In de frontlinie tussen hulp en recht Handreikingen voor de docent, per hoofdstuk
Deze handreikingen voor de docent horen bij In de frontlinie tussen hulp en recht door Jacquelien de Savornin Lohman & Hannie Raaff. © 2001 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). Eerste druk 2001 Derde, herziene druk 2008 Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0113 7 NUR 740, 820
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 2/22
Woord vooraf Het schrijven van een ‘handleiding’ voor docenten bij In de frontlinie tussen hulp en recht is een hachelijke zaak. Werkvormen bij het boek staan namelijk niet op zichzelf; ze moeten aansluiten bij de leerdoelen voor de studenten en de didactiek die de docent of opleiding hanteert. Sinds het verschijnen van de eerste druk is het boek bij diverse opleidingen gebruikt. Soms wordt het boek als geheel gebruikt en soms worden hoofdstukken los behandeld binnen probleemblokken, minors of binnen vakken zoals methodiek of ethiek. Wanneer In de frontlinie tussen hulp en recht wordt gebruikt binnen de opleiding verschilt ook. Het boek wordt soms ingezet in het eerste jaar (met name de hoofdstukken 1 en 2 die aansluiten bij vakken als instellingskennis of sociale kaart) en soms in het vierde jaar. Mijn eigen ervaring met het boek is dat studenten in hogere studiejaren meer aan het boek hebben. In de frontlinie tussen hulp en recht biedt een reflectie op de praktijk en als je de praktijk nog niet kent, is de inhoud van het boek behoorlijk abstract. Er zijn echter ook argumenten om het boek vroeg in de opleiding aan te bieden: het biedt namelijk een goed denkkader voor alles wat de student gaat leren en de student kan zich hiermee voorbereiden op de praktijk. De docent zal in vroege leerjaren echter flink wat praktijkvoorbeelden moeten aandragen vanuit de krant (actualiteit), videomateriaal en tvuitzendingen. Op mijn hogeschool, de Hogeschool Zuyd, is In de frontlinie tussen hulp en recht al diverse keren van plek binnen het curriculum verhuisd. Inmiddels wordt het boek ook gebruikt binnen de hbo-opleiding Rechten. Momenteel staat In de frontlinie tussen hulp en recht centraal tijdens de derdejaarsstage van de voltijdopleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD). Dit vind ik een ideale plek, omdat de nieuwe en verse ervaringen van de studenten direct gekoppeld worden aan de theorie van het boek. Een bijkomend pluspunt is het feit dat studenten het boek meenemen naar hun stageplek om opdrachten uit te zoeken, waardoor ook werknemers van de instelling in het boek geïnteresseerd raken en meedenken. Ook binnen de deeltijdopleiding is het boek op verschillende plaatsen gebruikt. Omdat het hier gaat om volwassen mensen met al wat praktijkervaring, vindt de herkenning van de theorie in de praktijk veel makkelijker plaats. Voor deze studenten is het vaak weer een kunst om de praktijk naar een wat hoger theoretisch niveau te brengen. Maar hoe dan ook: gezien de verschillen in het gebruik van In de frontlinie tussen hulp en recht is het maken van één handleiding een ondoenlijke zaak. Wat ik u wel wil aanbieden is een aantal handreikingen per hoofdstuk, op basis van mijn eigen ervaringen. Per hoofdstuk (soms per meerdere hoofdstukken) stel ik PowerPointpresentaties, opdrachten, werkvormen en tentamens beschikbaar die ik in colleges heb gebruikt. Ook geef ik tips voor video’s en aanvullende literatuur. Zoals u wellicht weet, staan er extra studieopdrachten op de studentenwebsite bij het boek: www.coutinho.nl/frontlinie bij het onderdeel ‘studieopdrachten’. Ik zou het bijzonder op prijs stellen als u ook uw ervaringen met collega’s elders in het land zou willen delen. Heeft u een mooie PowerPointpresentatie, tips over werkvormen of tentamens, dan kunt u deze naar mij opsturen en dan zorg ik voor toezending naar de uitgever.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 3/22
Mocht u nog specifieke vragen hebben dan kunt u mij mailen, dan neem ik contact met u op. Met vriendelijke groet, Hannie Raaff
[email protected]
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 4/22
Inhoudsopgave
Klikbare inhoudsopgave
Handreikingen bij hoofdstuk 1 en 2
6
• De plaats van het hoofdstuk
6
• Aanvullende literatuur
6
• Werkvormen en opdrachten
6
• PowerPointpresentatie
8
• Tentamen
8
Handreikingen bij hoofdstuk 3 tot en met 6
9
• De plaats van de hoofdstukken
9
• Aanvullende literatuur
9
• PowerPointpresentatie
9
• Tentamen
9
• Opmerking van de auteur
10
Handreikingen bij hoofdstuk 3
11
• Werkvormen en opdrachten
11
Handreikingen bij hoofdstuk 4
13
• Werkvormen en opdrachten
13
• PowerPointpresentatie
13
Handreikingen bij hoofdstuk 5
15
• Werkvormen en opdrachten
15
Handreikingen bij hoofdstuk 6
16
• Werkvormen en opdrachten
16
Handreikingen bij hoofdstuk 7
17
• De plaats van het hoofdstuk
17
• Aanvullende literatuur
17
• Werkvormen en opdrachten
