Burenblad van BASF Antwerpen NV winter 2007
In dit nummer •
Stany Crets in het hol van de leeuw
•
Chemische sector houdt risico's onder controle
p.4&5
Waarom werd er zo lang en zo sterk gefakkeld bij BASF?
p.6&7
•
•
Biotechnologie kan uitweg bieden voor stijgende vraag naar voedsel en energie
p.3
p.8,9&10
•
Drie plakken voor Koen Adriaenssens
p.11
•
Moet er nog taart zijn...
p. 12
Waarom werd er zo lang en zo stevig gefakkeld bij BASF Antwerpen ? Steamcrackermanager Geert Vercruysse geeft uitleg
jaargang 4/ nr. 3
Verantwoordelijke uitgever: BASF Antwerpen NV Scheldelaan 600, B-2040 Antwerpen 4 Beste buren, Coördinatie & eindredactie: Jan Van Doorslaer Communicatie B510/2 tel. +32-(0)3-561.21.51 Opmaak & fotobewerking: FM graphics bvba Met bijdragen van: Jan Van Doorslaer, Ronny Vandelannoote Foto’s: Wim Van Nueten BASF Plant Science
Overname uit deze publicatie is toegestaan na overleg met de dienst Communicatie en met bronvermelding
Wanneer een jaar op zijn einde loopt, hebben we dikwijls het gevoel dat het jaar voorbij gevlogen is. Voor BASF Antwerpen was dit zeker zo en dit heeft alles te maken met de drukke activiteiten die de belangrijke investeringen met zich hebben gebracht. U bent als buren daarvan getuige geweest. We kregen veel volk over de vloer om tal van projecten af te handelen, maar dat volk moest ook onderdak vinden en dat hebben jullie ook in jullie directe omgeving gemerkt. Vele overnachtingsmogelijkheden werden ingenomen door een internationaal gezelschap dat bij ons aan de slag was. We hebben die toevloed met jullie in alle ‘peis en vree’ zeer goed kunnen opvangen, waarvoor onze dank. Er waren ook die stevige en langer dan verwachte fakkelactiviteiten, maar daarover hebben we zo goed en zo efficiënt mogelijk gecommuniceerd, al kunnen ook wij onverwachte technische omstandigheden niet altijd en niet helemaal gelijktijdig communiceren. Bij dergelijke onverwachte obstakels zetten alle medewerkers zich voor de volle pond in om de hinder te beperken
Aanvragen zijn welkom via
[email protected].
Nieuwe rubriek op onze website = Bureninfo Naar aanleiding van de vele vragen en oproepen die we kregen naar aanleiding van de sterke fakkelactiviteit van de voorbije maand november, hebben we op onze website www.basf.be een nieuwe rubriek klaargestoomd onder de titel Bureninfo. Daar vindt u antwoorden op de talrijke veelgestelde vragen rond het fakkelen in het algemeen en rond de fakkelactiviteiten van de voorbije weken. Ook het algemeen infonummer staat nu duidelijk vermeld. Voor wie geen internettoegang heeft herhalen we hier nogmaals het nummer en het gebruik Je kiest 00800 - 227 346 36 (let op: de dubbele nul draaien!). Beschik je over een GSM of een toetsenbord met letters, dan hoef je enkel 00800 – BASFINFO te onthouden. Overdag kom je terecht bij de dienst Communicatie. Buiten de daguren wordt u doorgeschakeld naar de Alarmcentrale van onze Interventiedienst.
2
en het proces in goede banen te leiden. Daarbij – en overigens in alles wat we doen - staat veiligheid voor de eigen medewerkers, de partners en de omwonenden op de eerste plaats. Eén ding wil ik nadrukkelijk zeggen, de dialoog met onze buren die we de voorbije jaren stelselmatig hebben uitgebouwd, willen we blijven koesteren en verbeteren. De vrijwillige uitgave van dit burenblad met informatie of de kleine en grote dingen die zich afspelen bij BASF, is daarvan een illustratie. In dezelfde geest van goed nabuurschap wensen we u allen voor 2008 het allerbeste. Moge uw wensen en verwachtingen gerealiseerd worden en moge het jaar nieuwe perspectieven openen. Prettig eindejaar, Wouter De Geest Gedelegeerd bestuurder
‘Iedereen eco’, nieuwe reeks op Canvas
Stany Crets in het hol van de leeuw… Midden oktober. We krijgen een telefoontje van het programma ‘Overleven’, een van de vaste waarden van Canvas, zeg maar VRT Twee Televisie. Of we bereid zijn Stany Crets, de bekende acteur, te ontvangen. Hij wil wel eens zien wat ‘die grote bedrijven dan wel voor het milieu doen, als ook wij kleine particulier vanalles moeten doen’. Zijn bezoek past in een reeks van uitzendingen waar Bekende Vlamingen (o.m. Tom Waes, Saartje Van Den Driessche, Marc Reynebeau en Tomas Desoete) hun ‘ecologische voetafdruk’ laten nemen.
