In dit beleidsplan worden alle aspecten van gedrag belicht. Van schoolafspraken, buiten spelen tot aan het omgaan met agressie en pestgedrag

BELEIDSPLAN GEDRAG 2013-2017

INHOUDSOPGAVE Beleidsplan gedrag 2013-2017 ................................................................................................................ 1 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 Beleidsplan .............................................................................................................................................. 3 Schoolafspraken ...................................................................................................................................... 4 Het is rustig op de gangen ....................................................................................................................... 6 Onderbouw.......................................................................................................................................... 8 Middenbouw ....................................................................................................................................... 8 Bovenbouw.......................................................................................................................................... 8 Buitenspelen.......................................................................................................................................... 10 Onderbouw........................................................................................................................................ 10 Midden- en bovenbouw .................................................................................................................... 10 Rust voor het kind, rust voor de groep: Time-out................................................................................. 11 Mobiele telefoons ................................................................................................................................. 12 Anti Agressie Protocol Primair Onderwijs ............................................................................................. 13 Pestprotocol De Grote Reis ................................................................................................................... 15 Bijlage 1: schematische weergave ongewenst gedrag .......................................................................... 20

BELEIDSPLAN In dit beleidsplan worden alle aspecten van gedrag belicht. Van schoolafspraken, buiten spelen tot aan het omgaan met agressie en pestgedrag. In 2014-2015 zijn wij aan de slag gegaan met oplossingsgerichte gesprekken en het borgen van onze schoolafspraken en regels.

SCHOOLAFSPRAKEN ZORG GOED VOOR JEZELF, DE ANDER EN JE OMGEVING De Grote Reis heeft de bovenstaande afspraak als grote leidraad voor de sfeer bij ons op school. We doen dit door:  eerlijk te zijn;  problemen op te lossen door er over te praten;  goed op de spullen van onszelf en de ander te letten. In de klas worden er aan het begin van het jaar klassenregels gemaakt aan de hand van bovenstaande afspraken. Deze zijn in iedere klas aanwezig en daar wordt met regelmaat aan gerefereerd. De afspraken worden ondertekend door de leerlingen en er gaat een kopie mee naar alle ouders. Wij vragen in het Reisverslag ieder jaar aandacht voor de schoolregels.

DE LEERKRACHT ALS EEN VOORBEELD Net als ouders zijn ook leerkrachten een rolmodel voor de leerlingen bij ons op school. Ook van leerkrachten verwachten wij dat zij de genoemde gedragsregels voor kinderen naleven in hun contact met leerlingen, ouders en teamleden. Met elkaar dragen wij daarbij de volgende zaken uit:      

Ik zeg wat ik doe en ik doe wat ik zeg! Ik zie je en ik hoor je. Ik luister naar je. Ik stel mezelf kwetsbaar op. Goed voorbeeld doet goed volgen. Succes wordt gevierd. Ik ben positief in woord en gebaar.

Het omgaan met ongewenst gedrag of agressief gedrag van leerkrachten behoort tot de eindverantwoordelijkheid van de directie. In het omgaan met ernstig ongewenst gedrag of agressief gedrag van leerkrachten is het noodzakelijk om de grenzen van wat wij acceptabel vinden duidelijk te trekken. Voorbeelden van duidelijk ongewenst gedrag zijn:      

Handtastelijkheden jegens leerlingen, ouders en collega’s Dreigen met fysiek geweld Verbaal geweld Ongepast aanspreken van leerlingen, ouders en collega’s Schelden/vloeken Zonder afspraak aanspreken van collega’s in het bijzijn van leerlingen, ouders of collega’s waar een bijzonder negatieve gesprekslading is

Is deze grens overschreden, dan kan door de directeur worden besloten tot:    

Het geven van een waarschuwing aan de leerkracht Het geven van een officiële waarschuwing aan de leerkracht De leerkracht tijdelijk op non-actief zetten De leerkracht te verzoeken een andere school te zoeken

