in fospectrum
o o g in dit nr.
IN S P E C T R U M R E L A T I E K R AN T
v o o r
7
k w a l i t e i t MEi 2007 - nr.
Haag Wonen schakelt Inspectrum in voor inventarisaties en conditiemetingen
‘Beheren op basis van betrouwbare database’ Pagina
3
Apeldoorn pakt wegherstel serieus aan Extra budget voor jaren 2007 en 2008 om achterstanden weg te werken
Zoals zoveel woningcorporaties werkt Haag Wonen steeds professioneler en (dus) steeds meer strategisch. Dat heeft ook geleid tot het uitbesteden van het uitvoeren van inventarisaties en conditiemetingen. Inspectrum doet dat nu en dat bevalt goed. De kans bestaat dat de samenwerking een structureel karakter krijgt. Corné van Eijk, teamleider
Pagina
11
Meetresultaten direct op het scherm Rijkswaterstaat schakelt Inspectrum in voor dagelijkse controle grondwaterstand
En verder Column 2 Rei-Lux en Inspectrum 4/5 Berichten 4/5 Energielabel verplicht 6 Ton Blom 7 Kees de Visser 8 Nieuwe methodiek Vestia 9 Inspectrum wil enthousiasme losmaken 10
Onderhoud van Haag Wonen, vertelt.
H
“Haag Wonen bestaat uit twee zelfstandige woonbedrijven: ‘Den Haag Centrum’, waar ik bij werk, en ‘Den Haag Zuidwest’. Samen beheren we verspreid over Den Haag 23.500 woningen en geven we ongeveer 33 miljoen euro per jaar uit aan onderhoud. Met zo’n uitgavenpost moet je economisch verantwoord omgaan. En als het om dergelijke bedragen gaat levert een kleine vooruitgang al veel op.” Haag Wonen heeft het onderhoud eenvoudig georganiseerd. Een front office is dagelijks bereikbaar voor reparaties en ander klein onderhoud, en een back office houdt zich bezig met planmatig en groot onderhoud. Conditiemetingen vormen de basis voor meerjarenonderhoudsplanningen (MJOP’s). Een verschil met veel andere woningcorporaties is dat voor Haag Wonen leefbaarheid een belangrijk thema is. Corné van Eijk: “Iedere corporatie kijkt naar de leefbaarheid, maar hier staat het met stip op de agenda. Dat komt omdat we ook bezit hebben in buurten als de beruchte Schilderswijk, waar de grootstedelijke problematiek zeer duidelijk aanwezig is. We proberen daar zo goed mogelijk mee om te gaan, vaak ook in overleg met de gemeente.”
Corné van Eijk
Eigen koers De beide woonbedrijven van Haag Wonen varen op deelgebieden hun eigen koers. Zo voert ‘Den Haag Zuidwest’ de conditiemetingen uit in eigen beheer, terwijl ‘Den Haag Centrum’ twee jaar geleden, na een reorganisatie, koos voor het outsourcen ervan. Van Eijk: “Zo’n beslissing komt vaak deels toevallig tot stand. Er vertrokken kort na elkaar twee medewerkers en toen hebben we besloten dat op te lossen door van twee functies een te maken en de conditiemetingen voortaan uit te besteden. Dan ga je wat ‘googelen’ en om je heen vragen of iemand een betrouwbaar bedrijf weet om die metingen uit te voeren. Zo zijn we eind vorig jaar bij Inspectrum terechtgekomen.” De gesprekken verliepen voorspoedig, het gevoel was goed en inmiddels heeft Inspectrum de eerste opdracht afgerond. Het betrof de totale inventarisatie van 27 woningcomplexen. Het goede gevoel is gebleven.
Lees verder op pag. 2 u
Martin Noorlander vindt.....
column
Het moment suprème is nu! Implementatie van wetgeving vergt meestal een lange doorlooptijd. Zo is het ook gegaan met de Energy Performance of Building Directive (EPBD). Belangrijker echter is ons te realiseren dat we nú van de nood (wet) een deugd (profit) kunnen maken. Dat vindt Rob van Haren, directeur van EBMconsult BV in Arnhem, dat nauw betrokken was bij de implementatie van EPBD in Nederland. Op verzoek van Inspectrum schreef Rob van Haren onderstaande column. Eén ding is zeker ondernemers: als u de EPBD goed invult en daarmee energiebesparing op een structurele wijze binnen uw organisatie prioriteert, liggen er tal van kansen. Vastgoedeigenaren en -beheerders kunnen nu, op het moment suprème, in één slag energiebesparingsbeleid op de agenda zetten en het tegelijkertijd in alle geledingen van de organisatie verankeren. Het EP(EnergiePrestatie)-certificaat is in het kader van de EPBD verplicht voor bijna alle gebouwen en is 10 jaar geldig. De gebouweigenaar dient bij een transactiemoment van verhuur of verkoop een geldig EP-certificaat aan de huurder of koper te leveren. u Vervolg van pag 1
EP-certificaat of EP-Advies Het EP-certificaat is een methodiek die is ontleend aan de EPAmethode. Als antwoord op vragen van marktpartijen en met als de doel de administratieve lasten te verlichten, heeft de overheid het EPA vereenvoudigd tot het goedkopere EP-certificaat. Een certificaat dat vanwege de prijs wellicht interessant is voor particulieren, maar dat inhoudelijk te beperkt is om een doorstap te maken naar daadwerkelijke energiebesparing. Er ontbreekt namelijk een praktisch advies over energie(kosten)besparing en terugverdientijd van energiebesparende maatregelen of duurzame energietoepassingen. Het uitgebreidere EP-Advies (EPA) brengt de daadwerkelijke realisatie van energiebesparing wél dichterbij (tegen slechts beperkt hogere kosten) en past daarmee beter bij de achterliggende gedachte van de EPBD: het stimuleren van energiebesparing binnen de gebouwde omgeving. Bovendien kan het EP-Advies ook bijdragen aan de opbouw of het verrijken van een gebouwinformatiesysteem. Met andere woorden: de investeringsbeslissing waar u als gebouweigenaar nú voor staat, kan bij een expliciete besluitvorming worden omgebogen naar een energiebesparingvisie met strategische en operationele betekenis. Het is een gemiste kans als u, om aan de minimaal wettelijke verplichten te voldoen, impliciet kiest voor lage certificeringkosten. Daarmee laat u toekomstwaarde onbenut liggen.. Rob van Haren
[email protected]
‘Beheren op basis van betrouwbare database’ Corné van Eijk: “Het is prima gelopen. Inspectrum heeft zich aan alle afspraken gehouden en wat me opviel was de goede manier waarop werd gecommuniceerd. Ook de wijze waarop we via internet inzage hebben in alle informatie die wordt verzameld is fantastisch. Ik had toevallig vanochtend een lid van ons managementteam naast me staan. Hij was verbaasd over alle informatie die op het scherm verscheen. Tot foto’s waarop de gebreken zichtbaar zijn aan toe. Beheren doe je op basis van een betrouwbare database en ons is wel duidelijk dat Inspectrum uitstekende diensten kan bewijzen bij het opbouwen daarvan.” Samenwerking Rond deze tijd wordt gepraat over de invulling van een meer structurele vorm van samenwerking. Corné van Eijk houdt een slag om de arm, maar verwacht dat beide partijen eruit komen. “Een langdurig contract zorgt voor rust in de organisatie en continuïteit. Het prettige van Inspectrum is ook dat ze met vragen komen. Waarom doen jullie dat? En waarom niet op een andere manier? Omdat ze kennis hebben van de materie kunnen ze dat doen. En om kennis draait het. Hoe meer kennis, in de vorm van informatie, wij in ons systeem hebben, hoe economischer we ons woningbestand kunnen beheren. Dat levert ook financiële voordelen op en een beter imago. Als klanten zien dat je nadenkt over de manier waarop je je onderhoud organiseert, hebben ze meer begrip voor bepaalde besluiten. Het is ook hun geld.” Een laatste puntje waarover Corné van Eijk te spreken is, is de sfeer. “Die is bij Haag Wonen heel laagdrempelig en informeel. Een beetje de Rotterdamse mentaliteit van ‘niet lullen maar poetsen’. Persoonlijk spreekt mij dat erg aan en ik merk dat Inspectrum daarin past. Het is zo’n bedrijf dat je niet in de steek laat. Ook niet in tijden dat het om wat voor reden dan ook misschien even iets minder goed loopt.”
