r
Á
G e z o n d h e i d telt!
Hart voor Brabant ONTVANGEN 17 JUL 2014 Gemeente Loon op Zand
llllillllllllllllllllll Illlil l l l llll HUI HU 111111111Ü HUI tHil IMI Uil HU 2014.10103
G e m e e n t e Loon op Z a n d Het college v a n b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s
Afdeling ó b O
Postbus 7
OVB: ja7prée) (
5 1 7 0 AA KAATSHEUVEL
Kenmerk:
UIT-14031716
Datum:
15 j u l i 2 0 1 4
Behandeld door
René v a n Kessel
E-mail:
[email protected]
Onderwerp:
wijziging gemeenschappelijke regeling
Geacht c o l l e g e ,
H i e r b i j s t u r e n w i j u het v o o r s t e l t o t w i j z i g i n g v a n de G e m e e n s c h a p p e l i j k e r e g e l i n g GGD H a r t v o o r B r a b a n t t o e d a t het a l g e m e e n b e s t u u r v a n de GGD v a s t s t e l d e in zijn v e r g a d e r i n g v a n 10 j u l i . De w i j z i g i n g is o n d e r a n d e r e n o d i g v a n w e g e het o p h e f f e n v a n de g e m e e n t e M a a s d o n k p e r 1 j a n u a r i 2015.
W i j v e r z o e k e n u o m v ó ó r 1 n o v e m b e r de r e g e l i n g v a s t t e s t e l l e n . U b e n t d a a r t o e b e v o e g d na de v o o r a f g a a n d e t o e s t e m m i n g d o o r uw r a a d , die zelf n i e t de b e v o e g d h e i d t o t v a s t s t e l l i n g h e e f t . Zie h i e r o v e r a r t i k e l 1 , lid 2 v a n de W e t g e m e e n s c h a p p e l i j k e r e g e l i n g e n .
Bij b e s l u i t e n v a n v o l d o e n d e g e m e e n t e n g a a t de n i e u w e r e g e l i n g g e l d e n en s t u r e n w i j u h a a r t o e .
Met v r i e n d e l i j k e g r o e t , het D a g e l i j k s b e s t u u r v a n de GGD H a r t v o o r B r a b a n t , namens deze,
P.
van der Zijden,
directeur publieke gezondheid
b i j l a g e : g e m e e n s c h a p p e l i j k e r e g e l i n g GGD Hart v o o r B r a b a n t
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003 DA Tilburg 0900 463 64 43
www.ggdhvb.nl
[email protected]
A ISO POOI
HKZ CHKZX
r Gezondheid telt!
Hart voor Brabant
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant De colleges van burgemeester en wethouders van de g e m e e n t e n Bernheze, Boekei, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, 's-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Loon op Z a n d , Mill en Sint Hubert, Oisterwijk, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Tilburg, Uden, Veghel, Vught en Waalwijk,
overwegende dat:
ingevolge artikel 14 van de Wet publieke gezondheid de g e m e e n t e n zorgen v o o r de instelling en instandhouding van gemeentelijke gezondheidsdiensten; het v o o r een optimale behartiging van deze taak wenselijk is dat zij s a m e n w e r k e n ; zij daartoe een openbaar lichaam willen instellen; zij aan dat openbaar lichaam de behartiging van de in deze regeling aan te geven belangen willen opdragen, bevoegdheden willen overdragen en middelen t e r beschikking willen stellen; het bestuur en het beheer van het openbaar lichaam zo m o e t zijn ingericht dat de g e m e e n t e besturen zoveel mogelijk betrokken blijven bij die belangenbehartiging; het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur daarbij het beleid van de GGD Hart voor Brabant gestalte geven en de uitvoering ervan controleren, waarbij de bedrijfsvoering bij de directie ligt; de financiële risico's v o o r d e g e m e e n t e n door een adequate bedrijfsvoering daarbij zo laag mogelijk moeten b l i j v e n ;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
BESLUITEN onder gelijktijdige intrekking van de geldende regeling vast te stellen de
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Begripsbepalingen
1.
I n deze regeling verstaat onder: a.
w e t : Wet gemeenschappelijke regelingen;
b.
regeling: Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant;
c.
g e m e e n t e n : aan de regeling deelnemende g e m e e n t e n ;
d.
college: college van burgemeester en w e t h o u d e r s van een g e m e e n t e ;
e.
raad: raad van een g e m e e n t e ;
f.
w e r k g e b i e d : gebied van de aan deze regeling deelnemende g e m e e n t e n ;
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 1 van 14
g.
Midden-Brabant: de regio die bestaat uit het gebied van de g e m e e n t e n Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Z a n d , Oisterwijk, Tilburg en W a a l w i j k ;
h.
