in fospectrum
o o g in dit nr.
Pagina
3
I N S P E C T R U M R E L AT I E K R A N T
v o o r
9
k w a l i t e i t mei 2 0 0 9 - nr .
Eindhovense wegbeheerder Björn Hamers: ‘Een verademing om zo te kunnen werken’
Inhaalslag en kwaliteitsslag in één
Energiebesparing is hot Streven naar 30% besparing in bestaande bouw
In Eindhoven maakte Inspectrum recent een inventarisatie en inspectie van de verharding en werden de wegmarkeringen en -belijning in een aantal delen van de stad geïnspecteerd. Wegbeheerder Björn Hamers van de Brabantse gemeente keek kritisch mee en
Pagina
8
Onderhoud is politiek niet interessant twee wegbeheerders die praten over hun vak
En verder Column 2 Meer met Minder 3/4 20 jaar Inspectrum 5/12 Beheer openbare verlichting 6/7 Wegbeheerders aan het woord 8/9 ‘Just in time’ principe 10/11 Agenda 12
maakt een tussenbalans op.
i
In een gespreid bedje kwam Björn Hamers niet toen hij twee jaar geleden werd benoemd tot wegbeheerder. Eindhoven had z’n zaakjes duidelijk nog niet op orde. Gegevens waren verouderd en incorrect, duidelijkheid ontbrak, evenals een goede toekomstvisie. Laat staan dat iemand wist welke financiële inspanning nodig zou zijn om te komen tot een situatie waarin gericht kan worden gestuurd. Björn Hamers zette er zijn tanden in en is niet ontevreden over wat in twee jaar is bereikt. “In drie stadsdelen hebben we de wegmarkering nu duidelijk in beeld. We kunnen op ieder moment raadplegen hoe het ervoor staat. En met de uitkomst van de weginspectie hebben we een begin kunnen maken met het opstellen van een meerjarenplanning. We kunnen nu gerichter sturen en aangeven welk budget er nodig is om in ieder geval niet achteruit te hollen. Maar op orde hebben we het wegbeheer zeker nog niet. Dat gaat nog een aantal jaren duren.” Voor Björn Hamers, geboren, getogen en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg, is Eindhoven niet vreemd. Hij studeerde er een aantal jaren aan de Technische Universiteit, nadat hij eerst de opleiding
Bjørn Hamers
civiele techniek aan de HTS Heerlen had afgerond. Na korte tijd te hebben gewerkt bij een ingenieurs bureau in Roermond, trad hij in 2005 bij de gemeente Eindhoven in dienst als uitvoeringscoördinator civieltechnische werken. Ruim twee jaar later solliciteerde hij met succes naar de functie van wegbeheerder. Björn Hamers: “Eindhoven is een grote gemeente, gemeten naar het aantal inwoners de vijfde stad van Nederland. Er zijn hier altijd grote werken en dat maakt het interessant en uitdagend. Er heerst hier gelukkig ook geen echte ambtenarencultuur. Ik heb de verantwoording voor het wegbeheer en krijg de vrijheid om korte slagen te maken. Je ziet vooruitgang en dat is lekker werken.” Een soort nulmeting was noodzakelijk om inzicht te krijgen in de actuele situatie. Inspectrum kreeg de voorkeur boven twee andere inspectiebedrijven. “We hebben niet alleen op prijs geselecteerd. Er zijn wegingsfactoren toegevoegd. Een belangrijke vraag voor mij was hoe een bedrijf zijn eigen kwaliteit controleert. Inspectrum heeft dat goed voor elkaar. Lees verder op pag. 2 u
column
Gediplomeerde inspecteurs als kwaliteitsgarantie
u Vervolg van pag 1
CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Op het kantoor in Ede wordt praktisch toepasbare kennis ontwikkeld voor beleidsvoorbereiding, planning, ontwerp, aanleg, beheer en onderhoud. Regelgeving die soms weinig invloed heeft op de uiteindelijke uitvoering van bijvoorbeeld inspecties en over kwaliteit in het algemeen. Onderstaand betoogt Ceciel van Iperen, projectmanager CROW, dat het kennisplatform zich daar wel degelijk wat aan gelegen laat liggen. We kennen de voorbeelden allemaal. Uit onderzoeken naar APK-keuringen van auto’s bijvoorbeeld. De ene garage stelt een ernstig mankement vast, terwijl de monteur bij een ander bedrijf je vertelt dat je nog best een tijdje verder kunt rijden. Interpretatieverschillen die ook voorkomen bij het inspecteren van wegvakken.Hoe ernstig is een bepaalde schade? Zeg het maar. Er is een kans dat tien inspecteurs tot tien verschillende conclusies komen. Een beetje gechargeerd misschien, maar toch. Ook aan dat soort problemen werken we als CROW. Bijvoorbeeld door publicaties aan te scherpen en erkende diploma’s in te voeren. Tot totale eensgezindheid zal dat nooit leiden, maar de verwachting mag op z’n minst zijn dat de extremen eruit worden gehaald. Ik noem dat ‘werken aan kwaliteit’ en op het gebied van wegbeheer is de invoering van een diploma voor weginspecteurs een kwestie van tijd. De eerste stap hebben we enige jaren geleden gezet met de invoering van een keurmerk voor wegbeheersoftware. Een keurmerk dat in nauwe samenspraak met de Gebruikersgroep Wegbeheer tot stand is gekomen. Het moet ervoor zorgen dat de mogelijkheden en resultaten van de verschillende softwarepakketten op hoofdlijnen vergelijkbaar zijn, onafhankelijk van de leverancier. Daarmee leggen we een bodem als het gaat om de kwaliteit van onderhoudsplanningen en -begrotingen. Stap twee is het invoeren van een diploma voor inspecteurs. Omdat de resultaten van visuele inspecties staan of vallen met de kwaliteit van de persoon die de inspecties doet. Met die invoering zijn we nu een heel eind. Het diploma gaat bestaan uit twee deelcertificaten, een theoriedeel en een praktijkdeel. Het eerste theorie-examen is deze maand (april, red.) en het praktijkexamen hopen we uiterlijk begin volgend jaar gereed te hebben. Het duurt misschien allemaal wat lang, maar er komt ook veel bij kijken. Bovendien, als wij als CROW er onze naam aan verbinden, willen we de zekerheid hebben dat de toetsing goed gebeurt.
