Financial News April 2015
Inhoud In een notendop
1
Economie
2
Kan de eurozone sneller groeien dan de VS?
Beste start voor fusies en overnames sinds 2007
Aandelenmarkten 3 Onzekerheid weegt op aandelen
Obligatiemarkten 5 Amerikaanse centrale bank zet de stipjes lager
Wisselmarkten
7
Grondstoffen
7
Verklarende woordenlijst
8
In een notendop
Kan de eurozone sneller groeien dan de VS? In de VS waren de strenge winter en een grote havenstaking in het eerste kwartaal een rem op de economische activiteit, terwijl in de eurozone het herstel alsmaar duidelijker wordt. Dat wakkert het enthousiasme over de Europese economie aan, want een aantal fundamentele factoren helpen de eurozone om aansluiting te vinden bij het Amerikaanse cyclische herstel. Een zwakke euro is in het verleden bijna altijd aanleiding geweest voor een groeispurt in de eurozone tegenover de VS. De VS zitten bovendien al een stuk voorop in de cyclus, want de economie is 9% groter dan de groeipiek voor 2008, terwijl de eurozone nog steeds 2% kleiner is dan de laatste piek. Optimisten zouden kunnen stellen dat de marge voor expansie in de muntunie groter is dan in de VS alvorens terug af te zakken naar een recessie. De lage (zelfs
negatieve) inflatie verhoogt de reële inkomens van de Europese burgers meer dan in de VS en het soepele beleid in de eurozone neemt nog maar net toe terwijl in de VS een eerste renteverhoging in de maak is. Deze inhaalbeweging is echter zeer tijdelijk, want structureel is de groei in de eurozone beperkter dan in de VS. De werkloosheid op lange termijn is immers hoger en een lagere bevolkingsgroei en meer vergrijzing beperken het groeipotentieel van ons continent tegenover dat van de VS. Tot slot is het fiscale beleid in de VS soepeler dan in de eurozone. In sommige landen moeten de structurele hervormingen nog aanvangen alvorens de Europese economie op een duurzame wijze kan aanknopen met hogere groei. Hoe hoopgevend het Europese herstel ook is, de VS blijven de echte locomotief in dat globale herstel.
Economie
Beste start voor fusies en overnames sinds 2007 Het volume fusies en overnames steeg in het eerste kwartaal van dit jaar met 21% tegenover een jaar eerder. Deze sterkste start sinds 2007 wordt vooral aangevoerd door de farmaceutische sector, maar de grootste deal van 2015 tot nu toe is de overname van Kraft door Heinz, het gekende ketchupmerk. Deze toename is hoofdzakelijk het gevolg van goedkoop krediet, aandelen die hoger noteren en het robuuste Amerikaanse herstel. Terwijl in de VS grotere bedrijven op zoek gaan naar uitbreidingsmogelijkheden, blijft de overnameactiviteit in Europa nog steeds laag.
Dalende muntreserves in de groeilanden
Amerikaanse
olievoorraden
historisch
hoog
Olieprijzen zullen niet snel stijgen. Dat werd nog eens bevestigd door cijfers van het Amerikaanse energieagentschap. De ruwe olievoorraden in de VS zijn gestegen naar een recordniveau over meer dan 80 jaar. Ook de speculatie over een nucleaire deal met Iran kan de prijs nog drukken want Iran is het tweede grootste OPEC-land in termen van productiecapaciteit. Als gevolg van de internationale sancties werd de Iraanse olie-export van 2,5 miljoen vaten per dag in 2011 gehalveerd. Een (gedeeltelijke) opheffing van dat embargo kan het overaanbod van olie verhogen. Het Europese vertrouwen herstelt goed
Volgens berekeningen van het IMF dalen voor het eerste in 20 jaar de muntreserves van de groeilanden. Beleggers verminderen hun blootstelling in deze landen door een combinatie van lagere expansie in deze ontluikende regio’s en het vooruitzicht van een eerste Amerikaanse renteverhoging. Dat is niet zonder gevolgen voor de industrielanden, want jarenlang werden deze muntreserves door de emerging markets ‘gerecycleerd’ om Amerikaanse en Europese obligaties te kopen. Daardoor bleef de rente laag en werd de economische groei in de Westerse landen aangewakkerd via goedkoop krediet. Groeilanden hebben ongeveer 2/3de van de wereldwijde muntreserves in handen.