WAT VERWACHTEN WE VAN OUDERS Wij verwachten van ouders dat zij zich in en om school gedragen als een rolmodel voor hun eigen kind en voor andere kinderen. Dat wil zeggen dat wij e van uit gaan dat ook ouders de hieronder beschreven gedragsregels voor leerlingen naleven in contact met hun eigen kind, andere kinderen, ouders en leerkrachten Het omgaan met ongewenst of agressief gedrag van ouders behoort tot de verantwoordelijkheid van de directie. In het omgaan met ernstig ongewenst of agressief gedrag van ouders is het noodzakelijk om de grenzen van wat wij acceptabel vinden duidelijk te trekken. Voorbeelden van duidelijk ongewenst gedrag zijn:      

Handtastelijkheden jegens leerlingen en leerkrachten Dreigen met fysiek geweld Verbaal geweld Ongepast aanspreken van andere kinderen waarbij de relatie “groot tegenover klein” is ingezet Schelden/vloeken Zonder afspraak aanspreken van leerkrachten in het bijzijn van andere ouders of leerlingen waar een bijzondere negatieve gesprekslading is

Is deze grens overschreden, dan kan worden besloten tot:     

Het geven van een waarschuwing aan de ouders – leerling De ouders een “schoolverbod” geven De ouders te verzoeken een andere school voor hun kind te zoeken Het schorsen van een leerling De leerling te verwijderen

Een schoolverbod houdt in dat ouders zonder toestemming van de directie niet op het terrein van de school mogen komen.

VERZUIM LEERLINGEN Leerlingen die te laat zijn, starten hun eigen dag niet goed en verstoren de start van de dag van andere kinderen. Onderstaande maatregelen zijn richtlijnen zonder periode eraan gekoppeld. Als een kind drie keer per een jaar te laat komt, hoeft er geen gesprek met ouders en kind plaats te vinden. Drie keer in een week is echter wel zorgelijk. Onderstaande maatregelen zijn er niet om ouders te pesten, maar handvatten te bieden om daadwerkelijk om te kunnen gaan met de leerling die altijd te laat komt. Er zit vaak een diepere oorzaak.     

3 x te laat Gesprek leerkracht, ouder en kind. 6 x te laat Brief namens leerkracht en directie naar ouders. 9 x te laat Directie gesprek met ouders. Er wordt melding gemaakt bij Leerplicht. 15 x te laat Verzuim wederom melden bij Leerplicht, deze gaat in gesprek met de ouders. 18 x te laat Verzuim wederom melden bij Leerplicht, deze gaat in gesprek met de ouders en legt mogelijk consequenties op.

HET IS RUSTIG OP DE GANGEN Op De Grote Reis is het rustig op de gangen. Deze rust dragen we met de gehele school uit en zijn er allemaal onderdeel van in het handhaven. Onder rust verstaan we de volgende zaken:    

we letten op het volume van gesprekken op de gang; we lopen in de school; we maken gebruik van de leuningen bij de trap; we maken gebruik van de gangkaarten bij het werken op de gang.

ONDERBOUW GROEP 1 / 2: GEDRAG OP DE GANG Leerkrachten lopen in een rij met de leerlingen over de gang. Tijdens het lopen in de rij is het rustig. Leerlingen die op de gang werken hebben hiervoor werk op maat wat zij zelfstandig en rustig kunnen maken.

MIDDENBOUW GROEP 3 / 4: NAAR BINNEN EN BUITEN GAAN De leerlingen gaan in een rij met de leerkracht rustig naar binnen en buiten. Aan het eind van de dag gaan zij zelfstandig naar buiten.

BOVENBOUW GROEP 5 T/M 8: WERKEN OP DE GANG De leerlingen werken tot 10.15 uur in de gangen rustig samen en stil in de klas. Na de pauze wordt er stil gewerkt op de gang en mag er in de klas samengewerkt worden.