2
inspectrum relatiekrant 9
mei 2009
Gediplomeerde inspecteurs zijn in de toekomst een soort garantie voor opdrachtgevers. Iedereen kan zich inspecteur blijven noemen, het blijft een vrij beroep en er zijn ongetwijfeld veel goede, niet-gediplomeerde inspecteurs, maar de verwachting is dat opdrachtgevers die gaan voor kwaliteit, steeds vaker zullen kiezen voor gediplomeerde en dus gekwalificeerde mensen. Omdat op basis van goede inspecties, die zijn verwerkt in beheersoftware die is voorzien van ons keurmerk, betere meerjarenplanningen zijn te maken en meer gefundeerde begrotingen. Nog een laatste voorbeeld tot slot. Het nieuwe Standaard Uitwisselings Format, kortweg het SUF-WEG. Dit is een set afspraken over de opbouw van databestanden, waardoor gegevens efficiënt uitgewisseld kunnen worden tussen veldwerksoftware en gekeurmerkte wegbeheersoftware. Zowel voor opdrachtgever als inspecteur levert dit tijdswinst op en vermindert het de kans op fouten. Op het eerste gezicht wellicht niet zo opzienbarend, maar het geeft wel aan dat we op een breed terrein met kwaliteit, beter gezegd: met het verbeteren van de kwaliteit, bezig zijn. Het SUF-WEG document is trouwens als pdf-file gratis te downloaden van onze site. Denkt u nu dat we alleen oog hebben voor de lange termijn? Samen met asfalt- en betonproducenten kijken we ook naar de mogelijkheden om vorstschade en andere calamiteiten in de wegbeheersystematiek op te nemen. We weten nog niet of dat zinvol is, maar de effecten van de afgelopen winter geven wel aanleiding tot een hernieuwde discussie hierover. Meer weten over CROW of de Gebruikersgroep Wegbeheer? Surf eens naar site: www.crow.nl. Ceciel van Iperen, Projectmanager CROW
Zo is onder meer een kortingsmodule van toepassing als de dezelfde controles van verschillende inspecteurs te veel van elkaar afwijken.” De inventarisatie van de staat van de wegmarkering werd gemaakt op basis van luchtfoto’s. Deze werden overge trokken en met de afdruk gingen inspecteurs naar buiten. Zij deelden de wegen in in vijf kwaliteitscategorieën: van A+ (perfect) tot D (wegen die bijna zijn weggesleten), conform de CROWsystematiek. De informatie werd gepresenteerd in een GIS-omgeving, zodat de gegevens gemakkelijk kunnen worden opgeroepen. Hamers: “We streven minimaal naar kwaliteitsniveau B. Dat betekent dat de aannemer met alle C- en D-beoorde lingen aan de slag kan. Zowel voor de aannemer, de collega’s die het bestek en de tekeningen maken als voor mij, is het een verademing om zo te kunnen werken.” De resultaten van de weginspecties waren in februari jl. bekend. Ze werden gepresenteerd in het nieuwe beheer pakket XEIZ van ARCADIS. De verwachtingen ten aanzien van dit pakket, met name wat betreft sturing van beheer en onderhoud, zijn hoog gespannen. Zo maakt Eindhoven een inhaalslag en een kwaliteitsslag in één. Maar er was ook tegenslag. Inspectrum bleek door onvoorziene omstandigheden niet in staat alle toezeggingen na te komen. Alleen dankzij een tussentijds uitgevoerde quick scan kon een globaal inzicht worden gegeven in de staat van onderhoud van de wegen. “Vertraging is altijd vervelend, maar op zich heeft Inspectrum goed op de situatie ingespeeld”, vindt Björn Hamers. “Misschien had ik er zelf ook dichter op moeten zitten. We hebben er in ieder geval van geleerd en uiteindelijk is voor mij het belangrijkste dat de kwaliteit goed is. En daar heb ik geen klagen over.”
infospectrum
Nieuwe stichting streeft naar ambitieuze besparing van 30% in 2020 in bestaande bouw
Meer Met Minder wil energie besparen gemakkelijker maken De Koffer die de ondernemer ontvangt na registratie, met daarin het MMM-aanbod.
Energiebesparing is hot. In 2008 leidde het onder meer tot een convenant tussen ministeries, bouwbedrijven, energiebedrijven, installatiebedrijven en woningcorporaties. In de overeenkomst is het streven vastgelegd om in 2020 in 2,4 miljoen bestaande woningen en gebouwen blijvend 30% minder energie te laten gebruiken. De Stichting Meer Met Minder voert het convenant uit. Programmamanager van de stichting is Annelies Kronenberg. Zij legt uit hoe het moet gaan werken.
e
Energie besparen moet gemakkelijker worden. Dat is het doel van de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven die vorm heeft gekregen in de op 1 juli 2008 opgerichte Stichting Meer Met Minder. Na een half jaar voorbereiding werd op 26 februari, in aanwezigheid van minister Van der Laan van Wonen Wijken en Integratie, met een grote presentatie de officiële aftrap gehouden. De bedoeling is de komende tijd zoveel mogelijk ondernemers die actief zijn op de particuliere markt voor energiebesparing (bouwen installatiebedrijven, energieleveranciers en adviseurs) te werven als partner. Bedrijven kunnen partner worden door te voldoen aan de vastgestelde kwaliteitsvoorwaarden en door het volgen van een eendaagse introductiecursus. Tijdens de cursus wordt de MMM-werkwijze toegelicht.