Europees vertrouwen piekt Europese aankoopmanagers hebben vertrouwen in het economische herstel. De PMI Markit Composite indicator, of de weergave van dat vertrouwen, staat op het hoogste niveau in bijna 4 jaar. Het is een breed herstel aangezien zowel de dienstensector als de industrie tekenen tonen van toenemende expansie.
Nulinflatie in Japan Sinds 2012 trekken de Japanse regering en de centrale bank krachtig ten strijde tegen deflatie of negatieve prijsvorming door fiscale en monetaire stimuli. De btw-verhoging van vorig jaar impliceerde een brede prijsverhoging van consumptiegoederen die de inflatie logischerwijze hoger stuurde. Maar dat werd ook een rem op de Japanse economische groei, waardoor de onderliggende inflatie zwak blijft. Wanneer de impact van deze btw-verhoging uit de inflatiecijfers wordt gehaald, staat de Japanse inflatie immers weer op nul. Lage en zelfs negatieve inflatie wordt een wereldwijd fenomeen. Na de eurozone en de VS zijn er ook een aantal groeilanden zoals Polen, Thailand, Hongarije, Zuid-Korea en Kroatië die te kampen krijgen met lage of zelfs negatieve inflatie.
2
Grafiek 1 (Gegevens op 31/03/2015)
Economische vooruitzichten
Economische groei (jaarlijkse evolutie van het BBP)
Inflatie (jaarlijkse evolutie van de consumentenprijzen)
2015
2016
2015
2016
Wereld
2,7%
3,0%
1,9%
2,6%
Eurozone
1,3%
1,6%
0,0%
1,2%
Duitsland
1,6%
1,8%
0,2%
1,5%
Frankrijk
0,9%
1,4%
0,1%
1,0%
België
1,2%
1,5%
0,2%
1,5%
Verenigd Koninkrijk
2,6%
2,4%
0,5%
1,7%
Verenigde Staten
3,0%
2,8%
0,3%
2,2%
Japan
1,0%
1,4%
0,9%
1,3%
Rusland
-4,0%
0,5%
15,1%
7,2%
Brazilië
-0,7%
1,3%
7,6%
5,7%
China
7,0%
6,7%
1,5%
2,2%
India
7,4%
7,7%
6,4%
5,6%
Zuid-Afrika
2,2%
2,5%
4,6%
5,9%
Tabel 1 (Gegevens op 31/03/2015)
Aandelenmarkten Onzekerheid weegt op aandelen Europa en de VS De wereldwijde aandelenindex verliest terrein met -0,68% door spanningen in het Midden-Oosten en gemengde Amerikaanse macrocijfers. Vooral de S&P500 noteert daardoor -1,74% lager, want naast de risicoaversie slaat ook de hoogtevrees wat toe nu de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq in de tweede helft van maart tegen haar hoogtepunt van 2000 schurkt. Europese aandelen deden het beter met 2,73%, waardoor de Eurostoxx 50 op een nieuw hoogtepunt noteert over de laatste 7 jaar. Het toenemende economische momentum, de relatief aantrekkelijke waardering en de gunstige gevolgen van het monetaire beleid hebben de instroom in Europese aandelenfondsen over de laatste maanden versterkt.
EUROZONE - Positief + De verwachte winstgroei van 15% voor aandelen van de eurozone blijft op peil. Na de lagere olieprijs en de zwakkere euro als ondersteunende factoren volgt ook de sterkere groei van de consumptie als motor voor meer winstgroei. + In het verleden was de winstgroei in de VS veel sterker dan in de eurozone. Deze trend is gekeerd, zodat we mogen verwachten dat ook het verschil in waardering zal afnemen. + Aandelen uit de eurozone blijven nog steeds goedkoop op basis van diverse parameters. Het winstrendement en het dividendrendement blijven beduidend hoger dan de financieringskost. (bv. rendement op BBB-papier).