Meierij: de regio met de g e m e e n t e n Boxtel, Haaren, 's-Hertogenbosch, Schijndel, S i n t Michielsgestel en V u g h t ;
i.
Brabant-Noordoost: de regio m e t de gemeenten Bernheze, Boekei, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel;
j.
gedeputeerde s t a t e n : het college van gedeputeerde staten van N o o r d - B r a b a n t ;
k.
GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hart voor Brabant;
I.
geneeskundige hulpverlening: geneeskundige hulpverlening zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio's.
2.
Waar in de regeling artikelen v a n de Gemeentewet of van enige andere wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing w o r d e n verklaard, w o r d t in die artikelen in plaats van 'de g e m e e n t e ' , 'de raad', 'burgemeester en wethouders' en 'de burgemeester' respectievelijk gelezen: 'de GGD', 'het algemeen bestuur', 'het dagelijks bestuur' en 'de voorzitter'.
Artikel 2
Het o p e n b a a r l i c h a a m
Er is een openbaar lichaam, genaamd GGD Hart voor Brabant,
HOOFDSTUK 2
DOELSTELLING EN TAKEN
Artikel 3
Algemene doelstelling
gevestigd te Tilburg.
De GGD heeft t o t doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg.
Artikel 4 1.
Taken
De g e m e e n t e n dragen aan de GGD de uitvoering op van de g e m e e n t e l i j k e taken die worden g e n o e m d in de Wet publieke gezondheid en van de toezichtstaken die w o r d e n genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen kinderopvang.
2.
Gemeenten of derden kunnen aan de GGD de uitvoering van producten (doen) opdragen in het kader van de geneeskundige hulpverlening.
3.
De taken van de GGD zijn ondergebracht in het basispakket en in de plustaken. Het basispakket vloeit v o o r t uit wettelijke verplichtingen en de keuzes van het algemeen bestuur en v o r m t naar omvang een verplicht pakket.
4.
Het algemeen bestuur stelt het basispakket vast bij de vaststelling van de begroting.
5.
Het basispakket bestaat uit een u n i f o r m deel en een deel voor lokale accenten. De GGD biedt het uniform deel van het basispakket aan aan alle g e m e e n t e n .
6.
De lokale accenten binnen het basispakket zijn door iedere g e m e e n t e individueel samen te stellen, bijvoorbeeld op basis van haar gezondheidsbeleid.
7.
De afname van plustaken door een gemeente is vrijwillig.
8.
Het algemeen bestuur stelt de tarieven vast voor de lokale accenten binnen het basispakket en voor de plustaken.
9.
De GGD levert de producten uit de lokale accenten binnen het basispakket en de plustaken v e r d e r op basis van v o o r w a a r d e n die het dagelijks bestuur vaststelt.
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 2 van 14
HOOFDSTUK 3
DE BESTUURSORGANEN - SAMENSTELLING
Artikel 5
Samenstelling bestuur
L
Het bestuur van de GGD bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
2.
Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van de GGD.
3.
De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.
Artikel 6 2.
Samenstelling, benoeming en ontslag v a n het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur bestaat uit evenveel leden als het aantal g e m e e n t e n . Iedere gemeente w o r d t door één lid v e r t e g e n w o o r d i g d . Elk college wijst het lid zo spoedig mogelijk uit zijn midden aan na de benoeming van de wethouders na de verkiezing van de leden van de raad.
3.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de wethouders van de betreffende gemeente a f t r e d e n , als bedoeld in artikel 42 van de Gemeentewet.
4.
Als de leden van het algemeen bestuur ophouden wethouder of burgemeester van hun g e m e e n t e te z i j n , eindigt ook hun lidmaatschap van het algemeen bestuur. Burgemeester en w e t h o u d e r s voorzien zo spoedig mogelijk in de ontstane vacature.
5.
Het college meldt elke aanwijzing t o t lid van het algemeen bestuur aan de voorzitter.
6.
Het college kan een door hem aangewezen lid ontslaan als dit zijn v e r t r o u w e n niet meer heeft, nadat dit lid zich heeft kunnen v e r a n t w o o r d e n . De artikelen 49 en 50 v a n de Gemeentewet zijn dan van overeenkomstige toepassing. Op dit besluit is artikel 7 : 1 v a n de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
7.
Het college waarvan het algemeen bestuur een lid aanwijst als lid van het dagelijks bestuur heeft het recht een t w e e d e lid van het algemeen bestuur aan te wijzen. Wanneer het in lid 7 g e n o e m d e eerst aangewezen lid geen deel m e e r u i t m a a k t van het dagelijks bestuur, vervalt het recht van het college o m een tweede lid in het algemeen bestuur aan te wijzen.