Annelies Kronenberg: “We gaan in op een goed maatwerkadvies, op klantbenadering, op samenwerking met andere bedrijven, op subsidies en op financieringsmogelijkheden. Bedrijven die als partner zijn geregistreerd mogen het Meer Met Minder-logo voeren. Uiteraard geldt: hoe meer partners, hoe beter. We mikken op 1.000 tegen het eind van dit jaar. Samen kunnen we mensen ontzorgen en tegelijkertijd wat doen aan het energievraagstuk. Waarbij Meer Met Minder heel nadrukkelijk ook staat voor kwaliteit, zowel wat betreft het proces als de uitvoering.”
Programmamanager Kronenberg geeft een simpel voorbeeld van hoe het in de praktijk kan werken. “Een aannemer die een dak vervangt, moet ook zorgen dat er isolatie wordt aangebracht. En zich niet pas later bedenken dat die combinatie van werkzaamheden handiger was geweest. Bovendien wordt van een MMM-partner verwacht dat hij klanten begeleidt in het gehele traject van advies tot en met oplevering. Tevens adviseert hij over subsidie- en financieringsmogelijkheden.” Ze twijfelt er niet aan dat Meer Met Minder langzaam maar zeker zichtbaar gaat worden in het straatbeeld en dat klanten ernaar gaan vragen. Ook de moeizame weg die het sinds 1 januari 2008 verplichte energielabel voor huizen en gebouwen aflegt, kan Annelies Kronenberg niet op andere gedachten brengen. “Het energielabel is geen mislukking, het blijft echt wel bestaan. Het heeft alleen wat meer tijd nodig om uit te groeien tot een betrouwbaar meetinstrument. In de communicatie wordt nu meer ingezet op energiebesparing dan op ‘labelstappen in het energielabel’ en dat is verstandig. Energiebesparing is onmiskenbaar een groeimarkt. Dat zie je bijvoorbeeld aan het feit dat steeds meer mensen het energieverbruik serieus meenemen bij de afweging om een huis wel of niet te kopen of te huren. Dat is geen trend, maar een nieuwe koers. En logischerwijs spelen partijen aan de aanbodzijde daar op in. Die zien een nieuwe markt die omzet op kan leveren.” Lees verder op pag. 4 u mei 2009
inspectrum relatiekrant 9
3
meer is minder u Vervolg van pag 3
In hoeverre de recessie invloed gaat hebben op het energievraagstuk, in positieve dan wel negatieve zin, durft Annelies Kronenberg niet te voorspellen. “De minister heeft bij de presentatie van ons programma gezegd dat in ieder geval alle beloften die zijn vastgelegd in het convenant, worden nagekomen. Verder is het wachten op de maatregelen van de overheid. In welke mate gaat de bouwsector gestimuleerd worden, bijvoorbeeld met garantiefondsen? Het kan zijn dat mensen minder gemakkelijk verhuizen, maar eerder gaan verbouwen. Ook dat zou een ontwikkeling zijn die kansen voor ons biedt.” Bij het streven naar de vastgelegde energiebesparing werkt Meer Met Minder vooral aan de afstemming tussen vraag en aanbod, in de zin van het bevorderen van de samenwerking. Waarbij Annelies Kronenberg graag de hulp zou krijgen van provincies, gemeenten en woningcorporaties. Die kunnen op de site van de stichting een draaiboek te vinden, dat veel praktische informatie geeft. Annelies Kronenberg: “Als we er gezamenlijk onze schouders onder zetten komen er steeds meer MMM-aanbieders. Allemaal bedrijven die klanten een compleet en pasklaar plan kunnen aanbieden voor een energiezuinige en financieel interessante verbouwing. Dat is gunstig voor de klant, die bezuinigt op zijn energierekening, voor de ondernemer, die een goede boterham verdient met verantwoord en duurzaam ondernemerschap, en natuurlijk voor het milieu.”
Digitale tools Op de site van Meer Met Minder (www. meermetminder.nl) zijn enkele handige tools te vinden voor ondernemers, huiseigenaren, gemeenten en corporaties. Bijvoorbeeld de Energiesubsidiewijzer en de Energiebespaarscan. De Energiesubsidiewijzer brengt alle financiële regelingen (subsidies en financieringsmogelijkheden) voor particulieren en woningcorporaties op het gebied van energiebesparing in de bestaande bouw in kaart. Met de informatie kunnen gebruikers een weloverwogen beslissing nemen over investeringen in energiebesparende maatregelen. De subsidiewijzer geeft een overzicht van alle regelingen op lokaal, regionaal, provinciaal, nationaal en internationaal niveau van zowel de overheid als van commerciële partijen. De Energiebespaarscan is gemakkelijk in te vullen en geeft vervolgens snel inzicht in de mate van energiebesparing en de financiële consequenties van bouwkundige en installatietechnische maatregelen. De scan kan uitstekend worden gebruikt als ondersteuning bij klantgesprekken. Meer Met Minder tekent er wel bij aan dat het geen echt maatwerkadvies is. Dat kan uitsluitend worden opgesteld door een gecertificeerde EPA-adviseur. Bedrijven kunnen zich als MMM-partner aanmelden via www.meermetminder.nl.
berichten berichten berichten berichten berichte Ingebruikname Motion Tablet Pc’s
H
Het inventariseren en inspecteren van de openbare ruimte wordt door de medewerkers van Inspectrum veelal te voet gedaan. Daarbij is het van belang dat gegevens efficiënt, maar ook gemak kelijk verwerkt kunnen worden. Voor de afdeling Infra & Openbare Ruimte is Inspectrum hiervoor onlangs overgestapt op het gebruik van Motion Tablet Pc’s.