Azië
- Op basis van de koers-winstverhouding (gebaseerd op
Het Japanse centrale bankbeleid is geen onverdeeld succes in de strijd tegen deflatie, maar dat stond niet in de weg van de liquiditeitsgedreven rally van de Nikkei 225 naar het hoogste niveau sinds april 2000. Het maandrendement van de Nikkei bedraagt 2,18%. Het was echter de Shanghai stock exchange of de Chinese binnenlandse aandelenmarkt die de hoofdprijs wegkaapte. Na de stomende rit tijdens de laatste maanden van vorig jaar, kwam er in de laatste maand van het eerste kwartaal nog een tweede versnelling van meer dan 14%. Vorige maand reageerden beleggers eerder lauw op de Chinese stimulerende maatregelen, maar de verwachting dat er nog meer aandelenpositieve maatregelen volgen, heeft het aantal nieuwe effectenrekeningen voor de binnenlandse aandelenmarkt doen pieken.
gerealiseerde winsten) worden aandelen uit de eurozone eerder duur in historisch perspectief. Winstgroei wordt de enige motor voor een verdere koersstijging van aandelen uit de eurozone. - Het optimisme op de aandelenmarkten kan verstoord worden door de zorgen over Griekenland.
Munt
1 maand
Sinds 01/01/2015
1 jaar
3 jaar
Wereld
Evolutie van de aandelenmarkten
USD
-0,68%
4,36%
11,80%
13,21%
Eurozone
EUR
2,73%
17,51%
16,95%
14,28%
Duitsland
EUR
4,95%
22,03%
25,22%
19,87%
Frankrijk
EUR
1,66%
17,81%
14,62%
13,71%
België
EUR
0,31%
13,41%
19,04%
17,04%
Verenigd Koninkrijk
GBP
-2,50%
3,15%
2,65%
5,50%
Verenigde Staten
USD
-1,74%
0,44%
10,44%
13,66%
JPY
2,18%
10,06%
29,53%
23,96%
Groeilanden
USD
-1,59%
1,91%
-2,02%
-2,19%
Rusland
RUB
-7,5%
16,4%
18,8%
2,3%
Brazilië
BRL
-0,8%
2,3%
1,5%
-7,4%
China (Hong Kong)
CNY
0,3%
5,5%
12,4%
6,6%
Japan
India
INR
-4,8%
1,7%
24,9%
17,1%
Zuid-Afrika
ZAR
-2,4%
4,7%
7,0%
15,8%
Tabel 2 (Gegevens op 31/03/2015)
3
VERENIGDE STATEN - Neutraal + De Amerikaanse centrale bank zal de rente wellicht geleidelijker optrekken dan eerder verwacht, wat positief is voor de Amerikaanse aandelen. + Het slechte weer in het noordoosten en stakingen in de havens aan de westkust zijn eenmalige factoren die de economische groei in het eerste kwartaal hebben gedrukt, maar in het tweede kwartaal zullen verdwijnen. + Amerikaanse bedrijven zetten hun cash aan het werk: een gedeelte van deze cash gaat terug naar de aandeelhouders door dividendbetalingen en de inkoop van eigen aandelen, maar ook de volumes voor overnames en fusies zijn dit jaar sterk toegenomen in de VS.
- Het winstmomentum van Amerikaanse aandelen bevindt zich op het laagste peil van de voorbije 5 jaar.
- De versterking van de dollar zet de winst van multinationals onder druk.
- De Amerikaanse aandelenmarkt is duurder gewaardeerd dan de meeste andere regio’s.
GROEILANDEN - Negatief + De emerging markets blijven de goedkoopste regio met een koers-winstverhouding van 12 (op basis van de winstverwachtingen voor de komende 12 maanden) en een winstgroei op lange termijn van 13%. + In verschillende Aziatische groeilanden is de inflatiedruk significant afgenomen wat ruimte laat voor een monetaire versoepeling. + De daling van de olieprijzen versterkt de financiële positie en bevordert de expansie van de meeste Aziatische landen.