17
• PowerPointpresentatie
19
• Tentamen
20
Handreikingen bij hoofdstuk 8
21
• De plaats van het hoofdstuk
21
• Aanvullende literatuur
21
• Werkvormen en opdrachten
21
• PowerPointpresentatie
22 Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 5/22
Handreikingen bij hoofdstuk 1 en 2 De plaats van het hoofdstuk De eerste twee hoofdstukken kunnen het beste als een eenheid behandeld worden. Ik heb het boek in het eerste jaar behandeld in het kader van instellingskennis of kennis van sociale kaart. Een probleem is dat de studenten nog zo weinig van het werkveld weten, waardoor het abstractieniveau te hoog is. Ook zijn ze de lesstof weer vergeten op het moment dat ze het wél zouden kunnen begrijpen, bijvoorbeeld in het derde jaar. In het tweede leerjaar weten de studenten al wat meer over recht en communicatie/methodiek en kunnen hoofdstukken 1, 2 en verder tijdens methodieklessen behandeld worden. Nog idealer is het om deze hoofdstukken een integrale plek te geven in een probleemblok of project en een jurist, een sociaal wetenschapper en een methodiekdocent hun invalshoek toe te laten lichten. Behandeling van de lesstof in het eerste jaar is echter niet ondenkbaar, het vraagt van de docent wel dat hij de kloof tussen de beperkte kennis van de student en de theorie kan dichten door gebruik te maken van kranten, video’s, opdrachten, et cetera. In deze handreiking worden suggesties gegeven voor aanvullend materiaal bij hoofdstuk 1 en 2. Aanvullende literatuur In de eerste weken van het eerste jaar hebben we het project ‘krant in de klas’. De studenten kunnen op school dagelijks een groot aantal kranten lezen en artikelen knippen of downloaden. De dagelijkse actualiteit verheldert een hoop van de informatie uit hoofdstuk 1 en 2. Docenten kunnen gratis twee weken kranten aanvragen op www.krantindeklas.nl. Ook in de diverse vaktijdschriften zijn mooie aanvullende artikelen te vinden. Het volgende boek is ook geschikt als aanvulling op de lesstof: • Linde, Maarten van der (2007). Basisboek geschiedenis sociaal werk in Nederland. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
Werkvormen en opdrachten Wie heeft gelijk? Het spel ‘Wie heeft gelijk?’ is zowel te gebruiken tijdens een college als tijdens een training. Ik heb het zelfs weleens toegepast tijdens een lezing op een open dag waar studenten met hun ouders kwamen. Het doel van dit spel is studenten bewust maken van het feit dat het strikt hanteren van een wet of regel niet automatisch leidt tot rechtvaardigheid. Dit spel bevat een paar voorbeelden, maar deze lijst kun je zelf uitbreiden. Ga voor voorbeelden naar de website van de Volkskrant, www.volkskrant.nl, klik op ‘Service’, ‘Archief ’ en vul als zoekterm in ‘regel=regel’ (deze rubriek kun je ook via Lexis Nexis bereiken). Het is misschien nog leuker om de studenten zelf voorbeelden te laten geven vanuit hun eigen omgeving. • Naar het spel ‘Wie heeft gelijk?’
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 6/22
Cliëntcollege Jarenlang was het traditie op mijn opleiding dat de eerste methodiekles in het eerste jaar gegeven werd door een forum van cliënten. In het forum zat een ex-gedetineerde, een gehandicapte jongere, een alcoholist, een werkloze, een vluchteling, et cetera. Ze kregen van de gespreksleider (ikzelf) drie vragen: Hoe ben je in die situatie terecht gekomen? Wat heb je aan positiefs en negatiefs te vertellen over de hulp- en dienstverlening? Wat wens je deze eerstejaars toe voor de toekomst? Niet zelden kregen de forumleden na afloop van het college een staande ovatie. En de eerstejaars konden toen ook de problemen uit hoofdstuk 1 en 2 beter plaatsen. Minicolleges Zoek als docent zelf in de krant en de vakpers een paar goede artikelen die illustreren hoe secundaire problemen en ontwikkelingen hebben bijgedragen aan de opkomst en neergang van de verzorgingsstaat. Laat kleine groepjes studenten een artikel kiezen dat ze interessant lijkt. De studenten lezen het artikel en ook hoofdstuk 1 en 2. Met behulp van het boek moeten ze de link tussen theorie en praktijk leggen. Op grond van hun bevinden geven ze een minicollege waarin ze hun klasgenoten aan de hand van het artikel een klein stukje theorie uitleggen. Deze presentatie duurt maximaal tien minuten. Vul zelf de studenten aan als dit nodig is. Let op: mijn ervaring is dat het niet werkt om studenten zelf een artikel laten zoeken in het eerste jaar. Ze vinden niets of knippen een verkeerd artikel uit. Opdrachten De volgende opdrachten vormen een goede aanvulling op de lesstof uit hoofdstuk 1 en 2: 1 Laat de studenten de studieopdrachten maken die op de website voor studenten staan. 2 Laat de studenten een mooie film uitzoeken en laat ze een paar stellingen bij de film maken. De studenten moeten hun bevindingen in de les terugkoppelen (opdracht is geschikt voor tweedejaarsstudenten en hoger).