8.
Het algemeen bestuur kan zich laten bijstaan door een of meer adviseurs.
Artikel 7 1.
S a m e n s t e l l i n g , benoeming en ontslag v a n het dagelijks bestuur
Het algemeen bestuur w i j s t bij het begin van elke zittingsperiode uit zijn midden de leden v a n het dagelijks bestuur aan.
2. 3.
Het dagelijks bestuur bestaat uit zes of zeven leden, de voorzitter daaronder begrepen. Het algemeen bestuur w i j s t drie leden van het dagelijks bestuur aan uit de leden die de gemeenten vertegenwoordigen van meer dan 75.000 inwoners.
4.
Bij de verdere zetelverdeling streeft het algemeen bestuur naar een spreiding over het werkgebied en over de gemeentegroottes.
5.
Hij die ophoudt lid van het algemeen bestuur te z i j n , houdt ook op lid van het dagelijks bestuur te z i j n .
6.
Als tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur beschikbaar k o m t , kiest het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid.
7.
O n v e r m i n d e r d het bepaalde in lid 5 van dit artikel en lid 4 van artikel 6 blijft degene die geen lid m e e r is van het dagelijks bestuur zijn zetel w a a r n e m e n t o t d a t zijn opvolger die heeft aanvaard.
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 3 van 14
8.
Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur of een of meer leden daarvan ontslag verlenen als deze(n) het v e r t r o u w e n van het algemeen bestuur niet meer bezit of bezitten, nadat hij of zij de gelegenheid heeft gekregen o m zich te verantwoorden en verder m e t overeenkomstige toepassing van de artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet. Op dit ontslagbesluit is artikel 7 : 1 van de Algemene w e t bestuursrecht niet van toepassing.
9.
Het dagelijks bestuur kan zich laten bijstaan door een of meer adviseurs.
Artikel 8
Aanwijzing voorzitter en plaatsvervangend voorzitter
1.
Het algemeen bestuur wijst de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter uit zijn m i d d e n aan.
2.
De voorzitter vertegenwoordigt de GGD in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.
3.
De voorzitter en de secretaris ondertekenen de stukken die van het openbaar lichaam uitgaan. Het algemeen bestuur kan de voorzitter toestaan de ondertekening op te dragen aan de secretaris.
Artikel 9 1.
Vergoeding bestuur
De leden van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur k u n n e n , als het algemeen b e s t u u r daartoe besluit, een t e g e m o e t k o m i n g in de kosten o n t v a n g e n .
2.
Het algemeen bestuur brengt besluiten over deze vergoeding ter kennis van gedeputeerde staten.
HOOFDSTUK 4
DE B E S T U U R S O R G A N E N - B E V O E G D H E D E N
Artikel 10
Algemene bevoegdheidstoedeling
1.
Aan het dagelijks bestuur behoren alle bevoegdheden behalve de volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur: het besluiten over t o e t r e d i n g , u i t t r e d i n g , wijziging en opheffing, zoals bedoeld in hoofdstuk 7; het vaststellen van de j a a r r e k e n i n g en het vaststellen e n / o f wijzigen van de k a d e r n o t a , de begroting en de basistaken; het besluiten t o t het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge w a a r b o r g m a a t s c h a p p i j e n ; alle andere bevoegdheden die in wettelijke regelingen of in deze regeling aan het algemeen bestuur zijn v o o r b e h o u d e n .
2.
Het dagelijks bestuur draagt de uitoefening van zijn bevoegdheden voor zover als mogelijk in m a n d a a t op aan de directie. Een door het dagelijks bestuur vast te stellen organisatieverordening beschrijft de taken van de directie en de wijze waarop het dagelijks bestuur toeziet op de uitvoering d a a r v a n .
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 4 van 14
HOOFDSTUK 5
V E R A N T W O O R D I N G EN I N L I C H T I N G E N
A r t i k e l 11
Verantwoording- en inlichtingenplicht
1.
Het algemeen bestuur is verplicht de gemeentebesturen desgevraagd, en in ieder geval binnen zes w e k e n , te informeren en inlichtingen te verschaffen over alle zaken over deze regeling.
2.
Het algemeen bestuur is bevoegd o m , gevraagd of ongevraagd, aan een of m e e r g e m e e n t e besturen advies te geven of voorstellen te doen, die hij in verband m e t deze regeling nodig acht.
3.
Elk lid van het algemeen bestuur is verplicht de door een of meer leden van de raad van zijn gemeente gevraagde inlichtingen te v e r s t r e k k e n . Hij v e r s t r e k t de gevraagde inlichtingen zo spoedig mogelijk nadat hem daarom is gevraagd.
