Abe van den Brink, manager Fleet Sales Large Accounts bij Volkswagen: "Nu uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat Adaptive Cruise Contrei bijdraagt aan tiet vergroten van de verkeersveiligheid en dus tot minder schade leidt, is het systeem ook commercieel interessant geworden. Of de consument die een auto gaat kopen, dat financiële voordeel ook in het achterhoofd houdt, zal in de praktijk moeten blijken. Het gaat immers wel om een langetermijnvoordeel. Om een echte doorbraak te bewerkstelligen, zou de BPM voor ACC afgeschaft moeten worden. Toen voor cruise control de BPM werd heringevoerd, zagen we de verkoop ervan drastisch achteruit gaan. Nu het bewijs van de positieve effecten van ACC is geleverd, moet het ministerie van Financiën mijns inziens een hernieuwde afschaffing van de BPM overwegen. Misschien een taak voor Rijkswaterstaat om daarop aan te dringen?"
I
Willem Giesselbach, procesmanager verkeersmanagement Verkeerscentrum Nederland Rijkswaterstaat: "De ontwikkeling van rijtaakondersteunende systemen past volledig bij het beleid van Rijkswaterstaat We streven immers naar veiliger, schoner en beter doorstromend verkeer Een echte doorbraak van de systemen die in de
pilot de Rij-Assistent zijn beproefd, voorzie ik nog niet op korte termijn. Maar als dat eenmaal zover is, kan het hard gaan. Dat hebben we in het verleden gezien met de aanschaf van airco in de auto en zien we nu met de opkomst van navigatiesystemen. Het wordt bijna vanzelfsprekend dat we die voorzieningen hebben. Zo kan het met rijtaakondersteunende systemen ook gaan." Karin van de Meer, senior adviseur verkeers management Rijkswaterstaat Zuid-Holland: "Met Adaptive Cruise Control kunnen we het aantal kopstaartbotsingen terugdringen. Daarin valt mijns inziens bij rijtaakondersteuning de meeste winst te behalen. Juist in de drukke spitsuren vinden er relatief veel van die kopstaartbotsingen plaats, waardoor het fileleed alleen maar verder toeneemt. Hoe beter je dit soort incidenten kunt voorkomen, hoe minder oponthoud de weggebruiker ondervindt Daarnaast kan ACC door homogeniseringeffecten in de snelheid de doorstroming verbeteren. Ik verwacht dat binnen nu en vijf jaar de belangstelling voor ACC flink zal toenemen. Je ziet nu al dat steeds meer nieuwe auto's ermee worden uitgerust Dan gaat zo'n ontwikkeling snel. En wanneer ACC echt gemeengoed wordt, zullen we daar bij het verkeersmanagement beslist de positieve effecten van ondervinden."
Mj2er ap
w^eg:
in-car informatiesystemen leiden tot l
® •'
Informatiesystemen in auto's zijn bezig aan een onstuitbare opmars. Welke informatie is geschikt om aan te bieden, wat zijn de mogelijkheden voor verkeersmanagement i wat zijn de gevolgen voor de verkeersiligheid? lot uit 2005 !
eer weten?
www.wegennaardetoekomst.nl/toolbox / Met de pilot Wijzer op Weg heeft Wegen naar de Toekomst laten zien dat het aanbieden van verkeersmanagementinformatie via een in-carsysteem (informatiesysteem in de auto) op een veilige manier kan gebeuren en dat dit voordelen biedt voor de verkeersmanager en de weggebruiker. In totaal werden voor de pilot in 2005 42 auto's uitgerust met een in-car informatiesysteem, dat is ontwikkeld door Technolution, ARST&TT en TNO. De bestuurder kreeg hiermee op maat gesneden verkeersinformatie voor zijn individuele route. Uit modelonderzoek blijkt dat het aanbieden van verkeersmanagementinformatie kan leiden tot een kortere reistijd en tot brandstofbesparing. Daarnaast is nog eens duidelijk gemaakt dat het voor de
acceptatie van in-car verkeersinformatie uitermate belangrijk is dat de informatie betrouwbaar en actueel is. Wegen naar de Toekomst heeft de opgedane kennis en ervaring ingebracht bij de start van een groot Europees project (CVIS). Vast staat immers dat in-car informatiesystemen alleen toekomst hebben wanneer dat in internationaal verband wordt opgepakt, wanneer er goede afspraken worden gemaakt en wanneer er Europese communicatiestandaarden komen. De Nederlandse pilot Wijzer op Weg heeft een belangrijke voorbeeldfunctie gehad in dit grotere geheel. Mede dankzij deze pilot worden Rijkswaterstaat, TNO en deelnemende Nederlandse marktpartijen als belangrijke spelers gezien in de uitvoering van dit grote Europese onderzoeksproject.