Zie ook de lijst met aanbevolen video’s.
3 Geef de studenten de opdracht om naar de bibliotheek te gaan. Daar moeten ze het volgende zoeken in de tijdschriften en kranten: één artikel die het sombere beeld van ons huidige systeem bevestigt en één artikel die je bewijst dat het beter kan. De studenten onderbouwen deze artikelen met stukken uit de theorie van hoofdstuk 1 en 2. Laat de studenten het artikel ophangen in het leslokaal en hun bevindingen toelichten. 4 Laat de studenten de belangrijkste factoren noemen in de opkomst, uitbouw en dynamiek van de verzorgingsstaat/participatiesamenleving. Geef ze de opdracht om contact te leggen met een ouder persoon (hoe ouder hoe beter!) en laat hem/haar vertellen hoe hij als burger deze factoren heeft ervaren. Terugkoppelen in de les of opdracht als thuistoets beoordelen. 5 Geef de studenten de opdracht om de belangrijkste factoren te noemen in de opkomst, uitbouw en dynamiek van de verzorgingsstaat/participatiesamenleving. De studenten moeten een instelling in de frontlinie tussen hulp en recht bellen. Geef de studenten de volgende instructie:
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 7/22
Vraag naar de medewerker met het hoogst aantal dienstjaren. Iemand die net met pensioen is mag ook, dit is misschien zelfs nog leuker! Vraag hem of haar naar de belangrijkste ontwikkelingen die hij/zij heeft meegemaakt in de loop der jaren. Vergelijk die met de ontwikkelingen in hoofdstuk 2. Deze opdracht kan zowel in les besproken worden of als thuistoets gemaakt worden. Tip: Als de opdrachten 4 en 5 samen met studiegenoten gemaakt worden en de verhalen worden gebundeld, krijgen de studenten een mooi stukje sociale geschiedenis van de eigen regio!
PowerPointpresentatie Bij deze hoofdstukken is een PowerPointpresentatie beschikbaar die gebruikt kan worden voor een (hoor)college. • Naar de PowerPointpresentatie bij hoofdstuk 1 en 2
Tentamen De hoofdstukken 1 en 2 geven vrij veel funderende kennis voor een goed begrip van de rest van het boek (en de praktijk). Ik toets daarom of de studenten de betekenis van de termen kennen en ze die in de context weten te plaatsen. Het is mijn opvatting dat een eigen visie in de loop van de studie wel ontwikkeld wordt, maar de student moet eerst de kennis van feiten opdoen. De structuur van dit tentamen bevalt goed, het verhaal kun je per jaar aanpassen. • Naar het tentamen bij hoofdstuk 1 en 2
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 8/22
Handreikingen bij hoofdstuk 3 tot en met 6 De plaats van de hoofdstukken De hoofdstukken 3 tot en met 6 vormen deel 2 van het boek; ze kunnen het beste in samenhang met elkaar behandeld worden. In de onderwijspraktijk worden deze hoofdstukken in het tweede jaar en hoger behandeld. Het kan binnen een module ethiek geplaatst worden (vaak een vak in het tweede of vierde jaar), of tijdens het stagejaar. Ik behandelde dit deel binnen een probleemblok ‘justitie, jeugdrecht, strafrecht’ in het tweede jaar. Er stonden in dit blok een paar mooie, realistische, dramatische cases centraal, die zowel juridisch als methodisch werden benaderd. Aanvullende literatuur Artikelen uit dagbladen en de vakpers zijn ook in deze hoofdstukken een must. Als docent kun je zelf artikelen zoeken, dit geeft de garantie dat het om een goed voorbeeld gaat, maar de studenten kunnen ook zelf artikelen zoeken, met name bij hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 en 5 wordt de theorie van filosofen die van invloed zijn geweest op de zorgethiek en de rechtenethiek behandeld. In het competentiegestuurd onderwijs ‘sneuvelen’ deze hoofdstukken nog wel eens, omdat ze ver van de praktijk afstaan. Ik heb ze wel behandeld en tot mijn verbazing vonden de meeste studenten het interessant. Daarbij moet ik wel vermelden dat ik er veel hedendaagse praktijkvoorbeelden aan toevoegde. Soms worden de hoofdstukken 4 en 5 binnen de filosofielessen behandeld en daarbij moet ik aantekenen dat collega’s filosofen gruwen van de ‘kort door de bocht’-samenvattingen van het filosofisch denkwerk in de frontlinie. Ze hebben gelijk; het is zeer wenselijk dat de docenten filosofie met een degelijk filosofielesboek de stof in een breder kader plaatsen. Zelf geef ik de studenten als advies De wereld van Sofie van Jostein Gaarder te lezen. Voor wie dat te veel moeite is: het boek is verfilmd en op dvd te krijgen. Ook mooi is De verbeelding van het denken. • Bor. J., Petersma E., & J. Kingma. De verbeelding van het denken. Geïllustreerde geschiedenis van de westerse en oosterse filosofie. Amsterdam: Uitgeverij Contact. • Gaarden, J. & J. Gaarder (2007). De wereld van Sofie. Antwerpen: Uitgeverij Houtekiet.