Deze Tablet Pc’s hebben het voordeel dat ze dezelfde mogelijkheden hebben als een standaard computer, maar veel kleiner en handzamer zijn in het gebruik. Uitgevoerd met een Intel® Core™2 Duo processor L7400 (1.5GHz) draaiend op Windows Vista of Windows XP opereren programma’s als Auto-CAD en Microstation moeiteloos. Het bijgeleverde toetsenbord kan onder de Tablet PC geklikt worden waardoor een soort laptop ontstaat. Hierdoor is de computer ook geschikt voor het verwerken van data op kantoor. Naast het toetsenbord is er plaats voor een interne en een externe accu die zowel in de auto, als aangesloten op het netstroom, opgeladen kunnen worden. Het eerste project dat uitgevoerd werd met deze Tablet Pc’s was een lichtmasten
4
inspectrum relatiekrant 9
mei 2009
inventarisatie en inspectie voor de gemeente Den Haag. De inspecteurs hebben hier in korte tijd meer dan 60.000 lichtmasten probleemloos in kaart kunnen brengen. Met name de snelheid en diverse gebruiks mogelijkheden maken deze computer zeer geschikt voor het uitvoeren van inventa risatie- en inspectiewerkzaamheden in de openbare ruimte.
infospectrum
Bedrijf met bewogen geschiedenis
20 jaar Inspectrum Er was een groot feest in het Dolfinarium voor alle medewerkers, ook die van de gelieerde bedrijven Jobrent, Legitiem en GeoCare. Maar veel ruchtbaarheid wordt er verder niet gegeven aan het 20-jarig bestaan van Inspectrum dit jaar. Het is business as usual op het kantoor in Velp, waar recent de visie op de toekomst is herbepaald (zie ook Berichten). In deze uitgave van Infospectrum kijken we wel even terug. 20 jaar Inspectrum in vogelvlucht. En een klein doorkijkje naar de toekomst.
D
De geruchten willen dat er al in 1986 een soort voorloper was van Inspectrum, maar als officiële oprichtingsjaar wordt toch aangehouden 1989. De oprichters waren Heidemij Vastgoeddiensten en Bouwcentrum Rotterdam en de naam was in die beginjaren niet Inspectrum maar ING (Inspectiebureau Nederlandse Gemeenten). De reden voor de oprichting was de groeiende behoefte aan vastgoedgegevens bij lokale overheden en het beheer en onderhoud daarvan.
De oprichting werd destijds gezien als het ‘bewijs’ dat het verzamelen van gegevens een vak is. Met onder meer een grote opdracht voor het Ministerie van Volkshuisvesting (tegenwoordig VROM) was de start redelijk succesvol, waarna ING zich begin jaren negentig vooral in de breedte ontwikkelde. Infrastructuur, ook ondergronds (riolen), werd een interessante markt. Oude getrouwen beweren zelfs dat Lees verder op pag. 12 u
en berichten berichten berichten berichten berichten Inspectrum gaat meer bekendheid geven aan brede dienstverlening
I
Inspectrum werkt voor veel bedrijven en instanties. Van woningcorporaties tot gemeenten en van adviesbureaus tot Verenigingen van Eigenaren. De meeste opdrachtgevers maken gebruik van één onderdeel van onze dienstverlening. Een onderzoekje heeft geleerd dat veel klanten niet of nauwelijks weten dat Inspectrum zich beweegt op drie terreinen
(vastgoed, infrastructuur en openbare ruimte) en dat de dienstverlening veel meer werkzaamheden omvat dan alleen hetgeen wordt afgenomen. Vandaar de doelstelling van Inspectrum voor de komende jaren: meer doen voor bestaande klanten. Om opdrachtgevers te informeren over het brede werkterrein wordt ingezet op drie sporen: de website, de dienst Servicenet en productbladen. De website is vorig jaar vernieuwd en geeft een overzichtelijk beeld van de activiteiten van Inspectrum. Op het Servicenet kunnen opdrachtgevers nuttige informatie vinden over hun eigen projectdossier. Dit dossier geeft uiteraard geen inzage in de andere activiteiten, maar omdat Servicenet alleen kan worden bereikt via de site van Inspectrum, is de verwachting dat ook de andere werkzaamheden meer onder de aandacht zullen komen. Met productbladen tenslotte wil Inspectrum heel gericht inzoomen op specifieke dienstverlening.
Directeur Rob de Jong van Inspectrum: “We denken dat er onder bestaande klanten nog een wereld is te winnen. Neem de poot Infrastructuur. Veel gemeenten kennen ons van weginspecties, maar weten niet dat we bijvoorbeeld ook inventarisatie en inspecties doen van verkeersborden, verkeerstekens en kunstwerken. Zoals veel klanten in het segment openbare ruimte onbekend zijn met het feit dat we echt alles wat tot de inrichting van de openbare ruimte behoort, inventariseren en inspecteren. Dus niet alleen straatmeubilair en groenvoorzieningen, maar ook lichtmasten. Op al die terreinen zijn we een goede, kwalitatief hoogwaardige leverancier en dat gaan we nadrukkelijker uitdragen.”
mei 2009
inspectrum relatiekrant 9
5
licht in de duisternis Beheerder Berry van Diek van gemeente Lingewaard werkt aan meerjarenplanning
Beheer openbare verlichting nog niet zo eenvoudig
Als een lantaarnpaal doet wat hij moet doen, licht geven, dan is er niks aan de hand. Pas als de lamp kapot is en een deel van de weg ’s avonds en ’s nachts donker blijft, valt de aanwezigheid van de paal de gemiddelde Nederlander op. Niet Berry van Diek. Maar hij is dan ook beheerder van de openbare verlichting en VRI’s (Verkeers Regel Installaties) bij de afdeling Ruimtelijk Beheer van de gemeente Lingewaard.