GROEP 5 T/M 8: NAAR BINNEN EN BUITEN GAAN Op aangeven van de schoolbel om 10.15 uur gaan de leerlingen naar buiten. Voordat de leerlingen van de trap af gaan zijn zij klaar om naar buiten te gaan (jassen aan en veters vast). Beide leuningen worden ingezet. Leerlingen gaan zelfstandig naar buiten. Om 10.30 uur wordt er buiten een handbel gebruikt door een leerling op het plein. Dit geeft aan dat de leerlingen zelfstandig naar binnen gaan. De leerkrachten gaan op dat moment klaar staan op de besproken plekken. Aan het eind van de dag gaan de leerlingen zelfstandig naar buiten. Gedrag van leerkrachten:  

1 lk bij de deur 1 lk op het plein. Deze gaat als laatste naar binnen en sluit de deur. Deze leerkracht fungeert als bezemleerkracht.

     

1 lk bij de trap boven Overige leerkrachten zijn bij de klas. Zij houden op de gang overzicht bij de klassen waar nog geen lk aanwezig is. We spreken elkaars leerlingen aan als er ongewenst gedrag getoond wordt. We geven leerlingen het vertrouwen en de mogelijkheid om rustig naar binnen te gaan. Regelmatig evalueren met de leerlingen. In het begin van het jaar iedere dag, en later zeer regelmatig. Bij drie overtredingen van leerlingen, speelt het kind een pauze niet buiten. Overtredingen worden gemeld aan de groepsleerkracht. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het bijhouden van het aantal overtredingen.

Gedrag van leerlingen:  

Jassen zijn aan voordat de leerlingen van de trap af gaan. Veters zijn vast en de luizenzakken / tassen hangen netjes. De leerlingen hebben een activiteit als ze naar binnen gaan. Je kunt hierbij denken aan het lezen van een boek, werk afmaken of het starten met eten en drinken. De sfeer in de klas wordt ook door de leerkrachten besproken met de leerlingen.

BUITENSPELEN Buitenspelen is voor de leerlingen een ontspanningsmoment en een leerplek voor sociaal-emotionele vaardigheden. Wij geven de leerlingen een veilige omgeving om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en gebruiken hiervoor de volgende afspraken:

ONDERBOUW      

De kleuters spelen in principe op het binnenplein. Als er geen anderen op het grote plein voor spelen, mogen zij ook op het grote plein spelen; Op het binnenplein mogen in de ochtend nooit twee klassen van eenzelfde school samen buiten spelen, zodat er altijd maximaal 3 klassen tegelijk buiten zijn. De middag is in drieën verdeeld. Dan spelen we volgens het rooster een half uur met de eigen school buiten; De leerlingen gaan netjes om met de materialen. Het wordt gebruikt waar het voor bedoeld is. Zij letten zelf op het wisselen. We letten op elkaars leerlingen. We letten op onze omgeving (denk hierbij aan de trap, bomen, het hek en de schuur). Voor de veiligheid van de kinderen zijn de hekken dicht en gaan we samen met hen naar binnen en buiten. In de ochtend wordt het materiaal buitengezet. Mocht hier iets anders dan anders zijn, overleg je dit met je collega’s. In de ochtend kan er alleen gevoetbald worden indien er maar één klas buiten staat.

MIDDEN- EN BOVENBOUW Wij zijn met elkaar verantwoordelijk voor het buitenspelen. We letten op elkaars leerlingen. We stimuleren spel en grijpen in indien nodig.  

Leerlingen spelen op het plein. We letten hierbij op de fietsen. In principe zijn alle leerlingen buiten op het plein. Mocht er iemand naar binnen moeten, wordt dat gemeld bij de leerkracht.