gebruik van 10 jaar pilotresul
J "De automobilist kan op basis van de informatie steeds een bewuste keuze maken. '0^— ÉXTK^s* ^ :
Gerard Hoogenboom, afdelingsmanager dynamisch verkeersmanagement Rijkswaterstaat Noord-Brabant: "De technische ontwikkelingen rondom in-carsystemen gaan snel. Als deze systemen er eenmaal zijn, verwacht ik dat automobilisten ze makkelijk accepteren en gebruiken. Wanneer het hierbij lukt om een goed georganiseerd, betrouwbaar en uniform informatienetwerk te realiseren, verwacht ik veel van het aanbieden van online reisadvies. Het heeft verschillende voordelen. De automobilist kan op basis van de informatie steeds een bewuste keuze maken. Files, oponthoud of omleidingen? Hij kan bewust kiezen of hij dit accepteert of op zoek gaat naar een alternatief Daarnaast is het plezierig dat de automobilist die in een file belandt ook weet waarom het daar vast staat Niets is zo frustrerend als stil staan terwijl je geen flauw idee hebt wat er aan de hand is en hoe lang het gaat duren. Een laatste belangrijk aspect is dat een goed informatiesysteem kan bijdragen aan de verkeersveiligheid. Als je bestuurders tijdig kunt waarschuwen voor files, kun je ongevallen voorkomen. En met minder ongevallen wordt ook de doorstroming weer beter"
Wk' mm Jan van der Wel, algemeen directeur Technolution: "Voor de pi lot Wijzer op Weg hebben wij een in-carplatform ontwikkeld. Op een 7-inch scherm krijgt de bestuurder gerichte informatie over bijvoorbeeld files en maximumsnelheden. We hebben erop gelet dat de automobilist niet te veel informatie krijgt en dat de hoeveelheid afhangt van de intensiteit van de rijtaak op dat moment De resultaten zijn positief. Het systeem werkt en bestuur ders blijken het te waarderen. Ik verwacht dan ook dat binnen een jaar of drie, vier dit soort systemen gemeengoed zullen zijn. Technisch zijn er geen beperkingen. Het enige lastige is nog het verkrijgen van data. Je hebt met veel verschillende organisaties te maken, dus dat is niet eenvoudig te organiseren. Maar wanneer dat goed loopt, is het aanbieden van verkeersmanagementinformatie een prima manier om de verkeersdruk enigszins in te dammen. Wij bij Technolution gaan daarom beslist verder met de ontwikkeling van dit product."
m
eistMju\/erwwacntMng: weten is kiezen
m \±mm
I
Kaart ~|| Satelliet If^BêiJe
ra
""-"•
•
S!cm3A!jk
Den Haag
Leidschendam
^ p-) N4G4
u
''•' WaietT-ger ,
n goed informatiesysteem helpt jzigers een bewuste keuze te maken voor hun route, reistijdstip en vervoermiddel.
Opd« A13.tuii.n krk«l »n tti v t t t n s i n g 4 imnuim
ta
^'T^ Wanneer een reiziger weet dat er op zijn route een file staat, dat er een omleiding is of dat de parkeergarage die hij in gedachten heeft, vol is, kan hij kiezen voor een alternatieve route of een ander vervoermiddel. Maar welke informatie, aanvullend op die van de ANWB of de VID, heeft die reiziger dan nodig en hoe wil hij dat aangeboden krijgen? Om antwoord te krijgen op deze vraag én om de markt te stimuleren met innovatieve oplossingen te komen, is de pilot Reistijdverwachting gestart. En omdat het doel van Wegen naar de Toekomst sterk overeenkwam met een breder initiatief om de mobiliteit in de regio Haaglanden te verbeteren, is de pilot geïntegreerd in het project ICT in Bereikbaarheid'. Het stadsgewest Haaglanden,
Rijkswaterstaat, de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland hebben in 2004 de markt gevraagd om met ideeën te komen voor het aanbieden van reisinformatie. Het consortium TripleVia kwam als winnende partij uit de aanbesteding. Reizigers in de regio Haaglanden kunnen sinds eind 2005 via de website www.haaglandenmobiel.nl of telefonisch de actuele verkeersinformatie ophalen voor hun individuele route over rijks- én gemeentewegen. Door te beschikken over actuele en betrouwbare informatie zullen reizigers mobiliteit positiever kunnen beleven omdat ze beter weten waar ze aan toe zijn. Op langere termijn kan een dergelijk informatiesysteem ook bijdragen aan een betere bereikbaarheid, omdat reizigers bewustere keuzes maken.
er het eebruik van 10 iaar oilotresultaten binnen Riikswaterstaat
V'
Manja Sletterink, adviseur verkeersmanagement Rijkswaterstaat Zuid-Holland: "Rijkswaterstaat laat het geven van reistijdverwachting over aan de marl
Peter Dubbelman (Vialis), projectleider TripleVia: "Vialis heeft veel meetinstrumenten op het onderliggend wegennet en dus was het voor ons Interessant om samen met de VID en PTV deel te nemen in TripleVia. Wij winnen de verkeersinformatie in, bewerken de gegevens en zorgen voor de distributie daarvan aan bedrijven en overheden. Technisch gezien werkt het systeem zoals we hadden verwacht. We zijn In staat om een kwalitatief goed verkeersbeeld van de regio Haaglanden te geven. De belangstelling van bedrijven hiervoor is behoorlijk groot en de belangstelling van de overheid zelfs ver boven verwachting. Alleen de belangstelling van de consument valt tot op heden tegen; die lijkt geen of weinig geld over te hebben voor regionale verkeersinformatie. Omdat eind van dit jaar de subsidie voor dit project stopt, zijn we ons aan het herbezinnen over onze aanpak. Ik denk wel dat er - in welke vorm dan ook - behoefte is aan regionale verkeersinformatie. Want alleen dan kun je het wegennetwerk optimaal benutten en het fileleed enigszins bestrijden."