o
Over lantaarnpalen wil Berry van Diek niet praten. Zo werkt dat niet in zijn jargon. Lantaarnpalen zijn lichtmasten, zoals stoplichten VRI’s zijn. Goed, lichtmasten dus. Lingewaard, een landelijke oase tussen de verstedelijking van Arnhem en Nijmegen, telt er om precies te zijn 7.686, verdeeld over zeven dorpskernen en het tussen- en omliggende landelijk gebied. Berry van Diek heeft ze allemaal in kaart. Zoals hij ook weet dat veel masten relatief oude lampen bevatten. Een knelpuntennotitie in 2004 wees dat uit. Van Diek: “Een lichtmast heeft een technische levensduur van ongeveer 40 jaar, een armatuur van 20 jaar en bij een lamp is dat afhankelijk van het type. Het onderzoek in 2004 wees uit dat de verlichting in Lingewaard gemiddeld genomen niet voldoet aan de NPR 13201-richtlijn. Dat zou je zorgelijk kunnen noemen, maar ik zeg liever dat we een achterstand hebben die we aan het wegwerken zijn.” In juli vorig jaar stapte Berry van Diek als beheerder van de openbare verlichting over van de gemeente Nijmegen naar de gemeente Lingewaard. Om de reistijd van zijn woon/werkverkeer te beperken, maar vooral vanwege de mogelijkheden om ‘breder en
6
inspectrum relatiekrant 9
mei 2009
dieper’ in zijn vakgebied werkzaam te kunnen zijn. “Ik werk nu bijvoorbeeld aan een beleidsplan, waarin ik drie scenario’s neerzet. Deze zomer moet de gemeenteraad zich daarover uitspreken en vanaf dat moment kunnen we onze lichtmasten meer planmatig gaan beheren.” Een minder aantrekkelijke kant van werken in Lingewaard in plaats van Nijmegen is er ook. Nijmegen heeft een eigen openbaar verlichtingsnetwerk, terwijl 85% van de openbare verlichting in Lingewaard is aangesloten op een kabel van Nuon. Van Diek: “Alleen in de nieuwere wijken ligt ons eigen net waar we zelf verantwoordelijk voor zijn. Over het grootste deel voert Nuon de regie. Als er een storing is bellen we met ze en vervolgens bepaalt Nuon wanneer ze uitrukken. Maar dat is alleen als er storingen zijn. Op het gebied van beheer kunnen we onze eigen visie nastreven.” Prioriteit voor Berry van Diek heeft het op orde brengen van de data in zijn beheersysteem. Het aan nemersbedrijf dat maandelijks een reparatieronde maakt door de gemeente is daarmee belast. Vanaf de tweede helft van dit jaar moet meer en meer gewerkt gaan worden volgens meerjarenplanningen.
infospectrum
Van Diek wil het beschikbare geld straks zo inzetten dat met alle aspecten van openbare verlichting rekening wordt gehouden. Juist die verschillende aspecten maakt het beheer van de openbare verlichting nog niet zo eenvoudig. “De veiligheid op straat is zo’n aspect, maar ook het energievraagstuk. Misschien moeten we wel op grotere schaal gebruik gaan maken van mogelijkheden om te dimmen. Of moeten we toe naar dynamische verlichting. Dat is als lichten aan gaan als er een voertuig of iemand in de buurt is. Met bewegingsdetectoren is dat technisch mogelijk. En dan is er nog de esthetische kant. Mag of moet verlichting ook mooi zijn? Persoonlijk vind ik het wel wat hebben als bijvoorbeeld een winkelcentrum of een bezienswaardigheid op een speciale manier wordt verlicht.”
Dwars door deze vraagstukken heen speelt de belangrijkste ontwikkeling van dit moment: de opkomst van de LED-verlichting. Berry van Diek twijfelt er niet aan dat hier sprake is van een onomkeerbaar proces. Wel plaatst hij enkele kanttekeningen. “Overstappen op LED-verlichting vraagt een enorme investering. Niet alleen de lamp in een mast moeten worden vervangen, maar ook het armatuur. Je moet je afvragen of je die investering op dit moment al wilt doen. De vormgeving is mooi en LED-verlichting is energiezuinig, maar het is wel heel geconcentreerd licht dat veel mensen erg fel vinden aan hun ogen. Bovendien is nog veel onduidelijk over de betrouwbaarheid en de levensduur. Wij nemen momenteel de proef op de som en hebben één straat voorzien van LED-verlichting. Vooral ook om reacties uit te lokken. Ik kan hier wel mooie plannen gaan zitten maken, maar die moeten wel worden gedragen door de inwoners van deze gemeente.”
Berry van Diek van gemeente Lingewaard
mei 2009
inspectrum relatiekrant 9
7
bij wegbeheer hanteert de politiek de kaasschaafmethode Wegbeheerders van Hengelo en Losser, respectievelijk specialist en allrounder
‘Onderhoud is politiek niet interessant’
Patrick Zwerink en Maik Koopman
Zet twee wegbeheerders bij elkaar en laat ze praten over hun vak. Voor de vorige uitgave van dit blad leverde dat een interessant artikel op en vandaar dat we opnieuw een poging doen. Ditmaal met Patrick Zwerink, wegbeheerder van de verstedelijkte gemeente Hengelo, en Maik Koopman, zijn collega van het landelijke, en veel kleinere, Losser. Beide gemeenten doen voor inspecties regelmatig een beroep op Inspectrum. Hengelo jaarlijks, Losser tweejaarlijks.