- Door het vooruitzicht van een Amerikaanse renteverhoging neemt het muntrisico en ook het liquiditeitsrisico toe voor beleggingen in deze groeimarkten. - De winstmarges van bedrijven uit de groeimarkten nemen af. - De structurele groeiverzwakking in de emerging markets zorgt ervoor dat de kloof met de groei in de industrielanden zich op het laagste niveau bevindt sinds 2000. De Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq naar hoogtepunt van 2000
JAPAN - Positief + De Japanse sterindex Nikkei 225 bereikt het hoogste niveau in 15 jaar. Het overheidspensioenfonds en de Japanse centrale bank zijn de grootste kopers en zullen deze aankopen verder zetten. + De bedrijfswinsten zijn door de zwakke yen gestegen naar een recordniveau. + De Japanse economie heeft de btw-verhoging verteerd en sluit het 4de kwartaal van vorig jaar af met een lichte positieve groei. Ook voor 2015 wordt een positieve groei verwacht.
- Investeringen door Japanse bedrijven blijven voorlopig uit. - Het stimuleringsbeleid van premier Abe heeft voorlopig weinig structurele vorderingen gerealiseerd. Er wordt een negatieve kerninflatie verwacht. Het bereiken van 2% inflatie volgend jaar wordt hoe dan ook moeilijk. - Een hogere koers-boekwaarde zorgt voor minder potentieel in de Japanse aandelenmarkt. Een hoger rendement op het eigen vermogen is noodzakelijk om de waardering van Japanse aandelen te doen stijgen.
Grafiek 2 (Gegevens op 31/03/2015)
Verwachte winstgroei per regio
Grafiek 3 (Gegevens op 31/03/2015)
4
Obligatiemarkten
Amerikaanse centrale bank zet de stipjes lager Yellen, de voorzitster van de Amerikaanse centrale bank, toonde zich op het eerste zicht “niet langer geduldig” alvorens de rente te verhogen. Obligatiebeleggers interpreteerden die boodschap aanvankelijk als een nakende rentestijging. Uit de grafische weergave van de renteverwachtingen door de leden van het open marktcomité (a.d.h.v. stipjes of de zogenaamde ‘dot plots’) bleek echter dat de verwachte renteverhoging dit jaar een stuk lager kan uitvallen. De rente op Amerikaanse overheidsobligaties ging prompt lager, waardoor deze obligaties stegen in waarde. In de eurozone startte de ECB op 9 maart met het aankoopprogramma van publieke sectorobligaties. Overheidsobligaties zetten daardoor hun klim voort. Duitse overheidsobligaties bieden nu een negatief rendement op looptijden tot 7 jaar.
Hybride obligaties zijn terug Het imago van hybride obligaties werd door de financiële crisis verwoest. Door de versoepelingsmaatregelen van de ECB komen deze obligaties weer op het voorplan. Immers door de zeer lage rendementen op andere obligatiecategorieën zoeken beleggers opnieuw meer rendement in deze langlopende obligaties. De uitgiftes van deze obligaties zijn opgelopen naar een recordniveau van 16 miljard euro in Europa over het eerste kwartaal. Beleggers ontvangen een hoger rendement omdat de leningen achtergesteld zijn, omzetbaar in aandelen en uitgevers ze vervroegd kunnen terugkopen.
