin jaren negentig tot aan het jaar 2000. Na een korte daling die het gevolg was van een wereldwijde recessie is er vanaf 2003 wederom sprake van een duidelijk opwaartse trend. Er is veel onderzoek gedaan naar deze groei. De groei van FDI kan worden gezien als een teken van de toenemende globalisering (Ngowi, 2001, p.23). Enkele oorzaken voor de sterke groei, die worden aangevoerd zijn: fusies en overnames aan het einde van de jaren 90 (UNCTAD, 2006,p3). Lall en Narula beschrijven veel veranderingen ten aanzien van FDI in de zich openende wereldeconomie. Een trend die nauw samenhangt met de toename in het gebruik van FDI en die sinds de jaren tachtig haar intrede deed is het toenemende belang van multinationale ondernemingen (MNO) op de wereld economie. MNO’s zijn als het gaat om FDI en economische groei belangrijk op meerdere gebieden. Allereerst hebben MNO’s de belangrijke rol van private financier op zich genomen, in een periode waarin andere bronnen schaarser of meer volatiel werden. Technologie overdracht is een ander aspect dat MNO’s een belangrijke positie verschaft voor economische groei. Om FDI aan te treken is volgens Lall en Narula meer nodig dan het wegnemen van handelsrestricties (2004, p3). Voor ontwikkelingslanden gold dat ze in groten getale overstapten van een naar binnen gekeerde importvervangende industrie naar een open markt economie. Handelsbelemmeringen werden afgebouwd om meer FDI aan te trekken. Handelsrestricties maakten het moeilijk of minder rendabel om in gesloten economieën te investeren. Figuur 1.1 geeft een grafische weergave van globale FDI instroom als geheel, maar tevens ook verschillende groepen; zoals CIS landen, Ontwikkelde landen, ontwikkelingslanden. In figuur 1.2 zijn de FDI instroom voor Sub Sahara Afrika, een groep landen die vallen onder het Enterprice Benchmarking Program: Ghana, Kenia, Lesotho, Madagaskar, Mali, Mozambique, Senegal, Tanzania en Uganda en tot slot de FDI instroom van Tanzania apart weergegeven.
5
Figuur 1.1 FDI instroom, globaal en per economische groep, 1980–2005 ( In miljarden US$)
bron : UNCTAD, afgeleid van FDI/TNC database (www.unctad.org/fdi statistics)1.
Figuur 1.2 FDI instroom EBP landen 2 sub Sahara Afrika, Tanzania
Bron : http://www.fdi.net/documents/WorldBank/databases/snapshot_africa/docs/snapshot_africa_tanzania.pdf p8
1
Unctad gebruikt eigenvermogen, ontvangen inkomsten en ander kapitaal om FDI te kwantificeren. Hierbij dient te worden aangetekend dat data moeilijk internationaal kunnen worden vergeleken, aangezien niet alle landen de zelfde data raporteren. Bron:http://www.unctad.org/Templates/Page.asp?intItemID=3147&lang=1
6
Te zien in figuur 1.2 is dat FDI instroom in Tanzania min of meer de trend volgt van FDI instroom in Sub Sahara Afrika, met uitzondering van de periode 1998-2002. In deze periode piekt FDI instroom in Tanzania namelijk ver boven het Sub Sahara Afrika gemiddelde. Deze piek komt overeen met de piek van figuur 1.1, wat betekend dat Tanzania in tegenstelling tot Sub Sahara Afrika als geheel wel mee gaat met de wereld trend in deze periode. Dit valt te verklaren uit het stabiele politieke systeem in combinatie met de positieve bijdrage van het investerings promotie agentschap (IPA) (World Bank, 2006, p28). Volgens Pigato (2000, p1-2) loopt het klimaat voor het aantrekken van hoogwaardige FDI in Afrika achter bij de globale trends. Sinds eind jaren negentig zijn veel landen aantrekkelijker geworden als FDI investeringsgebied. Wel blijft er sprake van enkele tekortkomingen. Enkele belemmeringen zijn toetredingsbarrières. Veel landen in Sub-Sahara Afrika hebben nog te kampen met overgangsproblemen van regel- autoriteit naar de nieuwe rol van aantrekker van FDI, dus van passief regels toepassen naar een actief wervingsbeleid voeren. Economische factoren, zoals educatie, gezondheidszorg en infrastructuur spelen een grotere rol bij het achterblijven van Afrika ten opzichte van andere continenten. Veel Afrikaanse landen lopen met hun basisfactoren nog achter bij andere ontwikkelingslanden. Afrika zou meer hoogwaardige FDI kunnen aantrekken indien economische wetgeving meer zou aansluiten bij internationale standaarden (Pigato, 2001, p2). In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste globale trends weergegeven. In het volgende hoofdstuk zal de koppeling tussen FDI en economische groei worden gegeven. Later in hoofdstuk 5 zullen de trends voor Tanzania worden beschreven en zal er een terugkoppeling plaatsvinden naar dit hoofdstuk. 3 De rol van FDI op economische groei en spillovers Dit hoofdstuk zal de theorie over de relatie tussen FDI en economische groei weergeven. Deze theorie zal later in hoofdstuk 5 dienen als basis voor de beoordeling van de economische groei.