PowerPointpresentatie Bij hoofdstuk 3 tot en met 6 is een PowerPointpresentatie beschikbaar die de docent richting kan geven voor een (hoor)college. • Naar de PowerPointpresentatie bij hoofdstuk 3 tot en met 6
Tentamen Ik toets in dit tentamen de grote lijnen en verwacht niet dat studenten alle noties uit de rechtenethiek en alle filosofen van buiten kennen. Ik meet of ze in een bepaalde context de zorg- en rechtenethische noties herkennen en of ze zich kunnen verplaatsen in de denkwijze van de filosofen. Ik pak dat als volgt aan: een week voor de schriftelijke toets geef ik ze een artikel mee naar Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 9/22
huis en vraag ze om zelf alvast te bedenken welke vragen ik ga stellen. Op het tentamen krijgen ze hetzelfde artikel, met mijn vragen. • Naar het tentamen bij hoofdstuk 3 tot en met 6 • Naar het voorbeeldartikel ‘Aardige rotzakken’
Opmerking van de auteur Hoewel ik er voorstander van ben de hoofdstukken in samenhang met elkaar te behandelen, geef ik de adviezen voor mogelijke werkvormen per hoofdstuk. Bij hoofdstuk 3 is een externe opdracht opgenomen. Als toevoeging op de lesstof kunnen studenten bij alle hoofdstukken de studieopdrachten maken die op de studentenwebsite staan: www.coutinho.nl/frontlinie bij het onderdeel ‘studieopdrachten’.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 10/22
Handreikingen bij hoofdstuk 3 Werkvormen en opdrachten Advertentieopdracht In hoofdstuk 3 leert de student dat de verhouding tussen hulp en recht per domein verschilt, soms is het recht dominant, soms de hulp. Dit heeft ook consequenties voor de mate van discretionaire ruimte. Maar in de vier domeinen zijn frontliniewerkers in verschillende functies werkzaam, die ook weer onderling verschillen op het gebied van discretionaire ruimte. Als de student voor een bepaalde functie gaat solliciteren, is het goed dat hij zich bewust is welke discretionaire ruimte hij heeft. Deze opdracht helpt de student om dat goed in kaart te brengen Geef de volgende instructie: Neem figuur 2.1 erbij (pagina 78). Kies per domein een belangrijke instelling, bij voorkeur een instelling die je interesse heeft. Je hebt nu vier instellingen. Zoek op internet personeelsadvertenties op (bijvoorbeeld via de banenladder van de Volkskrant). Alternatief: neem per instelling contact op met de dienst personeelszaken en vraag om functieomschrijvingen op hbo-niveau. Leg iedere personeelsadvertentie of functieomschrijving op de assen van figuur 2.1. Is er sprake van meer hulp of recht? En is er veel of weinig discretionaire ruimte? Deze opdracht kan het beste in groepjes van vier gemaakt worden, waarbij elke student een domein voor zijn rekening neemt. Terugkoppelen in de les. Externe opdracht Mijn ervaring met onderstaande opdracht is zeer positief. De studenten gaan met gerichte vragen het werkveld in en meestal vinden de frontliniewerkers de vragen interessant en maken ze graag een halfuur vrij om ze te beantwoorden. Ik geef de studenten het advies om een instelling te zoeken waar ze graag stage zouden willen lopen, dan snijdt het mes van twee kanten. Ik adviseer ze ook om als ze vastlopen op tijdgebrek van medewerkers, te kijken of er een stagiair van de opleiding op de instelling rondloopt, die heeft meestal wel tijd! Een praktisch probleem is dat niet alle interessante instellingen tot een van de beschreven domeinen behoort, zoals woningbouwcorporaties, schuldhulpverlening, bureaus voor raadslieden. De spanning tussen hulp en recht speelt daar echter wel. Bij raadslieden laat ik studenten uitzoeken of de vragen die cliënten stellen puur juridisch zijn of ook een sociale context hebben en hoe daar mee omgegaan wordt. Aanvullende vraag voor raadslieden is of ze cliënten stimuleren tot zelfwerkzaamheid of puur dienst verlenen. Kortom, aan deze opdracht vallen veel mouwen te passen door de docent.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 11/22
Hier de opdracht aan de studenten: 1 Bestudeer hoofdstuk 3. 2 Tot welk domein behoort de instelling? 3 Wat zijn belangrijke vaktijdschriften en kennisorganisaties in dat domein? 4 Wat is de plaats van hulp in de instelling? 5 Wat is het belangrijkste rechtsgebied in dit domein en hoe verhoudt zich dat tot de hulp? 6 Kijk naar figuur 3.1. Welk deel van het werk is geprotocolliseerd en waar zit de discretionaire ruimte? 7 Praat met twee medewerkers over hun discretionaire ruimte. Zijn ze er tevreden mee? 8 Vergelijk de praktijk van je instelling met de theorie die in hoofdstuk 3 besproken is, met name in het betreffende domein. Klopt het of zie je verschillen? 9 Kijk of je in de vakpers (punt 3) nog belangrijke zaken kunt vinden die deze opdracht ondersteunen.
