I N F O R M AT I E K R A N T V O O R S A M E N W E R K I N G S PA R T N E R S VA N D E A L O Y S I U S S T I C H T I N G I N B R A B A N T E N L I M B U R G
Verbinden 03 & Vernieuwen
NA JA AR 2 0 14
Roermond/Weert, Helmond/Nijmegen en Eindhoven/De Kempen
in de regio’s
Passend onderwijs is afgelopen augustus officieel van start gegaan. In veel samenwerkingsverbanden passend onderwijs waarin Aloysius participeert krijgt de onderwijs vernieuwing en samenwerking die ‘passend onderwijs’ beoogt, steeds meer vorm. Neem onze Kennis- en Expertise centra (KEC’s). In Roermond zijn medewerkers van alle coöperatie partners in werkgroepen aan de slag met concrete plannen voor op de werkvloer. Hoe gaan wij nu écht integraal werken? Ons nieuwe gebouw is in 2015 klaar. Dan gaan ook de leerlingen van De Spoorzoeker verhuizen. In deze krant nemen we daar een kijkje. In Weert zijn tekeningen in de maak voor ons KEC-gebouw en in Eindhoven worden nu verbouwplannen gemaakt om ook een KEC te realiseren. Wat mij betreft allemaal goede stappen. Maar met een gebouw zijn we er natuurlijk niet. Het draait om de samenwerking tussen onderwijs, jeugdhulp en andere partners die dat kind en die jongere ten goede moet komen.
Pedagogische Tact op De Spoorzoeker
In deze krant wederom een royale greep van waar wij samen met onze partners mee bezig zijn. Jac Verstegen Sectordirecteur Aloysius Stichting Zuid
Net als onze andere scholen volgde ook het team van De Spoorzoeker in Roermond het traject Pedagogische Tact. Het team formuleerde een pedagogisch statement en is nog meer bezig met de vraag: wat is nodig om een leerling betrokken te krijgen en te houden? Hoe dat op de school vorm krijgt? Lees meer in deze krant op pagina 8!
Wat kan intensievere samenwerking met het bedrijfsleven opleveren voor jongeren van BJ Brabant en De Korenaer? Directeur Jeanny van den Berg van BJ Brabant vertelt. ::: pagina 3
Gilde Opleidingen en Triade zetten hun samenwerking op vernieuwde wijze voort. Ambulante onder steuning 2.0 in het mbo! ::: pagina 6
Docente Jacqueline van de Ven blikt terug op 40 jaar creatieve therapie op De Hilt in Helmond. ::: pagina 10
De Wijnberg is één van onze partners in de nieuwe Kennis- en Expertisecentra. In gesprek met directeur Mart Seerden over kansen voor kinderen en jongeren. ::: pagina 11
Nieuw: de bestendigheidsmonitor. Dat is een handig digitaal hulpmiddel voor onderwijs en bedrijfsleven om (oud)leerlingen goed te kunnen volgen. ::: pagina 12
2 | V ER BINDE N & V ER NIE U W EN 0 3
Aloysius in het kort
Nieuwe scholensites Onze scholen vernieuwen de komende tijd hun websites. Daarnaast informeren wij ouders heel gericht met een nieuwe app: ‘Gerichte Berichten’. Via deze app kunnen wij ouders snel contacten om nieuws te communiceren of een afspraak te maken.
Nieuw: centrale registratie! De talenten van leerlingen tot bloei laten komen: dat doen ál onze scholen. Verschillen zijn er ook. Onze scholen leggen hun eigen accenten, bijvoorbeeld in de manier van onderwijsorganisatie of in het onderwijsaanbod. Om de best passende school en/of het beste onderwijs(ondersteunings)arrangement voor ieder kind te organiseren, kennen wij bij Aloysius sinds 1 oktober een centrale registratieprocedure. Ouders registreren zich nu eerst centraal. Op die manier kunnen wij goed adviseren over de juiste Aloysiusschool. Aanmelding gebeurt daarna op de school van hun keuze. Vanaf het moment van aanmelding valt een kind dan onder onze zorgplicht.
Download het pestprotocol via www.ortolaanheythuysen.nl
Ortolaan ontwikkelde anti-pestaanpak voor leerlingen met autisme Helaas zijn leerlingen met autisme vaak slachtoffer van pesterijen. Om juist deze leer lingen te ondersteunen, ontwikkelde De Ortolaan in Heythuysen (voortgezet speciaal onderwijs) een speciaal (anti)pestprotocol dat alle scholen kunnen downloaden van de schoolsite: www.deortolaanheythuysen.nl.
Nieuwe koers Aloysius in voorbereiding Verbinden & Vernieuwen is de titel van onze koers die wij tot 2016 uitvoeren. Om leerlingen, ouders, medewerkers en netwerkpartners alle gelegenheid te geven om mee te denken over onze toekomstplannen voor na 2016, zijn we nu al gestart met de voorbereidingen voor onze nieuwe koers. We halen toekomstdromen op, gaan met medewerkers in gesprek en vragen natuurlijk ook onze netwerkpartners wat zij vinden van onze nieuwe koers. Op naar Aloysius (in) 2020!
Verdiepingsslag opbrengstgericht werken: 4D-model Onze ambitie is duidelijk: we willen béter dan goed onderwijs bieden aan onze leerlingen. We zijn met van alles bezig om dat te realiseren: opbrengstgericht werken, het ontwikkelingsperspectief, individuele onderwijsarrangementen, leerlijnen, onderwijsplanners: het 4D-model gaat voor meer samenhang zorgen. Onderwijsadviesbureau CED-Groep gaat ons helpen dat model in te voeren. 4D staat voor data, duiden, doelen, doen. Twee keer per jaar doorloop je als onderwijsteam die cyclus. Data worden afgezet tegen de schoolambitie: wat wil je met die leerlingen bereiken? Die ambitie is de schoolstandaard. De leerkracht analyseert vervolgens hoe hij/zij onderwijskenmerken kan beïnvloeden om die ambitie te halen. Denk aan leertijd, didactiek, pedagogiek, klassenmanagement, leerstofplanning. Zo maakt de leerkracht dus werkelijk het verschil. Dat is ook de ervaring op de Korenaerscholen van Aloysius, die al werken met het 4D-model, vertelt Audrey Machielsen van CED-Groep. “De teams daar hebben gemerkt dat de leeropbrengsten een spiegel zijn van wat je als leerkracht doet op pedagogisch, didactisch en organisatorisch gebied. Leerlingendata laten rechtstreeks het effect zien van jouw leerkrachtgedrag.”
Certificering Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs in 2015 Eind 2015 is het zover: dan wordt Aloysius gecertificeerd voor het keurmerk voor de Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs. Begin 2015 is de proefcertificering, waarna we de laatste punten op de i kunnen zetten. De Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs kent zes domeinen. Per domein is vastgelegd wat wij allemaal geregeld moeten hebben om aan de norm te voldoen. • beleid: missie, visie en beleid zijn helder beschreven, kernwaarden zijn zichtbaar in ons werk • organisatie: Aloysius/school is duidelijk georganiseerd en we hebben een goed werkend kwaliteitssysteem • onderwijs (primair proces): ontwikkelingsgericht onderwijs, zoveel mogelijk op maat, we delen onze kennis • mensen: een professioneel HRM-beleid en bevoegde en bekwame medewerkers die zichzelf ontwikkelen • partners: we werken samen met professionele partners, wederzijdse verwachtingen zijn helder, we evalueren onze samenwerking • reflectie: we evalueren ons beleid systematisch
Ieder kind heeft recht op een veilige en stimulerende leeromgeving. Deze veiligheid komt in het gedrang als hij of zij wordt gepest. Juist leerlingen met een stoornis in het autismespectrum zijn vaak slachtoffer van pesterijen. Hoe kun je daar als school mee omgaan? De Ortolaan in Heythuysen maakte een (anti)pest protocol waarin autisme een nadrukkelijke plek heeft. Onderdeel van het protocol is de maatjesmeter die duidelijk maakt welke leerlingen niet goed liggen in de klas. Dit helpt zeker ook reguliere scholen bij het vorm geven van hun (anti)pestbeleid.