Interestvoeten
De Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve)
3 maanden
2 jaar
10 jaar
Eurozone
0,02%
-0,25%
0,19%
Duitsland
0,02%
-0,2%
0,2%
Frankrijk
0,02%
-0,2%
0,5%
België
0,02%
-0,2%
0,4%
Verenigde Staten
0,3%
0,6%
1,9%
Verenigd Koninkrijk
0,6%
0,4%
1,6%
Japan
0,1%
0,0%
0,4%
Rusland
12,2%
12,3%
12,0%
Brazilië
13,0%
13,4%
13,0%
China
4,9%
3,4%
3,6%
India
7,5%
7,8%
7,7%
Zuid-Afrika
0,0%
6,4%
7,8%
Tabel 3 (Gegevens op 31/03/2015)
Munt
1 maand
3 maand
Sinds 01/01/2015
1 jaar
3 jaar
Overheidsobligaties eurozone
EUR
1,2%
4,3%
4,3%
13,6%
9,4%
Overheidsobligaties Verenigde Staten
USD
0,7%
1,8%
1,8%
6,2%
2,6%
Evolutie van de obligatiemarkten
Bedrijfsobligaties van goede kredietkwaliteit
EUR
-1,2%
-1,7%
-1,7%
-2,1%
1,9%
Hoge rendementsbedrijfsobligaties
USD
-1,0%
0,4%
0,4%
-2,7%
5,8%
Groeilanden harde valuta
USD
0,3%
2,0%
2,0%
7,5%
5,6%
Groeilanden lokale valuta
USD
-1,0%
0,2%
0,2%
2,5%
1,9%
Tabel 4 (Gegevens op 31/03/2015)
5
OVERHEID - Neutraal + De aankopen door de centrale banken en de ECB zullen het onevenwicht tussen vraag en aanbod versterken en zorgen voor neerwaartse druk op de obligatierendementen op langere looptijden. + De heropflakkering van de crisis in Griekenland heeft niet geleid tot volatiliteit in de handel van Europese staatsobligaties, want door de aankopen van de centrale banken is het besmettingsgevaar beperkt.
- Een eerste renteverhoging van de Amerikaanse centrale bank in 2015 kan ervoor zorgen dat bepaalde beleggers de Europese obligatiemarkten gaan verlaten in hun jacht naar hogere rendementen. - Inflatieverwachtingen stabiliseren en lijken terug iets toe te nemen. Indien de recente positieve evolutie zich voortzet, wordt het moeilijk om te verwachten dat de rendementen op de huidige lage niveaus blijven. - Het gedeelte staatsobligaties met een negatief rendement wordt steeds omvangrijker. BEDRIJVEN GOEDE KREDIETKWALITEIT - Positief + Bedrijfsobligaties gedijen nog steeds in deze omgeving van gemiddeld lagere economische groei en lage inflatie wat de aanwezigheid van kwantitatieve versoepeling nog steeds verantwoordt. + De financiële fundamenten van de bedrijven zijn goed: hoge cashposities, een lichte stijging van de pay-out ratio en relatief lage uitgaven voor investeringen en overnames. + Beleggers pikken nog steeds nieuwe uitgiftes op voor het extra rendement, terwijl bedrijven zich goedkoper financieren op de financiële markten dan bij de banken.
- Door de lagere risicopremies is er weinig marge voor een substantiële daling van deze premies, m.a.w. ook bedrijfsobligaties zijn duur waardoor het risico op een zeepbel toeneemt. - De gemiddelde looptijd voor nieuwe emissies ligt boven het historisch gemiddelde. Dat vergroot het renterisico. Bovendien worden beleggers minder vergoed dan vroeger voor langere looptijden. - Geopolitieke risico’s zijn ook inherent aan sommige bedrijven die met hun activiteiten blootgesteld zijn aan sommige regio’s.
BEDRIJVEN HIGH YIELD - Neutraal + Betere economische vooruitzichten en het ruime monetaire beleid houden de zoektocht naar een hoger rendement nu nog in stand. + Verhoogde rentabiliteit en kasstroom in de eurozone, maar betere risicovergoeding voor Amerikaanse obligaties. + De verhouding tussen het rendement en de gemiddelde looptijd is aantrekkelijker voor hoge rendementsobligaties dan voor obligaties van goede kredietkwaliteit. + De verhandelbaarheid van hoge rendementsobligaties is beter dan vorig jaar.