Binnen de economische
literatuur bestaan diverse publicaties die een verband geven tussen FDI en economische groei vaak in de vorm van externaliteiten (spillovers). FDI is een vorm van projectfinanciering, maar kan een bredere rol vervullen. Perkins en anderen beschrijven diverse effecten genoemd die voortvloeien uit de keuze voor FDI financiering (spillovers). Een aantal positieve
7
spillovers die kunnen voortvloeien uit FDI zijn: Ten eerste een verlaging van de volatiliteit van de geldstromen ten opzichte van andere kapitaalstromen. FDI omvat investeringen voor de langere termijn, ondernemingen zullen hierdoor investeren in projecten en productiemiddelen die niet noodzakelijkerwijs direct winstgevend zijn. Lage volatiliteit betekent dat de geldstroom weinig fluctueert, in tegenstelling tot veel andere buitenlandse investeringen die veelal snel wegvloeien indien er sprake is van tegenvallende resultaten. Lage volatiliteit is voordelig voor projecten die gebaat zijn bij continuïteit en die onvoldoende snelle winst genereren om zichzelf te financieren. (Perkins ea, 2001, pp 526-533) Een tweede spillover vorm die voortvloeit uit de toename van FDI is de creatie van werkgelegenheid. De instroom van FDI zou tot een toename van de productie leiden die op haar beurt een toename van nieuwe vacatures zou moeten inluiden. (Perkins ea, 2001, pp 526-533)
Als
derde spillover vorm gaat de theorie uit van een overdracht van technologie van het FDI verzendende land naar het ontvangende land. De achterliggende gedachte bij deze theorie is dat een onderneming die een duurzame investering in een onderneming doet bereid zal zijn om haar kennis direct of indirect ter beschikking te stellen aan het project of de onderneming waarin het investeert, met als doel een hoog rendement te behalen. (Perkins ea, 2001, pp 526533).
Ten vierde is er sprake van, een vergroting van de vraag
naar bedrijfsleiders (managerial capacity). Als vijfde de toegang tot wereldmarkten. Ondernemingen die voor haar oprichting of voor de ontvangst van FDI geen of weinig toegang tot wereldmarkten hadden krijgen vaak via de investerende partij, vaak een MNO, toegang tot markten in andere gebieden (Perkins ea, 2001, pp 526-533). Inporteren via moeder dochter constructies is vaak gemakkelijker dan importeren zonder relaties. Ook Loungani en Razin (2001) schrijven over voordelen die uit FDI te behalen zijn. Naast de eerder genoemde technologieoverdracht worden werknemers getraind en een bijdrage geleverd aan de belastingopbrengsten (2001, p2). Vaak is de directe belasting opbrengst voortvloeiend uit FDI echter niet erg hoog door lage belastingen op ondernemingswinsten van ondernemingen in dergelijke sectoren. Belastingen op aankopen van productiemiddelen of private aankopen lopen echter wel op.
8
In tegenstelling tot korte termijn buitenlandse kredieten zal FDI niet bij de minste geringste weerstand weer wegvloeien (Loungani en Razin, 2001, p3). FDI kan gezien worden als een langere termijn investering. Een reden hiervoor is dat investeringen in de vorm van FDI niet alleen financiëel zijn, maar ook een controlerende rol met zich mee brengen. Aangezien in deze controle functie wordt geïnvesteerd zal een onderneming niet direct zijn investering terugvorderen, maar eerst proberen om het geld terug te verdienen (Perkin ea, 2001, p528). FDI zal alleen tot economische groei leiden indien er binnen de industriële sector van het land voldoende technologie beschikbaar is om een voordeel te behalen uit de FDI (Lall en Narula, p461) Doordat er te veel geld gestoken wordt in het aantrekken van investeringen, waaronder dure belasting voordelen (waardoor landen veel opbrengsten mislopen). Leid een toename in FDI niet automatisch tot hogere opbrengsten voor het betreffende land (Lall, Neruda, 2004) Loungani en Razin ( 2001, p.3) beschrijven het verband tussen binnenlandse investeringen en de instroom van FDI als een één op één relatie, dit in tegenstelling tot andere financieringsbronnen als kapitaal instroom die met twee op één een stuk lagere groei zou veroorzaken. Volgens Borensztein, De Gregorio en Lee leidt een toename van FDI tot economische groei indien het onderwijspeil in het ontvangende land voldoende is om de groeiende vraag op te vangen (Loungani en Razin, 2001, p4).