inspectrum relatiekrant 7
mei 2007
infospectrum
Extra budget voor jaren 2007 en 2008 om achterstanden weg te werken
Apeldoorn pakt wegherstel serieus aan Liefst zeven miljoen euro heeft de gemeente Apeldoorn voor de jaren 2007 en 2008 extra uitgetrokken (bovenop het reguliere jaarlijkse budget van 1,8 miljoen) om alle onveilige plekken in de openbare ruimte aan te pakken. Niet genoeg om alle achterstanden weg te werken, maar wel een bedrag waar substantieel iets mee kan worden gedaan. Dat vindt ook Martin Noorlander, senior beleidsmedewerker openbare ruimte van de gemeente Apeldoorn.
Martin Noorlander
H
Het zijn drukke tijden voor de afdeling Wegen en Riolering waar Martin Noorlander deel van uitmaakt. De meest onveilige plaatsen moeten in kaart worden gebracht en er moeten aanbestedingen richting de aannemerij. Eind volgend jaar moet het budget op een verantwoorde manier zijn besteed en moet Apeldoorn met name voor fietsers en voetgangers een stuk veiliger zijn. Martin Noorlander: “We liggen aardig op schema. Volgende maand (mei, red.) verwacht ik dat wordt begonnen met het herstellen van de eerste verhardingen.” De inhaalslag in Apeldoorn kan niet los worden gezien van een reorganisatie van de afdeling W&R in 2004. Er werden nieuwe teams gevormd waaronder het team Beleid en Beheer. De eerste slag van dit team was het op niveau brengen van het geautomatiseerde wegbeheersysteem. Tegelijkertijd werd ook nieuw beleid geformuleerd, ook op het gebied van het beheer van de openbare ruimte. De definitieve aanzet tot het verbeteren van de situatie op de weg was het voornemen in het bestuursconvenant van het nieuwe college van B&W om het achterstallig onderhoud aan wegen weg te werken en zo Apeldoorn veiliger te maken. Toen daar ook nog eens eenmalig 7 miljoen extra voor werd uitgetrokken, kon met de werkelijke uitvoering worden begonnen. Daarbij wordt nauw samengewerkt met Inspectrum, dat ruim twee jaar geleden al door Apeldoorn werd binnengehaald voor een volledige inspectie van alle wegvakonderdelen die in beheer zijn bij de gemeente. Martin Noorlander: “Dat hebben ze toen goed gedaan. Positief vonden we vooral het contact dat steeds werd onderhouden. Er werd niet aan het eind van de rit een cd over de schutting gegooid en dat was het dan. Ook van het interne controlesysteem van Inspectrum waren we gecharmeerd. Van steekproeven die ze zelf lieten uitvoeren kregen wij ook rapporten. Heel professioneel allemaal.”
plekken aan te pakken, opdracht te geven voor het opnieuw inspecteren van alle wegvakonderdelen in de gemeente. Een inspectie die inmiddels voor de helft is afgerond. Aan de hand van de bevindingen zullen binnenkort de eerste concrete herstelwerkzaamheden aan het wegdek worden uitgevoerd. De oplevering van het tweede deel van de inspectie is volgens afspraak rond 1 juni. Martin Noorlander: “De samenwerking verloopt opnieuw uitstekend. Het is een enthousiaste club met korte lijnen die open en professioneel werkt. Met automatisering zijn ze ook ver. De software die ze gebruiken sluit perfect aan bij die van ons. We zijn nu goed bezig met wegbeheer. Eind volgend jaar zal een groot deel van de achterstand in onderhoud zijn weggewerkt.”
Toetsing nieuwe CROW systematiek in de praktijk Martin Noorlander is lid van de Gebruikersgroep Wegbeheer van het CROW, een keurmerk voor de softwarepakketten voor wegbeheersystematiek. Dat keurmerk moet ervoor zorgen dat de mogelijkheden en resultaten van de verschillende softwarepakketten op hoofdlijnen vergelijkbaar zijn. De manier waarop momenteel in Apeldoorn met wegbeheer wordt omgegaan is, aldus Martin Noorlander, ‘honderd procent volgens de systematiek’. Het is een van de eerste keren dat de nieuwe systematiek op een dergelijk grote schaal in de praktijk wordt getoetst en dus een mooie gelegenheid de bruikbaarheid en betrouwbaarheid te testen. Een definitief oordeel heeft Noorlander nog niet, maar de eerste vraagtekens heeft hij al wel geplaatst. “We merken dat de applicatie op netwerkniveau goed aansluit op de beleidsvorming, maar minder goed op de uitvoering. Als we met de resultaten naar buiten gaan lopen we regelmatig tegen andere zaken aan. De systematiek is dan soms te weinig divers. Er moeten misschien toch weer dingen in terug uit de oude applicatie, die eruit zijn gehaald om het te vereenvoudigen. Op zich een goed uitgangspunt, maar bruikbaarheid in de praktijk moet natuurlijk ook zwaar wegen.”