RUST VOOR HET KIND, RUST VOOR DE GROEP: TIME-OUT Als het niet meer gaat in de klas door ongewenst gedrag van de leerling krijgt de leerling een timeout. Een plek en tijd om te reflecteren op gedrag met als doel om na een gesprek met de leerkracht weer terug de klas in te komen. Als bijlage is het timeout bestand te lezen. Kort samengevat komt het op het volgende neer: 1. Leerling vertoont ongewenst gedrag en de leerkracht probeert dit bij te sturen. Lukt dit niet dan gaat men over tot de 1e time-out Nadenkplek: de leerling gaat naar de nadenkplek om na te denken over het gedrag. Hier hangt het formulier. De leerkracht of leerling kan hiertoe initiatief tonen. Dit is niet langer dan 5 minuten 2. Timeout: dit gebeurt in een andere groep. De leerling vult het formulier in. Dit wordt nabesproken. De time-out duurt niet langer dan 10 minuten. 3. Time-out 2: leerling krijgt werk mee voor 20 minuten in een andere groep. Werk wordt nabesproken. Leerling en leerkracht vullen het formulier in. 4. Time-out 3: leerling wordt verwijderd uit de groep voor een dagdeel (bij de directie, of andere groep). Ouders worden ingelicht en er worden afspraken gemaakt om herhaling te voorkomen.

MOBIELE TELEFOONS Bijna ieder kind heeft tegenwoordig een telefoon en dit aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen. Uit onderzoek is gebleken dat:     

Op de leeftijd van 8 jaar heeft ruim een kwart een mobieltje. Met negen jaar beschikt 40 % over een mobiele telefoon. Met tien jaar heeft de helft een eigen mobieltje. Op de leeftijd van 11 jaar heeft 70 % een eigen GSM. Met 12 jaar hebben nagenoeg alle kinderen een eigen mobieltje.

Kinderen gebruiken hun telefoon voor bellen, WhatsApp (SMS) en Internet. Als school faciliteren wij nog geen WiFi voor de kinderen. De Grote Reis hanteert het volgende beleid:    



Kinderen nemen hun mobiel mee naar school op eigen risico. Geen telefoon zichtbaar in de klas. Kinderen kunnen hun mobiel in hun broekzak houden of in de tas. Tijdens het buitenspelen zijn we aan het spelen en maken we geen gebruik van onze mobiele telefoon. Bij gebruik van de mobiele telefoon tijdens schooltijd neemt de leerkracht de mobiele telefoon in. De eerste keer tot na schooltijd. De telefoon wordt ingeleverd bij de directie. Zij nemen dan automatisch de verantwoordelijkheid voor de telefoon. Bij inleveren wordt de telefoon door de leerling uitgezet. Directie en leerling tekenen ervoor dat de telefoon is ingenomen. Komt het daarna nog een keer voor vindt er overleg met de ouder plaats over de consequentie. Het huidige beleid is gecommuniceerd naar ouders en verwerkt in de schoolgids.

ANTI AGRESSIE PROTOCOL PRIMAIR ONDERWIJS De RVKO en dus ook onze school heeft het Anti Agressie Protocol van FOKOR overgenomen. Hieronder treft u een uiteenzetting hoe wij als school wensen om te gaan met agressie en het voorkomen daarvan. Beleid rondom veiligheid en agressie zijn op onze school duidelijk terug te vinden in het schoolplan en de schoolgids. Hierbij valt onder meer te denken aan onze schoolregels, het pestprotocol, de gedragscode, afspraken omtrent oudercontracten en gedragsregels in het gebouw. De doelstelling van dit protocol richt zich op het gedrag van medewerkers, ouders, verzorgers en familieleden van kinderen die de school bezoeken. Door zich aan het onderstaande reglement te houden, heeft een school voor primair onderwijs recht op de werking van het Anti Agressie Protocol deel 2.