d
De visitekaartjes van de heren maken het er niet gemakkelijker op. ‘Senior ibor medewerker”, staat op het kaartje van Patrick Zwerink. De functie van Maik Koopman luidt ‘technisch medewerker team Beheer Openbare Ruimte’. Hebben we hier nu wel of niet van doen met wegbeheerders? Patrick Zwerink: “Ik ben coördinator van de beheersystemen voor de openbare ruimte. Dat zijn digitale bestanden met in verschillende modules alle gegevens van onder meer wegen, bomen, riolen, lichtmasten, groenvoorzieningen en speeltoestellen in onze gemeente. Op basis van die informatie heb ik aan adviserende rol met betrekking tot het beheer en onderhoud. Ik heb geen beslissingsbevoegdheid en ben ook niet direct bij de uitvoering betrokken. Het voordeel van deze constructie is dat ik onbevooroordeeld adviezen kan geven. Wat ik doe is beheer van achter mijn bureau.” ‘Technisch medewerker’ Maik Koopman van de gemeente Losser kent een andere invulling van zijn
8
inspectrum relatiekrant 9
mei 2009
taak. “In vergelijking met Patrick ben ik toch meer een wegbeheerder zoals we die kennen vanuit het verleden. Ik adviseer ook, maar ben daarnaast nadrukkelijk betrokken bij de uitvoering en het toezicht daarop. Hengelo is duidelijk een paar stappen verder, afgezien van de vraag of die manier van werken voor een kleinere gemeente als Losser wenselijk is. Samenwerken zou in mijn ogen wel een optie zijn.” Patrick: “Op kleine schaal zie je dat ook van de grond komen en ik geloof zeker dat die ontwikkeling doorzet.” Feit is dat Hengelo de openbare ruimte uitstekend in kaart heeft. Met een druk op de knop tovert Patrick Zwerink alle gewenste informatie en plannen voor zowel de lange (4 jaar) als korte (1 jaar) termijn boven tafel. De systemen maken ook een integrale aanpak mogelijk tussen combinaties van asfalt, openbare verlichting, riool en andere disciplines in de openbare ruimte. In Hengelo bestaat het niet meer dat een weg in korte tijd twee keer voor verschillende werk-
infospectrum
zaamheden wordt opgebroken. “Dat klinkt logisch”, vindt ook Patrick, “maar je wilt niet weten hoe vaak dat in het verleden verkeerd ging.” Maik Koopman herkent de problematiek. Afstemming is er ook in Losser, maar de systemen (voor het wegbeheer het pakket MI2 Wegen van ARCADIS, net als in Hengelo) worden minder intensief gebruikt. Maik: “Omdat ik veel meer werkzaamheden op mijn bordje heb, ben ik ongetwijfeld minder goed thuis in het systeem dan Patrick. Ik ben een allrounder die werkt van het begin tot het eind. Patrick is meer een specialist. Maar ook ik heb geen beslissingsbevoegdheid. Gemeenten zijn politieke organisaties, die bevoegdheid ligt uiteindelijk bij de gemeenteraad.” Patrick: “Dus is het belangrijk dat je de problematiek in begrijpelijke taal kunt neerzetten. Als je in detail gaat treden weten de meeste raadsleden ook niet meer waar je het over hebt. Daarom maken wij aparte visuele presentaties van alle onderhoudsplannen. Want plaatjes spreken tot de verbeelding. Zo mogelijk clusteren we de onderhoudswerkzaamheden in het kader van de integrale aanpak. Dat is een taak van de ibor-calculator, die daarvoor alle budgethouders rond de tafel zet.” De ervaring van beide beheerders is dat de politiek graag de kaasschaafmethode hanteert als het gaat om onderhoud. Maik: “Onderhoud is politiek niet interessant. Met plannen voor een nieuw zwembad of een cultureel centrum krijg je meer handen op elkaar. Voor ons is het altijd knokken, onderhoud wordt gezien als
een noodzakelijk kwaad. Maar doe je het onvoldoende, dan hol je wel achteruit. Totdat je niet meer ontkomt aan een echte inhaalslag en dan ben je vaak veel duurder uit dan wanneer je regulier onderhoud had gepleegd.” Patrick: “Helemaal mee eens. Daarom ben je volgens mij spekkoper als je technische informatie begrijpelijk kunt vertalen in bijvoorbeeld kaartmateriaal. Het leuke aan een politieke organisatie vind ik trouwens dat wij ons werk doen voor de burger. Wij houden inspraakavonden en als daar uit komt dat ze graag nieuwe speeltoestellen willen, dan wordt met die wens heel serieus rekening gehouden. Het voordeel is dan weer dat we altijd kunnen beschikken over volledige en actuele informatie, en dat een computer zich niet vergist in een rekensommetje.” En wat is uiteindelijk het resultaat van alle inspanningen? Met andere woorden: welk cijfer geven de heren het wegennet in hun eigen gemeente? Patrick: “Ondanks alle inspanningen zijn er wegen die ik hooguit een 4,5 kan geven. Maar er zijn ook stukken die een 8 verdienen. Al met al kom ik voor Hengelo uit op ongeveer een 6,5.” Maik: “Ik hou het op een zesje. Van mij zou het best iets meer mogen zijn, maar dan gaat het toch weer over geld. En ook een gemeente kan iedere euro maar één keer uitgeven.”
mei 2009
inspectrum relatiekrant 9
9
just in time
Hank Herfkens van Rotterdamse woningcorporatie PWS introduceert nieuwe aanpak
Onderhoud volgens het ‘just in time’principe PWS Rotterdam is een echte Rotterdamse woningcorporatie met een geschiedenis die bijna 100 jaar teruggaat. De 23.000 woningen die worden beheerd (waarvan 16.000 in bezit) staan voor een groot deel in wijken als Crooswijk en het Oude Noorden, die worden bevolkt door mensen met een kleine beurs. Met huurders van 180 verschillende nationaliteiten is PWS letterlijk en figuurlijk ook een corporatie met een kleurrijke klantenkring. Manager Techniek Hank Herfkens gaat over het onderhoud. Drie verbeterpunten staan dit jaar centraal.
h
Hank Herfkens straalt plezier uit in wat hij doet. En dat terwijl de taak waarvoor hij staat toch niet eenvoudig is. PWS timmert aan de weg en dat gaat met vallen en opstaan. Zo stond er recent een negatief artikel in het Algemeen Dagblad naar aanleiding van klachten van bewoners. Bovendien moet ook intern voor zijn plannen draagvlak worden gecreëerd. Hank Herfkens gaat de uitdaging met vertrouwen aan. “De corporatiewereld is erg traditioneel. Vooruitstrevende plannen moet je dan ook goed uitleggen. Als organisatie gaan we van een op inhoud gericht bedrijf naar een organisatie die vooral bezig is met procesbeheersing. De veranderingen die hiermee gepaard gaan kunnen ook gevolgen hebben voor de inhoud van het werk en de personele bezetting. Ons streven is zoveel mogelijk medewerkers een plaats te geven op dat nieuwe speelveld. Voor wie dat niet lukt zullen we als goed werkgever een gepaste oplossing zoeken.” Hoe lastig ook, het geeft Hank Herfkens een goed gevoel dat hij deze interessante klus mag klaren. “PWS staat voor grote uitdagingen, die we ondanks beperkte financiële middelen heel ambitieus aanpakken. Dat past bij deze club. We zijn van oudsher een beetje eigenwijs, we denken hier al gauw dat we het beter weten. Daarom is PWS ook altijd zelfstandig gebleven. Wat we doen, doet ertoe en we doen het op onze eigen manier. Met als uitgangspunt leefbaarheid, daar sturen we op. Dat allemaal bij elkaar maakt het leuk om voor PWS te werken.”