Schrijf op basis van bovenstaande punten een paper van ongeveer drie A4’tjes. Spreek af wie in de training dit verhaal gaat presenteren.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 12/22
Handreikingen bij hoofdstuk 4 Werkvormen en opdrachten Opdracht 1 Het is heel belangrijk dat je zicht krijgt op de kracht en de zwakte van de rechtenethiek. Maak daarom een schema als hieronder, loop het hoofdstuk nog eens door en vul het schema in. Sterke kanten rechtenethiek
Schaduwkanten rechtenethiek
Opdracht 2 Vind je het moeilijk om de filosofen uit elkaar te houden? Pak het als volgt aan: geef van de onderstaande filosofen in het kort aan wat hun invloed was op de rechtenethiek. Zoek daarna op het internet wat meer op over het werk en leven van deze filosofen. • Rousseau • Montesquieu • Kant • Rawls • Habermas • Kohlberg (psycholoog)
Opdracht 3 De docent of studenten gaan op zoek naar recente jurisprudentie in de verschillende domeinen (uitkomsten van bezwaarschriften mogen ook). Teken aan op welke rechtsethische beginselen de jurisprudentie wordt teruggevoerd. Gebruik hierbij je zelfgemaakte schema uit opdracht 1.
PowerPointpresentatie Het geven van een hoorcollege is heel belangrijk bij de hoofdstukken over rechtenethiek en zorg ethiek. Met name het verhaal over de filosofen wordt vaak moeilijk gevonden door studenten. Ik heb een PowerPointpresentatie gemaakt en een uitgeschreven uitleg voor de docent. Het idee erachter is als volgt: de docent legt het gedachtegoed van een filosoof uit. Soms staat op de dia ‘vraag’. In het uitgeschreven college staat dan een vraag die u aan de studenten kunt stellen. De vragen hebben een gemeenschappelijke noemer: hoe zou de betreffende filosoof over een specifiek praktijkprobleem denken? Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 13/22
De studenten vinden dit vaak een leuke oefening. En wat belangrijker is: ze leren om na te denken vanuit een filosofisch kader in een concrete situatie. Het college begint met een concrete dilemmacasus (casus Janneke). U kunt deze casus uitdelen aan de studenten. In deze casus wordt het verschil tussen rechtenethiek en zorgethiek heel voelbaar en duidelijk. • Naar de PowerPointpresentatie bij hoofdstuk 4 • Naar het uitgeschreven college bij hoofdstuk 4 • Naar casus Janneke
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 14/22
Handreikingen bij hoofdstuk 5 Werkvormen en opdrachten Opdracht 1 Geef van onderstaande filosofen weer in het kort aan wat hun invloed was op de rechtenethiek en zoek op het internet wat meer op over het werk en leven van deze filosofen. • Francs Hutcheson • David Hume • Adam Smith • Joan Tronto • Hobbes • Rorty • Gilligan
Opdracht 2 Neem je schema over de zwakte en sterkte van zorgethiek. Formuleer op basis van dit schema een aantal ‘richtlijnen’ voor dienstverleners, waarmee ze zwakten kunnen voorkomen. Sterke kanten rechtenethiek
Schaduwkanten rechtenethiek
Opdracht 3 Interview een dienstverlener en een vertegenwoordiger van een cliëntorganisatie en leg ze jouw richtlijnen voor. Vraag welke richtlijnen nog ontbreken. (Deze opdracht kan ook in combinatie met de externe opdracht uit hoofdstuk 3 worden uitgevoerd.) Opdracht 4 Vraag bij de reclassering, de Raad voor de Kinderbescherming, of andere instellingen met een hoog zorggehalte, om een aantal rapporten waarin een advies wordt gegeven (geanonimiseerd uiteraard). Deze documenten kunnen mogelijk ook via derdejaarsstagiairs verkregen worden. Ga na welke zorgethische begrippen in de rapportage aan de orde komen.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 15/22