Vrijpragrammeerbare DRiPs: nieuwe panelen kunnen automobilisten beter informeren ^^^^KK'
'%.
•jS^ynamische Route Informatie Panelen (DRIPs) ^l^^nelen een belangrijke rol bij het verkeers^^^anagement. De nieuwe generatie panelen ^Bkunnen ook grafische informatie aanbieden.
'
^^Pllot uit 1998 _. - - — m
,,
~~
r^:i:r. "!**;•"•• i l '
^^B/leer weten? H^pww.wegennaardetoekomst.nl/toolbox
Om dynamisch verkeersmanagement te realiseren, is actuele route-informatie onontbeerlijk. Hiervoor wordt onder meer gebruik gemaakt van informatiepanelen boven de weg. De traditionele matrixborden boven iedere rijstrook voldoen echter niet wanneer- bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden - de rijstroken zijdelings worden verschoven. Juist toen Wegen naar de Toekomst in 1997 op zoek ging naar een alternatief kwamen naast rode en groene LEDs ook blauwe LEDs beschikbaar Hiermee werd het mogelijk om op één rijbaanbreed
' —-_. _
scherm zowel tekst als grafische afbeeldingen weer te geven, in alle kleuren en op alle posities boven de rijbaan. Deze DRIP is in 1998 gerealiseerd als pilot Flexibele Signaalgevers. Boven de Utrechtse Baan -(het verlengde van de Al2) is inmiddels een vergelijkbare DRIP in werking. Een ander moderne opvolger is de toepassing van bermDRIPs. Deze informatiepanelen kunnen naast de gebruikelijke informatie over filelengtes, ook worden ingezet om andere boodschappen door te geven aan de weggebruiker.
/ /
"Nu kunnen we ook pictogrammen of afbeeldingen gebruiken."
Ton van Rijn, operationeel verkeersl
Cyril Cappendijk, adviseur Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer: "Het voordeel van de bermDRIPs ten opzichte van de traditionele, drieregelige DRIP is dat je er meer en andere ere ^ H informatie op kwijt kunt Op de traditionele DRIPs konden we alleen tekst plaatsen; nu kunnen we ook pictogrammen of afbeeldingen gebruiken om bijvoorbeeld een windwaarschuwing af te geven of wegwerkzaamheden aan te kondigen. Een ander voordeel van de bermDRIPs is dat ze naast de weg staan en dat je geen portaal nodig hebt. Daardoor kun je ze ook makkelijker toepassen op het onderliggend wegennet Daarvoor zijn er overigens aparte typen bermDRIPs, die kleiner van omvang zijn is. In de loop van 2006 is een richtlijn opgesteld die standaard lay-outs definieert en regels geeft voor het gebruik van tekst en pictogrammen. Hierdoor wordt de informatie voor de weggebruikers herkenbaar en beter te begrijpen. Inmiddels hebben we zes bermDRIPs in gebruik rondom Amsterdam. Volgend jaar worden er zo'n tachtig exemplaren door heel Nederland geplaatst Ze komen bijvoorbeeld op de ring Rotterdam, bij Den Bosch en Eindhoven, maar ook bij de Oosterscheldekering. Op lange termijn zal dit soort route-informatie vooral via in-carsystemen aan de automobilist worden aangeboden. Maar voordat het zover is, zijn de bermDRIPs een prima instrument"
Lusv^rije
Vaertuigdetectie:
toch verkeersgegevens bij werk aan de weg
fat zijn de mogelijkheden van gebruik m radar of infrarood voor voertuigdetectie ijdens onderhoud aan de weg? IHot uit 1997 I
keer weten? "~/vw. wegennaardetoekomst.nl/toolbox
Met behulp van detectielussen in het wegdek worden gegevens verzameld over de verkeersstromen. Het nadeel van deze lussen is dat ze niet werken wanneer rijstroken tijdelijk verlegd worden in verband met werkzaamheden. Bovendien hebben de lussen onderhoud nodig en dat brengt onherroepelijk overlast voor de weggebruiker met zich mee. Om hiervoor een oplossing te realiseren, is de pilot
Lusvrije Voertuigdetectie gestart. Binnen deze pilot zijn van 1997 tot 1999 andere methoden beproefd om voertuigen te detecteren. Zo is onder meer gekeken naar de mogelijkheden van radar en infrarood. Na de pilot is hiermee op meerdere locaties verder ervaring opgedaan en wordt de kwaliteit van de alternatieve detectietechnieken nog verder onderzocht en doorontwikkeld. _ ---
"Voor ons is lusvrije voertuigdetectie echt een uitkomst."