Alle wegvakonderdelen Een kennismaking die voor Apeldoorn voldoende reden was om Inspectrum eind vorig jaar, in het kader van het plan om onveilige mei 2007
inspectrum relatiekrant 7
Robert Haring over de voordelen Bedrijf uit Vught meet met speciale 3D-techniek stabiliteit van lichtmasten
Rei-Lux en Inspectrum werken samen Sinds een klein jaar werkt Inspectrum samen met Rei-Lux Benelux uit Vught. Een bedrijf dat het patent heeft op een intelligente, 3D-meettechniek, waarmee gebreken aan lantaarnpalen en andere (licht)masten kunnen worden aangetoond. Robert Haring van Rei-Lux over de voordelen van de samenwerking en de synergie tussen beide bedrijven.
E
Een vraag van de gemeente Enschede om 30.000 lichtpunten te inventariseren en controleren, bracht Rei-Lux in augustus vorig jaar in contact met Inspectrum. Robert Haring: “Van een contactpersoon bij de gemeente Heusden kreeg ik de naam door van Kees de Visser van Inspectrum. Ze hadden een goede indruk van hem en het bedrijf en vervolgens heb ik contact opgenomen.” Van het een kwam snel het ander. De opdracht van de gemeente Enschede werd samen uitgevoerd en al snel werden de mogelijkheden besproken om ook in andere gevallen samen op te trekken. Niet alleen de dienstverlening van beide bedrijven bleek naadloos op elkaar aan te sluiten, ook de bedrijfscultuur is volgens
Robert Haring vergelijkbaar. “Ik heb inmiddels veelvuldig contact met Rob de Jong en dat klikt perfect. We staan dezelfde manier van zakendoen voor en bij onze bedrijven werken vergelijkbare mensen. Down to earth-typen. Niet kletsen maar doen.” Speciale techniek Het voordeel van de samenwerking voor Rei-Lux zit vooral in de kennis en kunde die Inspectrum inbrengt als het gaat om het inventariseren van verkeersborden en groen. Rei-Lux zorgt voor aanvulling met een speciale techniek om de staat van lichtmasten te controleren, maar brengt in de samenwerking ook een groot netwerk in. Haring: “Wij werken al voor zo’n honderd gemeenten. In voorkomende gevallen kunnen we die attent maken op de dienstverlening van Inspectrum.” De speciale meettechniek waarvan Rei-Lux gebruikmaakt is ontwikkeld in Duitsland. Met een compact apparaat (dat gewoon met een bestelbusje kan worden vervoerd) kan zowel een statische als een dynamische meting worden verricht. Het testapparaat bestaat onder meer uit een 3D-camera, diverse lasers en een hydraulisch aangestuurde
berichten berichten berichten berichten berichte Twee nieuwe vastgoedinspecteurs
I
Inspectrum heeft onlangs twee nieuwe vastgoedinspecteurs in vaste dienst genomen: Peter van Huizen en Harvy Seweharan. Beiden komen uit de zogenaamde flexschil van Jobrent, het bedrijf dat voor Inspectrum (en andere opdrachtgevers) voorziet in de vraag naar flexibel personeel. Directeur Peter Rabou: “Peter en Harvy hebben bewezen dat ze goede inspecteurs zijn en bovendien passen ze uitstekend in het bestaande team. We hebben er weer twee goede inspecteurs bij.” De afdeling Vastgoed van Inspectrum wordt aangestuurd door Peter Rabou. Accountmanager is Hans van Tuikwerd. De infra-organisatie staat onder leiding van projectleider Ton Blom. De contacten met opdrachtgevers in de infrasector worden onderhouden door Kees de Visser.
inspectrum relatiekrant 7
mei 2007
Inspectrum blij met NEN-norm 2767
D
De nieuwe NEN-norm 2767 (een richtlijn voor de conditiemeting van bouw- en installatiedelen) leeft onder vastgoedbeheerders. Dat leidt Inspectrum af uit het grote aantal offerteaanvragen en opdrachten, gebaseerd op deze norm, dat is binnengekomen sinds de invoering eind vorig jaar. Directeur Peter Rabou vindt het een goede zaak dat de norm van kracht is geworden. “Voor onszelf omdat we de kennis hebben om inspecties volgens de norm uit te voeren en het dus werk oplevert, maar ook voor de beheerwereld als geheel. Er is nu een uniforme richtlijn en dat betekent dat conditiemetingen vergelijkbaar zijn. Omdat inspecterende bedrijven nu kunnen meten volgens dezelfde norm, spreken we als het ware dezelfde taal.”
Inspectrum houdt vast aan Infra Relatiedagen
E
Eind vorig jaar en begin dit jaar was Inspectrum weer aanwezig op de Infra Relatiedagen in respectievelijk Gorinchem en Hardenberg. Het betreft vakbeurzen in de grond-, weg- en waterbouwsector. Ook zusterbedrijf GeoCare was op beide beurzen met een eigen stand vertegenwoordigd. Met name de relatiedagen in Gorinchem waren drukbezocht. In Hardenberg viel de belangstelling wat tegen (mogelijk als gevolg van het slechte weer), maar toch zijn weer de nodige nieuwe contacten gelegd. Accountmanager Kees de Visser: “Veel gemeenteambtenaren die in onze doelgroep vallen zijn op de beurzen aanwezig. Daarom blijven we ook zeker deelnemen aan de Infra Relatiedagen.” Waar en wanneer de volgende beurs wordt gehouden is nog niet bekend.