Handreikingen bij hoofdstuk 6 Werkvormen en opdrachten Opdracht 1 Bouw met je lesgroep in subgroepen een synergietentoonstelling. Zoek in de vakpers voorbeelden van projecten die volgens jou goed illustreren hoe synergie hier tot stand komt. Maak een kopie. Zet op een A4 welke drieslag van toepassing is. Hang zowel een kopie van het artikel als van de drieslag daarbij op. De tentoonstelling kan met de hele groep bekeken worden. Je kunt de tentoonstelling ook een week op de gang of in de kantine laten staan. Variatie op opdracht 1 Nodig een gastdocent of een cliënt uit die bij het synergieproject betrokken is.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 16/22
Handreikingen bij hoofdstuk 7 De plaats van het hoofdstuk Hoofdstuk 7 is ‘de ziel’ van het boek. In dit hoofdstuk worden de voorafgaande, theoretische hoofdstukken vertaald in werkprincipes. Op het eerste gezicht is het logisch om hoofdstuk 7 te behandelen na de hoofdstukken 1 tot en met 6. Mijn ervaring is dat het omgekeerde ook werkt: hoofdstuk 7 is praktijkgericht en studenten vinden het leuk om te lezen. Daarna kunnen ze in de eerdere hoofdstukken lezen wat de maatschappelijke, ethische en historische achtergronden zijn van de praktijk. Een kwestie dus van de kip of het ei. Hoofdstuk 7 heb ik tijdens methodieklessen gebruikt in het tweede jaar, tijdens de methodische werkbegeleiding op stage en als los college in het vierde jaar, binnen het kader van afstuderen. Het hoofdstuk kan ook per paragraaf gebruikt worden. Paragraaf 7.4 over contextgericht werken kan bijvoorbeeld goed gebruikt worden binnen een les over diagnose- of indicatie stellen in het eerste of tweede jaar, en de stof over signalering in het vierde jaar. Aanvullende literatuur Hoofdstuk 7 is goed bruikbaar binnen de methodieklessen, maar het is geen agogisch of methodisch stuk, hoewel er wél agogische elementen in zitten. Ik ga ervan uit dat alle opleidingen hun eigen communicatie-/methodiekboeken gebruiken, naast In de frontlinie tussen hulp en recht. Op de Hogeschool Zuyd zijn we tevreden over de volgende boeken: • Doel, e.a. (2009). Gespreksvoering in de juridische praktijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. • Witte, L. (2006). Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Voor eerstejaarsstudenten ben ik zelf erg tevreden over: • Oomkes & Garner (2003). Communiceren. Contact maken, houden en verdiepen. Den Haag: Boom Onderwijs.
Werkvormen en opdrachten Externe opdracht Geef studenten de opdracht om de vijf belangrijkste werkprincipes (pagina 169) voor te leggen aan professionals en hen commentaar te laten geven. Zien werkers andere werkprincipes? Ervaring leert dat studenten terugkomen met een waslijst van andere zaken, zoals inlevingsvermogen, respect, goed luisteren, et cetera. Dat is mooi. Als docent kun je benadrukken dat het algemene werkprincipes zijn voor alle hulpverleners, de werkprincipes uit hoofdstuk 7 gelden vooral voor werkers in de frontlinie tussen hulp en recht. Tip: dit is ook leuke opdracht voor tijdens de stage.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 17/22
Herkennen van dilemma’s en het dilemmamodel Paragraaf 7.2 vind ik zelf heel belangrijk vanwege de combinatie van discretionaire ruimte en dilemma’s. Hier is een duidelijke scheiding zichtbaar: studenten van de dagopleiding vinden deze paragraaf veel moeilijker dan deeltijdstudenten, die veelal wat ouder zijn en meer levenservaring hebben. Deeltijdstudenten komen met voorbeelden uit de praktijk, voltijdstudenten moet je de di lemmacases voorleggen en dan vragen ze aan het eind van de les nog wat nu de ‘echte’ goede oplossing is. Casuïstiek voor de dagopleiding is niet moeilijk te krijgen: ik vraag het aan derdejaarsstagiairs. Degene die de mooiste casus aanlevert, nodig ik in de les uit om de studenten toe te lichten hoe het dilemmamodel werkt. Hier wordt een aantal voorbeeldcases gegeven: • Naar casus Janneke • Naar casus Debbie • Naar casus Kim • Naar casus Dorus
