Handleiding
Bomen & Bossen Beste Leerkracht In deze handleiding vind je 8 boeiende en interactieve opdrachten over Bomen & Bossen. De opdrachten zijn gevarieerd, vragen niet veel voorbereiding en duren tussen de 10 en 90 minuten en zijn voor binnen en/of buiten. Je kunt alle opdrachten in 1 dag(deel) doen. Wellicht is het een idee om in de week van de Boomfeestdag iedere dag een opdracht te doen. Bij iedere les hoort een werkblad (bij les 8 horen 2 bladen) voor de leerlingen. Je kunt het werkblad per leerling of per groep gebruiken. De werkbladen kun je apart downloaden en printen/kopiëren voor de leerlingen of op het digibord laten zien. In deze handleiding staan, per opdracht, de benodigde materialen, de duur van de lessen, de antwoorden en soms extra lessuggesties. Veel plezier met de lessen over Bomen & Bossen
1 Platte of ronde bladeren In deze les leren leerlingen het verschil tussen loof- en naaldbossen en gaan ze op zoek naar een aantal, in Nederland veel voorkomende, bomen. Nodig: • •
bomenboek, bomenposter of internet werkblad per leerling of per groepje
Duur ca: 10 minuten Antwoorden: loofbos: tamme kastanje, beuk, eik, berk naaldbos: den, spar, taxus, lork (=lariks)
2 Zonder bossen meer natuurrampen Dat bomen belangrijk zijn, dat weten de leerlingen. Als je naar het belang van bomen vraagt, geven ze antwoorden als: ze geven zuurstof, geven hout, er wonen veel dieren in bossen en je kunt er ontspannen. Maar bomen doen veel meer. In deze les leren de leerlingen waarom bomen zo belangrijk zijn voor onze wereld. Nodig: •
werkblad per leerling of per groepje
Duur ca: 15 minuten Antwoord: Te veel sneeuw: lawine Te veel water: overstroming, wegspoelen aarde, modderstromen en aardverschuivingen Te veel wind: uitdrogen en verstuiven van bodem, zandstormen
3 Ik woon in een hol In het bos wonen heel veel dieren en al deze dieren hebben een eigen boswoning. In deze les ontdekken de leerlingen van een aantal dieren hoe ze wonen en of deze woning door de dieren zelf of door mensen is gemaakt. Nodig: •
werkblad per leerling of per groepje, tekening is ook op het digibord te laten zien: www.boomfeestdag.nl/lesmateriaal2016
Duur ca: 15 minuten Antwoord: 1 = boomklever: spechtenhol dat aan de rand door de boomklever dichtgesmeerd is, zodat de opening net past. 2 = das: heel grote openingen in de grond. Gangenstelsel zit onder de grond. 3 = bosuil: grote nestkast met grote ronde invliegopening 4 = grote bonte specht: mooie ronde nestingang in de boom 5 = bosmuis: klein holletje in de grond met meestal veel zand voor zijn holletje. 6 = grootoorvleermuis: nestkast met ingangsspleet aan de onderkant. Wordt vrij hoog tegen de stam van een boom gehangen.
Lesbrief Bomen en Bossen - Stichting Nationale Boomfeestdag © 2016 2
De nestkastjes van de grootoorvleermuis en de bosuil zijn door de mensen gemaakt en opgehangen. Ook de Boomklever heeft zijn hol niet zelf gemaakt; hij heeft alleen het deurtje passend gemaakt.