4. Economische schets van Tanzania Om een beeld te vormen van het land Tanzania en haar houding ten aanzien van FDI, zal dit hoofdstuk, te beginnen bij §4.1, ingaan op de economie van Tanzania gevolgd door het gevoerde economische beleid ten aanzien van FDI in §4.2. Tanzania is een relatief onbekend land voor veel Nederlanders. Dit Oost-Afrikaanse land is vermoedelijk minder bekend dan het Victoriameer waar het aan grenst en waar 20% van de bevolking rondom woonachtig is (SIDA 2006). Tanzania is een jonge republiek. Op 26 april 1964 werd Tanzania onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk (CIA, 2007). In 1995 werden er voor het eerst sinds 1970 democratische verkiezingen gehouden. Tanzania telt 39,3 miljoen inwoners (CIA, 2007) en is daarmee één van de grotere landen van Afrika.
9
4.1 Economie van Tanzania Het BBP van Tanzania bedroeg in 2006 US$13,1 miljard dit is omgerekend in koopkracht $29,6 miljard. Zoals in de inleiding is vermeld is het BBP per inwoner $800 volgens het koopkracht pariteiten systeem (CIA, 2006). Het is een van de armste landen. Het percentage mensen dat leeft onder de armoedegrens bedraagt 36% (CIA 2002). Wat hierbij aangetekend dient te worden is het verschil in definities dat internationaal wordt gehanteerd. Over het algemeen geldt dat ontwikkelingslanden minder snel geneigd zijn mensen te bestempelen als levend onder de armoede grens dan zou gebeuren in ontwikkelde landen. Het grootste deel van de economie draait nog altijd op de agrarische sector die voor 80% van de arbeidsparticipatie zorgt (2002 CIA). Tanzania heeft een sterk negatieve handelsbalans. Het land importeerde in 2006 voor US$ 4,4miljard tegen een export van US$ 1,8 miljard . De belangrijkste handelspartners van Tanzania in de exportsector zijn China, Canada, India en Nederland en in de importsector Zuid-Afrika, China, Kenia, India, Verenigde Arabische Emiraten (CIA 2005, 2006). Het werkloosheidspercentage is niet beschikbaar (CIA 2007). Hierdoor 3is het niet goed mogelijk om te bepalen of FDI een positieve bijdrage heeft geleverd aan de werkgelegenheid. De landbouwsector zorgt voor 80% van de werkgelegenheid en daarmee voor 46% van het BBP. De industriesector zorgt slechts voor 10% van het BBP en is dan ook een van de kleinste van Afrika. Productie van grondstoffen, import substitutie en de verwerking van landbouwproducten zijn de voornaamste industriële producten. 4.2 Gevoerde economisch beleid en impact op FDI In deze paragraaf zal de rol van het Tanzaniaans beleid ten aanzien van FDI worden behandeld. Daarnaast zullen de keuzes die door de Tanzaniaanse instanties zijn gemaakt aan bod komen. In hoofdstuk 5 zullen de gevolgen hiervan voor economische groei worden bekeken. Om het investeringsklimaat voor zowel binnenlandse als buitenlandse investeerders te
3
Als criteria is er gebruik gemaakt van het percentage in/ en of export met Tanzania>5%
10
verbeteren is Tanzania vanaf 1986 begonnen met een hervormingsprogramma. Het land koos ervoor om de economie om te vormen naar een markt economie. Tijdens de hervormingen werd de staatscontrole op de economie verkleind om plaats te maken voor meer initiatief vanuit de markt. Het brede hervormingsprogramma bestond onder andere uit het reduceren van een begrotingstekort, een depreciatie van de overgewaardeerde wisselkoers, het terugdringen van handelsrestricties en zorgde voor een herstructurering van de financiële sector (TIC, 2004, p40). Veel regels zijn geschrapt en er is een begin gemaakt met het opzetten van instituties om marktinvesteringen mogelijk te maken en te ondersteunen. Enkele van de grootste hervormingen waren: handelsliberalisering, financiële sector hervormingen, privatiseringen, hervormingen van de publieke sector, decentralisatie, belasting hervormingen en economische hervormingen in de mijnbouw, het toerisme, landbouw, de industrie, handel en de infrastructuur. De hervormingen waren gericht op het openstellen van markten, om de markt haar werk te laten doen. Deze veranderingen hebben ervoor gezorgd dat de efficiency verbeterde en dat de groeibeperkende omstandigheden werden terug gedrongen (TIC, 2004, p40). Privatiseringen zouden naar Oost- Europees en Latijns Amerikaans voorbeeld een aantrekkende werking moeten hebben op FDI. In Oost-Europa en Latijns-Amerika waren immers al grote successen geboekt met