Het eerste wat studenten moeten leren is het verschil tussen een dilemma en een ‘dof probleem’. Voorbeelden van doffe problemen zijn problemen die geen dilemma zijn, maar wel heel vervelend om te doen. Deze kunnen gerangschikt worden onder de noemer ‘slechtnieuwsgesprekken’. Bijvoorbeeld: je ontdekt fraude, de vluchteling moet na talloze procedures echt het land uit. Je moet de gedetineerde vertellen dat hij geen recht heeft op verlof. Het is ideaal om studenten een eigen casus schriftelijk te laten uitwerken als huiswerk. Het is nuttiger om één casus in de groep te behandelen, omdat dan per fase discussie ontstaat. Ik gebruik hier de incidentmethode voor. Dat werk als volgt: een derdejaarsstudent legt een dilemma voor. De groep mag de derdejaarsstudent aanvullende vragen over de casus stellen, maar ze mogen geen oplossingen vragen. Dan werken de studenten per fase de casus door. In elke fase mogen nieuwe vragen gesteld worden aan de derdejaarsstagiair. Aan het eind mag de stagiair vertellen hoe het met de cliënt is afgelopen. Let op de follow-up-fase, die wordt vaak vergeten, ook in de praktijk! Besteed ook aandacht aan de emoties van de studenten zelf (zie paragraaf 7.3.4). In deeltijdgroepen kunnen studenten hun eigen casuïstiek voorleggen. • Naar de incidentmethode
Contextgericht werken In deze paragraaf leer je de studenten werken met de termen bevinding, verhaal, inventie, situatiegrens. Heel belangrijk is dat je nadruk legt op: • de samenhang tussen de aspecten en dat ze van ‘onder naar boven kijken’ (van situatiegrens naar bevinding) • belemmeringen en sterke kanten • objectiviteit Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 18/22
Als studenten nog geen casuïstiek hebben, zijn er diverse mogelijkheden om daarin te voorzien. Je kunt een mooi interview uit de krant aanleveren. Veel succes in mijn lessen had een interview uit de Volkskrant met Chris Veraart, een bekende zedenadvocaat. Een andere mogelijkheid is het gebruik van een documentaire, zie ook het overzicht van videoproducties. Voordeel hierbij is dat ze gedwongen worden goed te luisteren. Erg leuk is het om studenten buiten de lessen te laten oefenen in diagnosticeren door ze afleveringen van de tv-serie ‘Puberruil’ te laten kijken en de pubers te diagnosticeren. Ervaring leert dat twee cases tegelijk diagnosticeren heel bevorderlijk is voor het aanleren van objectiviteit. Neem in dat geval bij voorkeur een ‘winner’ en een ‘loser’. • Naar het interview met Chris Veraart • Naar de lijst met aanbevolen video’s
Overbruggen van verschillen systeemwereld en leefwereld Hiervoor kunnen ook weer de dilemmacases gebruikt worden. Waar zie je die verschillen? Hoe zou je die moeten overbruggen? Oplossen van problemen in een prejuridisch stadium Paragraaf 7.5 zou bij voorkeur meegenomen moeten worden binnen een module over conflicthantering en mediation. Signalering Op de Hogere Juridische Opleiding van de Hogeschool Zuyd is signalering en preventie een apart vak en maakt paragraaf 7.6 deel uit van en breder programma. Als dit op uw opleiding niet het geval is, heeft u de volgende mogelijkheden: • Studenten laten zoeken naar artikelen over signalering in krant en tijdschriften. • Studenten een stukje laten schrijven wat zij op hun stage/werk zouden willen signaleren en hoe ze dat zouden aanpakken (in combinatie met paragraaf 8.4). • Laat studenten een vergadering bijwonen van ‘actieve burgers’ en daar een verslag over maken, waarbij u zelf het kader aangeeft. Denk aan een raad voor uitkeringsgerechtigden, een buurtcomité, ouders van gehandicapte kinderen, et cetera. Mijn ervaring is dat studenten vooraf hard protesteren (veel werk, ver reizen) maar dat ze na afloop razend enthousiast zijn. Ze leren denken vanuit het perspectief van de cliënten!
Deze opdrachten kunnen tijdens de bijeenkomsten besproken worden.