Jan Van Doorslaer
Bij de Bekende Vlamingen wil het programmateam van Overleven wel eens nagaan wat ze als individu zelf doen aan hun ecologisch gedrag en wat ze nog zouden kunnen verbeteren. ‘Iedereen eco’, zal het programma heten. Steracteur Stany Crets (o.m. van Debby & Nancy, maar van nog veel meer…) laat zich tijdens de gesprekken met de programmamakers ontvallen dat het wel mooi is dat individuele burgers milieuvriendelijk moeten leven, maar wat brengt dat op als grote bedrijven toch maar rustig kunnen verder doen met de ‘vervuiling’. Of we bereid zijn Stany Crets te ontvangen en of we enige toelichting kunnen geven, zo luidt de vraag. Geen probleem, zo klinkt ons antwoord en afspraak wordt gemaakt op vrijdag 26 oktober. Stany Crets met in zijn voetspoor een hele cameraploeg. We – Els Paredis, milieucoördinator en Jan Van Doorslaer, externe communicatie – ontvangen de hele ploeg in het e.paviljoen. Stany Crets krijgt er toelichting over wat BASF Antwerpen allemaal maakt. Hij is toch enigszins verbaasd dat hier bij BASF het begin ligt van producten zoals kunststoffen die later hun weg vinden in tal van dagelijkse toepassingen. We leggen hem ook uit hoe bij BASF Antwerpen de energie-efficiëntie is ontwikkeld. Hoe we niet alleen zelf zo energiezuinig mogelijk willen produceren, maar ook welke producten we maken die anderen – waaronder bouwers en autobezitters – kunnen helpen om energiezuinig te leven. Stany Crets luistert geduldig en aandachtig.
Drinkbaar ?
om samen met ons luchtmeetteam Marc Lodewijckx en Peter Blommerde - te gaan kijken wat er uit onze schouwen komt. De keuze valt op een schouw op zowat 30 meter hoogte van de caprolactaminstallatie. Caprolactam is een grondstof voor kunstvezels en kunststoffen bekend onder de naam nylon. Maar wie in zo’n installatie op het dak wil, moet een BASF-werkplunje aantrekken, een veiligheidsbril opzetten en een helm aantrekken. Stany Crets is wat dat betreft niet moeilijk en doet wat hem gevraagd wordt. Boven aan de schouw tonen Marc en Peter hoe ze een luchtstaal nemen en wat er dan verder gebeurt. Wat ze daar boven nog bespreken, is me ontgaan. Ik ben niet meegeweest. Het was wat fris en dat zien we hopelijk wel op het scherm.
Van het e.paviljoen gaat het naar de waterzuiveringsinstallatie. Stany Crets luistert, maar hij zou Crets niet zijn als hij niet kritisch uit de hoek komt. “Het stinkt hier”, valt hij aan. “Ja, geur kan er zijn, want tenslotte zijn dat hier grote en open bekkens waarin miljarden bacteriën hun zuiverend werk verrichten, een beetje zoals in een septische put," probeer ik. “Of het water dat we na zuivering lozen ook drinkbaar is ?”, is zijn volgende vraag. “Nee”, zegt milieucoördinator Els, “dat kunnen we niet en wordt ook niet verlangd van ons.” “Of er dan vissen in kunnen zwemmen”, pikt Crets meteen in. ‘Ja’, zegt Els, ‘sinds de industrie haar restwaters zuivert, is de kwaliteit van het Scheldewater dermate verbetert dat én Waarom niet gratis ? het aantal vissen én het aantal soorten is toegenomen; Onderzoek van de Terug op de begane grond, is er een laatste gesprek over de katalysator die KU-Leuven toont dat aan…” we als BASF ontwikkelden om de uitHet dak op… stoot van lachgas – een sterk broeikasgas – met meer dan 60% terug te dringen. Van de wateremissies naar de lucht- Stany vindt het wel oké, maar vraagt emissies. We nodigen Stany Crets uit zich af waarom we zo’n vondst niet
Stany Crets (midden) op de Waterzuivering met links, Jan Van Doorslaer (Externe Communicatie) en rechts Els Paredis (Milieucoördinator).
gratis ter beschikking stellen omdat het tenslotte toch het milieu dient. We leggen hem uit dat dergelijke vondst toch wel wat onderzoekkosten heeft meegebracht en we heel wat testen hebben moeten doen. Met de patentering van dit nieuwe procédé willen we het verkopen aan andere producenten en zo een deel van de gemaakte kosten recupereren. Hij blijft toch vinden dat we daarin genereuzer zouden kunnen zijn. Te laat bedenk ik de wedervraag of hij ten bate van het milieu dan telkens gratis zou optreden… Maar aangezien we de vraag niet stelden, kennen we ook het antwoord niet. Vervolg op het kleine scherm. Het programma in de rubriek ‘Overleven’ gaat onder de titel ‘Iedereen eco’. en wordt uitgezonden in december. De reportage met Stany Crets is gepland voor zondag 30 december 2007 vanaf 22 uur, na ‘Debby & Nancy’s Happy Hour’ dat vanaf 20u50 op tv Eén staat geprogrammeerd.