De Ortolaan is specialist in onderwijs aan en begeleiding van leerlingen met een stoornis in het autismespectrum. De kennis en ervaring is vertaald in het protocol. Leidraad was het pestprotocol van het Landelijk Netwerk Autisme van Sylvia Hasper. Daaraan zijn specifieke tips en de maatjesmeter toegevoegd. Hopelijk draagt het protocol bij aan meer acceptatie en begrip voor leerlingen met autisme. > Download het protocol via www.deortolaanheythuysen.nl
Een veilig pedagogisch klimaat is niet alleen voorwaarde om tot leren te komen,
maar is ook een oefentuin voor je gedrag.
De onvoorwaardelijkheid van Geert Rosielle Locatiedirecteur De Hilt
De onvoorwaardelijkheid van Aloysius
V ER BINDEN & V ER NIE U W EN 0 3 | 3
Samenwerking
Onderzoek naar intensievere samenwerking regionaal bedrijfsleven voor arbeidstoeleiding
‘De dingen samen slim doen voor perspectief voor jongeren’ In de bossen bij Deurne vind je Bijzonder Jeugdwerk Brabant (BJ Brabant) en De Korenaer van Aloysius (voortgezet speciaal onderwijs) naast elkaar. Hier is ‘één kind, één gezin, één plan’ niets nieuws: jongeren krijgen al langer een integraal onderwijs- en jeugdhulpprogramma aangeboden. Samen onderzoeken BJ Brabant en Aloysius nu hoe wij jongeren samen met het regionale bedrijfsleven nog beter perspectief kunnen bieden op (liefst betaald) werk.
Het zijn roerige tijden in de jeugdzorg. Met de Transitie Jeugdzorg in aantocht in 2015 is BJ Brabant volop in gesprek met vele gemeenten die straks verantwoordelijk zijn voor jeugdzorg. Dat omvat een breed palet: van ambulante begeleiding tot gesloten jeugdzorg en van kinder- en jeugdpsychiatrie tot (jeugd) opbouwactiviteiten. “Een interessant schaakbord”, bevestigt Jeanny den Berg, directeur van BJ Brabant. “Ik ben groot voorstander van ‘zorg dichterbij’”, vertelt zij, “maar de tarieven voor vooral de zwaardere vormen van zorg staan wel erg onder druk door bezuinigingen. Gelukkig wordt in Den Haag nu nagedacht over uitzonderingsmaat regelen voor voorzieningen als Vreekwijk (de naam van de instelling in Deurne waar BJ Brabant onder meer open en gesloten jeugdhulp aanbiedt, red.).” Kijken naar kansen Het komt de komende jaren zeker aan op creatief vernieuwen, is de overtuiging van Jeanny van den Berg. Daarin vinden BJ Brabant en Aloysius elkaar, door niet in problemen te denken maar juist te kijken naar kansen voor jongeren. Vandaar het onderzoek dat BJ Brabant en Aloysius nu samen uitvoeren om te kijken hoe beide organisaties samen met het regionale bedrijfsleven nog intensiever kunnen inzetten op arbeidstoeleiding voor jongeren in de gehele regio. “Liefst naar betaald werk natuurlijk”, onderstreept Van den Berg, “maar het is een illusie om te denken dat dit voor iedere jongere is weggelegd. Dat moeten we ook erkennen.” Onderdeel van het gezamenlijke onderzoek: kunnen wij jongeren een toekomstperspectief garanderen, zoals een opleiding mét baangarantie? Er worden kansrijke trajectaanpakken uitgewerkt voor verschillende doelgroepen jongeren tot 27 jaar. Om jongeren zo goed mogelijk toe te rusten op hun vervolgstap in - in dit geval – werk, kan gezamenlijk scherper gekeken worden naar een effectief
aanbod van therapie, vrije tijdsbesteding en onderwijs. Denk aan werk nemersvaardigheden bijvoorbeeld. Maar nog specifieker: wellicht kunnen jongeren in Deurne al specifieke beroepsvaardigheden trainen, zodat zij al met ervaring aan de slag kunnen bij een bedrijf. Van den Berg: “Ik ben ervan overtuigd dat het bedrijfsleven echt zijn steentje wil bijdragen aan de ontwikkeling van jongeren, hun toekomstige arbeidskrachten.” Vervlechting Onderwijs en zorg vervlechten steeds meer in Deurne. Zo verzorgen groepsleiders van BJ Brabant bijvoorbeeld een specifiek programma voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden tijdens schooldagen. Omgekeerd verzorgen medewerkers van De Korenaer educatieve activiteiten tijdens de Summer School tijdens de zomervakantie. Want zes weken vakantie is voor veel jongeren wel erg lang. “De dingen samen slim doen”, noemt de directeur van BJ Brabant dat. Wat Van den Berg betreft zou ook de vólgende stap gezet kunnen worden. “ Waarom niet het budget voor onderwijs en zorg bij elkaar leggen en dat het beste inzetten voor het beste perspectief voor een jongere? Die ontschotting heeft nog niet plaatsgevonden.” Agenda De komende periode? 2015 zal een overgangsjaar zijn, denkt Van den Berg. Het jaar erop moet meer duidelijk zijn over hoe gemeenten omgaan met jeugdzorg. “Hopelijk ontstaat niet een nieuwe bureaucratie. Natuurlijk moeten organisaties als de onze zich verantwoorden. Maar het is een illusie te denken dat je door almaar cijfers te laten rapporteren grip krijgt op de zorg.” Het zal aankomen op ondernemerschap en lef tonen, om samen meer met minder te kunnen doen, denkt Van den Berg. “ Wij spreken hier in Deurne al over een aangepaste
Jeanny van den Berg
ontwikkelingsomgeving waarvan leren een belangrijk onderdeel is.” Op de agenda voor de komende tijd staat onder meer: hoe kun je de competenties die jongeren ontwikkelen goed zichtbaar en herkenbaar vormgeven in een portfolio? “ We zetten ook meer in op beroepskeuzebegeleiding, door ook visueel te maken hoeveel werkgelegenheid er bijvoorbeeld is in bepaalde branches of beroepen.” Want dat een toekomstperspectief ook realistisch moet zijn, staat voor Van den Berg ook als een paal boven water. Niet alles is haalbaar. Tegelijkertijd kan een doel hebben ook motiveren. Wie graag vrachtwagenchauffeur wil worden is wellicht sneller bereid om te beginnen in een logistieke baan in het magazijn als hij weet waar hij naartoe werkt. Deens voorbeeld Wat een stevig netwerk om jongeren heen kan betekenen, zag Jeanny van den Berg onlangs tijdens een werkbezoek aan Denemarken. Wat haar daar onder meer trof: slechts tien procent van alle uithuisplaatsingen van
Regionaal afstemmen Aloysius onderzoekt momenteel ook hoe de kracht van elke school voor voortgezet speciaal onderwijs in Noord-Brabant en Limburg het beste ingezet kan worden. Waar kan welke leerling het beste leren? Scholen kunnen zich zo specialiseren in een specifiek aanbod van onderwijs en bijvoorbeeld praktijklokalen, dat goed is afgestemd op wensen van vervolgonderwijs of werkgevers in de regio.
kinderen of jongeren is daar gedwongen. Terwijl dit percentage in Nederland op zo’n 75 ligt. Het lukt daar dus goed om de netwerken rondom gezinnen goed te organiseren, mede doordat pleegouderschap betaald wordt. “Gedwongen uithuisplaatsing is een traumatische ervaring voor kinderen”, weet Van den Berg. “Als het ons zou lukken om onze zorg rondom gezinnen in de wijken in netwerken zo goed te organiseren dat we dat percentage gedwongen uithuisplaatsingen verminderen zou ik dat heel mooi vinden.”