infospectrum arm die drukkracht op de mast kan uitoefenen. De hele meting neemt niet meer dan een paar minuten in beslag. Ook dragers van bewegwijzering, verkeersregeling en reclame kunnen met de apparatuur van Rei-Lux worden gemeten. Robert Haring: “Al die masten staan 24 uur per dag bloot aan invloeden van het weer, van zure of verontreinigde grond, van verkeerstrillingen, strooizout, zwerfstroom en hondenurine. Zowel aluminium als stalen masten kunnen daardoor ondergronds en van binnenuit zodanig aangetast raken dat ze gevaar opleveren voor de omgeving.” Stabiliteit Met de komst van de meettechniek van Rei-Lux kan nu de stabiliteit van complete masten (van het deel onder het maaiveld tot de top) eenvoudig worden gemeten. Gemiddeld blijkt slechts 6 procent van de onderzochte masten van 20 of 25 jaar en ouder aan vervanging toe. Haring: “Met het oog op de veiligheid en de aansprakelijkheid van de gemeente, werden voorheen, bij twijfel, hele groepen masten tegelijk vervangen. Volledig ten onrechte, de meeste waren ongetwijfeld nog goed. Als je dan bedenkt dat een nieuwe mast
Robert Haring (rechts) met Kees de Visser van Inspectrum
zo’n 1.000 euro kost, is het duidelijk dat gemeenten met dit 3D-meetsysteem veel geld kunnen besparen.” Voor iedere mast die door het ISO 9001-gecertificeerde Rei-Lux wordt goedgekeurd wordt een zekerheidscertificaat afgegeven met een looptijd van vijf jaar. De aansprakelijkheid voor goedgekeurde masten wordt bovendien gedekt door een verzekering die is afgesloten bij het internationale verzekeringsconcern Allianz. Interesse gemeenten De belangstelling voor de meettechniek is groot. Robert Haring: “Rei-Lux is het enige bedrijf dat dit soort metingen kan verrichten en steeds meer
gemeenten tonen interesse. We krijgen ook verzoeken voor andere inspectiewerkzaamheden en zo mogelijk schakelen we daar Inspectrum voor in. Opdrachtgevers krijgen van ons de garantie dat ze met een bedrijf in contact komen dat op dezelfde manier werkt als Rei-Lux. Andersom werkt het natuurlijk ook. Als Inspectrum tegen stabiliteitsmetingen van masten aanloopt, zullen ze proberen Rei-Lux naar voren te schuiven.”
en berichten berichten berichten berichten berichten De heer C.J. Boer winnaar pda met navigatie
Inspectrum pakt groeninspecties op
Geslaagd voor CROW-opleiding
Z
I
Z
juiste mensen, de juiste software en kunnen inventarisatie, inmeten en inspectie combineren”.
ting is ook dat met het stellen van (hogere) eisen aan inspecties de concurrentie eerlijker wordt.
Zoals gebruikelijk werd onder de bezoekers van de stand van Inspectrum bij de Infra Relatiedagen in Gorinchem een pda met navigatiesysteem verloot. De handcomputer kwam in het bezit van de heer C.J. (KeesJan) Boer van Waterschap Rivierenland Gefeliciteerd!
Inspectrum heeft het dienstenpakket uitgebreid met inventarisaties en inspecties van groenvoorzieningen, met name van bomen. Voor de uitvoering van opdrachten in deze richting is de formatie uitgebreid met medewerkers die beschikken over uitgebreide groen- en bomenkennis. Kees de Visser: “We waren vroeger al actief in het groen, maar in de opbouwfase van Inspectrum hebben we de groenkant bewust even laten liggen. Nu is het juiste moment deze tak serieus op te pakken. We beschikken over de
Vier via Jobrent ingehuurde inspecteurs en twee inspecteurs van Inspectrum zijn begin dit jaar geslaagd voor de CROW-opleiding voor weginspecties. De cursus werd gevolgd bij Fundeon in Harderwijk, een organisatie die landelijk beroepsopleidingen verzorgt. De opleiding is de voorloper van een meer uitgebreide certificering in de toekomst, het zogenaamde Keurmerk Visuele Inspectie. Met dit keurmerk, dat waarschijnlijk in de tweede helft van dit jaar wordt ingevoerd, wil het CROW een bodem leggen in de kwaliteit van de opleidingen. De verwach-
mei 2007
inspectrum relatiekrant 7
Hans Scherpenzeel van SenterNovem EPBD gaat zorgen voor marktmechanisme om energie te besparen
Energielabel voor gebouwen uiterlijk 1 januari 2008 verplicht Eind vorig jaar is de energieprestatierichtlijn (EPBD) wettelijk vastgelegd en uiterlijk op 1 januari 2008 moeten eigenaren van gebouwen daadwerkelijk voldoen aan de verplichting om bij verkoop en verhuur een energieprestatiecertificaat te overhandigen. Deze keer besteden we aandacht aan de EPBD in de vorm van een interview met Hans Scherpenzeel, senior programma-adviseur bij SenterNovem en verantwoordelijk voor de communicatie richting de professionele markt rond het energieprestatiecertificaat, kortweg het energielabel. SenterNovem voert deze communicatie uit in opdracht van VROM. Hans Scherpenzeel
I
In 2003 hebben de EU-lidstaten besloten tot invoering van de EPBD. Nu is de daadwerkelijke invoering in Nederland in zicht. De enige onzekerheid is nog of er op 1 januari 2008 voldoende opgeleide adviseurs beschikbaar zijn, maar Hans Scherpenzeel verwacht dat dat het geval zal zijn. Toch is er, een goed half jaar voor het van kracht worden van de richtlijn, nog relatief veel onbekendheid rond de energieprestatierichtlijn. Bijvoorbeeld bij woningcorporaties en gemeenten. Dat gaat de komende maanden veranderen is de overtuiging van Scherpenzeel. “De communicatie komt nu eigenlijk pas goed op gang. Onze website www.energielabelgebouw.nl is in de lucht, we hebben een symposium gehouden voor adviseurs en we verzorgen wekelijks presentaties. Tegen het eind van het jaar is de noodzakelijke bekendheid er echt wel. Bovendien zet VROM voor de particuliere markt een uitgebreid communicatietraject op.” Al Gore Even terug naar het begin. Naar het waarom van de EPBD. ‘Het Al Gore-verhaal’, zegt Hans Scherpenzeel, verwijzend naar de acties van de voormalige vice-president van Amerika om de opwarming van de aarde wereldwijd onder de aandacht te brengen. In een wereld waarin olie en gas langzaamaan opraken moeten we toe naar alternatieve, duurzame energiebronnen en naar een meer verantwoord gebruik van energie. De gebouwen in Europa zijn verantwoordelijk voor 40% van de energievraag. De EPBD is bedoeld om die vraag te beperken.