3
Seveso-infocampagne met steun van bedrijven
Chemische sector houdt risico’s onder controle
Jan Van Doorslaer
Eind november lanceerde de Belgische federale overheid (ministerie Binnenlandse Zaken) een nieuwe campagne over risico’s van grote industriële ondernemingen, de zogenaamde Seveso-campagne. Bedoeling van deze campagne is omwonenden van industriële vestigingen met een verhoogd risico, duidelijk maken hoe ze moeten reageren als er zich een incident of ongeval voordoet. Op televisie waren spotjes te zien – onder de titel ‘boodschappen van algemeen nut’ – waarin een sirene afgaat en allerlei knaagdieren hun onderaardse schuilplaatsen opzoeken. essenscia.vlaanderen, de federatie voor chemie & life sciences
En met deze clip maakte de campagne meteen ook duidelijk waar het op aankomt in de buurt van grote industriegebieden of industriële vestigingen: als er een alarm gesignaleerd wordt, meestal via sirenes, is er een belangrijke gedragsregel: binnen blijven. Mits een paar bijkomende raadgevingen (zie kader) kan echt gevaar grotendeels bezworen worden. Naar aanleiding van deze campagne wijst ‘essenscia’, de federatie van de chemische industrie en life sciences, erop dat haar leden permanent inspanningen doen om de risico’s onder controle te houden. “We zijn ons als experten in de materie bewust van onze risico’s en willen als sector daarom een voorbeeld zijn op het gebied van risicobeheersing én vei-
4
ligheidscultuur. En we kunnen een goed rapport voorleggen,” zegt Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder van essenscia.
Streven naar nulrisico Van de 347 ondernemingen die in België als “Seveso”-bedrijven geklasseerd zijn, behoren 158 bedrijven tot de sector van de chemie in de brede zin van het woord (basischemie, farmacie, parachemie, producenten en verwerkers van kunststoffen). Vandaar het grote belang dat de sector van de chemie en life sciences hecht aan veiligheid én voor de omwonenden en voor haar eigen medewerkers en contractoren. De chemische ondernemingen weten terdege dat er
risico’s verbonden zijn de vele sites omwille van de hoeveelheid chemische producten die er verwerkt en behandeld worden en omwille van haar specifieke processen. “Iedereen moet beseffen dat het nulrisico niet bestaat, maar dit besef leidt zeker bij onze leden-ondernemingen tegelijk tot veiligheidsmaatregelen (zowel technisch als in het dagelijks werk) die het nulrisico willen nastreven,” argumenteert Yves Verschueren.
Wil tot samenwerken De sector van de chemie en life sciences heeft gedurende de laatste tien jaar een sterke vooruitgang gerealiseerd inzake risicobeheersing. De sector kent jaarlijks maar 1 tot
2 ongevallen die beantwoorden aan de criteria voor meldingsplicht aan de Europese instanties. De gevolgen van deze ongevallen zijn overigens uiterst beperkt mede dankzij het bestaan van urgentieplannen die opgesteld zijn samen met de overheden en met diezelfde overheden en hulpdiensten ook regelmatig worden uitgetest. Deze ‘Seveso-oefeningen’ leveren meestal leermateriaal voor verbetering van de procedures en de communicatie tussen de betrokkenen en met de omwonenden. Trouw aan zijn Responsible Careverbintenis (verantwoorde zorg) investeert de sector elk jaar bijna 350 miljoen euro in veiligheid en leefmilieu. Bovendien financiert de Belgische industrie sinds de jaren ‘90 het Seveso-fonds via de
Seveso-alarm? Dan is je huis je beste bescherming ! van de risicofactoren blijkt ook uit de statistieken over arbeidsongevallen, die voor onze sector sinds 1995 een constante daling vertonen. Volgens het Fonds voor Arbeidsongevallen is de frequentiegraad van arbeidsongevallen (t.t.z. het aantal ongevallen per jaar per één miljoen gepresteerde uren) in de sector chemie, parachemie en farmacie meer dan tweemaal lager dan in de hele industrie. Tussen 1995 en 2006 zijn de arbeidsongevallen bij het eigen personeel van de ondernemingen uit de sector met de helft verminderd (-53%). Voor de rest van de industrie kon een daling met één derde worden opgetekend. Het beeld is even gunstig voor de arbeidsongevallen aangegeven door contractoren. Voor de onderneInterne risico’s mingen uit de zone Noord-Antwerpen- de chemiecluster bij uitstek- zijn Naast de beheersing van externe de arbeidsongevallen bij contractoren risico’s doet de sector van de chemie zelfs met 80% verminderd over de en life sciences alsmaar intensere laatste 10 jaar. inspanningen om de interne risico’s, voor de eigen medewerkers en contractoren-onderaannemers tot Constant opleiden een minimum te beperken. “Steeds meer firma’s uit onze sector leggen “Deze opmerkelijke resultaten zijn zichzelf een nultolerantie op inzake uiteraard het gevolg van de conarbeidsongevallen. Deze beheersing stante verbetering van de technieken zogenaamde ‘Seveso-heffing’. Deze jaarlijkse heffing van 7 miljoen euro- uniek in Europa – wordt door de Federale Overheidsdienst van Binnenlandse Zaken geïnd bij de ondernemingen met risico op een zwaar ongeval voor de financiering van uitrustingen van de interventiediensten van het land, maar ook … voor de informatiecampagne die gelopen is. “Dit illustreert de wil tot positieve samenwerking van de sector met de overheden, maar ook en vooral, het maatschappelijke engagement van de chemische industrie en van de life sciences ten dienste van de veiligheid van iedereen”, aldus Yves Verschueren.