4 | V E R BINDE N & V ER NIE U W EN 0 3
Samenwerking
Vso en mbo stemmen leerlijnen en ervaringsprofielen op elkaar af
Alles voor een succesvolle start in het mbo of in een baan Het voortgezet speciaal onderwijs van Aloysius onderzoekt samen met mbo’s in de regio wat voor leerlingen de beste route is voor een goede doorstroom naar het vernieuwde mbo. Hoe laten we onze leerdoelen goed aansluiten op de nieuwe kwalificatiedossiers? En hoe laten we zien wat onze leerlingen al kennen en kunnen? Dat is ook héél bruik bare informatie voor leerlingen die uitstromen naar arbeid. OCW kijkt geïnteresseerd mee naar de regionale aanpak in Zuid: wat hier ontwikkeld wordt krijgt waarschijnlijk een landelijk vervolg.
José Houben en Ruud van de Rakt
Veranderingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) hebben óók effect op het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Neem bijvoorbeeld het verdwijnen van de niveau 1 opleiding, waarvoor de nieuwe Entree opleiding in de plaats komt. Of de aangescherpte eisen voor taal en rekenen - die voor veel leerlingen een obstakel kunnen zijn om hun mbo te halen - en de nieuwe competentieprofielen die zijn gemaakt voor opleidingen. Alle reden om de aansluiting van vmbo naar mbo goed onder de loep te nemen, vertellen coördinator José Houben en directeur Ruud van de Rakt van De Korenaer in Deurne. Hier worden leerlingen zo goed mogelijk voorbereid op vervolg onderwijs (vaak mbo) of werk. Alle praktijklokalen zijn erkend leerbedrijf en De Korenaer heeft jarenlang ervaring in examinering. Huidige doorgaande leerlijnen zitten prima in elkaar en de samenwerking met het mbo en stagebedrijven en werkgevers in de regio is prima. Toch is vernieuwing en aanpassing nu noodzakelijk. “Nu in de mbo-wereld veel veranderingen gaande zijn (zie ook infokader op deze pagina, red.) is het zaak om die doorgaande ontwikkelingslijn ook zo goed te hóuden”, vertelt José Houben. Vandaar het afstemmingsproject ‘Bruggen bouwen’ waarbij regionale mbo-instellingen ROC ter Aa, het Summa College en Gilde Opleidingen en alle scholen voor vso van Aloysius in de regio zijn betrokken. Net als het Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs LECSO. Ondersteuner van het project in onderwijsadviesbureau CINOP.
Zelfde taal spreken “ We willen en moeten dezelfde taal spreken als het mbo”, vindt José. Vandaar dat een belangrijk onderdeel van het onderzoek is: afstemming met het regionale mbo over doorstroom vanuit het vso. Welke criteria komen er bijvoorbeeld voor instroom in Entreeopleidingen of niveau 2? En: hoe stemmen we leerdoelen goed af op de competenties die staan in de nieuwe kwalificatiedossiers in het mbo? (In zo’n kwalificatiedossier staat wat een mbo-leerling aan het eind van zijn opleiding moet kennen en kunnen, red.). “Door ook onze leergebiedoverstijgende doelen te koppelen aan de nieuwe mbo-kwalificatiedossiers wordt inzichtelijk welke competenties onze leerlingen moeten ontwikkelen om succesvol te starten in het mbo”, legt José uit. Door regionale afspraken te maken over instroom criteria hoeft niet elke school zelf het wiel uit te vinden. Digitaal portfolio Parallel wordt gekeken hoe je kunt aantonen wat leerlingen al kennen en kunnen. “ Wij kijken hoe je in een digitaal portfolio kunt vastleggen wat leerlingen allemaal al hebben geleerd in het vso en daarbuiten”, legt Korenaer-directeur Ruud van de Rakt uit. Dat portfolio kan mee naar het mbo, maar óók naar werkgevers als een leerling het traject ‘arbeid’ volgt. “Interessant in het kader van een leven lang leren”, vindt Ruud van de Rakt. Want: het kan zijn dat een leerling cognitief prima in staat is om bepaalde taken uit te voeren, maar dat hij sociaal nog ontwikkelingsdoelen
heeft. Door dat transparant te maken, kunnen leerling en werkgever daar samen aan werken, bijvoorbeeld met begeleiding van de jobcoach van Aloysius. Aantonen wat je wél kunt Juist ook voor de groep kwetsbare leerlingen die geen diploma kunnen halen, is de validatie van kennis, ervaring en houding zeer relevant. Al kun je geen kwalificaties halen, als je kunt aantonen dat je wel ‘leereenheden’ hebt afgerond is dat gunstig voor kansen op werk. Vandaar dat ook het ministerie van OCW zeer geïnteresseerd is. “De groep jongeren in Nederland die zonder startkwalificatie (lees: diploma op mbo niveau 2, red.) uitstroomt op de arbeidsmarkt is met zo’n 40 duizend leerlingen best groot.” Terwijl wij juist ook die groep perspectief willen bieden op werk. Vandaar dat ook de gemeenten in de regio worden betrokken. Een goed aanbod van arbeidsmarktgerichte leerwerktrajecten voor jongeren die geen startkwalificatie kúnnen halen is immers noodzakelijk voor bestrijding van voortijdig schoolverlaten. Na routes, arrangementen op maat Met de opbrengst van het regionale onderzoek kunnen de scholen voor vso en het mbo samen goede routes ontwerpen voor de overgang van vso naar mbo of van vso naar werk. Vervolgstap: arrangementen ‘op maat’ ontwerpen voor diverse groepen jongeren, richting onderwijs of arbeid. Denk aan jongeren die op sociaal gebied extra ondersteuning nodig hebben in het mbo, de groep die de strengere taal- en rekeneisen
niet trekt of jongeren voor wie een startkwalificatie niet haalbaar is. > De resultaten van dit co-creatieproject worden in het voorjaar van 2015 gepresenteerd: wordt vervolgd! > De ideeën voor een digitaal portfolio sluiten ook aan op Europese doelstellingen uit het Erasmus+ programma. Vandaar dat Europese subsidie wordt aangevraagd voor ontwikkeling van de portfolio systematiek, in samenwerking met Belgische en Duitse partners.
Bruggen bouwen: waar werken vso en mbo samen aan? • leerdoelen vso en ervarings- en competentieprofielen mbo op elkaar afstemmen voor Entreeopleiding en mbo niveau 2, 3 en 4 • de competenties die leerlingen in het vso ontwikkelen valideren en vastleggen in een digitaal portfolio • criteria afstemmen voor instroom bij regionale mbo-instellingen: dezelfde taal spreken • onderzoeken of vso examens kan afnemen voor Entreeopleiding • leerroutes ontwerpen voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen • pilots ontwikkelen voor leerlingen die moeite hebben met strengere taal- en rekeneisen in het mbo • leereenheden valideren (kennis, ervaring, houding en mogelijkheden vastleggen) voor leerlingen die geen start kwalificatie kunnen halen Bij het project Bruggen bouwen zijn betrokken: de scholen voor vso van Aloysius, mbo-instellingen Summa College, ROC ter Aa en Gilde Opleidingen, Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs, CINOP.