^
Pieter van der Veen, verkeersmanager Rijkswaterstaat Utreclit: "Bij onderhoud aan de weg zijn de lussen in liet wegdek tiidelijk buiten gebruik. Dat is lastig voor de weggebruiker. Daarnaast zijn die lussen voor ons als wegbeheerder ook niet erg praktisch, omdat /e bij al het werk aan het asfalt altijd de lussen moet vervangen. Een detectiesysteem dat naast of boven de weg hangt, IS vele malen handiger Als dat kapot gaat, kun je het veel eenvoudiger vervangen. Helaas is de kwaliteit van dit soort nieuwe detectiemethoden nog niet optimaal. Wij werken in Utrecht met radardetectie. Het nadeel daarvan is dat je - wanneer je zowel informatie over snelheid als intensiteit wilt verzamelen - per rijstrook twee radarsystemen moet ophangen. Voorlopig kiezen we er daarom voor om bij wegwerkzaamheden één detector op te hangen die alleen informatie over de snelheid verstrekt. Ik hoop en verwacht dat er wel een systeem komt dat deze nadelen ondervangt. Voor ons is lusvrije voertuigdetectie echt een uitkomst!"
'WÊ/u/.wvaaBnnaafilBtoaltanÊst.ni
i« ^
Joost Boucliier (foto) en Koos Huttinga, adviseurs Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer: "Op de testlocatie Harmeien testen wij verschillende J.4™i alternatieven voor detedielussen. Wij onderzoeken op. dit moment radar, videodetectie en sensoren die werken met de verandering van het aardmagnetische veld. Radar werd voorheen vooral gebruikt tijdens wegwerkzaamheden; nu wordt gewerkt aan verbeteringen voor toepassing binnen signalering. Videodetectie wordt inmiddels wel gebruikt voor aanwezigheidsdetectie (VRI's) en trajectcontrole Zowel voor videodetectie als radar heb je in de meeste gevallen portalen nodig om de apparatuur op te hangen Dat is op locaties waar geen portalen staan dus een nadeel Bovendien is de detectie bij beide systemen afhankelijk van de weersomstandigheden. De toepassing van detectie van verstoringen van aardmagnetische velden, waar geen portalen bij nodig zijn, staat nog echt in de kinderschoenen. In Amerika wordt het al wel toegepast. En hier zijn er ideeën om te werken met stroolsensors in het asfalt. Rijkswaterstaat wil eigenlijk juist af van detectiesystemen in het asfalt. Waarschijnlijk zullen toekomstige detectiesystemen dan ook een combinatie van technieken zijn en zal de keuze voor een systeem sterk afhangen van de applicatie waarvoor ze gebruikt worden."
I
techniek voor actuele verkeersinformatie en reistijden
C
.
flfc^^
Via lussen in het hoofdwegennet verkrijgt Rijkswaterstaat informatie over de snelheid en intensiteit van het wegverkeer. Om ook informatie te verzamelen over het verkeer dat niet over het hoofdwegennet rijdt, is in 1998 de pilot Prelude, Floating Car Data gestart. Zo'n zestig auto's - taxi's, leaseauto's en auto's van particulieren - werden uitgerust met een speciaal kastje. Hiermee werden gegevens verzameld over onder meer de locatie van de auto en de reistijd over de bereden wegsegmenten. Deze gegevens werden vervolgens naar een centraal punt verzonden en verwerkt in een actuele kaart. De pilot moest uitwijzen of het gebruik van floating car data bijdraagt aan het verkeers-
management, hoe een dergelijk systeem vorm zou moeten krijgen en welke kosten daarmee gemoeid zijn. Al snel werd duidelijk dat de markt stond te popelen om met dit principe aan de slag te gaan. Er volgde een aanbesteding, die werd gewonnen door LogicaCMG en inmiddels werkt TomTom aan een systeem dat voorziet in actuele verkeersinformatie van deur tot deur. De pilot Floating Car Data is een eerste stap geweest naar huidige en toekomstige verkeersinformatiesystemen. Dat er veel interesse is voor floating car data en dat deze techniek potentie heeft, is inmiddels wel duidelijk. Verschillende regio's, stadsgewesten, maar ook bedrijven zijn ermee gaan werken.
Over het gebruik van 10 jaar pilotresultaten binnen Rijkswaterstaat
/ -
"Met het gebruik van floating car data boor je een gegevensbron aan die z'n weerga niet kent."
Hans van Rooijen (provincie Utrecht), programmamanager ICT Onderweg: "Met het gebruik van floating car data boor je een gegevensbron aan die z'n weerga niet l<ent. Je l
sM
Marleen Noordman (Rijkswaterstaat Utrecht), lid projectteam ICT Onderweg: "Binnen het project ICT Onderweg gaan we kijken of het mogelijk is om reisinformatie in te winnen met niet-bellende GSM's. Zo'n 500 deelnemers worden hiervoor gevolgd tijdens hun reis tussen Amersfoort en Utrecht. TNO controleert met camera's en kentekenregistratie of de informatie uit de CSM's ook werkelijk klopt. Is dat het geval dan is het de bedoeling dat de reisinformatie wordt teruggegeven aan de deelnemers. Of dat ook via de CSM gebeurt of bijvoorbeeld via bermDRIPs is nog niet helemaal zeker In ieder geval moet dan blijken of de automobilist zijn rijgedrag op basis van de informatie aanpast. Met andere woorden: kiest hij zonodig een andere route? Ik verwacht van wel. Het optimaliseren van de reisinformatie kan in mijn optiek sterk bijdragen aan een betere spreiding van het verkeer over het wegennetwerk."