en van de veiligheidsvoorschriften die worden toegepast. Maar vooral van een radicale mentaliteitswijziging ten aanzien van veiligheid, zowel bij het eigen personeel van de ondernemingen uit de sector als bij de contractoren. Veiligheid is een basisgedrag geworden. Vroeger heette het dat productie voorrang had op veiligheid. Vandaag kan productie niet meer als ze niet veilig kan gebeuren,” onderstreept Yves Verschueren. Zo spendeert de sector van de basischemie, parachemie en farmacie 1,6% van de globale werktijd aan de vorming van zijn medewerkers. Een opmerkelijk cijfer, zeker vergeleken met de 0,7% die geldt voor de totaliteit van de Belgische ondernemingen. De sector besteedt speciale aandacht aan het onthaal van nieuwe werknemers, vervolgens aan hun vorming op de arbeidsplaats (kennis van machines en processen) en aan hun veiligheidsgedrag. Op die manier beheerst de werknemer niet alleen de processen die hij in werking zet, maar wordt hij ook opgeleid om snel te reageren op uitzonderlijke noodgevallen die zich kunnen voordoen.
Zelfde aanpak Ook de begeleiding van contractoren is in de chemie en life sciences zeer sterk verbeterd gedurende de laatste jaren. Op basis van de aanbevelingen van essenscia waken de ondernemingen er vandaag over dat de veiligheidsvoorschriften die gelden voor de eigen werknemers op dezelfde strenge manier worden toegepast door de contractoren. Strikte selectie, intense begeleiding, regelmatige controles op de toepassing van de veiligheidsvoorschriften en evaluatieprocedures van deze contractoren gedurende en na hun werkzaamheden op Seveso-sites zijn vandaag de dag gangbare praktijk. De naleving van dit hoge veiligheidsniveau binnen de ondernemingen van de sector wordt overigens regelmatig gecontroleerd en geauditeerd door of in opdracht van de overheid. En dit omvat zowel technische inspecties (controle van de naleving van de voorschriften via checklijsten) als inspecties van zorgsystemen en veiligheidsconcepten (gedrag en kennis van medewerkers).
Sirenetesten 2008 De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (www.ibz.fgov.be) organiseert per kwartaal testen voor de elektronische sirenes die zijn geplaatst in risicozones rond Seveso- en nucleaire bedrijven. Voor onze directe regio is er zo'n sirene geplaatst op het politiekantoor langs de Antwerpsebaan in Berendrecht. Voor het jaar 2008 zijn proefalarmeringen van deze sirene gepland tussen 8u45 en 10u15 op volgende data: • 3 januari 2008 • 3 juli 2008 • 3 april 2008 • 2 oktober 2008 Aangezien het gaat om testen, hoeft u er verder geen rekening mee te houden. Als er echt gevaar dreigt zullen de sirenes in werking worden gesteld en zullen de hulpdiensten de nodige mededelingen doen. Als u sirenes zou horen die afkomstig zijn van de vestiging van BASF Antwerpen dan zijn deze alarmeringen alleen bedoeld voor intern gebruik. Zolang er geen extern alarm volgt, hoeft u zich geen zorgen te maken.