ANTI AGRESSIE PROTOCOL DEEL 1 De school houdt zich aan de volgende regels: 1. Beleid rondom veiligheid en agressie zijn duidelijk terug te vinden in het schoolplan en de schoolgids. 2. De school zorgt voor een professionele houding van de medewerkers op het gebied van - gesprekken met ouders en verzorgers - open en de-escalerende houding naar kinderen en volwassenen - aanbod voor deskundigheidsvergroting op dit gebied (eventueel in teamtrainingen) 3. Professionele ondersteuning bij moeilijke gesprekken door directies, interne begeleiders, de schoolmaatschappelijk werker of een ervaren collega. 4. De school voert een duidelijk beleid ten aanzien van zorgleerlingen met onvoldoende sociale competentie. We bieden: - een duidelijke zorgstructuur met leerlingbespreking, groepsbespreking en handelingsplannen. - afspraken bij een tijdelijk alternatief voor de eigen groep (bijv. een “time out collega”, naar directie, enz.) - oudergesprekken met Intern begeleider en leerkracht - dossiervorming - gesprek directie met ouders of verzorgers - aanmelding zorgteam - inbreng in MDO - in crisis directie besluit in overleg met bevoegd gezag over schorsing of verwijdering 5. De school heeft een duidelijk beleid omtrent de toegankelijkheid van het gebouw, het schoolplein en de gymzaal. Eventueel zijn er afspraken gemaakt over het minimum aan personeelsleden dat op school moet zijn.

ANTI AGRESSIE PROTOCOL DEEL 2 Scholen die het Anti Agressie Protocol deel 1 hanteren, kunnen rekenen op ondersteuning door FOKOR, politie, JOS, afd. leerplicht en schoolbesturen: 1. FOKOR heeft een Anti Agressie Protocol opgesteld. 2. Schoolbesturen steunen en stimuleren de scholen tot het uitvoeren van het Anti Agressie Protocol. 3. FOKOR biedt de scholen een “Gedragscode voor ouders en medewerkers” aan. De school kan deze gedragscode opnemen in de schoolgids. 4. FOKOR verzorgt eenmalig een folder voor ouders en verzorgers. Hierin staat de gedragscode duidelijk vermeld. De schoolbesturen onderschrijven deze gedragscode. Tevens is een poster ontwikkeld. De gedragscode wordt ondersteund met pictogrammen in de folder en op de poster. 5. Afspraken met politie op wijkniveau. De politie geeft prioriteit aan de hulpvraag van de school, waarbij er afspraken worden gemaakt over de mate van prioriteit. 6. Afspraken met de DSO, afd. Leerplicht. De afdeling leerplicht onderneemt directe actie in geval van hoogste prioriteit. De afdeling Leerplicht voert een duidelijk sanctiebeleid na consultering school. 7. Schoolbesturen hebben een actieve rol in het beëindigen van het conflict. Wanneer bemiddeling niet meer mogelijk blijkt, wordt er een andere school gezocht of wordt een voorrangsaanpak bij externe hulpverleners geactiveerd: bv. RIAGG, S(B)O, BOS-groep. Anti Agressieprotocol deel 3 Gedragscode ouders[1] en medewerkers in scholen voor Primair Onderwijs Medewerkers hebben kennisgenomen van de verwijzing naar het in de klassenmap opgenomen Anti Agressie Protocol. Ouders en medewerkers die de school betreden, onderschrijven de volgende gedragscode en houden zich daaraan: 1. 2. 3. 4.

Ouders en medewerkers tonen elkaar respect. Ouders en medewerkers hanteren fatsoenlijk taalgebruik. Ouders en medewerkers treden niet agressief op. Wanneer er een conflict is, werken ouders en medewerkers mee aan het zoeken naar en het vinden van een oplossing.

PESTPROTOCOL DE GROTE REIS Hieronder leest u het pestprotocol van onze school. Onze doelstelling is dat:   

Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan!