inspectrum relatiekrant 7
mei 2007
Hans Scherpenzeel: “De EPBD sluit op die visie aan. Het is een richtlijn die gaat zorgen voor een marktmechanisme waarmee we energie besparen. Aan het energielabel ziet een koper of huurder voortaan wat hij koopt of huurt. En wil een verkoper of verhuurder een hogere prijs of hogere huursom vragen, dan kan hij investeren in energiebesparende maatregelen om een beter label te krijgen. Een koper of huurder betaalt dan misschien iets meer, maar in ruil daarvoor krijgt hij een gebouw of huis dat energiezuiniger is.” Natuurlijk kan het label ook voor de nieuwe koper of huurder aanleiding vormen om - op basis van maatwerkadvies - energiebesparende maatregelen te treffen. Gegevens Het binnenkort verplichte energielabel vertoont overeenkomsten met het vrijwillige, al langer bestaande, energieprestatieadvies (EPA). Net als bij de EPA’s moet een daartoe opgeleide adviseur via een opname bepalen welk energielabel in het kader van de EPBD geldt voor een gebouw of woning. Hans Scherpenzeel: “Als SenterNovem hebben we daar, in opdracht van het ministerie van VROM, opnamemethodieken voor ontwikkeld. Die sluiten aan op die van het vrijwillige EPA. Het energielabel is alleen verplicht op transactiemomenten. De gekozen invulling van het energielabel gaat gepaard met een beperkte hoeveelheid administratieve lasten, conform de doelen van het vorige kabinet. Tevens is zo veel mogelijk aangesloten bij bestaande regelgeving. Het energielabel vormt een goede opstap voor het treffen van energiebesparende maatregelen;
infospectrum daartoe kan een gecertificeerd adviseur een uitgebreid maatwerkadvies zoals het EPA opstellen.” Hans Scherpenzeel verwacht dat in de praktijk makelaars ook certificaten voor hun opdrachtgevers gaan regelen. Zij kunnen na een korte opleiding de opname verzorgen. Voor het opstellen van het energielabel worden dan gecertificeerde bedrijven ingehuurd. Ook gemeenten krijgen te maken met het energielabel. Scherpenzeel: “Dankzij het energielabel krijgen gemeenten een beter inzicht in hun eigen gebouwenvoorraad en daar kunnen ze bijvoorbeeld ook het beheer op afstemmen. Hetzelfde geldt voor woningcorporaties. Als je meer inzicht hebt in de bouwfysische staat van een woning, heb je een beter inzicht in je voorraad en is het mogelijk een meer strategisch voorraadbeleid uit te stippelen. Op informatie kun je sturen. Je ziet al woningcorporaties die daar heel voortvarend mee aan de gang zijn.” Uitstel corporaties Hans Scherpenzeel geeft aan dat VROM woningcorporaties een uitstel van de verplichting van het energielabel geeft tot 1 januari 2009, mits ze uiterlijk op die datum de hele voorraad hebben voorzien van een energielabel. “Zo wordt de tijdsdruk voor corporaties minder. Maar corporaties die nog geen begin hebben gemaakt, raad ik aan de certificering voortvarend op te pakken. Vanaf 2009 is het in ieder geval gedaan met iedere vorm van vrijblijvendheid.” Die laatste opmerking komt ook voort uit de manier waarop de overheid de EPBD benadert. ‘Serieus’ is het woord dat Hans Scherpenzeel daarvoor gebruikt. “Het heeft allemaal langer geduurd dan in 2003 was verwacht, maar er is wel iets goeds neergezet. En in het uitvoerende traject zal strikt met de regels worden omgegaan. Je ziet ook dat VROM werk maakt van flankerend beleid. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de koppeling van het energielabel met het woningwaarderingsstelsel. Het energielabel vormt een prima middel voor maatregelen om energiebesparing te bevorderen.”
Ton Blom (rechts) en Kees de Visser
Ton Blom nieuwe projectleider Ton Blom, sinds 1 maart als projectleider werkzaam bij Inspectrum, voelt zich op z’n gemak. Hij heeft snel zijn draai gevonden en van een inwerkperiode wil hij niet meer spreken. “Het voelt goed. Ik denk dat ik de juiste keuze heb gemaakt.”
E
Echt op zoek naar een andere baan was Ton Blom niet, maar het verzoek van Rob de Jong om bij Inspectrum te komen werken kwam niet ongelegen. “Ik zat als projectleider bij een bedrijf dat zich bezighoudt met verkeersregelinstallaties en parkeersystemen. Daar is niks mis mee, maar na 5 jaar was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Inspectrum kwam op het juiste moment op mijn pad.” Ton Blom is een geboren Zuid-Limburger die opgroeide in Ooij bij Nijmegen en die momenteel met vrouw en kinderen in De Steeg woont. Hij werd opgeleid als scheepswerktuigkundige, maar van de techniek is hij steeds verder afgedreven. Het managen van zaken en mensen is ervoor in de plaats gekomen. Ton Blom denkt dat zijn zienswijzen over de manier waarop dat zou moeten, overeenkomen met die van Inspectrum. “Voor mij is iedereen even belangrijk. Een project doe je altijd met elkaar. Het enige verschil is dat je allemaal een andere verantwoordelijkheid hebt. Ik ben de eerste om toe te geven dat ik als projectleider erg afhankelijk ben van de inspecteurs. Zij hebben de kennis, zij doen het werk. Ik organiseer en coördineer. Zo doen we het van het begin tot het eind samen.” Inmiddels heeft Ton Blom ook ideeën over hoe de werkzaamheden efficiënter kunnen worden ingericht en langzaam maar zeker zal hij die ook gaan uitvoeren. “Ik geloof inderdaad dat er nog wat slagen kunnen worden gemaakt. Maar alles op z’n tijd. De voortgang van de werkzaamheden is het belangrijkste. In sommige opzichten zal ik de touwtjes ook aantrekken. Uitgangspunt daarbij is dat we als bedrijf concurrerend moeten blijven.” Verbaasd heeft hij zich ook. Over het feit bijvoorbeeld dat inspecteurs zelf het initiatief namen tot het organiseren van een vakgroepdag. Ton Blom: “Waar zie je dat nog? Het bevestigde nogmaals mijn vermoeden dat ik hier op mijn plaats ben.” mei 2007
inspectrum relatiekrant 7
Kees van Staveren en
Kees de Visser kiest voor marktbewerking Kees de Visser stond voor een lastige keuze. Ging hij verder als projectleider Infra en Openbare Ruimte bij Inspectrum, of koos hij
Eerder besteedden we in dit blad aandacht aan een nieuwe aanpak van planmatig onderhoud door de Vestia Groep, een landelijk werkende woningcorporatie.
voor de commerciële kant, de marktbewerking? Het werd het laatste.
Een aanpak waarbij, uitgaande
De Visser: “Ik zit al een aantal jaren in deze markt en ik heb de
van een indicatieve meerjaren
contacten. Het zou zonde zijn daar niets meer mee te doen. Daarom
planning, de focus wordt gericht
heb ik de projectleiding uit handen gegeven. Met pijn in mijn hart,
op de actuele conditie en
want dat vond ik ook leuk, maar een mens kan niet alles.”
beleidssituatie van een complex.