5
Gesprek met de steamcrackermanager Geert Vercruysse
Waarom werd er zo lang en zo sterk gefakkeld bij BASF? Van midden tot eind november is het niet zo rustig geweest in de polder rond BASF Antwerpen. Laat ons maar meteen toegeven dat we luidruchtig waren. En laat ons ook maar toegeven dat terecht heel veel buren vragen hadden, soms zelfs verbolgen en ongerust reageerden. We legden uw vragen en uw bezorgdheden voor aan de mensen die direct te maken hadden met het fakkelfenomeen en dat was de ploeg van de steamcracker. Geert Vercruysse, plant-manager van de cracker, is de woordvoerder voor een heel team. Jan Van Doorslaer
Geert, waarom heeft het langer geduurd dan voorzien, waarom weken in plaats van dagen? Geert: “We wisten op voorhand dat deze grote onderhoudsstop van de cracker anders zou zijn dan anders. Door onze goede bedrijfsvoering de afgelopen jaren konden we onze grote onderhoudsstop die we normaal om de 5 jaar moeten doorvoeren – dus 2005 – verschuiven naar 2007. Deze noodzakelijke stop – waarbij onze installatie letterlijk helemaal wordt ‘uitgekleed’ en ‘opengelegd’- ging bovendien gepaard met een uitbreiding van onze capaciteiten. Dat betekende concreet dat naast 45.000 werkopdrachten we ook zowat 2.000 nieuwe wijzigingen in onze installatie moesten meester worden. De combinatie van deze twee uitdagingen waren ook voor ons een grote onbekende.” Toch werd eind oktober aangekondigd dat de heropstart en dus het fakkelen zou beginnen en zowat een weekje zou duren, het duurde veel langer? Geert: “Eind oktober zijn we inderdaad gestart met het stapsgewijs in dienst nemen van het ‘warme gedeelte’ van de steamcracker. Dit betekende het aansteken en warm houden van 1 kraakoven (van de 14). De warmte uit deze oven moest de eerste kringlopen op temperatuur brengen. Het gas van deze oven werd afgefakkeld. Vanaf
6
30 oktober zijn we dan stapsgewijs meer kraakovens in dienst gaan nemen om meer warmte (lees stoom) te produceren. Deze stoom is nodig om de grote machines aan de praat te krijgen. Toen doken technische obstakels op (o.m. enkele stoomlekken) die moesten opgelost worden. Uit veiligheid hebben we extra tests gedraaid waardoor het fakkelen langere tijd aanhield. De fakkelbelasting was toen ca. 15 %, wat de fakkel wel lang zichtbaar maakte, maar de geluidslast moet op dat moment beperkt geweest zijn. De overheersende windrichting was toen zuidwest.” Vanaf 11 november is er dan toch sterk gefakkeld? Geert: “Inderdaad vanaf die zondag is de capaciteit opgevoerd tot meerdere ovens om voldoende stoom op te wekken die moest toelaten de grote machines (ruwgascompressor, ethyleen- en propyleenkoelmachines) één voor één in dienst te nemen. Ook hierbij moesten een aantal kinderziektes overwonnen worden zodat het fakkelen in plaats van 4 tot 5 dagen, bijna dubbel zolang duurde. Het ging hierbij om sterke activiteit die niet zomaar kan teruggedraaid worden. We noemen dit een ‘doorstartoperatie’ waarbij temperaturen permanent hoog moeten worden gehouden en we ons geen schommelingen kunnen veroorloven. Het is in deze periode dat er ook de
De grote onderhoudsbeurt en de uitbreiding van de steamcracker vergde immense werken en een ongekende inzet van vaklui.
Steamcrackermanager Geert Vercruysse (helemaal rechts) tijdens een van de vele overlegvergaderingen met zijn team.
meeste geluidsoverlast was omdat we de te evacueren gassen moeten verbranden met zo minimaal mogelijke roetvorming. Dat kan maar als stoom onder druk wordt toegevoegd aan de af te fakkelen gassen en het is deze toevoeging die het ‘jeteffect’ veroorzaakt. Minder geluidslast zou meer roetvorming veroorzaken en dat wordt ons door de milieuoverheden niet toegestaan. Van laagfrequente geluidsgolven is bekend dat ze zich verder voortplanten dan hoogfrequente golven. Daarom is het ‘gebrom’ ook verder te horen. Deze piek in fakkelactiviteit duurde tot en met het weekend van 18 november.” Nadien zijn er nog enkele forse fakkelingen geweest? Geert: ”Inderdaad, zolang uw proces niet stabiel loopt, kan het gebeuren dat er nog onvoorziene afwijkingen ontstaan en dan moesten we weer fakkelen. We moeten ons ruwgas op een bepaald kwaliteitsniveau krijgen vooraleer we het verder kunnen verwerken in onze basisproducten. Het is een beetje zoals bij de melkboer, met zure melk zal die ook geen boter kunnen maken. Nadien is de vlam nog te zien geweest omdat we onze capaciteit nog niet de volle 100% hebben aangesproken.” Sommigen vroeg zich af waarom er ’s nachts niet minder kon gefakkeld worden?