het aantrekken van nieuwe FDI initiatieven (TIC, 2004, p40) (US state departement, 2007). Het investeringsklimaat van Tanzania veranderde drastisch in 1990. In juni 1990 werd de eerste marktgerichte investeringscode opgesteld die voor het eerst toestond dat buitenlandse investeerders zich konden vestigen in Tanzania, de wet stond bekend onder de naam “National Investment Promotion Act” (NIPA). Met de invoering van de wet werden enkele sectoren van de economie opengesteld voor private investeringen en werd het “Investment and Promotion Centre” (IPC) opgericht. IPC werd opgericht voor het aantrekken van binnen- en buitenlandse FDI (TIC, 2004, p8). Het beleid van Tanzania is tegenwoordig open en gericht op samenwerking met partnerlanden. Samenwerking is één van de voorwaarden voor het aantrekken van FDI. Tanzania heeft in de jaren negentig diverse verdragen ondertekend om gezamenlijk met andere landen het investeringsklimaat in Afrika te verbeteren. Op 10 september 1962 werd Tanzania lid van het internationaal monetair fonds (IMF). Tanzania werd lid van de Wereld Handels Organisatie (WTO) op 1 januari 1995.
11
Ondanks de ingrepen in het investeringsklimaat bleef één van de randvoorwaarden voor het aantrekken van investeringen en met name FDI sterk achter. In bijlage 2 valt af te lezen dat het in 2002 nog erg slecht gesteld was met de infrastructuur. Op alle infrastructurele gebieden stond het land er slecht voor. De overheidsscores voor 2003 zagen er op één uitzondering na goed uit. Uitsluitend op het gebied van menselijk kapitaal wat overigens wel weer een voorwaarde is voor het aantrekken van FDI. Het vinden van gekwalificeerd personeel is dan ook op de zevende plaats van de top tien met investeringsbelemmeringen voor Tanzania terug te vinden (bijlage 3b). In de tabel die is weergegeven in bijlage 5 valt af te lezen dat de reële FDI groei in US$ vanaf begin jaren negentig een enorme groei heeft doorgemaakt van 12miljoen in 1992 naar 243miljoen 10 jaar later. Daarbij kan worden opgemerkt kan dat in 1999 de FDI instroom zelfs op een hoogtepunt van US$517miljoen had gestaan. Voor een grafische weergave van de FDI instroom in Tanzania zie pagina 5. Zuid-Afrika stak in 2001 ver boven andere verschaffers van FDI uit (TIC, 2004, p2526). Aangezien Zuid-Afrika de grootste verstrekker van FDI is zal hier een korte beschrijving volgen van de totstandkoming van de goede relatie met dit land. Ten tijde van de apartheid was er nauwelijks sprake van Zuid-Afrikaanse FDI in Tanzania. De tweede helft van de jaren negentig kwam de FDI stroom op gang. De verdeling van FDI over Oost Afrika was echter niet evenredig, Tanzania ontving relatief veel FDI ten opzichte van landen als Kenia en Uganda. Mogelijke oorzaak voor de FDI positie van Tanzania ten opzichte van Zuid Afrika liggen vermoedelijk op het politieke vlak. Tanzania steunde dissidenten en vluchtelingen ten tijde van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Na de val van het oude regime in Zuid Afrika kwam het ANC aan de macht. Deze partij had van oudsher een positieve relatie ten opzichte van Tanzania, waardoor de vijandelijke relatie tussen beide landen veranderde in die van samenwerkende landen. Andere belangrijke bijdragen aan de instroom van Zuid-Afrikaanse FDI zijn de privatisering van staatsbedrijven, introductie van regelgeving en het stimuleren van prikkels in de voor Zuid Afrika belangrijke mijnbouwsector (Kabelwa, 2002, pp1-3). Voor het aantrekken van FDI is het belangrijk om rekening te houden met de karakteristieken van deze manier van financiering. In tegenstelling tot korte termijn investeringen gelden er voor FDI andere waarderingsmaatstaven. Korte termijn wisselkoers fluctuaties zijn van ondergeschikt belang voor FDI. De Tanzaniaanse overheid heeft zichzelf ten doel gesteld om in 2025 tot de groep van
12