BGlanitar: belonen goed rijgedrag leidt tot beter naleven verkeersregels
Om antwoord te krijgen op de vraag of belonen helpt om automobilisten te stimuleren zich aan de verkeersregels te houden, is in 2005 de pilot Belonitor gestart. Wegen naar de Toekomst heeft hiervoor een overeenkomst gesloten met LeasePlan. 62 leaserijders kregen een kastje in hun auto waarmee hun verkeersgedrag geregistreerd werd. Tijdens hun reis kregen zij onmiddellijk te zien of zij de juiste snelheid aanhielden en of zij voldoende afstand hielden tot hun voorligger. Gedurende vier maanden konden de deelnemers met goed gedrag punten sparen voor beleveniscadeaus,
zoals een ballonvaart of een dagje sauna. y Het goede nieuws na de pilot is dat belonen werkt. De deelnemers hielden zich goed aan de regels. Minder positief is dat zij terugvallen in hun oude gedrag zodra het belonen ophoudt. De pilot Belonitor heeft tot een aantal andere initiatieven geleid. De pilot Spitsmijden en een proef tegen hardrijden tijdens wegwerkzaamheden zijn daar voorbeelden van. Maar ook over de grenzen krijgt de pilot navolging. In Canada wordt een vergelijkbare proef gehouden. Dan wordt duidelijk of belonen ook internationaal werkt.
/
"Een uitstekende methode om het gedrag van automobilisten positief te beïnvloeden.
Gert Jan Koedam, projectleider proef tegen hardrijden bij wegwer[
Ronald de Haan, productmanager LeasePlan: "Als LeasePlan hebben wij aan de Belonitor-proef meegedaan omdat wij zeer geïnteresseerd zijn in in-cartechnologie en omdat de veiligheid van onze leaserijders ons vanzelfsprekend na aan het hart ligt. De uitkomst van de pilot was niet echt verrassend. We verwachtten wel dat belonen beter werkt dan straffen. Toch is het goed dat die verwachting nu met onderzoeksresultaten onderbouwd kan worden. Vooralsnog geven wij niet direct een vervolg aan de pilot. Daarvoor zijn de kosten van de aanschaf en inbouw van de kastjes te hoog. Wanneer het commercieel interessant wordt, verwacht ik wel dat dit soort technieken daadwerkelijk toegepast gaan worden. Hoe je automobilisten dan precies moet belonen, vind ik nog lastig in te schatten. Een financiële prikkel is waarschijnlijk het meest interessant. Maar los van de beloning is er volgens mij al veel voordeel te halen uit het zichtbaar maken van het rijgedrag. Ik heb van verschillende deelnemers aan de proef gehoord dat zij zich lang niet altijd bewust waren van hun snelheid of de afstand tot de voorligger."
I
Miax:MïïnumsnElhedenUmsÊrt: betrouwbare informatie over maximumsnelheden
^ ^ • ^ 1 • ,i,AiiiniM^ir^&
Éi-il
^ •
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veel automobi-
Voor alle varianten is het van belang dat aanbieders
listen niet altijd weten welke maximumsnelheid op een
van dit soort producten en diensten beschikken over
bepaalde weg geldt. Bovendien zijn zij zich vaak niet
een betrouwbare snelhedenkaart.
bewust van de snelheid die zij aanhouden. Het blijkt dat
Toen bij de pilot Belonitor bleek dat een dergelijke
wanneer de automobilist duidelijk wordt gewezen op
snelhedenkaart niet bestond, is de ontwikkeling ervan
de snelheid van zijn auto, hij zich vaker aan het gelden-
onmiddellijk opgepakt. Inmiddels is er een database, die
de maximum houdt. Er bestaan verschillende mogelijk-
door de wegbeheerders (provincies, gemeenten,
heden om de weggebruiker te informeren.
waterschappen. Rijkswaterstaat) up to date wordt
Dat kan bijvoorbeeld op het scherm van het navigatie-
gehouden. Eventuele afwijkingen van de werkelijkheid
systeem, door middel van een geluidssignaal wanneer
worden gemeld door de verschillende gebruikers,
de maximumsnelheid overschreden wordt of door het
maar ook door vrijwilligers van 3VO. De website
automatisch aanpassen van de cruise control.
www.maximumsnelheid.info staat open voor iedereen.
Over het gebruik van 10 jaar pilotresultaten binnen Rijkswaterstaat
/
50 "Een betrouwbare snelhedenkaart draagt bij aan de veiligheid van een weg."
Leo de Jong, verkeerskundige gemeente Waalwijk: "Voor alle wegen in de gemeente Waalwijk tiebben we onlangs de geldende maximumsnelheid in kaart gebracht. Deze gegevens zijn gebruikt voor de digitale snelhedenkaart, een database met daarin alle maximumsnelheden in Nederland. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld met behulp van een navigatiesysteem in de auto worden getoond. Dit zorgt voor minder snelheidsovertredingen en heeft een gunstig effect op de verkeersveiligheid, de doorstroming en het brandstofverbruik. Onlangs zijn we in Waalwijk gestart met een proef rondom scholen. We gaan kijken of het in de auto tonen van de aanbevolen snelheid een positief effect heeft op het gedrag van automobilisten. Komt een bestuurder in de buurt van een school, dan krijgt hij een waarschuwing. Vervolgens controleert het systeem of de bestuurder zijn snelheid bij de school daadwerkelijk aanpast. Is dat niet het geval, dan volgt nog een melding. I-let is voor dit soort systemen overigens ontzettend belangrijk dat de gegevens betrouwbaar zijn. Alleen dan zal de automobilist bereid zijn z'n gedrag aan te passen. Daarom Is zo'n snelhedenkaart zo belangrijk."