Geert: ”Dit is technisch gezien – het gaat om een continu proces- niet De werf van de steamcracker vanuit vogelperspectief mogelijk, noch wenselijk, want dat zou het opstartproces – met de bijhorende fakkelactiviteit- alleen maar vertragen en Bij efficiënte verbranding worden om mee shift te lopen. Onze mensen deze lichte fracties voor 99,5 % hebben echt het beste van zichzelf dus verlengen. volledig verbrand. Omwille van de gegeven, er waren nauwelijks afweWaarom moet dat fakkelen? quasi volledige verbranding kan er zigheden en er was de wil en het Geert: ”Fakkels zijn voor chemische ook nauwelijks geurhinder geweest enthousiasme om terug op te starten. en petrochemische installaties ‘veilig- zijn. Misschien moeten we ook eens Als we zegden dat we alle hens aan heidsinstrumenten’ die moeten toela- onderlijnen dat we GEEN afval af- dek hebben geroepen, dan was dat ten dat onverwerkbare gassen op een fakkelen, niet van andere installaties ook zo, niet alleen bij de mensen van veilige én milieuvriendelijke manier van BASF Antwerpen, noch van in- de productie maar ook bij de mensen worden geëvacueerd uit installaties. stallaties vanuit Duitsland. De fakkel van de technische en ondersteunende Er zijn in West-Europa geen crackers van de cracker verbrandt alleen gas- diensten. Ook die waren steeds paraat bekend die kunnen opstarten of stil- sen die uit de cracker komen, geen om mee de technische problemen op leggen zonder fakkelactiviteit. Let wel vloeistoffen. Wat na verbranding nog te lossen. Ik kan, met mijn hand op fakkelen gebeurt alleen bij opstarten overblijft is hoofdzakelijk CO2, en is het hart zeggen dat we echt ons best en stilleggen en bij procesafwijkingen. vergelijkbaar met wat uit een traditi- hebben gedaan.” In de regel als de steamcracker nor- onele wagen komt”. Het fakkelen zal een ‘blijvertje’ maal produceert is er geen fakkel." Sommigen leidden uit het fakkelen zijn, zo schreef een Nederlandse regionale krant… Wat wordt afgefakkeld en heeft dat af dat jullie het proces niet onder controle hadden en twijfelden aan Geert: “Geenszins, het fakkelen zal dan geen weerslag op het milieu jullie vakkennis? er alleen zijn als het echt nodig is en en de gezondheid? Geert: ”Wat we affakkelen zijn lichte Geert: “We hebben het proces altijd wat ons betreft zo weinig mogelijk. componenten of gasvormige fracties onder controle gehad en hebben onze Overigens behoort onze cracker tot van nafta. Nafta is een benzinesoort mensen de voorbije twee jaar voorbe- de beste van West-Europa en hebben die zwaarder is dan wagenbenzine en reid op de vernieuwingen die tijdens met omwille van ons beperkt aantal lichter dan stookolie. Na het kraken deze onderhoudsstop werden doorge- storingen de grote onderhoudsstop bestaat het kraakgas uit lichte frac- voerd. Ook het management van de mogen en kunnen uitstellen. Ik ben ties zoals ethaan, etheen, propaan, cracker is dag en nacht, weekends en ervan overtuigd dat we dat ook de propeen, butaan, buteen… Kortom feestdagen, aanwezig geweest, want komende jaren opnieuw zullen kunnen familie van zeg maar campinggas. we hadden een beurtrol opgesteld aantonen.”
Hij is bereikbaar via tel. 03-569.00.38 of via e-mail
[email protected].
Tijdens de grote stop werd de cracker letterlijk opengelegd (rechts) en werden ook nieuwe apparaten en machines ingebouwd (links).
7
Waarom investeert BASF zo sterk in biotechnologie ?
Biotechnologie stijgende vraag naar Een van de onderzoeksgebieden waar de BASF-groep de komende jaren sterk in investeert - zeg maar veel geld in stopt - is de biotechnologie. Waarom en wat heeft dat met chemie te maken? Deze en meer vragen waren eind oktober het onderwerp van een persontmoeting die de BASF-groep organiseerde in Berlijn, waar een van haar biotechbedrijven is gevestigd. Maar niet alleen in Berlijn, ook in Gent heeft BASF een van haar steunpunten inzake biotechnologie.
Jan Van Doorslaer
Biotechnologie, staat dezer dagen wel eens meer ter discussie. Wat we doen met de genen van planten, de essentie van de biologie, is dat wel beheersbaar en veroorzaken we daarmee geen soort ‘Frankenstein-tijdperk’? Het zijn vaak gestelde vragen en daar wou BASF wel op antwoorden. BASF is een laatbloeier wat biotechnologie betreft en startte haar eerste activiteiten in deze nieuwe wetenschap pas in 1998, zowat twintig jaar na de eerste experimenten in de sector. “We keken een beetje de kat uit de boom, maar kwamen tot de conclusie dat de biotechnologie oplossingen kon bieden voor de stijgende vraag naar voedsel en de stijgende vraag naar alternatieve energiebronnen,” betoogt Peter Oakley, lid van de Raad van Bestuur van de BASF-groep.
Verdubbelen “In 1960 hadden we in de wereld nog 45 are per hoofd landbouwgrond ter beschikking om de mensen te voeden. In 2005 was dat al geslonken tot 25 are en in 2030 zullen we nog
8
amper 18 are landbouwgrond ter beschikking hebben. Willen we bovendien nog 10% van onze brandstoffen uit bio- of plantaardige bronnen halen dan zullen we nog eens één derde van de landbouwgronden daarvoor moeten reserveren. Willen we deze behoeftes dekken dan zullen we de productiviteit van de landbouw moeten verdubbelen in de komende 20 jaar. Om die kloof te overbruggen, zullen we een beroep moeten doen op biotechnologie want met de traditionele landbouwmethodes – meer mechanisatie, meer meststoffen, meer plantenbescherming en traditionele zaad- of plantenveredeling – gaan we het niet halen,”aldus Peter Oakley.
Voeding, gezondheid en energie Voor haar activiteiten in de biotechnologie heeft de BASF-groep gekozen voor drie duidelijke gebieden: bijdragen tot meer voedselvoorziening, een betere gezondheid en een bijdrage tot de energieproblematiek. Een betere voedselvoorziening vergt het ontwikkelen van planten die beter
bestand zijn tegen droogte en koude. Daardoor kunnen bijgestuurde – genetisch gemodificeerde – planten ook groeien in gebieden waar ze tot nu toe niet konden groeien. Een tweede onderzoeksgebied is het genetisch sturen van planten zodat ze een hogere voedingswaarde hebben en een derde gebied is planten zo aanpassen dat ze meer biomassa voortbrengen en zo kunnen bijdragen tot een hogere productie van biobrandstoffen. Van 2006 tot 2008 wil BASF als groep in deze activiteiten meer dan 400 miljoen euro investeren.