PESTEN OP SCHOOL, HOE GA JE ER MEE OM? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden. Voorwaarden: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten, directie en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders);

EEN PREVENTIEVE AANPAK Als school proberen wij zoveel mogelijk de pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, wordt er in de klas wekelijks gesproken over hoe we met elkaar om gaan. Dit gebeurt aan de hand van de methode Trefwoord, onze SOVA-methode en is verweven in ons Daltonsysteem; er wordt bijvoorbeeld dagelijks gesproken over hoe we moeten samenwerken en dit wordt ook regelmatig geëvalueerd met de klas. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. kunnen aan de orde komen. Elk jaar starten wij in de klas met de focus; hoe gaan we op school met elkaar om en worden de schoolregels herhaald. Deze afspraken vormen de basis voor de klas en er wordt altijd aan de groepsafspraken gerefereerd. In deze eerste periode van het schooljaar zullen er groepsvormende activiteiten in de klas plaatsvinden. Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. School verlangt van ouders dat zij dit beleid ondersteunen. Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels voor de leerlingen. Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld, door en met de groep, dit zijn de zogenaamde groepsregels.

ALS PESTEN OPTREEDT Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Dit gebeurt bij ons via sociogrammen en wordt structureel gedaan via ZIEN, een observatiewijzer voor de sociaal-emotionele ontwikkeling;  

wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren; op onze school is Miriam Boermans als vertrouwenspersoon aangesteld.

DIRECTE AANPAK Aanpak van de ruzies en pestgedrag in vier stappen. Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij: STAP 1 Er eerst zelf (en samen) uit te komen. STAP 2 Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen. Ook andere kinderen hebben de verantwoordelijkheid om bij het zien van pestgedrag dit te melden bij de leerkracht. STAP 3 De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderinggesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen/ ruzies tussen dezelfde leerlingen volgen sancties (zie bij consequenties). Ouders worden op de hoogte gesteld en incidenten worden in ons volgsysteem gemeld. STAP 4 Bij herhaaldelijke ruzie/ pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest /ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking (zie bij consequenties). Ook nu worden ouders weer op de hoogte gehouden. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen.

CONSEQUENTIES De leerkracht heeft het idee dat er sprake is van onderhuids pesten. 

In zo’n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de klas te komen.





De leerkracht ziet dat een leerling wordt gepest (of de gepeste of medeleerlingen komen het bij hem melden) en vervolgens leveren stap 1 tot en met 4 geen positief resultaat op voor de gepeste. De leerkracht neemt duidelijk stelling. De straf is opgebouwd in 5 fases, afhankelijk hoelang de pester door blijft gaan met zijn/ haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn / haar gedrag:

FASE 1  een of meerdere pauzes binnen blijven;  nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn;  een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem;  door gesprek: bewustwording voor wat hij met het gepeste kind uithaalt;  afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.  ouders worden op de hoogte gesteld van onze acties. FASE2 Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in het digitale volgsysteem en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem. FASE 3 Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk. FASE 4 Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. Ook het (tijdelijk) plaatsen op een andere school behoort tot de mogelijkheden. FASE 5 In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.

BEGELEIDING BEGELEIDING VAN DE GEPESTE LEERLING Medeleven tonen, luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest;       

nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten; huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren; zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen; het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest; nagaan welke oplossing het kind zelf wil; sterke kanten van de leerling benadrukken; belonen als de leerling zich anders/beter opstelt;

 

praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s); het gepeste kind niet overbeschermen. Hiermee kun je het gepeste kind in een uitzonderingspositie plaatsen, waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen.

BEGELEIDING VAN DE PESTER  praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/ pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen);  laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste;  excuses aan laten bieden;  in laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft;  pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind wel pest, belonen als kind zich aan de regels houdt;  kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen of een andere manier van gedrag aanleren;  contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten?  zoeken van een sport of club, waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn;  inschakelen hulp, sociale vaardigheidstrainingen, jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD.  Waarom denk je dat de leerling gepest wordt? ZWIJGENDE GROEP  De rol en mogelijkheden benoemen in de groep.  Groepsgesprekken over pesten en gebruik van social media.