10
inspectrum relatiekrant 9
mei 2009
Veel oud woningbezit dat relatief veel onderhoud vraagt, weinig geld en een grote verscheidenheid aan doelgroepen. Het heeft Hank Herfkens er niet van weerhouden een ingrijpende onderhoudsvisie op te stellen, die draait om drie verbeterpunten. Om te beginnen wordt samenwerking gezocht met aannemers die per onderhoudsdiscipline of onderhoudsgebied de volledige verantwoordelijkheid durven te nemen. Tweede punt is dat de faalkosten moeten worden teruggebracht en het derde het verbeteren van de klantbenadering. Herfkens: “Om deze visie te realiseren zullen we voortdurend creatief en inventief moeten zijn en steeds scherp aan de wind moeten varen. Maar ik geloof er heilig in dat het gaat werken.” De afspraken die PWS in het kader van de nieuwe aanpak met de aannemers maakt, zijn gebaseerd op het ‘just in time’-principe. Onderhoud plegen op het moment dat het noodzakelijk is, ‘nothing more, nothing less’. Een strakke planning, een vast budget en richtlijnen voor het kwaliteitsniveau moeten de aannemer houvast geven. Hank Herfkens: “Hij krijgt de verantwoordelijkheid voor het totale proces. We vragen een bepaalde prestatie, daar betalen we voor, en het enige dat wij doen is controleren of hij die prestatie levert. Voor het niet-planmatig onderhoud zijn daar nu vijf aannemers voor geselecteerd, die allemaal een bepaald gebied toegewezen hebben
infospectrum
gekregen. We hebben nog wel een eigen servicedienst, maar als dit werkt bouwen we die langzaam af.” Het resultaat van de nieuwe aanpak moet zijn een betere kwaliteit en daarmee een hogere mate van klanttevredenheid. Om dat laatste te bereiken wordt ook de klantbenadering verbeterd en de bewonersparticipatie verder ontwikkeld. Zo gaan bewoners betrokken worden bij het technisch beheer en kunnen ze gaan meepraten over functionaliteit en vorm van hun woning, over comfort en over leefbaarheid in de woonomgeving. Herfkens: “We willen laten zien wie we zijn: een echte Rotterdamse corporatie. Een club die pro-actief aanwezig is en die zich aan z’n woord houdt. Wat je verzint moet je maken, en wat je maakt moet je ook onderhouden. Klaar.” Dan nog het derde verbeterpunt, het terugdringen van de faalkosten. Ook daarmee gaat PWS actief aan de slag. Herfkens: “Bij grote projecten heb je het al gauw over 10% van de totale onderhoudsinvestering. Dat is niet alleen bij ons, maar in het algemeen gesproken. Lukt het dat percentage terug te dringen, dan is dat pure winst.”
het bouwen en 200 keer bij het onderhoud. Als het lukt een soort ketenverantwoordelijkheid te creëren, betaalt degene die verzaakt. Zo pak je faalkosten op een natuurlijke manier aan.” Het is een materie waar Hank Herfkens regelmatig over ‘stoeit’ met Rob de Jong en Peter Rabou van Inspectrum, dat sinds enkele jaren volgens een raamovereenkomst inventarisaties en conditiemetingen uitvoert voor PWS. “Voor mij is dat de meerwaarde van Inspectrum”, stelt de Manager Techniek. “Ze komen niet altijd met de kant en klare oplossing, maar ze begrijpen waar we hier mee bezig zijn, ze stellen de goede vragen en ze denken op een creatieve manier mee. Daarnaast doen ze voor ons een stukje opleiding. Het is in alle opzichten een prettige en vruchtbare samenwerking.”
De aanpak bestaat onder meer uit het in een vroeg stadium betrekken van partners bij het onderhoudsproces. Herfkens: “De vuistregel is dat elke fout in een ontwerp vijf keer terugkomt bij mei 2009
inspectrum relatiekrant 9
11
infospectrum
agenda
u Vervolg van pag 5
Infra en Openbare Ruimte 14 – 16 november 2006 Infra Relatiedagen Gorinchem 2006 Web: www.evenementenhalgorinchem.nl 12 mei 2009 Bijeenkomst Netwerk strategisch 21 november 2006 Voorraadbeleid Nationale VerkeersExpo Info: www.aedesnet.nl/agenda Beatrix Theater, Utrecht Web: www.verkeerskunde.nl 13 mei 2009 Seminar Duurzaam Bouwen 7 december 2006 Residence Groot Heideborgh Garderen Nederlands WegenCongres info: www.focusconferences.nl De Doelen, Rotterdam Web: www.crow.nl/wegencongres 14 mei 2009 8e Symposium Dynamisch 16 – 19 januari 2007 Verkeersmanagement Infratech 2007 Info: www.dvm-congres.nl Vakbeurs voor Grond-, Water en Wegenbouw 24 en 25 juni 2009 Ahoy, Rotterdam Energiebesparing bij infrastructuur Web: www.infratechahoy.nl en gebouwen WTC Rotterdam 6 – 8 februari 2007 info: www.iir.nl Infra Relatiedagen Hardenberg 2007 Web: 14-15 oktober 2009 www.evenementenhalhardenberg.nl Dag van de Openbare Ruimte Expo Houten, Info: 31 januari 2007 www.dagvandeopenbareruimte.nl Beheer en Onderhoud van Gebouwen Congreshotel De Werelt Lunteren 17-19 november 2009 Organisator: Euroforum Infra Relatiedagen Gorinchem, Info: Info:
[email protected] www.evenementenhalgorichem.nl
Nadat de WOZ-hype voorbij was kreeg Jan Willem van der Marel in 1999 de opdracht Inspectrum weer op te tuigen. Samen met Rob de Jong zette hij de dienstverlening opnieuw ‘strak’ neer en met een nieuw logo werd ook aan het imago van het bedrijf gewerkt. Het besluit van Arcadis om alle uitvoerende diensten af te stoten, leidde in 2003 tot een management buy-out. Rob de Jong en Peter Rabou kochten het bedrijf en richtten zich van meet af aan op twee aspecten: kwaliteit en innovatie.