Meerdere benen Om haar ambities inzake biotechnologie waar te maken steunt de BASF-groep op meerdere benen. BASF Plant Science heeft vestigingen en onderzoekscentra in Europa en de Verenigde Staten met zowat 700 onderzoekers. Haar traditionele onderzoekscentrum in Limburgerhof, in de buurt van het hoofdkwartier Ludwigshafen heeft BASF inmiddels aangevuld met Metanomics gevestigd in Berlijn en CropDesign
kan uitweg bieden voor voedsel en energie in Gent. Tijdens de persontmoeting in Berlijn werd vooral het samenspel tussen Metanomics en CropDesign onderlijnd. “Metanomics” kijkt binnenin de planten, gaat na wat genetische enigeering teweegbrengt en wij bij CropDesign gaan na wat er zich dan in reële omstandigheden in de planten zelf voordoet. Wij bekijken het echte resultaat en stellen dan bv. vast dat we de opbrengst van verbeterde rijstplanten met 50 % kunnen doen stijgen,” zegt Johan Cardoen, die manager is van CropDesign. “Zo testen we per jaar tussen de 5.000 en 10.000 verschillende genetische aanpassingen en dat begint resultaten op te leveren zowel ten bate van een betere voedselproductie als ten bate van oogsten die meer biomassa leveren en dus kunnen bijdragen tot de energieproblematiek,” aldus Johan Cardoen.
In het labo van CropDesign worden genen bestudeerd en getest om te zien of er planten kunnen worden ontwikkeld die meer opbrengst hebben, beter bestand zijn tegen droogte of verzilting en kunnen gedijen met minder meststoffen.
logie (VIB), dat op zich een samenwerkingsverband is tussen biotechnologische onderzoekscentra van de verschillende Vlaamse universiteiten. Vlaamse inbreng Crop Design is gespecialiseerd in de CropDesign is in 1998 ontstaan uit ontwikkeling van landbouwgewashet Vlaams Instituut voor Biotechno- sen met verbeterde eigenschappen
en is gevestigd in de biotech-cluster van de Gentse universiteit in Zwijnaarde. In de buurt van Gent, heeft CropDesign een serrecomplex waar de gemodificeerde rijstplanten in ‘tropische’ omstandigheden opgroeien. Via fotoscreening en een ingenieus
computersysteem wordt de groei van planten op de voet gevolgd en kunnen verschillen tussen aangepaste en niet aangepaste rijstplanten bekeken en bestudeerd worden. CropDesign telt 75 medewerkers van diverse nationaliteiten.
9
Professor-emeritus Marc Van Montagu:
“We hebben de gentechnologie nodig voor de toekomst”
“We zullen de gentechnologie, ik noem het soms de gen-revolutie, nodig hebben om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen. We zullen meer opbrengst moeten hebben van onze oogsten van gewassen, met minder chemische en fysische oplossingen en meer bio-oplossingen. En we zullen de minder-ontwikkelde landen deze oplossingen moeten bieden.” Jan Van Doorslaer
Zo vatte de Gentse professor Marc Van Montagu zijn visie samen op de uitdaging van de biotechnologie of bio-engineering, zoals hij het later noemde. Professor Van Montagu was een van de pioniers van de biotechnologie in Europa en de grondlegger van de gentechnologie in België. Zijn pionierswerk leverde Gent intussen de status op van een van de meest performante biotechcentra van de wereld.
10
Hij startte in de zeventiger jaren met fundamenteel onderzoek naar de werking van de genen in de planten, lag aan de basis van het toenmalige Plant Genetic Systems en is nu als kranige zeventiger nog steeds actief als voorzitter van het 'Institute of Plant Biotechnology for Developing Countries', brug tussen de nieuwe wetenschap die biotechnologie heet en de ontwikkelingslanden.
Professor-emeritus Marc Van Montagu is weliswaar op pensioen, maar nog zeer actief als promotor van de bioengineering.
Hij was gastspreker op de Europese presentatie van de biotechnologische activiteiten van de BASF-groep, eind oktober in Berlijn. De argwaan en het wantrouwen die bestaan tegenover biotechnologie, zijn volgens hem te wijten aan een gebrek aan dialoog tussen biotechnici en de maatschappij. “Moleculaire biologen moeten praten met landbouwspecialisten, zaadondernemingen, bewakers van zaadbanken, landbouweconomisten, voedingsdeskundigen en ecologisten. We moeten de kloof tussen biowetenschappers en de maatschappij dichten op basis van wetenschap en kennis en mogen niet alleen afgaan op emoties. Die globale samenwerking, is de uitdaging. Het is
logisch dat de maatschappij vragen heeft bij ons werk, maar wij biotechnici moeten die vragen kunnen beantwoorden,” aldus Marc Van Montagu. Hij wees er overigens op dat de mens al meer dan 10.000 jaren aan genmodificatie doet, al noemen we dat dan plantenveredeling door de klassieke kruisingsmethodes. Hij betreurde het dat de strenge reguleringen beletten dat kleine ondernemingen en ontwikkelingslanden, geen toegang hebben tot de nieuwe biotechnieken. “En het zijn precies die technieken die een mogelijk oplossing kunnen bieden voor een van de oudste leefmilieubedreigingen en dat is de overbevolking.”
