Romeinse bouwkunst. Etrusken: De Romeinse bouwkunst werd sterk beïnvloed door de Etrusken. De Etrusken stonden bekend om hun dodensteden, waar een dode een soort huisje had. De dode werd op een aanlig bed in de tombe gelegd. Allerlei gebruiksvoorwerpen werden uit klei nagemaakt voor de dode om te gebruiken in het hiernamaals. Later gingen ze de tombes beschilderen met de dingen waar de dode van hield.
Later kwam cremeren in de mode. De aanlig bedden werden toen vervangen door asurnen of sarcofagen. Op de sarcofagen lag de beeltenis van de dode. Het lichaam was al voor geproduceerd en later werd het hoofd, gelijkend aan de dode, erop gezet. Het hoofd was daardoor vaak uit proportie. Van overledenen werd vaak een wassen masker gemaakt, die in het huis van de nabestaanden werd bijgezet. Van de wassen maskers werd ook wel een buste gemaakt, die erg realistisch was. ze moesten niet perfect zijn, maar op de overledene lijken. In Egypte zijn houten panelen met realistische portretten gevonden, omdat de droge lucht het hout bewaard heeft. Pas in de keizertijd worden belangrijke personen gedeeltelijk geïdealiseerd, naar voorbeeld van de Grieken, voor propaganda. Als keizer kon je niet slecht voor de dag komen en in het Oost Romeinse Rijk was het normaal keizers als goden te verheerlijken en goden zijn niet imperfect. Er waren ook wel geïdealiseerde beelden van anderen, zoals van Antinoüs, het vriendje van keizer, Hadrianus. Hadrianus was getrouwd en had kinderen, maar was eigenlijk homo. Antinoüs verdronk in de Nijl tijdens een van hun reizen. Hadrianus liet toen overal geïdealiseerde beelden van Antinoüs neerzetten. Etruskische tempel vs. Griekse tempel:
De Etruskische tempel: -
1 toegangstrap Je kon er niet omheen lopen Breder dan Griekse Beelden op het dak Op verhoging tussen de andere gebouwen
Griekse tempel: -
Trappen van alle kanten Je kon eromheen lopen Smaller dan Etruskische Beelden op het tympanon Op aparte tempelpleinen
Griekse Invloeden: Grieken bouwden hun theaters in heuvels. Ze werden voornamelijk gebruikt tijdens Dionysusfeesten. De Romeinen bouwden eerst alleen houten theaters. Ze namen het niet erg serieus. Theater van Pompeius: theater waar Caesar is vermoord. Het Senaatsgebouw was afgebrand, dus vergaderden ze hier. Theater van Marcellus: oudste nog staande theater.
Grieks Theater Tribune= theatron
Romeins theater - Niet in een heuvel, maar in een gebouw. - Orchestra is kleiner - Skene was veel uitgebreider. (soms hele paleizen als achtergrond)
In Griekenland stonden aan de rand van een tempelplein zuilengalerijen. Deze konden wel twee verdiepingen hoog zijn. In de galerijen waren plekken met gordijnen afgeschermd. In de ene plek werd bijvoorbeeld lesgegeven en in de andere verkochten marktkoopmannen hun waar. De Romeinen vonden de zuilengalerijen erg leuk, daarom bouwden ze ze na, maar dan met bogen i.p.v. alleen pilaren. Soms waren deze galerijen drie verdiepingen hoog. Later gingen ze de pleinen ertussen ook overdekken en het werden een soort winkelcentra. Griekse beelden werden vaak omgesmolten, maar ze waren ook erg geliefd bij de rijkere burgers om in de tuin te zetten. Daarom werden de beelden vaak nagemaakt. Dit deden ze in marmer, want dat was er in overvloed in Rome. Rome: Forum Boarum: plein waar koeienmarkten gehouden werden. Er waren twee tempels: van Portuüs (havengod) en van Hercules Invictus (later Vesta) en een drassig weiland dat een keer per jaar droog genoeg was voor de markt. Het veld werd m.b.v. de Etrusken drooggelegd. De Etrusken gebruikten eerst voor hun graftombes houten stellages waar de stenen op kwamen te liggen. Daarna deden ze er aarde overheen en zo bleven de stenen zitten en konden ze de houten stellages weghalen. Toen ze wigvormige stenen gingen gebruiken, was bedekking met aarde niet meer nodig. Ze gebruikten die stenen ook voor het ontwateren van Rome. De tunnels van de Cloaca Maxima (het riool) waren gemaakt met wigvormige stenen. De tunnels waren ook toeristische trekpleisters. Toeristen konden zelfs boottochtjes maken door het riool. Veel Griekse bouwwerken zijn verloren gegaan, maar Romeinen bouwden voor de eeuwigheid. Ze gebruikten daarom beton en baksteen. Dat was duurzaam, overal verkrijgbaar en het maakte indruk. Hun werken waren groots en symmetrisch. De Romeinen hadden een zucht naar monumenten: mausolea, triomfbogen of –zuilen. De bogen werden aan de Via Triomfalis en de Via Sacra gebouwd, omdat daar de triomftochten langskwamen. Tijdens zo’n tocht stond er een slaaf in de wagen van de keizer om hem eraan te herinneren dat hij nog gewoon mens was. Trajanus bouwde het Forum Trajani en een zuil als herinnering aan zijn overwinning op de Daciërs. Hij had bijna alle Dacische mannen vermoord en alle vrouwen en kinderen als slaven meegenomen. Colosseum: Het Colosseum is gebouwd in 70-82 na Christus door de Flavische keizers: Vespasianus, Titus en Domitianus. Er was plaats voor ruim 50.000 toeschouwers. Vespasianus gebruikte het door Nero binnengehaalde geld om het Colosseum te bouwen. Het werd gebouwd op de plek waar het Domus Aurea (gouden paleis) van Nero stond. Nero had het volk uitgezogen om het te bouwen. Het volk haatte hem zo dat ze, nadat hij zelfmoord had gepleegd, het hoofd van zijn Colossus hadden gesloopt. Later werd het hoofd van Apollo erop gezet. Dat wat af was van de Domus Aurea werd omgebouwd tot thermen. De “zuilen” droegen niet het gewicht, maar de bogen. De bogen in het Colosseum hielden elkaar op hun plaats. De pilaren hielden de gewelven op. Tegen de pilaren waren halfzuilen en pilasters (afgeplatte halfzuilen) geplakt. De halfzuilen verjongen zich naar boven toe. Begane grond: Dorisch, 1e verdieping: Ionisch, 2e en 3e verdieping: Korintisch.