ING het eerste bedrijf in Nederland was dat met rioolradar werkte.
Rob de Jong nu: “We hebben het gezocht in professionele medewerkers die op een kwalitatief hoogwaardige manier de juiste informatie leveren. Dat moet leiden tot tevreden en enthousiaste opdrachtgevers. Nee, tevreden alleen is voor ons niet genoeg. Enthousiasme over onze dienstverlening hoort er ook bij. Anders hebben we het toch niet helemaal goed gedaan.”
In 1991 ontstond er wel direct een probleem rond de naam. Nationale Nederlanden en de NMB Postbank Groep gingen samen in de Internationale Nederlanden Groep, afgekort eveneens ING. In overleg werd afgesproken dat de nieuwe bankorganisatie de naam ING mocht gaan voeren, mits de kosten van de naamswijziging van Inspectiebureau Nederlandse Gemeenten volledig werden vergoed. Zo geschiedde en als nieuwe naam werd gedeponeerd Inspectrum.
In de ruim vijf jaar dat Rob de Jong en Peter Rabou eigenaar zijn van Inspectrum is veel gebeurd. Er is een goede naam opgebouwd in de markt en er zijn drie bedrijven bij gekomen: Jobrent (eigen detacheringbureau), Legitiem (controle en inventarisatie lokale belastingen) en GeoCare (ontwikkeling beheersoftware). Op de vraag aan Rob de Jong of hij tevreden is, komt een tweeslachtig antwoord.
De invoering in 1994 van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) zorgde voor een turbulente periode. Alle gemeenten moesten de waarde van hun vastgoed opnieuw laten bepalen. Als uitvoerend orgaan van Kafi, eveneens een onderdeel van Arcadis (het voormalige Heidemij), groeide Inspectrum onstuimig naar ongeveer 200 medewerkers. 180 van hen waren druk met het verzamelen van gegevens voor de WOZ, terwijl slechts 20 mensen zich bezighielden met het verzamelen, beheren en onderhouden van vastgoed- en infragegevens, in feite de core business van het bedrijf.
“Aan de ene kant wel. Als iemand mij vijf jaar geleden had gezegd dat we er in 2009 voor zouden staan zoals we er vandaag voor staan, dan had ik daar gelijk voor getekend. De andere kant is dat het ondernemer zijn nog iedere dag verrassingen in petto heeft. Het is anders dan een bedrijf managen in loondienst. Maar ook mooier. De vrijheid bijvoorbeeld om out of the box te kunnen denken is geweldig. Dat leidt altijd ergens toe, zeker als je beschikt over krachtige en kritische stafmedewerkers. Ook op dat terrein zijn we goed bezig. Dus of ik tevreden ben? Eigenlijk wel ja.”
De toekomst: integrale inspecties en advies Plannen genoeg bij de Inspectrum-directie voor de toekomst. Naast de bestaande takken Vastgoed, Infrastructuur en Openbare Ruimte, wordt op korte termijn een tak Installatietechniek toegevoegd. Dit nieuwe onderdeel van het bedrijf gaat zich bezighouden met de inspectie van installaties en daarvan afgeleide inspecties, zoals onderzoek naar aanwezigheid van de legionellabacterie. Met de uitbreiding biedt Inspectrum opdrachtgevers de mogelijkheid bouwkundige inspecties en installatietechnische inspecties integraal te laten voeren. Een efficiencystap die tevens leidt tot een verminderde belasting voor gebouwbeheer-
ders. Daarnaast blijft Inspectrum voortdurend op zoek naar mogelijke verbeteringen van het productieproces en wil het bedrijf zich meer gaan toeleggen op het geven van adviezen. Rob de Jong: “Mensen, middelen en cultuur hebben onze voortdurende aandacht. Dat blijft zo. Aanvullend willen we kijken in hoeverre we als adviseur op het gebied van inspecties en onderhoudsbeleid aan de weg kunnen timmeren. Steeds weer blijkt dat we met onze brede praktische kennis en pragmatische insteek een gewaarde gesprekspartner zijn. Vooral als het gaat om het opstellen het beheer- en onderhoudsbeleid. In deze uitgave van Infospectrum zegt ook Hank Herfkens van de Rotterdamse woningcorporatie PWS daar wat over. Dat advieswerk willen we de komende jaren graag uitbouwen.”
5 –10 februari 2007 Internationale bouwbeurs 2007 Jaarbeurs Utrecht Web: www.bouwbeurs.nl
colofon inFOspectrum Eindredactie: Elles de Jong Teksten: Daan Appels (Appels Communicatie, Velp) Fotografie: Marc Pluim, Velp Cartoon: Vormgeving/drukwerk: Erna Westrup, Wageningen OBS Vormgeving en drukwerk Vormgeving/drukwerk: OBS Vormgeving INSPECTRUM BV en drukwerk Florijnweg 11c INSPECTRUM BV AA Velp Postbus 11, 6880 Florijnweg 11c38 40 560 Telefoon: 026 Postbus 6880 AA Velp Fax: 026 11, 38 40 569 Telefoon: 026 38 40 560 E-mail:
[email protected] Fax: 026 38 40 569 www.inspectrum.nl E-mail:
[email protected] www.inspectrum.nl
Vastgoed
Infrastructuur
Openbare ruimte
12
inspectrum relatiekrant 9
mei 2009