wwÊ/u/.WBgfÊnïïÊaawiio1:aBHamst.nl
HARD GENOEG
Maurice Willemsen, projectleider database snelhedenkaart Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer: "De Maximumsnelheden-site heeft een Wikipediaachtige opzet. Dat betekent dat in principe Iedereen wijzigingen kan doorgeven. Wanneer een nletwegbeheerder een wijziging doorgeeft, bekijken wij eerst of de aanpassing zinvol en plausibel is. is dat het geval, dan leggen we de verandering vervolgens ter goedkeuring voor aan de betreffende wegbeheerder Het lastige van de snelhedenkaart is dat de informatie vrijwel dagelijks wijzigt. Daardoor is het bijna ondoenlijk om alle gegevens actueel te houden. Wij wijzen wegbeheerders er steeds op dat het belangrijk Is dat zij ons op de hoogte houden. Dat doen we bijvoorbeeld door posters rond te sturen. Maar het is voor die wegbeheerders vaak een tijdrovende klus waar ze niet altijd direct het nut van inzien. Toch hebben zij er zelf ook belang bij. Een betrouwbare snelhedenkaart draagt bij aan de veiligheid van een weg, maar kan ook worden gebruikt bij het monitoren of analyseren van ongevallen. En wanneer de juiste gegevens zijn opgenomen in navigatiesystemen kun je bijvoorbeeld het sluipverkeer terugdringen."
Spitsmijden: beloning kan automobilist tijdens spits uit de auto houden
Om antwoord te krijgen op de vraag of de automobilist te verleiden is om tijdens de drukke spitsuren zijn auto te laten staan, is in 2006 de pilot Spitsmijden gestart. 340 frequente w/eggebruikers uit Zoetermeer kregen een beloning wanneer zij niet tijdens de ochtendspits (7.30 - 9.30 uur) van Zoetermeer naar Den Haag reden. De proef duurde tien weken en de deelnemers konden kiezen uit twee beloningssystemen: punten sparen voor een smartphone of een geldbedrag per keer van gemiddeld € 5. Om het rijgedrag van de deelnemers goed te controleren, is gebruik gemaakt van camera's en elektronische voertuigidentificatie. Zowel op de snelweg als op sluipwegen werd gecontroleerd. Daarnaast hielden deelnemers een logboek bij over hun reisgedrag.
De pilot heeft duidelijk gemaakt dat het principe van beloning werkt. De deelnemers waren voor de helft van hun gebruikelijke autoritten bereid en in staat om de spits te mijden. Veel automobilisten kozen ervoor vóór de spits te vertrekken. Ondanks deze beloftevolle resultaten vraagt de pilot beslist om vervolgstudie. In Haaglanden zal dan ook een vervolgproef komen. Daaruit moet bijvoorbeeld blijken of de resultaten representatief zijn voor alle automobilisten, wat het effect is van andersoortige beloningen en of de afname in weggebruikers niet opgevuld wordt door andere automobilisten. Daarnaast moet duidelijk zijn dat belonen geen alternatief is voor kilometerbeprijzing en verder moet uitkristalliseren of en wanneer je belonen (tijdelijk) als instrument toe kunt passen.
/
- -1 ^ "Een positieve financiële pril
Hans Degenaar, medewerker integraal advies Rijkswaterstaat Utrecht: "Bij Utrecht West zal tussen 2007 en 2011 flink aan de Wt weg gewerkt worden. Wij verwachten behoorlijke extra fileproblemen. Daarom wordt, samen met de gemeente Utrecht en met vijftien grote werkgevers in deze regio, • bekeken hoe we die files zoveel mogelijk kunnen beperken. We streven ernaar om dagelijks twee- tot vierduizend auto's uit de spits te halen. Om dat te bewerkstelm ligen, werken we aan een pakket van maatregelen. Een positieve financiële prikkel kan onderdeel zijn van dat pakket. De resultaten van de pilot bij Zoetermeer laten • immers zien dat belonen een mogelijkheid is om automobilisten tot ander gedrag te bewegen. Om dit vorm te geven, zijn we in gesprek geweest met een consortium • ; van DHV, Rabobank en TomTom over een systeem van 'Spits-sparen'. Of en hoe dat doorgaat, is onder meer •
afhankelijk van de mogelijkheden om het binnen de aanbestedingsregels juridisch vorm te geven. Ik denk wel dat belonen toekomstmogelijkheden heeft. Voor een meer structurele toepassing moeten het in mijn optiek uiteindelijk wel de werkgevers zijn die dat onderdeel maken van de regelingen om reiskosten te vergoeden. "