D
Inmiddels is er door Ness Benelux
De noodzaak om te kiezen had alles te maken met de groei van Inspectrum. De Visser weer: “Ik merkte de laatste tijd dat ik tegen grenzen aanliep. En steeds vaker glipte dingetjes ertussendoor. Dat kan niet, daarmee doe je jezelf en ook opdrachtgevers tekort. Ik heb met de directeur Rob de Jong hierover gesproken en nadat ik mijn keuze had gemaakt is hij op zoek gegaan naar een nieuwe projectleider. Dat is Ton Blom geworden. Een prima vent, dat is me nu al duidelijk. Voor mij maakt dat het ook wat makkelijker de projectleiding los te laten.”
een softwareapplicatie ontwikkeld, Coplan planmatig onderhoud, die aansluit bij de aanpak van Vestia. Kees van Staveren, directeur van Vestia Bouw, die samen met Floris Boogert van
Kees de Visser heeft zich inmiddels gestort op de nieuwe uitdaging die voor hem ligt: het bewerken van de markt. Mogelijkheden voor groei zijn er volgens hem voldoende. “Dat is een van de redenen dat ik dit werk zie zitten. We hebben contacten met veel gemeenten, maar een heleboel hebben we ook nog nooit benaderd. Mijn overtuiging is dat we met onze expertise en knowhow nog bij veel gemeenten een toegevoegde waarde kunnen zijn. Ik ga met een goed product op stap en dat is lekker binnenkomen.”
Intermade, een bureau voor management en procesonder steuning, deze revolutionaire aanpak heeft bedacht, en Frans Razoux Schultz, Senior Sales Manager van Ness Benelux, over
Targets Voor de targets die zijn gesteld is Kees de Visser niet bang (‘ik heb een beetje druk nodig’) en dat heeft mede te maken met zijn achtergrond. Als vijfjarige vertrok hij in 1971 met zijn ouders naar Zuid-Afrika, om pas 28 jaar later, behoorlijk wereldwijs, terug te keren naar Nederland. Kees de Visser: “Mijn vader was architect en had onder andere een eigen aannemersbedrijf. Ik ben dus in de bouwwereld opgegroeid en heb zelf civiele techniek gestudeerd. Later ben ik ook zelf met een eigen aannemingsbedrijf van start gegaan. Pas toen de economische tijden slechter werden ben ik teruggegaan naar Nederland. En via Arcadis ben ik in 2002 bij Inspectrum terechtgekomen.” Na de opbouwperiode komen nu de jaren dat Inspectrum moet worden uitgebouwd. Kees de Visser ziet daartoe voldoende mogelijkheden. “Er staat een stevig fundament, kwalitatief kunnen we met iedereen concurreren en we zitten in een groeimarkt. Op basis van die elementen denk ik dat de toekomst er goed uitziet. Aan mij zal het niet liggen.”
Kees de Visser (links) en Ton Blom
de applicatie.
C
Coplan heeft inmiddels de interesse gewekt van verschillende woningcorporaties. Niet zo vreemd vinden Kees van Staveren en Frans Razoux Schultz, want als het om onderhoud gaat, gaat het automatisch over geld, veel geld. Kees van Staveren: “De kosten van onderhoud beslaan ongeveer 20% van de kosten van een woningcorporatie. Alleen bij Vestia geven we daar al tientallen miljoenen euro’s per jaar aan uit. Dat is ook de reden geweest dat we na zijn gaan denken over hoe het beter kan en uiteindelijk ook goedkoper.” Overtuigd van de nieuwe methodiek zocht Kees van Staveren een bedrijf dat een passende applicatie kon bouwen, ter ondersteuning van de werkwijze. Een vriend zette hem op het spoor van Ness Benelux, een IT-dienstverlener met een focus op het ontwikkelen en onderhouden van hoogwaardige applicaties. Ness geniet in brede kring bekendheid met het USoft-pakket, dat onder meer door veel grote ziektekostenverzekeraars (o.a. Achmea, Menzis en ONVZ) wordt gebruikt voor hun
inspectrum relatiekrant 7
mei 2007
Frans Razoux Schultz over coplan
infospectrum
Ness Benelux bouwt maatwerkapplicatie voor nieuwe methodiek Vestia
Links Frans Razoux, rechts Kees van Staveren
COPLAN: geavanceerde, integrale
oplossing voor planmatig onderhoud polisadministratie. Floris Boogert van Intermade werd als projectleider aan het Coplan-team toegevoegd. Maatwerkomgevingen Frans Razoux Schultz: “Wij zijn gespecialiseerd in het maken van maatwerkomgevingen en dat is precies wat Vestia zocht. We hebben een goede informatieanalyse uitgevoerd en vervolgens zijn we met het echte werk begonnen. Een jaar intensief samenwerken heeft begin dit jaar geleid tot de eerste release van Coplan. Volgens ons de meest geavanceerde, integrale oplossing voor de onderbouwing van planmatig vastgoedonderhoud. Het is een bundeling van de kennis van adviseurs en opdrachtnemende partijen in de corporatiesector. Coplan stelt woningcorporaties in staat om verantwoorde onderhoudsbeslissingen te nemen door het stellen van eisen aan de informatie die aan die beslissingen ten grondslag ligt. Kostenbesparingen komen hiermee binnen handbereik.” Dat het een intensief proces was, vindt ook Kees van Staveren: “Ik heb vooraf niet helemaal overzien wat er allemaal bij komt kijken. Om het compleet te krijgen hebben we nog een behoorlijke verdiepingsslag moeten maken. In die zin is het echt een samenspel geweest. Het resultaat is wel een applicatie waar alle essentiële zaken in zitten. De release dekt de methodiek volledig en bovendien zijn de schoonheidsfoutjes er al uit.”
anderzijds omdat ook scherper kan worden ingekocht als meer gegevens bekend zijn en de juiste leverancier bij een klus kan worden gezocht. Compleet verhaal Frans Razoux Schultz verwacht dat Coplan een commercieel succes gaat worden. “Dit is waar de corporatiesector op zit te wachten. Het is een heel compleet verhaal, maar alle informatie wordt laagdrempelig ontsloten. Iedereen kan ermee werken en door een gelaagde autorisatiestructuur is het mogelijk om inspecties door verschillende adviseurs te laten uitvoeren. De reacties zijn heel positief. Daarbij speelt mee dat de sector onder druk staat. Er moet steeds meer verantwoording worden afgelegd en dus moet het professioneler. Daarin past deze nieuwe applicatie.” Coplan werd op 18 januari jl. tijdens een seminar in het WTC in Rotterdam officieel geïntroduceerd. De applicatie is volledig webbased en kan daardoor op elke locatie worden gebruikt. Coplan kan desgewenst worden gekoppeld aan andere systemen en in overleg kunnen klantspecifieke functionaliteiten worden toegevoegd.