V ER BINDEN & V ER NIE U W EN 0 3 | 5
Onderwijsondersteuning
Aloysius ondersteunt nu ook kinderopvangorganisaties
Nieuwe cursus SAM voor pedagogisch medewerkers Ontwikkeling begint noch stopt natuurlijk op school. Daarom ontwikkelde onderwijs ondersteuningsdienst Triade van Aloysius een nieuw aanbod voor pedagogisch medewerkers van crèches, kinderopvangorganisaties, peuterspeelzalen en tussenschoolse en buitenschoolse opvang. Als pedagogisch medewerker van een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang heb je ermee te maken: gedragsvragen. Een kind dat wel erg druk is, die peuter die maar blijft bijten als hij boos wordt, dat stille meisje, die groep die maar onrustig blijft, dat kind dat zichtbaar meer uitdaging wil, maar hoe? Met dit soort vragen gaan pedagogisch medewerkers aan de slag tijdens de cursus SAM.
SAM is een professionaliseringsaanbod voor professionals die werken bij een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang. In vijf bijeenkomsten van 2,5 uur komen allerlei thema’s aan bod die helpen om het juiste antwoord te vinden op gedragsvragen van kinderen. De rode draad: niet denken in problemen, maar in mogelijkheden! Onder begeleiding van ervaren cursusleiders versterken deelnemers van SAM hun professionele handelen. Monique Winkel, teamcoördinator van Triade in Eindhoven: “In Eindhoven, Helmond en Horn volgen drie groepen pedagogisch medewerkers nu ons cursusaanbod. Dit is een pilot, met de ervaringen van de cursisten scherpen we ons aanbod aan zodat onze cursus SAM vanaf begin 2015 breed aangeboden kan worden.”
tijkervaring hebben. Daardoor spreek je dezelfde taal. Cursisten kunnen hun eigen vragen en praktijkvoorbeelden inbrengen.” Al langer is er veel vraag naar dit aanbod, weet Monique. “Op de scholen waar onze ambulant ondersteuners komen merken wij ook dat juist de begeleiding van kinderen door die voorschoolse, tussenschoolse en buitenschoolse opvang ook zo belangrijk is. Aandacht voor die doorgaande lijn past natuurlijk ook helemaal in de gedachte van passend onderwijs.” Preventief werken is immers steeds belangrijker. SAM geeft pedagogisch mede werkers daarvoor gereedschap in handen. > Belangstelling voor SAM? Mail naar Monique Winkel en zij neemt contact op!
[email protected]
De eerste ervaringen zijn ronduit positief. “Onze aanpak is praktijkgericht en je merkt dat onze cursusleiders zelf veel prak-
KEC-nieuws KEC Roermond klaar in 2015!
Ontwerp KEC Weert klaar
In september 2014 startte de bouw van Kennis- en Expertise Centrum (KEC) Roermond. Hierin werken we in een coöperatie nauw samen met samen werkingsverband voortgezet onderwijs Roermond, De Wijnberg en Mutsaersstichting.
Het voorlopig ontwerp voor het gebouw van KEC Weert is bijna klaar. Samen met De Wijnberg/Mutsearsstichting, speciaal basisonderwijs Meerderweert en Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden Limburg realiseren wij ook in Weert een Kennis- en Expertisecentrum om samen het beste aan bod te bieden voor leerlingen in de regio. Onze Widdonckschool in Weert en ondersteuningsdienst Triade participeren in dit KEC. Hopelijk is het nieuwe gebouw begin 2017 klaar.
Vanuit Aloysius participeren De Spoorzoeker (speciaal onderwijs), De Ortolaan (voortgezet speciaal onderwijs) en ondersteuningsdienst Triade. Ook KEC Werkt – dat jongeren die zijn vastgelopen in onderwijs terugleidt naar school of naar werk – is onderdeel van KEC Roermond. De schooldeuren gaan in 2015-2016 open. Dan bedient KEC Roermond leerlingen ín het nieuwe gebouw, maar zeker ook daarbuiten. Zo onder steunen we leerlingen en leraren in het regulier onderwijs in de regio. > Lees meer over De Spoorzoeker op pagina 8 en 9 in deze krant!
Masterplan KEC Eindhoven in de maak Aan de Avignonlaan in Eindhoven willen we samen met De Combinatie, de Zwengel en GGZE ook een Kennis- en Expertisecentrum realiseren. Onze scholen De Rungraaf en De Korenaer doen mee in de plannen. We streven ernaar om het KEC in 2017 open te hebben; het masterplan voor het KEC en de eerste verbouwtekeningen zijn nu in de maak.
6 | V E R BINDEN & V E R NIE U W EN 0 3
Passend onderwijs en ondersteuning
Gilde Opleidingen en Triade Aloysius blijven samenwerken
Ambulant ondersteuners dragen expertise over De ambulant ondersteuners van ondersteuningsdienst Triade van Aloysius blijven studenten en docenten van Gilde Opleidingen ondersteunen, vanuit een andere aanpak die past bij deze tijd. In de nieuwe samenwerkingsovereenkomst komen twee sleutelwoorden vaak voor: preventie en expertiseoverdracht. Directeur Servicecentrum Mick Waulthers van Gilde Opleidingen en Triade-directeur Hans Maas hebben vertrouwen in de vernieuwde aanpak. Mick Waulthers is directeur van het Servicecentrum van Gilde Opleidingen. Dit Servicecentrum regelt en ondersteunt de opleidingsteams bij organisatie-overstijgende zaken, waaronder de organisatie van extra ondersteuning van leerlingen.
Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg (SSONML) dat op een aantal locaties van Gilde ook ambulant ondersteuners inzet. SSONML en Triade kozen ervoor om het aanbestedingstraject samen te doen.
Al langer werkt Gilde Opleidingen samen met ambulant ondersteuners van Triade, de ondersteuningsdienst van Aloysius in Noord-Brabant en Limburg. Met de komst van passend onderwijs rees de vraag: hoe verder? Het antwoord: dóór met duurzaam samenwerken. Dat doet Gilde overigens ook met collega-instelling Stichting
Binding “Ambulant begeleiders van Triade zijn al langer bij ons aan het werk, om bijvoorbeeld leerlingen met een rugzakje te begeleiden. Nu deze leerlinggebonden financiering gaat verdwijnen, stonden wij voor de vraag hoe wij die extra ondersteuning gingen organiseren”, vertelt Mick Waulthers over de achtergrond van de hernieuwde
Mick Waulthers (Gilde Opleidingen)
Hans Maas (Triade)
samenwerking. Belangrijke randvoorwaarde was een ‘basiskwaliteit’ garanderen, legt hij uit. “De ene docent werpt zich op als persoonlijk begeleider terwijl de ander veel eerder grenzen stelt”, illustreert hij, “terwijl wij een eenduidige werkwijze willen, want iedere student heeft recht op dezelfde basisbegeleiding.” Triade en SSONML zetten samen de schouders onder een nieuw samenwerkingsplan voor de komende jaren. “ Wij hebben gemerkt dat het belangrijk is om persoon lijke binding te hebben met ambulant ondersteuners. Op het moment dat iemand als vaste contactpersoon op de locatie is, samen een kop koffie drinkt met docenten, dán ontstaat een relatie. En weten docenten die ondersteuner ook te vinden met hun vragen. Daarnaast staan ambulant begeleiders in de begeleiding niet meer alleen, maar maken deel uit van het expertiseteam op locatie.” Juist dát aspect kreeg nadrukkelijker vorm in de vernieuwde samenwerkingsplannen, vertelt Hans Maas, directeur van Triade. “Onze toegevoegde waarde is juist die kennisoverdracht. Doordat onze ambulant onder steuners hier op de werkvloer leerlingen en docenten begeleiden, dragen zij expertise over aan Gilde.” Zo worden de ‘eigen’ Gildemensen steeds deskundiger en kunnen op termijn met meer ondersteuningsvragen van studenten uit de voeten. Focus: preventie Een ander voordeel van de ondersteuningsstructuur die Gilde Opleidingen heeft opgezet, is de nog scherpere focus op preventie. Juist daar kunnen de ambulant ondersteuners ook een belangrijke rol spelen, denken Hans Maas en Mick Waulthers. “Er is vooral veel winst te behalen door problemen te voorkómen”, verwoordt Hans Maas. “ Tijdig actie ondernemen als er signalen zijn dat een student iets extra’s nodig heeft is daarom zo belangrijk. Vaak kun je daarmee erger voorkomen.”