Robert Caljaard, senior adviseur DIHV: In een eerder functie bij stadsgewest Haaglanden betrokken bij de opstart van Spitsmijden, "Bij DHV ontwikkelen we commerciële mobiliteitsdiensten. Het 'Spits-sparen' is zo'n dienst Bij dit systeem krijgt de automobilist een beloning van € 1000 in het vooruitzicht en op zijn dashboard een geavanceerde TomTom. Hierop kan hij aflezen welke alternatieven er zijn voor zijn route en welk prijskaartje eraan hangt. Kiest de bestuurder bijvoorbeeld voor gebruik van de auto tijdens de spits, dan wordt het spaarbedrag minder Maakt hij gebruik van het openbaar vervoer dan blijft het beloningsbedrag gelijk en bovendien wordt hij met de TomTom eenvoudig naar de halte gegidst en krijgt hij aanvullende informatie over bijvoorbeeld vertrektijden van de trein. Juist in het aanbieden van die alternatieven zit mijns inziens het grote voordeel. Daardoor maak je het de reiziger zo gemakkelijk mogelijk om de spits te mijden. Voor DHV is dit een behoorlijk risicovol project We hebben de indruk dat het belonen werkt, maar baseren ons op slechts één proef. Zelf heb ik er wel goede verwachtingen van. 'Spits-sparen' zal niet dé oplossing zijn, maar kan wel een aantrekkelijk instrument zijn binnen een heel pakket van maatregelen,"
I
ViÊTtueei
PraJecttBsun:
samenwerken op afstand met ICT-hulpmiddelen
Rijkswaterstaat is actief op vele locaties door het hele
toepassingen zijn ingezet om een virtueel projectteam
land. Omdat er door de verschillende afdelingen en
te realiseren. Alle betrokkenen kregen een webcam, de
districten nauw wordt samengewerkt, is er veel onder-
mogelijkheid van videoconferencing werd aangeboden
ling verkeer van personen en informatie. Met de pilot
en het werd mogelijk om de agenda en informatie-
Virtueel Projectteam wilde Wegen naar de Toekomst
stukken digitaal met elkaar te delen. Bij evaluatie van
onderzoeken of hoogwaardige ICT-hulpmiddelen in-
de pilot bleek dat het succes van een virtueel project-
gezet kunnen worden om de reistijd van medewerkers
team voor een belangrijk deel afhangt van de technische
te beperken en om de onderlinge informatiestromen te
mogelijkheden én de bereidheid van medewerkers om
optimaliseren.
zo te werken. Die mogelijkheden zijn na 2000 fors
De pilot is in 2000 toegepast bij de Trajectstudie A4
toegenomen en daarmee is ook de bereidheid gegroeid.
De Hoek - Prins Clausplein: een zeer geschikt project
Inmiddels zijn videoconferencing en virtuele project-
omdat hierbij twee diensten (Noord-Holland en Zuid-
ruimtes standaard producten, waarvan alle medewerkers
Holland) samenwerkten. Verschillende technische
van Rijkswaterstaat gebruik kunnen maken.
Over het gebruik
• pilotresultaten
V
"Met stip op één staat telewerken.
Jolanda Walman-Mostert en Paul de Haaij, projectleiders FileProof 'Voorbeeldfunctie VenW', ministerie van Verkeer en Waterstaat: "Het doel van dit project is liet bevorderen van (meer) bewust reizen, het stimuleren en faciliteren van flexibel werken en het vervullen van een voorbeeldfunctie voor overheden, bedrijven en particulieren. In de zomer van 2006 hebben we ervaring kunnen opdoen met mogelijke maatregelen omdat toen de belangrijkste wegen naar Den Haag tijdelijk waren afgesloten. Middelen die ingezet zijn, zijn bijvoorbeeld werken op afstand, het verschuiven van werk- en vergadertijden, het aanbieden van gratis OV-kaarten en het beschikbaar stellen van fietsen. De ervaringen die we hebben opgedaan, hebben tot verschillende spin-offs geleid. Zo bieden we nu meer mogelijkheden voor videoconferencing en wordt de bereikbaarheid verbeterd door meer gebruik te maken van mobiele telefoons. De ontwikkelingen op het terrein van dit 'virtueel samenwerken' gaan erg snel. Als er al een rem op staat, dan is dat vaker de houding van mensen dan de techniek. Daarom is het belangrijk dat we ook aandacht schenken aan de verandering van cultuur die deze nieuwe manier van werken met zich meebrengt."
•i,it.-a*ftf.l:r^:^1»R^.•S'^}'^^J:s:is^•.^mi^'f^^n,'...
vuvÊ/w.tM/ugannaariM
L-'.MR«!ï4'i-ïaii«a^L'..