Voor meer informatie: www.coplan.nl, www.ness.com, www.vestia.nl
Volgens Kees van Staveren slaagt Vestia er met het pakket in een forse besparing (‘Zeker een kwart’) te realiseren op de kosten van planmatig onderhoud. Enerzijds omdat op basis van meer en actuele informatie betere beslissingen kunnen worden genomen, mei 2007
inspectrum relatiekrant 7
Inspectrum wil ook enthousiasme losmaken
Inspectrum hecht veel waarde aan de persoonlijke ontwikkeling van haar medewerkers. In het verlengde daarvan is het de bedoeling dat medewerkers zich bekommeren om vragen als: waar gaan we met Inspectrum heen? Welke mentaliteit en cultuur passen ons het best? En hoe worden we het bedrijf dat we willen zijn? De inspecteurs Egon Hendriks en Marc van Noppen leggen uit. Egon Hendriks (links) en Marc van Noppen
Niet tevreden met tevreden klanten...
D
De Pijleropleiding wordt het genoemd. Omdat het de bedoeling is dat de medewerkers die de opleiding volgen uitgroeien tot ‘pijlers’ van het bedrijf. Er is veel tijd ingestoken het afgelopen jaar, maar de resultaten mogen er ook zijn vinden Egon Hendriks en Marc van Noppen. Medewerkers zijn kritischer op zichzelf geworden en meer open naar elkaar toe. Met andere woorden: de gewenste cultuur wordt voelbaar. Egon Hendriks: “Het is behoorlijk ingrijpend. We hebben bijvoorbeeld allemaal een persoonlijk ontwikkelingsplan geschreven. Daarvoor moet je bij jezelf te rade gaan. Hoe sta ik in het leven?, hoe wil ik werken? Als je jezelf die vragen hebt gesteld ben je je bewuster van waar je mee bezig bent.” Marc van Noppen ervaart hetzelfde: “We hebben ook competentietesten gedaan en opdrachten uitgevoerd met elkaar. Dat kan behoorlijk confronterend zijn. Maar vooral ook leerzaam. Als pijlergroep hebben we nu het stadium bereikt dat we het project breder moeten trekken richting alle medewerkers.” Daartoe werd in januari een aanzet gegeven tijdens een personeelsbijeenkomst. Op verzoek van de directie presenteerden Egon Hendriks en Marc van Noppen daar een door henzelf geformuleerde visie voor het bedrijf. Een visie, kort en bondig, die pas na de nodige gesprekken en discussies tot stand kwam. Het resultaat luidt als volgt: ‘Inspectrum wil een bedrijf zijn waar medewerkers met plezier werken en waar ruimte wordt geboden voor persoonlijke ontwikkeling. Met onze dienstverlening streven we
10
inspectrum relatiekrant 7
mei 2007
naar tevreden en enthousiaste relaties’. Enthousiast “De toevoeging van het woordje ‘enthousiaste’ is belangrijk”, benadrukt Marc van Noppen. “Tevreden klanten wil iedereen, maar wij gaan een stapje verder. We streven ook naar enthousiaste klanten. Dat proberen we te bereiken door aan een kwalitatief hoogstaande dienstverlening extra’s te koppelen. In de vorm bijvoorbeeld van meedenken en oplossingen aandragen. Of door je te onderscheiden met een perfecte communicatie richting klant. Attent, alert, enthousiast. Dat zit ook vaak in kleine dingen.” Tijdens de interne Pijleropleiding, onder leiding van Rob de Jong, zijn tevens kernwaarden vastgesteld. De vier V’s: vertrouwen, verbondenheid, verantwoordelijkheid en vakmanschap. Marc van Noppen: “Voor mijn gevoel zijn we als medewerkers veel dichter bij elkaar komen te staan. We worden steeds meer het hechte team dat we willen zijn. Nu moeten we dat uitdragen. Intern, maar ook naar buiten. Het moet niet bij woorden en goede voornemens blijven. Opdrachtgevers moeten merken dat Inspectrum de juiste partij voor ze is om zaken mee te doen.” Egon Hendriks: “Een succesvol bedrijf dat werkt op basis van continuïteit en waarbij je als medewerker natuurlijk ook een goede boterham kunt verdienen. We mogen dan in zekere zin idealistisch bezig zijn, het feit dat er gewoon geld moet worden verdiend, verliezen we niet uit het oog.” Hoe het ook loopt, het opleidingstraject wordt door beiden als waardevol bestempeld. Marc van Noppen: “Onze directeur Rob de Jong zegt vaak dat je energie uit je werk kan halen en ik merk nu dat dat echt zo is. Als ik tegenwoordig thuiskom is de pijp niet leeg, maar heb ik nog zin om dingen te doen. Prachtig toch?”
Jeanet houdt de vinger aan de pols
infospectrum
Rijkswaterstaat schakelt Inspectrum in voor dagelijkse controle grondwaterstand
‘Meetresultaten direct op het scherm’ In opdracht van Rijkswaterstaat worden de Twentekanalen verbreed en verdiept om de scheepvaart meer ruimte te geven en extra waterafvoer mogelijk te maken. Op het traject Eefde-Diepenheimsebrug ligt het kanaalpeil hoger dan het omliggende land, waardoor er sprake is van een kwelwaterrisico. Om die reden wordt de grondwaterstand dagelijks door twee medewerkers van Inspectrum, de heren Toeter en Van Someren, met behulp van peilbuizen gecontroleerd. Projectleider Jeanet Matser-Bulters van opdrachtgever Rijkswaterstaat houdt de vinger aan de pols.
H
Jeanet Matser-Bulters
Het is een omvangrijke klus waarmee de aannemerscombinatie VWMH in oktober 2005 begon. De vondst van explosieven zorgde ook nog eens voor een vertraging van enkele maanden, waardoor de werkzaamheden naar verwachting pas eind dit jaar kunnen worden afgerond. Het zand dat vrijkomt wordt gebruikt als ondergrond voor de verlenging van de nieuwe snelweg A35, WierdenAlmelo. Deze verbinding zal in de loop van 2008 zijn gerealiseerd.