4 Bomen zitten vol met beestjes Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. Niet één, maar duizenden. In deze les worden de leerlingen bewust van het aantal insecten dat in een boom woont. Nodig: • •
insectenboek, bomenboek of internet werkblad per leerling of per groepje of via digibord
Duur ca: 15 minuten Antwoord: In een boom leven honderden verschillende insecten, hieronder een aantal suggesties: Berk: berkenwants, berkenspanner, berkenbladluis Zomereik: galappelwesp, eikenbladroller, eikenprocessierups Wilg: wilgenhoutrups, grijze zandbij, wilgtakgalmug
5 Een spannend bos In veel sprookjes komt een bos voor: soms sprookjesachtig soms spannend zoals bij Harry Potter. De leerlingen gaan zelf een spannend bosverhaal schrijven. Dit kan individueel, in groepjes of met de hele klas één verhaal. Op pagina 5 van de Boomfeestdagkrant 2016 staan nog enkele lessuggesties (‘Bekijk het’ waarbij leerlingen eerst een kijkdoos maken en daarna een verhaal schrijven over dit gemaakte bos en ‘Groeiverhaal’ waarbij iedere leerling één zin schrijft van het verhaal). Nodig: • •
werkblad per leerling of per groepje extra vel papier met schrijflijntjes of digibord
Duur ca: 30 minuten
Lesbrief Bomen en Bossen - Stichting Nationale Boomfeestdag © 2016 3
6 Een bos voor de natuur In Nederland zijn alle bossen aangelegd. Over deze bossen is vaak goed nagedacht voordat ze aangelegd werden. Laat de leerlingen een bos ontwerpen. Voordat ze gaan tekenen, moeten ze eerst goed nadenken en overleggen over hun bos. Wat mag er wel en wat mag er niet? Welke bomen gaan ze planten? Welke dieren willen ze aantrekken? Moeten er speeltoestellen komen of picknickbanken? Mag er gekapt worden (als dit niet mag, hoe komen ze dan aan hout om dingen te bouwen?). Laat de leerlingen na afloop van de les hun ontwerp aan de andere leerlingen presenteren. Zijn de ontwerpen heel verschillend? Is er een ontwerp dat alle leerlingen goed vinden? Nodig: • •
groot vel papier per groepje, stiften en kleurpotloden werkblad per leerling of per groepje of via digibord
Duur ca: 60 minuten voor het ontwerpen en 30 minuten voor het presenteren
7 Bomenmuseum Leerlingen vinden bomen heel vanzelfsprekend, maar eigenlijk zijn bomen heel bijzondere wezens met steeds een ander uiterlijk: van heel kaal in de winter naar vol bloemen of vruchten in de lente en zomer. De herfst maakt het compleet met de meeste mooie kleuren. Door de leerlingen een aantal bomen te laten volgen, worden ze zich bewust van de veranderingen. Maak voor jezelf een plattegrond met de 10 bomen die de leerlingen gaan volgen en zet bij de bomen hun namen (indien je de bomen niet herkent, kijk dan op www.bomen-determineren.com of vraag de namen aan de groenverzorging van jouw gemeente). NB indien je niet wil dat de leerlingen stukjes van bomen af knippen, kun je ze ook de onderdelen laten tekenen of fotograferen. Nodig: • • • • • •
schaar papier bladpers* wit vel tekenpapier en wascokrijtjes bomenboek, bomenposter of internet werkblad per leerling of per groepje Lesbrief Bomen en Bossen - Stichting Nationale Boomfeestdag © 2016 4
* een bladpers is te bestellen via de website van de Stichting Nationale Boomfeestdag (www.boomfeestdag.nl/webshop). Duur ca: 30 minuten per les om blaadjes te zoeken, 60 minuten om tentoonstelling voor te bereiden
8 Bos in laagjes In een bos zijn 4 lagen te herkennen. In deze les leren de leerlingen welke lagen dit zijn en gaan ze zelf op zoek naar deze lagen. Ook gaan ze onderzoeken welke planten er groeien en welke dieren er in deze lagen wonen. NB er zijn leuke filmpjes over de 4 lagen op internet, bijvoorbeeld http://www.schooltv.nl/video/lagen-in-het-bos-een-bos-bestaat-uit-verschillendelagen/ In het filmpje wordt een varen- en moslaag vermeld, maar niet de bodem- of strooisellaag. De varens worden normaal bij de kruidlaag gerekend, ook al hebben ze geen bloemen en zijn ze sporenplanten. De moslaag wordt soms toegevoegd, maar soms ook gekoppeld aan de strooisellaag. Nodig: • •
onderzoeksblad werkblad per leerling of per groepje handig om bijvoorbeeld zoekkaarten o.i.d. van bomen, struiken, kleine beestjes mee te nemen. En natuurlijk een loep en/of potje om kleine dieren in te verzamelen.
Duur ca: 60 minuten
Deze lesbrief is gemaakt in opdracht van Stichting Nationale Boomfeestdag Educatie en Advies: Rob Vereijken Illustratie ‘Ik woon in een hol’: De afbeelding, Marco Magielse Opmaak en handleiding: Pompidou Producties en Art © 2016 Boomfeestdag
Lesbrief Bomen en Bossen - Stichting Nationale Boomfeestdag © 2016 5