middeninkomen landen te gaan behoren. Om van Tanzania een midden inkomen land te maken dient het land een jaarlijkse BBP groei van 8% te behalen. De procentuele investeringsratio ten opzichte van de BBP groei die nodig is om de doelstelling te behalen is 40%. Het huidige percentage licht met 20% op de helft. Binnenlandse investeringen zijn onvoldoende om het percentage te verdubbelen (TIC, 2004, p47,110). Naast economische condities is er nog een ander probleem dat FDI instroom zou kunnen belemmeren. De infrastructuur in Tanzania is onvoldoende toegerust op de vraag van buitenlandse investeerders (zie bijlage 2). Bijlage 3b geeft de top tien van de belangrijkste investeringsobstakels met daarin de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van elektriciteit en water samen met de kosten van infrastructuur bovenaan. 5. Ontwikkelingen van FDI in Tanzania en de gevolgen voor de economie Hoofdstuk 5 zal nader ingaan op de empirische resultaten. 5.1 Trends in FDI Vanaf 1992 begon FDI op grotere schaal haar intrede te maken in Tanzania, zie de tabel in bijlage 5 en afbeelding 1.2. FDI groeide in het tweede gedeelte van de jaren negentig sneller dan de Tanzaniaanse economie waardoor het belang van FDI in het land toenam (UNCTAD, 2002, p9). Dit is tevens af te lezen in de tabel in bijlage 5. Volgens Unctad “Investment Policy Review” (2002, p1) was Tanzania op weg een van de voorlopers op het gebied van FDI in Afrika te worden. In de periode 1990-2002 FDI was het grootste in de mijnbouw, industriële en in de toeristische sector, met respectievelijk 947 en 346 projecten op een totaal van 2202 projecten (TIC, 2004, p35) De instroom van Zuid Afrikaanse FDI in de landbouwsector is erg beperkt. Terwijl de Landbouw sector voor de Tanzaniaanse economie een van de belangrijkste sectoren is kwam in de periode 1993-2002 minder dan 1% van de Zuid Afrikaanse FDI in deze sector terecht (Kabelwa, 2002, p12). Van de periode na 2002 zijn geen sectorale FDI cijfers voor Tanzania beschikbaar. De invoering van de “National Investment Promotion Act” 1990 zorgde voor een toename van de investeringen. In tabel 5 valt af te lezen dat de sterke toename van netto instroom van FDI in 1992 begon. Drie jaar later was de instroom van FDI al vertienvoudigd. FDI als percentage van het BBP noteerde in 1999 het hoogste groei percentage. In bijlage 4 zijn grote relatieve en reële verschuivingen in FDI instroom waar te nemen voor de periode 1999-2001. Zo is de instroom voor de mijnbouwsector sterk afgenomen
13
terwijl de instroom voor landbouw en transport sterk zijn gestegen. De stijging in de transport sector zou kunnen samenhangen met de in hoofdstuk 4 gemaakte conclusie dat de infrastructuur op een wereldwijde schaal nog erg slecht scoorde. 5.2 Gevolgen voor de economische groei in Tanzania Om economische groei als gevolg van FDI instroom in Tanzania te meten is een aantal instrumenten gebruikt. Als eerste is er gebruik gemaakt van beschrijvende literatuur. Als tweede is er gebruik gemaakt van eenvoudige beschrijvende kwantitatieve analyse. Volgens Kabelwa (2002, p11) hebben Zuid Afrikaanse ondernemingen moderne technologie geïntroduceerd in Tanzaniaanse bedrijven. Een ander voordeel dat volgens Kabelwa (2002, p12) voortvloeide uit Zuid-Afrikaanse FDI was de toegenomen competitie, waardoor de productkwaliteit verbeterde en de beschikbaarheid van producten toenam. Het effect van Zuid Afrikaanse FDI op de werkgelegenheid in Tanzania is niet eenduidig, duidelijk waar te nemen is de verschuiving van arbeidskrachten van Tanzaniaanse naar ZuidAfrikaanse ondernemingen, maar het effect op de totale werkgelegenheid is daarmee nog niet duidelijk (Kabelwa, 2002, p12). In bijlage 5 is een jaar na de enorme groei in absolute zowel als relatieve FDI instroom vanaf ongeveer 1993 een sterke toename af te lezen in BBP groei en BBP uitgedrukt in koopkrachtpariteit. In bijlage 4 is voor de periode 1999-2001 per sector de FDI instroom in US$ en in groei percentages weergegeven, tevens is het BBP groei percentage weergegeven. Binnen de mijnbouw en delfstoffen sector was er in het jaar 2000 ten opzichte van het voorgaande jaar een afname van de reële en de relatieve FDI -instroom gevolgd door een reële en relatieve toename in 2001. Dit in tegenstelling tot het BBP in de mijnbouw en delfstoffen sector dat uitsluitend een relatieve stijging presenteert. Voor de landbouw sector geldt eveneens dat er geen verband valt vast te stellen. Indien met behulp van bijlage 5 alle sectoren samen is er geen positief verband waar te nemen tussen FDI instroom en BBP groei. De sectorale FDI data voor Tanzania die gebruikt zijn voor deze scriptie zijn erg beperkt door het kleine aantal jaren. De Sectorale BBP data komen uit een andere bron dan de FDI data door verschillen in methodiek en afbakening kunnen hierdoor vertekeningen optreden.