4.
Elk lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde beleid aan de raad en het college van zijn gemeente. Hij legt deze verantwoording zo spoedig m o g e l i j k af nadat hem d a a r o m gevraagd is.
5.
De leden van het dagelijks bestuur zijn gezamenlijk en ieder afzonderlijk v e r a n t w o o r d i n g schuldig aan het algemeen bestuur voor het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur en geven hierover alle door het algemeen bestuur verlangde inlichtingen, voor zover dit niet strijdig is met het openbaar belang en in ieder geval binnen zes w e k e n .
HOOFDSTUK 6
DE BESTUURSORGANEN - W E R K W I J Z E
Artikel 12
V e r g a d e r i n g e n v a n het a l g e m e e n b e s t u u r
1.
De artikelen 16, 17, 19, 2 0 , 22, 26 en 28 t o t en met 33 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op het houden en de orde van de vergaderingen v a n het algemeen bestuur, v o o r zover daarvan bij de wet niet is afgeweken.
2.
Het algemeen bestuur v e r g a d e r t jaarlijks tenminste tweemaal en verder zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig vindt of tenminste v i j f leden dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen.
3.
Artikel 19 van de G e m e e n t e w e t is van overeenkomstige toepassing, waarbij de burgemeester van de gemeente de openbare kennisgeving verzorgt.
4.
Elk lid heeft in de vergaderingen van het algemeen bestuur één s t e m .
5.
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast v o o r zijn vergaderingen en andere werkzaamheden en regelt hoe de ambtelijke bijstand wordt verleend aan het bestuur.
A r t i k e l 13 1.
Openbaarheid
De vergaderingen v a n het algemeen bestuur zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer tenminste een vijfde van de aanwezige leden daarom verzoekt of de v o o r z i t t e r het nodig oordeelt. De artikelen 23 en 25 v a n de Gemeentewet zijn verder van overeenkomstige toepassing.
2.
I n een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over: a.
het vaststellen of wijzigen van de b e g r o t i n g ;
b.
het vaststellen van de rekening;
c.
het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen.
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 5 van 14
A r t i k e l 14 1.
De w e r k w i j z e v a n h e t d a g e l i j k s b e s t u u r
Het dagelijks bestuur vergadert t e n m i n s t e zesmaal per j a a r en v e r d e r zo dikwijls als de v o o r z i t t e r dit nodig oordeelt of t e n m i n s t e drie leden van het dagelijks bestuur dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen o n d e r w e r p e n , in welk geval de vergadering binnen veertien dagen plaatsvindt.
2.
De artikelen 28, eerste t o t en met derde lid, 29, 30 en 56 van de Gemeentewet zijn v a n overeenkomstige toepassing.
3.
Elk lid heeft in de vergadering van het dagelijks bestuur één s t e m .
4.
De s t e m m i n g in het dagelijks bestuur geschiedt m o n d e l i n g , tenzij de voorzitter of één der leden verzoekt o m schriftelijke s t e m m i n g .
5.
Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden.
A r t i k e l 15
Commissies
Het algemeen bestuur kan commissies van advies en commissies ter behartiging van bepaalde belangen instellen. De secretaris heeft in deze commissies een adviserende s t e m .
HOOFDSTUK 7
P E R S O N E E L EN O R G A N I S A T I E
A r t i k e l 16
De d i r e c t i e
1.
De directie is belast m e t de dagelijkse leiding en het beheer v a n de dienst. Het algemeen bestuur benoemt en ontslaat de directie.
2.
Het algemeen bestuur kan besluiten o m een tweehoofdige directie aan te stellen.
3.
De directie is secretaris van het algemeen en dagelijks bestuur. De artikelen 102 t o t en met 105 van de G e m e e n t e w e t zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
Bij een tweehoofdige directie functioneert de door het dagelijks bestuur aangewezen directeur als secretaris.
5.
De secretaris woont de vergaderingen bij van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en heeft daarin een adviserende s t e m .
6.
De directie is bestuurder in de zin van de Wet op de o n d e r n e m i n g s r a d e n .
Artikel 17
Rechtspositieregeling
Het dagelijks bestuur stelt de rechtspositieregeling voor zijn personeel vast en volgt daarbij het VNG-model van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst.
A r t i k e l 18
Ombudscommissie
De behandeling van verzoekschriften zoals bedoeld in artikel 9 : 1 8 , eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, v i n d t plaats door de ombudscommissie van de g e m e e n t e 's-Hertogenbosch.
A r t i k e l 19
Organisatieverordening
Het dagelijks bestuur stelt in een organisatieverordening regels vast over de inrichting van de ambtelijke organisatie, de op te dragen bevoegdheden en de medische v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d .