- Amerikaanse energiebedrijven staan onder druk door lagere inkomsten waardoor het aantal wanbetalingen en negatieve kredietherzieningen licht kan stijgen, terwijl Europese bedrijven door de lagere rente hun schuldpositie vergroten. - Een geleidelijke renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank kan de aantrekkelijkheid van hoge rendementsobligaties doen afnemen tegenover deze van obligaties met een goede kredietkwaliteit. Reden: afnemende liquiditeit. - De rendementsverwachting voor hoge rendementsobligaties is eerder beperkt tegenover dat van aandelen. GROEILANDEN - Negatief + Het rendementsverschil tussen groeilandobligaties en staatsobligaties van industrielanden is nog iets groter geworden. + De zoektocht naar een hoger rendement door het extreem soepele geldbeleid en recente monetaire impulsen uit China zijn positief voor risicovolle activa. + Gunstige technische factoren voor groeilandleningen in sterke munten: volatiele maar positieve geldstromen en potentiële schaarste aan netto-uitgiftes voor de rest van het jaar. + De risicopremie ligt hoger dan een paar jaren geleden terwijl de kredietwaardigheid van de landen redelijk goed is en vrij stabiel blijft.
- Er is een structureel zwakker economisch momentum in de opkomende landen.
- De evolutie van de grondstoffenprijzen is een risicofactor. - Lagere inflatie en lagere groei zetten centrale banken aan tot renteverlagingen waardoor de lokale munten blijven depreciëren. - Een renteverhoging in Amerika wordt verwacht later in het jaar, want de toon van de Federal Reserve is zeer gematigd.
6
Wisselmarkten Evolutie
Type
Laatste Wisselkoers
Verenigde Staten
EUR/USD
1,07
1,1%
1,2%
1,2%
1,4%
Verenigd Koninkrijk
EUR/GBP
0,72
0,7%
0,8%
0,8%
0,8%
Rusland
EUR/RUB
62,52
69,7%
71,3%
73,5%
48,4%
Noorwegen
EUR/NOK
8,65
8,6%
9,0%
9,0%
8,3%
Japan
EUR/JPY
128,9
134,4%
144,9%
144,9%
143,0%
Brazilië
USD/BRL
3,20
2,9%
2,7%
2,7%
2,3%
China
USD/CNY
6,20
6,3%
6,2%
6,2%
6,2%
India
USD/INR
62,50
61,9%
63,0%
63,0%
59,9%
Zuid-Afrika
USD/ZAR
12,1
11,8%
11,5%
11,6%
10,6%
Sinds 01/01/2015
1 jaar
Wisselkoersen
1 maand
3 maand
Sinds 01/01/2015
1 jaar
Tabel 5 (Gegevens op 31/03/2015)
Grondstoffen Evolutie
Grondstoffen
Laatste koers (USD)
Grondstoffen
211,86
-5,5%
-7,9%
-7,9%
-29,8%
53,34
-13,7%
-4,3%
-4,3%
-49,0%
Goud
1.183,68
-2,4%
-0,1%
-0,1%
-7,4%
Zilver
16,66
1,6%
6,3%
6,0%
-15,7%
369,36
3,7%
0,0%
0,0%
-14,9%
Brent olie
Voeding
1 maand
3 maand
Tabel 6 (Gegevens op 31/03/2015)
7
Verklarende woordenlijst Centrale bank: instelling die van een land of monetaire unie de opdracht krijgt het monetaire beleid te voeren, toezicht te houden op de prijsstabiliteit, te waken over de solvabiliteit van de banken en hun respect voor de reglementering. In geval van economische crisis speelt die instelling de rol van ‘geldschieter in laatste instantie’. Depreciatie/appreciatie van een munt: vermindering/ vermeerdering van de waarde van de munt van een land (of monetaire unie) ten opzichte van andere munten.