Pascal Gerits, clustercoördinator mobiliteitsmanagement WegwijsA2, Rijkswaterstaat Noord-Brabant: " Rijkswaterstaat Noord-Brabant gaat drie jaar lang aan de A2 werken en dat zal vooral bij Den Bosch voor flink wat overlast gaan zorgen. Wij werken in een platform samen met bedrijven en andere overheden om die overlast zoveel mogelijk te beperken (zie www.WegwijsA2.nl). Als Rijkswaterstaat willen wij daarbij natuurlijk het goede voorbeeld geven. Daarom hebben wij onder medewerkers onderzocht van welke maatregelen zij het meeste verwachten. Met stip op één staat telewerken. Het blijkt dat vrijwel alle medewerkers - of zij nu met de auto, de fiets of met het openbaar vervoer reizen - graag willen telewerken. Daarnaast zien de mensen veel voordeel in het aanpassen van de vergadertijden: niet meer om negen uur 's ochtends vergaderen, maar tussen tien en drie. Bewustwording is in dit hele proces ontzettend belangrijk. Nadenken over het tijdstip van reizen, de manier waarop en de noodzaak ervan kan al veel opleveren. Als we allemaal voor één dag in de week een alternatief hebben - telewerken, met het openbaar vervoer reizen scheelt dat al 20% In het totale autoverkeer"
inna\^eren gebruik maken van eikaars ervaringen
Innoveren is belangrijk, maar niet altijd eenvoudig. Daarom is het essentieel dat we vernieuwing gezamenlijk oppakken en van elkaar willen leren. Bij een innovatieproces kun je gebruik maken van verschillende concrete hulpmiddelen die we bij Rijkswaterstaat ontwikkeld hebben. Denk bijvoorbeeld aan suggesties voor hoe je een prijsvraag uitschrijft, een lijst met spelregels voor innovatie, handreikingen over hoe je slim kunt omgaan met intellectueel eigendom en ideeën van anderen, het vormgeven van inkoop, en verhalen en evaluaties met waardevolle lessen, zowel van de successtory's als de minder geslaagde projecten. Maar met stip op één staat het advies om ervaringen met elkaar te delen. Met collega's binnen Rijkswaterstaat, maar ook met andere instanties en marktpartijen.
'/-
ruik van 10 jaar pilotresultaten binnen Rijkswaterstaat
J "Het is ontzettend belangrijk dat kennis echt de organisatie in gaat en verweven w/ordt in lesmateriaal."
Edwin Kuil, hoofd Corporate Learning Centre Rijkswaterstaat: "Het Corporate Learning Centre is ruim twee jaar geleden van start gegaan. We willen de ruim 9.000 mensen die bij Rijkswaterstaat werken de mogelijkheid bieden om zich structureel lerend en werkend blijvend te ontwikkelen. Het mooie is dat het materiaal dat we aanbieden meestal direct uit de organisatie komt en dat vaak medewerkers van Rijkswaterstaat als docent en trainer optreden. Zo proberen we onze kostbare kennis en ervaring in de organisatie te houden en kunnen we vraag en aanbod naadloos op elkaar aan laten sluiten. Wegen naar de Toekomst speelt een belangrijke rol in het leerproces van Rijkswaterstaat. Binnen het innovatieprogramma wordt - vaak op onorthodoxe wijze - nagedacht over de toekomst en de wijze waarop we om kunnen gaan met de grote vraagstukken waarvoor we gesteld staan. Op deze manier doen de betrokkenen een schat aan kennis op. Het is ontzettend belangrijk dat die kennis niet bij de innovators blijft liggen, maar echt de organisatie in gaat en verweven wordt in lesmateriaal. De opgedane kennis helpt vervolgens weer om de bedachte verbeteringen en vernieuwingen daadwerkelijk te implementeren. Want daar gaat het uiteindelijk om."
Cees Plug, projectleider LEF future center Rijkswaterstaat: "De bijdrage van het nieuwe LEF future center Rijkswaterstaat aan de innovatieve kracht van Rijkswaterstaat en de innovatieve programma's als Wegen naar de Toekomst zal onder meer bestaan uit een inspirerende werkwijze, ruimtes die vernieuwing stimuleren en faciliteren en professionele begeleiding. Naast de ruimtes met een multifunctionele en flexibele inrichting zullen de expositieruimte, de mindset' theaters en de hightech audiovisuele ondersteuning hierin bijdragen. Op deze wijze kan Wegen naar de Toekomst haar projecten op een innovatieve en creatieve wijze vormgeven en heeft zij een extra podium beschikbaar Belangrijk kenmerk van Wegen naar de Toekomst is het samenwerken met andere organisaties en marktpartijen, waarvoor LEF een uitstekende ontmoetingsplaats zal gaan bieden. En door ook burgers en bijvoorbeeld scholen te betrekken bij thema's en vraagstellingen kan daadwerkelijk met publiek gewerkt worden aan publieksgerichtheid. Vernieuwen doen we dus gezamenlijk."
' /
Colofon Wegen naar de Toekomst Een innovatieprogramma van Rijl<swaterstaat
juni 2007 Uitvoerins Productie: Adequaat Communicatie, Delft Vormgeving: vM-Design, Delft Druk: Thieme GrafiMedia Groep Informatie Studio Wegen naar de Toekomst 015 - 2 5 1 74 25
[email protected] Met dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan deze uitgave en de toolbox.
chone, veilige, betrouwbare mobiliteit Voor de nabije en verre toekomst. Dit heeft het innovatieprogramma Wegen naar de Toekomst van Rijkswaterstaat voor ogen. Het knoopt daarvoor kennis en kunde aaneen, verbindt denken met doen. Nieuwe technieken, methoden en materialen zijn het middel. Tevreden weggebruikers en een betere prijs-kwaliteitsverhouding van mobiliteit zijn het doel. Wegen naar de Toekomst werkt met ondernemingen, overheden en onderzoeksinstituten. Samen voeren ze kansrijke pilots uit.
Kijk ook
t/vwifwv. wegfennaardetaekamst.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Rijkswaterstaat
nl/t:s3saitsax