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 6 van 14
Artikel 20 1.
Archief
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de GGD en stelt daarvoor een regeling vast.
2.
De directie is belast met het beheer van de archiefbescheiden.
3.
Bij opheffing van de regeling gaan de archiefbescheiden naar in een door het dagelijks bestuur aan te wijzen archiefbewaarplaats.
4.
De gemeentearchivaris van de gemeente 's-Hertogenbosch oefent de inspectie uit op het beheer van de archiefbescheiden, als bedoeld in artikel 2 5 , lid 2, van de Archiefwet.
HOOFDSTUK 8
FINANCIËLE BEPALINGEN
A r t i k e l 21
Middelenbeheer
1.
De geldmiddelen van de GGD worden afzonderlijk beheerd.
2.
Het dagelijks bestuur stelt bij of krachtens een verordening nadere regels voor de financiële administratie en het geldverkeer.
3.
Voor de controles op het geldelijk beheer en de boekhouding zijn de artikelen 2 1 3 , 214 en 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 22
Dienstjaar
Het dienstjaar loopt van 1 j a n u a r i t o t en m e t 3 1 december.
Artikel 23 1.
De begroting
Het dagelijks bestuur m a a k t elk j a a r op voorstel van de directie een o n t w e r p b e g r o t i n g voor het komend dienstjaar en een m e e r j a r e n r a m i n g , m e t een toelichting en specificaties.
2.
Uiterlijk 15 apri stuurt het dagelijks bestuur de o n t w e r p b e g r o t i n g , de m e e r j a r e n r a m i n g en een raming van de door elke gemeente verschuldigde inwonersbijdrage toe aan de g e m e e n t e n .
3.
De besturen van de gemeenten leggen de ontwerpbegroting voor een ieder ter inzage, stellen deze algemeen v e r k r i j g b a a r en geven hiervan openbaar kennis.
4.
De inwonersbijdragen, bedoeld in lid 2 van dit artikel, v o o r de activiteiten bedoeld onder artikel 4 , lid 1 worden vastgesteld op basis van het aantal inwoners per 1 j a n u a r i van het j a a r voor het dienstjaar van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De overige bijdragen v a n de g e m e e n t e n en van derden worden bepaald op grond v a n de tarieven zoals het algemeen bestuur die heeft vastgesteld.
5.
De raden van de g e m e e n t e n kunnen binnen zes w e k e n na toezending van de ontwerpbegroting bij het dagelijks bestuur schriftelijk hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen.
6.
Het dagelijks bestuur voegt deze zienswijzen bij de o n t w e r p b e g r o t i n g zoals hij deze aanbiedt aan het algemeen bestuur. Daarna stelt het algemeen bestuur de begroting vast.
7.
Het dagelijks bestuur s t u u r t de vastgestelde begroting binnen twee weken na vaststelling toe aan de raden van de g e m e e n t e n . Als deze begroting niet a f w i j k t van de o n t w e r p b e g r o t i n g kan het dagelijks bestuur volstaan met een schriftelijke mededeling daarover.
8.
De raden kunnen hierover schriftelijk bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren brengen en sturen dan hiervan een afschrift aan het dagelijks bestuur.
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 7 van 14
9.
Als de begroting en de begrotingswijzigingen de goedkeuring behoeven v a n gedeputeerde staten, moet onder het achtste lid gelezen worden dat de begroting ter goedkeuring aan gedeputeerde staten w o r d t toegezonden. Artikel 208 van de G e m e e n t e w e t is van overeenkomstige toepassing.
10. Op een wijziging van de begroting zijn de bepalingen van dit artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, v o o r z o v e r die wijziging leidt t o t een verhoging van de inwonersbijdragen v o o r d e taken van artikel 4 , lid 1. Andere begrotingswijzigingen kan het algemeen bestuur vaststellen zonder toepassing van de leden 5 en 6 v a n dit artikel. 1 1 . De gemeenten zorgen ervoor dat de GGD altijd over voldoende middelen beschikt o m aan al zijn verplichtingen tegenover derden te kunnen voldoen. 12. Als blijkt dat een gemeente w e i g e r t deze uitgaven op de begroting te z e t t e n , verzoekt het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten o m over te gaan t o t toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
Artikel 24 1.
De j a a r r e k e n i n g
Het dagelijks bestuur stelt de j a a r r e k e n i n g op over het voorgaande j a a r . Hij zendt uiterlijk 15 april deze jaarrekening met de daarbij behorende stukken aan de g e m e e n t e n en naar de accountant, m e t het verzoek zo spoedig mogelijk het accountantsrapport uit te brengen.
2.