‘Leuk werk en je bent lekker buiten’ Ze beschouwen het dagelijks meten van de grondwaterstanden langs het Twentekanaal als een leuk klusje: Gerrit van Someren (71) en Joop Toeter (59). Maar geen vrijblijvend klusje. Ze nemen hun taak zeer serieus. “We worden er ook gewoon voor betaald”, zegt Arnhemmer Joop
Het kwelwaterrisico op het traject Eefde-Diepenheimsebrug komt voort uit het openhalen van de bodem tijdens de baggerwerkzaamheden. Het water kan daardoor wegzakken naar het omliggende land. Hierdoor stijgt het grondwaterpeil en dit kan leiden tot problemen. Bijvoorbeeld in de vorm van schade aan gewassen op de akkers of het wegspoelen van zandlagen waardoor dijken het kunnen begeven. Lees verder op pag. 12 u
Toeter, die als vutter geen zin heeft om achter de geraniums te gaan zitten. Hij is actief in het vrijwilligerswerk en kwam via Jobrent in contact met Inspectrum. “Drie dagen in de week meet ik nu grondwaterstanden. Ik ben er zo’n vijf uur per dag mee bezig en gemiddeld meet ik tachtig buizen. Het is leuk werk en je bent lekker buiten. Ik geloof dat Inspectrum wel tevreden is en dat moet ook. Tenslotte zijn we een soort ambassadeur van het bedrijf. Mensen vragen ook regelmatig wat we aan het doen zijn en dan geven we graag tekst en uitleg.” Zijn gepensioneerde collega Gerrit van Someren uit Dieren neemt twee dagen van de week voor zijn rekening. Hij legt uit wat de bedoeling is. “Rijkswaterstaat heeft de boeren in het gebied waar wordt gebaggerd beloofd dat de grondwaterstand nauwlettend in de gaten wordt gehouden. Om te voorkomen dat het land zo drassig wordt dat het voor die boeren niet meer te gebruiken is. De controle gaat met behulp van peilbui-
zen die in de grond zijn geslagen. Wij laten daar een meetapparaat met daaraan een meetlint in zakken. Als de sensor het water raakt hoor je een geluid en gaat een lichtje branden. Op dat moment meten wij de stand af. Die noteren we op een formulier en we voeren de stand in in onze pda.” Op het moment dat de stand is ingetoetst op de handcomputer is de informatie ook beschikbaar voor Rijkswaterstaat. Rechtstreeks contact met de opdrachtgever hebben Gerrit van Someren en Joop Toeter echter zelden. Toeter: “De raaien (groep van peilbuizen, red.) die we moeten controleren krijgen we dagelijks door van Kees de Visser van Inspectrum. Hij onderhoudt het contact met Jeanet Matser van Rijkswaterstaat.” Met de recente uitbreiding van de opdracht zijn de heren ook behoorlijk druk. Twee keer per maand worden alle peilbuizen in en rond de Twentekanalen gecontroleerd en Gerrit van Someren en Joop Toeter nemen in die dagen de in totaal liefst 600 buizen langs het Twentekanaal voor hun rekening. Van Someren: “Dat is even aanpoten, maar we zorgen dat het goed komt. Net als Joop zie ik het als een leuke en zinvolle tijdsbesteding. Wat ons betreft gaan we zo nog een tijdje door.”
mei 2007
inspectrum relatiekrant 7
11
agenda
infospectrum u Vervolg van pag 11
‘Meetresultaten direct op het scherm’ Jeanet Matser: “We hebben diverse maatregelen genomen om overlast door kwelwater te voorkomen. Zo mag er in het groeiseizoen niet worden gebaggerd op de locaties waar de kwelrisico’s het grootst zijn. Ook werkt de aannemingscombinatie met een techniek die moet voorkomen dat het water wegzakt. De bovenste sliblaag die op de bodem aanwezig is wordt na het baggeren teruggespoeld in het kanaal, zodat er direct een nieuwe sliblaag ontstaat. Die moet voorkomen dat het water de bodem inzakt en de grondwaterstand in de aangrenzende gebieden stijgt.” Dagelijks Alle maatregelen ten spijt is een stijging van het grondwater niet te voorkomen en daarom is besloten de stand dagelijks te meten. Via ingenieursbureau Oranjewoud, dat een monitoringsplan voor de grondwaterstand heeft opgesteld, kwam de vraag terecht bij Inspectrum. Jeanet Matser: “Het peilen is niet zo heel veel of heel
moeilijk werk, maar in de directe omgeving van waar gebaggerd wordt moet het wel dagelijks gebeuren. Inspectrum zag wel mogelijkheden dat te organiseren en we zijn het snel eens geworden. De praktijk pakt nu ook goed uit. De twee medewerkers die de buizen controleren doen hun werk heel consciëntieus.”
11 - 13 juni 2007 Provada Vastgoedbeurs Rai Amsterdam
Omdat de medewerkers zijn uitgerust met een handcomputer, kan Jeanet Matser direct over de informatie beschikken. “De werkwijze is perfect. Zonder vertraging verschijnen de meetresultaten op ons scherm. In het geval er iets gebeurt kunnen we onmiddellijk maatregelen nemen. Dankzij een GPSsysteem kunnen we zelfs zien waar de controleurs zich bevinden.” Verontrustende grondwaterstanden, zoals in het verleden bij de verbreding van het kanaal, hebben zich nog niet voorgedaan. De maximale stijging van het grondwater tot dusver is ongeveer 1 meter. De stijging wordt bepaald na toepassing van een correctie. Deze correctie hangt af van het resultaat van de meting van een peilbuis langs kanaal en die van een meting van een buis buiten het invloeds gebied van het kanaal.
13 juni 2007 Verkeerskundige werkdagen Hilversum Info: CROW, tel. 0318-695371 of www.crow.nl/congressen
Uitbouwen databestand Inmiddels zijn Rijkswaterstaat en Inspectrum het ook eens geworden over een aanvullende opdracht. Die betreft het uitbouwen van het databestand met grondwaterstanden. Jeanet Matser: “Voor ons is het waardevol om te weten wat de normale grond waterstand is. In het geval er dan werkzaamheden aan het kanaal worden uitgevoerd, kunnen we de standen die dan worden gemeten vergelijken met het normale peil. Nu de peilbuizen er toch staan pakt Inspectrum dit klusje erbij.”
12 en 13 juni 2007 Cursus Prestatiegerichte onderhoudscontracten Hilton Royal Parc Soestduinen, Soest Info: www.euroforum.nl
14 juni 2007 Aedes-congres 2007 Spant! Bussum Info: Aedes, tel. 0900-1232333 1 november 2007 Dag van Verkeer en Mobiliteit Houten Info: Expoproof Haarlem, tel. 023-5689289 10 - 12 november 2007 Infra Relatiedagen Gorinchem Info: www.evenementenhalgorinchem.nl
colofon inFOspectrum Eindredactie: Elles de Jong Teksten: Daan Appels (Appels Communicatie, Velp) Fotografie: Marc Pluim, Velp Cartoon: Erna Westrup, Wageningen Vormgeving/drukwerk: OBS Vormgeving en drukwerk
cartoon
INSPECTRUM BV Florijnweg 11c Postbus 11, 6880 AA Velp Telefoon: 026 38 40 560 Fax: 026 38 40 569 E-mail:
[email protected] www.inspectrum.nl
Vastgoed
Infrastructuur
Openbare ruimte
12
inspectrum relatiekrant 7
mei 2007