V ER BINDEN & V ER NIE U W EN 0 3 | 7
Passend onderwijs en ondersteuning
Niet alleen is dat voor de student in kwestie natuurlijk van belang, óók voor Gilde Opleidingen. Net als bij andere mbo’s vraagt bestrijding van voortijdig schoolverlaten veel aandacht. “ Tijdig signaleren als een student niet goed in zijn vel zit is cruciaal”, merkt Waulthers.
Onze leerlingen staan centraal en dat is waar we met zijn allen keihard voor gaan.
Blijkt dat een student een verkeerde opleidingskeuze heeft gemaakt bijvoorbeeld, kan goede begeleiding naar de juiste studie voorkomen dat hij of zij afhaakt. Juist dit is een risicogroep. De studenten die met een ondersteuningsvraag binnenkomen, zijn veelal wel goed in beeld, maar je moet juist ook alert zijn op de studenten die tijdens hun opleiding zo’n ondersteuningsvraag ontwikkelen. “Op welke signalen moet je nu letten? Ook op dit vlak kunnen onze ambulant ondersteuners hun kennis en ervaring overdragen”, denkt Maas. Onderdeel van meer focus op preventie is ook een goede samenwerking met het voortgezet onderwijs in de regio. “Onze oproep is: wacht niet met het melden van extra ondersteuningsbehoeften bij een student tot het moment van inschrijven, maar zoek al voor die tijd contact. Dan kunnen wij ook een rol spelen in een goede overdracht en opleidingskeuze”, schetst Waulthers.
De kracht van Henny Verhoeven
administratief medewerker De Korenaer Deurne
De kracht van Aloysius
Vertrouwen De ondersteuningsstructuur met inzet van expertiseteams op de werkvloer: Waulthers heeft er vertrouwen in. Niettemin staat het mbo wel onder druk. “ We moeten meer doen met minder. We vervullen onze maatschap pelijke taak natuurlijk graag, maar middelen en mogelijkheden worden wel meer ingeperkt en vereisen een nog intensievere samenwerking met onze ketenpartners. Ieder
zijn vak”, vindt hij. “Denk alleen al aan de groep jongeren voor wie het lastig wordt een diploma te halen. Specifieke vraagstukken voor deze doelgroep, onder meer rondom arbeidstoeleiding gaan de komende tijd een belangrijke rol spelen.” Belangrijke succesfactor blijft vooral de omslag in denken en doen, onderstrepen Waulthers en Maas. “ Van zorgen voor naar zorgen dát”, omschrijft Maas. “ We moeten vooral denken vanuit de mogelijkheden van jongeren en niet vanuit hun beperkingen”, vult directeur Waulthers aan. “De start van de samenwerking in expertteams is in elk geval hoopgevend. Je merkt dat we als onderwijsmensen met een onderwijshart vanuit dezelfde motivatie werken.” Jolan Bouvrie, Han Janssen en Annemie Leenders (ambulant ondersteuners Triade)
Ondersteuningsstructuur Gilde Opleidingen De ruim 12 duizend leerlingen van Gilde Opleidingen – met locaties in Roermond, Sittard-Geleen, Venlo, Venray en Weert – kunnen natuurlijk rekenen op goede ondersteuning van hun docenten. Voor leerlingen met een extra ondersteuningsvraag zijn expertiseteams paraat, waarin bijvoorbeeld de schoolmaatschappelijk werker, de loopbaanadviseur en ook ambulant ondersteuners van Triade participeren. Dit team ondersteunt ook de trajectbegeleider en docenten als zij vragen hebben over de begeleiding van een student. Zo nodig schakelt het expertiseteam meer externe ketenpartners in.
8 | V E R BINDEN & V E R NIE U W EN 0 3
Pedagogische Tact
Niemand eruit, alles ín de klas oplossen Een kind eruit sturen? Niet op De Spoorzoeker in Roermond. Het sleutelwoord: Pedagogische Tact!
‘Wij hebben zorg voor de ander, met name voor hen die het moeilijker hebben dan wijzelf en dat doen wij door volhardend te zijn in onze betrokkenheid’. Deze zin uit de missie van De Spoorzoeker staat prachtig in de Schoolgids. Belangrijker: het team laat het vooral in praktijk zien. Na het doorlopen van het traject Pedagogische Tact nóg meer. “Omdenken”, noemt directeur Paul Rutten dat. Met enthousiaste, gepassioneerde en deskun dige medewerkers en leerkrachten (allemaal hebben ze hun Master SEN op zak) gaf De Spoorzoeker prima speciaal onderwijs, vertelt Paul Rutten. Tevreden ouders, heldere afspraken, rust en structuur, oog en oor voor leerlingen, een gedifferentieerd lesaanbod, noem maar op. Toch maakte het team nog een verdiepingsslag na het traject Pedagogische Tact (zie ook elders op deze pagina). De rode draad: werkelijke partnerschap tussen leraar en kind. En: op het juiste moment de goede dingen doen, óók in de ogen van kinderen. “Relatie, autonomie en competentie”, vat Paul Rutten samen. Gewone kinderen “ Wij hebben hier op school gewone kinderen die op een andere plek niet tot hun recht komen. Aan ons om de omgeving en onze manier van doen zo aan te passen dat wij hun talenten aanspreken.” Wat daar niet bij hoort: leerlingen eruit sturen. Resultaat van het traject Pedagogische Tact was dan ook het pedagogisch statement dat het team maakte: niemand de klas uit. Was het voorheen zo dat een leerling vanwege ‘lastig’ gedrag nog wel eens buiten de klas gelegenheid kreeg om weer rustig te worden: nu is die ‘achtervang’ afgeschaft. “Onze leerlingen zijn in het verleden al vaak genoeg weggestuurd”, vindt Paul, “die boodschap willen wij ze niet nog eens geven. Want in feite is dat toch wat je doet; je geeft een kind het gevoel dat het moet vertrekken.” Dat gebeurt dus niet meer: alles wordt ín de klas opgelost.
Door veel met kinderen in gesprek te gaan, met elkaar te praten en te zoeken naar mogelijkheden die werken, lukt dit goed, merkt Paul. Zelf is hij ook beschikbaar om in de klas te coachen. “Als directeur wil ik ook aanspreekbaar zijn voor onze leerlingen”, zegt hij stellig.
Waar wil jij naartoe en hoe kunnen wij je helpen? Teamleden voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor alle leerlingen en maken meer gebruik van elkaars competenties. Plus: leraren zijn veel meer in gesprek mét leerlingen. “ Waar wil jij naartoe en hoe kunnen wij je helpen?”, illustreert Paul. “En welke afspraken maken we daarover?” Intervisie Ter ondersteuning van deze omslag startte ook een intervisietraject. Medewerkers kunnen hun praktijkvoorbeelden inbrengen en hun ervaringen met elkaar delen. Paul verdiepte zich ook uitvoeriger in de theorie van ‘Geweldloos verzet en nieuwe autoriteit’, waarbij je escalaties in gedrag voorkomt door een ‘ferme houding van geweldloos verzet en positieve aanwezigheid’. Dat paste het team een tijdje terug toe, toen het in een bepaalde klas niet lekker liep. “ We hebben een sit-in georganiseerd”, vertelt Paul, “met leerlingen, ouders en collega’s. We zijn met elkaar in gesprek gegaan, heel open, en hebben net zolang met elkaar gezeten tot duidelijk was hoe we verder konden gaan. Dat werkte.” > Op www.hetkind.org staat een filmpje met interviews met leerlingen, medewerkers en directie van De Spoorzoeker over hun ervaringen met Pedagogische Tact. Vul bij ‘zoeken’ Spoorzoeker in en start het filmpje! Op de site staan meer filmpjes, verhalen, interviews en artikelen over alles wat met het kind en zijn ontwikkeling heeft te maken.