De jaarrekening bevat de door elke gemeente werkelijk verschuldigde bijdrage. Het bepaalde in artikel 25, lid 3 is van overeenkomstige toepassing.
3.
Het algemeen bestuur stelt de j a a r r e k e n i n g vast op of voor 1 j u l i .
4.
Het dagelijks bestuur stelt de g e m e e n t e n in kennis van de vaststelling van de j a a r r e k e n i n g .
5.
De vaststelling van de j a a r r e k e n i n g ontlast de leden van het dagelijks bestuur en de controller van het daarin verantwoorde financieel beheer, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden.
Artikel 25 1.
Bijdragen gemeenten en derden
De gemeenten betalen de helft van de in de begroting geraamde inwonersbijdrage vóór respectievelijk 16 februari en 16 j u l i , behalve wanneer het algemeen bestuur anders besluit. Bij te late betaling is de wettelijke rente verschuldigd.
2.
De betaling van de activiteiten genoemd onder artikel 4 lid 7 vindt plaats na declaratie.
3.
Een mogelijk nadelig saldo zoals dat in de jaarrekening is vastgesteld, w o r d t verrekend met hiertoe te v o r m e n reserves als bedoeld in artikel 26.
A r t i k e l 26
Reservevorming
Het algemeen bestuur kan reserves en voorzieningen v o r m e n overeenkomstig door de door hem vast te stellen Nota reserves en voorzieningen.
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 8 van 14
HOOFDSTUK 9
TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, OPHEFFING
Artikel 27
Toetreding
İ. Voor de toetredi ng van een g e m e e n t e volstaat het beslui t van het college van di e gemeente. Die toetredi ng behoeft de i n s t e m m i n g van het algemeen bestuur. 2.
Aan de toetredi ng kan het algemeen bestuur v o o r w a a r d e n v e r b i n d e n .
3.
Het algemeen bestuur geeft van elk beri cht van toetredi ng kenni s aan de gemeenten en aan gedeputeerde s t a t e n .
Artikel 28 1.
Uittreding
Elke gemeente kan b i j beslu i t van het college de deelname aan deze regeli ng opzeggen met ingang van twee kalenderjaren na het j a a r waari n di t beslui t i s g e n o m e n . De gemeente brengt zo'n beslui t terstond ter kenn i s van het dageli jks bestuur.
2.
Het algemeen bestuur regelt de fi nanci ële verpli chti ngen en de overi ge gevolgen van de
3.
Als het algemeen bestuur b i j meerderhe i d van t e n m i n s t e twee derde van het aantal
uittreding.
uitgebrachte s t e m m e n daartoe beslu i t, kan hi j een kortere t e r m i j n toestaan dan de i n li d 1 genoemde t e r m i j n . 4.
Het algemeen bestuur brengt elk beslui t t o t u i ttred i ng terstond ter kenni s van de gemeenten en gedeputeerde s t a t e n .
Artikel 29
Wijziging en opheffing
1.
De gemeenten gaan deze regeli ng aan voor onbepaalde ti j d .
2.
W i jz ii g ng of opheffi ng van de regel i ng v i n d t plaats b i j eenslui dende beslui ten van de colleges van t e n m i n s t e twee derde v a n de g e m e e n t e n , di e samen t w e e derde van het aantal i nwoners van het werkgebi ed o m v a t t e n . Een voorstel daartoe kan w o r d e n gedaan door het algemeen bestuur of door de colleges van tenmi nste vi jf g e m e e n t e n .
3.
Als een voorstel als bedoeld i n het vori ge li d ui tgaat van colleges, di enen zi j di t i n bi j het algemeen bestuur. Het Algemeen bestuur legt het voorstel t e r besl i ss i ng voor aan de colleges.
4.
i B j opheffi ng van de regel i ng stelt het algemeen bestuur een regel i ng vast voor de gevolgen van de opheffi ng. Deze regeli ng voorzi et i n de verpli chti ng van de g e m e e n t e n o m alle rechten en verpli chti ngen van de GGD te verdelen op een i n de regeli ng te bepalen w i jze.
5.
De bestuursorganen bli jven functi oneren t o t de li qui dati e voltooi d i s.
H O O F D S T U K 10
SLOTBEPALING
Artikel 30 1.
Deze regeli ng heet 'Gemeenschappeli jke regeli ng GGD Hart voor Brabant' en heeft een toelichting.
2.
Deze regeli ng t r e e d t i n werki ng op 1 januari 2015.
3.
De gemeenten zorgen voor de bekendmaki ng van deze regel i ng.
4.
Het gemeentebestuur van Ti lburg i s het g e m e e n t e b e s t u u r als bedoeld i n arti kel 26 van de w e t .