14
6 Conclusie Hoofdstuk 1 begon met globale trends in FDI. Wereldwijd is er een stijging waar te nemen, deze komt ook terug in figuur 1.1 en 1.2 in hoofdstuk 2. De stijgende trend is niet uitsluitend wereldwijd, maar geldt ook voor ontwikkelingslanden. Ondanks dat er in Afrika nog niet op grote schaal FDI wordt aangetrokken, kwam er in Tanzania vanaf 1992 geleidelijk steeds meer FDI het land binnen. FDI is een relatief nieuwe financieringsvorm, waar helaas nog niet voor alle landen gedegen onderzoek naar is gedaan. In het bijzonder voor ontwikkelingslanden als Tanzania is er nog weinig onderzoek verricht naar de rol, de grootte en de positie van FDI. In hoofdstuk 3 is de relatie tussen FDI en economische groei theoretisch beschreven. Om de Tanzaniaanse praktijk te onderzoeken is in hoofdstuk 4 het land met de voor haar specifieke kenmerken beschreven die een rol kunnen spelen bij het aantrekken van FDI. Hoofdstuk 5 geeft de ontwikkeling in FDI en de gevolgen voor de economie weer. Ondanks theoretische verwachtingen op een positief verband tussen FDI instroom en economische groei is er empirisch weinig waar te nemen in Tanzania. Er zijn aanwijzingen voor een verband tussen FDI en BBP groei al is het te vroeg om te stellen dat er een sterk verband is en dat FDI een wezenlijke bijdrage levert aan de economische ontwikkeling van Tanzania. Zowel de FDI instroom als het BBP van Tanzania zijn sinds 1993 gegroeid. Dit zou een indicator kunnen zijn voor een verband, maar als de figuren uit bijlage 5 naast elkaar worden gehouden dan is er in ieder geval geen eenvoudige relatie af te leiden. De relatie tussen FDI en economische groei kan naast een verhoging van het BBP ook zichtbaar zijn in de toename van positieve externaliteiten. Externaliteiten kunnen zich onder andere tonen door een verhoogde opleidingsgraad, door een toename in de belastingopbrengsten of op andere manieren. Binnen dit schrijven is ervoor gekozen om puur op het BBP effect te richten waardoor niet alle economische groei die het gevolg zou kunnen zijn van een toename in FDI instroom is meegewogen. Problemen bij het vergaren van data zouden in de toekomst vermoedelijk kleiner worden door de toenemende groei in FDI projecten. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of de verwachte positieve bijdrage van FDI op economische groei zich ook in Tanzania zal voordoen. Indien er een positief verband is dan zou kunnen worden onderzocht hoe de opbrengsten van FDI het beste kunnen leiden tot een hogere economische groei.