V ER BINDEN & V ER NIE U W EN 0 3 | 9
Pedagogische Tact
Spoorzoeker in pilot online onderwijsomgeving Vanaf 2015 is onze online onderwijsomgeving voor al onze leerlingen beschikbaar. Onze ambitie is dat in 2016 een derde van al ons onderwijs ook digitaal aangeboden wordt. Om eerst ervaring op te doen met onze online onderwijsomgeving, werkt een groep Aloysiusscholen er nu al mee. De Spoorzoeker is er één van. Iris Neelen is ICT-coach en zij enthousiasmeert haar collega’s om software stap voor stap meer te integreren in hun lessen. “Zo
wordt onderwijs leuker én beter.” De Spoorzoeker werkte voor taal en rekenen al structureel in een digitale leeromgeving. Dat is nu dus uit gebreid tot een volledige onderwijsportal waar je alle instructiefilmpjes, leer- en oefenstof en toetsen kunt klaarzetten. Met een digitale leer omgeving ben je zoveel beter in staat om te differentiëren, merkt Iris. “Het maakt het eenvoudiger om iedereen op zijn eigen niveau te laten werken.”
Spoorzoeker in KEC Roermond (en ook De Ortolaan en Triade!) Schooljaar 2015-2016 gaan de deuren open van KEC Roermond. De bouw is nu in volle gang. Niet alleen de Spoorzoeker krijgt onderdak in het KEC, dat geldt ook voor onze school voor voortgezet speciaal onderwijs, De Ortolaan. Samen met ondersteuningsdienst Triade van Aloysius en netwerkpartners samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Roermond, De Wijnberg en Mutsaersstichting vormt Aloysius een coöperatie. In KEC Roermond ondersteunen we via allerlei arrangementen leerlingen uit de regio. Vanuit het KEC ondersteunen we ook leerlingen en leraren in het regulier onderwijs. www.kecroermond.nl
Directeur Paul Rutten van De Spoorzoeker kijkt uit naar KEC Roermond. “Straks bedienen we kinderen/jongeren van 4 tot 20 jaar en bieden we met KEC Werkt arbeidstoeleiding”, schetst hij. De samenwerking tussen de partners in het KEC kan zorgen voor synergie. “Onze expertiseaanbod wordt breder.” Hoe die samenwerking daadwerkelijk voor die meerwaarde kan zorgen, wordt nu uitgewerkt door allerlei werkgroepen waarin medewerkers van de netwerkpartners zijn vertegenwoordigd. “Ons ideaal is natuurlijk dat wij leerlingen en leraren in het regulier onderwijs vanuit het KEC zo goed ondersteunen dat er minder kinderen naar het KEC hoeven te komen”, legt Paul uit. “En die kinderen die het gegund is om naar ons toe te komen, zijn er als het even kan tijdelijk.” Dat KEC Roermond onderdak krijgt in een nieuw pand, stemt Paul ook tevreden. “Een gebouw dat schoonheid uitstraalt: dat doet onze leerlingen recht.”
Pedagogische Tact: hoe & wat Voor het beste speciaal onderwijs aan onze leerlingen is een ontwikkelingsgerichte houding nodig. Wat heeft een kind nodig en hoe sluit je daar optimaal bij aan? Het antwoord op die vraag: op het juiste moment de goede dingen doen, óók in de ogen van kinderen. Inzicht krijgen in jezelf als leerkracht en ontdekken wanneer en hoe jij die leraar bent die je wilt zijn, daar draait het om tijdens de ontwikkelingstrajecten Pedagogische Tact. Uiteindelijk formuleren teams een ‘pedagogisch statement’ om te voorkomen dat kinderen uitvallen of worden buitengesloten. Om vanuit zelfvertrouwen aan het werk te gaan, heeft een leerling vertrouwen nodig van zijn leraar. Daarvoor is nodig dat de leraar als professional de volle verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen en succes of falen niet buiten zichzelf legt. Verantwoordelijkheid nemen voor je handelen dus, met oprecht vertrouwen in de ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen. Als kinderen weten wat er van ze verwacht wordt en hoeveel ruimte en tijd zij hebben – waar, wanneer en hoe lang mag ik werken? – kun je ze meer en meer autonomie verlenen. Dat vraagt om partnerschap tussen leerling en leraar, maar ook tussen leraar en leidinggevende. Vandaar dat leidinggevenden van Aloysius ook het traject Pedagogisch Leiderschap volgden. > Pedagogische Tact is net als Pedagogisch Leiderschap een opleidingsaanbod in de Aloysius Academie, verzorgd door onder meer Nivoz. Dit onafhankelijke instituut verbindt wetenschappelijk onderzoek met de onderwijspraktijk, onder meer via ontwikkelingstrajecten voor leraren, teams en leidinggevenden.
Paul Rutten sloot zich aan bij de Coalitie van het kind. Die coalitie bestaat uit leraren en schoolleiders die verbonden zijn met het gedachtegoed van Pedagogische Tact/Pedagogisch Leiderschap en die de ambitie hebben om zichzelf en hun school te blijven ontwikkelen. De Coalitie bouwt aan een duurzame leergemeen schap met onderwijsmensen die onderwijs willen vernieuwen, zodat ieder kind erbij hoort en laat zien wat het kan. Meer info op www.hetkind.org
10 | V ER BINDEN & V E R NIE U W EN 0 3
Kernwaarden
Creatief therapeute Jacqueline stopt na veertig jaar De Hilt
‘Die kinderen zien stralen, daar doe je het samen voor’ Veertig jaar in het vak. Da’s een hele tijd. Jacqueline van de Ven neemt eind dit schooljaar afscheid van De Hilt en kijkt terug op veertig jaar creatieve therapie en vele, vele activiteiten die leerlingen en leerkrachten deden schitteren. Van een klein schooltje zag Jacqueline van de Ven De Hilt uitgroeien tot een orthopedagogisch instituut met ruim tweehonderd leerlingen. Ze begon er als overblijfkracht. “Er was helemaal geen geld voor creatieve therapie, maar dankzij het enthousiaste team kon ik in mijn vak gedijen”, vertelt ze. Uiteindelijk werd het een baan op De Hilt. Het vak stond in die jaren nog echt in de kinderschoenen, dus was Jacqueline regelmatig op landelijke congressen te vinden om de meerwaarde van creatieve therapie op de kaart te zetten. Naast één op één begeleiding van kinderen, ging Jacqueline al snel met groepen aan de slag. En ontdekte wat creatieve therapie kan doen met een kind. “De rollenspellen, je emoties leren uiten, situaties uitspelen en gevoelens verwerken: in dramalessen kun je zoveel.”
vervolgens na – als jouw juf of meester het durft, doe jij het ook … Ook het jaarlijkse Hiltfestival is een succesnummer. Leerlingen uit het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs verzorgen voorstellingen met zelfbedachte of – gekozen optredens en acts. Veel in die rugzak Wie de evenementen wel eens heeft meegemaakt weet dat het er professioneel aan toegaat: een dik draaiboek, een podium compleet met belichting en volgspot, het geluid is dik voor elkaar en de decors, verkleedspullen en kostuums mogen er zijn. Leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs die assisteren als toneelmeester, bij de belichting en de ‘volgspot’ verdienen hiermee een certificaat.
Al snel volgden ook vele activiteiten die Jacqueline organiseerde. Weeksluitingen, toneel, spellen, open podia, clownstraining, carnaval, bivakthema’s, projecten, sociale vaardigheden, de kerstviering: van alles deden en doen we”, herinnert Jacqueline zich nog goed. Ook stond ze aan de wieg van activiteiten die nu nóg plaatsvinden op De Hilt en die inmiddels niet meer weg te denken.