Drie plakken voor Koen Adriaenssens in Taiwan
Stabroek heeft er sinds 12 augustus een
wereldkampioen zwemmen bij Koen Adriaenssens – rasecht Stabroekenaar – behaalde tijdens de recente wereldkampioenschappen zwemmen voor gehoorgestoorden, die dit jaar doorgingen in Taiwan een gouden, zilveren en bronzen plak in respectievelijk 100m schoolslag, 200m schoolslag en 100m vlinderslag. Dit onverhoopt resultaat doet hem nu al volop dromen van een Olympische medaille tijdens de “deafolympics” die in 2009 op het programma staan en opnieuw zullen doorgaan in Taiwan.
reldrecord en wereldtitel tijdens de wereldkampioenschappen in 1995 gehouden in Brugge was onvergetelijk, maar ook de laatste wereldtitel (100m schoolslag in 1’09’’13) in Taiwan onlangs op 12 augustus koestert hij.
Bij de beste acht
Ronny Vandelannoote
Koen is de zoon van twee BASF-medewerkers die onlangs met pensioen gingen: Lydia Eymael was werkzaam in het Centraal Labo en François (Sus) Adriaenssens was o.a. werkzaam in dezelfde dienst en later in het technisch magazijn. Dat Koen geen gewone sportman is, valt dadelijk op bij een bezoek. Een ganse kast vol eremetaal, bekers en diploma’s. Hij zwemt in competitieverband sinds zijn elfde en staat er nog steeds na 20 jaar van intensieve training. Dagelijks ligt hij zowat 2 uur in het water en doet hij 1 uur aan krachttraining. Op zijn enige vrije dag (zondag) staan zwemwedstrijden allerhande op zijn agenda. Je moet het maar doen.
grote warme familie die telkens weer ontzettend blij is wanneer ze elkaar terug zien op internationale competities. Bij Koen was de doofheid aangeboren, het heeft hem niet belet lager en middelbaar onderwijs (inclusief een zevende jaar in grafische technieken) af te ronden. Momenteel werkt hij op de drukkerij van de stad Antwerpen. Op mijn vraag naar enkele hoogtepunten in zijn sportieve carrière komt prompt een antwoord: een eerste we-
Toch was niet alles rozengeur en maneschijn. Door eigenzinnig niet te willen toetreden tot de “paralympics” (doven voelen zich immers niet “gehandicapt”) en ook niet te kunnen meedoen bij de “echte olympics” vallen ze vaak tussen wal en schip. Zo dienden supporters allerlei acties op het getouw te zetten om een deel van de kosten te kunnen betalen voor deelname aan de wereldkampioenschappen voor doven. Een deel werd later wel door de Vlaamse Liga voor
Gehandicaptensport terugbetaald. Een begeleider-coach meesturen naar Taiwan kon ook niet, hier kwamen de Engelsen ter hulp zodat zijn vaste trainer toch in Taiwan geraakte. Mensen kunnen zich afvragen wat zwemprestaties bij gehoorgestoorden betekenen en waarom ze niet deelnemen aan de gewone competities (zwemmen doe je toch niet met je oren?). Laat mij toe te vermelden dat Koen in België meestal deelneemt aan gewone wedstrijden en dat hij met zijn zwemprestaties geregeld bij de beste acht hoort. Het is alleen de start die moeilijk is, alternatieven met lichtsignalen (wit – oranje en groen voor de start) zijn niet overal ter beschikking. Wat mij evenwel bijblijft, zijn de gedrevenheid en volharding die bij elke sportman horen. Ook bij Koen.
Warme familie Bij een gezellige koffie vertelt Lydia met trots over haar zoon. Doven of slechthorenden vormen een klasse apart: enerzijds zijn ze erg wantrouwig tov van onze lawaaierige wereld en ergeren zich aan mensen die hen niet begrijpen, anderzijds vormen ze één
Koen Adriaenssens met zijn gouden plak en tussen zijn directe concurrenten.
11
2007 het jaar van de
taarten Het voorbije jaar 2007 was voor BASF Antwerpen niet alleen het jaar van de grote werken, maar blijkbaar ook het jaar van de taarten. De verzameling die onze fotograaf bijeenschoot, is op zijn minst erg verleidelijk. Taarten worden bij BASF nog al eens gebruikt om feestelijke gebeurtenissen de nodige smaak te geven: een welbepaalde periode werken zonder ongevallen, een productierecord halen, een collega die op pensioen gaat, uitwuiven of een nieuwe productie die opstart. Gelegenheden genoeg om te feesten en dat moet op tijd en stond wel.
12