5.
I n alle gevallen waari n deze regel i ng ni et voorzi et, besl i st het algemeen bestuur.
Gemeenschappelijke regeli ng GGD Hart voor Brabant
Pagina 9 van 14
Vastgesteld door het college van de gemeente
in zijn v e r g a d e r i n g van
de secretaris,
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
de voorzitter,
Pagina 10 van 14
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant - toelichting Deze regeling sluit zoveel mogelijk aan bij de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen e n / o f de Gemeentewet. Hieronder volgt, waar nodig, een toelichting op de a r t i k e l e n . Overal waar 'hij' of 'zijn' staat, zou ook 'zij' of 'haar' kunnen staan.
Aanhef De Wet publieke gezondheid (artikel 14) verplicht gemeenten o m een gezondheidsdienst in te stellen en in stand te houden v o o r de uitvoering van taken genoemd in die w e t . Om deze verantwoordelijkheid optimaal te behartigen, hebben de genoemde g e m e e n t e n een gemeenschappelijke regeling ingesteld. I n de aanhef staan enkele uitgangspunten voor het bestuursmodel dat is vastgelegd in de regeling.
Het bestuursmodel van de GGD hangt nauw samen m e t de relatie tussen g e m e e n t e n en GGD en de w e r k w i j z e van de GGD. Centraal hierin staat dat de gemeenten v e r a n t w o o r d e l i j k zijn voor hun gezondheidsbeleid. De functies van de GGD - preventie en acute zorg - zijn bij uitstek overheidst a k e n , uit te voeren door de gemeentelijke gezondheidsdienst. De g e m e e n t e formuleert zijn gezondheidsbeleid en s t u u r t de GGD v a n u i t dat kader aan. De GGD m o e t dan ook genoeg keuzevrijheid bieden en voldoende flexibel zijn o m aan te sluiten op de lokale wensen. Maar hij moet ook bedrijfsmatig optimaal kunnen opereren o m daarmee de risico's v o o r de gemeenten te minimaliseren.
De uitgangspunten bij de v o r m g e v i n g van de bestuurlijke structuur zijn dan o o k : gemeenten hebben een regierol. Daarnaast moeten zij de GGD zo nodig direct kunnen inzetten. er moet ruimte zijn voor g e m e e n t e n o m de GGD zowel individueel als gezamenlijk aan te sturen; de GGD functioneert binnen de (gemeentelijke) kaders als een zelfstandige, professionele organisatie; gemeenten moeten kunnen ingrijpen als de GGD de taken niet goed uitvoert. Van belang is dat de GGD een slagvaardige bedrijfsvoering kan v o e r e n , die leidt t o t het behalen van de door de gemeenten geformuleerde doelen. Daarbij kunnen de g e m e e n t e n inhoudelijke kaders stellen en op afstand toezicht houden op het beheer van de GGD. Het algemeen bestuur richt zich vooral op de beleidskaders, de begroting en de rekening. Het dagelijks bestuur richt zich vooral op de toezicht op de directie.
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 11 van 14
Artikelsgewijze toelichting Artikel 4
Taken
Artikel 4 van deze regeling beschrijft het pakket van de GGD in globale t e r m e n . Hierdoor houdt het algemeen bestuur zijn expliciete bevoegdheid o m z e l f d e o m v a n g en de inhoud van dat pakket bij te stellen als hij dat nodig vindt. Het m o m e n t daarvoor is de jaarlijkse vaststelling van de begroting.
De Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg) beschrijft de basistaken van de g e m e e n t e n . De uitvoering van het u n i f o r m pakket kan per g e m e e n t e verschillen: niet alle gemeenten of klanten zullen evenveel gebruik m a k e n van dit uniforme aanbod. Soms is dit afhankelijk van incidenten (bijv. een infectieziekte of een crisis op een school), soms van de bevolking (bijvoorbeeld bij gezondheidsverschillen) of van het beroep dat men doet op de GGD (bijvoorbeeld het d o c u m e n t a t i e c e n t r u m of de website). En natuurlijk is de klant niet verplicht o m gebruik te m a k e n van het GGD-aanbod (bijvoorbeeld bij gezondheidsonderzoeken of lespakketten).
Het begrip 'plustaak' is bewust niet gedefinieerd. Dit geeft het algemeen b e s t u u r d e mogelijkheid o m producten uitdrukkelijk als plustaak te b e n o e m e n . Maar het is ook mogelijk o m dit begrip een louter financiële betekenis te geven, bijvoorbeeld door als plustaak te benoemen elk product w a a r v o o r betaald wordt buiten de inwonersbijdrage. Gemeenten en derden kunnen er op contractbasis voor kiezen deze taken bij de GGD af te n e m e n . Hieronder volgen nog enkele relevante bepalingen uit de Wet publieke gezondheid.