Toch is dat niet waar het uiteindelijk om draait. Nee, wat het sociaal met een kind doet om zichzelf te leren uiten, zijn talent te laten zien, zichzelf te overwinnen – alleen of in samenspel met anderen - en in het licht te gaan staan: dát is haar drijfveer. Het proces om tot zo’n optreden te komen, is elke keer weer geweldig. De ervaringen zijn allemaal bouwsteentjes. “Zoveel mogelijk in die rugzak stoppen voor ze de buitenwereld ingaan: dat doen we hier”, zegt Jacqueline.
Neem Hégéwipi: een megafestijn waar alle medewerkers van De Hilt optreden. Leerlingen doen die acts
Ze stopte er haar ziel en zaligheid in, was er dag en nacht mee bezig, soms ten koste van haar eigen gezondheid.
Toch vindt ze, terugkijkend op veertig jaar, dat het ook zoveel heeft gegéven. “Het geeft je zo’n ongelofelijk warm gevoel om die jongeren, groot en klein, op het podium te zien stralen en de reacties van ouders te horen. Ik ga graag tot het uiterste bij het inspireren van de kinderen en het aanboren van hun talenten. Kinderen te zien stoeien en groeien, met ups en downs in de voorbereiding en dan samen toeleven naar de grote dag van een optreden: geweldig.” Loslaten wordt moeilijk Dat De Hilt al die jaren consequent is blijven kiezen voor een belangrijke
plek voor creatieve therapie en de creatieve projecten vindt Jacqueline geweldig. “De sociaal-emotionele ontwikkeling heeft hier echt prioriteit. Collega’s zien ook dat die creatieve projecten daar enorm aan bijdragen. Zij zijn echt weken van tevoren bezig hoor, met de voorbereiding van hun optredens.” De laatste jaren kreeg Jacqueline versterking van collega Fritz die haar lessen creatieve therapie overnam. Ze minderde in uren en ging er vrijwilligerswerk bij doen in de ouderenzorg, mantelzorg, een hospice en in ontwikkelingssamenwerking. En dan was er natuurlijk ook nog ‘thuis’: het jubileumjaar op De Hilt valt samen
met haar veertigjarig huwelijksfeest. Mooi. En dan nu een “pensionada in spe”, zoals ze zelf zegt. Dat loslaten wordt nog moeilijk. “Ik vind het lastig, dat afscheid nemen. Met kinderen werken, ik doe het zo graag. Sommige kinderen komen hier zo angstig binnen op school. Dan ben je een paar weken met ze bezig en zie je ze groeien en het zo goed doen. Die kinderen zien stralen: daar doe je het samen voor. Ik heb het onderwijs in die veertig jaar groter, zakelijker en anders zien worden. Maar wat is gebleven: we gáán er samen voor. Dat is zo heerlijk. Ik ben dankbaar dat ik het die veertig jaar mocht doen.”
Passie, onvoorwaardelijkheid en kracht: elke dag opnieuw en elke dag anders. Wie dit begrijpt hoef je niets uit te leggen en wie dit niet begrijpt? Daar kún je dit niet aan uitleggen. De onvoorwaardelijkheid van Tom Sanders leerkracht De Hilt
De onvoorwaardelijkheid van Aloysius
V ER BINDEN & V ER NIE U W EN 0 3 | 11
Eén kind, één gezin, één plan
Samen méér zijn dan de som der delen
Welkom in ‘Anderland’ Hoe werken we straks samen in het Kennis- en Expertise centrum (KEC) in Roermond? Directeur-bestuurder van de Wijnberg Mart Seerden hoopt dat de netwerkpartners er samen voor gaan zorgen dat kinderen zelfvertrouwen opdoen en hun plek vinden in onze samenleving.
De kracht van het KEC? De integrale benadering van onderwijs en zorg: één kind, één gezin, één plan in praktijk dus. Daarmee heeft de Wijnberg al veel ervaring, vertelt directeur-bestuurder Mart Seerden. Als Full Servicecentrum verweven De Wijnberg en de Mutsaersstichting het onderwijs- en zorgaanbod al langer. Eén kind, één gezin, één plan heeft in de voorbije jaren zichtbaar vorm en inhoud gekregen. “ Wij ontwerpen een levensfaseplan voor kind en gezin”, legt Seerden uit. Op basis daarvan wordt samen met de leerling en ouders het ontwikkelingsprofiel geformuleerd. Met straks nog meer partners in het KEC, is het zaak om eenzelfde ‘verwevenheid’ te realiseren ten aanzien van gezamenlijke Full Service, vindt Seerden, om zo met elkaar de volgende stap te zetten. Natuurlijk in het belang van perspectief voor kinderen en jongeren.
rekenschap willen afleggen voor wat je doet. En dat in een compleet nieuw gebouw dat ruimte biedt voor nieuwe manieren van werken en nieuwe professionele routines. “ Welkom in Anderland”, vat Seerden samen. Werken in dat ‘Anderland’ moet passen bij ambitie, kwaliteiten en houding. “Hoe kun je de ander laten excelleren? Hoe kun je de ander maximaal van nut zijn? Onderwijs en zorg blijven hun onderscheidende verantwoordelijk behouden, maar moeten in afstemming en door integraal te werken tot het beste aanbod komen voor een kind en zijn gezin.” Méér zijn dus, dan de som der delen van de oorspronkelijke primaire processen van de moederorganisaties. Of, zoals een bekende uitspraak binnen Full Service Centrum de Wijnberg/Mutsaersstichting: ‘Ik ben omdat wij zijn!’ (- Ubuntu).
Gedeelde missie Niemand buitensluiten, geen kind op straat en geen gezin in de kou. Kinderen trots leren zijn op wie zij zijn en ervoor zorgen dat zij van betekenis kunnen zijn voor onze samenleving, dat zij kunnen meedoen. Dat alles sprak volop uit het ‘Feest van Talent en (H)erkenning’ dat gevierd werd om de start van de KEC’s in Roermond en Weert te markeren. Alle KEC-participanten delen die missie, ervaart Seerden. Dat geldt ook voor de innovatiewens. Want de tijd dat kinderen standaard hun leerloopbaan lang in het speciaal onderwijs doorbrengen, is geweest. “Door in het KEC een intensief en integraal programma aan te bieden voor kind en gezin hopen wij dat trajecten korter kunnen zijn”, denkt Seerden. “ Wij zijn er voor die (minder dan) één procent van de kinderen waarmee het regulier onderwijs ‘handelingsverlegen’ is”, onderstreept hij. “In de regio Roermond gaat het om zo’n 250 KEC-kinderen.” Belangrijk om te benoemen, vindt Seerden, want zoals overal in Nederland kijken ook de samenwerkingsverbanden passend onderwijs in het zuiden terecht kritisch naar de aantallen leerlingen in het speciaal onderwijs. Dat moeten er op termijn minder worden (de zogenoemde verevening). “ Wij geven onszelf binnen het KEC de opdracht om het regulier onderwijs te ondersteunen om het zelf te doen”, vat hij samen. Door vanuit het KEC ambulante ondersteuning te bieden, kan het regulier onderwijs meer expertise opbouwen en kan de instroom in het KEC uiteindelijk beperkter worden. “Als wij goed samenwerken in en vanuit het KEC, dan dragen wij als vanzelf bij aan de vereveningsopdracht in de regio”, verwacht de directeur-bestuurder. “Een systeem van professioneel begeleide instroom en uitstroom naar regulier onderwijs hoort daarbij.” KEC-doelen Voor KEC Roermond, nu in aanbouw is en opent in schooljaar 2015-2016, zijn werkgroepen met medewerkers van alle netwerkpartners nu aan de slag om concreet uitvoering te geven aan de samenwerking in het KEC, van personeelsplannen tot inrichtingsvraagstukken en van intake tot het daadwerkelijke onderwijs-zorgproces. Concrete programma’s (of arrangementen) zijn nu in de maak. Onderwijs zal elementen kennen van zorg en andersom. Arrangementen zullen variëren in intensiteit en in aanbod. Maatwerk dus, met ondersteuning van alle partners rondom het kind, met steeds één regisseur. “Er samen met gezin, onderwijs, zorg, de sportclub en de Harmonie voor zorgen dat een kind z’n plek vindt in de wereld.”