15
Bibliografie Akinkugbe, O. (2003) Flow of Foreign Direct Investment to Hitherto Neglected Developing Countries. United Nations University World institute for Development Economics Research. Botswana http://www.wider.unu.edu/publications/dps/dps2003/dp2003-02.pdf CIA (2007) world fact book https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/ Kabelwa G. (2002) South African FDI Into East Africa: The Case of Tanzania Paper Prepared for the Globalization and East Africa Project ESRF, and delivered as Paper 3 to the Project’s Seminar ?????? ESRF http://www.esrftz.org/global/output/glob012.pdf Klein M., Aaron C., Hadjimichel B. (2001) OECD Global Forum on international Investment New Horizons and policy changes for foreign direct investment in the 21 century Mexico city: OECD http://www.oecd.org/dataoecd/24/60/2422017.pdf Lall S., Narula R.(2004) Foreign Direct Investment and its Role in Economic Development: Do We Need a New Agenda? The European Journal of Development Research (volume 16 nr 3 autumn) Oxfordshire: Taylor & Francis pp447-464 Loungani P., Razin A.(2001) How Beneficial is Foreign Direct Investment? Finance & Development (volume 38 nr2) Washington IMF http://www.imf.org/external/pubs/ft/fandd/2001/06/loungani.htm Malhotra K. (2004) Will trade and Investment Link in the Global Trade Regime Be Good for Human Development? The European Journal of Development Research (volume 16 nr 3 autumn) Oxfordshire:Taylor & Franc Pp 716-736 Meijer G., Heijman W.J.M., Ophen van J.A.C., Verstegen B.H.J. ea (2006) Hetrodox views on economics and the economy of the global society Amsterdam: VU http://dare.ubvu.vu.nl/bitstream/1871/10605/1/2006.Outward+FDI.pdf Msuya Elibariki (2007) The Impact of Foreign Direct Investment on agricultural Productivity and Poverty Reduction in Tanzania Kyoto: Kyoto University Mytelka L.K., Barclay L.A. (2004) Using Foreign Investment Strategically for Innovation. The European Journal of Development Research (volume 16 nr 3 autumn) Oxfordshire: Taylor & Francis PP 531-560 Ngoi, (2002) Foreign Direct Investment Entry Modes for Tanzania: Types, Driving Forcesand Implications. TanzanetJournal 3(1) 1-12 http://tanzanet.org/int/journal/tznetjournal_12_2002_entry_modes.pdf Perkins Radelet Snodgrass Gillis Roemer (2001) Economics of Development (5th edition) London: W.W.Norton & Company Ltd Pigato Miria, (2000) The Foreign Direct Investment Environment in Africa Africa Region Working Paper Series No. 15 World Bank Group Tanzania Investment Center (2004) Benchmarking Tanzania’s Foreign Direct Investment Investment Center (http://www.tic.co.tz/)
Dar es Salaam: Tanzania
UNCTAD 2002 Investment Policy Review The United Republic of Tanzania Switzerland : United Nations Publications United Nations (2005) Economic Development in Africa: rethinking the role of foreign direct investment. New York: UNCTAD http://www.unctad.org/en/docs/gdsafrica20051_en.pdf
16
United Nations Conference on Trade and Development (2006) World Investment Report 2006: FDI from Developing and Transition Economies:Implications for Development, Switzerland: UN
Websites: CBS 2007-07-11 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/begrippen/default.htm?conceptid=918 CIA Website bekeken op 3 juli 2007 https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/tz.html#Econ Sida website bezocht op 10 juli 2007 http://www.sida.se/sida/jsp/sida.jsp?d=479&a=1472&language=en_US Tanzania Website bekeken op 3 juli 2007 http://www.tanzania.go.tz/censusf.html UNCTAD (2007) http://www.unctad.org/Templates/Startpage.asp?intItemID=2527 US Department of State (2007) http://www.state.gov/r/pa/ei/bgn/2843.htm World Bank (2007) http://www.fdi.net/documents/WorldBank/databases/snapshot_africa
17
Bijlage 1 Sectorale verdeling BBP als percentages.
(tegen huidige prijzen) SECTOR
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Agriculture
48.00%
46.80%
44.80%
45.10%
45.00%