Artikel 2 1.
Het college van burgemeester en wethouders bevordert de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming ervan met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen.
2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor: a.
het verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd, inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking,
b.
het elke vier jaar, voorafgaand aan de opstelling van de nota gemeentelijke gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, tweede lid, op landelijk gelijkvormige wijze verzamelen en analyseren van gegevens over deze gezondheidssituatie,
c. d.
het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen, het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma's, met inbegrip van programma's voor de gezondheidsbevordering,
e.
het bevorderen van medisch milieukundige zorg,
f.
het bevorderen van technische hygiënezorg,
g.
het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen.
w
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 12 van 14
Artikel 5 1.
Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg.
2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor: a.
het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren,
b.
het ramen van de behoeften aan zorg,
c.
de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen, met uitzondering van het perinatale onderzoek op phenylketonurie (PKU), congenitale hypothyroid ie (CHT) en adrenogenitaal syndroom (AGS) en het aanbieden van vaccinaties voorkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma,
d.
het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding,
e.
het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen.
(„0 Artikel 6 1.
Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de algemene infectieziektebestrijding, waaronder in ieder geval behoort: a.
het nemen van algemene preventieve maatregelen op dit gebied,
b.
het bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron- en contactopsporing,
c.
bron- en contactopsporing bij meldingen als bedoeld in de artikelen 2 1 , 22, 25 en 26.
(...)
Artikel 10
Algemene bevoegdheidsverdeling
Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de GGD. Hij m a n d a t e e r t een deel van zijn bevoegdheden binnen nadere v o o r w a a r d e n aan de directie en houdt daarop toezicht. Accountancy en controlling verzekeren de bestuurlijke positie. De keuze voor een brede mandatering van de directie w o r d t vooral ingegeven door het feit dat bilaterale afspraken tussen GGD en g e m e e n t e n een belangrijke rol spelen bij de aansturing van de GGD. Voor de relatie tussen dagelijks bestuur en directie is er een organisatieverordening.
Op de mandaatverlening is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, die onder andere bepaalt dat de gemandateerde bevoegdheid w o r d t uitgeoefend namens het bestuursorgaan. De verantwoordelijkheid v o o r het in m a n d a a t g e n o m e n besluit blijft dus bij het mandaterende o r g a a n , waarbij van elk besluit duidelijk m o e t zijn dat het namens het bestuursorgaan g e n o m e n is. De m a n d a a t g e v e r kan instructies geven voor de uitoefening van een verleend mandaat.
Artikel 12
Vergaderingen v a n het a l g e m e e n bestuur
De vergaderfrequentie van het algemeen bestuur v o l g t de planning 8i controlcyclus v a n de GGD. Deze cyclus sluit aan bij de beleidscyclus van de g e m e e n t e n . Hierdoor kunnen g e m e e n t e n t i j d i g invloed uitoefenen op het beleid en de financiële kaders van de GGD en deze daarna m e e n e m e n in hun eigen beleid.
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 13 van 14
A r t i k e l 2 3 e n 24
Begroting en J a a r r e k e n i n g
Aan de opstelling van de begroting gaat de k a d e r n o t a / v o o r j a a r s n o t a vooraf. Hierin staan de hoofdlijnen van het beleid voor de komende j a r e n en de globale financiële gevolgen d a a r v a n . Het algemeen bestuur bespreekt deze nota in april. Gemeenten kunnen hierdoor tijdig invloed uitoefenen op de begroting, die het dagelijks bestuur opstelt nadat het algemeen bestuur de k a d e r n o t a / v o o r j a a r s n o t a heeft vastgesteld.
Het algemeen bestuur stelt de begroting in j u l i vast (wettelijke t e r m i j n ) en daarbij ook de ( v e r p l i c h t e ) inwonersbijdrage voor het basispakket. De GGD volgt hierbij de indexsystematiek van de gemeente Tilburg. Jaarlijks voorspelt deze g e m e e n t e de loon- en prijsstijgingen en corrigeert dan ook v o o r de werkelijke o n t w i k k e l i n g in het vorige j a a r . Naast deze aanpassing voor nominale ontwikkelingen is er principe geen budgetaanpassing. Daarnaast stelt het dagelijks bestuur in december een beheersbegroting vast, die de middeleninzet beschrijft van personeel, huisvesting en kapitaallasten.
De jaarrekening geeft een beredeneerd financieel verslag over het afgelopen j a a r , inclusief accountantsverklaring. Het algemeen bestuur stelt deze vast in j u l i .
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Pagina 14 van 14