PowerPointpresentatie Mijn ervaring is dat hoofdstuk 7 niet moeilijk is om te bestuderen, maar het hoofdstuk bevat wel veel lesstof. Het kan daarom handig zijn om met behulp van een PowerPointpresentatie de hoofdlijnen te laten zien. • Naar de PowerPointpresentatie bij hoofdstuk 7 Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 19/22
Tentamen Dit hoofdstuk leent zich niet goed voor een centraal schriftelijk tentamen. In dit hoofdstuk gaat het vooral om het verwerven van inzicht en attitude en dat laat zich moeilijk verwerken in een toets. Beter is het om een of meerdere van bovenstaande opdrachten te beoordelen voor een cijfer. Met name de diagnose en het dilemmamodel lenen zich hier goed voor.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 20/22
Handreikingen bij hoofdstuk 8 De plaats van het hoofdstuk Hoe moeten de principes uit hoofdstuk 7 en de voorafgaande hoofdstukken organisatorisch worden ingebed? Tijdens de methodieklessen komen docenten hier vaak niet meer aan toe. Hoofdstuk 8 wordt nog wel eens gebruikt in het vak ‘Sociale kaart en instellingskennis’, in combinatie met hoofdstuk 1 en 2. Dit kan wat moeilijkheden opleveren. De ideale plek voor hoofdstuk 8 vind ik een vak als ‘Organisatieleer’, bij voorkeur voor ouderejaarsstudenten. Het hoofdstuk is echter ook goed bruikbaar tijdens de stageperiode. Voor de deeltijdopleiding is het hoofdstuk bruikbaar zodra de studenten een praktijkplaats hebben. Aanvullende literatuur Hoofdstuk 8 kan goed gebruikt worden naast een van de talloze boeken over organisatiekunde. Evelien Tonkens en Lia van Doorn hebben veel werk gepubliceerd dat nauw verwant is aan het gedachtegoed van In de frontlinie tussen hulp en recht. Lia van Doorn: www.liavandoorn.nl Evelien Tonkens: www.actiefburgerschap.nl
Werkvormen en opdrachten De onderstaande opdrachten zijn goed te doen tijdens stage, of als voorbereiding op de stage. Ze kunnen besproken worden tijdens de les. Deze opdrachten kunnen worden opgenomen in een studiehandleiding. Ook de studieopdrachten op de website voor studenten zijn een goede manier om de lesstof uit hoofdstuk 8 te oefenen. Opdracht 1 In paragraaf 8.3 staat een aantal dilemma’s genoemd van organisaties. Zet ze op een rijtje. Nu kun je twee dingen doen. Je kunt een gesprek aanvragen met een leidinggevende, hem of haar de dilemma’s voorleggen en vragen of die binnen de organisatie spelen. Op welke manier doen ze daar wat aan? Je werkt dit uit tot een interviewverslag. Het alternatief: maak een werkstuk over de dilemma’s van de organisatie en wat daar aan gedaan wordt op basis van een jaarverslag, teamvergaderingen, et cetera. Eén werkstuk of interview per subgroep is genoeg. Opdracht 2 In paragraaf 8.4 staan strategieën genoemd waarmee instellingen kunnen kantelen. Zoek in de tijdschriften naar voorbeelden waar instellingen proberen hun organisatie dichter bij de burger te brengen en de frontliniewerker centraal te stellen. Kom met een paar voorbeelden van hoe instellingen in jullie sector proberen om de praktijk meer centraal te stellen. Noteer of dat spoort met de in het boek genoemde strategieën.
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 21/22
Opdracht 3 Neem contact op met een cliëntenraad van een instelling. Maak een afspraak en vraag de raad of ze je wat sterke en zwakke punten kunnen noemen van de organisatie. Wat doet de instelling volgens de cliëntenraad om hun werkwijze te verbeteren? Maak op basis van bovenstaande punten een paper van ongeveer drie A4’tjes. Doe de tijdschriftartikelen erbij, met een kort commentaar van wat je uit de theorie in het boek herkent. Spreek af wie deze opdracht gaat presenteren. Opdracht 4 Lees het artikel ‘Gek van bezorgdheid’. Noteer welke dilemma’s van instellingen je herkent in dit artikel. • Naar het artikel ‘Gek van bezorgdheid’
Opdracht 5 De denkbeelden in dit hoofdstuk, over hoe publieke organisaties beter aan hun opdracht kunnen voldoen, zijn gelukkig niet nieuw. Ze worden op brede schaal overwogen. Knip met een subgroep een flinke stapel personeelsadvertenties uit, sorteer deze per domein, en analyseer op welke wijze de instellingen zijn gaan kantelen en op zoek gaan naar de menselijke maat. Heb je hier een vraag over? Bel de instelling in de advertentie op en stel je vraag! Opdracht 6 Lees het artikel ‘Hulpverlening mist moraal’ van Lia van Doorn. Maak in een subgroepje moresprudentie voor een bureau jeugdzorg, een reïntegratiebedrijf of je stage-instelling. • Naar het artikel ‘Hulpverlening mist moraal’ van Lia van Doorn
PowerPointpresentatie Het is voor de studenten prettig om aan de hand van een PowerPointpresentatie de hoofdlijnen even vast te leggen. Het nadenken over verschillen tussen UWV (of een andere instelling) en AH vinden ze leuk, daar hebben ze ook ervaring mee. • Naar de PowerPointpresentatie bij hoofdstuk 8
Handreikingen voor de docent bij In de frontlinie tussen hulp en recht 22/22