ADVIEZEN AAN DE OUDERS VAN ONZE SCHOOL OUDERS VAN GEPESTE KINDEREN:  houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind;  neem uw kind serieus. U bent de veilige haven.  probeer samen een oplossing te bedenken. Wat past bij uw kind?  lees boeken of kijk een film over pesten.  pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen;  stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport en schakel eventueel hulp in ;  steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. OUDERS VAN PESTERS:  neem het probleem van uw kind serieus;  raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden;  probeer achter de mogelijke oorzaak te komen;  maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet;  besteed extra aandacht aan uw kind;  stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport;

 

corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind; maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat.

ALLE ANDERE OUDERS:  neem de ouders van het gepeste kind serieus;  stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan;  corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag;  geef zelf het goede voorbeeld;  leer uw kind voor anderen op te komen;  leer uw kind voor zichzelf op te komen.

BIJLAGE 1: SCHEMATISCHE WEERGAVE ONGEWENST GEDRAG Voor ongewenst gedrag hanteren wij op De Grote Reis ons pestprotocol. Hierin staat ook een stappenplan beschreven voor ongewenst gedrag. In dit document is een korte versie hiervan omschreven.

CATEGORIEËN ONGEWENST GEDRAG 1. 2. 3. 4. 5.

Incidentele overtredingen Aaneenschakeling van incidentele overtredingen of ernstiger misdragingen Voortduring van overtredingen als onder 1 en 2 of ernstiger misdragingen Structureel onaangepast gedrag Structureel onaangepast gedrag waar de school geen invloed meer op kan uitoefenen

1. PREVENTIEVE AANPAK a. voorbeeldgedrag b. evalueren en reflecteren c. gesprekken over ruzies oplossingsgericht aanpakken, omgang met elkaar en rollen in de groep d. groepsafspraken e. SOVA 2. INCIDENTEN / RUZIES inschatten of ouders op de hoogte gesteld moeten worden. Bij twijfel overleg met de directie of ib. a. kunnen los aangepakt worden b. indien nodig worden ouders op de hoogte gesteld c. worden opgelost naar tevredenheid van alle betrokkenen d. de situatie is incidenteel en er is geen voorgeschiedenis waar rekening mee gehouden hoeft te worden. 3. PESTGEDRAG / ONGEWENST GEDRAG HERKENNEN de leerkracht signaleert ongewenst gedrag of krijgt signalen ib en directie worden op de hoogte gebracht a. incidenten stapelen zich op b. frequente time-outs c. gedrag kan niet gezien worden als incident, maar vinden plaats in een groter geheel d. gedrag richt zich tegen specifieke leerlingen

e. ouders worden op de hoogte gebracht f.

alles wordt gedocumenteerd in Parnassys

4. CONSEQUENTIES de leerkracht weet dat de leerling wordt gepest de leerkracht ziet dat het ongewenste gedrag een consequent karakter aan neemt de leerkracht houdt alle lijntjes naar ouders gelijk (communicatie is essentieel) de leerkracht neemt stelling de leerkracht verzorgt ondersteuning voor de pester en de gepeste a. fase 1: i. leerling blijft meerdere pauzes binnen ii. nablijven iii. schriftelijke opdracht iv. afspraken met de pester over gedragsverandering (geldt voor iedere fase) v. gesprekken met de gepeste over de situatie b. fase 2: i. gesprek met ouders als de acties niet werken ii. ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. iii. Communicatie naar ouders (pester en gepeste is op orde) iv. Wij hebben al het mogelijke gedaan om het gedrag te stoppen c. Fase 3: i. Deskundige hulp wordt ingeschakeld d. Fase 4: i. Leerling wordt tijdelijk in een andere groep geplaatst (indien mogelijk). e. Fase 5: i. Schorsen en bij herhaald gedrag verwijderen