44.70%
44.70%
45.00%
46.10%
46.1%
Crops
37.30%
36.00%
34.50%
34.60%
34.70%
34.70%
34.80%
35.10%
36.4%
36.6%
Livestock
4.90%
5.00%
4.40%
4.60%
4.60%
4.30%
4.20%
4.3%
4.1%
4.0%
Forestry and Hunting
3.50%
3.40%
3.30%
3.1%
3.10%
3.20%
3.1%
3.1%
3.1%
3.1%
Fishing
2.40%
2.40%
2.50%
2.60%
2.70%
2.60%
2.60%
2.6%
2.5%
2.5%
Mining and quarrying
1.10%
1.20%
1.50%
1.40%
1.50%
1.60%
1.80%
2.1%
2.5%
2.8%
Manufacturing
7.40%
6.90%
7.40%
7.30%
7.50%
7.40%
7.30%
7.2%
7.0%
6.8%
Electricity and water supply
1.90%
1.70%
1.60%
1.70%
1.70%
1.60%
1.70%
1.6%
1.6%
1.6%
Electricity
1.70%
1.60%
1.40%
1.50%
1.50%
1.50%
1.50%
1.4%
1.4%
1.4%
Water
0.20%
0.20%
0.20%
0.20%
0.20%
0.20%
0.20%
0.2%
0.2%
0.2%
Construction
3.80%
4.40%
5.00%
5.10%
5.10%
5.30%
5.40%
5.6%
5.6%
5.7%
Trade restaurants and hotels
14.30%
13.10%
12.40%
12.40%
12.30%
12.20%
11.9%
11.7%
11.6%
11.6%
Transport and communication
5.60%
5.10%
4.80%
4.90%
4.90%
4.70%
4.70%
4.6%
4.5%
4.4%
Financial and business services
13.10%
13.30%
14.40%
13.70%
13.70%
14.1%
14.3%
14.3%
13.7%
13.8%
Finance and Insurance
3.30%
3.20%
3.10%
2.80%
2.80%
2.60%
2.70%
2.6%
2.6%
2.6%
Real Estates
9.50%
9.80%
11.00%
10.60%
10.70%
11.20%
11.30%
11.4%
10.8%
10.9%
Business services
0.03%
0.30%
0.20%
0.30%
0.30%
0.30%
0.30%
0.3%
0.3%
0.3%
Services
8.70%
10.60%
11.00%
10.90%
10.60%
10.50%
10.30%
9.7%
9.2%
8.8%
Public administration
5.85
8.00%
8.40%
8.30%
8.00%
7.80%
7.60%
7.2%
6.8%
6.5%
Education
1.20%
1.10%
1.10%
1.10%
1.10%
1.20%
1.20%
1.1%
1.1%
1.0%
0.60%
0.60%
0.50%
0.50%
0.5%
0.5%
0.5%
1.10%
0.90%
1.00%
0.90%
1.00%
1.00%
1.00%
0.9%
0.8%
0.8%
-4.00%
-3.20%
-2.80%
-2.40%
-2.30%
-2.10%
-1.90%
-2.0%
-1.8%
-1.7%
Public administration and other
Health Other services
0.50%
0.60%
0.60%
Less: Financial services Indirectly measured TOTAL (GDP)
100.00% 100.00% 100.00% 100.00% 100.00% 100.00%
Bron: Source:National Statistical Bureau
http://www.bet.co.tz/sect_contribution.html
100.00% 100.00%
100.00% 100.00%
18
Bijlage 2 Tanzaniaanse infrastructuur scores Tanzania's Basic Infrastructure 2002 Item
Score ( Benchmark= 100)
Air transport freight
1
Water access
60
Transmit ion and distribution
26
Electricity production
13
Port activity
1
Road networks
10
Information and communication (ICT)
2
Bron: UNCTAD Compass 2004
19
Bijlage 3a
Bron: UNCTAD Compass 2003
Bijlage 3b
Bron: UNCTAD Compass 2003
20
Bijlage 4 year
1999 FDI Amount
percentage
US$
Sector mining and quarrying
2000
GDP
FDI
per sector current prices
Amount
percentage
US$
2001
GDP
FDI
GDP
per sector current prices
Amount
percentage
US$
per sector current prices
293.6
54.80%
1%
9.5
3.50%
1%
37.7
8.40%
2%
48.5
10.80%
7% 12%
manufacturing wholesale, retail, trade
94
17.50%
7%
47
17.20%
7%
64.7
12.10%
12%
57.3
20.90%
12%
57
12.70%
construction
28.1
5.20%
5%
5.9
2.20%
5%
6.2
1.40%
5%
Agriculture
23.1
4.30%
45%
50.4
18.40%
45%
47.5
10.60%
45%
Transport
15.6
2.90%
5%
99.1
36.20%
5%
158.3
35.30%
5%
finance insurance
14.9
2.80%
14%
3.5
1.30%
14%
8.9
2%
14% 10%
Services
2.1
0.40%
11%
1
0.40%
11%
1.8
0.40%
Other
0
0
0%
0
0
0%
82.9
18.50%
0
Total
536.1
100%
100%
273.7
100%
100%
448.8
100%
100%
Bron : wereldbank http://esds.mcc.ac.uk/WDS_WB/TableViewer/tableView.aspx
Bijlage 5
Country/Group Tanzania Year
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
3.8
5.8
0.01
0
12
20
50
120
150
158
172
517
463
342
243
254
249
..
FDI, net inflows (% of GDP)
0.07
0.13
0.00
0.00
0.26
0.47
1.11
2.28
2.31
2.06
2.05
5.99
5.10
3.62
2.49
2.47
2.20
..
GDP (current US$)/1m
5100
4420
4259
4957
4601
4258
4511
5255
6496
7684
8383
8638
9079
9441
9772
10291
11311
12111
..
3.76
7.05
2.07
0.58
1.21
1.57
3.57
4.56
3.51
3.71
3.53
5.10
6.24
7.24
7.12
6.69
6.97
12506
13056
14018
14226
14343
14474
14640
14999
15619
16124
16643
17232
18144
19197
20514
21904
23449
25027
Series FDI, net inflows ((BoP, current US$)/1m)
GDP growth (annual %) GDP, PPP ((constant 2000 international $)/1m) Correlatian Coefficient Bron : IMF Annual IFS series (2007)
0.56