Onderwijsexpertise de Wijnberg vormt samen met de Mutsaersstichting een Full Service Centrum. De Mutsaersstichting biedt jeugdhulp en geestelijke gezondheidszorg aan kinderen en jongeren en biedt maatschappelijke opvang en begeleiding aan vrou wen en hun kinderen. De Wijnberg geeft onderwijs aan kinderen en jongeren met een disharmonisch ontwikkelingsprofiel.
Wervelwind Werken in het KEC vraagt van professionals dat zij afstappen van het reguliere denken. “De specialistische KEC-doelen moeten jouw doelen zijn”, vindt Seerden. In de wervelwind van ontwikkelingen moet je kunnen meebewegen in een lerende organisatie. Dat vraagt om eigenaarschap, zelfmanagement en
Talenten en mogelijkheden van ieder individueel kind vormen de basis voor ieders unieke ontwikkelings profiel. Samen met de leerling, ouders en de Mutsaersstichting ontwerpt de Wijnberg onderwijsen zorgarrangementen die maximaal bijdragen aan
de ontwikkeling. In arrangementen doorlopen leerlingen een aantal ontwikkelingsfasen. Ervaren, beleven, leren en begrijpen staan daarbij centraal. Er wordt geleefd en geleerd in school, maar er wordt ook intensief gebruik gemaakt van de omgeving van school en behandeling. De Wijnberg participeert met Aloysius, Mutsaersstichting en SWV VO/VSO in KEC Roermond en met de partners Aloysiusstichting, Mutsaersstichting, Meerderweert en SSO NML in KEC Weert en is momenteel binnen het Full Serviceproces actief in Venlo, Venray en Wessem en Weert. www.dewijnberg.nl
12 | V ER BINDEN & V E R NIE U W EN 0 3
Perspectief voor leerlingen
‘Vooral sociaal veel geleerd op school’ Waar blijven onze leerlingen? Aloysius wil oud-leerlingen graag volgen, om zo te toetsen hoe bestendig ons onderwijs is. Sluit ons onderwijs voldoende aan bij het vervolgonderwijs, baan of dagbesteding? Wat oud-leerling Danny Schellekens betreft wél. Hij werkt alweer vijf jaar bij speelgoedzaak Intertoys in Helmond, na een prima schooltijd op De Hilt.
“ Toen ik hier begon als stagiair werd ik begeleid door Martine Aukes van De Hilt”, weet Danny nog goed. “Dat was fijn, want ik kon dan vragen stellen over dingen die ik tegenkwam. Later bleef ik als weekendhulp werken. Ik heb opleidingen Verkoper en Verkoopspecialist gedaan bij ROC ter Aa in Helmond en kreeg daarna een vaste baan.” Ziedaar de mooie loopbaan van Danny: inmiddels draait hij met gemak zelfs “de lastigste afdeling” van Intertoys en weet alles van multi media-artikelen. “ Toen ik hier begon dachten ze dat ik nooit achter de kassa zou kunnen, maar na een half jaar draaide ik de kassa gewoon de hele dag hoor”, vertelt hij. Ja, De Hilt. Daar bewaart Danny goede herinneringen aan. “Ik heb het daar echt naar mijn zin gehad. Naar school gaan was voor mij een uitje, zo leuk vond ik het daar. Ik heb veel geleerd van mijn leraren daar.” En waar hééft Danny dan nu nog veel aan? “Ik vond het vroeger lastig als mensen om mij heen een grapje maakten”, vertelt hij. “Op De Hilt
heb ik geleerd dat je niet alles serieus moet nemen. Als mijn collega’s nu wel eens een geintje maken waar ik geen raad mee weet denk ik daar vaak aan terug en merk ik sneller dat het gewoon grapjes zijn.” Waarmee Danny maar wil aangeven: hij heeft vooral “sociaal” veel geleerd op school. “Door mijn PDD-NOS (een stoornis in het autistisch spectrum, red.) vond ik communicatie op school wel eens lastig. Maar daar merk ik nu bijna niets meer van.” Oefenen in allerlei situaties – onder meer optreden tijdens het Hiltfestival – hielp Danny over zijn verlegenheid heen. “De laatste jaren op school stond ik vooraan op het podium”, lacht hij. Danny komt nog wel ’s op De Hilt. Even een praatje maken met leraren bijvoorbeeld. Maar hij gaat ook voorlichting geven aan de huidige jongeren op school. “Dan vertel ik hoe het met mij is gegaan en wat ik nu doe. Hartstikke leuk om de leerlingen een beeld te geven van hoe het in zijn werk gaat in de detailhandel.”
Leerlingen niet loslaten!
Bestendigheidsmonitor helpt kwaliteit te verbeteren Waar blijven onze leerlingen als zij onze scholen hebben verlaten? Hoe gaat het met ze? Kunnen zij wat zij in ons speciaal onderwijs geleerd hebben ook goed in praktijk brengen? Beheersen zij voldoende vaardigheden?
De informatie die het volgen van onze leerlingen oplevert, maakt duidelijk hoe ‘bestendig’ ons onderwijs is. We kunnen er de kwaliteit van de doorgaande (leer)lijn verder mee verbeteren, samen met onze netwerkpartners.
Allemaal interessante vragen als je als lerende organisatie je onderwijs wilt verbeteren. Met onze nieuwe bestendigheidsmonitor Attrack – ontwikkeld met samenwerkingspartner Amplixs – kunnen wij onze (oud)leerlingen minimaal twee jaar goed volgen.
Monitor is ook verplicht Sinds 2011 verplicht de Inspectie van het Onderwijs ons om cijfers te laten zien over de uitstroom en ‘bestendiging’ van leerlingen. Leren en werken zij op het niveau zoals vermeld in hun ontwikkelingsperspectief? Wij moeten vervolgscholen, dagbestedingsinstellingen of werkgevers na drie maanden, een jaar en twee jaar vragen hoe het met onze oud-leerlingen gaat op hun ‘vervolgplek’. Via bestendigheidsmonitor Attrack gebeurt dat automatisch en ontvangen onze netwerkpartners een email met enkele vragen om in te vullen. Zo vragen wij de eerste keer ook naar de tevredenheid over de overdracht.
Kwaliteit verbeteren Met de rapportages die wij dankzij de bestendigheidsmonitor snel kunnen opleveren op school-, sector-, stichtings- en samenwerkingsverband voldoen wij aan de wettelijke inspectie-eisen. En dat zonder een heleboel tijdrovende administratieve rompslomp voor onze netwerkpartners zoals vervolgonderwijs, werkgevers en leerwerkbedrijven.
> Op 28 november verzorgen sectordirecteur Jac Verstegen van Aloysius en Paul de Weger van Amplixs samen een workshop tijdens Het Congres van LECSO – Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs.
Colofon
Uitgave Aloysius Stichting Sector Zuid Samenstelling en inhoud Jac Verstegen, Peter Zegers Eindredactie Lieke Verstegen Concept en tekst Anne-Marie Veldkamp Fotografie Jeroen Jazet (krant), Maria Hermes (Aloysius-portretten) Ontwerp en vormgeving Budelinc Druk Drukkerij Kempers
waterlessprinting logo, wordt door drukker geplaatst