16.04.2015 - Verantwoordelijke uitgever: Bart Beeusaert, Delta Lloyd Bank nv, Sterrenkundelaan 23, 1210 Brussel - FSMA 025573 A
Hard & local currency: beleggingen kunnen worden uitgedrukt in sterke deviezen (hard currency) zoals de dollar (of zelfs de euro) maar ook in lokale deviezen (local currency) zoals de Braziliaanse real, de Chinese yen, de Thaïse baht, de Koreaanse won ... Inflatie/deflatie: algemene stijging/daling over meerdere maanden van de prijzen van goederen en diensten van een land (of monetaire unie). Groeimarkten/-landen: landen waarvan de economie uit de onderontwikkeling stapt en met een groot economisch groeipotentieel, meestal gelegen in Azië (met uitzondering van Japan), Oost-Europa, het Midden-Oosten, LatijnsAmerika of Afrika. Obligaties met een hoog rendement (‘High Yield’): obligaties uitgegeven door emittenten (bijvoorbeeld ondernemingen) die een risico vertonen hun verbintenissen (zoals het betalen van het nominale bedrag op de vervaldag en de coupons) niet na te komen. Dat soort obligaties biedt in het algemeen een hogere coupon dan obligaties met een goede kredietkwaliteit, vandaar ook de naam ‘met hoog rendement’.
Obligaties met een goede kredietkwaliteit (‘Investment Grade’): obligaties uitgegeven door emittenten (bijvoorbeeld ondernemingen) die een laag risico vertonen hun verbintenissen (zoals het betalen van het nominale bedrag op de vervaldag en de coupons) niet na te komen. Risicopremie: het extra rendement dat de belegger eist ter compensatie van een hoger risico. Spread: het verschil tussen twee interestvoeten (bijvoorbeeld tussen de interestvoet op korte en op lange termijn, de Amerikaanse en Europese interestvoeten ...). De ‘credit spread’ is het verschil tussen de interestvoet van een obligatie (bijvoorbeeld van een bedrijf) en de interestvoet van een staatsobligatie ‘zonder risico’ (bijvoorbeeld de Duitse staatsobligaties). Small caps/mid caps/large caps: de beurskapitalisatie van een bedrijf wordt berekend door de prijs van het aandeel te vermenigvuldigen met het aantal aandelen in omloop. Bedrijven met een kleinere beurskapitalisatie noemen we ‘small caps’, bedrijven met een grotere beurskapitalisatie ‘large caps’. ‘Mid caps’ zijn de bedrijven met een gemiddelde beurskapitalisatie. Basisrentevoeten: rentevoeten vastgelegd door de centrale bank van een land of monetaire unie (ECB, Fed). Deze rentevoeten geven private bankinstellingen de mogelijkheid om op korte termijn geld (uit) te lenen bij/ aan hun centrale bank.
Deze nieuwsbrief is opgesteld met de nodige zorg, mede op basis van zorgvuldig uitgekozen bronnen, maar zonder garantie dat de opgenomen informatie in alle omstandigheden actueel, nauwkeurig, volledig, juist en geschikt is. De opgenomen informatie kan steeds wijzigen zonder mededeling hiervan. De inhoud van deze nieuwsbrief kan geenszins beschouwd worden als financieel of beleggingsadvies, noch als juridisch of fiscaal advies, noch als een aanbod van bank- en/of verzekerings producten en/of -diensten. De inhoud van deze nieuwsbrief is louter informatief en de afnemer van de informatie is zelf verantwoordelijk voor elk eventueel gebruik ervan. Delta Lloyd Bank is niet verantwoordelijk voor eventuele fouten of vergissingen en ook niet aansprakelijk (direct of indirect) (1) voor het niet-verwezenlijken van verwachtingen of voor enige beslissing of handeling die de lezer al dan niet zou nemen of stellen op basis van deze nieuwsbrief, (2) noch voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade (incl. winstderving of verlies van opportuniteit) als gevolg daarvan bij hem of derden. Niemand mag deze nieuwsbrief kopiëren of verspreiden voor eender welk doel, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Delta Lloyd Bank nv. Hebben meegewerkt aan dit nummer: Erik Brans, Jan Bronselaer, Olivier Colsoul, Cindy De Cauwer, Rik Dhoest, Antoine Mahieu, Pascale Nachtergaele, Levi Sarens, Karl Suykerbuyk, Stijn Vanvuchelen, Lies Lekeux, Marjorie Hoyaux, Niels Costermans, Ronald Elskens en Vincent Bours.