Onder het Colosseum liep een uitgebreid netwerk van gangen. Daar liepen de gladiatoren en daar werden de dieren gehouden. De dieren konden in hun hokken opgetild worden met touwen. Ze kwamen dan “uit” de vloer. Boven de tribune kon een zonnescherm (het velabrum of velarium(?)) gespannen worden, want het marmer werd erg heet als de zon erop scheen. Gladiatorenspelen waren overgenomen van de Etrusken, die lijkspelen hadden ter ere van de overledene. Slaven moesten op die lijkspelen tegen elkaar vechten. De gevechten werden ook vaak in het Circus Maximus (paardenrenbaan) gehouden, omdat zand het bloed opneemt en dat scheelt dan weer opruimen. Om beestengevechten te houden, bouwden ze ronde theaters met verhoogde tribunes, zodat de beesten niet konden ontsnappen. In de tijd van de Republiek werden de gevechten vaak gebruikt tijdens de verkiezingen om stemmers te winnen. Pantheon: Octavianus en Agrippa vs. Cleopatra en Marcus Antonius. Ze leverden slag bij Actium in de Ambracische golf. Marcus Antonius en Cleopatra lagen erg ongunstig. Door een uitval wisten ze te ontsnappen en daarna pleegden ze zelfmoord. Agrippa kreeg voor de overwinning drie keer het consulaat in tien jaar en hij mocht met Julia, Octavianus’ dochter, trouwen. Ter ere van de slag werd in 27 v.Chr. het Pantheon gebouwd. Het was een rond gebouw, want rond staat voor de eeuwigheid en perfectie. De naam heeft twee mogelijke oorsprongen: - Pantheion= al goddelijke, heelal - Pantheoon= geheel van goden In het Pantheon stonden zes goden, die de hemellichamen voorstelden: - Apollo= zon - Diana= maan - Jupiter - Venus - Mars - Mercurius Ongeveer 100 n. Chr. brandt het Pantheon af. Keizer Hadrianus had veel belangstelling in architectuur. Hij wilde het Pantheon opnieuw laten bouwen met een koepel. Het probleem met koepels was echter dat de druk naar buiten gaat en niet ondersteunt kon worden, waardoor de koepel scheurde.
De muren onder de koepel waren 5 tot 7 meter dik en erop zaten betonnen ringen om scheuren in de koepel te voorkomen.
De bouw duurde ongeveer van 117-125 n. Chr.. Het ging zo snel, omdat Hadrianus de makers had laten oefenen met koepels bouwen bij zijn paleis in Tivoli. De cassetten, vierkante uitsparingen in de koepel om gewicht te verminderen, waren belegd met goed en brons. Het plafond was dus een zeer schitterend oppervlak. Bovenin de koepel zat een oculus, een rond gat om licht binnen te laten. De oculus werd waarschijnlijk ook als zonnewijzer gebruikt. Op midzomer om toen 12 uur (nu 1 uur zomertijd) viel het licht precies door de ingang naar buiten. 7e eeuw: keizer Constans uit Byzantium veroverde Rome. Hij roofde het goud en brons uit de cassetten voor onder andere kogels. 17e eeuw: paus Urbanus de achtste was de St. Pieter aan het bouwen. Hij gebruikte het brons van het voorportaal van het Pantheon om de baldakijn door Bernini te laten bouwen. Urbanus de achtste was van de Barberini familie en alles wat hij liet bouwen droeg het familiewapen. (Barberini bijtjes) Sprekende beelden: beelden met bordjes om, waar kritiek op stond. Bijvoorbeeld: Quod non fecerunt Barbari, fecerunt Barbarini! Wat de Barbaren niet deden, deden de Barberini! De Barbaren hadden bij hun invallen het Pantheon heel gelaten. Waarschijnlijk omdat het Pantheon dienst deed als christelijke kerk en de Barbaren waren christelijk.